GEMEENTE MEDEMBLIK
Detailhandel klaar voor de toekomst Detailhandelsbeleid Medemblik 2013-2022 IO-13-08996 10-3-2013
De detailhandel staat voor grote uitdagingen. Niet langer is sprake van een groeimarkt, eerder is een teruggang te verwachten. De gemeente wil hier actief op inspelen. We willen regie voeren op de ruimtelijke ontwikkeling, centrumplannen ontwikkelen en actief centrummanagement bevorderen.
Inhoud Samenvatting ........................................................................................................... 4 1.
Inleiding ............................................................................................................. 6 Doelstelling en aanpak ........................................................................................ 6 Ambitie gemeente Medemblik ............................................................................. 6 Relatie bestaand beleid ....................................................................................... 7 Opbouw............................................................................................................... 7
2.
Ingrijpende ontwikkelingen .............................................................................. 8 Internetretail zet de detailhandel op zijn kop ........................................................ 8 Er is niet langer sprake van een groeimarkt ........................................................ 8 Zelfstandigen gaan met pensioen........................................................................ 9 Schaalvergroting gaat door ................................................................................. 9 Conclusie: het speelveld verandert...................................................................... 9
3.
Huidige detailhandelsstructuur gemeente Medemblik ..................................10 Goede spreiding boodschappencentra ...............................................................10 Gemeente kent geen uitgesproken centrumkern ................................................11 Koopkracht inwoners legt weg naar omgeving ..................................................12 Beperkte toevloeiing uit de omgeving .................................................................12 Dreigende overcapaciteit van winkelaanbod ......................................................12 Herstructurering winkelcentra .............................................................................13 Bezoekers waarderen winkelcentra gemiddeld...................................................13 Conclusie: goede basisstructuur in regionaal verband........................................14
4.
Toekomstvisie: voorsorteren op de toekomst ...............................................15 Zuinig zijn op de bestaande hoofdstructuur ........................................................15 Aantrekkelijkheid hoofdkernen vergroten............................................................16 Behoud van basisvoorzieningen in overige dorpen ............................................16 Beperken van leegstand en de effecten daarvan................................................17 Faciliteren van de dynamiek in de markt ............................................................17 Optimaliseren winkeltijden in overleg met ondernemers .....................................18 Innovatie bevorderen..........................................................................................18
2
5.
Aanpak in samenwerking met partners ..........................................................19 Regie voeren op de ruimtelijke ontwikkeling .......................................................19 Centrumvisie Medemblik opstellen .....................................................................19 Samenwerken in centrummanagement ..............................................................20 Regionale afstemming........................................................................................20 Evaluatie en actualisatie na vier jaar ..................................................................20
Bijlage A Interne en externe beleidskaders...........................................................21 Nota volgt wettelijk kader ...................................................................................21 Provinciaal beleid is kaderstellend......................................................................21 Regionaal beleid vormt startpunt van de visie ....................................................21 Aansluiting op overig lokaal beleid .....................................................................22 Bijlage B – Factsheets koopstromenonderzoek ...................................................23 Bijlage C – Aandachtspunten kernen ....................................................................30
3
Samenvatting Voor de gemeente Medemblik is een goede winkelstructuur van groot belang. Winkels zijn van belang voor de leefbaarheid in kernen, voor het voorzieningenniveau van inwoners en bezoekers en voor ondernemers en werknemers. De gemeente streeft ernaar om een attractieve winkelstructuur te realiseren, die tegemoet komt aan de behoeften van bewoners en bezoekers en die ruimte biedt aan de dynamiek in het ondernemerschap. De voorliggende beleidsnota geeft onze voornemens en prioriteiten weer, biedt een toetsingskader voor nieuwe initiatieven en handvatten voor concrete acties.
Het speelveld verandert ingrijpend In weinig sectoren van de economie zijn de recente ontwikkelingen zo ingrijpend als in de detailhandel. Dit is zorgelijk omdat deze sector niet alleen van belang is voor de werkgelegenheid in de gemeente, maar ook voor de attractiviteit en de leefbaarheid van de kernen. De ontwikkelingen wijzen op een structurele afname van het aantal winkels, vooral door de concurrentie van internet, pensionering van zelfstandigen en schaalvergroting. Het huidige economische klimaat versterkt deze situatie. We hebben in het komende decennium rekening te houden met mogelijke toename van leegstand van winkels en transitie van detailhandelsvestigingen naar andere functies.
Medemblik heeft goede basisstructuur detailhandel Gemeente Medemblik beschikt over goede basisvoorzieningen voor de dagelijkse boodschappen van bewoners. Ook andere winkels zijn aanwezig, met name in de kern Medemblik. Daarnaast vervult met name Hoorn een belangrijke positie als winkelcentrum voor Medemblikkers. De kwaliteit van de centra steekt niet negatief of positief af ten opzichte van centra van vergelijkbare omvang. Wel zijn er per centrum verbeterpunten te onderkennen. Gelet op de vrij omvangrijke uitbreiding van het winkelareaal in de afgelopen jaren, is waakzaamheid op zijn plaats waar het gaat om verdere uitbreidingen.
Zuinig zijn op bestaande hoofdstructuur De kernen Medemblik, Wervershoof, Wognum en Andijk vormen de ruggengraat van de detailhandelsstructuur. Concentratie van winkels in deze kernen is het uitgangspunt van beleid. Daarnaast geeft de gemeente prioriteit aan het behoud van de diverse supermarkten in de kleine dorpen.
Aantrekkelijkheid hoofdkernen vergroten In Wognum en Wervershoof worden inmiddels plannen uitgevoerd om de aantrekkelijkheid van het centrum te vergroten. Onderzocht dient te worden op welke wijze de attractiviteit van het centrum van Medemblik vergroot kan worden.
Behoud van basisvoorzieningen in overige dorpen Supermarkten in de kleine dorpen zijn van groot belang voor de leefbaarheid op het platteland. Voor eventuele ruimtelijke knelpunten dienen oplossingen gevonden te worden.
Beperken van mogelijke leegstand en de effecten daarvan Het beleid is erop gericht om leegstand zoveel mogelijk te voorkomen. Per saldo uitbreiding van winkelruimte is niet gewenst. Daar waar leegstand ontstaat kunnen praktische maatregelen helpen om de negatieve effecten te ondervangen.
4
Faciliteren van dynamiek in de markt De gemeente wil de dynamiek van ondernemers met plannen zoveel mogelijk faciliteren. Schaalvergroting, ondergeschikte detailhandel en internethandel dienen waar mogelijk gefaciliteerd te worden. Onder voorwaarden kunnen winkels en internetshops op bedrijventerreinen gevestigd worden. In het kader van plattelandsvernieuwing kunnen boerderijwinkels worden toegestaan.
Optimaliseren winkeltijden in overleg met ondernemers Verwacht mag worden dat de discussie over de winkeltijden nog geruimde tijd zal voortduren. De gemeente staat open voor aanpassingen als daar voldoende draagvlak voor bestaat bij ondernemers en bewoners.
