Disciplinaire Regels en Procedures
FPSB’s Disciplinaire Regels en Procedures Organisaties onderzoeken beschuldigingen van wangedrag verkregen of ontdekt over een CFP® professional die wellicht een schending van FPSB’s Financial Planner Ethische Code en Professionele Verantwoordelijkheid of Financiële Planning Praktijk Standaards inhouden, en zullen een disciplinaire maatregel opleggen aan een CFP® professional voor schendingen van deze standaards door middel van Disciplinaire Regels en Procedures voor CFP® professionals. Elke organisatie aanvaardt gebiedsspecifieke regels en procedures die de reikwijdte en doelstellingen van FPSB’s Model Disciplinaire Regels en Procedures weerspiegelen, aangepast om de passende disciplinaire eisen in een gegeven grondgebied te waarborgen.
ARTIKEL 1: Redenen om tot disciplinaire maatregelen over te gaan Wangedrag door een CFP® professional, individueel of met anderen, zal resulteren in het toepassen van een disciplinaire maatregel. Onder wangedrag valt het volgende, ongeacht of de daad of het verzuimen van een daad plaatsvond binnen een CFP® professional-cliënt verhouding: 1. Elke daad of het verzuimen van een daad die een schending vormt van de provisies van de Financiële Planner Ethische Code en Professionele Verantwoordelijkheid, Gedragsregels of Financiële Planning Praktijk Standaards. 2. Elke daad of het verzuimen van een daad die een schending vormt van de strafwetten van het grondgebied van de organisatie of elk ander grondgebied (een strafrechtelijke veroordeling is geen vereiste voor disciplinaire procedures en vrijspraak in een strafrechtelijk procedure houdt niet in dat de organisatie niet overgaat tot disciplinaire maatregelen). 3. Elke daad die leidt tot een Professionele Schorsing (een Professionele Schorsing is geen vereiste voor een disciplinaire procedure en een verwerping van de aanklacht in een Professionele Schorsing houdt niet in dat de organisatie niet overgaat tot disciplinaire maatregelen). 4. Elke daad of het verzuimen van een daad die de Disciplinaire Regels en Procedures voor CFP® professionals van de organisatie schenden of een disciplinaire verordening die door de organisatie is vastgesteld. 5. Zonder goede reden niet reageren op een verzoek van, of het belemmeren van, de Onderzoeksmedewerker, de Commissie van Toezichthouders of medewerkers tijdens hun werkzaamheden. 6. Elke onware of misleidende verklaring aan de Onderzoeksmedewerker, Commissie van Toezichthouders of medewerkers. 7. Elke andere daad of het verzuimen van een daad die als wangedrag aangemerkt kan woorden die schade aanricht aan de reputatie van het CFP merk. De daden en het verzuimen van daden die hierboven genoemd worden zijn niet exclusief; andere daden of verzuimen die aangemerkt kunnen worden als onethisch of onprofessioneel gedrag kunnen ertoe leiden dat de organisatie overgaat tot disciplinaire maatregelen. FPSB Programma Management Handleiding Copyright© 2010, Financial Planning Standards Board Ltd. Alle rechten voorbehouden.
2
ARTIKEL 2: Onderzoeksmedewerker De organisatie benoemt een Onderzoeksmedewerker om de klachten te onderzoeken volgens de procesbeschrijving in artikel 3. Wanneer disciplinaire maatregelen geoorloofd zijn, verwijst de Onderzoeksmedewerker de kwestie naar een Hoorzittingspanel van de Commissie van Toezichthouders (zie artikel 4). De Onderzoeksmedewerker werkt mogelijk mee wanneer het Hoorzittingspanel de aanklacht in behandeling heeft of wanneer er tegen de beslissing van het Hoorzittingspanel in beroep gegaan wordt (zie artikel 10). De Onderzoeksmedewerker mag geen lid zijn van de Commissie van Toezichthouders of van het bestuur van de organisatie. 2.1 Functie en bevoegdheden van de Onderzoeksmedewerker De Onderzoeksmedewerker is verantwoordelijk voor het onderzoeken, het in behandeling nemen en het nemen van eerste stappen richting maatregelen, wanneer er vermeende schendingen zijn van de Ethische Code en Professional Verantwoordelijkheid, Gedragsregels of Financiële Planning Praktijk Standaards. 2.2 Bevoegdheden en plichten van de Onderzoeksmedewerker De Onderzoeksmedewerker heeft de bevoegdheid om: 1. Een klacht over elk persoon of entiteit in ontvangst te nemen. 2. Een klacht in te dienen wanneer er geen wangedragsbeschuldiging van derden bestaat, maar wanneer de Onderzoeksmedewerker in alle aannemelijkheid gelooft dat de omstandigheden duiden op mogelijk wangedrag. 3. Alle klachten volledig te onderzoeken. 4. De klager, de CFP® professional(s) in kwestie en anderen te ondervragen. 5. Boeken, documenten, dossiers en ander materiaal dat relevant is voor de klachten te onderzoeken. 6. Het organisatiedossier, bijgehouden over de CFP® professional, te inspecteren. 7. Professionals, experts en anderen opdracht te geven om bij het onderzoek te assisteren of om zitting te nemen in een Hoorzittingspanel. 8. Een aanklacht voor te bereiden voor behandeling door het Hoorzittingspanel. 9. Een aanklacht in te dienen bij een Hoorzittingspanel en dat panel van informatie die bij het onderzoek naar boven is gekomen te voorzien. 10. Een raadsman of -vrouw of een ander bevoegd persoon om namens de Onderzoeksmedewerker te spreken tijdens een hoorzitting aan te stellen. 11. Dossiers bij te houden van alle onderzoeken. 12. Periodiek te rapporteren aan de organisatie over zijn of haar activiteiten. 13. Amendementen aan de Disciplinaire Regels en Procedures van de organisatie te ontwikkelen welke gecontroleerd en geaccordeerd zullen worden door de Commissie van Toezichthouders. 14. Processen en procedures te ontwikkelen voor het onderzoeken van Klachten welke gecontroleerd en geaccordeerd zullen worden door de Commissie van Toezichthouders.
FPSB Programma Management Handleiding Copyright© 2010, Financial Planning Standards Board Ltd. Alle rechten voorbehouden.
3
2.3 Ontzegging van bevoegdheid De Onderzoeksmedewerker zal niet participeren in enige handeling waarbij hij of zij, een lid van zijn of haar nabije familie of een lid van zijn of haar werkgever enig belang heeft, of waar zulke participatie zou kunnen leiden tot een belangenconflict of de schijn van ongepastheid.
