magazine
Een uitgave van Stichting Jeugdformaat Nummer 21 | Jaargang 6 | mei 2014
Digitale media: even vanzelfsprekend als nieuw Jerry van Kampen, verslavingsexpert Brijder
gezinshuisouder lianne van der made
Anthony van de jongerenraad
Ga erbij zitten en toon interesse!
Ook in huis whatsappen we met elkaar
Mijn telefoon is echt een onderdeel van mij
Van de redactie
inhoud
‘Jongeren groeien ermee op, opvoeders moeten digitale media adopteren’
aansluiting via digitale media Volwassenen hebben als vanzelfsprekend een algemene kennisvoorsprong op jongeren. Dat is altijd zo geweest. Vandaar ook dat opvoeders volwassen zijn. Maar in het geval van digitale media is dat omgekeerd: jongeren hebben een voorsprong op volwassenen. Op opvoeders dus. Jeugdhulpverleners hebben hier in hun werk mee te maken en pleegouders zien ook dat kinderen veel bezig zijn op computers, tablets en telefoons. Maar weten opvoeders wat er allemaal gebeurt op die schermpjes? Digitale media zijn voor jongeren ‘als water uit de kraan’, voor volwassenen is het gebruik ervan minder voor de hand liggend. Maar wat kun je nu doen om ‘aansluiting’ te houden? Lees dit JF Magazine voor tips en achtergronden!
Professor Mediaopvoeding Peter Nikken Pagina 6
Vanuit beleidsmatig opzicht pleit Peter Nikken voor mediawijsheid bij jongeren én opvoeders. De 16-jarige Daniël geeft een inkijkje in zijn digitale wereld en het spel dat hij graag speelt - en minimaal 27 miljoen anderen met hem. Verslavingsexpert Jerry van Kampen geeft duiding aan het begrip verslaving in relatie tot internetgebruik en gamegedrag. Want digitale media zijn even vanzelfsprekend voor jongeren als nieuw voor sommige volwassenen. Hoe digitaal ben jij? Doe de test op pagina 8!
En verder...
Digitale media bieden de jeugdhulpverlening talloze kansen. De voornaamste uitdaging is om op een verantwoorde wijze de aansluiting met jongeren te houden.
kort nieuws PAGINA 4
Veel leesplezier namens de redactie! Marcel Paapst Hoofd Marketing & Communicatie a.i.
Test: Hoe digitaal ben jij? PAGINa 8 ‘Ik ben Pieter, mag ik misschien bij jou wonen?’ PAGINA 10
Dagboek van een pleegouder PAGINA 15
column raad van bestuur PAGINA 11 Daniël over Halo, tornado’s en autisme PAGINa 12 Interview met Anthony uit de Jongerenraad PAGINa 18
COLOFON Nr. 21 - Jaargang 6 - mei 2014 JF Magazine is het blad van Jeugdformaat voor medewerkers en pleegouders. JF Magazine verschijnt drie keer per jaar in een oplage van 2.100 exemplaren en wordt kosteloos verspreid onder alle medewerkers, pleegouders, stagiairs en externe personen die nauw aan de organisatie zijn verbonden. Verantwoordelijk voor de uitgave van JF Magazine is de afdeling Marketing & Communicatie. Redactieadres JF Magazine Postbus 1178 2280 CD Rijswijk T 070 351 2751 F 070 358 4076 E
[email protected] Via het redactieadres kun je reageren, suggesties voor artikelen aanleveren en extra exemplaren aanvragen.
2
J F M AG AZ I N E
Hoofdredactie Marcel Paapst Eindredactie Moniek Poerstamper Redactie Hugo van Eijk (beleidsmedewerker) Brigitte Lussing (leidinggevende ambulante hulp) Marlène Reeuwijk (VST-team pleegzorg) Karin Toet (ambulant hulpverlener) Fotografie Beeldbank Jeugdformaat, Erwin Dijkgraaf (p12-14, p24), Sicco van Grieken (cover, p6, p10, p18,19), Ruud Voest (p7), Frank van Wijngaarden (p20).
Sociale media in een gezinshuis PAGINa 19
Aan dit nummer werkten verder mee Richard Felix, Maureen Kaffa, Martine Klijn, Anouchka Peters, Fred Venus, Marjolein van Vliet, Frank van Wijngaarden. Vormgeving T2 Ontwerp, Katwijk www.t2ontwerp.nl Druk en verspreiding DIMA drukkerij, Rijswijk www.dimagroep.nl Disclaimer Auteursrechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de hoofdredactie openbaar worden gemaakt of verveelvoudigd.
N U MME R 21
‘Soms gamen kinderen met een emmer op de kamer om in te plassen’ PAGINA 20
m e i 2014
‘Die laptop is bijna de rode draad in mijn werk’ PAGINA 23
De vier meest gestelde vragen… en antwoorden! PAGINa 22 collega in beeld PAGINA 24
J F M AG A Z I N E
3
kort nieuws
Redactie JF Magazine zoekt versterking!
Wist je dat...
We zijn op zoek naar nieuwe redactieleden die een bijdrage willen leveren aan JF Magazine. Vind je het leuk om te schrijven en ontmoet je graag interessante nieuwe mensen? Je kunt voor het magazine bijvoorbeeld collega’s, pleegouders, jongeren of ketenpartners interviewen.
Volgtips voor Twitter, Facebook en LinkedIn
JF Magazine komt drie keer per jaar uit en het volgende nummer staat voor september op de planning.
Wil je op de hoogte blijven van wat er gebeurt in de jeugdhulpverlening en bij Jeugdformaat? Hieronder vind je tips voor interessante organisaties, personen en groepen op verschillende sociale media: Jeugdzorg en transitie
Jeugdformaat en collega’s
@VNGjeugdzorg
@Jeugdformaat
Jeugdzorg 2.0 (groep)
@smwjf
@voordejeugd
@MTFCare
Ondernemen in de zorg (groep)
facebook.com/pleegzorgonline
@HetNJi
facebook.com/paulenlaura
@stijnverbruggen
facebook.com/JeugdformaatRR
@egerrits @ingeborgwispelw
WIST JE DAT... afgelopen maand weer verschillende collega’s, jongeren en vrijwilligers hebben meegelopen voor de collecte van Nationaal Fonds Kinderhulp?
4
J F M AG AZ I N E
Heb je interesse? Stuur een e-mail naar
[email protected] of bel met eindredacteur Moniek Poerstamper via 070 850 13 56.
Zelfgebakken taarten voor de Roparun Zondag 7 april stond onze collega Paula van Alphen samen met onder andere Jascha (jongere van de Vreeburghlaan) met heerlijke, zelfgemaakte taarten en andere lekkernijen op de Home Made Market in Den Haag. Ze haalden er 598 euro op voor de Roparun! Heb jij deze kans gemist, maar wil je Paula en de anderen van ons Roparun team sponsoren? Ga naar www. roparun.nl/teams/2013/246. Ook een klein bedrag helpt! De Roparun vindt plaats in het Pinksterweekend met de start op zaterdag 7 juni 2014 in Parijs en Hamburg en de finish op maandag 9 juni op de Coolsingel in Rotterdam. Het is een estafetteloop van meer dan 500 kilometer, waarbij verschillende teams geld ophalen voor mensen met kanker. Wij doen voor de zevende keer mee. Dus steek je collega’s een hart onder de riem en doneer!
