Een uitgave van de Grootouders- en Seniorenactie van de Gezinsbond 25 oktober 2013 - nummer 4 3
INHOUD 1-2
Pensioenhervorming
3
Column Willem Vermandere Fruitboer met blik op morgen Stamboom Ik moet de lof zingen van het puin van mijn grootvader, te jong om te sterven met de goede moed van een kind begonnen aan zijn eeuw aan de heropbouw van de verwoeste gewesten
4-5
Ik moet mijn grootmoeder bedanken de schrapnels, scherven, Spaanse griep omdat zij, oud geworden, het verhaal vertellen kon hoe hij in de winkel haar hand kwam vragen
Oorlog en trauma
Ik moet de lof zingen van de doden en het puin excuseer, ik wou graag leven ik ben geen held, ik ben zoals zij alleen ontsnapt aan het ergste, te jong om te sterven met goede moed begonnen aan mijn eeuw
6-7
Herman Leenders (°1960)
Tips voor trips
Honderd jaar WO I staat nu al nadrukkelijk op de agenda. Ruimschoots voor aanvang van 2014 is de herdenkingskoorts al voelbaar. Hoe herdenken we een wereldoorlog en hoe zorg je ervoor dat ook de volgende generaties dat doen? In deze Aktief vind je een gesprek met Piet Chielens over de dubbeltentoonstelling ’Oorlog en Trauma - Soldaten en Ambulances’ en ook op onze Grootoudersontmoeting 2013 staan we stil bij ’14-’18. Bijgaand gedicht is geschreven in opdracht van de Meetjeslandse cultuurdienst COMEET. Het is terug te vinden in het boek ’De oorlog verslaan’. Grégoire De Poorter zorgde voor het fraaie fotowerk (meer info via www.eerstewereldoorlogmeetjesland.be). RDS
8
De Pensioenhervorming I
n het regeerakkoord van de regering Di Rupo I is de pensioenhervorming een belangrijk item. Een steeds hogere levensverwachting betekent immers ook langer een pensioen ontvangen. Bovendien gaan velen ook graag ’op tijd’ met pensioen. Een combinatie die op langere termijn financieel moeilijk houdbaar is. We zetten een aantal ingrepen op een rijtje. De gepensioneerden onder ons hoeven niet verontrust te zijn. De veranderingen hebben immers slechts betrekking op toekomstige pensioenen.
Het vervroegd pensioen In 2012 kon je nog op 60 jaar met vervroegd pensioen gaan op voorwaarde dat je 35 loopbaanjaren kon aantonen. Vanaf 2013 stijgt de minimumleeftijd echter ieder
jaar met zes maanden om te eindigen op 62 jaar in 2016. Ook het minimum aantal loopbaanjaren stijgt tot 40. Werknemers of zelfstandigen die minstens 41 of 42 loopbaanjaren aantonen kunnen eventueel nog steeds op 60, respectievelijk 61 jaar op pensioen gaan. Voor alle duidelijkheid, de normale pensioenleeftijd bedraagt 65 jaar en hieraan verandert niets, dit in tegenstelling tot sommige buurlanden. Let op, verwar het vervroegd pensioen niet met het ’brugpensioen’ dat ondertussen trouwens van naam is veranderd en nu ’werkloosheid met bedrijfstoeslag’ heet. Door deze naamsverandering wil men de bruggepensioneerden aanmoedigen om opnieuw aan de slag te gaan - wat in ieder geval geen gemakkelijke opdracht is! Het huidige imago van het ’brugpensioen’ als een soort van vervroegde pensionering zou hierdoor moeten verdwijnen.
Coördinatie: Ronny De Schuyter Werkten mee aan dit nummer: Chris Dutry, Ronny De Schuyter, Willem Vermandere, Paul en Barbara Verstraete en Philip Windey Eindredactie: Jef Bergmans Lay-out: Tessa De Ceuninck ’Aktief’ is een uitgave van de Grootouders- en Seniorenactie van de Gezinsbond en verschijnt vier keer per jaar als bijlage bij De Bond. Troonstraat 125, 1050 Brussel, tel. 02-507.89.45,
[email protected]
25 oktober 2013
2 2 / AKTIEF AKTIEF Zelfstandigen kennen nog steeds het systeem van de verminderingspercentages op hun pensioenbedrag. Per jaar vervroegde pensionering dienden zij vroeger 5 % op hun pensioen in te leveren. Voor pensioenen vanaf dit jaar werd het verminderingspercentage verlaagd en bovendien afgeschat voor een pensionering op 63 jaar of indien er 41 loopbaanjaren kunnen bewezen worden. Vanaf 2014 worden de verminderingspercentages volledig afgeschaft.
eens toegepast op het tijdskrediet zonder motief met uitzondering van een jaar volledige onderbreking, van twee jaren halftijdse onderbreking of vijf jaren 1/5 onderbreking. Voor het tijdskrediet met motief is de beperking niet van toepassing net zoals voor het tijdskrediet in het kader van de landingsbanen (50plussers) en voor de thematische verloven, beter bekend als het ouderschapsverlof, het verlof voor medische bijstand of het palliatief verlof.