ARTIKEL 3: Onderzoek 3.1 Aanvang Procedures inzake een mogelijke schending van de Ethische Code en Professionele Verantwoordelijkheid, Gedragsregels of Financiële Planning Praktijk Standaards beginnen wanneer een persoon een geschreven Klacht indient bij de Onderzoeksmedewerker, of wanneer de organisatie dit verzoekt. The Onderzoeksmedewerker onderzoekt de onderliggende feiten van de zaak om te bepalen of hij of zij een officieel onderzoek in gang zal brengen. 3.2 Procedures voor het onderzoeken van een klacht Wanneer de Onderzoeksmedewerker een Klacht ontvangt, beoordeelt deze de Klacht. 3.2.1 Verwerping De Onderzoeksmedewerker verwerpt elke Klacht die beschuldigingen bevat die, zelfs wanneer waar, de provisies van de Ethische Code en Professional Verantwoordelijkheid, Gedragsregels of Financiële Planning Praktijk Standaards niet schenden. De Onderzoeksmedewerker stelt de CFP® professional en de Klager schriftelijk op de hoogte van de redenen voor verwerping. 3.2.2. Een Onderzoek in Gang Brengen Wanneer de Onderzoeksmedewerker vaststelt dat een klacht een gepaste beschuldiging van wangedrag inhoudt en dat een formeel onderzoek ingesteld moet worden, dan stelt de Onderzoeksmedewerker de CFP® professional schriftelijk op de hoogte dat een formeel onderzoek in gang gezet is. Het schrijven bevat de inhoud van de Klacht en verzoekt dat de CFP® professional binnen 30 dagen een uitvoerig geschreven reactie levert aan de Onderzoeksmedewerker alsmede kopieën van documenten en dossiers in het bezit van de CFP® professional die gerelateerd zijn aan de Klacht. De Onderzoeksmedewerker stelt de Klager op de hoogte dat er een formeel onderzoek in gang gezet is en voorziet de Klager van informatie over het onderzoeksverloop en de onderzoeksprocedures. 3.3 Medewerking Een CFP® professional die onderzocht wordt moet volledige medewerking geven aan, en relevante documenten en dossiers in zijn of haar bezit leveren aan, de Onderzoeksmedewerker. Wanneer dit niet gebeurt, kan dit resulteren in disciplinaire maatregelen zoals in dit artikel 3 benoemd. Als de CFP® professional niet binnen 30 dagen reageert op het schrijven van de Onderzoeksmedewerker, dan kan deze de Klacht onmiddellijk ter behandeling doorverwijzen naar een Hoorzittingspanel. 3.3 Termijnverlenging De Onderzoeksmedewerker kan ervoor kiezen om de termijn waarin een CFP® professional op een klacht moet reageren te verlengen.
FPSB Programma Management Handleiding Copyright© 2010, Financial Planning Standards Board Ltd. Alle rechten voorbehouden.
4
3.4 Besluit Voldoende Verdenking Nadat de reactie van de CFP® professional ontvangen is, wordt deze door de Onderzoeksmedewerker bestudeerd om te beslissen of het waarschijnlijk is dat er gronden zijn om disciplinaire maatregelen aan de CFP® professional op te leggen (in andere woorden, is er voldoende verdenking voor disciplinaire maatregelen). De Onderzoeksmedewerker maakt dit besluit niet later dan 120 dagen nadat de reactie van de CFP® professional ontvangen is. In buitengewone omstandigheden kan de Onderzoeksmedewerker deze termijn verlengen door middel van een schrijven naar de CFP® professional en de Klager. Wanneer dit proces is doorlopen, zal de Onderzoeksmedewerker een van de volgende drie dingen doen: (1) De beschuldigingen verwerpen omdat er geen verdere acties nodig zijn; (2) De beschuldigingen verwerpen met een maningsbrief aan de CFP® professional waarin herstel- of andere maatregelen worden aanbevolen; of (3) De Klacht doorverwijzen naar een Hoorzittingspanel.
ARTIKEL 4: Hoorzittingspanel 4.1 Kennisgeving Wanneer de Onderzoeksmedewerker bepaalt dat er gronden zijn voor disciplinaire maatregelen en dat de Klacht doorverwezen dient te worden naar een Hoorzittingspanel, dan levert de Onderzoeksmedewerker binnen 30 dagen na het besluit voldoende verdenking een geschreven kennisgeving waarin de klacht voor de Commissie van Toezichthouders wordt omschreven en waarin het verzoek zit om een Hoorzittingspanel samen te doen komen. De Onderzoeksmedewerker voorziet de Klager en de CFP® professional van een kopie van de kennisgeving. 4.2 Benoeming van Voorzitter De organisatiemedewerkers plannen een bijeenkomst van de Commissie van Toezichthouders, die zonder beïnvloed te worden door de feiten of verdiensten van de zaak, één van zijn eigen leden tot Voorzitter van het Hoorzittingspanel benoemt. Na de benoeming van de Hoorzittingspanel-Voorzitter hebben de leden van de Commissie van Toezichthouders geen verdere rol in het Hoorzittingsproces (behalve wanneer zij geacht worden te participeren in een Beroep zoals onder artikel 10.) 4.3 Samenstelling Hoorzittingspanel Een Hoorzittingspanel bestaat uit drie mensen: de Voorzitter en twee leden die gekozen worden door de Voorzitter en de organisatiemedewerkers uit een lijst van bevoegde panelleden die door de organisatiemedewerkers wordt bijgehouden.
FPSB Programma Management Handleiding Copyright© 2010, Financial Planning Standards Board Ltd. Alle rechten voorbehouden.
5
4.4 Administratie Nadat de Hoorzittingspanelleden geselecteerd zijn, kiezen de organisatiemedewerkers een datum en locatie om de Klacht te horen. De organisatiemedewerkers zijn verantwoordelijk voor alle aspecten van het administreren van de Hoorzitting, inclusief het bijhouden van verslagen van alle Hoorzittingen en besluiten en het bijhouden van een lijst van huidige bevoegde personen die als panelleden kunnen fungeren.
ARTIKEL 5: Algemene Regels voor Hoorzittingen Onderstaande algemene regels zijn van toepassing op Hoorzittingspanel- en beroepspaneel procedures: 1. De Voorzitter stelt passende procedures vast voor de Hoorzitting die in lijn zijn met deze Disciplinaire Regels en Procedures. 2. De Voorzitter is bevoegd om enig bewijsmateriaal die relevant is voor het proces toe te laten. 3. De Voorzitter is bevoegd om redelijke tijdslimieten op te leggen tijdens het proces. 4. De Voorzitter is bevoegd om bevelen of aanwijzingen te geven tijdens het proces wanneer hij of zij dit nodig acht om de orde te bewaken en om misbruik van de werkwijzen van het panel te voorkomen. 5. Van elke Hoorzitting wordt een verslag gemaakt, en op verzoek en tegen betaling zal een transcript aan een aanvrager worden verschaft. 6. De Voorzitter is bevoegd de Hoorzitting op elk punt te onderbreken. 7. De Voorzitter is bevoegd om een raadsman of -vrouw of expert aan te stellen om het panel te assisteren bij het horen van een Klacht en het bereiken van een besluit. 8. De Voorzitter is bevoegd om de termijn van het administreren, archiveren of leveren van enig document gebaseerd op deze Disciplinaire Regels en Procedures op te schorten of te verlengen. 9. De Voorzitter heeft de mogelijkheid, mits de rechtvaardigheid van de Hoorzitting niet in het geding komt, om een Hoorzitting via telefoon- of videoconferentie te houden. 10. Tenzij anders door de Voorzitter opgedragen en uitgezonderd de aanwezigheid van de Klager, zijn Hoorzittingen gesloten voor het publiek.