N U MME R 21
Psychologische zorg en jeugd- en opvoedhulp samen verder Jeugdformaat en De Golfbreker gaan samen hulp bieden in de wijk. Alle kinderen, jongeren en hun ouders in de regio Haaglanden krijgen zo één ingang tot een breed jeugdzorgaanbod in hun eigen omgeving, laagdrempelig en snel. De Golfbreker is een dochterorganisatie van De Jutters, waar kinderen, jongeren en jongvolwassenen met psychische klachten worden behandeld. Deze beweging is ook een voorbereiding op de ontwikkelingen die na 2014 door de gemeenten worden nagestreefd. Zorgdirecteur Aubrey Spijker geeft leiding aan het samenwerkingsverband.
WIST JE DAT... er een handige nieuwe app is ontwikkeld voor jongeren op weg naar zelfstandigheid? Je vindt er meer informatie over op intranet, zoek op ‘Kwikstart’.
Bijna heel Nederland aan de sociale media Dit jaar is voor de vijfde keer het grootste onderzoek van Nederland naar sociale media uitgevoerd. Inmiddels maken bijna negen van de tien Nederlanders gebruik van sociale media. De zogenaamde ‘Big Five’, de vijf meest gebruikte kanalen in Nederland, in 2014 zijn Facebook, YouTube, LinkedIn, Twitter en Google+. Enkele andere conclusies uit het rapport: • Facebook is nog steeds het grootste platform met 8.9 miljoen gebruikers; • Gebruik van Instagram is op dagelijkse basis gestegen met 347%; • Zorgen om privacy rondom sociale media en het vertrouwen erin is grotendeels gelijk gebleven. Bron: Nationale Social Media Onderzoek 2014
m e i 2014
J F M AG A Z I N E
5
Jeugdzorg Nederland Mediawijsheid
Professor Peter Nikken pleit voor mediawijsheid bij jongeren én opvoeders:
‘Digitale media zijn als water uit de kraan’ “We moeten met z’n allen accepteren dat digitale media de wereld van de jongeren van tegenwoordig vormen. Deze generatie is opgegroeid met chatten, games, internet en overal wifi. Digitale media zijn voor hen als water uit de kraan.” Aan het woord is Peter Nikken. Hij is als specialist media en opvoeding verbonden aan het Nederlands Jeugd instituut en bekleedt als professor ook de leerstoel Mediaopvoeding aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Een man met kijk op de vraag hoe je moet omgaan met digitale media in het contact met jongeren, maar ook hoe je ‘aangesloten’ blijft bij de jeugd van tegenwoordig.
D
at ouders en bijvoorbeeld jeugdhulpverleners wel eens moeite hebben om bij te blijven op digitaal gebied vindt Nikken niet verwonderlijk. De manier van communiceren is immers zo anders dan waarmee de generatie 35+ is opgegroeid. De ontwikkelingen gaan razendsnel en de jeugd heeft een voorsprong. “Maar ik denk wel dat de traditionele vorm van opvoeden door de gemedialiseerde samenleving toe is aan een ander perspectief. Het is noodzakelijk een inhaalslag te maken”, zegt Nikken. “Als opvoeder, ouder of hulpverlener zou je moeten weten wat kinderen en jongeren bezig houdt. Pas dan kun je de grote opvoedvraag: ‘wat vinden wij goed voor onze kinderen?’ goed beantwoorden.” Want weet hij: “Jongeren groeien er mee op, volwassenen maar vooral opvoeders moeten digitale media adopteren.”
6
J F M AG AZ I N E
Mediawijsheid in pacht Het gebruik van bijvoorbeeld social media biedt volgens Nikken kansen voor jongeren. “Denk aan socialisatie, het
opdoen van kennis en kunde, maar ook aan het reguleren van emoties”, somt hij op. “Als jongeren zich bijvoorbeeld presenteren op Facebook en ze krijgen positieve reacties in de vorm van ‘likes’, dan geeft dat al snel het gevoel van: ‘ik doe er toe’. Overigens besef ik ook dat dit de andere kant op kan werken, maar daarvoor hebben ook jongeren mediawijsheid nodig. Ze moeten snappen wat de gevolgen kunnen zijn, positief maar ook negatief.” Ouders en andere opvoeders hebben ook de mediawijsheid niet in pacht. “Zij moeten dus ook weten wat de mogelijkheden zijn.” Het verbaast Peter Nikken niets dat een 16+coach bij Jeugdformaat soms hele verhalen via Whatsapp binnenkrijgt. “Via een app’je een boodschap versturen over een ervaring is voor de jeugd soms een stuk makkelijker dan iets dergelijks vertellen in een persoonlijk gesprek.
N U MME R 21
Bovendien kun je zo’n berichtje versturen op ieder gewenst tijdstip en moet je voor een afspraak soms een paar dagen wachten. Voor jeugdhulpverleners ligt hier een kans om een manier te vinden dit contact ook daadwerkelijk te gebruiken, via een aparte app of iets dergelijks.”
Nooit ‘in de plaats van’ In het oogcontact met jongeren zal de kleine nuance altijd pas echt zichtbaar en voelbaar zijn. Digitale media zullen daar nooit voor in de plaats komen, maar Peter Nikken denkt wel dat de kansen om onder meer app’s in te zetten in de jeugdhulpverlening ook echt benut moeten worden. “Je moet goed vastleggen wat wel en wat niet kan. Maar dat doe je ook als je een hulpverleningsrelatie begint. Jongeren komen veelal niet uit zichzelf naar de hulpverlening. Als ze dan via een app-berichtje contact willen, dan zou je de deur niet moeten dichtgooien.”
m e i 2014
Mediaopvoeding Opvoeders hebben er allemaal mee te maken. Kinderen die veel naar de tv willen kijken, alleen maar blij zijn als ze op een beeldschermpje mogen of met een telefoon kunnen spelen. De opvoedingsvraag of intensief gebruik van de digitale media problematisch is, lijkt echt een vraagstuk van deze tijd. Toch is dat niet zo, volgens de specialist media en opvoeding Peter Nikken. “Deze vragen stelden we onszelf ook in de jaren vijftig en zestig. Toen ging het over iets nieuws als televisie. ‘Is langdurig tv kijken niet schadelijk? Wat doet dat met het brein van de jeugd?’ We stelden ons die vraag, omdat we het gevoel hadden dat we er iets mee moesten in de opvoeding. We kunnen nu concluderen dat de gevolgen allemaal wel meevielen.” Toch is er echt wel wat veranderd. “Het media-aanbod is enorm uitgebreid en beeldschermen zijn niet meer weg te denken. Bovendien is de jeugd ook echt een doelgroep voor producenten. Of media effect hebben op jeugdigen, en zo ja in welke richting (schadelijk, dan wel stimulerend voor de ontwikkeling), is afhankelijk van de mediaopvoeding door ouders en professionele opvoeders” Opvoeders van nu hebben te maken met een gemedialiseerde samenleving die compleet anders is dan die waarin zij zelf opgroeiden. “Daarom is het niet vanzelfsprekend dat ouders en mede-opvoeders hun kinderen altijd optimaal begeleiden bij het gebruik van de media.” Lees meer op www.nji.nl/mediaopvoeding.
