Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009
J.H. Gielen, maart 2010 © C point Horst
Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009
Hoofdstukken 1. Opdracht, aanmelding en planning .............................................................................................. 2 1.1 Opdracht .................................................................................................................................... 2 1.2 Aanmeldingen en extra werving.................................................................................................. 2 1.3 Selectie...................................................................................................................................... 2 1.4 Planning DE bedrijfsbezoeken.................................................................................................... 2 1.5 MJA-e deelname ........................................................................................................................ 2 1.6 Aantal uit te voeren DE bedrijfsbezoeken ................................................................................... 2 2. DE bedrijfsbezoeken ..................................................................................................................... 3 2.1 Bezochte bedrijven..................................................................................................................... 3 2.2 DE inventarisatie formulieren...................................................................................................... 3 2.3 Bestaande situatie...................................................................................................................... 3 2.4 Plannen / DE aandachtspunten .................................................................................................. 4 2.5 Samenvatting besproken DE onderwerpen................................................................................. 4 2.6 Aanvullende informatie ............................................................................................................... 5 3. Nabelronde DE bedrijfsbezoeken ................................................................................................. 6 3.1 Stand van zaken nabelronde (maart 2010) ................................................................................. 6 3.2 Samenvatting onderwerpen DE nabelronde................................................................................ 6 4. Bijlagen .......................................................................................................................................... 7 4.1 Bijlage 1: Uitnodigingsbrief Duurzame Energie Advies Paddestoelen.......................................... 7 4.2 Bijlage 2: DE inventarisatielijst (tevens adviesaanvraagformulier) ............................................... 8 4.3 Bijlage 3: Formulier deelname MJA-e 2007-2011 Paddestoelen ............................................... 11 4.4 Bijlage 4: Ingevulde DE inventarisatie formulieren (9 stuks) ...................................................... 12 4.5 Bijlage 5: Aanvullende informatie DE opties.............................................................................. 21 4.6 Bijlage 6: Zuurstof tabel............................................................................................................ 31
© C point, 23 maart 2010
Pagina 1
Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009 Hierbij het verslag van de in 2009 door Cpoint uitgevoerde Duurzame Energie bedrijfsbezoeken inclusief de in maart 2010 uitgevoerde nabelronde.
1. Opdracht, aanmelding en planning 1.1 Opdracht Omdat de DE bedrijfsbezoeken van 2008 door de Stuurgroep MJA-e Paddestoelen als erg waardevol zijn ervaren, is er ook voor het jaar 2009 aan Cpoint een opdracht voor het uitvoeren van DE adviesbezoeken verstrekt, waarbij (tot) 15 champignontelers zich konden opgeven voor een gratis DE adviesbezoek. Hiertoe werden alle telers door Cpoint per brief uitgenodigd (zie bijlage 1). Geïnteresseerde telers konden zich rechtstreeks bij Cpoint aanmelden. 1.2 Aanmeldingen en extra werving In 2008 moesten telers zich in eerste instantie aanmelden, door via de SenterNovem website een DE inventarisatielijst / tevens adviesaanvraagformulier (zie bijlage 2) in te vullen en aan Cpoint op te sturen. Dit bleek een veel te grote drempel te zijn, zodat naderhand en nu ook voor 2009 werd gekozen voor een eenvoudige aanmeldingsmogelijkheid via telefoon, fax of e-mail. (De DE inventarisatielijst werd dan tijdens het DE bedrijfsbezoek ingevuld). Desondanks was de animo dit jaar beperkter, zodat de telers nogmaals via Cpoint (fax naar alle telers) en de Stuurgroep MJA-e Paddestoelen (brief naar alle MJA-e deelnemers) zijn benaderd. Het uiteindelijke aantal aanmeldingen voor een gratis DE adviesbezoek kwam op 13 (tegen 22 in 2008). 1.3 Selectie In de opdracht was aangegeven dat er maximaal 15 DE bedrijfsbezoeken beschikbaar waren. Bij een groter aantal aanmeldingen zou er een selectie worden gemaakt van welke bedrijven voor een bezoek in aanmerking zouden komen (op basis van de aangegeven plannen / ideeën). Omdat er maar 13 aanmeldingen waren konden alle bedrijven voor een bezoek in aanmerking komen. 1.4 Planning DE bedrijfsbezoeken Om de bedrijfsbezoeken te plannen werden alle bedrijven telefonisch benaderd, waarbij men tevens kon aangeven welke aandachtspunten er bij het bedrijfsbezoek aan de orde moesten komen. Opvallend was dat de telers krap in de tijd zaten en dat het vaak moeilijk was (meerdere telefoontjes nodig) om een afspraak gemaakt te krijgen. Ook kwam het nog wel voor dat een afspraak wegens drukte weer verzet moest worden. Tijdens de planning van de bedrijfsbezoeken hebben 4 telers te kennen gegeven dat men zich toch wilde afmelden. Redenen waren o.a. dat men het druk had en er ook geen plannen waren voor nieuwbouw, uitbreiding of renovatie. Gezien de slechte situatie in de sector wilde/kon men nu ook niet investeren. Uiteindelijk bleven er dus nog 9 telers over voor een DE bedrijfsbezoek . 1.5 MJA-e deelname Voorwaarde voor een DE adviesbezoek was dat de betreffende telers deelnamen aan de nieuwe MJA-e Paddestoelen. Bij controle bleek dit bij een teler nog niet het geval te zijn. Hierover is met de betreffende teler contact geweest, waarbij is afgesproken dat er tijdens het DE bedrijfsbezoek een MJA-e deelname formulier (zie bijlage 3) zou worden meegenomen, dat de teler dan moest invullen en opsturen naar de Stuurgroep MJA-e Paddestoelen. 1.6 Aantal uit te voeren DE bedrijfsbezoeken Van de in totaal 13 aanmeldingen voor een DE bedrijfsbezoek vielen er dus 4 af omdat men zich achteraf weer heeft afgemeld. Het aantal te bezoeken bedrijven kwam hierdoor op 9 (tegen 16 in 2008).
© C point, 23 maart 2010
Pagina 2
Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009
2. DE bedrijfsbezoeken 2.1 Bezochte bedrijven In het onderstaande overzicht zijn de bezochte bedrijven op alfabetische volgorde weergegeven. Bedrijfsnaam Akkerpaddestoel de Vree Bercvenne BV Bergass FreshChamp Productie Hegelsom B.V. Leenders Ruop Export VOF Tillaart v.d. Verkooijen Vorle v.d.
