Demografie van de detailhandel
Werknemers in de detailhandel
Inleiding In het kader van het onderzoeksprogramma ‘Demografie van de detailhandel’ brengt het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) ontwikkelingen en structuurveranderingen in de detailhandel in kaart. Daarbij wordt steeds een relatie gelegd met de maatschappelijke functie die de sector detailhandel vervult. Zo worden veronderstellingen die leven binnen het middenen kleinbedrijf (MKB) over bijvoorbeeld vergrijzing, afkalving, toenemend aantal etnische ondernemers en ‘het ontstaan van een nieuw soort MKB’ onderbouwd en inzichtelijk gemaakt met cijfermateriaal. ITS-Nijmegen heeft het onderzoek uitgevoerd. Deze publicatie over werknemers in de detailhandel is de laatste in een reeks. De andere publicaties beschrijven: - inkomenspositie van ondernemers in de detailhandel; - startende ondernemers in de detailhandel; - ondernemers in de detailhandel zonder personeel; - leeftijdsopbouw van ondernemers in de detailhandel; - allochtone ondernemers in de detailhandel. Inhoud Deze publicatie is gebaseerd op een analyse van het Banenbestand van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het banenbestand maakt deel uit van het Sociaal Statistisch Bestand (SSB) van 2002-2005 en bevat gegevens over alle werknemers. Gegevens van zelfstandigen zijn hierin niet opgenomen. In het SSB zijn demografische en sociaal-economische gegevens bij elkaar gebracht vanuit een aantal (administratieve) bronnen, namelijk de gemeentelijke basisadministratie (GBA), belastingdienst (loonbelastingkaarten en aangiftes fiscale ondernemerswinst), verzekerdenadministratie (VZA), uitkeringenadministraties (arbeidsongeschiktheid, werkloosheidswet, bijstandswet) en de enquête werkgelegenheid en lonen (EWL). In het SSB is veel informatie over kenmerken van de personen aanwezig zoals de leeftijd, het geslacht, de etnische herkomst, de sector waarin ze werkzaam (geweest) zijn, de personele omvang van het bedrijf waarin ze werkzaam zijn, de omvang van het dienstverband, de instroom- en de eventuele uitstroomdatum, alsmede de herkomst van de instromers en de bestemming van de uitstromers. Deze publicatie beschrijft achtereenvolgens: - algemeen beeld werknemers in de detailhandel; - dynamiek op de arbeidsmarkt van de detailhandel; - herkomst in- en uitstromers op de arbeidsmarkt van de detailhandel; - profiel werknemers in de detailhandel; - profiel instromende en uitstromende werknemers in de detailhandel; - profiel werknemers in de detailhandel naar branchecluster.
Algemeen beeld werknemers in de detailhandel Aantal werknemers in detailhandel vrij constant 31 december 2003 telt de detailhandel 648.700 werknemers. Dit aantal is twee jaar later afgenomen tot 630.800. Hoewel er dus schommelingen te zien zijn, is het totaal aantal werknemers in de detailhandel in deze periode redelijk constant. Veel verloop van werknemers gedurende het jaar Eind 2005 zijn 630.800 werknemers actief in de detailhandel. In totaal zijn in dat jaar echter 833.900 werknemers voor kortere of langere tijd in de detailhandel werkzaam geweest. Een groot deel van de werknemers werkt dus niet het gehele jaar, dan gaat het vooral om zaterdaghulpen en vakantiekrachten. Aantal werknemers in de detailhandel in de periode 2003 tot en met 2005 Bron: CBS, bewerking Hoofdbedrijfschap Detailhandel en ITS Aantal werknemers op 31 december
Totaal aantal werknemers in het jaar
Index
2003
648.700
100
868.200
2004
638.600
98
846.300
2005
630.800
97
833.900
Op basis van de voor dit rapport gebruikte bronnen zijn nog geen gegevens over de periode na 2005 bekend. Uit andere bronnen is echter bekend dat na 2005 een toename te zien is van het aantal werknemers.
