Persbericht
Amsterdam, 3 augustus 2015
Delta Lloyd beoogt afronding van juridisch geschil met DNB
DNB boete aan Delta Lloyd Leven bepaald op € 22.680.000 Delta Lloyd respecteert het vonnis van de rechtbank en ziet af van hoger beroep CFO Emiel Roozen besluit terug te treden Voorzitter RvC Jean Frijns treedt per 1 oktober 2015 terug AFM legt Delta Lloyd Asset Management boete op van € 750.000
De bestuursrechter in Rotterdam heeft vrijdag uitspraak gedaan in de zaak tegen de door De Nederlandsche Bank (DNB) opgelegde boetei aan Delta Lloyd Levensverzekering NV en de aanwijzing tot heenzending van de CFO van Delta Lloyd NV. Delta Lloyd had het oordeel van de rechtbank gevraagd vanwege verschil van inzicht met DNB1. Nu de rechterlijke uitspraak er ligt wil Delta Lloyd, in het belang van alle stakeholders, zo spoedig mogelijk tot een afronding komen en zal daarom afzien van hoger beroep. Uitspraak rechtbank De rechtbank onderschrijft in haar uitspraak de visie van DNB en bekrachtigt daarmee ook de door DNB aan Delta Lloyd Levensverzekering NV opgelegde boete. De rechtbank verlaagt deze met € 120.000 tot € 22.680.000. De rechtbank verklaart de beroepen van Delta Lloyd tegen het besluit tot heenzending van CFO Emiel Roozen gegrond, schorst de aanwijzing en draagt DNB op een nieuw besluit te nemen op de bezwaren van Delta Lloyd. DNB zal ook een nieuw besluit moeten nemen omtrent publicatie van het boetebesluit wanneer het boetebesluit onherroepelijk is geworden. De uitspraak van de bestuursrechter zal later vandaag worden gepubliceerd op Rechtspraak.nl. Een samenvatting van de uitspraak van de rechtbank is als bijlage bijgevoegd bij dit persbericht. Overige consequenties In het belang van de vennootschap heeft CFO Emiel Roozen besloten terug te treden en zijn functie per heden neer te leggen De portefeuille van Emiel Roozen wordt tijdelijk verdeeld onder de leden van de Raad van Bestuur (RvB). De Raad van Commissarissen (RvC) van Delta Lloyd is voornemens nog dit jaar te komen met de voordracht van een nieuwe CFO. De voorzitter van de RvC Jean Frijns heeft zijn functie ter beschikking gesteld en zal per 1 oktober 2015 terugtreden. Delta Lloyd is voornemens een Bijzondere Algemene Vergadering van Aandeelhouders (BAVA) bijeen te roepen om in de nu ontstane vacatures te voorzien. Nadere berichtgeving volgt op de gebruikelijke wijze. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft Delta Lloyd Asset Management een boete van € 750.000 opgelegd. De AFM heeft als verantwoordelijk toezichthouder een eigen onderzoek verricht naar aanleiding van de gebeurtenissen in juni 2012. Dit onderzoek richtte zich op de organisatie-inrichting van Delta Lloyd Asset Management NV, de beleggingsdivisie van Delta Lloyd NV, en de mate waarin daarin de beheerste en integere uitoefening van haar bedrijf zijn
1
Zie persberichten Delta Lloyd van 22 en 23 december 2014
Blad 1/5
www.deltalloyd.com
[email protected]