Gelijkgestelde periodes
Pensioenbonus
Ieder gewerkt jaar bouwen we een stukje op van ons pensioen. Hoe hoger ons loon, hoe meer pensioenopbouw, weliswaar beperkt tot een loonplafond van een goeie 51.000 euro per jaar. Maar ook voor een aantal niet-gewerkte periodes zoals werkloosheid, tijdskrediet, loopbaanonderbreking... bouwen we een pensioen op. Tot vorig jaar werd voor deze gelijkgestelde periodes het laatste normale loon gebruikt. Vanaf dit jaar is de gelijkstelling echter minder genereus. Zo wordt het pensioen voor de derde periode werkloosheid voortaan slechts berekend op basis van het beperkt fictief loon ten bedrage van 22.189,36 euro per jaar. Dit kan een verlies van een goeie 25 euro bruto pensioen per maand betekenen. Ook voor de periode werkloosheid met bedrijfstoeslag, de bruggepensioneerden dus en voor zogenaamde pseudo-bruggepensioneerden (Canada Dry-regeling) is dit lage bedrag van toepassing, althans tot en met de maand van de 59ste verjaardag. De beperking wordt even-
Om mensen langer aan het werk te houden, werd de pensioenbonus bedacht. Voor ieder jaar dat men na de vervroegde pensioenleeftijd blijft werken, wordt er een bonus toegekend bovenop het pensioenbedrag. Het huidige systeem eindigt dit jaar en wordt vervangen door een nieuwe pensioenbonus die weliswaar minder voordelig is. Vanaf 2014 begint de opbouw van de pensioenbonus ten vroegste één jaar na de mogelijke vervroegde pen-
sioendatum. Het bonusbedrag per gewerkte dag bedraagt voor de eerste 12 maanden 1,50 euro om per jaar met 20 eurocent per dag te stijgen naar 2,50 euro vanaf het 6de jaar. Gelijkgestelde dagen tellen niet meer mee voor de bonusberekening maar er wordt wel gerekend in een 6-dagenstelsel. Werkt u voltijds gedurende 1 maand dan betekent dit 26 dagen. In de veronderstelling dat u 240 effectief gewerkte dagen per jaar kunt aantonen, levert de pensioenbonus voor de eerste 12 maanden u dus een extra pensioen op van 360 euro per jaar of 30 euro per maand. Een bijkomend jaar geeft u 408 euro per jaar of 34 euro per maand extra. Vanaf het 6de jaar komt er 600 euro per jaar of 50 euro per maand bij. Langer blijven werken loont dus effectief de moeite, ook na de hervorming. Een samengestelde bonus (oud + nieuw systeem) is bovendien mogelijk.
Toegelaten beroepsactiviteiten Zelfstandigen en werknemers die 65 jaar zijn en 42 loopbaanjaren
Meer weten? * Sociaal-juridische dienst Gezinsbond, via tel. 02-507 88 66 of
[email protected] * Rijksdienst voor Pensioenen, www.onprvp.fgov.be * Rijksinstituut voor de sociale verzekering der zelfstandigen, www.rsvz.be * Pensioendienst voor de overheidssector, www.pdos.fgov.be of via de gratis Pensioenlijn (1765) voor werknemers, zelfstandigen en ambtenaren.
hebben mogen nu onbeperkt bijverdienen zonder hun pensioen te verliezen. 65-jarigen die niet voldoende loopbaanjaren kunnen aantonen mogen 17.492,17 euro per jaar bijverdienen als zelfstandige of 21.865,23 euro als werknemer. Voor gepensioneerden met kinderlast ligt het bedrag nog hoger. Bij een overschrijding van het grensbedrag tot maximum 25 % dient het overschrijdingspercentage in mindering gebracht te worden van het pensioen. Boven 25 % verliest men zijn pensioen. Tot voor kort bedroeg dit percentage slechts 15 %. Vergeet natuurlijk niet ’hoe hoger het totale inkomen, hoe hoger de belastingdruk’. Om te berekenen welk effect de bijverdiensten hebben op de totale belastingen kan er best een belastingsimulatie gemaakt worden. Onze leden kunnen hiervoor steeds terecht bij de sociaal-juridische dienst. (zie kader) Bovenstaande wijzigingen werden in het kort toegelicht. De wetgeving is echter heel wat complexer met tal van uitzonderingen en overgangsmaatregelen. Laat u dus steeds deskundig adviseren voor belangrijke beslissingen op pensioenvlak. In ieder geval stopt hiermee de pensioenhervorming niet. Ook het overlevingspensioen, de inkomensgarantie voor ouderen met lage pensioenen en de eenheid van loopbaan liggen op tafel ter discussie. Er komt dus ongetwijfeld nog een vervolg.