Innovatie bevorderen Innovatie bij bedrijven is van levensbelang, maar is primair een zaak van de ondernemers zelf. In voorkomende gevallen kan het echter nodig zijn om vanuit het collectief belang een initiatief te ondersteunen en faciliteren.
Aanpak in samenwerking met partners De toekomstvisie zoals in dit document verwoord, vraagt om een actieve inzet van alle partijen die bij ontwikkeling van de detailhandel zijn betrokken: overheden, winkeliers, eigenaren en ontwikkelaars. Om tot een gezamenlijke aanpak te komen zal de gemeente de nodige acties ondernemen. Dit doet de gemeente vanuit het besef dat de overheid niet tot in detail kan sturen op de ontwikkeling van de detailhandel. De aanpak concentreert zich op: 1. regie voeren op de ruimtelijke ontwikkeling: het instrumentarium van de gemeente is primair ruimtelijk; daar zal dan ook onze belangrijkste inzet plaatsvinden; 2. centrumvisie Medemblik (doen) opstellen: zowel in de regionale detailhandelsvisie, als in het Masterplan Medemblik Watersportgemeente, wordt de potentie van de kern Medemblik als recreatief winkelcentrum onderkend. Om deze potentie te benutten is actie nodig; 3. camenwerken in centrummanagement voor de diverse winkelcentra in onze gemeente; 4. realiseren van regionale afstemming.
5
1. Inleiding Een gezonde detailhandelsstructuur is van essentieel belang voor de gemeente. Niet alleen voor onze bewoners – die veel belang hechten aan goede winkelvoorzieningen – maar ook voor bezoekers uit de regio en toeristen en natuurlijk voor de ondernemers en werknemers die hun inkomen verdienen in deze sector. De detailhandel staat echter onder grote druk. De concurrentie van internetwinkels neemt inmiddels grote vormen aan, terwijl door de economische crisis en de afnemende bevolkingsgroei de omzet verder onder druk wordt gezet. Desondanks zien we dat nog steeds veel wordt geïnvesteerd in de detailhandel. Zowel in bestaande als nieuwe centra worden plannen ten uitvoer gebracht die niet alleen een kwaliteitsimpuls betekenen, maar ook tot toename van het aantal winkelmeters leiden. Deze situatie vraagt om actief beleid van de gemeente. Beleid dat richting geeft aan de ruimtelijke ontwikkeling van de detailhandel en de juiste randvoorwaarden schept voor ondernemers in de sector.
Doelstelling en aanpak De voorliggende nota heeft tot doel om een beleidskader te bieden voor ontwikkeling van de detailhandel. Met de nota willen we: een visie op de hoofdlijnen van het beleid bepalen. De visie levert het kader voor zowel de overheid als voor investeerders en winkeliers; een toetsingskader geven: de nota levert toetsingscriteria voor concrete voorstellen en initiatieven die zich voordoen; een handelingskader leveren: aangegeven zijn prioriteiten die om actie vragen. In het laatste hoofdstuk staat een overzicht van concrete acties die nu reeds voorzien kunnen worden. Voor de totstandkoming van de nota zijn gesprekken gevoerd met ondernemers en winkeliersverenigingen uit de verschillende kernen en met de Kamer van Koophandel. Met bewoners en andere belanghebbenden is gesproken in een themasessie bij de ontwikkeling van de structuurvisie. De meest recente gegevens uit onderzoek zijn verwerkt in deze rapportage, waaronder het Koopstromenonderzoek uit 2011, het onderzoek naar ontwikkelingsmogelijkheden uit 2012 en de handreiking van HBD/CBW-Mitex uit 2011 voor een activerend detailhandelsbeleid door gemeenten1.
Ambitie gemeente Medemblik Het detailhandelsbeleid van de gemeente Medemblik is enerzijds gebaseerd op de behoeften van bewoners en bezoekers en anderzijds op de behoeften van bestaande en nieuwe ondernemers. Met het oog hierop richten we ons op: realiseren van een attractieve detailhandelsstructuur, die tegemoet komt aan de wensen van bewoners en bezoekers; ruimte bieden voor de dynamiek in ondernemerschap, opdat nieuwe ontwikkelingen in de detailhandel waar mogelijk gefaciliteerd kunnen worden; voorkomen van structureel over- of onderaanbod van winkelcapaciteit. 1
I&O, Koopstromenonderzoek 2011; DTNP/HBD/CBW-Mitex: Dynamiek door beleid; hoe de overheid de winkelmarkt stimuleert, 2011; BSP, Noord-Holland Noord, Ontwikkelingsmogelijkheden detailhandel, 2012.
6
Relatie bestaand beleid Reeds in 2009 is een eerste aanzet gemaakt voor een gezamenlijke detailhandelsvisie van de toenmalige gemeenten Medemblik, Andijk en Wervershoof. Het destijds opgestelde rapport ‘Tussen de bedroive door’ is echter niet vastgesteld door de drie gemeenteraden. Relevante aspecten uit dit rapport zijn in de voorliggende nota verwerkt en geactualiseerd. In 2009 hebben de gemeenteraden de Regionale Detailhandelsvisie West-Friesland vastgesteld. De voorliggende nota bouwt voort op de afspraken die regionaal zijn gemaakt. Bijlage A bevat een nadere toelichting op de regionale nota. Ook in de recent vastgestelde Structuurvisie Medemblik zijn aspecten opgenomen die van belang zijn voor het detailhandelsbeleid. Zie ook hiervoor bijlage A. Voorts biedt deze bijlage een toelichting op relevant beleid van de hogere overheden.
Opbouw De opbouw van de detailhandelsvisie is als volgt:
H1 - Inleiding Ambitie: een attractieve , ondernemende en evenwichtige detailhandel
H3 – Huidige detailhandelsstructuur Basisstructuur is op orde
H2 – Ingrijpende ontwikkelingen Het speelveld verandert
H4 – Toekomstvisie Medemblik klaar voor de toekomst
H5 – Aanpak Aanpak in partnerschap
7
2. Ingrijpende ontwikkelingen De totstandkoming van deze visie vindt plaats in een tijd dat er heftige veranderingen optreden in de sector. We noemen een viertal ontwikkelingen die van bijzonder belang zijn:
internetretail zet de detailhandel op zijn kop; er is niet langer sprake van een groeimarkt; zelfstandigen gaan met pensioen; schaalvergroting gaat door.
Internetretail zet de detailhandel op zijn kop De afvloeiing van koopkracht naar internet neemt een grote vlucht. Sinds 2004 is deze landelijk met een factor 14 toegenomen! In 2011 ging het in de gemeente om 5% van de bestedingen, dat is €11 miljoen. Voor de niet-dagelijkse sector gaat het zelfs al om 11%, vooral in de branches vrije tijd en elektronica en in toenemende mate kleding. De verwachting onder experts is dat het marktaandeel van internet nog stormachtig zal groeien in de komende jaren. Vooral minder aantrekkelijke centrumlocaties en eenzijdige pdvlocaties hebben hier last van. De aantrekkingskracht van internet als aankoopkanaal is evident: 24/7 geopend, bestellen vanuit huis, thuisbezorging, online productvergelijking, etc. Nadelen zijn er natuurlijk ook, zoals het niet kunnen zien en voelen van het product, vertraging in de levering, onzekerheid over leveranciers en missen van ‘gezellig winkelen’. Dit zijn tegelijkertijd de kansen die de traditionele, fysieke detailhandel heeft om zich op te profileren. Daarnaast biedt het internet natuurlijk ook kansen voor de traditionele winkelier als hij erin slaagt om gebruik te maken van meerwaarde van internet, onder andere Figuur 1 Ontwikkeling omzet internet door webverkoop en -presentatie, social media en location based services in het bedrijfsproces te verankeren2.