gewaarborgd (Wft artikel 4:14 eerste lidii). Delta Lloyd heeft hier bij de AFM pro forma bezwaar tegen aangetekend. Voorzitter van de Raad van Commissarissen van Delta Lloyd Jean Frijns: “Delta Lloyd heeft enkele maanden geleden aangekondigd de rechtbank een oordeel te vragen over een verschil van inzicht met DNB. De rechter heeft afgelopen week hierover geoordeeld, waarbij de overwegingen van DNB om een boete op te leggen in stand zijn gebleven. Delta Lloyd denkt dat het nu in het belang is van Delta Lloyd en al haar stakeholders deze zaak zo snel mogelijk af te sluiten. In het belang van de vennootschap heeft CFO Emiel Roozen per heden zijn functie neergelegd. De RvC respecteert Emiel’s beslissing en is Emiel erkentelijk voor zijn inzet, zijn betrokkenheid en de deskundigheid die hij in de afgelopen 13,5 jaar voor Delta Lloyd heeft ingezet. Ook ik trek mijn conclusies dat de rechter de beoordeling van de feiten zo anders heeft beoordeeld dan de RvC en stel mijn positie als voorzitter van de RvC ter beschikking. Om mijn opvolging ordentelijk te laten verlopen zal ik per 1 oktober 2015 terugtreden.” Jean Frijns: De stappen die wij vandaag zetten, moeten bijdragen aan een spoedige afronding van deze zaak. In de afgelopen periode is er al veel gedaan aan de versterking van de risk en compliance functie van Delta Lloyd, zoals de aanstelling van een Chief Risk Officer. Wij zullen ons als RvC, samen met de RvB, blijven inzetten voor het vergroten van het onderling vertrouwen met de toezichthouders om de constructieve toezichtrelatie te continueren.“ Emiel Roozen: “Ik heb met veel plezier voor Delta Lloyd gewerkt en wens het bedrijf en de medewerkers alle succes. Ik dank ze voor de fijne samenwerking in de afgelopen jaren.” Conference call voor media, analisten en beleggers Op 3 augustus 2015 om 09.00 uur (CET) zal de voorzitter van de RvC Jean Frijns in een conference call (in het Engels) een toelichting voor media, analisten en beleggers op dit persbericht geven. Het nummer voor deze conference call is + 31 (0)20 531 5871.
Wilt u meer informatie over dit persbericht: Woordvoering +31 (0)20 594 44 88
[email protected] Investor Relations
[email protected]
+31 (0)20 594 96 93
Over Delta Lloyd NV Delta Lloyd is al sinds 1807 een vertrouwde partner voor verzekeren, pensioenen, beleggen en bankieren. Ons doel is het bieden van financiële zekerheid, nu en in de toekomst. Wij leveren duidelijke, betrouwbare en hedendaagse oplossingen die voldoen aan de behoeften van onze klanten. Zo creëren wij waarde voor onze klanten, voor onze aandeelhouders en medewerkers. Onze kernmarkten zijn Nederland en België. In Nederland zijn wij actief met de merken Delta Lloyd, OHRA en ABN AMRO Verzekeringen en in België voeren wij het merk Delta Lloyd. Delta Lloyd heeft 4.443 medewerkers (fte) in vaste dienst, waarvan 3.735 in Nederland, 524 in België en 184 in Duitsland. In 2014 behaalden wij een premie-inkomen van € 3,9 miljard en een bruto operationeel resultaat van € 618 miljoen. Ons eigen vermogen bedraagt € 3,1 miljard en wij beheren beleggingen ter waarde van € 85 miljard. Delta Lloyd is genoteerd aan Euronext Amsterdam en Brussel, en opgenomen in de DJSI World, DJSI Europe, de AEX en de BEL-20-index.