Adres Veerstraat 1a Oude Goorenweg 6 Brabantstraat 31 Stationsstraat 126 Vossenberg 11 Lage Randweg 12 Driehuizen 20 Horick 2a Achterschaijkstraat 16
Postcode 6621 AE 5715 PH 5408 PS 5963 AB 5738 RH 5406 NN 5464 RA 6035 PH 5351 NB
Woonplaats DREUMEL LIEROP VOLKEL HORST MARIAHOUT UDEN MARIAHEIDE OSPEL BERGHEM
2.2 DE inventarisatie formulieren Tijdens de bedrijfsbezoeken zijn samen met de teler de DE inventarisatieformulieren ingevuld en als uitgangspunt genomen voor het bespreken van de DE mogelijkheden (zie bijlage 4, in volgorde van uitgevoerde bedrijfsbezoeken). Om privacy redenen zijn alle gegevens in dit verslag losgekoppeld van het bovenstaande overzicht van bezochte bedrijven. 2.3 Bestaande situatie Vanuit de DE inventarisatieformulieren is onderstaande samenvatting gemaakt van de bestaande situatie op de betreffende bedrijven. Van de 9 bedrijven gebruiken 3 bedrijven een centraal kanaal, waarvan 1 bedrijf ook met grondbuizen. Verder gebruikte geen van de bezochte bedrijven groene stroom, koude/warmte opslag, warmtepomp, windmolens of zonnepanelen. Er zijn 2 bedrijven die wel een centraal kanaal hebben, maar geen grondbuizen of koude/warmte opslag. Uitbreiding van het centraal kanaal met b.v. een koude/warmte opslag is hier een interessante DE optie. Koude/Warmte Uitbreiding/Renovatie Groene Centraal /Nieuwbouw Stroom kanaal Grondbuizen Opslag Warmtepomp Windmolen Zonnepanelen 1 2 3 4 5 6 7 8 9
U? U? U
© C point, 23 maart 2010
n n n n n n n n n
j j n n j n n n n
n j n n n n n n n
n n n n n n n n n
n n n n n n n n n
n n n n n n n n n
n n n n n n n n n
Pagina 3
Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009 2.4 Plannen / DE aandachtspunten Tijdens de DE bedrijfsbezoeken zijn globaal de eventuele plannen tot renovatie, uitbreiding of nieuwbouw besproken. Er waren 3 bedrijven welke uitbreidingsplannen hadden, maar deze waren gezien de huidige situatie in de sector niet erg concreet. In de meeste gevallen bevond men zich nog in de oriënterende fase. Wat dat betreft was de timing van de DE adviesbezoeken dan ook perfect, maar anderzijds zag men over het algemeen momenteel geen mogelijkheden tot investeren en lagen de plannen stil in de hoop op betere tijden. In een aantal gevallen waren er alleen maar capaciteitsproblemen (hoofdzakelijk een tekort aan koelcapaciteit), of wilde men in het algemeen de mogelijkheden tot energiebesparing bespreken.. In de onderstaande samenvatting is te zien welke plannen of capaciteitsproblemen er op de bedrijven voorkwamen en welke (DE) aandachtspunten (vet gedrukt) hierbij als meest interessant naar voren zijn gekomen. Enkele van de bedrijven zien K/W opslag als een optie, c.q. voor enkele bedrijven kan dit als de meest interessante optie worden aanbevolen. Dit is natuurlijk gerelateerd aan de koelbehoefte in de champignonteelt, waarvoor men zoekt naar (DE) alternatieven voor de elektrische freon / of koudwater koelmachines. Een van de problemen bij het toepassen van K/W opslag is dat hiermee onvoldoende lage temperaturen kunnen worden gehaald om goed te kunnen ontvochtigen. Zeker met de huidige wintertemperaturen en de beperkte hoeveelheid luchtverversing in de winter, wordt er onvoldoende koude opgeslagen. Voor een betrouwbare ontvochtiging dient het water uit de koude bron dan ook nog extra te worden teruggekoeld. Een van de opties om dit te doen is een warmtepomp, waarbij de warmte dan weer kan worden gebruikt voor naverwarming, of bij warmte overschot kan enerzijds worden opgeslagen in de warme bron, anderzijds blijft er een warmteoverschot, dat bv. met een koeltoren kan worden afgevoerd. Ook is er bij een enkel bedrijf interesse in het toepassen van andere DE opties, zoals PV zonnepanelen voor het opwekken van elektriciteit voor een mechanische koeling en de mogelijkheden van een WKK gekoppeld aan een biovergister. Bijzondere aandachtspunten bedrijfsbezoek 1 2 3 4 5 6 7 8
Uitbreiding? / centraal kanaal uitbreiden met K/W opslag en eventueel warmtepomp? Grondbuizen uitbreiden met koelvijver? HD bevochtiging? Uitbreiding biovergister met 2e WKK motor? Koeling optimaliseren? Energieverbruik minimaliseren Energieverbruik minimaliseren Rookgascondensor stoomketel? 9 Uitbreiding gepland met koeling en bevochtiging? 2.5 Samenvatting besproken DE onderwerpen 1. Uitbreidingsplan ligt bij gemeente. Opties: Uitbreiding met koudwater koeling / Uitbreiding met KWO alleen op centraal kanaal / Uitbreiden met KWO + warmtepomp en vervangen units cellen / PV zonnepanelen (keuze is min of meer afgevallen). 2. Bezig met koelvijver en wil hiermee ook voorverwarming/koeling/bevochtiging van grondbuizen realiseren, om deze in de zomerpiek en winterdal te ontzien. / Subsidiemogelijkheden? / Besparing in beeld brengen door 1 grondbuizen sectie met en 1 zonder koppeling aan koelvijver te vergelijken (meetproject via kennisvoucher?). 3. Energiebesparing koeling door gebruik hoge druk (HD) bevochtiging rendabel te maken? / test druppelslang onder bed? / Led TL lampen? / Stoomgenerator (8 bar) 4. Biovergister sinds 4 maanden klaar, warmte wordt gebruikt voor voorverwarming. Stoomketelwater nu naar 55-60 C en tevens waarschijnlijk voldoende voor volledige verwarming, en volledige elektra (1 MW motor produceert 8,5 miljoen kWh en kwekerij heeft 2 miljoen nodig), planning/bekijken voor nog een extra WKK motor en dan kwekerij los van het net? Verder bekijken of uitlaatgassen motor voor stoomopwekking gebruikt kunnen worden / andere optie is biogas voor stoomketelbrander gebruiken. Technisch verwarming aanpassen © C point, 23 maart 2010
Pagina 4
Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009
5.
6. 7.
8.
9.
naar 2 weg systeem met drukgeregelde pompen. Bekijken of warmte overschot te benutten is voor adsorptiekoeling Ventilatoren naar centrifugaal omgebouwd, luchtverdeling geoptimaliseerd, volgende stap: meer koelvermogen (nog oud type freon): dubbele warmtewisselaar (primair+secundair) op condensor, maar geeft onvoldoende extra koelvermogen, enkele directe freon/water warmtewisselaar nodig, nu verneveling op koelcondensor gemaakt, ketelwater van 70-50 C is veel besparing, afstemming/regeling verbeteren. Oude HR ketel vervangen door HR cascade? / nieuwe computers (nu nog FC1065) met energiezuinige programma's? Heeft onlangs HD waterbevochtiging geïnstalleerd / eventueel in betere tijden een centraal kanaal met klimatisering / heeft nog conventionele CV ketel, blijft voorlopig hangen (bij vervanging wordt dit HR of mini WKK?) / zonnepanelen? Heeft AEM systeem met alleen stoomketel voor verwarming/bevochtiging/doodstomen. Gebruikt ook een waterbevochtiging op de sproeilorrie. Optie rookgascondensor stoomketel interessant? Mogelijke opties besproken voor koeling en waterbevochtiging bij uitbreiding.
2.6 Aanvullende informatie Verder is er aan de telers aanvullende informatie verstrekt over de DE opties welke voor de champignonteelt afhankelijk van de individuele bedrijfssituatie eventueel interessant zouden kunnen zijn (zie bijlage 5). Het betreft hier: groene stroom, grondbuizen, koude/warmte opslag, warmtepomp, windmolens en zonnepanelen. In specifieke situaties is er ook nog ingegaan op zaken zoals warmteterugwinning en biovergisting. Daarnaast is alle telers een zuurstof tabel (zie bijlage 6) verstrekt. Hiermee kan men in de winter beter nagaan welke CO2 waardes kunnen worden gehanteerd om zo minder buitenlucht te nemen en daardoor energie te besparen op verwarmen en bevochtigen.
© C point, 23 maart 2010
Pagina 5
Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009
3. Nabelronde DE bedrijfsbezoeken 3.1 Stand van zaken nabelronde (maart 2010) Als vervolg op het individuele DE adviesbezoek van 2009 is er in maart 2010 een “nabelronde” uitgevoerd, om na te gaan welke acties er al dan niet hebben plaatsgevonden en wat hiervan de eventuele beweegredenen zijn. Tussen het uitgevoerde bedrijfsbezoek in het najaar van 2009 en de nabelronde in maart 2010 is de situatie in de sector onveranderd slecht gebleven, waardoor er alleen maar kleinere aanpassingen hebben plaatsgevonden. De bedrijven met uitbreidingsplannen zien hier nog niet van af, maar de uitwerking ligt momenteel stil. Argumenten die hiervoor werden genoemd waren: slechte situatie sector, vertraging bij vergunningen e.d., hoge investeringen, bedrijfseconomisch niet haalbaar, beperkte/geen subsidiemogelijkheden en technisch complexe systemen. Nog steeds wordt KWO als een interessante DE optie gezien en men hoopt dat 2010 een verbetering zal geven, waardoor men alsnog plannen kan realiseren. Intussen blijft men wel aandacht houden en wordt er ook gewerkt aan de kleinere mogelijkheden om (DE) energie te besparen. Verder kan worden opgemerkt dat er behalve voor het toepassen van DE opties ook aandacht is voor warmteterugwinning van o.a. de koelcondensors. Onderstaand is een samenvatting weergegeven van de nabelronde, welke gebaseerd is op de oorspronkelijke plannen uit de tabel bij hoofdstuk 2.4 / beschrijving hoofdstuk 2.5. 3.2 Samenvatting onderwerpen DE nabelronde 1 Situatie niet veranderd, maar momenteel geen ontwikkelingen ivm. situatie in sector. 2 Offerte aangevraagd om 1 sectie van de grondbuizen te koppelen aan de koelvijver / Wil verder kijken naar mogelijkheid voor kennisvoucher om besparing in te beeld brengen (meetproject: 1 grondbuizen sectie met / 1 zonder koppeling aan koelvijver). 3 Hoge druk (HD) bevochtiging afgevallen, was te duur / Offerte opgevraagd voor gebruikte Cumulus bevochtiging / heeft inmiddels slang liggen voor test druppelslang onder bed / Led TL lampen blijken toch niet geschikt voor toepassing in champignoncellen / geen stoomgenerator, maar 2e hands stoomketel gekocht. 4 Subsidie aanvraag voor 2e WKK motor loopt / in dat geval ook plannen voor een adsorptiekoeling (water in 85 graden, uit 75 graden, COP 0,7), mogelijk opnemen direct in primair circuit van WKK motor met water van 92 graden. (Restwarmte van bv. 35 graden opstoken voor adsorptiekoeling heeft geen enkel nut volgens Carrier). 5 Dubbele warmtewisselaar (primair+secundair) op condensor blijkt niet te werken bij een koeling met een lage compressordruk zoals aanwezig is, nu bezig met uitwerking voor een enkele (directe) warmtewisselaar die meer rendement zou moeten leveren. 6 Wil gaan stoppen. 7 Situatie niet veranderd, maar momenteel geen ontwikkelingen ivm. situatie in sector. 8 Situatie nog niet veranderd: informatie rookgascondensor op stoomketel wordt opgestuurd. 9 Uitbreidingsplannen momenteel op de lange baan gezien situatie in sector.