Er is niet langer sprake van een groeimarkt Mede als gevolg van een beperkte groei van de bevolking en de economische crisis die naar verwachting nog geruime tijd zal voortduren, nemen de bestedingen van consumenten af. Hierdoor neemt de druk op slechter renderende winkels toe, vooral in branches waarin ook de internetbestedingen snel toenemen, zoals luxe goederen, mode en elektronica. Ook voor volumineuze goederen is het toekomstbeeld negatief. Dit vraagt om een andere manier van denken bij overheden en investeerders: detailhandel kan vaak niet meer als drager functioneren van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Uit onderzoek uitgevoerd in opdracht van de provincie blijkt dat de ontwikkelingsruimte voor de regio West-Friesland negatief is.3
2 3
Zie bijvoorbeeld: Molenaar,C., Redt de winkel, 2013 BSP, Noord-Holland Noord, Ontwikkelingsmogelijkheden detailhandel, 2012
8
Zelfstandigen gaan met pensioen De komende jaren gaat naar verwachting een groeiend aandeel zelfstandigen met pensioen. Landelijke cijfers laten zien dat 40% van de zelfstandige winkeliers boven de vijftig is, een kleine 20% boven de zestig. Veel winkels zullen sluiten zonder opvolger.
Schaalvergroting gaat door In het afgelopen decennium zijn winkels gemiddeld steeds groter geworden. De gemiddelde vloeroppervlakte is in Medemblik met 18% toegenomen in de periode 2004-2011. Deze trends zal naar verwachting verder doorzetten. Dit heeft onder meer gevolgen voor de ruimtelijke inpassing van winkels. Onder andere in de kern Medemblik is het lastig om grote winkelformules in te passen in de centrumvoorzieningen. Hier ligt een uitdaging voor het beleid: het gaat er niet zozeer om meer winkels te huisvesten, maar om grote winkels nabij de centra te faciliteren.
Conclusie: het speelveld verandert In weinig sectoren van de economie zijn de recente ontwikkelingen zo ingrijpend als in de detailhandel. Dit is zorgelijk omdat deze sector niet alleen van belang is voor de werkgelegenheid in de gemeente, maar ook voor de attractiviteit en de leefbaarheid van de kernen. De ontwikkelingen wijzen op een structurele afname van het aantal winkels, vooral door de concurrentie van internet, pensionering van zelfstandigen en schaalvergroting. Het huidige economische klimaat versterkt deze situatie. We hebben in het komende decennium rekening te houden met mogelijke toename van leegstand van winkels en transitie van detailhandelsvestigingen naar andere functies.
9
3. Huidige detailhandelsstructuur gemeente Medemblik De kwaliteit van de detailhandelsstructuur wordt onder meer bepaald door de omvang, kwaliteit en diversiteit van het winkelbestand, de potentie om koopkracht van de inwoners aan de eigen centra te binden en de potentie om bezoekers van buiten de gemeente aan te trekken. De winkelstructuur van Medemblik laat zich als volgt karakteriseren:
goede spreiding boodschappencentra; gemeente kent geen uitgesproken centrumkern; koopkracht inwoners lekt weg naar omgeving; beperkte toevloeiing uit de omgeving; dreigende overcapaciteit van winkelaanbod; herstructurering winkelcentra; bezoekers waarderen winkelcentra gemiddeld.
Goede spreiding boodschappencentra De winkelcentra in de gemeente Medemblik zijn vooral gericht op het doen van boodschappen, met uitzondering van vooral de kern Medemblik die een wat groter en gevarieerder aanbod kent. De belangrijkste kernen zijn: Medemblik (kern) Medemblik heeft het grootste aantal winkels van de gemeente, voor zowel dagelijkse als nietdagelijkse artikelen. Naast boodschappencentrum ook recreatief profiel. Behalve het centrum kent Medemblik diverse winkels op het bedrijventerreinen, waarbij vooral de beide supermarkten op Overleek in het oog springen. Wervershoof Wervershoof heeft met winkelcentrum Molenhoek een compleet aanbod van winkels in de dagelijkse en niet-dagelijkse sector voor de eigen bevolking en omliggende dorpen. Wervershoof heeft nauwelijks recreatieve winkelaars. Het centrum wordt geherstructureerd. Wognum Wognum heeft eveneens een aanzienlijk winkelaanbod gericht op de eigen bevolking. Ook voor dit centrum is een grondige herstructurering voorzien. In de markt is belangstelling voor nieuwe vestigingen. Andijk Andijk is het vierde koopcentrum van de gemeente en kan met winkelcentrum de Beldershof goed voorzien in de winkelbehoefte van de eigen bevolking. Twee grootschalige meubelwinkels trekken klanten uit de omgeving. Zwaagdijk Zwaagdijk kent een nieuwe concentratie van winkels rond de vestiging van meubelzaak Mammoet. Het centrum profileert zich als weidewinkelcentrum, gericht op bezoekers van buiten de eigen kern. Overig Naast deze grotere centra kent de gemeente enkele kleine concentraties in Nibbixwoud en Midwoud, alsmede enkele verspreid liggende winkels, vooral supermarkten.
Deze opsomming (zie ook kaartbeeld hierna) laat zien dat de gemeente Medemblik over een redelijk goede spreiding van detailhandel beschikt, waardoor inwoners altijd beschikken over basisvoorzieningen in de nabije omgeving. Voor recreatief winkelen, vergelijkend winkelen en doelgericht aankopen is een beperkt aanbod aanwezig, maar voor deze vormen van winkelen zijn ook voldoende mogelijkheden in de directe omgeving aanwezig. Naast de kern Medemblik is Hoorn-centrum het belangrijkste centrum voor recreatief winkelen, terwijl Hof van Hoorn (v/h Runshopping Center of Dr. C.J.K. van Aalstweg) een uitgebreid aanbod voor doelgericht en vergelijkend winkelen heeft, in het bijzonder woninginrichting artikelen. Ook
10
het nabijgelegen winkelcentrum Streekhof in Stede Broec vervult een functie voor inwoners van de gemeente.