De wereld van de games en de social media kent voor velen nog volop geheimen. Ongetwijfeld is dat binnen Jeugdformaat ook het geval. Professor Nikken vindt bijscholing daarom noodzakelijk. “Dat kan bijvoorbeeld met een goede post-HBO-opleiding die Windesheim nu ontwikkelt, maar hulpverleners kunnen daarmee op een wat ander niveau ook al beginnen”, stelt Nikken. “Binnen een organisatie heb je altijd voorlopers. De
medewerkers die goed zijn ingevoerd in bijvoorbeeld social media zouden hun eigen collega’s in een paar sessies kunnen bijscholen. Ik denk dat dat goed helpt bij de manier waarop je met jongeren in contact staat. Met een beetje kennis op dit vlak denkt de jongere al snel: ‘jij bent toch niet helemaal van een andere wereld. Jij snapt wat leuk is!” ö Door marcel paapst
J F M AG A Z I N E
7
Zelftest
Puntentelling: 1. A=10 B=5 C=2 2. A=10 B=2 C=5 3. A=2 B=10 C=5 4. A=10 B=5 C=2 5. A=5 B=10 C=2 6. A=2 B=5 C=10 7. A=10 B=2 C=5
in de twee jaar zoek je een nieuwe telefoon uit, als je abonnement afloopt. Maar voorop loop je zeker niet. Wil je tips over wie te volgen op Facebook en Twitter? Bekijk de lijstjes die we voor je opgesteld hebben op pagina 4.
Tussen de 14 en 25 punten? Ga met je muis naar de rechterbovenhoek..
1. Wanneer check jij voor het eerst je sociale media?
5. Welke state of the art gadget heb jij in huis?
A
In bed, met ogen half dicht zoek ik naar mijn telefoon. Ik A maak meteen een rondje langs de velden. B B Soms kijk ik ’s avonds na mijn werk even, maar er gaan ook genoeg dagen voorbij waarop ik niet op Facebook kom. C C Tijdens het ontbijt, het ene oog op de krant, het andere op mijn telefoon. 6. A 2. Hoe is jouw relatie met je smartphone? B C A Innig, ik loop dan ook geregeld tegen lantaarnpalen, auto’s en andere obstakels aan. B Smartphone? Ik heb de Nokia 6230i uit 2005. C Ik ben er wel blij mee, die Whatsappgroepjes zijn echt 7. handig. A
3. Afspraak maken? Dan pak ik toch even m’n…
B
A B C
C
papieren agenda van Lyreco. telefoon met gesynchroniseerde Outlook agenda. wacht, loop even mee naar m’n computer...
4. Hoeveel van je leven deel jij op Facebook? A B C
8
Ik deel foto’s van mijn kat, mijn maaltijden, mijn kat die een maaltijd eet.. alles eigenlijk. Ik ben een gluurder: vind het vooral interessant wat andere mensen delen op Facebook. Facebook is niks voor mij.
J F M AG AZ I N E
Veel verder dan mijn Samsung smartphone kom ik niet.. Ik heb een iJuice: een superhandige mini accu voor mijn telefoon en tablet. Hij is maar 3 x 2 x 1 cm en heeft ook nog een leuk kleurtje! Ik heb zo’n superhandige citroenrasp thuis.
Hoeveel apps heb jij op je telefoon?
Je kent deze Planet Internet reclame van een paar jaar geleden vast nog wel.. We willen niet zeggen dat het zo ernstig met je is gesteld, maar het komt in de richting! Je leeft vooral offline, hebt een voorkeur voor persoonlijk en face to face contact en voelt er niets voor om 24/7 bereikbaar te zijn. Als collega’s iets van jou gedaan willen krijgen, kunnen ze je het best even bellen of langs je bureau lopen. Met mailen, Whatsappen, Facebooken en Instagrammen heb je weinig en je bent compleet verknocht aan je papieren agenda. Lees eens het verhaal van gezinshuisouder Lianne van der Made op pagina 19, misschien begin je dan ook de positieve kanten van sociale media in te zien! Online contact kan namelijk ook heel persoonlijk zijn en een mooie toevoeging aan je leven offline.
Nul. Ik heb Facebook, NS en de weeronline app. Appmanagement kost me een paar uur per week, als ik tijd had zou ik er zelf een bouwen.
Heb je ooit met een BN-er getweet? Dat is zo tof aan twitter! Carice en ik zijn echt dikke vrienden (ze heeft nog niet gereageerd, maar dat komt vast nog). Ik zit niet op twitter, maar als ik daar wel zat.. waarom zou ik contact opnemen met iemand die ik niet ken? Is dat niet stalkerig? Ik volg een paar BN-ers, heb wel eens een tweetje gestuurd en ook wel eens een reactie gehad.
Bekijk de punten op de pagina hiernaast, tel ze op en vind uit welk type jij bent!
N U MME R 21
Meer dan 50 punten? Jij snapt de wereld van onze jongeren volledig! Jij bent altijd op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Google glass, Snapchat, je volgt het op de voet. Cliënten kunnen je 24/7 via Whatsapp bereiken, want je bent altijd connected. Omdat je een NU.nl alert hebt ingesteld, krijg je een melding op je smartphone bij belangrijk nieuws. Via twitter volg je iedereen die wat te melden heeft over de jeugdzorg, de transitie, maar ook over jouw buurt en de nieuwste films. Op Facebook zie je wat je vrienden dit weekend gaan doen en jij deelt er ook your every move. Kortom: je weet alles en je volgers weten alles van jou! Maar het begint toch geen verslaving te worden? Lees de tips van expert Jerry van Kampen van Brijder op pagina 20 en 21.
Tussen de 14 en 25? Follow the leader! Je Whatsappt met je vrienden en kinderen en je zit op Facebook. Maar waarom voelt iedereen zich toch zo geroepen om zijn halve leven op internet te zetten? Af en toe like je een foto of statusupdate van een vriend, maar verder doe je er weinig mee. Je vindt het leuk om een beetje bij te blijven en één keer
m e i 2014
J F M AG A Z I N E
9
Kindgerichte werving online
Column Raad van bestuur
“Ik ben Pieter, mag ik misschien bij jou wonen?”
Jeugdformaat plaatst, steeds vaker worden gezien, geliked én gedeeld. Het betekent dat we een ‘luisterend oor’ vinden, dat de lezer de informatie interessant vindt. Dat de inhoud zo waardevol is, dat hij onze informatie deelt met zijn vrienden. Deze manier van informatie doorgeven is niet helemaal nieuw, maar dat ze waardevol is voor Jeugdformaat, is dat wel. Een voorbeeld: de oproep vanuit Jeugdformaat om een pleeggezin te vinden voor ‘Laila’ van drie jaar oud werd 13.944 keer gezien!
Groot bereik “We merken dat we echt bekend zijn geworden in de regio en steeds meer worden gevraagd door scholen en verenigingen om voorlichting te geven”, vertelt Laura. “Dat komt deels door Facebook: dat vergoot ons bereik enorm. Maar het betekent wel dat je 24/7 in de gaten moet houden wat er binnenkomt. Je moet snel reageren, dat verwachten de mensen. En dingen kunnen een heel eigen leven gaan leiden als je te lang wacht.” Paul vult aan: “Het is ook ongeloofwaardig als we alleen binnen kantoortijden zouden reageren. Wij verwachten met het pleegouderschap veel van mensen, dan moet je zelf ook veel geven.” ö Door Moniek Poerstamper
Haar eerste foto zag ik op Facebook!