Philip W indey
Paul (tekst) en Barbara (tekening) Verstraete
25 oktober 2013
AKTIEF / 3 COLUMN / Willem Vermandere
o begint al jaren mijn zondag... terwijl mijn dorpsgenoten ter kerke trekken ontbijt ik met ’Match of the day’ op tv. Niets dan hoogtepunten uit het Engelse voetbal. Mijn grote zorg is vooral: wat heeft Manchester United gedaan? That’s the question! Ben ik gek geworden, dat ik me daar zo voor opwind? Sedert ze hun ouwe trainer Ferguson kwijt zijn, beginnen die Rooneys en Van Persies zeer pijnlijk te verliezen. Dweep dan liever met stadsrivaal City, of Chelsea of met het ouwe glorieuze Liverpool. Dat doet de ware supporter niet! Hij blijft trouw. In tijden van grote nood moet hij geloven en blijven hopen en met liefde zijn ploeg koesteren. Ik zal ’t u vertellen... voetbal is godsdienst! Heel straffe godsdienst! Dat was een ouwe droom, ooit eens ginder in Engeland een voetbalmatch van mijn favoriete ploeg live meemaken. Goede vrienden wisten dat en voor mijn zeventigste verjaardag hebben ze mij, (bijna vier jaar geleden) meegepakt naar Manchester. Wat een godsgeschenk! Nu pas durf ik daarover berichten. Ik beken u eerlijk, van dat avontuur ben ik nog altijd niet bekomen. Mijn leven zal nooit meer zijn zoals voorheen. Ik heb alle kathedralen in Noord-Frankrijk bezocht, zelfs de ’Sagrada Familia’ in Barcelona. Ik ben dus ook in ’Old Trafford’ binnengegaan en ik was
getuige van een spetterende overwinning tegen AC Milaan, alstublief, 4-1. Mijn levenscyclus is rond. Ik mag nu rustig deze wereld verlaten, ik weet hoe de toekomstige hemel eruit ziet en wat ons daar te wachten staat. Alle wegen leiden naar Old Trafford. Dit is het allerheiligste van alle heiligdommen. Je volgt gewoon de stroom van 75.000 mensen. Wees niet gehaast, uw plek is voorbehouden. Heb je nog honger, geen probleem, rondom het stadion zijn kraamkes met fish & chips, zomaar uit het vuistje. Dat is het onovertroffen oervoedsel van de echte supporter. Daar kan geen driesterrenmenu tegenop. Je hebt noch bord noch bestek nodig en geen maître d’hotel zal uw eetlust bederven. Gelukzalig sta je daar je gebakken visje en wat friet op te peuzelen tot je enkel nog wat verfrommeld vettig papier overhoudt. Rustig maar, je hebt nog tijd om ginder in die pub een Guinness te drinken. Barbaar met de barbaren, dat moet je altijd zijn op reis. We hebben zonder moeite onze toegangsdeur gevonden. Van dan af is ’t klimmen, hoger en nog hoger. Dan geschiedt plots het wonder. Daar in de diepte, die groene rechthoek, overgoten van ’t zuiverste licht, daar ligt de volmaakte grasmat, waarlijk het middelpunt van de aarde. Hier hebben ze allemaal hun goddelijke kunsten getoond
foto: Jan Verhaeghe
Mijn voetbalkapel Z
en ons in vervoering gebracht. Bobby Charlton en Georges Best, Eric Cantona en Cristiano Ronaldo. Hier zal het wonder straks weer gebeuren. Dat is magie, dat is mysterie, dat is zeer onaards, voetbal is het ultieme zaligmakend sacrament. Niet meer piekeren nu, kijk daar zijn ze! Heel stipt komen onder luid applaus de godenkinderen het gras opgestapt. Daar zijn de oude krijgers Giggs en Scholes, daar is Rooney. Ik herken alleen mezelf niet meer. Ik veer recht en applaudisseer als een puber als mijn vedetten het gras betreden. Laat de heilige oorlog maar losbarsten! Ik kan u verzekeren, ik heb geroepen en gevloekt op de arbiter, om-
dat hij ten onrechte één van mijn idolen een gele kaart aansmeerde, ik heb een pijnlijke kreet geslaakt toen Rooney de bal centimeters naast kopte, maar ik ben wat later een meter hoog gesprongen toen de bal dan toch tegen de Milanese netten vloog. Na de match zijn we daar beneden in de catacomben van Old Trafford even heel ingetogen bij het monument voor de martelaren blijven staan. Dat was de bijna voltallige ploeg, die destijds omkwam bij die fameuse crash in München. Ik zei het toch... voetbal is godsdienst! Sedertdien voel ik mij een beetje verbannen uit het paradijs. Al bijna vier jaar koester ik een nieuwe droom. Misschien bouw ik in mijn tuin een geluidsdichte perfect geïsoleerde voetbalbunker, waar ik op groot scherm de matchen kan volgen. Ook de geluidsversterking moet van grote kwaliteit zijn. Ik wil de adem van die massa voelen, het gefluit en gevloek horen, ik wil het onbeschrijfelijk geluksgevoel zien op de gezichten van de 75.000 sukkelaars gelijk ik, als de bal nog maar eens tegen des vijands netten belandt. Ja, het zal een heilige voetbalkapel zijn, enkel toegankelijk voor streng geselecteerde geloofsgenoten. Akkoord, ik wil er de pastoor zijn. Ik weet zeker dat mijn vrouw fish & chips zal bakken voor alle gelovigen, ’t zal niet gemakkelijk zijn, maar God zal haar bijstaan!
Grootoudersontmoeting 2013 voor een alternatief kampvuursfeertje zonder daarbij de pyromaan uit te hangen. Het ’meisje van plezier’ zet ons aan tot nadenken met haar vrolijke ’protestliedjes’.
De Grootoudersontmoeting 2013 kondigt zich alweer veelbelovend aan. Op vrijdag 22 november 2013 nodigen we drie dames uit die elk op hun beurt heel wat te vertellen hebben. 1. Wat gaat er schuil onder de mantel? Benedicte De Koker neemt ons mee naar de wereld van de mantelzorg voor ouderen. Wie zijn de mantelzorgers? Wat drijft hen? Deze jonge sociologe schetst een helder beeld van de situatie anno 2013, en dit op basis van het praktijkgericht onderzoek dat ze momenteel voert voor de Hogeschool Gent.