Jan Gielen Manager / Specialist Klimaat & Energie C point Mobiel: 06-53539895 E-mail:
[email protected]
© C point, 23 maart 2010
Pagina 6
Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009
4. Bijlagen 4.1 Bijlage 1: Uitnodigingsbrief Duurzame Energie Advies Paddestoelen
© C point, 23 maart 2010
Pagina 7
Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009 4.2 Bijlage 2: DE inventarisatielijst (tevens adviesaanvraagformulier)
© C point, 23 maart 2010
Pagina 8
Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009
© C point, 23 maart 2010
Pagina 9
Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009
© C point, 23 maart 2010
Pagina 10
Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009
4.3 Bijlage 3: Formulier deelname MJA-e 2007-2011 Paddestoelen
© C point, 23 maart 2010
Pagina 11
Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009 4.4 Bijlage 4: Ingevulde DE inventarisatie formulieren (9 stuks) Geplande aanpassingen
Huidige situatie
Geplande situatie
1728 288 6 6 8,6 handoogst 2
3456 288 12 6 8,6 handoogst 2
95%
95%
5%
5%
Welke aanpassingen zijn er gepland?
Teeltsituatie 2
Totale teeltoppervlakte bedrijf in m 2 Teeltoppervlakte per cel in m Aantal cellen Teeltschema in weken (4-8) Aantal teelten per jaar per cel (6-13) Oogstmethode Aantal vluchten (2-4) Kwaliteitssegment % kwaliteit I % kwaliteit II, % kwaliteit III Andere
Technische situatie
nvt
Groene stroom Wie is uw huidige energieleverancier voor stroom? Gebruikt u op dit moment “groene stroom”? Andere
Uitleg
Grondbuizen Beschikt u over een centraal kanaal? Zo ja, wordt de lucht hierin voorbehandeld? Zijn er momenteel grondbuizen aanwezig? Zo ja, zijn deze van een automatische bypassregeling voorzien? Zo nee, is er plaats voor grondbuizen aanwezig? Andere
Uitleg
electrabel nee nee
Koude/warmteopslag Uitleg Welk type koelinstallatie is aanwezig? Bij mechanische koelmachine Is er ruimte voor een koude/warmteopslag? Bij koude/warmteopslag of combinatie Is de koude/warmteopslag van een warmtewisselaar voorzien om extra koude te laden? Is er een nieuwe koelinstallatie nodig? Andere Warmtepomp Beschikt u over een warmtepomp? Andere
Uitleg
Windenergie Is er naar verwachting een verzwaring van de elektra aansluiting nodig? Is er naar verwachting een eigen hoogspanningstrafo nodig? Staat de nok van het dak dwars op de windrichting? Is er plaats voor een grote windmolen? Andere
Uitleg
Zonne-energie Is het dak van de kwekerij op de zonzijde gericht? Andere
Uitleg
© C point, 23 maart 2010
ja ja nee
ja ja nee
Mechanisch (freon of koud water)
Koude/warmteopslag
Wel ruimte
nee
ja
nee
ja nee ja ja
ja
Pagina 12
Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009 Geplande aanpassingen
Huidige situatie
Geplande situatie
koelvijver
open water koeling voor de grondbuizen
1920 240 8 6 7
besparing in beeld brengen 1 sectie met / 1 zonder koeling 1920 mischien naar2880 240 8---12 6 8
Welke aanpassingen zijn er gepland?
Teeltsituatie 2
Totale teeltoppervlakte bedrijf in m 2 Teeltoppervlakte per cel in m Aantal cellen Teeltschema in weken (4-8) Aantal teelten per jaar per cel (6-13) Oogstmethode Aantal vluchten (2-4) Kwaliteitssegment % kwaliteit I % kwaliteit II, % kwaliteit III Andere
2
2
90%
90%
10%
10%
elektrabel nee
elektrabel nee
ja ja ja nee
ja ja ja nee
Technische situatie Groene stroom Wie is uw huidige energieleverancier voor stroom? Gebruikt u op dit moment “groene stroom”? Andere
Uitleg
Grondbuizen Beschikt u over een centraal kanaal? Zo ja, wordt de lucht hierin voorbehandeld? Zijn er momenteel grondbuizen aanwezig? Zo ja, zijn deze van een automatische bypassregeling voorzien? Zo nee, is er plaats voor grondbuizen aanwezig? Andere
Uitleg
Koude/warmteopslag Uitleg Welk type koelinstallatie is aanwezig? Bij mechanische koelmachine Is er ruimte voor een koude/warmteopslag? Bij koude/warmteopslag of combinatie Is de koude/warmteopslag van een warmtewisselaar voorzien om extra koude te laden? Is er een nieuwe koelinstallatie nodig? Andere Warmtepomp Beschikt u over een warmtepomp? Andere
Uitleg
Windenergie Is er naar verwachting een verzwaring van de elektra aansluiting nodig? Is er naar verwachting een eigen hoogspanningstrafo nodig? Staat de nok van het dak dwars op de windrichting? Is er plaats voor een grote windmolen? Andere
Uitleg
Zonne-energie Is het dak van de kwekerij op de zonzijde gericht? Andere
Uitleg
© C point, 23 maart 2010
nee
nee ja ja
nee nee ja ja
nee
nee
Pagina 13
Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009 Geplande aanpassingen
Huidige situatie
Geplande situatie geen plannen voor wijzigingen
Welke aanpassingen zijn er gepland? HR ketel moet worden vervangen
Teeltsituatie 2
Totale teeltoppervlakte bedrijf in m 2 Teeltoppervlakte per cel in m Aantal cellen Teeltschema in weken (4-8) Aantal teelten per jaar per cel (6-13) Oogstmethode Aantal vluchten (2-4) Kwaliteitssegment % kwaliteit I % kwaliteit II, % kwaliteit III Andere
1080 3*220 + 3*160 6 15 3,2 Handoogst 4 100%
Technische situatie Groene stroom Wie is uw huidige energieleverancier voor stroom? Gebruikt u op dit moment “groene stroom”? Andere
Uitleg
Grondbuizen Beschikt u over een centraal kanaal? Zo ja, wordt de lucht hierin voorbehandeld? Zijn er momenteel grondbuizen aanwezig? Zo ja, zijn deze van een automatische bypassregeling voorzien? Zo nee, is er plaats voor grondbuizen aanwezig? Andere
Uitleg
Quint nee
nee nee
Koude/warmteopslag Uitleg Welk type koelinstallatie is aanwezig? Bij mechanische koelmachine Is er ruimte voor een koude/warmteopslag? Bij koude/warmteopslag of combinatie Is de koude/warmteopslag van een warmtewisselaar voorzien om extra koude te laden? Is er een nieuwe koelinstallatie nodig? Andere Warmtepomp Beschikt u over een warmtepomp? Andere
Uitleg
Windenergie Is er naar verwachting een verzwaring van de elektra aansluiting nodig? Is er naar verwachting een eigen hoogspanningstrafo nodig? Staat de nok van het dak dwars op de windrichting? Is er plaats voor een grote windmolen? Andere
Uitleg
Zonne-energie Is het dak van de kwekerij op de zonzijde gericht? Andere
Uitleg
© C point, 23 maart 2010
Mechanisch (freon of koud water) DX proportioneel Wel ruimte
nee HD bevochtiging??
