Dirk De Meyer, gedelegeerd bestuurder, projectleider en commerciële en dagelijkse leiding Groep De Meyer
50
| ondernemers juni 2012
Schijnwerper
[ Personeelstekort in metaalsector op alle niveaus ]
Groep De Meyer groeit met de handrem op Metaalconstructiebedrijf Groep De Meyer verkeert in volle expansie in zijn nieuwe vestiging op de vroegere Boelwerf in Temse. Maar het personeelsbestand kan de groei niet volgen. ‘Met tachtig mensen extra zouden we binnen de vijf jaar onze omzet kunnen verdubbelen, maar we krijgen niet eens de acht actuele vacatures ingevuld. Technisch goed geschoold personeel valt nog moeilijk te vinden’, stelt gedelegeerd bestuurder (projectleider en verantwoordelijke voor de commerciële en dagelijkse leiding) Dirk De Meyer vast. [tekst: Koen Dewanckel | beelden: Wim Kempenaers]
De Groep De Meyer bestaat uit drie afdelingen: Constructie, Service en Smeertechnieken. Hoe is dat gegroeid?
‘De Meyer Constructie is het moederbedrijf. In 1999 kwam er een aparte afdeling De Meyer Service. We kregen steeds meer vragen van bedrijven om bij hen ter plaatse herstellingen te doen. RDM Smeertechnieken werd in 2002 opgericht omdat dit ook een nichemarkt was geworden. Bij Constructie werken 56 mensen, bij Service 24 en bij RDM Smeertechnieken 6.’ Hoe conjunctuurgevoelig is Groep De Meyer?
‘De sterkte van ons bedrijf is dat we voor verschillende industriële sectoren werken: farma, hout, plastic, papier, chemie, voeding, kerncentrales, openbare werken,… Als het in een daarvan wat minder gaat, doet een andere het weer wat beter. We halen trouwens onze neus niet op voor revisies of het maken van onderdelen als bedrijven mindere tijden doormaken. Dan verschuift het accent meestal
van nieuwbouwprojecten naar revisie van bestaande installaties. Verder gaan we geen uitdaging uit de weg. Wij vragen om problemen. Wij leven van problemen.’ Groep De Meyer verhuisde van Sint-Niklaas naar Temse. Waarom?
‘Door onze groei waren we in 2009 dringend aan uitbreiding toe. In onze vestiging in de Nieuwe Molenstraat in Sint-Niklaas kon dat niet meer. Ondanks drie jaar van allerhande aanvragen kregen we van de stad geen goedkeuring. We moesten dus noodgedwongen overschakelen naar plan B: verhuizen.’ Waarmee hield u rekening bij het zoeken naar een nieuwe locatie?
‘Het terrein moest voldoende groot zijn, maar ook binnen een aanvaardbare straal van ons bedrijf in Sint-Niklaas liggen. Op die manier wilden we voorkomen mensen kwijt te raken die een verre verplaatsing niet zagen zitten.
>
ondernemers juni 2012 | 51
Schijnwerper
Uiteindelijk bleven twee opties over: een bedrijventerrein in Lokeren en hier op De Zaat in Temse. We kozen voor Temse door de goede bereikbaarheid over de weg, maar ook wegens de mogelijkheden die het transport over het water biedt. Zo hebben we al twee grote onderdelen voor bruggen en sluizen per schip laten aanvoeren. Ook naar personeel toe zijn we in ons opzet geslaagd: niemand heeft afgehaakt na de verhuizing. Daar zijn we toch wel fier op.’
Gedelegeerd bestuurders Dirk De Meyer (projectleider, commerciële en dagelijkse leiding), Luc Beniers (productieverantwoordelijke) en Frank De Meyer (projectleider en technoloog).
Vier keer efficiënter Een nieuwbouw biedt ongetwijfeld veel meer mogelijkheden dan een historisch gegroeide aaneenschakeling van bedrijfsgebouwen.
‘Inderdaad. We beschikken nu over twee grote en efficiënt geordende hallen van 132 meter lang, 28 meter breed en 12 meter hoog met een dubbele lichtkoepel en grote ramen aan de zijkant. Gezien het enorme volume ging veel aandacht naar het automatisch aansturen van licht en verwarming. Je vindt hier geen schakelaars of thermostaten. Alles wordt geregeld door bewegingssensoren. Voor de luchtafzuiging werken we niet met afzonderlijke punten, maar met een algemene installatie aan het plafond. Die zuigt de rookgassen
Dirk De Meyer, gedelegeerd bestuurder Groep De Meyer: ‘We zouden over vijf jaar
dubbel zoveel kunnen realiseren als nu. Daarvoor hebben we wel tachtig extra medewerkers nodig.’ op, filtert ze en stuurt ze weer de hal in. De uitstoot in de hal blijft hierdoor beperkt tot 1 mg per m³, vijf keer minder dan de Belgische norm. Afzuiging en verwarming zijn ook op elkaar afgestemd. Door deze manier van werken betalen we maar evenveel aan gas als in onze vroegere vestiging in SintNiklaas, terwijl het volume van het bedrijfsgebouw vier keer zo groot is. We werken dus vier keer efficiënter.’