ARTIKEL 6: Hoorzittingen 6.1 Hoorzittingskennisgeving Nadat de organisatiemedewerkers een tijd en een locatie voor een Hoorzitting hebben vastgesteld voorzien de organisatiemedewerkers de Onderzoeksmedewerker, CFP® professional, Klager en leden van het Hoorzittingspanel van een schriftelijke Hoorzittingskennisgeving. De Hoorzittingskennisgeving verschaft informatie over het bewijs dat zal worden gebruikt door de Onderzoeksmedewerker tijdens de Hoorzitting, met inbegrip van, indien van toepassing, de namen van getuigen. De organisatiemedewerkers overhandigen de Klacht persoonlijk aan de CFP® professional of maken gebruik van een dienstverlener die bewijs van levering aan het meest recent bekende adres van de CFP® professional afgeeft (zie artikel 15).
FPSB Programma Management Handleiding Copyright© 2010, Financial Planning Standards Board Ltd. Alle rechten voorbehouden.
6
6.1.1 Respons Binnen 30 dagen nadat de Hoorzittingskennisgeving is ontvangen, dient de CFP® professional een geschreven respons op de Klacht in (de "Respons") bij de organisatiemedewerkers. De organisatiemedewerkers voegen kopieën van de Respons toe aan de materialen die het Hoorzittingspanel krijgt vóór de Hoorzitting. De Respons bevat de toelichting van de CFP® professional over de omstandigheden en over zijn of haar gedrag. De Respons bevat tevens extra informatie die de CFP® professional het Hoorzittingspanel wil geven, namen en adressen van eventuele getuige(n) die de CFP® professional tijdens de Hoorzitting wil laten voorkomen, en, indien van toepassing, de contactinformatie van de raadsman of -vrouw die de CFP® professional vertegenwoordigt. De organisatiemedewerkers leveren kopieën van de Respons aan de Klager, de Onderzoeksmedewerker en het Hoorzittingspanel. 6.1.2 Uitblijven van Respons Indien de CFP® professional geen Respons afgeeft binnen 30 dagen na ontvangst van de Hoorzittingskennisgeving, dan is het Hoorzittingspanel bevoegd om de toestemming van de CFP® professional om het CFP Merk te voeren in te trekken, totdat deze een Respons heeft ingediend of totdat het Hoorzittingspanel de mogelijkheid heeft gehad om een besluit te nemen over de Klacht. De organisatiemedewerkers stellen de CFP® professional op de hoogte over de Interim Schorsing. 6.2 Verloop van de Hoorzitting De Voorzitter leidt de Hoorzitting. De Onderzoeksmedewerker presenteert de Klacht en vertegenwoordigt de belangen van de organisatie tijdens de Hoorzitting. Vóór de Hoorzitting bespreken de leden van het Hoorzittingspanel geen enkel aspect van de kwestie die het Hoorzittingspanel in behandeling heeft met welke partij dan ook (ook andere leden van het Hoorzittingspanel). Echter, het Hoorzittingspanel is bevoegd om een raadsman of -vrouw of experts aan te stellen om te assisteren bij de voorbereidingen t.b.v. de Hoorzitting. De Onderzoeksmedewerker bespreekt vóór de Hoorzitting geen enkel aspect van de kwestie met leden van het Hoorzittingspanel. 6.3 Vertegenwoordiging De CFP® professional heeft het recht vertegenwoordigd te worden door een raadsman of -vrouw, elke getuige(n) uit te nodigen, bewijs te leveren, aanvragen te doen en elke getuige(n) te ondervragen. 6.4 Hoorzittingsprocedure Aangezien het bij de Hoorzitting een feitenonderzoek betreft hoeven regels over procedure en bewijs die van toepassing zijn in een rechtbank niet gevolgd te worden. De Voorzitter bepaalt of het Hoorzittingspanel zulke regels gebruikt als leidraad wanneer het panel gelooft dat deze regels toepasselijk zijn. Wangedrag door de CFP® professional wordt bewezen geacht wanneer er overtuigend bewijs voorhanden is. De Onderzoeksmedewerker is niet bevoegd om enige informatie in te brengen over de CFP® professional uit de organisatiedossiers die gerelateerd zijn aan een voormalig onderzoek of disciplinaire maatregel(en).
FPSB Programma Management Handleiding Copyright© 2010, Financial Planning Standards Board Ltd. Alle rechten voorbehouden.
7
6.5 Inzage van Dossier vóór de Hoorzitting Het Hoorzittingspanel is enkel bevoegd om inzage in het dossier van een CFP® professional aan te vragen bij de organisatie wanneer er al een Klacht tegen deze CFP® professional bij het panel is ingediend. De CFP® professional heeft het recht om documenten in zijn of haar dossier te verkrijgen die niet beperkt inzichtelijk zijn en die relevant zijn voor de Klacht die het Hoorzittingspanel in behandeling heeft. De CFP® professional vraagt kopieën van de organisatiedocumenten schriftelijk aan bij de organisatiemedewerkers. De organisatiemedewerkers geven informatie uit het disciplinaire dossier van een CFP® professional aan de CFP® professional waarbij de CFP® professional begrijpt dat de materialen uitsluitend voor doeleinden mogen dienen die direct te maken hebben met de kwestie die het Hoorzittingspanel in behandeling heeft. 6.6 Terugtrekking van de Klacht Te allen tijde voor de Hoorzitting kan de Onderzoeksmedewerker de Klacht die onder behandeling is bij het Hoorzittingspanel terugtrekken. Als de Onderzoeksmedewerker de Klacht terugtrekt dan stelt hij of zij het Hoorzittingspanel, de Klager, de organisatiemedewerkers en de CFP® professional daarvan op de hoogte.
ARTIKEL 7: Schikking Een CFP® professional in afwachting van een procedure is bevoegd om, nadat het Hoorzittingspanel de Klacht in ontvangst heeft genomen en voordat het Hoorzittingspanel zijn laatste actie heeft uitgevoerd, een Schikkingsaanbod te doen in ruil voor een overeengekomen disciplinaire maatregel of actie. De CFP® professional legt het Schikkingsaanbod schriftelijk voor aan de Onderzoeksmedewerker, welke het Schikkingsaanbod doorstuurt naar het Hoorzittingspanel en de organisatiemedewerkers. Een Schikkingsaanbod onderbreekt alle handelingen die nog in gang zijn. 7.1 Schikkingsaanbod Of het Hoorzittingspanel een Schikkingsaanbod accepteert hangt af van de aard van de handelingen en het algemeen belang. De CFP® professional legt het Schikkingsaanbod minstens 30 dagen vóór de bijeenkomst van het Hoorzittingspanel schriftelijk voor. Een CFP® professional mag slechts één Schikkingsaanbod doen tijdens een disciplinaire procedure. Het Schikkingsaanbod moet niet lichtzinnig zijn of een actie voorstellen die inconsistent is met de ernst van de schending zoals die verondersteld wordt, en moet redelijke informatie bevatten over: 1. De daad, actie of het verzuim daarvan waarvan de CFP® professional beschuldigd wordt. 2. Het principe, de regel, de bepaling of de wettelijke bepaling die de daad, actie of het verzuim die volgens de Klacht geschonden heeft. 3. De verklaring van de CFP® professional dat hij of zij instemt met feitelijke bevindingen en schendingen die consistent zijn met de verklaring die het Schikkingsaanbod bevat. 4. De voorgestelde actie die ondernomen dient te worden en een verklaring dat de CFP® professional met deze voorgestelde actie instemt.
