HORECABELEID DEELGEMEENTE FEIJENOORD 2007 – 2011
Horecabeleid Deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
Opgesteld door de deelgemeente Feijenoord Rotterdam, 4e kwartaal 2007
Contactpersoon: Erik Pover Beleidsmedewerker horeca 010-2916057
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
1
Voorwoord Binnen de deelgemeente Feijenoord is de horecabranche sterk vertegenwoordigd en is in het straatbeeld niet meer weg te denken. Naast het creëren van levendigheid zorgt de horeca tevens voor steeds meer werkgelegenheid. Zo werkten in 2003 er 25 procent meer personen in de horeca in Feijenoord dan in 1997. Gezien de vele ontwikkelingen in de horeca is het van belang dat het horecabeleid wordt geactualiseerd. Het deelgemeentelijk horecabeleid is in navolging van de stedelijke horecanota opgesteld en is voor de komende vijf jaar beschreven. Hierin worden vanuit de stedelijke visie en doelstellingen deelgemeentelijke targets benoemd, zodat voor een ieder inzichtelijk wordt waar voor de komende vijf jaar op wordt ingezet en aan wordt gewerkt. Bij de totstandkoming van het beleid zijn vele partijen betrokken geweest, zoals de bewonersorganisaties, Koninklijke Horeca Nederland en diverse gemeentelijke diensten. Uiteraard heeft ook de horecaondernemer zelf voor input gezorgd tijdens verschillende horecaschouwen en andere contactmomenten. Een belangrijke rol van het horecabeleid van de deelgemeente Feijenoord is – om vanuit verschillende pijlers als veiligheid, economie en ruimtelijke ordening – de diverse horecagebieden in te kleuren. Zo wordt per deelgebied aangegeven of er wordt ingezet op het ontwikkelen, consolideren of verminderen van de horecafunctie. In bijzondere gevallen kan worden afgeweken van het beleid, welke kan zijn gelegen in de verwachting dat het woon- en leefklimaat positief wordt beïnvloed door de (nieuwe) horecagelegenheid. In deze nota wordt – meer dan in de vorige – ruimte geboden om uitbreidingen gepaard met kwalitatieve verbetering binnen de horecabranche toe te staan. Kwaliteitsverbetering wordt gewaarborgd door met (particuliere) pandeigenaren afspraken in een convenant af te sluiten. Hét voorbeeld van een dergelijke ontwikkeling is het project Eat & Meet, dat vanuit het Pact op Zuid in het leven is geroepen. Een ontwikkeling van diverse eet- en ontmoetingsfuncties gaat hierbij gepaard met andere elkaar versterkende activiteiten zoals evenementen en zal zorg dragen voor een aantrekkelijker Rotterdam Zuid.
René Kronenberg Portefeuillehouder horeca Deelgemeente Feijenoord
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
2
Inhoudsopgave Pagina
Voorwoord Samenvatting
5
Hoofdstuk 1 – Inleiding
7 7 7 7 8
§ 1.1 Aanleiding § 1.2 Participatie § 1.3 Status van de horecanota Feijenoord § 1.4 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 – Horecanota gemeente Rotterdam 2007 – 2011 § 2.1 Inleiding § 2.2 Visie op ontwikkeling horeca § 2.3 Doelstellingen Rotterdamse horecabeleid § 2.4 Stedelijke beleidskaders 2007 – 2011 § 2.4.1 Ontwikkelen § 2.4.2 Consolideren § 2.4.3 Verminderen § 2.4.4 Bijzondere omstandigheden § 2.4.5 Nieuwe beleidskaders Horecanota Rotterdam 2007 – 2011
Hoofdstuk 3 – Horeca-aanbod deelgemeente Feijenoord § 3.1 Inleiding § 3.2 De woonmilieus § 3.2.1 Centrumwijk § 3.2.2 Stadswijk § 3.2.3 Tuindorp § 3.3 Horeca-aanbod op deelgemeenteniveau § 3.4 Horeca-aanbod op wijkniveau § 3.5 Tot slot
Hoofdstuk 4 – Beschrijving clusters § 4.1 Inleiding § 4.2 Project Eat & Meet § 4.3 Noordereiland § 4.3.1 Cluster Noordereiland / Van der Takstraat (1.) § 4.4 Kop van Zuid § 4.4.1 Cluster Entrepot – Stieltjesplein (2.) § 4.4.2 Cluster Vuurplaat – Laan op Zuid (3.) § 4.4.3 Cluster Wilhelminapier § 4.5 Feijenoord § 4.5.1 Cluster Roentgenstraat – Nassaukade (4.) § 4.5.2 Cluster Oranjeboomstraat (5.) § 4.5.3 Cluster Feijenoord Oost (6.) § 4.6 Katendrecht § 4.6.1 Cluster Deliplein e.o. (7.) § 4.6.2 Cluster bestemmingsplan Katendrecht Zuid (8.) § 4.6.3 Cluster Pols Katendrecht (9.) § 4.7 Afrikaanderwijk § 4.7.1 Cluster Afrikaanderplein / Winkeldriehoek / Maashaven O.z. (10.) § 4.8 Bloemhof § 4.8.1 Cluster Putsebocht / Dordtselaan (11.)