P
leeggezinnen werven op Facebook, kan dat wel? Onze kindgericht wervers, Paul Donkers en Laura Julienne, merken dat het veel emoties oproept, zowel positief als negatief. “We reageren altijd op alle vragen en opmerkingen. Soms vinden mensen het belachelijk dat we kinderen op Facebook zetten. Dan leggen we uit dat de nood hoog is en dat we dus alle mogelijkheden aangrijpen om geschikte pleegouders te werven,” legt Laura uit. De zoektocht naar een geschikt pleeggezin begint in het netwerk. Als daar geen passende oplossing is, gaan Paul en Laura aan de slag met gerichte werving om een goed pleeggezin te vinden. Sinds afgelopen zomer doen ze dat ook via Facebook en Twitter. Ze plaatsen oproepjes van kinderen (onder een andere naam en met een andere foto) die op zoek zijn naar een pleeggezin. En dat werkt!
Extra bordje op tafel Paul vertelt dat sommige oproepen wel 250 keer worden gedeeld en bijna 14.000 keer bekeken. “We krijgen veel reacties van potentiële pleegouders die het gesprek met ons willen aangaan. Ze reageren op dat meisje met die mooie ogen, dat zo zielig kijkt. Vaak is het een reactie vanuit emotie, wat wel betekent dat ze niet altijd even goed zijn voorbereid op wat pleegzorg inhoudt. Het is niet alleen een extra bordje op tafel, deze kinderen kunnen veel van je vragen.”
10
J F M AG AZ I N E
We zoeken momenteel een pleeggezin voor Pieter in Delft, Delfgauw, Pijnacker of Rijswijk. Pieter* (11 jaar) is een rustige jongen, die anderen niet tot last wil zijn. Af en toe wil hij nog echt even kind kunnen zijn. Hij houdt van voetballen en vindt het heel leuk om samen te koken. We zoeken pleegouders die Pieter willen helpen om te leren omgaan met zijn gevoelens en die openstaan voor contact met zijn biologische ouders.
Meer weten? Neem contact op met Paul en Laura via:
[email protected]. Kijk ook eens op www.facebook.com/paulenlaura en like de pagina. * Naam en foto van deze jongen zijn niet echt
N U MME R 21
De eerste foto van mijn jongste kleindochter zag ik er. Dat mijn zoon voor zijn werk onderweg was naar Zuid-Afrika, zag ik er ook. Zo maar twee voor mij belangrijke zaken komen tussen de afspraken door tot mij via Facebook. In onze familie treffen we elkaar natuurlijk het liefst ‘echt’, face to face dus, maar dat lukt lang niet altijd. Digitale media en in mijn geval dus Facebook, nemen een hele nieuwe plek in binnen ons gezin. Gelukkig zag ik mijn kleindochter vlak na haar geboorte ook in levende lijve en mocht ik haar vasthouden. En natuurlijk wist ik dat mijn zoon een verre reis ging maken. Maar hoe ‘leuk’ is het niet, als je via Facebook de eerste foto van het
m e i 2014
kleine meisje ziet en dat je weet dat je zoon net het vliegtuig is ingestapt? Het is tegenwoordig gemakkelijk om informatie te delen en de mogelijkheden om digitale media te raadplegen zijn bijna onbeperkt en onbegrensd. Terwijl dit voor informatieoverdracht via de klassieke wijze bepaald niet opgaat. Over ons eigen werk bijvoorbeeld kunnen we allemaal van alles vertellen, of dat nu op een feestje is of in ons dagelijks werk. Maar lang niet altijd vind je het gehoor van geïnteresseerde luisteraars en vraag je je af of je verhaal wel is aangekomen. Vandaar dat ik het mooi vind om te zien dat de berichten op Facebook die
Voor de jongeren die wij binnen Jeugdformaat begeleiden, is informatie delen via social media ‘als water uit de kraan’. Het is vanzelfsprekend. Vandaar dat bijvoorbeeld onze voorzieningen worden voorzien van wifi. Dat is dan wel weer een voorwaarde om gemakkelijk en betaalbaar gebruik te maken van social media. Voor ons blijft het een uitdaging om te kijken op welke wijze wij kunnen aansluiten bij het gebruik van social media door jongeren. Maar laten we vooral van hen leren. Laten wij ons, als volwassenen, de manier waarop jongeren tegenwoordig communiceren eigen maken. En binnen onze jeugd- en opvoedhulp de mogelijkheden die de digitale media bieden waar mogelijk verantwoord gebruiken. De status updates van mijn zoon vanuit Zuid-Afrika geven mij een inkijkje in zijn belevenissen die ik anders waarschijnlijk had gemist. Facebook is nu bij een groot deel van onze samenleving een geaccepteerd middel. Ik ben benieuwd op welke wijze mijn kleindochter over pakweg vijftien jaar communiceert via de digitale media. Hoe dan ook, als jeugdhulpverleners zullen we die dan ongetwijfeld weer hele andere manier van communiceren in de gaten moeten blijven houden! Fred Venus Voorzitter Raad van Bestuur
J F M AG A Z I N E
11
De (oud-)cliënt
“Als iemand me aanraakt of iets over mijn ouders zegt, dan word ik woedend.”
Is Daniël in het dagelijks leven dan ook zo’n ‘gevaarlijke’ jongen? Met een stoere blik vertelt hij dat hij met een vriend wel eens aan ‘Parcours’ doet. “Dat is dat je van muurtje naar muurtje en soms zelfs van dak naar dak springt!” Ik zeg voor de grap: ‘toch geen Jackass nadoen hè’ en Daniel vertelt dat hij dat heel grappig vindt, maar dat hij nog wel verstandig is. “Mijn vriend wilde wel een keer met een winkelwagentje van een dak af gaan, maar daar deed ik toen niet aan mee, hoor.”
Daniël, Halo-expert 070:
Deze keer geen oud-cliënt, maar een jongere die nog hulp van ons krijgt: de 16-jarige Daniël. Daniël - “zeg maar Yolo, dat is mijn bijnaam” - verblijft sinds ruim een half jaar in een logeerhuis in Delft. En dat hij inderdaad volgens het ‘You only live once’ principe leeft, wordt direct duidelijk uit de wishlist van drie dingen die hij nog eens wil doen in zijn leven: bungeejumpen, uit een vliegtuig springen en de Kilimanjaro beklimmen. Collega Karin Toet in gesprek met Daniël. 12
J F M AG AZ I N E
N U MME R 21
D
aniël houdt van gevaarlijke dingen, zoals hij het zelf noemt. Zoals tornado’s, die intrigeren hem mateloos: die kracht en snelheid, zomaar in de natuur, dat is toch gaaf! Helaas hebben we in Nederland alleen maar heel soms een kleintje, verzucht hij. Maar hij heeft dus eigenlijk vier dingen op zijn wensenlijst: een bezoek aan Tornado Alley in de Verenigde Staten mag ik er ook bij schrijven.
m e i 2014
Cola, chips en games
Daniël komt oorspronkelijk uit Den Haag. Samen met zijn zus is hij, voor hem totaal onverwacht, vorig jaar maart uit huis geplaatst. Hij zal van zijn leven niet vergeten dat ze bij de kinderrechter te horen kregen dat ze afscheid moesten nemen van hun ouders. Ze zouden een tijdje ergens anders gaan wonen. Ja, hij vond ook wel dat er dingen niet goed gingen thuis, maar toch. En hij voelt zich iedere dag schuldig, want Daniël heeft het idee dat als hij bepaalde dingen niet had verteld, ze dan gewoon nog thuis waren.