nee
nee nee ja ja
ja
Pagina 14
Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009 Geplande aanpassingen
Huidige situatie
Geplande situatie zie opmerkingen nabelronde
Welke aanpassingen zijn er gepland? als tijd ooit beter is, dan 26 cellen
Teeltsituatie 2
Totale teeltoppervlakte bedrijf in m 2 Teeltoppervlakte per cel in m Aantal cellen Teeltschema in weken (4-8) Aantal teelten per jaar per cel (6-13) Oogstmethode Aantal vluchten (2-4) Kwaliteitssegment % kwaliteit I % kwaliteit II, % kwaliteit III Andere
17864 1276 14 5 10,4 Mechanische oogst 2
33176 26
0% 0% 100%
Technische situatie Groene stroom Wie is uw huidige energieleverancier voor stroom? Gebruikt u op dit moment “groene stroom”? Andere
Uitleg
Grondbuizen Beschikt u over een centraal kanaal? Zo ja, wordt de lucht hierin voorbehandeld? Zijn er momenteel grondbuizen aanwezig? Zo ja, zijn deze van een automatische bypassregeling voorzien? Zo nee, is er plaats voor grondbuizen aanwezig? Andere
Uitleg nee nee ja
Koude/warmteopslag Uitleg Welk type koelinstallatie is aanwezig? Bij mechanische koelmachine Is er ruimte voor een koude/warmteopslag? Bij koude/warmteopslag of combinatie Is de koude/warmteopslag van een warmtewisselaar voorzien om extra koude te laden? Is er een nieuwe koelinstallatie nodig? Andere Warmtepomp Beschikt u over een warmtepomp? Andere
Uitleg
Windenergie Is er naar verwachting een verzwaring van de elektra aansluiting nodig? Is er naar verwachting een eigen hoogspanningstrafo nodig? Staat de nok van het dak dwars op de windrichting? Is er plaats voor een grote windmolen? Andere
Uitleg
Zonne-energie Is het dak van de kwekerij op de zonzijde gericht? Andere
Uitleg
© C point, 23 maart 2010
Mechanisch (freon of koud water) Wel ruimte
nee
nee
nee ja ja ja
ja
Pagina 15
Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009 Geplande aanpassingen
Huidige situatie
Geplande situatie zie opmerkingen nabelronde
Welke aanpassingen zijn er gepland?
Teeltsituatie 2
Totale teeltoppervlakte bedrijf in m 2 Teeltoppervlakte per cel in m Aantal cellen Teeltschema in weken (4-8) Aantal teelten per jaar per cel (6-13) Oogstmethode Aantal vluchten (2-4) Kwaliteitssegment % kwaliteit I % kwaliteit II, % kwaliteit III Andere
3400 340 10 5 10 Mechanische oogst 2
optimaliseren koelig/verwarming Plannen voor 355 m2 cellen 2550 355 10 6 Mechanische oogst 3
75% 25%
Technische situatie Groene stroom Wie is uw huidige energieleverancier voor stroom? Gebruikt u op dit moment “groene stroom”? Andere
Uitleg
Grondbuizen Beschikt u over een centraal kanaal? Zo ja, wordt de lucht hierin voorbehandeld? Zijn er momenteel grondbuizen aanwezig? Zo ja, zijn deze van een automatische bypassregeling voorzien? Zo nee, is er plaats voor grondbuizen aanwezig? Andere
Uitleg
Eneco nee
Koude/warmteopslag Uitleg Welk type koelinstallatie is aanwezig? Bij mechanische koelmachine Is er ruimte voor een koude/warmteopslag? Bij koude/warmteopslag of combinatie Is de koude/warmteopslag van een warmtewisselaar voorzien om extra koude te laden? Is er een nieuwe koelinstallatie nodig? Andere Warmtepomp Beschikt u over een warmtepomp? Andere
Uitleg
Windenergie Is er naar verwachting een verzwaring van de elektra aansluiting nodig? Is er naar verwachting een eigen hoogspanningstrafo nodig? Staat de nok van het dak dwars op de windrichting? Is er plaats voor een grote windmolen? Andere
Uitleg
Zonne-energie Is het dak van de kwekerij op de zonzijde gericht? Andere
Uitleg
© C point, 23 maart 2010
ja ja nee
ja ja nee
ja
ja
Mechanisch (freon of koud water)
Mechanisch (freon of koud water)
Wel ruimte
wel ruimte
nee
nee
nee nee ja ja
nee nee ja ja
ja
ja
Pagina 16
Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009 Geplande aanpassingen
Huidige situatie
Welke aanpassingen zijn er gepland?
Geplande situatie
geen
Teeltsituatie 2
Totale teeltoppervlakte bedrijf in m 2 Teeltoppervlakte per cel in m Aantal cellen Teeltschema in weken (4-8) Aantal teelten per jaar per cel (6-13) Oogstmethode Aantal vluchten (2-4) Kwaliteitssegment % kwaliteit I % kwaliteit II, % kwaliteit III Andere
2880 240 12 6 8,66 Handoogst 3 80% 10% 10%
Technische situatie Groene stroom Wie is uw huidige energieleverancier voor stroom? Gebruikt u op dit moment “groene stroom”? Andere
Uitleg
Grondbuizen Beschikt u over een centraal kanaal? Zo ja, wordt de lucht hierin voorbehandeld? Zijn er momenteel grondbuizen aanwezig? Zo ja, zijn deze van een automatische bypassregeling voorzien? Zo nee, is er plaats voor grondbuizen aanwezig? Andere
Uitleg
essent/rwe nee
nee nee ja
Koude/warmteopslag Uitleg Welk type koelinstallatie is aanwezig? Bij mechanische koelmachine Is er ruimte voor een koude/warmteopslag? Bij koude/warmteopslag of combinatie Is de koude/warmteopslag van een warmtewisselaar voorzien om extra koude te laden? Is er een nieuwe koelinstallatie nodig? Andere Warmtepomp Beschikt u over een warmtepomp? Andere
Uitleg
Windenergie Is er naar verwachting een verzwaring van de elektra aansluiting nodig? Is er naar verwachting een eigen hoogspanningstrafo nodig? Staat de nok van het dak dwars op de windrichting? Is er plaats voor een grote windmolen? Andere
Uitleg
Zonne-energie Is het dak van de kwekerij op de zonzijde gericht? Andere
Uitleg
© C point, 23 maart 2010
Mechanisch (freon of koud water) Wel ruimte
nee Koudwaterkoeling
nee Nu HR ketel van 23 jaar oud
nee nee nee ja Trafo al aanwezig
ja
Pagina 17
Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009 Geplande aanpassingen
Huidige situatie
Welke aanpassingen zijn er gepland?
Geplande situatie
geen
Teeltsituatie 2
Totale teeltoppervlakte bedrijf in m 2 Teeltoppervlakte per cel in m Aantal cellen Teeltschema in weken (4-8) Aantal teelten per jaar per cel (6-13) Oogstmethode Aantal vluchten (2-4) Kwaliteitssegment % kwaliteit I % kwaliteit II, % kwaliteit III Andere
1500 250 6 6 8,66 Beide 3
2 vluchten pluk 94 %, 3e vlucht snijden
Technische situatie Groene stroom Wie is uw huidige energieleverancier voor stroom? Gebruikt u op dit moment “groene stroom”? Andere
Uitleg
Grondbuizen Beschikt u over een centraal kanaal? Zo ja, wordt de lucht hierin voorbehandeld? Zijn er momenteel grondbuizen aanwezig? Zo ja, zijn deze van een automatische bypassregeling voorzien? Zo nee, is er plaats voor grondbuizen aanwezig? Andere
Uitleg
Dong nee gas: RWE
nee ja Centraal kanaal in betere tijden?
Koude/warmteopslag Uitleg Welk type koelinstallatie is aanwezig? Bij mechanische koelmachine Is er ruimte voor een koude/warmteopslag? Bij koude/warmteopslag of combinatie Is de koude/warmteopslag van een warmtewisselaar voorzien om extra koude te laden? Is er een nieuwe koelinstallatie nodig? Andere Warmtepomp Beschikt u over een warmtepomp? Andere
Uitleg
Windenergie Is er naar verwachting een verzwaring van de elektra aansluiting nodig? Is er naar verwachting een eigen hoogspanningstrafo nodig? Staat de nok van het dak dwars op de windrichting? Is er plaats voor een grote windmolen? Andere
Uitleg
Zonne-energie Is het dak van de kwekerij op de zonzijde gericht? Andere
Uitleg
© C point, 23 maart 2010
Mechanisch (freon of koud water) Wel ruimte
nee direct freon
nee Normale CV ketel uit 1994
nee nee ja ja 80 A afgezekerd
ja moeten dan wel schuin gemonteerd worden
Pagina 18
Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009 Geplande aanpassingen
Huidige situatie
Welke aanpassingen zijn er gepland?