Praktisch
Kristien Bonneure
aantekeningen te maken over de oorlog. Virginie Loveling deed het toch en Kristien Bonneure herleest naar aanleiding van 100 jaar WO I haar notities. Maak je klaar voor een exclusieve lezing door journaliste Bonneure die zich eerder liet opmerken met haar verslaggeving over Kosovo. Momenteel werkt ze voor Cobra.be, de cultuurwebsite van de VRT.
2. 100 jaar WO I: De oorlogsdagboeken van Virginie Loveling
3. Meisje van plezier Lies Lefever
Tijdens de Eerste Wereldoorlog verboden de Duitsers aan burgers om
Cabaretière Lies Lefever vervolledigt het vrouwelijk podium. Ze zorgt
De Grootoudersontmoeting vindt plaats op vrijdag 22 november 2013 in het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen (De Factorij) - Huart Hamoirlaan 136 - 1030 Brussel. Om 10 uur is er onthaal met koffie(koek). Het broodbuffet is voorzien om 13 uur. Deelname in de kosten 15 euro (inclusief maaltijd). Voor inschrijvingen kan je terecht bij
[email protected]. De inschrijving is definitief van zodra wij jouw betaling ontvangen hebben op rekeningnummer BE 94-4350-3065-5114, BIC: KREDBEBB. Info: Ronny De Schuyter,
[email protected], tel. 02-507.89.45
Lies Lefever
25 oktober 2013
4 / AKTIEF
’Als wij vandaag niet meer planten, oogsten onze kleinkinderen niks meer’ Eens buiten de drukke stadskern van Deinze, kom je via de linkeroever van het kanaal van Schipdonk terecht in de deelgemeente Meigem. Na wat zoeken tussen de eindeloze rijen laagstammen zitten we aan tafel met Marc en Nicole CocquytHellebuyck. Ze proberen de drukte van de appeloogst even te vergeten voor een babbel over het wel en wee van een familiebedrijf in tijden van globalisering en economische onzekerheid. En ook over hun drie kleinkinderen, van wie ze durven hopen dat er minstens eentje hun mooie fruitbedrijf ooit zal overnemen.
Marc: ”Sinds de aanvang van het kersenseizoen eind juni, werken we al maandenlang bijna non-stop. We zijn daar niet bepaald gelukkig mee omdat we de zondagen graag reserveren voor ons gezin. Er is veel fruit dit jaar, maar dat is niet de hoofdreden van het vele werk. Het heeft eerder te maken met onze Catalaanse seizoenarbeiders, die het liefst zoveel mogelijk doorwerken. Dan kunnen ze iets meer geld meenemen naar huis. Het valt op dat het jonge, goedopgeleide mensen zijn, die door de grote werkloosheid noodgedwongen ver van hun thuis iets proberen te verdienen. We snakken nu naar wat rust. Om eens te gaan fietsen langs het kanaal of in onze bloementuin te werken. We gaan graag eens gedurende enkele dagen Engelse tuinen bezoeken, maar dit jaar is dat nog niet gelukt. Voor een zelfstandige is het echt niet makkelijk om harmonie te vinden tussen je beroep en
je gezinsleven. Dit soort leven blijft een zoeken naar oplossingen voor telkens nieuwe situaties.” Nicole: ”Sinds een paar jaar werkt onze zoon Jonas mee op het bedrijf, samen met zijn vrouw Sofie. Onze jongste dochter Silke studeert kinesiterapie en woont nog bij ons, terwijl onze oudste dochter Ulrike hier in de buurt verblijft, met haar man en hun dochtertje Eya. De kinderen Xander en Yenka van onze zoon en schoondochter zien we dagelijks op het bedrijf. Elke middag bereid ik warm eten, zodat we mekaar ’s middags rond de tafel terugvinden. Dat is een belangrijk moment van de dag waar we aan houden. Daarom vinden we het belangrijk dat iedereen op tijd komt. Tijdens de maand juni, de examenperiode, probeer ik meer in huis te zijn, omwille van de kinderen. Hoe dan ook, we doen ons best om te genieten van die kostbare momenten.”