FPSB Programma Management Handleiding Copyright© 2010, Financial Planning Standards Board Ltd. Alle rechten voorbehouden.
8
5. Een verklaring van afstand met betrekking tot het recht van de CFP® professional om bij de Commissie van Toezichthouders of gerechtshoven in beroep te gaan of op een andere manier de validiteit van het besluit te betwisten of aan te vechten wanneer het Schikkingsaanbod wordt geaccepteerd. De Onderzoeksmedewerker kan over een voorgesteld Schikkingsaanbod onderhandelen met de CFP® professional en kan aanbevelen dat het Hoorzittingspanel het aanbod accepteert. 7.2 Acceptatie van Aanbod Wanneer het Hoorzittingspanel het Schikkingsaanbod van de CFP® professional accepteert dan eindigen de disciplinaire handelingen op de datum van het Schikkingsaanbod. Wanneer het Schikkingsaanbod een disciplinaire maatregel van beëindiging of onderbreking van het recht van de CFP® professional om het CFP Merk te voeren, dan gaat die terugtrekking of onderbreking direct in wanneer het Hoorzittingspanel het Schikkingsaanbod accepteert. 7.3 Afwijzing van aanbod Wanneer het Hoorzittingspanel het Schikkingsaanbod van de CFP® professional afwijst dan wordt het Schikkingsaanbod nietig verklaard en komen de kwesties van de Klacht aan de orde in een hoorzitting met een nieuw Hoorzittingspanel, zoals voorgeschreven in artikel 4. De CFP® professional wordt in de nieuwe Hoorzitting niet bevooroordeeld door het voorgaande Schikkingsaanbod, en het Schikkingsaanbod wordt niet door het nieuwe Hoorzittingspanel overwogen. 7.4 Tegenaanbod Het Hoorzittingspanel kan de CFP® professional een Tegenaanbod doen inzake het Schikkingsaanbod waarbij het de geopperde feitelijke bevinding(en), schending(en) en/of geopperde disciplinaire maatregelen wijzigt. De CFP® professional kan dit Tegenaanbod accepteren of afwijzen. Wanneer de CFP® professional het Tegenaanbod afwijst, worden het Schikkingsaanbod en het Tegenaanbod nietig verklaard en komen de kwesties van de Klacht aan de orde in een hoorzitting met een nieuw Hoorzittingspanel. De CFP® professional wordt niet bevooroordeeld in de nieuwe Hoorzitting door het voorgaande Schikkingsaanbod of door het Tegenaanbod en geen van beide wordt overwogen bij het vaststellen van de kwesties voor de nieuwe zitting. 7.5 Publicatie Wanneer de schikkingshandelingen resulteren in een intrekking, onderbreking of beëindiging van het recht om het CFP Merk te mogen voeren zal de organisatie de uitkomst van de disciplinaire maatregelen publiceren en de CFP® professional identificeren.
FPSB Programma Management Handleiding Copyright© 2010, Financial Planning Standards Board Ltd. Alle rechten voorbehouden.
9
ARTIKEL 8: Besluit van het Hoorzittingspanel 8.1 Besluit Het Hoorzittingspanel kan: 1. Besluiten dat de Klacht niet is bewezen omdat er geen overtuigend bewijs voorhanden is en de klacht afwijzen, ofwel zonder grond ofwel met een waarschuwing, of 2. Besluiten dat de Klacht bewezen is omdat er geen overtuigend bewijs voorhanden is en dat disciplinaire maatregelen gerechtvaardigd zijn. Het besluit wordt genomen door middel van een meerderheidsstemming van de Hoorzittingspanelleden. 8.2 Disciplinaire maatregelen Wanneer bevonden is dat de CFP® professional wangedrag heeft vertoond stelt het Hoorzittingspanel de gepaste disciplinaire maatregelen vast, conform artikel 9. 8.3 Kennisgeving van Besluit De Voorzitter van het Hoorzittingspanel voorziet de CFP® professional, Onderzoeksmedewerker, Klager en de organisatiemedewerkers binnen 30 dagen van de Hoorzitting met een schriftelijk besluit. 8.4 Beroep op Besluit De CFP® professional of de Onderzoeksmedewerker hebben 30 dagen vanaf de ontvangst van het schriftelijke besluit van het Hoorzittingspanel om bij de organisatiemedewerkers schriftelijk een aanvraag te doen om in Beroep te gaan conform artikel 10. Wanneer geen van de twee partijen binnen 30 dagen in Beroep gaat is het besluit van het Hoorzittingspanel definitief.
ARTIKEL 9: Vormen van disciplinaire maatregelen Wanneer wangedrag is vastgesteld, kan het Hoorzittingspanel één of een combinatie van de volgende soorten disciplinaire maatregelen verordenen. 9.1 Openbare Maningsbrief Het Hoorzittingspanel kan een Maningsbrief uitbrengen tegen een CFP® professional waarin de CFP® professional voor zijn gedrag wordt vermaand. De organisatie publiceert de maning. 9.2 Schorsing Het Hoorzittingspanel kan een onderbreking van het recht van een CFP® professional om het CFP merk te mogen voeren verordenen voor een tijdsspanne niet langer dan vijf jaar voor individuen waarvan het Hoorzittingspanel denkt dat herstel mogelijk is. De organisatie publiceert de schorsing. CFP® professionals wiens recht om het CFP merk te voeren onderbroken is komen wellicht in aanmerking voor herstel, zoals beschreven in artikel 18.
FPSB Programma Management Handleiding Copyright© 2010, Financial Planning Standards Board Ltd. Alle rechten voorbehouden.
10
9.3 Beëindiging Het Hoorzittingspanel kan een permanente beëindiging van het recht van een CFP® professional om het CFP merk te voeren verordenen. De organisatie publiceert de beëindiging.