Dat betekent dat je ze achteraf niet meer kunt verplaatsen. Sommige zitten dieper in de grond verankerd dan ze hoog zijn. Dan heb ik het over een diepte van 16 meter. En een fundering voor onze rolbrug die 100 ton kan tillen, die kon ook maar beter stevig zijn.’
Welke nieuwe activiteiten kwamen erbij?
Heeft Groep De Meyer nog uitbreidingsplannen?
‘We kunnen nu zelf onderdelen afstomen, stralen, metalliseren en schilderen. Dat besteedden we vroeger uit. Vandaag hebben we ook de timing zelf in de hand. De klant heeft bijgevolg nog maar één aanspreekpunt voor alles. En dat maakt deel uit van onze bedrijfsfilosofie. Als je doet wat de klant vraagt, is hij tevreden. Als je nog net iets meer doet, is hij opgetogen.’
‘Onze huidige oppervlakte aan bedrijfsgebouwen kan nog met factor twee en een half toenemen op dit terrein. En onze kantoren zijn nu al ‘op de groei’ gebouwd. Zo beschikken we over een polyvalente ruimte die uitgerust is met alle mogelijke communicatiekanalen en een ruimte met alle nodige voorzieningen om er een (warme) keuken van te maken voor het personeel. Maar ons grootste probleem is: voldoende personeel vinden.’
Het plan B bleek uiteindelijk dus een betere oplossing voor de toekomst van het bedrijf dan plan A?
‘Absoluut. Maar we hebben er wel ons werk van gemaakt. Zo’n verhuizing maak je maar een keer in je leven mee, dus het moest goed zijn. Met de hele ploeg hebben we een layoutstudie gemaakt. Het uiteindelijke plan van het gebouw en van de machines daarin werd helemaal in 3D uitgewerkt. Zestig procent van onze machines staat op een fundering.
Personeel gezocht Het vinden van geschoold technisch probleem zorgt er dus voor dat Groep De Meyer rijdt met de handrem op?
‘Absoluut. We zouden over vijf jaar dubbel zoveel kunnen realiseren als nu. Daarvoor hebben we wel tachtig tot negentig extra medewerkers nodig. Maar dat is een utopie. We krijgen
>
ondernemers juni 2012 | 53
Schijnwerper
nu al de vacatures voor de actuele werking niet ingevuld. Het is niet gemakkelijk om een aanwervingspolitiek uit te stippelen. Advertenties plaatsen we al lang niet meer. Die leveren niets op of alleen verkeerde kandidaten. We hebben zelfs in een vakblad voor ingenieurs een vacature geplaatst. Niemand reageerde. Soms steekt het toeval een handje toe. We hadden aan de voorkant van ons bedrijf een spandoek gehangen met de boodschap dat we personeel zochten. Iemand die voorbijfietste – het bedrijf ligt aan de provinciale fietsknooppuntenroute – zag die. Hij woont in Temse en werkte in Willebroek en stelde vast dat hij bij ons dichter bij huis kon werken. We hebben hem aangenomen.’ Kunnen extra’s bovenop het loon de concurrentiepositie van Groep De Meyer op de arbeidsmarkt niet bevorderen?
‘Ach, je moest eens weten hoeveel bedrijfswagens hier bollen. Hospitalisatieverzekering, groepsverzekering, flexibele werkuren, een zeer aantrekkelijke cafetaria, noem maar op: we bieden het allemaal aan. Maar dat volstaat niet om nieuwe mensen aan te trekken.’ Waarom kiezen jongeren dan niet massaal voor een aantrekkelijke job en werkzekerheid in de metaalsector?
‘De mogelijkheden van draaien en frezen zijn te weinig bekend. Om als draaier en frezer aan de slag te kunnen, heb
je nog heel wat naschoolse opleiding nodig. Het duurt een tijdje eer je volwaardig aan de slag kunt. Dat geduld hebben de meeste jongeren niet. We krijgen hier wel eens stagiairs uit scholen. Maar die komen meestal omdat ze moeten, niet omdat ze zelf geïnteresseerd zijn. Ze hebben hier nochtans heel wat doorgroeimogelijkheden. Zo hebben we nu iemand in ons managementteam die is begonnen als draaier en frezer. Ondertussen promoten we zelf het technisch onderwijs door rondleidingen te organiseren voor kinderen van de lagere school. Die hadden er vooraf geen benul van wat draaien en frezen inhoudt. We gaan ons ook meer als bedrijf profileren naar buiten uit, niet om extra klanten aan te trekken maar om bekendheid te verwerven bij potentiële werknemers. We willen dat ze weten dat we in volle expansie zijn en dat we ze hier goed kunnen gebruiken.’ Dirk De Meyer: ‘Als je doet wat de klant vraagt, is hij tevreden. Als je nog net iets meer doet, is hij opgetogen.’