Figuur 2 Spreiding winkelvloeroppervlakte per kern. Bron: Locatus 2013
Gemeente kent geen uitgesproken centrumkern Kenmerkend voor de detailhandelstructuur is dat de gemeente historisch niet opgebouwd is uit een dominante centrumkern met omvangrijk omliggend verzorgingsgebied. Ofschoon het centrum van Medemblik binnen de gemeente de grootste hoeveelheid en verscheidenheid aan winkels telt, heeft het geen echte regiofunctie. De centra van Wervershoof, Wognum en Andijk zijn eveneens aanzienlijk van omvang en realiseren niet of nauwelijks minder omzet (zie tabel 1). Tabel 1 – Winkelaanbod top 4 winkelcentra van Medemblik Aantal winkels Medemblik Centrum 98 20% Wervershoof Centrum 34 7% Wognum Centrum 34 7% Andijk Centrum 20 4% Gemeente Medemblik totaal 480 100% Bron: Locatus en I&O, Koopstromenonderzoek 2011
Oppervlakte (x 1.000) 2 11% 7.586 m 2 9% 5.664 m 2 6% 4.243 m 2 3% 1.956 m 2 100% 66.232 m
Omzet (x 1.000.000) € 27 20% € 28 21% € 22 16% € 15 11% € 134 100%
In de Regionale Detailhandelsvisie West-Friesland is de kern Medemblik aangewezen als te ontwikkelen regionaal koopcentrum. Achtergrond hiervan is dat het centrum van Medemblik reeds een gevarieerd en compleet winkelaanbod kent, een aantrekkelijk historisch centrum met horeca en evenementen, alsmede een toeristisch potentieel vanuit onder andere de 11
watersport. Vooralsnog wordt de regionale ambitie echter niet gerealiseerd: de toevloeiing van omzet van buiten de gemeente bedraagt slechts 6%. Deze lage score heeft te maken met de relatief excentrische ligging van de kern Medemblik en de zuigende werking van Hoorn en in mindere mate Bovenkarspel. Met het Masterplan Watersport Medemblik legt de gemeente vooral prioriteit bij versterking van het toeristisch profiel. Detailhandel maakt hier een belangrijk deel van uit.
Koopkracht inwoners legt weg naar omgeving De overwegende focus van de detailhandel op boodschappen doen, heeft tot gevolg dat veel koopkracht vanuit de gemeente afvloeit. De inwoners van gemeente Medemblik kopen hun artikelen slechts voor een relatief beperkt deel in onze eigen gemeente: 80% voor dagelijkse artikelen en 35% voor niet-dagelijkse artikelen4. Daarmee scoren we lager dan qua omvang vergelijkbare gemeenten (resp. 82% en 42%). Waarheen lekken de bestedingen uit Medemblik weg? Van het totaal van € 207 miljoen lekt € 11 miljoen weg naar internet (5%). Liefst € 76 miljoen lekt weg naar andere gemeenten.
Beperkte toevloeiing uit de omgeving Ook de toevloeiing van bestedingen van buiten de gemeenten is met 10 à 11% van de totale omzet beperkt. Kortom, per saldo gaat er meer koopkracht uit, dan dat er binnen komt. Dat heeft vooral te maken met de zuigkracht van Hoorn. Voor zowel dagelijkse als niet-dagelijkse artikelen is Hoorn met grote voorsprong nr. 1 aankoopplaats voor mensen uit de regio.
Figuur 3 Afvloeiing en toevloeiing. Bron: Koopstromenonderzoek 2011
Dreigende overcapaciteit van winkelaanbod De gemeente Medemblik kent een aanbod van circa 66.000 m2 winkelruimte. Het winkelaanbod is sterk gegroeid de laatste jaren: met 23% sinds 2004, vooral in de wonenbranche. Het aanbod per 1.000 inwoners bedraagt nu bijna 1.500 m2. Dat is nog altijd wat lager dan gemiddeld in Nederland of Noord-Holland, maar dat heeft te maken met het ontbreken van een woonboulevard en een grootschalig winkelcentrum in onze gemeente (beide in Hoorn). 4
Deze paragraaf bevat de belangrijkste conclusies uit het koopstromenonderzoek 2011 betreffende de bestedingen in en vanuit Medemblik. In bijlage B zijn factsheets opgenomen voor de gemeente als geheel en van de aankoopcentra Medemblik-centrum, Wervershoof, Wognum en Andijk.
12
De leegstand is in Medemblik tussen 2004 en 2011 nagenoeg gelijk gebleven op ongeveer 1.400 m2. Gemeente Medemblik heeft met 2% van de totale winkelvloeroppervlakte een relatief lage leegstand. In heel Noord-Holland bedroeg de leegstand 6%, in West-Friesland eveneens 6% (cijfers 2011). Bedacht dient te worden dat er veel signalen zijn dat de leegstand toe gaat nemen de komende tijd. In veel andere gemeenten is deze stijgende lijn al waar te nemen. Gelet op deze ontwikkelingen is het draagvlak voor groei zeer beperkt. Uit onderzoek blijkt dat er per saldo geen ruimte is voor ontwikkeling in de regio en gemeente5. Dat betekent dat toekomstige uitbreidingen van winkelvloeroppervlak ten koste zal gaan van omzet op andere plaatsen.
Herstructurering winkelcentra Binnen de gemeente zijn diverse herstructureringsplannen in voorbereiding: in Wognum wordt het centrum geherstructureerd; de plannen voorzien in uitbreiding van circa 1.500 m2 winkelvloeroppervlak; in Wervershoof wordt de openbare ruimte in het centrum geherstructureerd en is een beperkte uitbreiding van winkelruimte mogelijk; in de kern Medemblik krijgt het voormalige stadhuis een nieuwe bestemming. Een van de opties is detailhandel. Met deze ontwikkelingen wordt een verbetering van de kwaliteit van de centrumvoorzieningen voorzien. Gevoegd bij de recente uitbreiding in Zwaagdijk betekenen deze ontwikkelingen echter tevens een uitbreiding van het vloerareaal. Behoedzaamheid in de ontwikkeling is dan ook op zijn plaats.
Bezoekers waarderen winkelcentra gemiddeld In 2011 is aan bezoekers gevraagd hoe zij de kwaliteit van de aankooplocatie beoordelen. Uit onderstaande tabel kan worden opgemaakt dat het oordeel van bezoekers gemiddeld genomen overeenkomt met vergelijkbare gemeenten in de Randstad. De kern Medemblik scoort gemiddeld iets beter, vooral vanwege de aanwezigheid van daghoreca in de stad. Grote verschillen zijn er ten aanzien van parkeermogelijkheden: relatief lage waardering in Medemblik (maar wel ruim voldoende), tegenover een zeer goede beoordeling in de andere kernen. Voor Wervershoof is sfeer en uitstraling een negatief punt dat er uit springt.
5
Zie BSP, Noord-Holland Noord, ontwikkelingsmogelijkheden detailhandel, 2012
13
Medemblik-C Wervershoof-C
Wognum-C
Andijk-C
Referentie
Compleetheid
7,0
7,1
7,3
6,9
7,1
Sfeer en uitstraling
7,2
6,2
7,4
7,0
7,0
Veiligheid
7,6
7,6
8,0
7,8
7,7
Parkeermogelijkheden
7,0
8,1
8,0
8,0
7,5
Daghoreca
7,8
5,6
5,3
5,7
6,0
Bereikbaarheid auto
7,7
8,3
8,2
8,3
7,8
Bereikbaarheid OV Gemiddeld
5,8 7,2
5,9 7,0
4,9 7,0
5,0 7,0
6,1 7,0
In bijlage C is per kern een aantal specifieke aandachtspunten opgenomen, zoals die met name door de ondernemers zijn genoemd.