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
9 9 9 10 12 12 13 13 14 14 15 15 15 15 16 16 17 18 20
21 21 21 23 23 24 25 27 27 28 29 29 30 31 32 33 34 35 35 37 38 3
§ 4.8.2 Cluster Hart van Oleander (12.) § 4.8.3 Cluster Lange Hilleweg (13.) § 4.9 Hillesluis § 4.9.1 Cluster Boulevard Zuid (14.) § 4.10 Vreewijk § 4.10.1 Cluster Zuidplein / Motorstraat (15.) § 4.10.2 Cluster Ziekenhuislocatie (16.) § 4.10.3 Cluster Groenezoom (17.) § 4.11 Lange lijnen § 4.11.1 Lange lijn Putselaan (I) § 4.11.2 Lange lijn Strevelsweg (II) § 4.12 Woongebieden § 4.13 Samenvatting clusters § 4.14 Terrassenbeleid § 4.14.1 Soorten terrassen § 4.14.2 Algemene Plaatselijke Verordening § 4.14.3 Deelgemeentelijk terrassenbeleid
39 40 41 42 43 44 45 46 46 46 47 48 48 50 50 50 51
Hoofdstuk 5 – Handhaving § 5.1 Inleiding § 5.2 Handhavingniveau § 5.3 Integrale horecacontroles § 5.4 Geluidsoverlast
54 54 54 55 56
Bijlagen Bijlage I – Overzicht horeca Bijlage II – Kwaliteitscriteria horeca
57 64
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
4
Samenvatting De stedelijke horecanota 2007 – 2011, die in april jl. is vastgesteld, draagt zorg voor de kaders en richting bij de opstelling van het nieuwe deelgemeentelijke horecabeleid. Zo dienen de beleidskaders ‘ontwikkelen’, ‘consolideren’ en ‘verminderen’ te worden gehanteerd binnen de deelgemeentelijke beleidsclusters. De stedelijke visie en doelstellingen hebben verder hun grondslag in de deelgemeentelijke targets. Een voorbeeld van een deelgemeentelijk target is het waarborgen van kwaliteit en diversiteit binnen de horeca. De deelgemeente Feijenoord kent een drietal woonmilieus met ieder een eigen scala aan gebiedskenmerken: de centrumwijk, stadswijk en tuindorp. Binnen het noordelijk deel van de deelgemeente bevinden zich vijf centrumwijken, te weten Noordereiland, Kop van Zuid, Feijenoord, Katendrecht en Afrikaanderwijk. Deze wijken moeten een gebied vormen dat aantrekkelijk is voor een zeer brede doelgroep van stedelijk georiënteerde huishoudens. De stadswijken zijn in het midden gelegen en bestaan uit Bloemhof en Hillesluis. Het versterken van de karakteristiek ‘rustig wonen in de stad’ is de belangrijkste opgave voor deze wijken. Verdunnen en revitaliseren van de huidige woongebieden is daarbij het thema. Tot slot is het woonmilieu voor Vreewijk te bestempelen als tuindorp, waarbij de opgave zich concentreert rond de thema’s behouden en vernieuwen. Het totale horeca-aanbod is in de periode 2000 – 2007 gedaald van 312 naar 292 inrichtingen. Een verklaring is dat als gevolg van herstructurering op diverse locaties horeca ter plaatse veelal is onteigend. Verder is een daling binnen de exploitatievorm ‘café/bar’ waarneembaar. Verspreid over de gehele deelgemeente zijn 19 clusters beschreven. Hierbij zijn de ligging en karakter, het bestemmingsplan en de openbare orde bepalend voor het inzetten van de geldende stedelijke beleidskaders. Hieronder treft u een overzicht aan van de clusters en het geldende beleid voor de periode van 2007 – 2011, waarbij de ontwikkelings-, consolidatie- en verminderingsgebieden respectievelijk in de kleuren groen, oranje en rood zijn aangemerkt. Cluster
Gebied
1.
Noordereiland / Van der Takstraat
2.
Entrepot - Stieltjesplein
3.
5.
Vuurplaat – Laan op Zuid Roentgenstraat Nassaukade Oranjeboomstraat
6.
Feijenoord Oost
7.
Deliplein e.o. Bestemmingsplan Katendrecht Zuid Pols Katendrecht Afrikaanderplein / Winkeldriehoek / Maashaven O.z.