Blad 2/5
Bijlage2 De boete De Nederlandsche Bank N.V. (DNB) heeft Delta Lloyd Levensverzekering N.V. (DL Leven) een boete van € 22.800.000,- opgelegd wegens overtreding van de artikelen 3:10 en 3:17 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) in de periode van 27 juni 2012 tot en met 2 juli 2012. Op 2 juli 2012 nabeurs heeft DNB de invoering per 30 juni 2012 van een Ultimate Forward Rate (UFR) voor verzekeraars bekendgemaakt. De UFR is een vaste rekenrente voor verzekeringsverplichtingen met een looptijd langer dan 20 jaar, die sindsdien wordt gebruikt voor het berekenen van de financiële draagkracht van Nederlandse verzekeraars. Volgens DNB heeft DL Leven rondom de invoering van de UFR gehandeld in strijd met artikel 3:10, eerste lid, van de Wft door op basis van vertrouwelijke informatie transacties te verrichten om daarmee voordeel te behalen. Ook heeft DL Leven volgens DNB artikel 3:17, eerste lid, van de Wft overtreden door bij het verrichten van deze transacties te handelen in strijd met interne risk en governance regels. Hiervoor heeft DNB aan DL Leven een boete opgelegd, bestaande uit het volgens DNB door DL Leven behaalde voordeel van € 21.600.000,- en een bedrag van € 1.200.000,- als (aanvullende) straf. De rechtbank Rotterdam oordeelt dat DNB zich terecht op het standpunt stelt dat DL Leven de artikelen 3:10 en 3:17 van de Wft heeft overtreden. DNB mocht DL Leven hiervoor een boete opleggen. Ook de beroepsgronden tegen de berekening van het behaalde voordeel falen. De rechtbank heeft de boete met € 120.000,- (10% van € 1.200.000,-) gematigd omdat DNB een aantal stukken te laat in de procedure aan Delta Lloyd N.V. (DL) en DL Leven heeft verstrekt. Het totale boetebedrag komt daarmee uit op € 22.680.000,-. De publicatie van de boete DNB heeft besloten het boetebesluit op grond van artikel 1:97 van de Wft vroegtijdig, dat wil zeggen voordat het onherroepelijk is geworden, openbaar te maken. Hiertegen is onder meer aangevoerd dat het vroegtijdig publiceren van het boetebesluit in strijd is met de rechtszekerheid. De overtredingen zijn in 2012 begaan, terwijl DNB pas sinds 1 augustus 2014 bevoegd is een boetebesluit wegens dergelijke overtredingen openbaar te maken. Net als de voorzieningenrechter in zijn uitspraak van 29 januari 2015 (ECLI:NL:RBROT:2015:618) onderschrijft de rechtbank dit standpunt. De rechtbank verklaart de beroepen tegen het publicatiebesluit gegrond en herroept de beslissing van DNB om het boetebesluit vroegtijdig openbaar te maken. De heenzending van Roozen Volgens DNB is E.A.A. Roozen (Roozen) niet langer geschikt als bestuurder van DL en als commissaris van DL Leven. Om die reden heeft DNB DL en DL Leven op grond van artikel 1:75 van de Wft de aanwijzing gegeven Roozen zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk op 1 januari 2016, heen te zenden als bestuurder van DL en als commissaris van DL Leven. De rechtbank Rotterdam oordeelt dat DNB niet goed heeft onderbouwd waarom de toezichthistorie tussen DNB en DL in de periode voorafgaand aan (en Iosstaand van) de invoering van de UFR kan bijdragen aan de conclusie dat Roozen niet geschikt is als bestuurder van DL en commissaris van DL Leven. Over het handelen van Roozen rondom de invoering van de UFR oordeelt de rechtbank dat DNB zich terecht op het standpunt stelt dat dit relevant is voor de geschiktheid van Roozen en daaraan afbreuk doet. Eisers voeren echter terecht aan dat het verwijt dat DNB in dit verband aan 2
Ontleend aan samenvatting zoals door Rechtbank Rotterdam d.d. 31 juli 2015 opgesteld
Blad 3/5
