Project Meer met Mediavoorzieningen een onderzoek naar rol en positionering
Mediavoorzieningen: Essentieel en Effectief Samenvatting rapport over de meerwaarde van de diensten van Mediavoorzieningen voor het onderwijs, afronding van deel 1 van het project.
Desirée van den Bergh, Marga Kemp, Rob Mientjes, Bianca Peersman en Harry Vankan
Datum: 19 mei 2010
1
Inhoudsopgave 1. Samenvatting
2
1.
Samenvatting
Dit rapport brengt op krachtige wijze in beeld welke diensten van de huidige mediatheek essentieel zijn voor het onderwijs en welke wensen/behoeften er zijn. Het rapport is het resultaat van fase 1 uit het project ‘Meer met Mediavoorzieningen, onderzoek naar rol en positionering’1. Aanleiding voor dit project is de behoefte van Fontys aan ombuigingen binnen het onderwijs en de ondersteunende diensten. Ombuigingen die er toe leiden dat de opleidingen van Fontys tot de beste van Nederland gaan behoren, met een focus op intensief, uitdagend, boeiend en goed georganiseerd onderwijs. Vanuit dit perspectief heeft de Raad van Bestuur opdracht gegeven om de diensten van Mediavoorzieningen te herpositioneren, opdat ze optimaal (blijven) passen bij het onderwijs van Fontys. De inzichten in dat rapport zijn (onder andere) gebaseerd op de volgende gegevens2: • Resultaten digitale enquête (610 enquêtes uitgezet, respons is 29%) • Resultaten focusgroepen en interviews (28 studenten en 63 medewerkers) • Eisen vanuit de accreditatie • Managementinformatie (analyse cijfers) • Onderzoek naar mogelijke samenwerking met externe bibliotheken • Fontys ontwikkelingen en landelijke en internationale ontwikkelingen • Eigen expertise van de Dienst Mediavoorzieningen Uit het studenttevredenheidsonderzoek (STO) van 2009 blijkt dat Fontys studenten de mediatheek waarderen met een 3,7 (schaal 1-5). De waardering voor de mediatheek springt er positief uit, vergeleken met de gemiddelde Fontysscore per vraag van het STO. In vergelijking met andere hogescholen beantwoordt de score aan het landelijk gemiddelde. Resultaten focusgroepen, interviews en enquêtes Er zijn vijf kernfuncties waar de Dienst Mediavoorzieningen zich op focust. Dat zijn de kernfuncties: • Bieden van een leer- en werkomgeving • Vergaren, veredelen en verdelen van informatie • Onderwijs in mediawijsheid • Ondersteuning op het gebied van Mediatechnologie • Bieden van een ontmoetingsplaats Uit de enquête en focusgroepen is gebleken dat de kernfuncties ‘Bieden van een leer- en werkomgeving’ en ‘Vergaren, veredelen en verdelen van informatie’ het hoogst gewaardeerd worden. De kernfunctie ‘Bieden van een leer- en werkomgeving’ is essentieel om elkaar te kunnen ontmoeten en individueel of groepsgewijs te kunnen studeren en/of samen te werken. Ondersteuning van medewerkers van de Dienst Mediavoorzieningen is onlosmakelijk verbonden met deze kernfunctie. Er is over het algemeen tevredenheid over de diensten en dienstverlening, blijkt uit de enquête en de focusgroepen. Studenten en docenten hebben over het algemeen een minder duidelijk beeld van de digitale leer- en werkomgeving dan van de fysieke. De digitale mediatheek moet overzichtelijker en zou volgens de focusgroepen ook aan de digitale leer- en werkomgeving van het instituut gekoppeld kunnen worden. Nu zijn het twee aparte omgevingen. Voor de fysieke mediatheek geldt dat er behoefte is aan aantrekkelijke ruimtes waarbij medewerkers en studenten van het instituut zich duidelijk herkennen in de omgeving, bijvoorbeeld door de beroepspraktijk te ‘etaleren’ in de mediatheek.. Ook is behoefte aan uitbreiding van de faciliteiten: voldoende stilte- en groepsruimtes, maar ook simpelweg 1
Het projectplan van het project ‘Meer met Mediavoorzieningen, onderzoek naar rol en positionering is
beschikbaar op: http://www.fontysmediatheek.nl/wiki/home/Meer_met_Mediavoorzieningen_Projectplan. 2
Financiële informatie is separaat beschikbaar
3