Een derde van alle werknemers in de detailhandel werkt in supermarkten Drie brancheclusters zijn samen goed voor twee derde van al het personeel in de detailhandel: supermarkten (33%), kleding- en textielzaken (16%) en winkels met educatie- en vrijetijdsartikelen (waaronder warenhuizen) (15%). Daar tegenover staat dat in de branches internet-/postorderbedrijf, markthandel en overige ambulante handel (de branches met ondernemingen zonder ‘stenen’ winkel) juist weinig personeelsleden zijn. Dit komt overeen met bevindingen in een eerdere publicatie uit deze reeks, ‘Ondernemers in de detailhandel zonder personeel’. Hieruit blijkt dat ondernemingen zonder ‘stenen’ winkel vrijwel nooit personeel hebben, terwijl van de supermarkten en bedrijven in persoonlijke verzorging 58% wel personeel in dienst heeft. Verdeling van werknemers in de detailhandel over de brancheclusters in 2005 Bron: CBS, bewerking Hoofdbedrijfschap Detailhandel en ITS Branchecluster
2005
Supermarkten
33%
Kleding en textiel
16%
Educatie en vrijetijdsartikelen
15%
Persoonlijke verzorging
9%
Levensmiddelenspeciaalzaken
7%
Woonzaken
7%
Doe-het-zelfzaken
4%
Consumentenelektronica
3%
Huishoudelijke artikelen
2%
Internet-/postorderbedrijf
1%
Markthandel
1%
Overige ambulante handel Totaal
Werknemers in de detailhandel
1% 100%
3
Dynamiek op de arbeidsmarkt van de detailhandel Groot verloop op de arbeidsmarkt van de detailhandel Elk jaar telt de detailhandel veel nieuwkomers en elk jaar vertrekken ook veel werknemers. Het aantal werknemers dat in een jaar in- of uitstroomt is ten opzichte van het aantal werknemers op 31 december relatief groot en daarmee is de vervangingsvraag binnen de detailhandel dus ook groot. In 2003 is de instroom en de uitstroom ongeveer gelijk, in dit jaar is de werkgelegenheid in de detailhandel constant. In 2004 is de uitstroom groter dan de instroom, in dat jaar krimpt de werkgelegenheid in de detailhandel. Dit patroon hangt nauw samen met de conjunctuurbewegingen. Aantallen in- en uitstroom op de arbeidsmarkt van de detailhandel in 2003 en 2004 Bron: CBS, bewerking Hoofdbedrijfschap Detailhandel en ITS Instroom
Uitstroom
Saldo
2003
221.020
218.428
2.592
2004
198.052
206.492
-8.440
Omvang instroom en uitstroom afhankelijk van conjunctuur In de periode 2000 tot en met 2005 neemt de mobiliteit tussen detailhandel en andere sectoren af. Ook dit wordt grotendeels veroorzaakt door de conjunctuurbewegingen. In de jaren 2000 en 2001 was sprake van een hoogconjunctuur, waarbij veel vraag was naar (tijdelijk) personeel. In 2005 was echter sprake van een conjuncturele neergang met weinig of helemaal geen groei van werkgelegenheid, ook het zittend personeel is dan minder mobiel. Daardoor is de vraag naar personeel eveneens klein. Het gaat om zowel het aantal instromers en uitstromers als werknemers die in één jaar instromen in en uitstromen uit de detailhandel. In 2000 behoorde slechts de helft van alle werknemers tot de blijvers, dat wil zeggen tot de personen die het gehele jaar werkzaam zijn geweest binnen de detailhandel. In 2005 is dit 60%. Instromer: werknemer die in het desbetreffende jaar in de detailhandel is ingestroomd Uitstromer: werknemer die in het desbetreffende jaar de detailhandel is uitgestroomd Blijver: werknemer die het gehele jaar in de detailhandel werkzaam is geweest In- en uitstromer: werknemer die in het desbetreffende jaar in de detailhandel is ingestroomd en in datzelfde jaar ook weer is uitgestroomd
Instroom tot en uitstroom uit de arbeidsmarkt van de detailhandel in 2000 en 2005 Bron: CBS, bewerking Hoofdbedrijfschap Detailhandel en ITS 2000
2005
Blijver
446.301
51%
500.340
60%
Instromer
183.771
21%
125.085
15%
Uitstromer
17%
157.518
18%
141.763
In- en uitstromer
87.510
10%
66.712
8%
Totaal (= 100%)
875.100
100%
833.900
100%