Daniël vertelt honderduit en dat wordt alleen maar meer als we op het onderwerp ‘gamen’ komen: hij gaat helemaal los. Want gelukkig mocht hij wel zijn X-Box 360 van thuis meenemen naar het logeerhuis: hierop spelen is zijn lust en zijn leven. Daniël doet het liefst schietspelletjes, zogenaamde first person shooters, en als het kan online. Hij heeft wel eens met mensen uit Duitsland gespeeld en met iemand uit Engeland. Als ik vraag of hij zichzelf verslaafd zou noemen, kijkt hij me beledigd aan: nee hoor, dat niet. Hij heeft een keertje twee dagen achter elkaar gespeeld, maar verder speelt hij gewoon iedere dag een paar uurtjes. “Als je verslaafd bent, dan kan je niks anders meer doen. Dat is bij mij niet zo”, zegt Daniël beslist. Neemt niet weg dat hij gamen de beste vrijetijdsbesteding vindt die hij kan bedenken. Ondertussen snoepend van chips en cola.. dat is toch het heerlijkst wat er is? Daniël kijkt er helemaal blij bij.
Daniël vertelt heel open over het autisme dat bij hem is vastgesteld een paar maanden geleden. “Mijn wereld stortte wel een beetje in”, vertrouwt hij me toe. Maar nu begrijpt hij wel waarom hij toch altijd een beetje anders is geweest dan andere kinderen. En waarom hij vaak werd gepest. “Ik kijk anders naar dingen dan andere mensen, specifieker”, legt Daniël me uit. “Als het gaat om goed of fout en iemand kiest fout, dan wil ik dat
Het liefst speelt hij het spel ‘Halo’ (zie kader pagina 14). Zijn game-naam is ‘Halo expert 070’, want dat is hij ondertussen wel na acht jaar ervaring met het spelen van dit spel. Het liefst zou hij een keer aan een Halo-wedstrijd meedoen in de VS, daar droomt hij van. Net als van werken in de VS. “Ik wil voor 343 Industries gaan werken, het bedrijf dat Halo-games steeds verder ontwikkelt. Maar dan heb ik nog wel heel wat stappen te gaan.”
Schuldgevoel
“Ik denk niet aan de toekomst, ik wérk er aan’”
veranderen. Ik ben geen vechter, maar als iemand me aanraakt of iets over mijn ouders zegt, dan word ik woedend.”
J F M AG A Z I N E
13
De (oud-)cliënt
HEt dagboek
Dagboek van een pleegouder Werken aan de toekomst Zijn stage bij afdeling Informatisering & Automatisering bij Jeugdformaat is daarin stap één. Daarna wil hij een ICT-opleiding op het ROC gaan volgen (eerst nog wel even zijn opleiding op de praktijkschool afmaken), een paar jaar werkervaring opdoen en dan gaat hij misschien wel een kansje wagen in de VS. Ik ben onder de indruk dat hij zo goed weet wat hij wil. “Tja”, zegt Daniël, “ik denk niet aan de toekomst, ik wérk er aan.” Mooier heb ik het nog niet gehoord. En toekomst betekent voor Daniël ook huisje, boompje, beestje. Met twee kinderen. Daniël heeft al twee jaar verkering en zijn vriendin wil eigenlijk vijf kinderen. Daniël vindt dat wat veel. “Eerst maar eens beginnen met een hond”, zegt hij, “want dat vraagt ook al heel wat aan opvoeding en verzorging. En je moet er altijd rekening mee houden. Als dat goed gaat, wie weet.” Daniël lacht breed. ö Door Karin Toet
“Gegil van alle kanten: de meeuwen, de meiden en wij die bulderen van het lachen!” Diana van Amerongen is netwerkpleegouder. Haar pleegdochter Daniëlle* (11 jaar) is tevens haar nichtje en ze kent haar al haar hele leven. Ook voor Diana’s anderhalf jaar jongere dochter Lara is Daniëlle heel vertrouwd. Momenteel komt Daniëlle om de week in het weekend bij hen thuis, maar in de toekomst is het de bedoeling dat zij voltijd bij Diana en Lara komt wonen.
Halo: het spel Halo is een populair sciencefiction videospel waarvan wereldwijd meer dan 27 miljoen kopieën zijn verkocht. Halo 3 had een omzet van 170 miljoen Amerikaanse dollars... in de eerste 24 uur! Halo speelt zich af in het jaar 2552. Reizen met snelheden groter dan die van het licht is dan mogelijk en de mensheid heeft een deel van het heelal gekoloniseerd, maar is ook in oorlog met een verbond van buitenaardse rassen. Als speler kun je verschillende voeruigen besturen, variërend van gepantserde jeeps (Warthog), tanks (Scorpion), zweeftuigen (Ghost) en een vliegtuig (Banshee), die allemaal door de speler kunnen worden bestuurd. Het spel is ontwikkeld door Bungie en uitgegeven door Microsoft Game Studios. Het wordt gerekend tot de beste first-person shooters op een spelcomputer ooit uitgegeven. Na het succes van de hoofdtrilogie volgden meerdere andere spellen, boeken en twee stripromans.
14
J F M AG AZ I N E
m e i 2014
J F M AG A Z I N E
15
HEt dagboek
Vrijdag Daniëlle is vrij van school vanwege een studiedag, dus ze gaat met me mee naar mijn werk. We rijden meteen de file in. Wat een drama die snelweg, maar het is een mooi moment om eens zonder al teveel prikkelingen een gesprek aan te gaan! Daniëlle woont doordeweeks nog in een pleeggezin en daar gaat het niet lekker. Sinds kort weet ze dat ze opnieuw ergens anders gaat wonen. Ditmaal in een gezinshuis om weer vaste grond onder de voeten te krijgen. “Zo meissie, hoe gaat het nu bij jou thuis?” Deze simpele vraag is genoeg om heel veel ellende over me heen te krijgen, maar ondanks alles is het fijn om te merken dat ze nog steeds zo open en vrij is om haar frustraties en ervaringen te verwoorden en te delen met mij.
geval voor tieners en ouders. Die tijd is gelukkig geweest. We rijden naar Zeeland en daar brengen we het weekend door samen met Lara en mijn ex-man, met wie ik gelukkig een goede band heb. Tijdens de rit hebben we het over Daniëlle‘s ervaringen in het gezinshuis. In de weken voor de herplaatsing zag ze er erg tegenop en zag ze overal spoken. Ieder positief geluid van mijn kant werd afgeserveerd met een negatief antwoord. Heel begrijpelijk, want haar vorige plaatsing heeft ze beslist niet als prettig ervaren. Ik vraag haar hoe het nu is na een volle vakantieweek daar te hebben doorgebracht. Ze is positief, maar ‘ze zijn wel heel erg streng hoor! Tijdens het voetballen moeten we zelfs in de speelkamer naast de tv-kamer zachtjes praten!’
“Vandaag zijn de familiebanden vooral leuk: we vieren carnaval in Heerlen.” Zondag Daniëlle heeft vandaag een wendag bij het gezinshuis waar ze de komende periode gaat wonen om tot rust te komen. De gezinshuisouder vraagt of ik Daniëlle weer kan oppikken om haar terug te brengen naar haar pleegmoeder, en of 19.30 uur goed is. Ik heb geen idee: dat is een vraag die ze misschien beter kan stellen aan haar huidige pleegmoeder. Zoals ik eigenlijk al verwachtte, wil zij dat Daniëlle om 19.00 uur thuis is zodat ze nog even samen de dag kunnen afsluiten. Anders heeft de pleegmoeder het gevoel dat ze alleen maar komt om te slapen. Jammer, want voor ons is dit niet zo handig.