ARTIKEL 10: Beroep 10.1 Recht op Beroep De CFP® professional of de Onderzoeksmedewerker kunnen tegen het besluit van een Hoorzittingspanel in beroep gaan wanneer er sprake was van een Duidelijke Fout in (a) de interpretatie van een provisie in de Ethische Code en Professional Verantwoordelijkheid, Gedragsregels of de Financiële Planning Praktijk Standaards, of (b) de feiten die voorlagen bij het Hoorzittingspanel, waarbij het Hoorzittingspanel in alle waarschijnlijkheid een ander besluit had genomen wanneer die fout niet aanwezig was geweest. 10.2 Kennisgeving van Beroep De partij die in Beroep gaat (de “Appellant”) voorziet de ander partij (de “Respondent”), het Hoorzittingspanel en de organisatiemedewerkers van een schriftelijke kennisgeving van het voornemen in Beroep te gaan (de “Kennisgeving van Beroep”). Wanneer de CFP® professional de Appellant is, onderbreken de organisatiemedewerkers de disciplinaire maatregel die door het Hoorzittingspanel was opgelegd direct na ontvangst van de Kennisgeving van beroep, in afwachting van het resultaat van het Beroep. 10.3 Beroepspanel Wanneer een Kennisgeving van Beroep is ontvangen, organiseren de organisatiemedewerkers een bijeenkomst van de Commissie van Toezichthouders die, zonder beïnvloed te worden door de feiten of verdiensten van de zaak, een driehoofdig panel benoemt (het Beroepspanel) vanuit zijn eigen leden. De Voorzitter van het Hoorzittingspanel kan geen deel uitmaken van het Beroepspanel en is niet aanwezig wanneer de Commissie van Toezichthouders de aanvraag voor Beroep in overweging neemt. De Commissie van Toezichthouders benoemt één lid van het Beroepspanel als Voorzitter die de Beroepshoorzitting leidt. 10.4 Beoordelingsstandaard Het Beroepspanel bevestigt de feitelijke bevindingen en disciplinaire maatregelen die door het Hoorzittingspanel vastgesteld of opgelegd zijn, tenzij de Appellant of het Beroepspanel vaststelt dat er een Duidelijke Fout aanwezig was in de bevindingen van het Hoorzittingspanel of in de disciplinaire maatregel. 10.5 Kennisgeving van Beroepshoorzitting De organisatiemedewerkers kiezen een datum en locatie voor de Beroepshoorzitting en stellen de Appellant, de Respondent, de Klager en de leden van het Beroepspanel daarvan in kennis.
FPSB Programma Management Handleiding Copyright© 2010, Financial Planning Standards Board Ltd. Alle rechten voorbehouden.
11
10.6 Brief van de Appellant De Appellant levert aan de organisatiemedewerkers, niet later dan 30 dagen vóór de Beroepshoorzitting, een geschreven brief waarin de gronden voor het beroep en de gewenste uitkomst uiteengezet worden. Bij de brief zit een kopie van het transcript van het verloop van de Hoorzitting. De organisatiemedewerkers leveren kopieën aan de Respondent en de leden van het Beroepspanel. 10.7 Brief van de Respondent De Respondent levert een schriftelijke respons op de brief van de Appellant aan de organisatiemedewerkers niet later dan 15 dagen vóór de Beroepshoorzitting. De organisatiemedewerkers leveren kopieën aan de Appellant en de leden van het Beroepspanel. 10.8 Presentaties gedurende de Hoorzitting De Appellant en de Respondent kunnen een presentatie houden voor het Beroepspanel. Het Beroepspanel hoort geen getuige(n) en laat geen nieuw bewijs toe, tenzij het Panel daartoe toestemming geeft. 10.9 Besluit en Verordening Het Beroepspanel maakt een besluit met een meerderheidsstemming en levert een schriftelijk besluit, inclusief overdenkingen, binnen 10 dagen van de datum van de Beroepshoorzitting aan de Appellant en de Respondent. Het Beroepspanel kan het besluit van een Hoorzittingspanel herzien of andere aanbevelingen doen naar gelang het dit nodig acht. 10.10 Definitief Besluit Het besluit van het Beroepspanel is definitief en er is geen verdere mogelijkheid voor Beroep. De organisatiemedewerkers voorzien de Appellant, de Respondent en de Klager van een schriftelijke kopie van het definitieve Besluit en de verordening van het Beroepspanel.
ARTIKEL 11: Interim Schorsing Een Interim Schorsing is de tijdelijke schorsing door de organisatie van het recht van een CFP® professional om het CFP merk te mogen voeren voor een gedefinieerde of ongedefinieerde periode, terwijl gewacht wordt op het resultaat van procedures die volgens deze Disciplinaire Regels en Procedures worden uitgevoerd. Het besluit van een organisatie om een interim schorsing op te leggen houdt niet in dat enige andere vorm van disciplinaire maatregel in het definitieve Besluit wordt uitgesloten.
FPSB Programma Management Handleiding Copyright© 2010, Financial Planning Standards Board Ltd. Alle rechten voorbehouden.
12
11.1 Afgifte van een Verzoek om Toelichting (Order to Show Cause) Normaalgesproken wordt het recht van een CFP® professional om het CFP merk te voeren niet onderbroken tijdens disciplinaire procedures, echter wanneer het er de schijn van heeft dat een CFP® professional schuldig bevonden is aan een Ernstig Delict, een Professionele Schorsing heeft ontvangen, eigendom of fondsen heeft gewisseld, gedrag heeft vertoont dat een onmiddellijke openbare bedreiging vormt, of gedrag heeft vertoond die de achting en de reputatie van het CFP merk schaden, dan kan de Onderzoeksmedewerker een Verzoek om Toelichting afgeven waarin aangetoond wordt waarom het recht van de CFP® professional om het merk te voeren tijdens de disciplinaire procedures niet onderbroken zou moeten worden. 11.2 Voorlegging van Verzoek om Toelichting (Order to Show Cause) De organisatiemedewerkers legt het Verzoek om Toelichting voor aan de CFP® professional, ofwel persoonlijk ofwel via een geregistreerde postdienst die een bewijs van levering afgeeft, gestuurd naar het laatst bekende adres van de CFP® professional. 11.3 Reactie op een Verzoek om Toelichting (Order to Show Cause) De CFP® professional reageert binnen 20 dagen van ontvangst van het Verzoek om Toelichting van de organisatie schriftelijk. De CFP® professional vraagt in de reactie het recht aan om deel te nemen aan een Toelichtingshoorzitting of neemt daarvan afstand. 11.4 Uitblijven van Reactie op het Verzoek om Toelichting (Order to Show Cause) Indien de CFP® professional niet binnen de periode van artikel 11.3 reageert, wordt ervan uitgegaan dat hij of zij afstand heeft gedaan van het recht om een reactie te geven, worden de beschuldigingen in het Verzoek om Toelichting beaamd geacht en wordt er een interim schorsing toegepast. 11.5 Toelichtingshoorzitting (Show Cause Hearing) Bij ontvangst van de reactie van de CFP® professional zoals mogelijk gemaakt in artikel 11.3, wordt een Hoorzitting gepland waarbij minimaal een quorum van de leden van de Commissie van Toezichthouders aanwezig dient te zijn. Indien aangevraagd heeft de CFP® professional de mogelijkheid om deel te nemen aan de Hoorzitting, en ten eigen behoeve argumenten en bewijs te presenteren. De CFP® professional legt alle bewijs die gepresenteerd zal worden niet minder dan 20 dagen vóór de geplande hoorzitting voor aan de organisatiemedewerkers. Bewijs dat niet op deze wijze is aangeleverd mag alleen door de Voorzitter toegelaten worden. 11.6 Interim Schorsing Een Interim Schorsing wordt afgegeven wanneer de Commissie van Toezichthouders vaststelt dat de CFP® professional niet geslaagd is om bewijs te leveren dat vaststelt, door overtuigend bewijs, dat de CFP® professional geen directe publieke bedreiging vormt en dat het gedrag van de CFP® professional de achting en de reputatie van het CFP merk niet schaadt. Wanneer een veroordeelde of geschorste CFP® professional in beroep gaat tegen de veroordeling of schorsing dan heeft die actie niet tot gevolg dat de Commissie van Toezichthouders minder macht heeft om een interim schorsing op te leggen. Het besluit van de Commissie van Toezichthouders om een Interim Schorsing toe te passen is definitief en er is geen recht van beroep.