Geplande situatie
geen MJAe deelnemer, lid Funghi, aanmeldformulier gegeven geen
Teeltsituatie 2
Totale teeltoppervlakte bedrijf in m 2 Teeltoppervlakte per cel in m Aantal cellen Teeltschema in weken (4-8) Aantal teelten per jaar per cel (6-13) Oogstmethode Aantal vluchten (2-4) Kwaliteitssegment % kwaliteit I % kwaliteit II, % kwaliteit III Andere
10800 10*900 en 5*300 15 5 10,2 Handoogst 2 92% 8%
Technische situatie Groene stroom Wie is uw huidige energieleverancier voor stroom? Gebruikt u op dit moment “groene stroom”? Andere
Uitleg
Grondbuizen Beschikt u over een centraal kanaal? Zo ja, wordt de lucht hierin voorbehandeld? Zijn er momenteel grondbuizen aanwezig? Zo ja, zijn deze van een automatische bypassregeling voorzien? Zo nee, is er plaats voor grondbuizen aanwezig? Andere
Uitleg
Spark nee
nee nee nee
Koude/warmteopslag Uitleg Welk type koelinstallatie is aanwezig? Bij mechanische koelmachine Is er ruimte voor een koude/warmteopslag? Bij koude/warmteopslag of combinatie Is de koude/warmteopslag van een warmtewisselaar voorzien om extra koude te laden? Is er een nieuwe koelinstallatie nodig? Andere Warmtepomp Beschikt u over een warmtepomp? Andere
Uitleg
Windenergie Is er naar verwachting een verzwaring van de elektra aansluiting nodig? Is er naar verwachting een eigen hoogspanningstrafo nodig? Staat de nok van het dak dwars op de windrichting? Is er plaats voor een grote windmolen? Andere
Uitleg
Zonne-energie Is het dak van de kwekerij op de zonzijde gericht? Andere
Uitleg
© C point, 23 maart 2010
Mechanisch (freon of koud water) koudwater Wel ruimte
nee 2 koelinstallaties: recent 650 kW + oud 300 kW
nee AEM systeem met 3 stoomketels
nee nee nee ja
nee
Pagina 19
Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009 Geplande aanpassingen
Huidige situatie
Welke aanpassingen zijn er gepland?
Geplande situatie Uitbreiding
Teeltsituatie 2
Totale teeltoppervlakte bedrijf in m 2 Teeltoppervlakte per cel in m Aantal cellen Teeltschema in weken (4-8) Aantal teelten per jaar per cel (6-13) Oogstmethode Aantal vluchten (2-4) Kwaliteitssegment % kwaliteit I % kwaliteit II, % kwaliteit III Andere
10 (5*300 + 5*360) 5 10,2 Handoogst 2
3300
6000 600 10*600 5 10,2 Handoogst 2
92%
94%
8%
6%
Technische situatie Groene stroom Wie is uw huidige energieleverancier voor stroom? Gebruikt u op dit moment “groene stroom”? Andere
Uitleg
Grondbuizen Beschikt u over een centraal kanaal? Zo ja, wordt de lucht hierin voorbehandeld? Zijn er momenteel grondbuizen aanwezig? Zo ja, zijn deze van een automatische bypassregeling voorzien? Zo nee, is er plaats voor grondbuizen aanwezig? Andere
Uitleg
ENECO nee
nee nee nee
Koude/warmteopslag Uitleg Welk type koelinstallatie is aanwezig? Bij mechanische koelmachine Is er ruimte voor een koude/warmteopslag? Bij koude/warmteopslag of combinatie Is de koude/warmteopslag van een warmtewisselaar voorzien om extra koude te laden? Is er een nieuwe koelinstallatie nodig? Andere Warmtepomp Beschikt u over een warmtepomp? Andere
Uitleg
Windenergie Is er naar verwachting een verzwaring van de elektra aansluiting nodig? Is er naar verwachting een eigen hoogspanningstrafo nodig? Staat de nok van het dak dwars op de windrichting? Is er plaats voor een grote windmolen? Andere
Uitleg
Zonne-energie Is het dak van de kwekerij op de zonzijde gericht? Andere
Uitleg
© C point, 23 maart 2010
Mechanisch (freon of koud water) direct freon (aan/uit) Wel ruimte
ja
nee 4 HR in cascade
nee nee nee nee
ja
Pagina 20
Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009 4.5 Bijlage 5: Aanvullende informatie DE opties Duurzame energie is energie die is opgewekt door gebruik te maken van duurzame bronnen zoals bodem, biomassa, wind, zon en water. De bruikbaarheid van duurzame energieopties in de champignonteelt is afhankelijk van verschillende factoren. De behoefte aan energie, het aantal bedrijven, maar ook de vervanging of de eventuele investering bepalen de potentie van de optie. Voor champignontelers bestaan verschillende kansen om duurzame energie toe te passen. 4.5.1. Groene stroom Groene stroom komt via dezelfde netaansluiting het bedrijf binnen. Er hoeft voor gebruik van groene stroom niet te worden geïnvesteerd. De stroom is hetzelfde, maar tegenover de hoeveelheid (groene) stroom die afgenomen wordt staat een groene stroombron. Groene stroom is gecertificeerd. Dit betekent dat een afnemer van groene stroom verzekerd is van duurzame energie. Doordat de vraag in Nederland groter is dan het aanbod wordt er soms groene stroom gekocht in het buitenland. Een toezichthouder controleert de energieleveranciers om er zeker van te zijn dat deze ingekochte stroom inderdaad groen is. Groene stroom kan op de vrije markt ingekocht worden, waardoor de prijs per leverancier kan verschillen. In het verleden was groene stroom goedkoper omdat er geen energiebelasting (REB) op werd geheven. Dit voordeel is afgebouwd en vervangen door de MEP regeling (Milieukwaliteit elektriciteitproductie), zodat producenten groene stroom na aftrek van het belastingvoordeel, tegen eenzelfde tarief kunnen afzetten. Groene stroom hoeft dan ook niet duurder te zijn dan gewone stroom. Het voordeel van het gebruik van groene stroom is dat de champignonteeltbedrijven geen individuele investeringen hoeven te doen. Het overschakelen naar ‘Groene stroom’ is een bijdrage aan de duurzaamheiddoelstelling van de MJA-E. De overschakeling helpt daarnaast mee aan een beter imago voor de sector. Groene stroom is voor de champignonteelt een eenvoudig en goed middel om (voor een gedeelte) te voldoen aan de energienorm. 4.5.2. Co-vergisting Een belangrijke reststroom in de champignonteelt is champost. Het wordt nu als organische meststof gebruikt. Vergisting wordt een optie bij een gecombineerde toepassing met andere organische afval- en reststoffen. Vooralsnog zijn er geen gegevens over co-vergisten van champost bekend. Een biomassa vergister (met vaste stofinvoer) is in principe niet veel anders dan een mestsilo. Bij het vergisten van “natte” biomassa (veelal dierlijke mest als basis met als co-substraat landbouwproducten zoals energiemaïs, bietenkoppen, stro en eventueel natuurgras en bijproducten uit de levensmiddelenindustrie) zetten, van nature in biomassa aanwezige, bacteriën de makkelijk afbreekbare organische stof om in vooral brandbaar methaangas. Dat is dus bruikbaar biogas. Het natuurlijke vergistingproces vindt meestal plaats in een gesloten o systeem bij een temperatuur van 37 - 39 C (mesofiele vergisting, gemiddelde verblijftijd in de vergister: ca. 40 dagen). Deze vorm van vergisten is langzamer dan bij een hogere temperatuur o (ca. 55 C: thermofiel vergisten, gemiddelde verblijftijd van ca. 30 dagen), maar is minder gevoelig voor veranderingen in biomassasamenstelling en procesomstandigheden zoals temperatuur, zuurgraad e.d. Regelmatig mengen en elke één à twee uur bijmengen van verse biomassa (en afvoer van vergiste biomassa: digestaat) zorgen voor een optimale biogasproductie. De gemiddelde verblijftijd van de biomassa in de vergister is 40 à 50 dagen. De biogasproductie is sterk te verhogen door het toevoegen van energierijke producten (co-substraten genoemd) zoals landbouw(afval)gewassen en/of producten uit onder andere de levensmiddelenindustrie. Als dit gebeurd spreken we van co-vergisting. Door een beetje zuurstof (enkele procenten lucht) aan het biogas toe te voegen wordt de zwavelwaterstof (H2S) eenvoudig biologisch afgebroken. Zo is het biogas goed bruikbaar als brandstof voor een biogasmotor, zonder gevaar op motorschade door het agressief werkende H2S. In een warmtekrachtkoppeling (WKK)installatie wordt het biogas omgezet in duurzaam geproduceerde elektriciteit en warmte. De WKK (biogasmotor en generator) bepaalt grotendeels het rendement van het vergisten. Vooral het elektrische rendement is daarbij bepalend (dit kan variëren van 33 tot meer dan 38%). © C point, 23 maart 2010
Pagina 21
Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009 Het exploiteren van een vergistinginstallatie kan een ondernemer zelf doen door op eigen bedrijf een installatie te plaatsen. Echter, met meerdere ondernemers, is een installatie ook te exploiteren op een centrale plaats.