Vrijdag Ik pik Daniëlle op bij haar pa, waar ze gezellig mee heeft gegeten en lekker heeft bijgekletst. Heel fijn dat dit weer mogelijk is. Hiervoor waren het steeds begeleide bezoeken en die bezoekkamers zijn een groot drama. In ieder
16
J F M AG AZ I N E
We komen in het donker aan en wat een heldere hemel! Ongekend, wat een hoop sterren. Ik krijg er spontaan een overenthousiaste bui van en kan niet meer stoppen met kakelen. Nadat we de andere twee begroet hebben, is zo’n beetje het eerste wat Daniëlle vertelt dat ik toch wel een heel rare tante ben die spontaan dronken wordt van de hemel!
Zaterdag Het is hier prachtig weer en de dames hebben al bekokstoofd wat te doen vandaag! Zwemmen staat op het programma. Maar eerst willen we naar de ‘Straô’, een folkloristisch ritueel waarbij de hoeven van paarden in de zee worden gewassen. Helaas kunnen we het festival niet vinden - iets wat voor ons zeer gewoon is - en eindigen we bij het strand. Hier ontdekken we al spoedig een ongeasfalteerd spoor en dat moeten we toch maar volgen. Dit resulteert in een wandeling van ruim twee uur, waarin de meiden aan
duinrollen, -surfen en glijden doen. Hierna vullen we onze hongerige magen en we zetten de dames af bij het zwembad. Een perfecte omgeving voor mijn twee waterratten. ’s Avonds maken we zelf pizza’s en de kids gaan volledig uitgeput slapen.
Zondag Lara en Daniëlle vermaken zich met de skelter en de space scooter, zodat mijn ex-man en ik even lekker kunnen hardlopen. Het weer is nog steeds prachtig en bij terugkomst zitten de meiden lekker aan de chips en voor de tv. ‘Hmm, dames eerst maar eens lunchen!’ Krabben vangen staat er voor vanmiddag op het programma, maar eerst maken we zelf hengels. We improviseren met touw, knijpers en gerookt spek en na veel zoeken gaan we op pad. Overal vinden we de skeletten van krabben, dus met de vangst moet het wel goedkomen. Nou, heel veel wind en hengelen verder... geen enkele krab te bekennen. Kennelijk hebben de meeuwen zich tegoed gedaan aan de gehele populatie. Maar mijn liefste pleegdochter bedenkt dat het dan wel handig is om wat spekreepjes aan de meeuwen te voeren. Ongelofelijk! Waar eerst slechts twee meeuwen waren, komt nu werkelijk de hele kolonie zeemeeuwen aanzetten! Brutaal als ze zijn, jagen ze de meiden krijsend na. Gegil klinkt nu van alle kanten: de meeuwen, de meiden en wij die bulderen van het lachen.
Maandag Vanavond ga ik naar de cursus ‘Positiever verder met je pleegkind’, die vanuit De Jutters wordt gegeven. Daarnaast volg ik ook nog bijeenkomsten voor beginnende pleegouders bij Jeugdformaat. Het levert behoorlijk wat regel- en meetwerk op om alles, naast mijn baan, zo in te plannen dat het voor iedereen leuk blijft. Maar de ervaringen en ook de handvatten die ik hier krijg aangereikt, zijn zo goed dat ik dit er graag voor over heb. Zo kan ik samen met mijn dochter toewerken naar de tijd dat Daniëlle voltijd bij ons komt wonen.
N U MME R 21
Zaterdag Dat ik de tante van Daniëlle ben, maakt het soms heel erg gemakkelijk om snel te schakelen met ouders, grootouder, andere pleegouders of overige familie. Door die familiebanden is het soms ook heel moeilijk om niet bevooroordeeld te zijn of dingen niet ongemerkt te informeel te laten verlopen. Maar vandaag zijn de familiebanden vooral leuk. We vieren carnaval in Heerlen. Lara en ik gaan naar mijn moeder, waar Daniëlle’s oudere zus ook woont. Daniëlle komt samen met haar moeder, mijn zus. We slapen allemaal bij oma. Wat een gekrakeel: zes kippen op het nest!
m e i 2014
Wel extra leuk, want dit biedt mij de kans Daniëlle nogmaals te zien buiten onze weekendregeling om. Bovendien kan ik eens zien hoe het gaat wanneer mijn pleegdochter samen met haar moeder is. We genieten, maar het is vooral ook heel vermoeiend. De kids genieten het meest van de optochten en de ongekende hoeveelheid snoep die rond wordt gestrooid.
Zondag Terug naar huis. Onderweg wordt er luid meegezongen met de radio en gekletst over het afgelopen weekend. We eten bij mijn ex-man en daarna breng ik pleegkindlief terug naar het gezinshuis.
Daniëlle ziet haar kans schoon en laat Lara, nadat ze dit keurig gevraagd heeft, haar kamer zien en de twee lieve poezen. Gelukkig loopt het op dit moment prima in het gezinshuis en ik ben blij dat mijn nichtje eindelijk toekomt aan kind zijn. Tegenwoordig komt ze met verhalen en nieuwe ervaringen bij ons thuis en, voorzover ik kan zien, zit ze prima in haar vel. ö Redactie Marlène Reeuwijk * De naam ‘Daniëlle’ en de foto (pagina 15) zijn niet echt.
J F M AG A Z I N E
17
Jongerenraad en digitalisering
gezinshuis online
Anthony (17) woont in de 16+voorziening Bananengaarde en zit in onze Jongerenraad
Gezinshuisouder Lianne van der Made:
“Mijn telefoon is echt een onderdeel van mij” A
nthony is bijna vergroeid met zijn smartphone. “Ik doe vooral veel met Facebook, Instagram, Whatsapp en Snapchat [een app waarmee je foto’s kunt delen die na een paar seconden worden verwijderd red.]. En als er iets nieuws is, probeer ik dat altijd uit. Maar bellen en live afspreken doe ik ook nog steeds, hoor. Je kunt via Whatsapp, ondanks alle smileys, niet altijd goed de toon inschatten. En het is toch persoonlijker als je je vrienden echt spreekt.”
“Ook in huis Whatsappen we met elkaar”
Streng leidt tot stiekem Het team van de Bananengaarde deelt een smartphone die op het kantoor ligt. “Dat is wel heel handig. Als je wat later bent, kun je even Whatsappen. Dat kost niks en je hoeft niet te bellen.” Anthony vindt het niet nodig dat hulpverleners zich veel met het digitale leven van jongeren bemoeien. “Voor kinderen onder de twaalf is het wel goed dat het in de gaten wordt gehouden en dat ze bijvoorbeeld niet op bepaalde websites kunnen, maar daarna is dat echt niet meer nodig. Zeker bij jongens niet, want wat kan er gebeuren? En als hulpverleners er heel streng in zijn, gebeurt het toch stiekem.”
Laptops met verschillende rechten In de vergaderingen van de Jongerenraad komen onderwerpen als de digitalisering van het hulpverleningsplan en internet op de voorzieningen ook aan bod. “We vinden dat alle locaties wifi moeten hebben. Op de meidencrisisopvang kan dat een probleem zijn, omdat daar meisjes wonen die vanwege loverboys niet op bepaalde websites mogen”, zegt Anthony. “Ik heb voorgesteld om daar laptops met verschillende rechten neer te zetten. Met nummer 3 kun je bijvoorbeeld niet op Facebook en Twitter, met nummer 5 mag je overal op. Dat komt dan overeen met de afspraken die je maakt.” ö Door Moniek Poerstamper
Wat is Snapchat? Snapchat is een sociale app waarmee je elkaar foto’s kunt sturen die na een aantal seconden verdwijnen. Dus foto’s waarbij je een lelijk gezicht trekt, kun je eindelijk voor de grap delen met je vrienden! De app is populair bij jongeren, juist vanwege het feit dat de foto’s niet blijvend zijn. Maar.. in drie seconden kun je een printscreen te maken, waardoor de foto blijft bestaan. En natuurlijk zijn hackers ook alweer volop aan de gang.