voldoende werkplekken of aansluitingen voor laptop. De vraag naar dagelijkse ondersteuning op media apparatuur en electronische leeromgeving neemt eveneens toe. De fysieke en digitale collectie, maakt onderdeel uit van de kernfunctie ‘Vergaren, Veredelen en Verdelen van informatie’. Deze kernfunctie is essentieel voor de kwaliteit van het onderwijs, onder andere om het onderwijs goed aan te kunnen laten sluiten op de ontwikkelingen in het vakgebied. De collectie dient actueel en compleet te zijn voor alle vakgebieden. Voor sommige collecties geldt dat deze beperkt uitleenbaar zijn. Uit de focusgroepen blijkt echter dat er behoefte is aan het uitleenbaar maken van deze collecties. Ook is er behoefte aan uitbreiding van de digitale collectie (databanken/ digitale tijdschriften) en aan het ‘full text’ beschikbaar stellen van content. Bij opleidingen waarin binnen het beroepenveld fysieke informatiedragers nog een belangrijke rol spelen (bijvoorbeeld bij lerarenopleidingen) is dit minder aan de orde. De kernfunctie ‘Onderwijs in mediawijsheid’ is volgens de docent een onmisbaar studieonderdeel voor de student, maar wordt over het algemeen minder belangrijk gevonden dan de eerdergenoemde kernfuncties. Het laten vervallen van deze kernfunctie, zou echter wel een taakverzwaring betekenen voor docenten als dat zou beteken dat zij deze taak op zich zouden moeten nemen (bijvoorbeeld aanleren van wat er op het gebied van informatievoorziening / mediatechnologie te gebruiken is). De kernfunctie ‘Ondersteuning op het gebied van Mediatechnologie’ draagt bij aan het ‘up to date’ houden van het onderwijs voor studenten en docenten. Door middel van het gebruik van moderne technologie kunnen docenten beter aansluiten bij de belevingswereld van de student. Studenten gebruiken mediatechnologie vanzelfsprekender maar doen voor ondersteuning toch een beroep op de medewerkers van Mediavoorzieningen. De vijfde kernfunctie van Mediavoorzieningen is ‘Bieden van een ontmoetingsplaats’. Deze functie is voor studenten en docenten belangrijk als onderdeel van de kernfunctie ‘Bieden van een leer- en werkomgeving’ en wordt als zodanig niet als aparte kernfunctie gezien. Voor de (letterlijke) positionering van de mediatheek geldt dat een mediatheek met alle kernfuncties beschikbaar op onderwijslocatie, de voorkeur heeft van zowel studenten als docenten. Indien er vanwege financiële overwegingen, keuzes gemaakt moeten worden, dan geven docenten over het algemeen het volgende aan: een mediatheek op de eigen locatie met de twee belangrijkste kernfuncties heeft de voorkeur boven een mediatheek met alle kernfuncties op maximaal 15 minuten afstand. Echter: deelnemers aan de focusgroepen werkzaam op een grote locatie, geven juist de voorkeur aan een mediatheek met alle kernfuncties op maximaal 15 minuten afstand. Voor studenten is er voor wat betreft positionering geen eenduidige voorkeur te herkennen. Er zijn vijf kernwaarden waar Dienst Mediavoorzieningen zich op richt. Dit zijn de kernfuncties: • Kwaliteit van diensten en producten • Klant centraal • Co-makership • Inspirerend • Vernieuwend en effectief Uit de focusgroepen blijkt dat de kernwaarden ‘Kwaliteit van diensten en producten’, ‘Klant centraal’ en ‘Co-makership’ het hoogste scoren. Over de kernwaarden ‘Inspirerend’ en ‘Vernieuwend en effectief’ wordt gezegd: alléén vernieuwen als het effectief is. Aan de kernwaarde ‘Inspirerend’ is op bescheiden schaal behoefte. Uit de focusgroepen en enquête blijkt tevens dat er behoefte is aan meer bekendheid over de diensten van Mediavoorzieningen, maar liever niet via nieuwsbrieven en emails. Ter plekke beter informeren (bijvoorbeeld via informatieborden in de mediatheek) en een bijdrage leveren aan een studiedag (of andere opleidingsactiviteit) lijkt een betere manier. Daarnaast geven docenten aan dat zij zelf ook een verantwoordelijkheid hebben als het gaat over het bekend zijn met de diensten van Mediavoorzieningen. Aan een meer pro-actieve rol van de medewerkers van Mediavoorzieningen in het onderwijsproces blijkt tevens behoefte.