Daling mobiliteit tussen brancheclusters in de detailhandel Ook de mobiliteit binnen de detailhandel neemt af. In 2000 verwisselde 5% van de medewerkers van branchecluster, maar dit percentage daalt in de jaren daarna naar 3% in 2005. Het aantal medewerkers dat binnen hun branchecluster van bedrijf wisselt bedraagt in de periode 2000 tot en met 2005 elk jaar 12% of 13%. Instroom tot en uitstroom binnen de arbeidsmarkt van de detailhandel in 2005 Bron: CBS, bewerking Hoofdbedrijfschap Detailhandel en ITS 2005 Niet wisselend
84%
Wisselaar binnen branchecluster
13%
Brancheclusterwisselaar Totaal (= 100%)
4
3% 833.900
Werknemers in de detailhandel
Herkomst in- en uitstromers op de arbeidsmarkt van de detailhandel Grote in- en uitstroom door studenten en scholieren met bijbaan Ruim 92.500 van alle instromers bestaat uit scholieren of studenten. Ook de uitstroom bestaat voor een groot gedeelte uit werknemers die de detailhandel verlaten om (weer) naar school te gaan of te gaan studeren. Het gaat vooral om scholieren en studenten die een opleiding in een andere richting volgen en die voor een beperkte tijd een bijbaan in de detailhandel hebben. Voor een kleiner deel van de instroom gaat het om schoolverlaters, dus om personen die hun schoolloopbaan afsluiten en hun beroepsloopbaan beginnen. In deze laatste gevallen gaat het vooral om personen die wel een opleiding in de richting van de detailhandel hebben gevolgd. Herkomst in- en uitstroom op de arbeidsmarkt van de detailhandel in 2004 Bron:CBS, bewerking Hoofdbedrijfschap Detailhandel en ITS Instroom
Uitstroom
Scholier/student
92.512
Werknemer andere sector
61.323
54.839 80.606
Geen inkomstenbron
17.746
25.651
Uitzendbureau
9.421
15.949
Uitkering
8.779
17.357
Pensioen
3.068
5.848
Zelfstandigen
2.574
3.998
Immigratie/emigratie of sterfte Totaal
864
2.244
196.287
206.492
Zo’n 50% van de instromers komt van een opleiding Bijna de helft van alle instromers bestaat uit studenten, scholieren of schoolverlaters, dus instromers vanuit het onderwijs. De in omvang tweede groep instromers zijn werknemers die vanuit een andere economische sector overstappen naar de detailhandel. Hiervan combineerde een deel dat eerdere werk met een studie of opleiding. Ook van het aantal uitzendkrachten dat overstapt naar een vaste of tijdelijke baan in de detailhandel combineerde een deel het eerdere uitzendwerk met een opleiding. De in omvang derde groep bestaat uit de personen die vanuit een situatie zonder inkomen overstappen naar een betaalde baan in de detailhandel. Het aantal personen dat een uitkeringssituatie verruilt voor een betaalde baan in de detailhandel is 4%. In 2000 was nog bijna de helft hiervan afkomstig uit de bijstand. In 2004 is dit gedaald tot een kwart. In 2004 gaat het bij de instromers vanuit een uitkering duidelijk vaker om personen die uit de WW komen. Aandeel uitstromers naar andere sectoren daalt, aandeel naar onderwijssituatie stijgt Een grote groep uitstromers bestaat uit werknemers die de detailhandel verruilen voor een baan in een andere sector. Deels betreft dit mensen die de nieuwe baan combineren met een opleiding. De laatste jaren is binnen de uitstroom het aandeel dat naar een baan in een andere sector gaat afgenomen, namelijk van 44% in 2000 naar 39% in 2004. Elk jaar gaat ook een aanzienlijk aantal werknemers uit de detailhandel weg om (weer) te gaan studeren. Hun aandeel is, inclusief mensen die hun studie combineren met een baan in een andere sector, gestegen van 34% in 2000 naar 39% in 2004. Van de uitstromers verlaten slechts weinig weg de detailhandel omdat ze met (pre)pensioen gaan. Van alle uitstromers in de periode 2000 tot en met 2004 gaat slechts 2% tot 3% met pensioen. In andere economische sectoren maakt deze categorie een duidelijk groter deel van de uitstroom uit. Dit neemt de laatste jaren bovendien duidelijk toe. De oorzaak is uiteraard datde detailhandel vooral veel jonge werknemers heeft en relatief weinig werknemers van 55 jaar en ouder.