18
J F M AG AZ I N E
N U MME R 21
L
ianne van der Made en Martijn Plomp vangen in hun gezinshuis in Bodegraven drie kinderen op van 6, 11 en 15 jaar. En zeker bij de twee oudsten spelen Whatsapp, Facebook en andere sociale media een rol. Als gezinshuisouders gaan zij er vol in mee. “Martijn heeft een kreet opgenomen op zijn telefoon die hij vanuit de keuken via Whatsapp verstuurt naar Melissa als ze boven zit: ‘We gaan éééten!’”, vertelt Lianne.
Foto’s liken
Zij ziet vooral de toegevoegde waarde van al deze apps en netwerken. “We merken bijvoorbeeld dat Facebook heel erg helpt in het contact met ouders en familie. Jesse van 11 chat altijd op maandagavond met zijn moeder via Facebook. Eerder hadden ze de afspraak om één keer in de week te bellen en dan was hij altijd chagrijnig en kwam er weinig uit. Het chatten vindt hij leuk”, merkt Lianne. “Hij kan iets langer nadenken over een antwoord en speelt tegelijk een spelletje op de computer.”
Vooral veel lol
m e i 2014
“Melissa en Jesse hebben ons toegevoegd als vrienden op Facebook. Zo krijgen we mee wat ze daar doen”, aldus Lianne. “Als Melissa een leuke nieuwe foto plaatst, dan like ik die en als ze iets plaatst waarover ik mijn twijfels heb, dan ga ik daar ’s avonds het gesprek over aan. Doordat het onderwerp ook vaak ter sprake komt als het over leuke dingen gaat, kan dat heel gemakkelijk.”
Ook zelf zijn Lianne en Martijn actief op Twitter en Facebook. Lianne: “We gebruiken het vooral als positieve publiciteit voor het gezinshuis. We zijn zelf heel enthousiast over het werk dat we doen, maar merken dat we vaak vragen krijgen als: ‘Is het niet zwaar?’ We willen laten zien dat wij vooral veel lol hebben met de kinderen. Natuurlijk zijn er ook serieuze en moeilijke momenten, maar we maken er met zijn vijven het beste van.” ö Door Moniek Poerstamper
J F M AG A Z I N E
19
Verslaving aan internet en gamen
Jerry van Kampen, verslavingsexpert van Brijder:
“Soms gamen kinderen met een emmer op de kamer om in te plassen”
“O
uders zijn vaak erg bang voor een verslaving. Natuurlijk is het veel als je kind drie uur per dag zit te gamen en is het beter als hij buiten zou spelen”, zegt Jerry, “maar als de schoolresultaten niet achteruitgaan en het kind sport en vriendjes heeft, is er niet per definitie sprake van verslaving.” Hij legt uit dat Brijder een risico-inventarisatie heeft om na te gaan in hoeverre een kind of jongere verslaafd is. Heeft het kind bijvoorbeeld last van rusteloosheid of irritatie als hij niet op internet kan en is er sprake van slaaptekort of verminderde hygiëne? Ook de mate waarin een kind kan voldoen aan dagelijkse verplichtingen en of het in gedachten altijd bij het gamen is, spelen mee.
Begrip en regels Vaak is het gelukkig nog niet zo ver en kun je volgens Jerry als (pleeg)ouder echt wel het één en ander doen. Hij adviseert bijvoorbeeld: “Ga er eens bij zitten als je kind zit te gamen of op Facebook zit en toon interesse. Een kind voelt zich dan begrepen, je kunt er samen over praten en je leert er de positieve punten van in te zien. Daarna kun je duidelijke regels stellen, bijvoorbeeld dat hij niet iedere dag mag gamen en dat de telefoon tijdens het eten en ’s nachts uit moet.” Als ouder, docent of hulpverlener is het belangrijk om op de hoogte te zijn van sociale media en wat hier gebeurt. Jerry: “Kinderen moeten worden ingelicht over de gevaren ervan. En ze moeten weten dat als ze iets tegenkomen als cyberpesten of loverboys op internet, ze altijd bij een volwassene terecht kunnen.”
Digitale vrienden
‘Mijn kind zit wel drie uur op een dag achter een computerspel, is dat normaal? Hij wil als we gaan eten zijn telefoon niet wegleggen, wat doe ik daar aan?’ De laatste jaren merkt Jerry van Kampen van Brijder Verslavingszorg dat er steeds meer vragen binnenkomen van bezorgde ouders over het internetgebruik en gamegedrag van hun kinderen. Ook op scholen en onder meer bij Jeugdformaat geven Jerry en zijn collega’s voorlichting aan jongeren, waarin dit onderwerp steeds vaker aan de orde komt.
“Er zijn situaties bekend van kinderen die bij het gamen een emmer op de kamer hebben staan om in te kunnen plassen. Ook in het geval van sociale media kan het heel heftig zijn”, vertelt Jerry. “Sommige meisjes zetten om 3 uur ’s nachts hun wekker om te checken of ze berichtjes hebben.” Vooral bij gamen is de risicogroep heel duidelijk. “Het overgrote deel van de verslaafden zijn jongens. ADHD, ADD, autisme, onzekerheid of een sociale fobie speelt daar regelmatig een rol in. Vaak doen ze spellen die met een moeilijke naam Massively Multiplayer Online Role-Playing Game heten”, legt Jerry uit. “Daarin speel je met een community, dus je maakt vrienden. En er is sprake van continued triggering: het spel blijft je uitdagen en het is nooit uitgespeeld. Jongeren voelen zich daar prettig bij en krijgen complimenten van hun vrienden, die ze in het
20
m e i 2014
J F M AG AZ I N E
N U MME R 21
gewone leven misschien niet krijgen. En dus blijven ze maar doorspelen, want je vrienden laat je toch niet in de steek?”
Achterliggende oorzaak In dit soort gevallen – als het echt uit de hand loopt – geeft Brijder leefstijltrainingen. Hierin praat een behandelaar met een jongere over de voor- en nadelen van zijn of haar gedrag. “Voordelen van gamen kunnen bijvoorbeeld zijn dat jongeren nieuwe contacten leggen en dat ze een leuk tijdverdrijf hebben. Maar aan de andere kant hebben ze veel ruzie met ouders, kunnen ze zich slecht concentreren op school en zien ze vrienden uit de buurt steeds minder”, somt Jerry op. “We proberen inzicht te geven in het gedrag en alternatieven te vinden. Daarnaast zoeken we naar de achterliggende oorzaak. Vaak is het overmatig gamen of internetgebruik een symptoom van een groter probleem waar aan moet worden gewerkt.” ö Door Moniek Poerstamper
Chatten over verslaving Heeft jouw (pleeg)kind of een jongere waar je mee werkt problemen door overmatig gamen of ander internetgebruik? Op de website van Brijder vind je meer informatie. Ook kan een jongere hier op werkdagen tussen 13 en 19 uur chatten met een medewerker van Brijder of het Trimbos Instituut. Ga naar www.brijderjeugd.nl.