Conclusie: goede basisstructuur in regionaal verband Geconcludeerd kan worden dat gemeente Medemblik over goede basisvoorzieningen beschikt voor de dagelijkse boodschappen van bewoners. Ook andere winkels zijn aanwezig, met name in de kern Medemblik. Daarnaast vervult met name Hoorn een belangrijke positie als winkelcentrum voor Medemblikkers. Gelet op de vrij omvangrijke uitbreiding van het winkelareaal in de afgelopen jaren, is waakzaamheid op zijn plaats waar het gaat om verdere uitbreidingen. De kwaliteit van de centra steekt niet negatief of positief af ten opzichte van centra van vergelijkbare omvang. Wel zijn er per centrum verbeterpunten te onderkennen.
14
4. Toekomstvisie: voorsorteren op de toekomst Gemeente Medemblik heeft de ambitie om een attractieve detailhandelsstructuur te behouden en ontwikkelen, die tegemoet komt aan de wensen van bewoners en bezoekers uit omliggende gemeenten en van toeristen. En voorts om ruimte te bieden voor de dynamiek in ondernemerschap, opdat nieuwe ontwikkelingen waar mogelijk gefaciliteerd kunnen worden. Dit mag niet leiden tot een structureel tekort of overschot aan winkelruimte. Om deze ambitie waar te maken heeft de gemeente de volgende beleidsprioriteiten (zie toelichting in hiernavolgende paragrafen):
zuinig zijn op bestaande hoofdstructuur; aantrekkelijkheid hoofdkernen vergroten; behoud van basisvoorzieningen in overige dorpen; beperken van mogelijke leegstand en de effecten daarvan; faciliteren van dynamiek in de markt; optimaliseren winkeltijden in overleg met ondernemers; innovatie bevorderen.
Zuinig zijn op de bestaande hoofdstructuur De kern Medemblik, alsmede de kernen Wognum, Wervershoof en Andijk, zijn de belangrijkste winkelcentra voor de inwoners van de gemeente. De kernen zijn van belang voor het voorzieningenniveau van consumenten en de leefbaarheid in de kernen. Vanwege de aanzienlijke kans op verdere afname van consumentenbestedingen, geeft de gemeente prioriteit aan het behoud en versterking van deze centra. Concentratie van detailhandel in deze vier kernen - en daarbinnen in de centra - is uitgangspunt. Daarnaast geeft de gemeente prioriteit aan het behoud van de diverse supermarkten in de kleine dorpen vanwege het belang voor de leefbaarheid in de dorpen. Nieuwe ontwikkelingen worden alleen toegestaan indien ze bijdragen aan versterking van de gewenste detailhandelsstructuur. Hierbij hanteren we een equivalent van de SER-ladder zoals die bij bedrijventerreinen wordt gehanteerd: 1. eerst wordt in bestaande vier hoofdwinkelcentra ruimte gezocht of wordt door herstructurering ruimte gemaakt; 2. indien dat niet mogelijk blijkt wordt ruimte gezocht in de directe schil nabij de centrumlocatie; 3. indien ook dat niet mogelijk blijkt, komt een nieuwe locatie in aanmerking, in eerste instantie in een van de vier hoofdkernen. Alle hoofdkernen beschikken over bedrijventerreinen waar winkels gevestigd kunnen worden die door hun aard of omvang niet in de centra passen. Uitgangspunten hiervoor zijn: Het is niet gewenst dat er een nieuw grootschalig detailhandelscentrum gaat ontstaan in de gemeente; Lokale initiatieven in de traditionele pdv-branches zijn mogelijk op bedrijventerreinen indien niet inpasbaar in bestaande winkelcentra; Inde kern Medemblik zijn er ruimere mogelijkheden voor winkels die niet in centrum passen, waarbij clustering in een compacte zone het uitgangspunt is; Internetdetailhandel kan vanuit bedrijventerreinen gedreven worden, indien de nadruk ligt op de logistieke functie.
15
Ontwikkeling van nieuwe winkelcentra wordt niet toegestaan. Het nieuwe winkelcentrum in Zwaagdijk – door de initiatiefnemers getypeerd als weidewinkelcentrum - mag niet verder uitbreiden. Hiermee voorkomen we dat de positie van de vier centrale dorps/stadscentra wordt ondermijnd. Op andere plekken worden zogenaamde weidewinkels niet toegestaan.
Aantrekkelijkheid hoofdkernen vergroten Om voldoende toekomstperspectief te behouden, is het nodig dat de aantrekkelijkheid van de centra van Medemblik, Wervershoof, Wognum en Andijk op onderdelen wordt vergroot. In de Regionale Detailhandelsvisie is als opgave voor deze winkelcentra benoemd: concentratie en bundeling van voorzieningen (winkels, zorg, diensten), voldoende gratis parkeervoorzieningen, kwaliteit en uitstraling, warenmarkt als versterking van het aanbod. Voor Wognum en Wervershoof zijn hiervoor ambitieuze plannen in ontwikkeling. In Andijk is daar vooralsnog geen aanleiding voor. Bijzondere aandacht gaat uit naar Medemblik. Medemblik is de regionale detailhandelsvisie aangewezen als potentiële kern van regionale betekenis, vooral vanwege de toeristisch-recreatieve potentie. De kern Medemblik opereert in een marktsegment waarin de concurrentie van internet heviger is dan in de echte boodschappencentra. Voor een dergelijke kern is het van belang om een aangename verblijfsomgeving te scheppen, met diverse faciliteiten en een actieve profilering en marketing. Aandachtpunten in de huidige structuur zijn onder meer: de parkeersituatie; de weinig compacte structuur van het centrum; onvoldoende mogelijkheden voor schaalvergroting (een tweetal grote supermarkten is reeds buiten de stadskern gevestigd). Van de zijde van ondernemers bestaat behoefte om de mogelijkheid van structuurverbetering te onderzoeken. Een en ander dient in samenhang te gebeuren met de profilering en ontwikkeling van de watersport in de gemeente. De kwaliteitsbeleving in centra kan worden vergroot door een afgestemde aanpak ten aanzien van uitstallingen, reclameboden, beveiligingshekken, parkeren, collectieve promotie, etc. De gemeente kan initiatieven hiertoe ondersteunen via: welstandsbeleid; handhaving; fondsvorming: op initiatief van ondernemersverenigingen werkt de gemeente mee aan vormen van collectieve fondsvorming (bv. via OZB of reclamebelasting), indien daar voldoende draagvlak voor bestaat.
Behoud van basisvoorzieningen in overige dorpen Supermarkten die zijn gevestigd in de kleine dorpen, zijn van belang voor de leefbaarheid in de dorpen. Daarom is het van belang om bij eventuele (ruimtelijke) knelpunten oplossingen te zoeken die passen bij de situatie. Uitbreiding van detailhandelsmogelijkheden in deze dorpen is niet aan de orde.