Figuur: Principewerking van een vergistinginstallatie Op dit moment vindt er een grote ontwikkeling plaats naar de toepassingsmogelijkheden op bedrijfsniveau als ook naar lokaal niveau zowel op agrarische bedrijven als in de periferie ervan. Voor een optimaal rendement zijn de volgende factoren van belang: • Voldoende capaciteit (bij voorkeur minimaal 15.000 ton per jaar) om het schaalvoordeel optimaal te benutten of de bouw van een eenvoudige biogasinstallatie met gebruik van alleen vloeibare of eenvoudig in te voeren producten. • Zo laag mogelijke kosten voor de te vergisten producten (met name ‘afvalproducten’ met wel zo hoog mogelijke droge stofgehalte). • Optimale benutting van de geproduceerde duurzame elektriciteit en restwarmte op het eigen bedrijf of rechtstreekse levering aan derden in de directe omgeving. Dit ter besparing op het gebruik van fossiele brandstoffen. • Zo laag mogelijke afzetkosten voor het digestaat (vergiste producten). Installaties in mesttekortgebieden hebben lagere afzetkosten voor digestaat dan installaties in mestoverschotgebieden. Een optimale combinatie van bovenstaande aspecten zorgt voor een zo hoog mogelijk rendement. Wanneer dit in Nederland wordt toegestaan ontstaan er mogelijkheden voor champignonteeltbedrijven om door middel van vergisting, energie te halen uit de afvalstromen, zoals de champost en de voetjes. Bij vergisting wordt gebruik gemaakt van biologische processen (bacteriën) die organische materialen onder anaerobe omstandigheden omzetten. Dit proces vindt plaats onder relatief lage temperaturen (60°C). Biogas is het belangrijkste product, dat voor 50-70% uit methaan bestaat en daarom kan worden gebruikt voor energieopwekking. Allerlei organische materialen kunnen hiervoor gebruikt worden mits het vochtgehalte(boven de 70%) en het gehalte organische stof voldoende hoog is (15-20%). © C point, 23 maart 2010
Pagina 22
Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009 Wanneer vergisting wordt toegepast zal de minimale capaciteit 300-400 kWh per jaar moeten bedragen. De inhoud van de vergistingstank komt in deze situatie op 1000 m³. Dit betekent dat er per jaar 10.000 ton ‘grondstoffen’ moeten worden verwerkt. In de praktijk beslaat dit ongeveer 2500 m² teeltoppervlakte per week. In de toekomst kan elke grote kwekerij een vergistingstank hebben en het bedrijf daarmee voorzien van elektriciteit. Daarnaast zal een WKK aanwezig moeten zijn om de energie in elektriciteit om te zetten. De energie die bij vergisting wordt opgewekt is goed te doceren i.t.t. windenergie die 24 uur per dag draait, waardoor de energie die ’s nachts word geproduceerd voor een zeer laag tarief aan het net moet worden geleverd. De nadelen van vergisten hebben betrekking op de geuroverlast, de strenge emissie-eisen en de afzet van het restproduct. In Nederland vindt vergisting op kleine schaal plaats i.t.t. Duitsland waar bijna 4000 vergistinginstallaties staan opgesteld. Veel kleine vergistingbedrijven staan langs de Nederlandse grens. Het vergisten van verschillende mengstromen (co-vergisten) is in onze buurlanden wel toegestaan. 4.5.3
Biomassa verbranden Verbranden van champost is technisch mogelijk, maar is vooral door de hoge vochtigheid, een dure optie. Daarnaast is het een schone en belangrijke organische meststof. Geschat wordt dat de productie van champost 750.000 ton op jaarbasis bedraagt. Er zijn weinig experimenten uitgevoerd met het verbranden van champost, waardoor er geen betrouwbare gegevens beschikbaar zijn. Grootschalig verbranden Bij grootschalig verbranden van biomassa gaat het om verbranden van vooral hout(delen), grote hoeveelheden bijproducten uit landbouwproducten en drogere mestproducten (bijvoorbeeld pluimveemest of gedroogde varkens- of rundveemest) in grote verbrandingsovens/-ketels. Met de vrijkomende warmte wordt water verwarmd tot stoom. Met de stoom wordt een turbine aangedreven, welke is gekoppeld aan de generator. Op deze wijze wordt uit warmte (thermische energie) zowel elektriciteit als laagwaardige warmte geproduceerd. Als de restwarmte niet benut kan worden, wordt deze afgegeven aan koelwater of wordt het water afgekoeld in koeltorens. In speciale biomassa-energiecentrales is het mogelijk om ook nattere biomassa (zoals verse houtsnippers e.d.) te verbranden voor de opwekking van elektriciteit (bijvoorbeeld de biomassacentrales in Cuijk en Lelystad). Op dit moment zijn er een tweetal initiatieven die met name droge pluimveemest willen gaan verbranden voor de opwekking van duurzame elektriciteit en warmte op grote schaal. Daarnaast wordt biomassa ook gebruikt als aanvulling op fossiele brandstof in energiecentrales. Verder zijn er een aantal kleinere energiecentrales gebouwd, welke gebruik maken van alleen schoon hout(afval) als brandstof.
Kleinschalig verbranden Door de hoge wettelijke emissie-eisen die worden gesteld aan verbrandingsgassen, is in principe alleen verbranding van hout, graan en droge bijproducten uit de landbouw mogelijk op O bedrijfsniveau voor de productie van laagwaardige warmte (tot ca. 80 C). De verbranding vindt plaats in een speciale verbrandingsruimte, waarbij de droge brandstof veelal in korrel- of palletvorm automatisch van onderuit in de verbrandingsruimte wordt gevijzeld. Door de elektronische regeling van de brandstof- en luchttoevoer is een biomassa cv-ketel regelbaar in vermogen tussen ca. 50% en 100%. Bij goede/droge brandstof en continu gebruik, is een rendement mogelijk van 85 à 89%. Dit is maar iets lager dan een aardgas gestookte hoog rendement (HR) cv-ketel. Met een aanvullende voorziening is het mogelijk om ook warm tapwater te maken met dergelijke cv-ketels. Om interne condensatie te voorkomen, is het gewenst om de o watertemperatuur in de ketel zelf op minimaal ca. 60 C te houden. Dit kan door het plaatsen van een drieweg mengklep als in het cv-circuit een lager temperatuur gewenst is voor bijvoorbeeld vloerverwarming. Afhankelijk van de brandstof is de hoeveelheid as 0,5 à 5%. © C point, 23 maart 2010 Pagina 23
Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009 Toepassing van kleinschalige verbrandingsinstallaties in Nederland In vergelijking met bijvoorbeeld Scandinavische landen worden in Nederland op agrarische bedrijven biomassaverbrandingsinstallaties (nog) maar op beperkte schaal toegepast. Dit wordt vooral veroorzaakt door historische aspecten zoals: • Relatief lage energieprijzen in het verleden, en beperkt voorhanden zijn van biobrandstoffen tegen concurrerende prijzen. • Geen actieve regeling ter stimulering van deze vorm van energieproductie. Op dit moment vindt er een (beperkte) ontwikkeling plaats naar de toepassingsmogelijkheden op bedrijfsniveau. Het optimaal leren stoken met een dergelijke cv-ketel vergt enkele weken. Dagelijks vraagt een cv-ketel om controle en zo nodig bijregeling. Ook zijn er volledig automatische gestuurde cv-ketels op de markt. Deze zijn naar verhouding ook duurder door de elektronische sturing en automatische asafvoer e.d. Biomassa gestookte cv-ketels zijn met name geschikt bij continu gebruik het gehele jaar door. Aanvullende warmtebehoefte voor een korte periode (bijvoorbeeld koude winterperiode) kan het beste worden opgevangen met een normale (HR) cv-ketel. Deze zijn relatief goedkoper.
Figuur: Een biomassa gestookte cv-ketel is niet veel groter dan een cv-ketel. Voor de opslag van biomassa wordt veelal gebruik gemaakt van (gebruikte) voersilo’s met starre aanvoervijzel. Verbranding van bio-massa is landelijk tot nu toe de meest gangbare methode en wordt toegepast in afvalverbrandingsinstallaties, elektriciteitscentrales (bijstook) en enkele specifieke biomassacentrales. Het principe is gebaseerd op het toevoegen van een overmaat aan zuurstof om de brandstof in één keer om te zetten in warmte, CO2 en water. De voordelen van het verbranden van bio-massa zijn dat het bijdraagt aan de vermindering van CO2 uitstoot en fossiele brandstoffen bespaart, daarnaast kan het een kostenbesparend effect geven op de verwijdering van bedrijfsafval en kan het eventueel de energierekening verlagen. De nadelen van verbranding van bio-massa zijn: Ten eerste is het verbranden duur: De kosten per ton liggen op dit moment tussen de € 125,- en € 135,-. Ten tweede zijn de emissie-eisen voor de verbrandingsgassen nog niet eenduidig, de investeringen in rookgasreiniging-installaties en warmtekracht zijn niet in alle situaties haalbaar. Op basis van de huidige stand van de techniek, de investeringskosten en de rentabiliteit lijken er toepassingsmogelijkheden te zijn voor voornamelijk groepen van bedrijven.