J F M AG A Z I N E
21
De helpdesk
Digitaal werken
De vier meest gestelde vragen… en antwoorden! Met computerproblemen kun je terecht bij collega’s Richard Felix en Maureen Kaffa van de Helpdesk. Maar sommige dingen kun je zelf oplossen of je kunt ervoor zorgen dat je de juiste gegevens bij de hand hebt als je de Helpdesk belt. De vragen en meldingen die Richard en Maureen het meest tegenkomen:
1
Ik ben mijn wachtwoord vergeten / het is vergrendeld. Met stip op 1! Bel de Helpdesk, zodat je wachtwoord gereset of ontgrendeld kan worden. Zorg voor een reset dat je je personeelsnummer bij de hand hebt (dit is het nummer dat je gebruikt om te printen en dat op je loonstrookje staat). Kies hierna zelf een nieuw wachtwoord dat niet te ingewikkeld is.
3
Ik heb problemen met thuis inloggen. Soms gebeurt het dat een collega die thuis een nieuwe computer heeft of een computer waarop automatische updates zijn uitgevoerd, niet meer in de Jeugdformaat omgeving kan inloggen. Ga na of je de juiste programma’s op je computer hebt staan. In principe is een browser zoals Internet Explorer, Google Chrome en/of Safari én een Java installatie voldoende. De site zal zelf de ontbrekende software aanbieden!
4
Mijn laptop of stekkertje is kapot. Richard en Maureen helpen je hier graag bij. Maak van tevoren even een afspraak, dan zorgen ze dat ze genoeg tijd voor je hebben.
J F M AG AZ I N E
“Die laptop is bijna de rode draad in mijn werk” Ze was één van de eerste ambulant hulpverleners bij Jeugdformaat die twee jaar geleden een laptop kregen. Suzanne Koeman weet inmiddels bijna niet beter, maar is nog steeds enthousiast over de manier van werken die mogelijk is geworden met de komst van de draagbare computer. “Ik doe echt heel veel met die computer. Ik heb hem altijd bij me”, aldus Suzanne. “Die laptop is bijna de rode draad in mijn werk. Erg hè!” name via hun mobiele smartphone. Het online invullen van aanmeldformulieren gaat daarmee toch minder gemakkelijk. “In de coachingsgesprekken met jongeren speelt de laptop dan ook een grote rol”, zegt Suzanne. “Even een aanmeldformulier invullen voor Woonnet Haaglanden door een jongere is dan zo gebeurd. En ik zit er naast, zodat ik er op kan toezien dat het ook goed gaat.”
2
Hoe stel ik mijn Jeugdformaat e-mail in op mijn telefoon? Met een aantal simpele stappen kun je je account synchroniseren op je smartphone. Zoek op intranet het document ‘Opstartinstructie Samsung’. Hierin staat een duidelijke uitleg over het instellen van je e-mailaccount op je smartphone.
Tip! Storing op je PC? Start de computer even opnieuw op en kijk de bekabeling na: zit alles goed vast waar het hoort? Dat kan nooit kwaad en lost een groot deel van de problemen al op!
t a a m r o f d g u e J k s e d Service 070 850 11 11 22
16+coach Suzanne Koeman en haar computer:
N U MME R 21
Uitkomst
S
uzanne Koeman is 16+ coach in Zoetermeer en ze doet dit werk nu zo’n tweeënhalf jaar met veel plezier. “Het is een leuke doelgroep waarmee ik werk. Je kunt als coach echt het gesprek met de jongeren aangaan. Ze hebben vaak al een behoorlijke geschiedenis in de jeugdhulpverlening en weten dus goed wat ze willen en niet willen”, merkt Suzanne op. “Ik denk dat ik makkelijk kan aansluiten bij de jongeren. Maar als coach ben ik er ook niet voor om ze te vertellen wat ze precies moeten doen. Ik sta veel meer naast ze en help ze om hun doelen te bepalen. Ik heb echt een leuke baan.”
m e i 2014
‘Ideaal toch?’ De laptop van Jeugdformaat gaat bij Suzanne altijd mee. “Zit ik in een gesprek met een jongere, bijvoorbeeld bij een opleiding, en er komt een vraag over een dossier, dan klap ik hem even open. Sinds de komst van de computer loop ik niet meer rond met dikke dossiers van jongeren. Die gegevens staan in mijn computer. En als iemand een document nodig heeft, dan kan ik het vanaf iedere plek direct e-mailen. Ideaal toch?”
Erg online Jongeren uit de 16+ doelgroep zijn over het algemeen ‘erg online’. Maar dan met
Suzanne merkt dat het jongeren vaak makkelijker afgaat om via een digitaal berichtje een bepaalde gemoedstoestand te benoemen dan in een persoonlijk gesprek. “Iets via je smartphone van je af schrijven is vaak makkelijker voor hen. Soms ontvang ik een lang bericht via Whatsapp van een jongere. Maar dat is niet de geëigende weg om in contact te zijn met hen. Ik antwoord dan niet inhoudelijk, de privacy is via Whatsapp immers niet gegarandeerd. Die berichten plak ik dan in mijn dossier, om er vervolgens in een persoonlijk contact op terug te komen.” Hoewel Suzanne het persoonlijke en menselijke contact veruit prefereert boven het digitale, ziet ze wel toekomst in een mobiele mogelijkheid om in verbinding met haar cliënten te blijven. “Als ik aan mijn jongeren denk, dan weet ik dat mobiel contact via een app of iets dergelijks een uitkomst zou zijn!” ö Door Marcel Paapst
J F M AG A Z I N E
23
Collega’s in beeld
Michella Schotborgh en Michelle Oldenboom-Adoptie
Michella Schotborgh (rechts) is ambulant hulpverlener en Michelle Oldenboom-Adoptie (links) gedragswetenschapper. Onze droom: Ooit terugkeren naar Curaçao en live onze bijdrage leveren aan het eiland en onze mensen. Mooiste boek: Michella: boeken van de schrijver Khaled Hosseini, Michelle: Dubbelspel van F.M. Arion, het beschrijft op een bijzondere manier de thema’s die een rol spelen in de Curaçaose cultuur. Thee / koffie: Allebei verse muntthee! Na de middelbare school zijn Michelle en Michella los van elkaar naar Nederland gekomen om te studeren. Samen met collega’s van Sint Maarten en Bonaire vormen zij nu de kerngroep Netwerk Caribische Gedragswetenschappers (NCG). Onze passie... We willen een brug slaan tussen de collega’s hier en in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Samen werken we aan verbetering en ontwikkeling in de jeugdhulpverlening door kennis en informatie te delen. Zo doen we dat... Op Facebook hebben we een besloten groep waarvan psychologen en orthopedagogen lid kunnen worden. We discussiëren over allerlei onderwerpen, beantwoorden vragen van elkaar en plaatsen interessante artikelen of informatie. Ook verzorgen we lezingen en workshops gerelateerd aan cultuur, taal en integratie. Onze wens is deze lezingen ook op de eilanden te gaan geven. Dit geef ik mijn collega’s graag mee... Intercultureel werken is niet zozeer een methode van werken, maar een basishouding en een manier om bewust naar je zelf en de wereld om je heen te kijken. Benieuwd welke onderwerpen er spelen in de jeugdhulpverlening op Curaçao? Michelle en Michella vertellen er meer over op www.jeugdformaat.nl/curacao ö Door Brigitte Lussing