FPSB Programma Management Handleiding Copyright© 2010, Financial Planning Standards Board Ltd. Alle rechten voorbehouden.
13
11.7 Automatisch Herstel bij Omkering van Veroordeling of Schorsing Bij een CFP® professional waarbij een interim schorsing onder dit artikel 11 is opgelegd zal de schorsing onmiddellijk teruggedraaid worden wanneer deze een officieel document voorlegt aan de Commissie van Toezichthouders waarin aangeduid wordt dat de onderliggende criminele veroordeling of Professionele Schorsing teruggedraaid is. Het herstel zal geen effect hebben op enige procedure gerelateerd aan een nog in behandeling zijnde zaak tegen een CFP® professional voor schendingen van de Ethische Code en Professional Verantwoordelijkheid, Gedragsregels of Financiële Planning Praktijk Standaards. 11.8 Publicatie De organisatie publiceert de interim schorsing en identificeert de CFP® professional.
ARTIKEL 12: Kosten 12.1 Onderzoeks- en verdedigingskosten Tenzij anders gespecificeerd in deze Disciplinaire Regels en Procedures, draagt de organisatie de kosten voor het onderzoek naar wangedrag van een CFP® professional. De CFP® professional is verantwoordelijk voor zijn of haar kosten om een reactie te geven op het onderzoek en om zich te verdedigen tijdens het disciplinaire proces. 12.2 Kosten voor Hoorzitting of Beroep In disciplinaire zaken waar een Hoorzittingspanel of Beroepspanel bijeenkomt, betaalt de CFP® professional passende Hoorzittingskosten. Verder wordt een CFP® professional die aanwezig wenst te zijn bij een Panelbijeenkomst, ofwel telefonisch ofwel persoonlijk, die een Schikkingsaanbod zoals in artikel 7 nastreeft, geacht de kosten niet minder dan 30 dagen vóór de datum van de geplande Hoorzitting te voldoen. In het geval dat de Hoorzitting resulteert in afwijzing van de aanklacht vanwege onvoldoende bewijs, dan worden de Hoorzittingskosten aan de CFP® professional terugbetaald. Kosten worden niet terugbetaald wanneer de Hoorzitting resulteert in elke actie behalve een afwijzing van de aanklacht vanwege onvoldoende bewijs.
ARTIKEL 13: Vertrouwelijkheid van de Handelingen 13.1 Vertrouwelijkheid Behalve wanneer anders aangegeven in dit document, worden alle handelingen uitgevoerd volgens deze Disciplinaire Regels en Procedures, en zijn de dossiers van de organisatie, de Onderzoeksmedewerker, het Hoorzittingspanel en Beroepspanel, vertrouwelijk. 13.2 Verplichte Openbaarmakingen De organisatie maakt alle dossiers openbaar inzake de CFP® professional, en alle dossiers van een onderzoek en/of Hoorzitting onder deze Disciplinaire Regels en Procedures, als deze openbaarmaking door een wettelijke proces in een rechtbank of ander staatslichaam of organisatie met de juiste juristdictiebevoegdheid benodigd wordt.
FPSB Programma Management Handleiding Copyright© 2010, Financial Planning Standards Board Ltd. Alle rechten voorbehouden.
14
13.3 Toestemming Alle CFP® professionals, bij hun aanvankelijke aanvraag en vernieuwing van CFP® certificatie, geven toestemming voor het doen van alle kennisgevingen, publicaties of vrijgeven van informatie die vallen onder deze Disciplinaire Regels en Procedures. 13.4 Publicatie Wanneer de deadline voor het in beroep gaan voorbij is of wanneer een besluit in een beroepsprocedure is gemaakt, publiceert de organisatie elke bevinding van wangedrag door een CFP® professional. Doorgaans is deze publiciteit beperkt tot een korte verklaring van de feiten, een verklaring van de bewezen schendingen van de Ethische Code en Professionele Verantwoordelijkheid, Gedragsregels of Financiële Planning Praktijk Standaards, en een omschrijving van de disciplinaire maatregel die toegepast is. De organisatie kan elke persoon op de hoogte stellen van een bevinding van wangedrag door een CFP® professional, inclusief de werkgever, collega’s, partners en de besturen van andere organisaties waarbij de CFP® professional lid is.
ARTIKEL 14: Klager 14.1 Hoffelijkheid De CFP® professional is verplicht om de Klager hoffelijk en respectvol te bejegenen gedurende en na afloop van de disciplinaire handelingen. 14.2 Rol van Klager tijdens de Hoorzittingen De Klager mag aanwezig zijn bij een Hoorzittingspanel maar heeft niet het recht om deel te nemen aan de Hoorzittingen tenzij dit van hem of haar gevraagd wordt. De Klager kan door de CFP® professional of Onderzoeksmedewerker gevraagd worden om bewijs te leveren aan het Hoorzittingspanel maar kan niet hiertoe gedwongen worden. De Klager heeft niet het recht om aanwezig te zijn bij, of deel te nemen aan, een Beroepshoorzitting.
ARTIKEL 15: Kennisgeving 15.1 Levering Kennisgevingen mogen persoonlijk afgegeven worden, via geregistreerde post, fax of andere manieren van elektronische communicatie, of via enige alternatieve methode waarvan de organisatiemedewerkers in alle redelijkheid denken dat hiermee de kennisgeving de aandacht van de bedoelde ontvanger zal krijgen. 15.2 Geachte levering Kennisgevingen die persoonlijk zijn afgeleverd worden geacht afgeleverd te zijn op de afleveringsdag, bij geregistreerde post op de vierde werkdag na het op de post doen, via fax of andere elektronische wegen op de dag volgend op de transmissie, en via alternatieve methodes op de vierde werkdag na het verzenden vanaf het kantoor van de organisatie.
FPSB Programma Management Handleiding Copyright© 2010, Financial Planning Standards Board Ltd. Alle rechten voorbehouden.