16
Beperken van leegstand en de effecten daarvan Zoals in het vorige hoofdstuk is aangegeven, mag verwacht worden dat ook in Medemblik leegstand van winkelpanden problematisch zal worden. De gemeente zal op lange termijn naar verwachting een overcapaciteit aan winkelruimte hebben. Het beleid is er dan ook op gericht om leegstand zoveel mogelijk te voorkomen. Uitbreiding van winkeloppervlakte is op de schaal van de gemeente niet gewenst. Dit betekent niet dat geen nieuwe ontwikkelingen meer plaats mogen vinden. Kansrijke locaties mogen versterkt worden, als dat de aantrekkelijkheid van de winkelstructuur als geheel ten goede komt. Nog altijd geldt: stilstand is achteruitgang. Wel is terughoudendheid geboden. Gemeente Medemblik zal een nieuwe ontwikkeling slechts faciliteren indien deze: bijdraagt aan versterking van de bestaande hoofdstructuur; is gebaseerd op aantoonbare marktvraag; is afgestemd met de regio indien sprake is van een uitbreiding met meer dan 1.500 m2 winkelvloeroppervlakte (in verband met mogelijke verstoring van de detailhandelsmarkt in de omgeving). Daar waar toch leegstand dreigt te ontstaan is de aanpak: 1. actief monitoren van actuele en dreigende leegstand; 2. vroegtijdig nagaan of door flankerend beleid een winkel in een dorps- of stadskern kan worden behouden; 3. bezien of de betreffende winkel herplaatst kan worden naar een van de vier hoofdcentra; 4. leegstaande panden met potentie aantrekkelijk houden voor winkelend publiek door adequate aankleding van etalages; 5. optioneel bevorderen transitie naar een alternatieve bestemming, vooral op minder aantrekkelijke locaties. Panden in het hart van het winkelcentrum dienen in principe behouden te worden voor detailhandel.
Faciliteren van de dynamiek in de markt De gemeente wil dynamiek in ondernemerschap zoveel mogelijk faciliteren. Een aantal aspecten is hier in het bijzonder van belang: schaalvergroting; ondergeschikte detailhandel; internetretail. Deze aspecten worden hieronder toegelicht. Veel ondernemers hebben behoefte om winkels met een grotere schaalomvang te exploiteren. Met name in de stads- en dorpskernen dient hier flexibel en creatief mee omgesprongen te worden, om te voorkomen dat winkels min of meer gedwongen worden om zich op bedrijventerreinen te vestigen. Productie- of handelsbedrijven willen soms naast hun normale bedrijfsuitoefening producten aan consumenten verkopen. Buiten de detailhandelsbestemmingen is dit mogelijk als dit ondergeschikt is aan de hoofdfunctie van een bedrijf. In het kader van plattelandsvernieuwing zijn boerderijwinkels toegestaan. Internetretail is inmiddels een volwassen onderdeel van de detailhandel. Voor onder ondernemers kan het een nieuwe manier zijn om een bedrijf op te bouwen. Dit willen we mogelijk maken door 17
internethandel toe te staan op bedrijventerreinen, zolang de logistieke functie centraal staat. De verkoopoppervlakte dient in dat geval beperkt te blijven tot maximaal 25 m2 per bedrijf. Indien een ondernemer een combinatie met een fysieke winkelruimte wil maken, dan heeft vestiging in een winkelcentrum de voorkeur.
Optimaliseren winkeltijden in overleg met ondernemers De discussie over het winkelen op zondag blijft actueel en de meningen hierover zijn verdeeld. Een deel van het publiek wil 24/7 winkelen, maar ook de tegengeluiden blijven hoorbaar. De mening van de gemiddelde consument lijkt duidelijk: als de winkels open zijn komt de meerderheid van de consumenten; 58% van de inwoners van gemeente Medemblik bezoekt de koopzondag en 53% bezoekt een supermarkt op zondag. Uit een raadpleging van ondernemers in Medemblik (begin 2013) blijkt eveneens een verdeeld beeld. Met de aanstaande deregulering van het rijksbeleid wordt de beleidsruimte van de gemeente sterk vergroot. De winkeliersverenigingen kunnen per kern of voor de gehele gemeente voorstellen doen ten aanzien van aanvullend door de gemeente te stellen regels. De gemeente hanteert als belangrijkste criterium voor eventuele aanpassingen de kwaliteit van de dienstverlening aan burgers en bezoekers en het draagvlak onder winkeliers en bewoners.
Innovatie bevorderen Internetretail vormt niet alleen een bedreiging voor de bestaande fysieke detailhandel, maar geeft ook kansen op nieuwe doelgroepen en verkoopprocessen. Verschillende winkels en winkelcentra in den lande slagen er inmiddels in om internetverkoop- en presentatie en mobiele technologie in de bedrijfsprocessen te integreren. In een aantal gevallen wordt hier een collectief project van gemaakt, al dan niet in combinatie met voorzieningen voor wifiverbindingen in het centrum. Het initiatief voor dergelijke ontwikkelingen ligt primair bij de ondernemers zelf. Waar nodig kan de gemeente projecten faciliteren.
18
5. Aanpak in samenwerking met partners De toekomstvisie zoals in dit document verwoord, vraagt om een actieve inzet van alle partijen die bij ontwikkeling van de detailhandel zijn betrokken: overheden, winkeliers, eigenaren en ontwikkelaars. Daarbij is van belang dat partijen een gezamenlijke visie onderschrijven en er naar handelen. Om tot een gezamenlijke aanpak te komen zal de gemeente de nodige acties ondernemen. Dit doet de gemeente vanuit het besef dat de overheid niet tot in detail kan sturen op de ontwikkeling van de detailhandel. Onze rol is echter wel essentieel in het samenspel van de verschillende actoren. De belangrijkste onderdelen hiervan zijn:
regie voeren op de ruimtelijke ontwikkeling; centrumvisie kern Medemblik opstellen; samenwerken in centrummanagement; regionale afstemming.
Regie voeren op de ruimtelijke ontwikkeling In de voorliggende visie is aangegeven dat het voor een gezond winkellandschap van belang is dat nieuwe ontwikkelingen slechts selectief zijn toegestaan. Dit is ook van belang voor ontwikkelaars en investeerders, die immers duidelijkheid nodig hebben over de mogelijkheden en onmogelijkheden in de gemeente. De gemeente beschikt slechts in beperkte mate over de instrumenten en financiële middelen om rechtstreeks te sturen in type en kwaliteit van winkelvoorzieningen. Wel beschikt de gemeente over een krachtig ruimtelijk instrumentarium, vooral via de Structuurvisie en bestemmingsplannen. Toekomstige wijzigingen van bestemmingsplannen zullen worden getoetst aan de structuur zoals die in de voorliggende visie uiteen is gezet. Nieuwe initiatieven van ondernemers kunnen aan de visie worden getoetst. Regelmatig komt de vraag aan de orde in hoeverre de gemeente nog wel kan sturen, gelet op de Europese Dienstenrichtlijn die het gemeenten verbiedt om te sturen op basis van economische criteria. Zo kunnen winkels niet worden geweigerd vanwege gebrek aan marktruimte of dreigende faillissementen van concurrerende winkels. Toch blijft er voldoende ruimte om te sturen op de gewenste lokale winkelstructuur, mits dat goed gemotiveerd wordt op basis van ruimtelijke criteria. Zie bijlage A voor verdere toelichting.