Werknemers in de detailhandel
5
Herkomst van de instroom en uitstroom in 2004 Bron: CBS, bewerking Hoofdbedrijfschap Detailhandel en ITS Instroom
Uitstroom
Scholier/student
47%
27%
Werknemer andere sector
19%
27%
Werknemer andere sector en scholier/student
12%
12%
Geen inkomstenbron
9%
12%
Uitkering
4%
8%
Uitzendbureau
3%
6%
Uitzendbureau en scholier/student
2%
2%
Pensioen
2%
3%
Zelfstandige
1%
2%
Immigrant, emigrant, overleden
0%
1%
100%
100%
Totaal
Veel uitwisseling werknemers met sectoren gezondheidszorg en handel De herkomst van de werknemers die overstappen van een andere economische sector naar de detailhandel is zeer gevarieerd, maar het merendeel is afkomstig uit zakelijke dienstverlening, handel, industrie en bouw, horeca en gezondheidszorg. Ook bij de uitstroom gaat het vooral om die sectoren. Herkomst van de werknemersinstroom en -uitstroom in 2004 Bron: CBS, bewerking Hoofdbedrijfschap Detailhandel en ITS Instroom Financiële instellingen
Uitstroom 2%
3%
Gezondheidszorg
12%
18%
Handel
17%
13%
Horeca
14%
13%
Industrie en bouw
13%
11%
Landbouw
5%
2%
Onderwijs
2%
5%
Overheid
2%
3%
Overig
7%
8%
Vervoer en communicatie
7%
6%
Zakelijke dienstverlening
17%
17%
100%
100%
Totaal
Ruim de helft van de werknemers werkt minder dan een jaar aaneengesloten in de detailhandel Van de werknemers die in de periode 1999-2005 in de detailhandel zijn ingestroomd, vertrekt ruim de helft binnen één jaar weer uit de detailhandel. Na twee jaar is ongeveer driekwart van de instromers weg. Ongeveer 10% van de instromers blijft vijf jaar of langer in de detailhandel werkzaam. Hierbij is niet gekeken naar het weer instromen van dezelfde werknemer in een van de volgende jaren. Sectorstandvastigheid van de instromers Bron: CBS, bewerking Hoofdbedrijfschap Detailhandel en ITS Aantal instromers
Nog werkzaam in de detailhandel na…………. 1 jaar
2 jaar
3 jaar
4 jaar
5 jaar
6 jaar
1999
252.640
44%
25%
16%
11%
9%
7%
2000
272.958
44%
24%
16%
12%
9%
8%
2001
276.188
42%
25%
17%
13%
11%
2002
241.603
42%
26%
18%
14%
2003
221.020
43%
26%
19%
2004
198.052
45%
30%
6
7 jaar 6%
Werknemers in de detailhandel
Grote groep tijdelijke krachten naast vaste kern Het personeel in de detailhandel bestaat dus in feite uit twee groepen. De eerste omvat de vaste kern van het personeel. Dit zijn mensen met een vaste baan, die ze ook een aantal jaar uitoefenen. De tweede groep bestaat uit scholieren die een bijbaan hebben, vooral in supermarkten. Vaak betreft dit een vakantiebaan. Het komt echter ook veel voor dat ze gedurende een aantal jaren een zaterdagbaan hebben. Nadat de studie is afgerond, verlaat het overgrote deel de detailhandel en kiest voor de sector waarvoor ze opgeleid zijn.