15
15.3 Tijdsperiode Elke tijdsperiode die in deze Disciplinaire Regels en Procedures gespecificeerd wordt omvat en begint te lopen op de datum van de geachte levering. 15.4 Bewijs van levering Bewijs van levering is via geregistreerde post en/of een beëdigde verklaring van levering of elk ander middel dat de organisatiemedewerkers bepalen. 15.5 Adres Een CFP® professional kan levering aan het adres dat vastgelegd ligt in de dossiers van de organisatie niet bestrijden. De CFP® professional kan levering bestrijden wanneer hij of zij, te goeder trouw, de kennisgeving niet ontvangen heeft vanwege kwesties die hij of zij zelf niet in de hand had, door bewijs hiervan voor te leggen aan de organisatiemedewerkers.
ARTIKEL 16: Criminele Veroordeling of Professionele Schorsing 16.1 Bewijs van Veroordeling of Professionele Schorsing Behalve wanneer anders in deze Disciplinaire Regels en Procedures vastgesteld, is een officieel document van elk gerechtshof of rechtbank waarin melding gemaakt wordt dat een CFP® professional crimineel veroordeeld is bij die rechtbank, of een brief of ander geschreven stuk van een zelfregulerend bestuursorgaan van de regering of een organisatie waarin melding gemaakt wordt dat een CFP® professional een Professionele Schorsing heeft ondergaan, afdoende om het bestaan van de veroordeling of Professional Schorsing vast te stellen ten behoeve van het in gang zetten van disciplinaire procedures en is afdoende bewijs dat de CFP® professional het delict heeft gepleegd of een Professionele Schorsing heeft ondergaan. 16.2 Plicht om Criminele Veroordeling of Professionele Schorsing Bekend te Maken Een CFP® professional, wanneer crimineel veroordeeld, behalve wanneer het gaat om een verkeersovertreding of schendingen van een verkeersverordening die niet gerelateerd zijn aan alcohol- of drugsgebruik, of wanneer een Professionele Schorsing heeft plaatsgevonden, stelt de organisatie schriftelijk op de hoogte van de veroordeling of schorsing binnen 10 dagen na de datum dat de CFP® professional de kennisgeving van de veroordeling of schorsing heeft ontvangen. 16.3 Start van Disciplinaire Handelingen na Kennisgeving van Veroordeling of Professionele Schorsing Na ontvangst van kennisgeving dat een CFP® professional crimineel veroordeeld is van een delict anders dan een Ernstig Delict (zoals verklaard in de verklarende woordenlijst van dit document), verwijst de organisatie de kwestie naar de Onderzoeksmedewerker voor onderzoek. Indien de veroordeling een Ernstig Delict betreft of indien een CFP® professional een Professionele Schorsing ondergaat, verwerft de Onderzoeksmedewerker het verslag van de veroordeling of het bewijs van schorsing en dient een Klacht in tegen de CFP® professional zoals voorgeschreven in artikel 3.
FPSB Programma Management Handleiding Copyright© 2010, Financial Planning Standards Board Ltd. Alle rechten voorbehouden.
16
Indien de criminele veroordeling van de CFP® professional of de Professionele Schorsing bewezen is of de CFP® professional bekend heeft, heeft de CFP® professional enkel het recht om gehoord te worden door het Hoorzittingspanel bij kwesties van tegenbewijs ingebracht door de organisatiemedewerkers, anders dan bewijs van de veroordeling of schorsing.
ARTIKEL 17: Vereiste Acties na Beëindiging of Schorsing 17.1 Gebruik van het CFP merk Wanneer de invoering van een verordening voor beëindiging of schorsing definitief is dient de CFP® professional onmiddellijk elk gebruik van het CFP merk te staken en het niet meer te gebruiken in elke advertentie, aankondiging of in zijn of haar briefhoofd of op zijn of haar visitekaartje.
ARTIKEL 18: Herstel na Disciplinaire Maatregelen 18.1 Beëindiging Beëindiging van het recht om het CFP merk te voeren is permanent, en er is geen mogelijkheid voor herstel. 18.2 Schorsing Wanneer niet anders door het Hoorzittingspanel bepaald in zijn schorsingsordonatie, wordt een CFP® professional die geschorst werd voor één jaar of minder automatisch hersteld na afloop van de schorsingsperiode, mits de CFP® professional binnen 30 dagen na afloop van de schorsingsperiode een beëdigde verklaring aan de organisatie voorlegt waarin hij of zij verklaart dat hij of zij volledig heeft voldaan aan de schorsingsordonatie en aan alle van toepassing zijnde provisies van deze Disciplinaire Regels en Procedures. Een CFP® professional die voor een langere periode dan één jaar geschorst is dient binnen zes maanden van het einde van zijn of haar schorsing een aanvraag in te dienen bij de Commissie van Toezichthouders voor een herstelhoorzitting; wanneer dit niet gebeurt, doen de organisatiemedewerkers administratief afstand van de zaak. Voordat een herstelhoorzitting gepland kan worden dient de CFP® professional aan alle administratieve eisen te voldoen voor een nieuw CFP certificaat, de kosten te betalen voor de herstelhoorzitting en, indien nodig, bewijs te verschaffen dat alle kosten vóór de Hoorzitting betaald zijn. Bij de herstelhoorzitting dient de CFP® professional te bewijzen met overtuigend bewijs dat hij of zij hersteld is, voldaan heeft aan alle van toepassing zijnde disciplinaire verordeningen en provisies van deze Disciplinaire Regels en Procedures, en dat de CFP® professional geschikt is om het CFP merk te voeren. 18.3 Onderzoek Bij ontvangst van een aanvraag voor herstel, stelt de Onderzoeksmedewerker een onderzoek in. De aanvrager werkt mee aan het onderzoek, en de Onderzoeksmedewerker dient een verslag van het onderzoek in bij de Commissie van Toezichthouders waarin het voorgaande disciplinaire dossier en aanbevelingen voor herstel worden beschreven. FPSB Programma Management Handleiding Copyright© 2010, Financial Planning Standards Board Ltd. Alle rechten voorbehouden.
17
18.4 Volgende Aanvragen Wanneer een individu niet in aanmerking is gekomen voor herstel, dan dient hij of zij twee jaar te wachten voordat opnieuw een aanvraag voor herstel ingediend kan worden. De tweede aanvraag dient binnen zes maanden van de afloop van deze periode door de Onderzoeksmedewerker ontvangen te zijn, wanneer dit niet gebeurt, doen de organisatiemedewerkers administratief afstand van het recht van dit individu om het CFP® merk te voeren. Wanneer de tweede aanvraag geweigerd wordt, doen de organisatiemedewerkers administratief afstand van het recht van dit individu om het CFP® merk te voeren. 18.5 Herstelkosten De organisatie voorziet de herstelaanvragers met een begroting van de kosten van de herstelprocedures.
FPSB Programma Management Handleiding Copyright© 2010, Financial Planning Standards Board Ltd. Alle rechten voorbehouden.