Centrumvisie Medemblik opstellen De kern Medemblik heeft de potentie om vanuit toeristisch en recreatief oogpunt een centrumfunctie te vervullen die verder reikt dan de eigen inwoners. Mede dankzij het historisch centrum en de binnenstadshavens is een aantrekkelijk centrummilieu ontstaan voor recreatief winkelen. Het centrum kent echter een aantal aandachtspunten, waaronder de parkeerproblematiek, de beperkte compactheid van het centrum en onvoldoende mogelijkheden voor schaalvergroting. Gemeente en ondernemers hebben in reactie hierop diverse initiatieven en plannen om de aantrekkelijkheid van het centrum te vergroten, waaronder: herbestemming van het voormalige stadhuis; ontwikkeling stadsplein, parkeervoorzieningen en flexibele afsluiting Nieuwstraat; herprofilering stadshaven; versterking weekmarkt.
19
Voorgesteld wordt om in gezamenlijkheid een centrumvisie6 op te stellen, waarvoor als uitgangspunten zouden kunnen gelden: compactheid; optie flexibeler bestemmen; ruimte voor schaalvergroting; profilering van iconen: haven, historische setting, stadhuis; kwalitatieve uitstraling; voorkomen, dan wel accommoderen leegstand; voorzieningen voor parkeren. Doel is een realistische visie op te stellen, die kan rekenen op draagvlak en die haalbaar is qua uitvoering en financiering. Rekening is te houden met de beperkte financiële middelen bij ondernemers, investeerders en de overheid.
Samenwerken in centrummanagement Voor de vier hoofdkernen wordt voorgesteld om centrummanagement in te stellen. De precieze vorm en inhoud van het centrummanagement kan per kern verschillen en moet in samenspraak worden bepaald. Belangrijkste is dat het centrum meer vanuit een gezamenlijke aanpak wordt aangestuurd. Mogelijke uitgangspunten zijn: partnerschap van winkeliers, horeca, eigenaren, gemeente en andere betrokkenen; praktische acties gericht op innovatie en kwaliteit; gezamenlijke visie op de toekomst van het centrum en benodigde strategie; versterken van de kwalitatieve uitstraling van het centrum, bijvoorbeeld door afspraken over reclame-uitingen, etalages, etc.; gezamenlijke marketing; monitoren, voorkomen en begeleiden van leegstand.
Regionale afstemming Gemeente Medemblik hecht aan een goede afstemming van beleid met de gemeenten in de regio West-Friesland. Dit geldt ook voor het detailhandelsbeleid, vanwege de regionale belangen die in het geding zijn. In 2013-2014 zal de Regionale Detailhandelsnota voor West-Friesland worden herzien. De voorliggende lokale nota zal hiervoor een van de onderleggers vormen. Met de regio is reeds afgesproken dat uitbreidingsplannen met een potentieel bovenlokaal effect met de regio worden afgestemd. Hiervoor wordt een ondergrens van 1.500 m2 winkelvloeroppervlakte aangehouden.
Evaluatie en actualisatie na vier jaar De voorliggende beleidsvisie wordt over vier jaar geëvalueerd en geactualiseerd op basis van recente inzichten.
6
De ontwikkeling van de visie kan plaatsvinden in het kader van bredere visievorming, een project dat wordt voorbereid in samenwerking met de stadsraad, provincie Noord-Holland, Kamer van Koophandel (denkwerken), de Kenniswerkplaats en diverse onderwijsinstellingen
20
Bijlage A Interne en externe beleidskaders Nota volgt wettelijk kader Het detailhandelsbeleid van hogere overheden is geconcentreerd bij de provincie. Het Rijk speelt hier niet langer een actieve rol meer in. Wel zijn de bepalingen van Europese Dienstenrichtlijn en de Wet Ruimtelijke Ordening relevant. Dat betekent concreet: Economische ordening is niet toegestaan: een gemeente mag geen economische vestigingseisen hanteren. Zo mag bijvoorbeeld niet een supermarkt worden geweigerd louter op grond van het gegeven dat zich in de directe nabijheid al voldoende supermarkten aanwezig zijn. Ruimtelijke ordening is wel toegestaan. Het blijft mogelijk om binnen de bestemming detailhandel nadere regels op te nemen ten aanzien van toegestane branches en omvang. Maar de motivering dient steeds plaats te vinden op basis van ruimtelijke argumenten. Begrippen die binnen de motivering passen zijn onder meer7: o ruimtelijke inpasbaarheid (fysieke ruimte, parkeren, bevoorraden, milieueisen); o omvang/verzorgingsfunctie (benodigd draagvlak t.o.v. aanwezig draagvlak); o omvang/kritische massa (omwille van voldoende variëteit/kwaliteit aanbod); o ruimtelijke kwaliteit (stedenbouwkundige verschijningsvorm, investeringsniveau); o duurzaam ruimtegebruik (flexibiliteit, intensief ruimtegebruik, duurzaamheid); o ruimtelijke synergie (functiemenging, dubbelgebruik, combinatiebezoek); o mobiliteit (voorzieningen in nabijheid woonomgeving, centrale goed ontsloten locaties, knooppunt openbaar vervoer).
Provinciaal beleid is kaderstellend Het provinciale beleid ten aanzien van de detailhandel is vastgelegd in de nota Detailhandels- en leisurebeleid Noord-Holland uit 2009. De provincie bepleit versterking van de detailhandelsstructuur en geeft daarbij prioriteit aan ontwikkelingen die bijdragen aan behoud van bestaande winkelgebieden. Ontwikkelingen die daar tegenin gaan, zoals uitbreidingen buiten de (hoofd-)winkelcentra en het ontstaan van weidewinkels, worden tegengegaan. Voorts geeft de provincie prioriteit aan regionale afstemming. Hiertoe zijn regionale adviescommissies (RAC’s) ingesteld en wordt gestimuleerd dat regio’s hun beleid onderling afstemmen. Nieuwe ontwikkelingen groter dan 5.000 m2 winkelvloeroppervlak binnenstedelijk en groter dan 1.500m2 buiten de huidige centra, dienen te worden voorgelegd aan de Regionale Adviescommissie (RAC).
Regionaal beleid vormt startpunt van de visie In 2009 is voor de regio West-Friesland het regionale beleid vastgesteld door de verschillende gemeenteraden. De voorliggende nota kan worden beschouwd als een lokale uitwerking van de Regionale detailhandelsvisie West-Friesland. Kernpunten van de regionale visie – en daarmee uitgangspunten voor Medemblik – zijn: Afspraak: regionaal belang gaat boven lokaal belang; Ambitie: binding regionale koopkracht behouden / vergroten; Ruimtelijke concentratie is drager winkelstructuur; Ruimte voor dynamiek in centra met regionale functie; Compacte en beloopbare winkelgebieden; 7
Ontleend aan: DTNP/HBD/CBW-Mitex: Dynamiek door beleid; hoe de overheid de winkelmarkt stimuleert, 2011
21
Opgave om kern Medemblik te ontwikkelen tot winkelcentrum van regionale betekenis.