4.
8. 9. 10.
11.
Putsebocht / Dordtselaan
12. 13. 14.
Hart van Oleander Lange Hilleweg Boulevard Zuid
Beleid 2007 - 2011 Ontwikkelen Jan Eleveld / spoorbruglocatie Beperkt ontwikkelen met terrassen aan kaden Consolideren Van der Takstraat Overige straten woongebied Ontwikkelen Entrepotgebied Consolideren Stieltjesplein-Stieltjesstraat-Rosestraat Consolideren Consolideren Ontwikkelen volgend op planvorming Consolideren Consolideren Ontwikkelen Feijenoordkade (Dillenburgkop), zuidwestzijde Piekstraat en ten zuiden van Spiekmanstraat Ontwikkelen Ontwikkelen (havenkwartier met 500 m2 en rivierkwartier) Consolideren (laankwartier en parkkwartier) Ontwikkelen volgend op planvorming Ontwikkelen eet- en ontmoetingsfunctie Verminderen alcoholfunctie Consolideren Dordtselaan Consolideren Verhageplein Verminderen Putsebocht Verminderen Consolideren Ontwikkelen Strijenseplein, Boulevard Zuid eetfunctie
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
5
Verminderen Beijerkoppen 15. 16. 17. Lange lijn I Lange lijn II Overig
Zuidplein / Motorstraat Ziekenhuislocatie Groenezoom
Consolideren Consolideren Consolideren
Putselaan
Consolideren
Strevelsweg
Consolideren
Woongebieden
Consolideren
Ten aanzien van de exploitatie van terrassen worden stedelijke en deelgemeentelijke beleidskaders gehanteerd. Ten behoeve van een verdere ontwikkeling van terrassen is ruimte gecreëerd binnen het horecabeleid voor de gebieden kaden Noordereiland, Entrepotgebied en Eat & Meet. Om de kwaliteit van de horeca enigszins te waarborgen en misstanden binnen de horeca tegen te gaan, wordt samen met diverse partners tijdens integrale horeca-acties handhavend opgetreden. Zo worden op jaarbasis minimaal 75 horeca-inrichtingen integraal gecontroleerd. Geconstateerde overtredingen kunnen leiden tot het treffen van bestuurlijke maatregelen door de burgemeester. Overlastsignalen op het gebied van mechanische geluidsoverlast worden door de milieudienst DCMR in behandeling genomen, die sancties kan opleggen in de vorm van een dwangsom. In 2007 is in het werkplan voor de gemeente Rotterdam opgenomen dat er 50 geluidmetingen worden gedaan waarbij ongeveer 20 handhavingbeschikkingen worden verwacht.
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
6
Hoofdstuk 1 – Inleiding § 1.1 Aanleiding De horecabranche is voortdurend aan veranderingen onderhevig. Het gaat daarbij om verschuivingen in de bedrijfstak, opkomende trends, wijzigingen in wettelijke regelgeving, maatschappelijke veranderingen en nog veel meer. Deze veranderingen hebben gevolgen voor het gemeentelijke horecabeleid. Het is daarom van belang dat dit beleid eens in de vijf jaar wordt aangepast, waarbij wordt gekeken naar genoemde ontwikkelingen en naar de effecten van het horecabeleid in de voorafgaande jaren. Volgend op de stedelijke horecanota is de deelgemeentelijke horecanota, waarin lokaal beleid wordt gevormd binnen de stedelijke beleidskaders en wordt uitgevoerd. Voor u ligt de nieuwe horecanota van de deelgemeente Feijenoord. Gezien het feit dat de vorige deelgemeentelijke horecanota gold voor de periode 2002 – 2006, is voor deze nota de geldigheidsperiode gesteld op 2007 – 2011. De deelgemeentelijke horecanota is een aanvulling op de Horecanota Rotterdam 2007 – 2011, die in maart 2007 door de gemeenteraad van Rotterdam is vastgesteld. De deelgemeentelijke horecanota heeft in het vierde kwartaal van 2007 de vaststellingsprocedure doorlopen via het dagelijks bestuur, de commissie AZR, de deelraad (d.d. 18 december) en de burgemeester (d.d. 21 december).
§ 1.2 Participatie Bij de totstandkoming van het deelgemeentelijk horecabeleid zijn diverse partijen betrokken geweest. Met alle bewonersorganisaties zijn afzonderlijk gesprekken gevoerd, waarbij verschillende zaken aan bod zijn gekomen zoals mogelijke horecagerelateerde overlast, soorten en aantallen horecainrichtingen en de verschillende te beschrijven clusters. Verder hebben Koninklijk Horeca Nederland, de politieafdeling Horecataken, Team Horeca en Evenementen, het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam en de DCMR input geleverd. In de maanden mei en juni van 2007 zijn tevens vier horecaschouwen georganiseerd, waarbij de portefeuillehouder horeca, een vertegenwoordiging vanuit de deelraad en de beleidsmedewerker horeca gebiedsgericht bezoeken aflegden aan de horeca. Het doel was om vooruitlopend op het nieuwe deelgemeentelijk horecabeleid van de ondernemers te horen hoe zij tegen het beleid en gebied aan kijken.