18
VERKLARENDE WOORDENLIJST Appellant: De partij die het beroep indient. Beroep: Een aanvraag van een Appellant om een vinding of besluit van het Hoorzittingspanel te herzien. Beroepshoorzitting: Een handeling voor het Beroepspanel waarin argumenten worden gepresenteerd om vast te stellen of er een duidelijke fout aanwezig was in de bevindingen of besluiten van het Hoorzittingspanel; de aanwezigen zijn onder andere de Appellant en de Respondent. Beroepspanel: Een panel met drie leden aangesteld door de Commissie van Toezichthouders vanuit zijn eigen leden om een ingediend beroep te horen en een besluit te nemen. Elk lid van de Commissie van Toezichthouders die zitting had in het Hoorzittingspanel is van deelname aan het Beroepspanel uitgesloten. De Commissie van Toezichthouders stelt één lid van het Beroepspanel als Voorzitter aan, die de Beroepshoorzitting leidt. Bewijslast: De wettelijke verplichting, meestal geplaatst bij de klagende partij, om de vermeende feiten te bewijzen. Zie ook Overtuigend Bewijs. CFP® Merk: CFP®, GECERTIFICEERD FINANCIËLE PLANNER® en de CFP® Logo certificatie- en servicemerken. Het voeren van deze merken laat zien dat een individu heeft voldaan aan strenge competentie, ethische en professionele praktijk standaards om financiële planning te leveren in een grondgebied, zoals vastgesteld door FPSB Ltd. en lokaal aan- en toegepast door de FPSB organisatie in dat grondgebied. Commissie van Toezichthouders: De commissie door de organisatie aangesteld om het verloop van hoorzittingszaken voor vermeende schendingen van de Ethische Code en Professionele Verantwoordelijkheid, Gedragsregels en Financiële Planning Praktijk Standaards te overzien. Duidelijke Fout: Er is sprake van een Duidelijke Fout wanneer, hoewel er bewijs is dat de bevinding van het Hoorzittingspanel ondersteunt, het beroepspanel, bij herziening van alle bewijs, een definitieve en sterke overtuiging heeft dat het Hoorzittingspanel een fout heeft begaan bij zijn overdenkingen of besluit. Ernstig Delict: (1) elk misdrijf (of vergelijkbaar); (2) elk delict, welke, naar wettelijke maatstaven valsheid in geschrifte, fraude, afpersing, identiteitsfraude of diefstal inhoudt; en/of (3) een poging of samenzwering om een misdrijf of delict te begaan, of het verzoek aan een ander om een misdrijf of delict te begaan.
FPSB Programma Management Handleiding Copyright© 2010, Financial Planning Standards Board Ltd. Alle rechten voorbehouden.
19
Hoorzitting: De handelingen voor een Hoorzittingspanel waarin bewijzen en/of argumenten worden gepresenteerd om de kwesties van een klacht vast te stellen, aanwezig kunnen zijn: onder andere de Onderzoeksmedewerker, de CFP® professional tegen wie een Klacht is ingediend, en andere individuen zoals toegestaan volgens de Disciplinaire Regels en Procedures. Hoorzittingskennisgeving: Schriftelijke informatie betreffende de geplande Hoorzitting waarin ook het bewijs dat gebruikt zal worden en de getuigen die gehoord gaan worden door de Onderzoeksmedewerker in de Hoorzitting opgenomen zit. De Kennisgeving wordt verschaft aan de Onderzoeksmedewerker, CFP® professional, de Klager en de leden van het Hoorzittingspanel. Hoorzittingspanel: Een panel van drie leden die is aangesteld om een Klacht te horen en een besluit te nemen, deze bestaat uit een Voorzitter gekozen door de Commissie van Toezichthouders en twee leden gekozen door de Voorzitter en organisatiemedewerkers uit een lijst van geschikte individuen die door de organisatiemedewerkers wordt bijgehouden. Inzage van Dossier: Een procedure die vóór de hoorzitting wordt uitgevoerd om onthulling van relevante feitelijke informatie af te dwingen. Kennisgeving van Beroep: Een schriftelijke kennisgeving van het voornemens zijn in beroep te gaan tegen een besluit van het Hoorzittingspanel. Klacht: Een geschreven verklaring ingediend door een Klager waarin een vermeende schending van de Ethische Code en Professionele Verantwoordelijkheid, Gedragsregels of Financiële Planning Praktijk Standaards wordt omschreven. Klager: Een individu die een Klacht indient. Levering: Kennisgevingen kunnen persoonlijk overhandigd worden, met een geregistreerde postdienst, fax of ander elektronisch communicatiemiddel gestuurd worden, of via elke alternatieve methodes waarvan de organisatiemedewerkers in alle redelijkheid denken dat dit ervoor zal zorgen dat de kennisgeving onder de aandacht zal komen van de bedoelde ontvanger. Maningsbrief: Een schriftelijk besluit door de organisatie uitgebracht tegen een CFP® professional waarin zijn of haar onprofessionele gedrag wordt afgekeurd. Onderzoeksmedewerker: Een individu of meerdere individuen die door de organisatie is/zijn aangesteld om het disciplinaire handelingsverloop te overzien. De organisatie kan een commissie van individuen aanstellen of één individu, zoals een Onderzoeksmedewerker, om het disciplinaire handelingsverloop te overzien. Overtuigend bewijs: Een wettelijke bewijslast die over het algemeen inhoudt “meer waarschijnlijk dan niet” of “een groter gewicht aan aanwijzingen wijzen die richting op” (in andere woorden, bewijs dat in zijn geheel aantoont dat het feit waarvan pogingen gedaan worden het te bewijzen waarschijnlijker is dan niet).
FPSB Programma Management Handleiding Copyright© 2010, Financial Planning Standards Board Ltd. Alle rechten voorbehouden.
20
Professionele Schorsing: Een schorsing als disciplinaire maatregel, door elk zelfregulerend bestuur van een regering of organisatie, van een vergunning of licentie, zoals geregistreerd effectenmakelaar, broker/dealer, verzekerings- of huizenverkoper of -makelaar, advocaat, accountant, beleggingsadviseur of financiële planner. Respondent: De partij tegen wie er in Beroep gegaan wordt. Schikkingsaanbod: Een aanbod dat gedaan wordt door de CFP® professional die onder onderzoek staat om een Klacht te schikken in ruil voor een disciplinaire maatregel of actie die door alle partijen wordt goedgekeurd. Tegenaanbod bij Schikking: Een aanbod van het Hoorzittingspanel in reactie op een Schikkingsaanbod waarin de voorgestelde feitelijke bevinding(en), schending(en) en/of disciplinaire maatregelen worden aangepast. Toelichtingshoorzitting (Show Cause Hearing): Handelingen waarbij minimaal een quorum van de leden van de Commissie van Toezichthouders aanwezig moet zijn om bewijs en argumenten in overweging te nemen gerelateerd aan een Verzoek om Toelichting waarom het recht van een CFP® professional om het CFP merk te voeren niet met onmiddellijke ingang onderbroken zou moeten worden. Verzoek om Toelichting (Order to Show Cause): Een verordening van de Onderzoeksmedewerker waarin de CFP® professional die onder onderzoek staat verzocht wordt aan te tonen waarom zijn of haar recht om het CFP merk te voeren niet onderbroken zou moeten worden gedurende de disciplinaire procedures.
FPSB Programma Management Handleiding Copyright© 2010, Financial Planning Standards Board Ltd. Alle rechten voorbehouden.
21