Dieetadvies na een maagresectie
Diëtetiek
Inleiding U bent door de arts naar de diëtist doorverwezen, omdat u een maagoperatie hebt ondergaan. Afhankelijk van het type maagoperatie dat is verricht, kunnen er moeilijkheden met de voeding optreden. In dit boekje vindt u informatie over: • de maag en de mogelijke problemen die u kunt ondervinden • adviezen voor een gezonde, aangepaste voeding. De spijsvertering Het voedsel komt via de slokdarm in de maag. Dit is een groot orgaan dat tot taak heeft het voedsel tijdelijk op te slaan en te vermengen met het maagsap. Dit maagsap bestaat uit zoutzuur, slijm en stoffen die betrokken zijn bij de eerste fase van de voedselvertering. De spierlagen van de maagwand kneden het maagsap door het voedsel. De voedselbrij die zo ontstaat is al ‘voorbewerkt’ en verlaat met tussenpozen de maag. De sluitspier (pylorus) zorgt dat de voedselbrij enige tijd in de maag blijft zodat het maagsap zijn werk kan doen. Als het voedsel de maag verlaat, komt het in de twaalfvingerige darm en dunne darm waar het, met hulp van spijsverteringssappen, verder verteerd wordt en waar voedingsstoffen die het lichaam nodig heeft in het bloed worden opgenomen. Mogelijke klachten na de maagoperatie De volgende klachten en problemen kunnen optreden na een operatie waarbij (een deel van) de maag is verwijderd: • De maag is verkleind, waardoor de opslagfunctie verminderd is. Als gevolg hiervan kunt u na een kleine maaltijd al een verzadigd gevoel hebben. Om toch voldoende voeding binnen te krijgen is het goed om de eerste tijd na de operatie elke 2 uur iets te eten en de voeding over 6 tot 8 maaltijden te verdelen. • U kunt last hebben van oprispingen, zuur-branden, misselijkheid of braken. De diëtist kan u adviseren hoe u uw voedingspatroon het beste kunt aanpassen. • Het voedsel komt sneller in grote hoeveelheden in de dunne darm terecht. Dit wordt ‘dumping’ genoemd. De dunne darm wordt hierdoor uitgerekt. Sommige voedingsstoffen worden sneller dan normaal in het bloed opgenomen. Dit kan na de maaltijd klachten geven als misselijkheid, transpireren, beverigheid of een sterk hongergevoel. Door de voeding in vele kleine porties over de hele dag en avond te verdelen, wordt voorkomen dat te grote hoeveelheden tegelijk in de dunne darm komen. • Als u veel drinkt tijdens het eten, wordt het voedsel verdund. Het verlaat dan sneller de maag. Dit kan klachten geven. Daarom is het verstandig om bij de maaltijd niet meer dan één kopje vocht te drinken. • Wij adviseren u om bij het drinken (soep, koffie, thee, etc.) een kleinigheid te eten, zoals een soepstengel, toastje, biscuitje of koekje. Het vocht wordt hierdoor enigszins gebonden. • Soms wordt melk niet goed verdragen omdat het te snel in de darmen komt. Kleine hoeveelheden vla, pap of zure melkproducten zoals yoghurt, kwark en karnemelk worden meestal wel verdragen.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
2
De meeste problemen met de voeding blijken tijdelijk van aard te zijn. Veel patiënten weten op den duur welke producten goed en minder goed verdragen wordt. Het is de moeite waard om de voedingsmiddelen die klachten geven na een tijdje weer eens te proberen. Richtlijnen voor gezonde, aangepaste voeding • Gebruik een normale gezonde voeding met voldoende voedingsvezels. • Eet kleine porties, verdeeld over de dag en avond. Bij voorkeur 6 tot 8 maaltijden. • Wij adviseren u het voedsel goed fijn te snijden, rustig te eten en goed te kauwen. Door goed te kauwen wordt het voedsel in kleine stukjes verdeeld. Hoe kleiner de voedseldeeltjes zijn, hoe beter de maag het kan verwerken. Dit geldt vooral voor draderige, vezelige groenten en fruit zoals: andijvie, asperges, bleekselderij, rabarber, grove peultjes, citrusfruit, ananas, vijgen, kokosnoot, mango, perzik. N.B.: Na een totale maagresectie is het aan te raden citrusfruit, zoals sinaasappel, mandarijn, grapefruit, citroen te vermijden. • Drink minimaal 1½ liter vocht per dag. • Drink bij voorkeur een half uur vóór of een half uur na de maaltijd. Beperk de hoeveelheid vocht tijdens de maaltijd tot ongeveer 1 kopje. • Gebruik de soep ongeveer een half uur vóór de maaltijd en het nagerecht een uur na de maaltijd. Aanbevolen dagmenu voor volwassenen Goede voeding voor volwassenen bevat per dag: • 2 à 3 bekers melk, karnemelk, yoghurt of vla • tenminste 4 sneetjes brood • 1 à 2 plakken kaas • 2 à 3 plakken vleesbeleg • 100 gram vlees, vis, kip, ei of tahoe • 4 opscheplepels groente • aardappelen naar behoefte • 2 porties fruit • 20 tot 35 gram halvarine, margarine, bak- en braadproduct.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
3
Voorbeeld dagmenu na maagoperatie Ontbijt • 1 à 2 sneetjes bruinbrood • besmeerd met margarine of boter • belegd met vleeswaren en/of kaas In de loop van de morgen • 1 sneetje bruinbrood of 2 beschuiten • besmeerd met margarine of boter • belegd met vleeswaren en/of kaas • 1 kop melk of yoghurt Warme maaltijd • Eventueel een half uur voor de maaltijd: soep • 1 kleine portie aardappelen • portie vlees met jus • portie groente • Eventueel 1 uur na de maaltijd: pudding of fruit. In de loop van de middag • 1 sneetje bruinbrood of 2 beschuiten • besmeerd met margarine of boter • belegd met vleeswaren en/of kaas of belegd met zacht fruit, zoals appel of banaan • 1 kop melk of yoghurt. Souper • 1 à 2 sneetjes bruinbrood • besmeerd met margarine of boter • belegd met vleeswaren en/of kaas. In de loop van de avond • 1 sneetje bruinbrood • besmeerd met margarine of boter • belegd met vleeswaren en/of kaas • 1 portie fruit. Tenslotte Als u nog vragen of onduidelijkheden hebt, kunt u contact opnemen met de diëtist. De bereikbaarheidsgegevens vindt u op de achterzijde van dit boekje.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
4
Diëtetiek Meldpunt Oost 02 (Interne geneeskunde) Telefoon informatie 088 - 459 7636 Bereikbaar van 8.30 tot 16.30 uur
© 09-2012
Voedingscentrum Postbus 85700 2508 CK Den Haag Telefoon: 070 - 306 88 88 Website: www.voedingscentrum.nl
877
Internet www.orbismedischcentrum.nl