© C point, 23 maart 2010
Pagina 24
Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009 4.5.4. Windenergie Windenergie is een kansrijke duurzame energieoptie. Grootschalige windparken komen in Nederland van de grond, maar ook solitaire turbines kunnen op de meeste locaties rendabel worden geëxploiteerd, hoewel het realiseren van solitaire grootschalige windturbines door de meeste provincies en gemeenten niet meer toegestaan wordt. Windturbines zijn te verdelen in grootschalige, middelgrote en kleinschalige windturbines. Grootschalige windturbines hebben doorgaans een vermogen van 1 tot 3 MW. Kleinschalige windturbines hebben vermogens van 1 tot ca 20 kW. Middelgrootte windturbines lopen van 20 tot 200 kW. Afhankelijk van de grootte van de windturbine en de locatie varieert de opbrengst. Een kleine windturbine met een generator van 2 kW kan ca. 2000 kWh per jaar leveren. Een grootschalige windturbine van 2,5 MW levert ca. 5.000 tot 6.000 MWh per jaar afhankelijk van de locatie. Een windturbine in een kustprovincie levert ongeveer 30 % meer windenergie als een windturbine in het oosten van Nederland.
Qua windenergie is Nederland in vier gebieden ingedeeld, waarbij gebied A de meeste opbrengst heeft en de gebieden B, C en D resp. 15%, 23 % en 30% minder De middelgrote en kleinschalige windturbines zijn verder te verdelen in zogenaamde verticale as turbines (VAT) en horizontale as turbines (HAT). Bij een VAT lopen de wieken evenwijdig aan de rotoras. Bij een HAT staan de wieken haaks op de rotoras. De laatste ziet er dan ook uit als een gewone molen. De VAT-uitvoeringen kunnen zowel liggend als staand geplaatst worden. De liggende uitvoering, waarbij de wieken en as horizontaal staan, kan in modules achter elkaar geplaatst worden waardoor een zeer grote windturbine ontstaat met een beperkte hoogte. Deze windturbine kan als alternatieve windsingel worden geplaatst of boven op een gebouw. Nadeel van deze windturbines is dat ze zich niet kunnen richten op de wind. De windturbine moet dan ook haaks op de meest voorkomende windrichting (zuidwest) geplaatst worden.
Een HAT uitvoering
Een VAT uitvoering
Doordat de middelgrote en kleinschalige windturbines minder overlast geven qua geluid, schittering en slagschaduw, worden deze vaak toegepast nabij of op gebouwen. Er wordt dan ook gesproken over windenergie voor de gebouwde omgeving. © C point, 23 maart 2010
Pagina 25
Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009 Bij plaatsing van de windturbine wordt ook rekening gehouden met het bestaande elektriciteitsnet. Grootschalige windturbines kunnen een grote belasting geven op het net. Aanpassingen aan het elektriciteitsnet moeten als extra kosten gezien worden voor de windturbine. Regelgeving turbines gebouwde omgeving Voor het plaatsen van windturbines in de gebouwde omgeving moet aan verschillende wetgeving voldaan worden zoals: bouwbesluit, milieuwetgeving, habitat richtlijnen en andere relevante natuurwetgeving en bestemmingsplan gemeente. Het bouwbesluit geeft aan dat gebouwen en bouwwerken moeten voldoen aan minimale constructie-, veiligheids- en gebruikseisen. Indien de windturbine onderdeel is van een gebouw moet deze dus voldoen aan het bouwbesluit. Voor de milieuwetgeving kan een windturbine vallen onder de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) Voorzieningen en Installaties. Deze AMvB stelt een aantal eisen, waaraan de turbines voor gebouwde omgeving vrijwel altijd voldoen. Indien op de locatie een andere AMvB geldt, (bijvoorbeeld veehouderij of glastuinbouw), dan zal de windturbine moeten voldoen aan de Wet Milieubeheer. Hierin kunnen een aantal zaken specifiek worden voorgeschreven. Geluidseisen voor windturbines zijn anders dan voor “normale” objecten. Windturbines maken meer geluid naarmate het harder waait. Er is dan echter ook een toename van het achtergrondniveau. In de AMvB Voorzieningen en Installaties wordt hiermee rekening gehouden. Volgens de Windnormcurve (WNC-40) mag het windturbinegeluid op de gevel van woningen oplopen van 40 dB(A) bij een windsnelheid van 1 meter per seconde (m/s) tot maximaal 50 dB(A) bij een windsnelheid van 12 m/s. De bronsterkte van een windturbine wordt door de fabrikant gemeten bij een windsnelheid van 8 m/s op 10 meter hoogte. De afgegeven bronsterktes gelden dus bij 8 m/s. Ook in de geluidsberekeningen gaan we uit van 8 m/s (windkracht 4/5). De berekende geluidsbelasting op nabijgelegen woningen mag volgens de WNC-40 norm daarom maximaal 44 dB(A) bedragen. Indien in de omgeving van de te plaatsen windturbine een natuurgebied ligt, mag de turbine geen hinder geven in de vorm van geluid of het blokkeren van vliegroutes van vogels. Indien het gebied valt onder de Natuurwet, kan een kleinschalige of middelgrote windturbine geplaatst worden indien aangetoond is dat de natuur geen hinder ondervindt. Als het gebied valt onder de Vogel- en Habitatrichtlijn of de Ecologische Hoofd Structuur is plaatsing zo goed als uitgesloten, omdat eerst naar een alternatieve locatie voor de windturbine gezocht moet worden. De meeste gemeenten hebben in het bestemmingsplan geen omschrijving van windturbines in de gebouwde omgeving. De windturbines moeten dus voldoen aan de maximale hoogtes die voor gebouwen en bouwwerken zijn omschreven. Deze zijn per gemeente verschillend, maar in het landelijke gebied is maximale hoogte meestal 10 tot 15 meter. Gemeentes kunnen wel vrijstellingen verlenen voor het hoger bouwen via een artikel 19 procedure. Hiervoor is medewerking van de provincie benodigd. Haalbaarheid kleinschalige en middelgrote windturbines in gebouwde omgeving Indien alle opgewekte elektriciteit verkocht wordt, zijn de windturbines in gebouwde omgeving niet rendabel. Indien een groot deel gebruikt wordt op het eigen bedrijf, zijn vooral de middelgrote windturbines rendabel. Kleinschalige windenergie is relatief eenvoudig te plaatsen. Constructieve aanpassingen zullen minimaal zijn bij plaatsing op gebouwen. Op de gebouwen die haaks op de meest voorkomende windrichting staan (nok noordwest - zuidoost gericht), is het plaatsen van een liggende VAT de meest goede optie. Hiermee komt het hoogste punt ongeveer 6 meter hoger dan de huidige nok te liggen. Deze windturbine kan over de gehele lengte van het gebouw geplaatst worden. Plaatsing bij gebouwen is gemakkelijker. Wel moet rekening gehouden worden met de hoogte van gebouwen in de nabije omgeving van de windturbine. Omdat de grootste kleine windturbine 18 meter is, mogen gebouwen niet hoger zijn dan ongeveer 10-12 meter.
© C point, 23 maart 2010
Pagina 26
Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009 4.5.5. Ondergrondse Koude/Warmte opslag Ondergrondse Koude/Warmte opslag biedt de meeste mogelijkheden in combinatie met een centraal kanaal. (Het is echter ook mogelijk om K/W opslag toe te passen bij systemen zonder centraal kanaal). Omdat de lucht in het centraal niet zeer laag hoeft te worden gekoeld of hoog te worden verwarmd en daarbij nooit gelijktijdig, kan volstaan worden met 1 blok dat zowel geschikt is voor koeling en verwarming. Een belangrijk deel van de koel en warmtebehoefte op de kwekerij zit in het centraal kanaal. Daarom kan men met het koude/warmte opslagsysteem fors energie besparen. Tijdens de “zomer” periode kan de aangezogen warme lucht van het centraal kanaal met het o water uit de koude bron (+/- 9 C) worden afgekoeld en wordt het warmteoverschot in de warme o bron opgeslagen. In de “winter” periode kan dit verwarmde water (+/- 14 C) weer gebruikt worden om de aangezogen koude lucht van het centraal kanaal voor te verwarmen en wordt het koude overschot in de koude bron opgeslagen. Natuurlijk komt het ook voor dat het systeem overdag staat te koelen en ’s nachts staat te verwarmen.