4
Accreditatie De kernfuncties van Mediavoorzieningen sluiten aan op de aspecten die van belang zijn voor de accreditatie. Essentieel is met name dat studenten kunnen werken met actuele, relevante literatuur die goed aansluit op het curriculum. Daarnaast moet de opleiding aannemelijk maken dat deze literatuur toegankelijk is voor de studenten. Een deel van de literatuur is vaak verplicht en wordt zelf aangeschaft door de student. Voor het andere deel, de aanbevolen literatuur, geldt dat deze toegankelijk moet zijn via de eigen mediatheken en/of externe voorziening (bv Tu/e bib of algemene bibliotheek). Ook is het van belang dat studenten tevreden zijn over de toegankelijkheid, actualiteit en aansluiting op het programma. Het internationale karakter van vakliteratuur wordt steeds belangrijker voor de accreditatie, evenals uitwisseling en het internationale karakter van het curriculum op zich. De verwachting is tevens dat ruimere openingstijden (ook in de avonduren), belangrijker wordt in de toekomst. Evenals up-to-date-ICT-voorzieningen. Ontwikkelingen binnen Fontys, landelijk en internationaal Landelijke en internationale ontwikkelingen geven aan dat de mediatheek steeds vaker de rol van ontmoetingsplaats en/of stimulerende onderwijsomgeving zal vervullen voor netwerken (met externe partners en/of alumni). Dit draagt tevens bij aan het verlevendigen van de campus. Ook groeit de behoefte aan het ontsluiten van weblectures en gespecialiseerde databanken van regionale samenwerkingspartners van instituten. In hoeverre dit laatste praktisch realiseerbaar is moet nader onderzocht. Informatiespecialisten spelen hierbij een belangrijke rol. De HBO-raad geeft in haar notitie ‘Naar een duurzaam onderwijsklimaat’ aan dat het ontsluiten van ‘eigen’ content van belang is voor erkenning van onderzoek aan hogescholen en de impact ervan. Open access van onderzoeksresultaten en publicaties is hierbij het sleutelwoord en houdt in dat deze zonder beperkingen beschikbaar worden gesteld via internet. De mediatheek speelt een belangrijke rol als het gaat om het beheer en ontsluiten van deze content, zoals de HBO-kennisbank. Het kritisch leren omgaan met verschillende media/bronnen krijgt vanuit de regering steeds meer aandacht. Voor wat betreft de technologische ontwikkelingen, is de verwachting dat in de toekomst ook behoefte is aan technologie om content te kunnen lezen van verschillende platforms (uitgevers hanteren bijvoorbeeld ieder hun eigen type eReader).). Daarnaast is de verwachting dat het aantal desktops verminderd kan worden, doordat steeds meer studenten over laptops beschikken (op dit moment beschikken al zo’n 20.000 studenten van Fontys over laptops).Instituten spelen een belangrijke rol bij het adviseren van studenten over de aanschaf van een laptop. Om de ondersteuning door medewerkers van Mediavoorzieningen beperkt te kunnen houden, gaat de voorkeur uit naar een standaardlaptop.
5
Aanbevelingen De inzichten die in het rapport naar voren zijn gekomen vormen de leidraad voor fase 2 van het project ‘Meer met Mediavoorzieningen, onderzoek naar rol en positionering’. In fase 2 van het project worden scenario’s opgeleverd die uiteindelijk leiden tot een breed gedragen, pragmatisch advies over de mediatheekdiensten en de positionering daarvan. Hierbij wordt rekening gehouden met de bezuinigingen en de missie van Fontys: ‘Fontys is een professionele organisatie met een gezond financieel beleid in een regionale omgeving waar Fontys als kennisinstelling stevig is ingebed en leidend is’. Een mediatheek met alle kernfuncties beschikbaar op onderwijslocatie, heeft de voorkeur van zowel studenten als docenten. Gelet op de financiële beperkingen en op basis van de inzichten in dit rapport, verdient het aanbeveling om bij het opstellen van de scenario’s rekening te houden met het uitwerken van verschillende denkrichtingen, zoals: • mediatheken die zich richten op alle kernfuncties en zich op maximaal 15 minuten van de onderwijslocatie bevinden in combinatie met • satellieten op de onderwijslocatie zelf. Deze satellieten verzorgen minimaal de twee belangrijkste kernfuncties ‘Bieden van een leer- en werkomgeving’ en ‘Vergaren, Veredelen en Verdelen van informatie’, eventueel voorzien van aanvullende kernfuncties buiten de satelliet om georganiseerd. • de mogelijkheid om de kernfuncties van de satellieten op verzoek van het instituut uit te breiden met specifieke diensten (bijvoorbeeld optimaliseren van de aansluiting van de diensten op het onderwijsproces). Daarnaast is het van belang om bij het optimaliseren van de diensten van de Dienst Mediavoorzieningen zelf, rekening te houden met de hierboven weergegeven wensen en ontwikkelingen.
6