Profiel van werknemers in de detailhandel Meer vrouwen dan mannen In de detailhandel werken meer vrouwen dan mannen. In 2005 is bijna twee derde deel (62%) van de werknemers vrouw, dit is vrijwel gelijk aan de situatie in 2001. Geslacht van de werknemers in 2005 Bron: CBS, bewerking Hoofdbedrijfschap Detailhandel en ITS Detailhandel Man
38%
Vrouw
62%
Totaal
100%
Werknemers in detailhandel stuk jonger dan totale Nederlandse bevolking Bijna de helft van de werknemers in de detailhandel is in 2005 jonger dan 25 jaar. Van hen is een groot deel jonger dan 18 jaar en dus nog (deels) leerplichtig. 7% is 55 jaar of ouder. In 2001 was 51% jonger dan 25 jaar en 5% 55 jaar of ouder. De werknemers in de detailhandel worden dus ouder. Deze ontwikkeling is vergelijkbaar met die van de totale Nederlandse bevolking. Van de totale Nederlandse beroepsbevolking van 15 tot en met 64 jaar is in 2005 18% tussen 55 en 64 jaar oud. In 2001 was dit nog 15%. De werknemers in de detailhandel zijn dus relatief jong in vergelijking met de totale Nederlandse beroepsbevolking. Leeftijd van de werknemers in 2005 Bron: CBS, bewerking Hoofdbedrijfschap Detailhandel en ITS Detailhandel 17 jaar of jonger
16%
18 jaar
7%
19 jaar
6%
20 jaar
5%
21 jaar
4%
22 t/m 24 jaar
9%
25 t/m 34 jaar
18%
35 t/m 44 jaar
16%
45 t/m 54 jaar
11%
55 t/m 64 jaar
7%
65 jaar of ouder Totaal
0% 100%
Aandeel allochtonen gelijk aan de gehele beroepsbevolking Van de werknemers in de detailhandel is in 2005 16% van allochtone herkomst, van hen is 9% van niet-westerse en 7% van westerse herkomst. Dit is vergelijkbaar met de totale Nederlandse beroepsbevolking. Bij de werknemers van niet-westerse herkomst gaat het vooral om werknemers van Surinaamse, Turkse en Marokkaanse herkomst.
Werknemers in de detailhandel
7
Achtergrond van de werknemers in 2005 Bron: CBS, bewerking Hoofdbedrijfschap Detailhandel en ITS Detailhandel Niet-westerse allochtoon
9%
Westerse allochtoon
7%
Autochtoon
84%
Totaal
100%
Aandeel parttimers neemt verder toe Ruim driekwart van de werknemers in de detailhandel werkt in 2005 parttime, 42% zelfs minder dan 16 uur per week. Het aantal parttimers is vergeleken met 2001 toegenomen, in dat jaar werkte nog 29% 38 uur of meer per week. Omvang baan van de werknemers in 2005 Bron: CBS, bewerking Hoofdbedrijfschap Detailhandel en ITS Detailhandel <16 uur
42%
16 tot 24 uur
16%
24 tot 32 uur
10%
32 tot 38 uur
9%
38 uur of meer
23%
Totaal
100%
Aandeel allochtone werknemers in 4 grote steden relatief groot In de vier grote steden is in 2005 een veel groter deel van de medewerkers in de detailhandel van allochtone herkomst. In heel Nederland is 16% van de medewerkers van allochtone herkomst is, in Amsterdam is dit 42%. In de andere grote steden is het aandeel allochtone inwoners ook een stuk hoger dan in de rest van Nederland. Voor de overige profielkenmerken zijn slechts kleine verschillen zichtbaar tussen de steden. Kenmerken van de werknemers in 2005, naar vestigingsplaats Bron: CBS, bewerking Hoofdbedrijfschap Detailhandel en ITS Vrouw
8
< 25 jaar
< 18 jaar
Allochtoon
< 38 uur
Amsterdam
60%
44%
12%
42%
Rotterdam
61%
49%
13%
34%
73% 75%
Den Haag
58%
46%
15%
39%
73%
Utrecht
60%
47%
12%
26%
73%
Overige gemeenten
63%
49%
17%
13%
78%
Totaal
62%
49%
16%
16%
77%
Werknemers in de detailhandel