Respect voor mens en natuur Marc: ”Momenteel vormen mijn zoon en ikzelf de derde en vierde generatie die samen het bedrijf runnen. Of een van mijn kleinkinderen de vijfde generatie op dit bedrijf wordt, weet ik niet. Bijna dagelijks vraag ik me af of er nog plaats is voor landbouw in Vlaanderen. Ik kan me moeilijk van de indruk ontdoen dat de controles van de overheid er steeds meer op gericht zijn om boetes te kunnen innen en daarmee de lege staatskas te vullen. Niet dat er geen controles moeten zijn, maar vroeger kreeg je tenminste nog de kans om iets recht te zetten wat verkeerd was. Van die mensen zou je juist ondersteuning moeten krijgen om het beter te doen, maar dat mag je vandaag niet meer verwachten. Iedereen heeft zijn plaats in de samenleving en moet zijn bijdrage leveren. Dat is toch je verantwoordelijkheid opnemen? Ik zou evengoed
foto’s: Kristof Ghyselinck
25 oktober 2013
AKTIEF / 5
kunnen zeggen: ’Ik ben straks zestig en dan hou ik ermee op, want ik heb hard genoeg gewerkt’. Maar dit is het moment om mijn ervaring door te geven aan de volgende generatie. Niet dat ik mij ’een groene jongen’ voel, maar we waren toch bij de eersten in Vlaanderen die eind jaren tachtig overschakelden op geïntegreerde fruitteelt. Voor mij komt het er gewoon op aan om een leefbare wereld na te laten aan de volgende generatie. Vandaag echter draait alles om geld, terwijl ik een aantal waarden belangrijk blijf vinden, zoals beroepsfierheid, huwelijkstrouw, respectvol zijn, eerlijkheid, verantwoordelijkheid en vooruitstrevendheid. Ik merk dat onze samenleving het daarmee steeds lastiger krijgt. Maar als je die waarden overboord gooit, dan vrees ik dat we het roer van onze boot weggooien en beginnen rond te zwalpen.’ ’Vroeger kwam men vragen of we soms volk nodig hadden bij de pluk, maar nu vraagt men meteen: ’Hoeveel kan ik hier verdienen?’ Dat verraadt een heel andere mentaliteit en dat vind ik jammer. Niet dat ze hier gratis moeten werken, maar je voelt meteen aan dat het alleen nog geld is wat telt. Beeld je eens in, onlangs kreeg ik een rekening voor een herstelling waarin zelfs twee ’file-uren’ werden aangerekend…” Nicole: ”Die waarden hebben we proberen doorgeven aan onze kinderen. En onze woonst hebben we zo ingericht dat we hier tot rust kunnen komen. We hopen dat de voorbijgangers de schoonheid ervan kunnen waarderen. We vinden het belangrijk dat een gebouw zoveel mogelijk in harmonie is met zijn omgeving. En iedereen kan meegenieten van de geuren en kleuren van onze bloementuin.”
Waardering voor je werk Marc: ”Ik lig ’s nachts vaak te piekeren hoe het nu verder moet, hoe bepaalde zaken beter kunnen gemaakt of gedaan worden. Ja, allicht ben ik rustelozer dan mijn vrouw, die vindt dat de nacht er is om te slapen. Het blijft een zoeken naar meer harmonie, al besef ik wel dat de jongere generatie dat anders beleeft. Maar ook zij moeten zoeken naar een evenwicht in hun leven, tussen werk en ontspanning, tussen verbonden zijn en alleen zijn, tussen genot en pijn. Net als iedere generatie. Het leven is telkens weer compromissen sluiten.
Het wringt natuurlijk als je ziet hoe het product dat wij leveren aan de grootwarenhuizen, daar tot vijfmaal meer kost dan de prijs die wij er zelf voor gekregen hebben. Het voedsel moet zo goedkoop mogelijk blijven en daarom moet de productiekost naar omlaag. De verborgen kosten worden dan maar op het milieu en de toekomstige generaties afgewenteld. Overigens was het fruit vroeger duurder dan nu. Ondertussen melden zich nieuwe ’bedreigingen’ aan: in Polen en Oekraïne legt men momenteel nieuwe boomgaarden aan, markten die straks verloren zijn voor ons. Anderzijds moeten we meer lokaal produceren en consumeren. Onze kersenoogst wordt zowat in zijn geheel in onze hoevewinkel verkocht aan mensen uit de omgeving. Kersen die ietwat beschadigd zijn, worden tot confituur verwerkt. De mooiste kersen verkopen we elke morgen op een of andere markt. Dat betekent dat de kersentijd voor ons extra druk is. Ook appelen en peren die door de hagel of door andere oorzaken wat beschadigd zijn, moeten we niet weggooien als er genoeg mensen zijn die daarmee appelmoes of iets anders willen maken. Toegegeven, kersen zijn duur. Maar consumenten vergeten dat ze niet alleen met de hand moeten worden geplukt, maar ook tegen kauwen en duiven beschermd. Onder de netten brengen we vlak voor de oogst ook een plasticfolie aan. Bijna rijpe kersen barsten namelijk als er regen op valt. Ook de bijen en hommels doen hun werk. Ondertussen hebben we vroege kersenbomen aangeplant die al vanaf begin juni rijpe kersen zullen produceren. Al betekent dit ook dat het plukseizoen weer langer wordt.” Nicole: ”Zo’n hoevewinkel betekent ook menselijk contact. Zo verneem je wat de klant belangrijk vindt. Of zo krijg je plukkers, al wordt het steeds moeilijker om jongeren te vinden die voldoende gemotiveerd zijn om ook in minder aangename weersomstandigheden te plukken. Het lijkt erop dat er over tien jaar alleen nog buitenlanders dat werk zullen doen. Maar voorlopig zijn we blij dat we van de consument zelf te horen krijgen dat ze ons fruit lekker vinden en de arbeid waarderen. Als we onze kersen naar de veiling zouden brengen, weten we niet eens wie ze koopt, laat staan wat men ervan vindt.”
Marc: ”We hebben altijd kwaliteitsvol fruit willen verkopen. En we zijn ook fier als we ons werk aan de schoolkinderen uit de omgeving mogen uitleggen. Wij deden dat gratis, maar vanuit de overheid werden we verplicht om daar toch geld voor te vragen. Dat geld kunnen de scholen nadien weliswaar recupereren, maar de belastinginspectie wil ons dan wel belasten op onze ’dienstverlening’. We proberen te leven met die contradicties. Al gaat het voor ons soms wat te vlug: alle verrichtingen gebeuren nu via computer of andere elektronische toestellen en zo valt het sociaal contact meer en meer weg. Dat is toch een gevaarlijke evolutie? Het is ook jammer dat we zoveel tijd moeten stoppen in papierwerk. Dat plaatst een domper op onze arbeidsvreugde. Niet dat we tegen controles zijn, maar als er iemand van het ministerie van Landbouw in volle oogsttijd komt en we hem proberen duidelijk te maken dat dit nu echt niet het meest geschikte moment is, krijgen we te horen dat hij niet eens wist dat het pluktijd was. Zoiets laat een wrang gevoel na.”