Kunnen instanties als de VDAB, interimkantoren en scholen niet helpen bij de zoektocht naar personeel?
‘Het grote probleem is dat wij ‘speciallekes’ doen, geen doordeweekse opdrachten maar projecten op maat. Daarvoor hebben we specifiek geschoold personeel nodig.
>
ondernemers mei juni 2012 | 55
Schijnwerper
Het is moeilijk voor de VDAB om die aan te leveren. Ook is het opleidingsniveau van jongeren die afstuderen in het technisch onderwijs te laag om hier meteen aan de slag te kunnen. Steeds meer grotere bedrijven gaan daarom samenwerken. Of starten soms zelf scholen op. Maar daar kunnen wij als kmo moeilijk aan beginnen zonder financiële steun.’
Dirk De Meyer
Kennisoverdracht Is kennisoverdracht binnen het bedrijf niet mogelijk?
‘We vinden het altijd jammer wanneer ervaren mensen met prepensioen gaan. Zoveel ervaring die wegvloeit. Maar we zijn ook heel blij wanneer we zien dat drie werknemers die al op 58 met pensioen zouden kunnen gaan, toch nog tot hun zestigste bij ons blijven. Zij zouden heel nuttig kunnen zijn om jonge mensen op te leiden. Maar daar hebben ze de tijd niet voor. Idealiter krijgen deze mensen een speciaal statuut om deeltijds te werken en deeltijds op te leiden. Als ik dit voorstel aan vakbonden, scholen en VDAB doe, zegt iedereen: ‘ja, goed idee!’ Maar niemand weet hoe dit in de praktijk te brengen.’
Dirk De Meyer: ‘Wij vragen om problemen. Wij leven van problemen.’
Over hoeveel acute vacatures spreken we momenteel?
‘Acht en dat op alle niveaus: van lasser tot burgerlijk ingenieur als hoofd van de studiedienst. Het niet ingevuld krijgen ervan zorgt voor problemen. Het belast ons huidig personeel extra. Dat moet steeds meer overuren presteren, overuren die ook weer moeten worden gecompenseerd. We besteden noodgedwongen ook taken uit die we zelf aankunnen. En vooral: we moeten regelmatig projecten laten schieten die we perfect hadden kunnen realiseren. Als bedrijf riskeer je zo in een negatieve spiraal terecht te komen.’ Bieden er zich dan nooit sollicitanten aan?
‘Jawel, maar niet altijd met de juiste kwalificaties. Verleden jaar kregen we er 250 voorgesteld, waarvan 193 via interimkantoren. 66 daarvan hebben we ook effectief gezien. Uiteindelijk namen we er maar 13 in dienst. Het grote aantal sollicitanten heeft te maken met het verkeerde profiel dat naar ons wordt doorgestuurd. Interimkantoren werken zelf met vooral jonge mensen die te weinig voeling hebben met wat wij doen. Ze hebben er geen idee van wat draaien en frezen is. Daarom nodigden we de interimkantoren ook allemaal uit voor een jobdag eind juni, net als de scholen. We hopen dat ze de sollicitanten voortaan beter selecteren vooraf.’ Bieden buitenlandse werknemers een alternatief?
‘We hebben een paar jaar gewerkt met lassers uit Tsjechië. De taalbarrière was hierbij het grote probleem. Je kunt die mensen alleen in eigen huis inzetten. De baan op sturen lukt
niet, want ze kunnen niet met de klant communiceren. Dat is onpraktisch en slecht voor het imago van het bedrijf. We gaan het nu noodgedwongen opnieuw proberen met Polen. Voorwaarde is wel dat het mensen zijn die voor een langere tijd in ons land blijven. Want het blijft een hele investering om hen op te leiden. ‘Voor de goedkoop’ moet je het als bedrijf niet doen. De totale kost voor deze Polen ligt voor ons even hoog als voor Belgische werknemers. Ze zijn zeer gegeerd in Europa wegens heel gemotiveerd om te werken en ook technisch heel sterk. In tegenstelling tot bij ons, heb je in Polen technische universiteiten die uitstekende krachten afleveren. Om bij ons aan de slag te kunnen, moeten ze wel minstens Engels kunnen spreken. Voor de veiligheid.’
<
www.demeyer.be Omzet: 15 miljoen euro Personeel: 86 Bedrijfsoppervlakte: 30.000 m² Bebouwde oppervlakte: 8.200 m²
ondernemers juni 2012 | 57