De regio heeft afgesproken dat alle initiatieven groter dan 1.500 m2 winkelvloeroppervlak regionaal worden afgestemd.
Aansluiting op overig lokaal beleid In augustus 2012 is de nieuwe ontwerp-structuurvisie van de gemeente vastgesteld. Ten aanzien van de detailhandel is hierin vastgelegd: detailhandel levert een belangrijke bijdrage aan de beleving van leefbaarheid in de kernen. De gemeente is voorstander van zoveel mogelijk concentratie van voorzieningen, zodat deze elkaar versterken. Sturing is noodzakelijk om het voorzieningenniveau te optimaliseren. In het algemeen dient rekening gehouden te worden met stevige reductie van winkelvloeroppervlakte. Op bedrijventerreinen wordt ruimte geboden aan de aanwezige bedrijven en nieuwe ontwikkelingen zoals e-commerce en grootschalige detailhandel worden beperkt mogelijk onder de volgende voorwaarden: o Het is niet gewenst dat er een nieuw grootschalig detailhandelscentrum gaat ontstaan in de gemeente; de pdv-locatie is bepaald op regionaal niveau en ligt in Hoorn; o Lokale initiatieven zijn wel gewenst op bedrijventerreinen indien niet inpasbaar in bestaande winkelcentra; o E-commerce beperkt mogelijk maken; vestiging op bedrijventerreinen indien de nadruk ligt op de logistieke functie. Eventueel specifieke mogelijkheden creëren nabij of aan de rand van bestaande winkelcentra; o De ruimtelijke structuur en het bedrijfsgenre van het bedrijventerrein zijn leidend. Centrale opgaven zijn onder meer : o Leefbaar houden van de kernen; o Verdergaande regionale samenwerking; o Stroomlijnen van de veranderende rol van de gemeente. De passages over vestiging van detailhandel op bedrijventreinen uit de structuurvisie is nader uitgewerkt in het nieuwe bestemmingsplan Bedrijventerreinen (2013). Ten aanzien van de detailhandel is hierin het volgende bepaald: Detailhandel met een maximum oppervlakte van 1.500 m2 is toegestaan mits gericht op de traditionele pdv-branches (ABC, woninginrichting, bouwmarkten en tuincentra); E-commerce en onzelfstandige detailhandel is toegestaan, mits ondergeschikt onderdeel van de bedrijfsuitoefening8; Om ondernemers te stimuleren tot clustering van branches wordt in een specifieke zone op het bedrijventerrein in Medemblik een groter oppervlakte toegestaan onder voorwaarde van adviesaanvrage van de door de provincie ingestelde Regionale Adviescommissie (RAC); voor de hoek Randweg-Overleek zijn mogelijkheden voor perifere detailhandel in de vorm van een warenhuis/discounter, mits de oppervlakte minimaal 1.000 m2 beslaat. Het Masterplan Medemblik Watersportgemeente (april 2011) heeft als een van de strategische sporen het aantrekkelijker en marketen van de historische binnenstad van Medemblik. Doel is mede om de uitgaven in Medemblik en het achterland in onder meer de detailhandel te laten toenemen.
8
Detailhandel als afzonderlijk afhaalpunt t.b.v. e-commerce is toegestaan, mits de 2 verkoopvloeroppervlakte ten hoogste 25 m bedraagt.
22
Bijlage B – Factsheets koopstromenonderzoek
23
24
25
26
27
28
Gegevens Andijk Centrum Voor de locatie Andijk-Centrum is geen afzonderlijke factsheet uit het koopstromenonderzoek beschikbaar vanwege een te beperkt aantal waarnemingen. Hieronder volgen wel de belangrijkste kerncijfers. Gelet op het aantal waarnemingen, hebben deze een wat grotere onzekerheidsmarge. Omzet * omzet dagelijks: € 11.970.059 * omzet niet-dagelijks: € 3.370.107 * omzet totaal; € 15.340.166 Binding Bindingspercentages gelden de gehele gemeente. * bindingspercentage dagelijks: 11,0% * bindingspercentage niet-dagelijks: 2,0% * bindingspercentage totaal: 6,6% Toevloeiing * toevloeiingspercentage dagelijks: 2,9 % * toevloeiingspercentage niet-dagelijks: 39,0 % * toevloeiingspercentage totaal: 10,8% Beoordeling kwaliteitsaspecten Andijk centrum Compleetheid winkelaanbod Sfeer en uitstraling winkelgebied Veiligheid winkelomgeving Parkeermogelijkheden Aanbod van daghoreca Bereikbaarheid per auto Bereikbaarheid per openbaar vervoer
N 110 108 107 108 92 108 71
cijfer 6,93 6,95 7,78 7,96 5,74 8,29 4,96
Bron: I&O, 2011
29
Bijlage C – Aandachtspunten kernen Ten behoeve van het opstellen van de Detailhandelsvisie zijn in 2012 en in 2009 (ten behoeve van voorgaande versie) gesprekken gehouden met ondernemers. Hieruit zijn de volgende aandachtspunten naar voren gekomen:
Kern Medemblik
Hele Nieuwstraat en Bagijnhof is nu kernwinkelgebied. Dat is groot en het is niet echt een geïntegreerd gebied; vooralsnog is ingrijpen echter niet gewenst Nieuwstraat moet niet autoluw en/of een-richting gemaakt worden (eventueel flexibel) Er is een trekker nodig in de Nieuwstraat Versnippering in het centrum Panden zijn te klein voor moderne winkelvoering Parkeren is probleem, met name in het hoogseizoen, op zaterdag en bij evenementen (optie Pekelharinghaven in combinatie met autoluw maken in seizoen) Over zondagopening zijn de meningen verdeeld Enthousiasme voor centrumplan o.b.v. parkeergarage, verblijfsplein, herinrichting Nieuwstraat, herbestemming stadhuis Van belang om kwaliteit van historisch stadsbeeld in stand te houden; nieuwbouw moet hierin passen Regattacentrum zou meer op centrum betrokken moeten worden Teveel detailhandel op bedrijventerreinen ondermijnt de binnenstad Kans om de markt te vernieuwen en vergroten Leegstand dreigt problematisch te worden Weinig sfeer in de winter, mede door breedte van de straat Sommige panden dragen niet bij aan kwaliteitsbeleid
Kern Wervershoof
Compactheid kan groter Leegstandsprobleem Sfeer, gedateerde uitstraling Geen trekkers bij entrees Langparkeerders houden parkeerplaatsen bezet Horeca wordt gemist Bewegwijzering en fietsroutes betersamenwerking recreatieondernemers biedt kansen
Kern Wognum
Voorzichtig met uitbreiding, gelet op marktontwikkelingen Tweede supermarkt zal centrum versterken Gebrek aan horeca Kaal, weinig groen
Kern Andijk
Belang goede mix grote en kleine bedrijven handhaven E-commerce mogelijk maken, maar wel transparant regelen Decentrale ligging van Lidl
30