Chris Dutry Meer op www.fruitbedrijfcocquyt.be
25 oktober 2013
6 / AKTIEF
Een oorlog gaat ook over de gewonden
IFFM directeur Piet Chielens (foto: Kristof Ghyselinck)
Aan de vooravond van de herdenking van het eerste grote wereldconflict dat honderd jaar geleden losbarstte, brengt het In Flanders Field Museum in Ieper vanaf 1 november alweer een pakkende expo, ’Soldaten en Ambulances 1914-1918’ is ditmaal zelfs onderdeel van een dubbeltentoonstelling. Het Museum Dr. Guislain in Gent opent namelijk op dezelfde dag de deuren voor ’Soldaten en Psychiaters 1914-2014’. Dit tweeluik over zowel fysieke als psychologische trauma’s als gevolg van oorlogssituaties, belicht een belangrijk aspect van de Eerste Wereldoorlog dat tot nu toe weinig aandacht kreeg. We trokken naar Ieper en vroegen aan IFFM-directeur Piet Chielens hoe hij en zijn team erin geslaagd zijn om met dit thema aandacht te vragen voor de concrete mens in oorlogstijd.
”B
egin vorige eeuw rustten de Europese grootmachten hun legers uit met een nieuwe generatie wapens waarvan de destructieve kracht die van de voorgaande ver zou overtreffen. Pas op het slagveld zou men vaststellen dat er veel meer slachtoffers vielen en daar was men eigenlijk niet op voorzien. Ook de verwondingen waren anders en vroegen om een andere medische aanpak. In de eerste oorlogsmaanden gingen veel mensenlevens verloren omdat men niet gepast kon reageren. Zo kwam de medische interventie steevast te laat. Vandaag vinden we het vanzelfsprekend dat de slachtoffers van een verkeersof arbeidsongeval zo snel mogelijk de eerste zorgen toegediend krijgen en nadien onmiddellijk naar een hospitaal gebracht worden voor verdere verzorging. Toen echter kende het leger bijna uitsluitend paardenambulances. Zelfs in de civiele maatschappij waren gemotoriseerde ambulances nog zeldzaam. Nochtans was de autotechnologie kort na de eeuwwisseling al redelijk ontwikkeld. Ook het Duitse leger, met zijn geavanceerde bewapening, vorderde aanvankelijk gemotoriseerde ambulances op van lokale afdelingen van het Duitse Rode Kruis. Waardoor hun eigen bevolking in de kou bleef... Met deze nieuwe expo belichten we het aanvankelijk tekort aan investering in de medische
zorg, en hoe die situatie geleidelijk aan verbeterde. We gaan het straks vier jaar lang hebben over dode soldaten, maar het moet toch over meer gaan dan een dodenherdenking. We moeten ook oog hebben voor de verschrikkingen die de ’overlevers’ van die oorlog meegemaakt hebben, voor het vaak levenslange trauma dat hun levens verwoest heeft. Al de rest is eigenlijk bijzaak… Tenzij je verzot bent op geopolitieke spelletjes en hun uitkomst.” Drie jaar geleden had ik gesprekken met conservator Patrick Allegaert van het Museum Dr. Guislain in Gent. Ook daar vertrekt men van de historische gegevens, maar die worden steevast doorgetrokken naar vandaag. Vandaar dat het thema van hun luik van de dubbelexpo niet eindigt in 1918, maar in 2014. Ook kunst neemt er een belangrijke plaats in, zoals in alle tentoonstellingen van dit museum van de geestelijke gezondheidszorg. Wijzelf daarentegen zijn een echt historisch museum, dat is onze sterkte. Dat wil niet zeggen dat we geen linken leggen naar de actualiteit, al gebeurt dat meer via onze educatieve activiteiten voor jongeren. Maar rond dit medisch-psychiatrisch thema zijn we echt complementair.’
25 oktober 2013
AKTIEF / 7
Shellshock ’Binnen een context van oorlog en machocultuur werd slechts schoorvoetend toegegeven dat er zoiets als ’shellshock’ kon bestaan. Slachtoffers van dit psychisch trauma werden beschouwd als carottiers, meer nog, als lafaards en deserteurs. Ze probeerden toch de dreigende dood aan het front te ontvluchten? Een leger verdraagt moeilijk anarchistisch gedrag dat als zand de oorlogsmachine dreigt te laten vastlopen. Die soldaten, ook officieren, werden disciplinair gestraft en in een aantal gevallen gefusilleerd. Maar hun bizar gedrag liet legerartsen vermoeden dat er meer aan de hand was. In onze expo gaan wij hier niet specifiek in op de problematiek van shellshock. Daarvoor moet je naar het Museum dr. Guislain, waar shellshock gekoppeld wordt aan nieuwe inzichten in de psychiatrie. Zo spreken we vandaag eerder van posttraumatic stress disorder, een aandoening die veel ruimer gaat dan de oorlogscontext. Toch tonen we in Ieper drie specifieke gevallen waar een trauma speelt en hoe zowel de getroffene als de legerleiding daarop reageren. Zo heb je de Belgische schilder Achiel Van Sassenbrouck die in de loopgraven een oog verliest, waardoor zijn schilderstijl voortaan meer expressionistisch en feller wordt. De kunst redt hem, maar het trauma laat wel zijn sporen na. Dan heb je Eric Skeffington Poole, een officier die uiteindelijk in Poperinge wegens desertie terechtgesteld wordt, zelfs nadat zijn brigadegeneraal de militaire rechters had voorgesteld om die man een andere job te geven, ver weg van het front. Dat wordt geweigerd omdat de straf voor elke deserteur gelijk moet zijn, ongeacht de militaire rang. Het argument van shellshock wordt gewoon terzijde geschoven.