Roozen maakt minstens zozeer raakt aan zijn betrouwbaarheid als aan zijn geschiktheid. DNB is van mening dat de betrouwbaarheid van Roozen buiten twijfel staat, zodat het in stand laten van de rechtsgevolgen van de aanwijzing wegens ongeschiktheid uitsluitend vanwege zijn handelen rondom de invoering van de UFR niet zonder meer in de rede ligt. Verder heeft DNB naar het oordeel van de rechtbank gehandeld in strijd met de Beleidsregel geschiktheid 2012 door de wijzigingen in de samenstelling van de Raad van Bestuur van DL en de Raad van Commissarissen van DL Leven en de competenties van de andere bestuurders en commissarissen onvoldoende bij de beoordeling te betrekken. De rechtbank verklaart de beroepen gegrond en schorst de aanwijzing tot heenzending tot drie maanden na bekendmaking van de nieuwe besluiten op de bezwaren van DL, DL Leven en Roozen. Vindplaats uitspraken De uitspraak over de boete en de publicatie van het boetebesluit: zaaknummers ROT 15/2850 en ROT 15/2851; ELCI:NL:ROT:2015:***. De uitspraak over de heenzending van Roozen: zaaknummers ROT 14/8944 en ROT 15/318; ECLI:NL:ROT:2015:***
i
Op basis van Wft artikel 3:10 en 3:17
Artikel 3:10 1. Een (...) verzekeraar (...) met zetel in Nederland voert een adequaat beleid dat een integere uitoefening van haar onderscheidenlijk zijn bedrijf waarborgt. Hieronder wordt verstaan dat: a)
belangenverstrengeling wordt tegengegaan;
b)
wordt tegengegaan dat de financiële onderneming of haar werknemers strafbare feiten of andere wetsovertredingen begaan die het vertrouwen In de financiële onderneming of in de financiële markten kunnen schaden;
c)
wordt tegengegaan dat wegens haar cliënten het vertrouwen in de financiële onderneming of in de financiële
d)
wordt tegengegaan dat andere handelingen door de financiële onderneming of haar werknemers worden
markten kan worden geschaad; en verricht die op een dusdanige wijze ingaan tegen hetgeen volgens het ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, dat hierdoor het vertrouwen in de financiële onderneming of in de financiële markten ernstig kan worden geschaad. 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de minimumvoorwaarden waaraan het beleid, bedoeld in het eerste lid, moet voldoen. (...).' Artikel 3:17 1.Een (...) verzekeraar (...) met zetel in Nederland richt de bedrijfsvoering zodanig in dat deze een beheerste en integere uitoefening van haar onderscheidenlijk zijn bedrijf waarborgt. 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot het eerste lid. Deze regels hebben betrekking op: a) het beheersen van bedrijfsprocessen en bedrijfsrisico's; b) integriteit, waaronder wordt verstaan het tegengaan van: 1) belangenverstrengeling; 2) het begaan van strafbare Feiten of andere wetsovertredingen door de financiële onderneming of haar werknemers, die het vertrouwen in de financiële onderneming of in de financiële markten kunnen schaden; 3) relaties met cliënten die het vertrouwen in de financiële onderneming of in de financiële markten kunnen schaden; en
Blad 4/5
4) andere handelingen door de financiële onderneming of haar werknemers die op een dusdanige wijze ingaan tegen hetgeen volgens het ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, dat hierdoor het vertrouwen in de financiële onderneming of in de financiële markten ernstig kan worden geschaad; c) de soliditeit van de financiële onderneming, waaronder wordt verstaan: 1) (..) 2) het beheersen van andere risico's die de soliditeit van de financiële onderneming kunnen aantasten; (...)' ii Artikel 4:14 eerste lid 1. Een beheerder van een beleggingsinstelling, een beheerder van een icbe, beleggingsinstelling, icbe, beleggingsonderneming, bewaarder van een beleggingsinstelling, bewaarder van een icbe of pensioenbewaarder richt de bedrijfsvoering zodanig in dat deze een beheerste en integere uitoefening van zijn onderscheidenlijk haar bedrijf waarborgt. 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot het eerste lid. Deze regels hebben betrekking op: a) het beheersen van bedrijfsprocessen en bedrijfsrisico's; (…)
Blad 5/5