Profiel van instromende en uitstromende werknemers Veel verloop in ‘kleine baantjes’ Bij de instromers gaat het vooral om jonge mensen die vaak nog (deels) leerplichtig zijn, dus hooguit 17 jaar zijn. Hun aandeel in de instroom nam in de periode 1999 tot en met 2005 toe van 37% naar 42%. Instromers worden vaak aangetrokken voor de kleine baantjes, dat wil zeggen voor minder dan 16 uur per week. Ook onder de uitstromers zijn veel jonge mensen en veel personen die in kleine baantjes in de detailhandel werkzaam waren. Er zit dus blijkbaar veel verloop in deze kleine baantjes. Het aandeel oudere werknemers (55-plussers) in de uitstroom is nog beperkt, maar het nam in de periode 1999 tot en met 2005 wel toe van 2% tot 5%. Kenmerken van alle werknemers, de instromers en de uitstromers in 2005 Bron: CBS, bewerking Hoofdbedrijfschap Detailhandel en ITS
Vrouw
< 18 jaar
< 25 jaar
Allochtoon
Nietwesterse allochtoon
< 38 uur
< 16 uur
Totaal
62%
16%
47%
16%
9%
77%
42%
Instromer
60%
42%
75%
21%
13%
87%
60%
Uitstromer
59%
23%
66%
20%
12%
84%
51%
In- en uitstromer
59%
40%
79%
24%
16%
87%
56%
Profiel van werknemers naar branchecluster Veel vrouwen in kleding en textiel en persoonlijke verzorging, veel mannen in consumentenelektronica De verschillen tussen de brancheclusters zijn wat betreft geslacht erg groot. Van de werknemers in de kleding- en textielzaken is 84% vrouw, in winkels in persoonlijke verzorging is dit 83%. Daar staat tegenover dat in consumentenelektronicawinkels driekwart van de werknemers man is. Ook in doe-het-zelfzaken is het grootste deel man.
Over dit onderwerp vindt u meer informatie in de publicatie ‘Allochtone ondernemers in de detailhandel’.
Relatief meeste jonge werknemers in supermarkten Jonge mensen werken vooral in supermarkten: 69% is jonger dan 25 jaar (en 30% is zelfs jonger dan 18 jaar). Bij internetbedrijven werken daarentegen weinig jongeren: van hen is slechts 1% jonger dan 18 jaar en 16% jonger dan 25 jaar. Ook in woonzaken werken vaak wat oudere mensen. Relatief meeste niet-westerse allochtonen in supermarkten en winkels in huishoudelijke artikelen In internetbedrijven werken relatief de meeste allochtonen: 21%. Het grootste deel van hen is van westerse allochtone afkomst. Relatief weinig allochtonen zijn werkzaam in doe-het-zelfzaken en de markthandel. In zaken in huishoudelijke artikelen en in supermarkten werken relatief de meeste niet-westerse allochtonen werknemers. Van de niet-westerse allochtone ondernemers is juist een groot deel (ruim een kwart) werkzaam is in de markthandel. Ook exploiteren niet-westerse allochtone ondernemers verhoudingsgewijs vaak een levensmiddelenspeciaalzaak of een supermarkt.
Werknemers in de detailhandel
9
Kenmerken van de werknemers in 2005, naar branchecluster Bron: CBS, bewerking Hoofdbedrijfschap Detailhandel en ITS Vrouw
< 18 jaar
< 25 jaar
Niet-westerse allochtoon
Allochtoon
Kleding en textiel
84%
10%
41%
19%
10%
Persoonlijke verzorging
83%
6%
30%
17%
9%
Huishoudelijke artikelen
78%
15%
48%
18%
11%
Levensmiddelenspeciaalzaken
68%
12%
44%
13%
6%
Educatie en vrije tijdsartikelen
64%
13%
46%
14%
7%
Internet-/postorderbedrijf
60%
1%
16%
21%
8%
Markthandel
58%
15%
45%
12%
7%
Supermarkten
55%
30%
69%
17%
11%
Woonzaken
46%
3%
22%
13%
5%
Overige ambulante handel
44%
8%
41%
16%
9%
Doe-het-zelfzaken
38%
10%
43%
11%
5%
Consumentenelektronica
24%
3%
39%
18%
10%
Totaal detailhandel
62%
16%
47%
16%
9%