foto: Dr. Ghuislain Museum
De derde figuur is de dichter Ivor Gurney, die na drie weken onder onafgebroken kanonvuur psychisch bezwijkt. Of hij werkelijk aan shellshock leed is niet echt duidelijk. Vandaag denkt men eerder aan een manisch-depressieve persoonlijkheid. Uiteindelijk zal hij na de oorlog nog vijftien jaar in een instelling verblijven. Daardoor worden zijn poëzie en muzikale composities niet ernstig genomen door zijn tijdgenoten en pas veel later naar waarde geschat.’
Filantropie ’In zekere zin is de uiteindelijke erkenning van shellshock een van de grote doorbraken van WO I. Een ander belangrijke ontwikkeling is die van de plastische chirurgie. Het gelaat van soldaten werd vaak vreselijk verminkt door granaatscherven. Het herstel van hun gezicht, zonder al te erge littekens na te laten, vroeg erg veel tijd. Er werd zelfs een beroep gedaan op kunstenaars die metalen gelaatsmaskers huidkleurig beschilderden. Een andere belangrijke medische vooruitgang is de bloedtransfusie, die vanaf 1917 mogelijk werd. Het zou echter nog ruim twee decennia duren vooraleer penicilline ter beschikking kwam. Ondertussen bleef bij ernstige been- en armletsels amputatie de radicale oplossing tegen infecties. Opmerkelijk is dat het leger voor het eerst de re-integratie van oorlogsinvaliden in de maat-
schappij wilde bevorderen. Bij buikwonden was het risico op infecties erg groot en die gevallen liepen doorgaans fataal af. Daarom werden er veldhospitalen opgericht vlakbij het front, om sneller te kunnen ingrijpen. Aan het begin van hun grote offensief in 1917 beschikten de Britten in de omgeving van Ieper over vijftien zogenaamde casualty clearing stations. Die beschikten over de beste dokters van die tijd, zoals neurochirurg Harvey Cushing die een dagboek over die periode bijhield. Voor deze expo beschikken we over enorm veel geschreven bronnen want ook de brancardiers waren dikwijls geestelijken of onderwijzers die vaak goed konden schrijven over deze rauwe confrontatie tussen leven en dood. Veel bronnen zijn schenkingen, die we nu voor het eerst aan het publiek tonen. Net omdat ze door goedopgeleide mensen werden neergeschreven, brengen ze een weldoordacht en vaak diepmenselijk verhaal. ’Soldaten en ambulances’ is tegelijk het relaas van vérregaand engagement en vindingrijkheid van veel mensen. Zoals dokter De Moor die eind juli 1914 gemobiliseerd werd en meteen de opdracht kreeg om motorvoertuigen op te vorderen en ze om te bouwen tot ambulances. Zo kon zijn legerdivisie beschikken over maar liefst zestig medische voertuigen, terwijl andere divisies zich met man- en paardenkracht
moesten behelpen. Dan heb je ook nog de Britse quakers die met een gewetensprobleem worstelen, omdat ze zeer pacifistisch zijn maar toch iets voor hun land willen doen. Geoffrey Winthrop Young, die als oorlogsverslaggever getuige was van de verschrikkingen aan het front, trok naar Rowntree en Cadbury, quakers die rijk geworden waren dankzij chocolade. Die twee industriëlen maakten het mogelijk om ineens tachtig ambulances aan te kopen. De ambulanciers waren allen quakers, maar mochten aanvankelijk alleen voor de Franse militairen en burgers werken. Zo evacueerden en verzorgden ze tyfusgevallen, zowel burgers als soldaten. Van eind oktober ’14 tot juli ’15 redden hun interventies talloze mensen die tyfus hadden opgelopen. Hun ’search parties’ reveleerden ook voor het eerst wat men later collateral damage is gaan heten. In zekere zin zou je ook de Spaanse griep die vanaf 1919 in volle hevigheid woedde en dubbel zoveel slachtoffers eiste als de oorlog zelf, daartoe kunnen rekenen (nvdr.: in WO1 sneuvelden negen miljoen militairen en een miljoen burgers). Waardoor er in feite méér burgerslachtoffers vielen dan militairen. Een trend die zich ook in latere militaire conflicten zou doorzetten. Zowat iedereen die in die tijd bekend en beroemd was – van Marie Curie tot Jean Cocteau – droegen bij tot deze medische inspanning. Ook het Internationale Rode Kruis ontdekte helemaal zijn internationale dimensie tijdens dit wereldconflict. Aan het front werkten mensen van velerlei nationaliteiten samen om gewonde soldaten bij te staan. Zo werkten in het Rode Kruishospitaal L’Océan in De Panne Britse verpleegsters samen met Belgische dokters. Maar de verhouding met het Duitse Rode Kruis blijft voorlopig nog onduidelijk. Hoe dan ook, het Rode Kruis heeft zich toch vooral toegelegd op de zorg voor krijgsgevangenen van beide strijdende partijen.’