© C point, 23 maart 2010
Pagina 27
Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009 Een van de problemen bij het toepassen van K/W opslag is dat hiermee onvoldoende lage temperaturen kunnen worden gehaald om goed te kunnen ontvochtigen. Zeker met de huidige wintertemperaturen en de beperkte hoeveelheid luchtverversing in de winter, wordt er onvoldoende koude opgeslagen. Voor een betrouwbare ontvochtiging dient het water uit de koude bron dan ook nog extra te worden teruggekoeld. Hiervoor kan een mechanische koeling of een warmtepomp worden gebruikt, waarbij de warmte dan weer kan worden gebruikt voor naverwarming, of bij warmte overschot kan worden opgeslagen in de warme bron. Wat de energiebalans in de bodem betreft is het echter wel zo dat er meer warmte de grond ingaat dan in de winter kan worden gebruikt. Hiervoor kan er ook een natte koeltoren worden geplaatst om in de “winter” periode koud water aan te maken. Deze koeltoren kan in de zomer bovendien gebruikt worden om de warmte van de koelmachine of warmtepomp op een gunstige wijze af te voeren. Zeker met ondersteuning van subsidies en/of fiscale maatregelingen is K/W opslag vrij snel interessant. 4.5.6. Warmtepomp Een nadeel van een K/W opslag is, dat het in de zomerperiode niet altijd eenvoudig is om de lucht te ontvochtigen. Een warmtepomp zorgt voor extra koelcapaciteit en vergemakkelijkt het bereiken van de energiebalans in de bodem. Met een warmtepomp kan een extra verlaging van de watertemperatuur uit de koudebron van 2 tot maximaal 4 graden worden verkregen. Het hoofddoel van de warmtepomp is warmteproductie, maar in het geval van de champignonteelt, levert de koudeproductie meer voordeel op. Aan de koude zijde van de pomp wordt water van 8 tot 11 graden afgekoeld naar 6 tot 9 graden Celsius. Afhankelijk van zomer of winterstand, gaat het afgekoelde water naar de koelblokken van de cellen of naar de koudebron. Het water van de verwarming wordt via de warmtepomp naar ongeveer 40 graden verwarmt. De warmte wordt onttrokken uit het warme water, dat het water van het verwarmingssysteem weer opwarmt. Nadat het water over de verwarmingsblokken is geweest, is het water afgekoeld met 6-8 graden. Vervolgens wordt het water in het systeem weer met behulp van de warmtepomp op 40 graden gebracht. Wanneer de warmtebehoefte hoger is, wordt de (HR) verwarmingsketel ingeschakeld. Doordat er gewerkt wordt met beduidend lagere temperaturen zal de capaciteit van de verwarmingsblokken wel groter moeten worden uitgevoerd. Het rendement van een warmtepomp in combinatie met een K/W opslag is ongeveer het dubbele van een traditionele koelmachine. Daarnaast heeft de combinatie van K/W opslag als voordeel dat de afname van zowel elektriciteit als gas stabieler is. De pieken kunnen dus lager worden afgesloten bij de energieleveranciers. Ook de aansluitwaardes liggen beduidend lager dan die van traditionele kwekerijen. Als er geïnvesteerd moet worden in een nieuwe koeling dan is een warmtepomp in combinatie met een K/W opslag zeer gunstig.
© C point, 23 maart 2010
Pagina 28
Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009 4.5.7. Grondbuizen Evenals K/W opslag is het gebruik van grondbuizen een techniek die gebruik maakt van energieopslag in de bodem. Lucht wordt aangezogen door buizen die op geringe diepte onder het grondwaterniveau in de bodem liggen. De lucht die door de buizen gaat, neemt warmte of koude op uit de bodem. Er vindt warmte uitwisseling plaats, de lucht wordt afhankelijk van het jaargetijde opgewarmd of afgekoeld. Het rendement van koude opwekking middels grondbuizen is lager dan bij het gebruik van K/W opslag. Het rendement van warmte opwekking is juist groter dan dat bij het gebruik van K/W opslag, doordat de grond na de zomer warmer is dan het opgewarmde water in de K/W opslag. Door gebruik te maken van een automatisch geregelde bypass op het centraal kanaal, kan men het rendement van grondbuizen verder verhogen en de meest geschikte lucht kiezen; rechtstreeks van buiten, via de grondbuizen of een combinatie hiervan. Bij grondbuizen is het in elk geval noodzakelijk om een extra (kleinere) mechanische koeling te plaatsen bij iedere cel, zodat in de zomer voldoende koelcapaciteit aanwezig is (lucht in de grondbuizen kan dan oplopen tot +/- 17°C) c.q. om te kunnen koelen in periodes dat er geen buitenlucht mag worden gebruikt. De technische levensduur van grondbuizen wordt geschat op 20 tot 25 jaar. Vooral bij nieuwbouw als er nog zonder problemen graafwerk mogelijk is, en als er door het gebruik van grondbuizen geen zwaardere elektra aansluiting meer nodig is, kunnen grondbuizen met bypass een interessante DE optie zijn. 4.5.8. Warmtewisselaars (lucht ↔ lucht) Een warmtewisselaar wint energie terug uit lucht die de teeltcel verlaat via de uitlaatopening(en). Dit gebeurt volgens het tegenstroomprincipe. De uitgaande lucht wordt langs een aantal buizen geleid en door die buizen stroomt ingaande lucht die energie opneemt uit de uitgaande lucht. Afvlakking van de piek vindt (evenals bij K/W opslag en grondbuizen) plaats, doordat in de “zomer” de warme lucht voor een groot gedeelte wordt voorgekoeld. In de “winter” wordt de koude lucht op dezelfde manier voorverwarmd. Hoe vochtiger de lucht is, hoe hoger het rendement van de warmtewisselaar wordt. Een goed geconstrueerde warmtewisselaar is voorzien van een automatisch geregelde bypass. Op deze wijze kan voor elke cel individueel worden bepaald wat de meest geschikte lucht is om te kiezen; rechtstreeks van buiten, via de warmtewisselaar of een combinatie hiervan. Als bijvoorbeeld een cel wordt afgekoeld na het doodstomen, kan men hiervoor beter rechtstreeks buitenlucht nemen, omdat de lucht van de warmtewisselaar door de uitgaande cellucht wordt opgewarmd, wat het afkoelproces onnodig zou vertragen. Een warmtewisselaar is nagenoeg onderhoudsvrij en heeft als voordeel dat hierbij vooral de verwarmingscapaciteit (verwarmingsblokken, ketels, leidingen) lichter uitgevoerd kan worden. Een warmtewisselaar heeft wel als nadeel dat hierdoor extra weerstand voor de ventilator wordt gecreëerd, waardoor deze dus iets mee energie zal gaan verbruiken. Warmtewisselaars met bypass leveren over het algemeen een rendement van 50 tot 70 % en zijn gezien de investeringen vooral interessant voor relatief grote teeltcellen.
© C point, 23 maart 2010
Pagina 29
Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009 4.5.9. PV zonnecel Zon photovoltaïsch (zon-PV) zet invallend zonlicht om in elektrische energie. Het is een aansprekende techniek om een vooruitstrevend, hightech, groen imago te tonen. Het is vooral geschikt op plaatsen zonder of met een moeilijk te realiseren netaansluiting.
Figuur: Toepassing van zonnecellen op een gebouw Zonnecellen leveren gelijkstroom met een spanning van 12 of 24 volt. Een net gekoppeld systeem bestaat uit zonnepanelen en één of meerdere omvormers voor de omzetting van gelijkstroom naar 2 wisselstroom. Eén kiloWattpiek (kWp) komt overeen met een oppervlak van 8 à 25 m , afhankelijk van het celmateriaal. De gemiddelde jaarproductie bedraagt ongeveer 850 kWh/kWp elektriciteit per jaar (uitgaande van een goed bruikbaar dakoppervlak gelegen op het zuiden). De verwachte levensduur van de panelen is 20 tot 30 jaar, van omvormers mogelijk korter. Als er een aansluiting op het openbare elektriciteitsnet wordt gemaakt, dan kan het overschot teruggeleverd worden aan het net. Als er geen aansluiting op het net komt, dan mag het vermogen van de zonnecellen niet hoger zijn dan het vermogen van de elektrische installatie op het bedrijf. Door elektriciteitsproductie uit zonne-energie kan overdag bespaard worden op relatief dure piekstroom. Een nadeel van PV is dat het hoge investeringskosten (€ 4,50 per Wattpiek of ca. € 550 per m2) met zich meebrengt. Een schaalvoordeel is hierbij nauwelijks van toepassing. Op dit moment is de kostprijs te hoog door het niet op grote schaal kunnen produceren van zonnecellen. 2
Door de relatief hoge investeringskosten per m PV-panelen, is het met de huidige stand van de techniek economisch (nog) niet aantrekkelijk om te investeren in PV-panelen voor de bedrijfsmatige productie van elektriciteit (toepassing in de particuliere sector is eerder aantrekkelijk, omdat hier de kosten per kWh elektriciteit hoger zijn door de hogere energiebelasting). Wel zijn er ontwikkelingen die er mogelijk toe kunnen leiden dat binnen enkele jaren de investeringskosten ver kunnen dalen (3 à 5 keer lagere investering is de verwachting). Echter, het vernieuwde productieproces moet nog uitgetest worden of het ook op grote schaal kan produceren tegen de verwachte lage kostprijs. Als deze techniek op grote schaal inzetbaar wordt, zal het economische rendement sterk kunnen stijgen.
© C point, 23 maart 2010
Pagina 30
Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009 4.6 Bijlage 6: Zuurstof tabel
© C point, 23 maart 2010
Pagina 31