Minste parttimers in consumentenelektronica, meeste in markthandel en supermarkten In consumentenelektronicazaken werkt de helft van het personeel meer dan 38 uur per week, terwijl een kwart minder dan 16 uur per week werkt. In de markthandel werkt slechts 13% meer dan 38 uur, terwijl 62% minder dan 16 uur per week werkt. Ook in supermarkten is het aandeel werknemers dat fulltime (meer dan 38 uur per week) werkt laag. In deze branchecluster werkt 56% minder dan 16 uur per week. Uren per werkweek van de werknemers in 2005, naar branchecluster Bron: CBS, bewerking Hoofdbedrijfschap Detailhandel en ITS <16 uur Markthandel
62%
16 tot 24 uur 13%
24 tot 32 uur 7%
32 tot 38 uur 5%
> 38 uur 13%
Totaal 100%
Supermarkten
56%
14%
9%
6%
15%
100%
Levensmiddelenspeciaalzaken
44%
17%
11%
8%
20%
100%
Huishoudelijke artikelen
41%
15%
11%
9%
25%
100%
Educatie en vrije tijdsartikelen
39%
16%
10%
10%
25%
100%
Kleding en textiel
38%
20%
12%
10%
20%
100%
Overige ambulante handel
35%
12%
8%
8%
37%
100%
Doe-het-zelfzaken
32%
14%
9%
9%
36%
100%
Persoonlijke verzorging
28%
20%
14%
14%
24%
100%
Consumentenelektronica
26%
9%
7%
8%
49%
100%
Woonzaken
24%
14%
9%
11%
42%
100%
Internet-/postorderbedrijf
17%
21%
11%
12%
39%
100%
10
Werknemers in de detailhandel
Onderzoeksverantwoording Bestandsanalyse Voor het onderzoek ‘Demografie van de detailhandel’ heeft ITS-Nijmegen gebruik gemaakt van databestanden van de Kamer van Koophandel (KvK) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Bij de KvK is gebruik gemaakt van gegevens uit het Handelsregister, bij het CBS van het Algemeen Bedrijven Register (ABR) en het Sociaal Statistische Bestand (SSB). Dit laatste bestand brengt sinds 1999 demografische en sociaal-economische gegevens bij elkaar vanuit een aantal (administratieve) bronnen, zoals de Belastingdienst, gemeenten en uitkeringsadministraties. Aangezien fiscale aangiftes enkele jaren achterlopen is in dit onderzoek gebruik gemaakt van inkomensgegevens over de periode 1999 tot en met 2003.
Werknemers in de detailhandel
11
Colofon ‘Werknemers in de detailhandel’ is een uitgave van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) en maakt deel uit van een serie publicaties in het kader van het onderzoeksprogramma ‘Demografie van de detailhandel’. Het onderzoek dat ten grondslag ligt aan deze publicatie is verricht door ITS-Nijmegen. Voor vragen kunt u contact opnemen met Ruud Ververs,
[email protected], telefoonnummer (070) 338 56 59. Het HBD maakt zich sterk voor een gezonde detailhandel, waarin het goed ondernemen en werken is. Het HBD vervult een functie als kenniscentrum, maakt maatschappelijke ontwikkelingen en overheidbeleid helder en hanteerbaar en stimuleert de professionaliteit in de sector. In het HBD werken samen: MKB-Nederland, Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel (CVAH), FNV Bondgenoten en CNV Dienstenbond. Extra exemplaren van deze publicatie en andere publicaties van het HBD zijn te bestellen: • Via internet: www.hbd.nl/publicaties • Per e-mail:
[email protected] • Per fax: (070) 338 57 11 • Per telefoon: (070) 338 56 66
Copyright © 2009 Hoofdbedrijfschap Detailhandel Het HBD hecht veel belang aan de verspreiding van kennis over de detailhandel. U mag dan ook gedeelten uit deze publicatie overnemen, mits met bronvermelding. Het integraal reproduceren van de inhoud is echter alleen toegestaan met schriftelijke toestemming van het HBD. 12
Werknemers in de detailhandel
Hoofdbedrijfschap Detailhandel Nieuwe Parklaan 72-74 Postbus 90703 2509 LS Den Haag T (070) 338 56 00 F (070) 338 57 11 E
[email protected] I www.hbd.nl