Chris Dutry Op www.oorlogentrauma.be vind je meer info over beide tentoonstellingen. Beide expo’s lopen tot eind juni volgend jaar. De Ghuislain expo komt later nog aan bod in blad. Wie het volledige verhaal wil vernemen, houdt zijn ticket van de eerst bezochte tentoonstelling bij en geniet 50 procent reductie voor het andere luik van deze dubbeltentoonstelling. Op 7-8-9 november is er ook een driedaags symposium over ’Oorlog & Trauma’. Leden van de Gezinsbond kunnen in het Museum Dr Guislain op vertoon van hun lidkaart genieten van het reductietarief. foto’s: Flanders Fields Museum
25 oktober 2013
8 / AKTIEF Ik schrijf je adem en je lichaam neer op gelijnd muziekpapier
V
Uit de keuken van mijn kindertijd
R
ecepten die al jaren van moeder op dochter of van vader op zoon overgaan, een beduimeld kookboek waaruit sinds jaar en dag hetzelfde gerecht wordt gemaakt, de verjaardagstaart die je grootmoeder telkens voor je bakte… Ook jij hebt ongetwijfeld heel wat herinneringen aan de echte keuken van je moeder en grootmoeder. Vorig jaar organiseerde de Gezinsbond de succesvolle wedstrijd ’De keuken van mijn kindertijd’. Alle verhalen en recepten van de finalisten van die wedstrijd zijn nu verzameld in een aantrekkelijk lees- en kookboek. Eddie Niesten zorgt met zijn boeiend en deskundig commentaar voor een onvervalste ode aan de rijke Vlaamse familiekeuken.
an de dichter Hugo Claus (1929 - 2008), die tekende voor enkele van de meest beeldrijke versregels uit de Nederlandse literatuur, is in het Mu.ZEE Oostende tot 5 januari 2014 een ruim overzicht van het plastisch werk te zien. De vlotte, bijna vanzelfsprekende manier waarop de schrijver zijn beste liefdesgedichten schreef, herken je regelmatig ook in zijn tekeningen en schilderijen. Het is alvast een unieke kans om een ander stukje van de veelzijdige kunstenaar Claus te ontdekken. Aan de hand van een gratis brochure kunnen ook kinderen (vanaf 10 jaar) die wondere wereld verkennen. (RDS) Meer weten? Hugo Claus – ’Omdat ik geen beeld ben’ in Mu.Zee, Romestraat 11 te Oostende. Open van 10 tot 18 uur, gesloten op maandag. Meer info via www.muzee.be.
WIN We hebben 10 duotickets ter beschikking. Schrijf of mail naar GezinsbondGrootouders, Troonstraat 125, 1050 Brussel of via
[email protected] met vermelding ’Claus’.
Ledenprijs Het boek is verkrijgbaar aan ledenprijs € 22,50 (verzending inbegrepen) door storting op rekeningnummer BE 72 0012 6706 4116 van de Consumentenwerking, met vermelding ’De keuken van mijn kindertijd’.
Beeld Erven Hugo Claus fotograaf Steven Decroos
Met dit ticket kan u ook de tentoonstelling ’Het sterrenalfabet van E.L.T. Mesens. Dada en surrealisme in Brussel, Parijs en Londen’ (tot 17 november 2013) bezoeken.
300 kilometer wandelplezier in Zuid-Dijleland
H
et Dijleland – ruwweg tussen Leuven en Brussel – is één van de drie deelregio’s van de Groene Gordel. In het zuiden van het Dijleland baant de rivier zich een weg doorheen het Brabantse leemplateau. Het is de streek van Meerdaalwoud en Heverleebos. De serres in het landschap herinneren aan de hoogdagen van de druiventeelt. Je kan flaneren door het Warandepark in de schaduw van het Afrikamuseum, of de natuur van de Doode Bemde bewonderen. Het netwerk van 300 kilometer trage wegen, waarvan twee derde onverhard, wordt met elkaar verbonden door 232 knooppunten. Via een handige wandelkaart met kilometeraanduiding kan je een wandeling uitstippelen zoals je het zelf wenst. De lussen zijn gemiddeld 3 à 5 km lang. Meer verneem je via www.toerismevlaamsbrabant.be
Samen naar de sneeuw! van 31 januari tot 8 februari 2014
A foto: Lander Loeckx
ls skiën niets voor jou is, maar je wil toch graag genieten van een zalige wintersportvakantie, dan heeft GSF een aanbod voor jou in Oostenrijk. Onder begeleiding van ervaren wandel- en langlaufbegeleiders kan je in alle rust genieten van de witte natuur. De wandelingen variëren van 12 tot 16 km naargelang de sneeuwcondities. Verblijf in hotel Sperlhof, gelegen in Edlbach op twee kilometer van het centrum van Windischgarsten.
WIN We geven 10 wandelkaarten + infogids weg. Schrijf of mail naar Gezinsbond-Grootouders, Troonstraat 125, 1050 Brussel of via
[email protected] met vermelding ’wandelplezier’.
Prijs: Wandelen: 655 euro Langlaufen: 720 euro. Inclusief huur materiaal, volpension, busreis, begeleiding. Info en inschrijving via www.gsf.be