§ 1.3 Status van de horecanota Feijenoord Integraal beleid In deze nota wordt getracht de deelgemeentelijke horeca op een integrale wijze te benaderen. Ontwikkelingen op het gebied van onder andere economie, ruimtelijke ordening, milieu en overlast worden in samenhang tot de gewenste horecaontwikkeling bekeken. Beleidsstukken die direct of indirect van invloed zijn op de horecasector in onze deelgemeente zijn: - Horecanota Rotterdam 2007 – 2011; - Coffeeshopbeleid gemeente Rotterdam; - Prostitutiebeleid gemeente Rotterdam; - Stedelijk beleid feestzalen; - Ontwikkelingsvisie Feijenoord 2020 – een ruimtelijk economische visie; - Wijkveiligheidsactieprogramma’s. Het gebruik van deze deelgemeentelijke nota is drieledig: - de nota geeft inzicht in het deelgemeentelijk beleid en de relatie tot het stedelijk beleid; - de nota vormt het toetsingskader voor de beoordeling van aanvragen ten behoeve van de exploitatievergunning en andere vergunningen; - de nota vormt een richtinggevend kader voor ambtelijke diensten bij horecaontwikkelingen. Om het horecabeleid in de deelgemeente Feijenoord te effectueren, zijn een aantal zaken structureel geregeld. Zo vindt er afstemming plaats met interne en externe partijen, zoals Koninklijk Horeca
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
7
Nederland, Horecataken, Team Horeca en Evenementen, het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam, DCMR en partners van de integrale horeca-acties. De voornaamste overlegvormen hierbij zijn het horecapanel, het driehoekoverleg, deelgemeentelijk overleg horecacoördinatoren, Lokaal Milieu Overleg en de briefing horeca-actie. Daarnaast fungeert de beleidsmedewerker horeca als vraagbaak voor (potentiële) horecaondernemers. Ten tweede wordt het beheren, coördineren en afhandelen van klachten over horeca gewaarborgd middels het deelgemeentelijk meldpunt Overlast en het bijhouden van een deelgemeentelijk panddossier. Hierdoor kunnen tevens ontwikkelingen op het gebied van horeca worden gemonitoord en kan tijdens bezwaar- en beroepsprocedures effectief worden gehandeld. Daarnaast wordt voor het voorkomen van ongewenste nieuwe vestigingen en het zorgdragen voor kwaliteitsverbetering publiekrechtelijk (middels bestemmingsplannen, leefmilieuverordeningen e.d.) en privaatrechtelijk (overleggen met pandeigenaren c.q. corporaties) ingezet.
§ 1.4 Leeswijzer De Horecanota deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011 bestaat uit vijf hoofdstukken. Aangezien de stedelijke horecanota beleidskaders aanreikt voor de deelgemeenten, komen deze in hoofdstuk 2 aan bod. Tevens worden de stedelijke visie en doelstellingen neergezet, waarbij de deelgemeente Feijenoord haar eigen targets benoemt. Hierdoor wordt het beter mogelijk om de beleidseffecten effectiever te meten en resultaten te evalueren. In hoofdstuk 3 wordt het horeca-aanbod zowel op deelgemeente als op wijkniveau inzichtelijk gemaakt. Aangezien de acht wijken binnen de deelgemeente Feijenoord verschillende kenmerken bezitten, wordt een indeling in woonmilieu gehanteerd. Dit geeft een goed beeld van de wijken in relatie met de (aanwezige of te creëren) horecafunctie. De stedelijke kaders en de wijkbeschrijvingen monden uit in hoofdstuk 4, waar het gebiedsgerichte beleid is vormgegeven. Tevens wordt een beschrijving gegeven van het project Eat & Meet, dat belangrijke gevolgen kent voor de horecaontwikkelingen binnen de aangewezen gebieden. Per wijk worden vervolgens de verschillende clusters beschreven waarbij de informatie over het gebied, het bestemmingsplan en de openbare orde resulteert in het uiteindelijke beleid. Hierbij kunnen overigens bijzondere omstandigheden een afwijking van het beleid rechtvaardigen. Ten slotte wordt in hoofdstuk 5 aandacht geschonken aan de verschillende handhavingsaspecten op het gebied van horeca. Het handhavingniveau, de integrale horecacontroles, het deelgemeentelijke meldpunt Overlast en geluidsoverlast komen hierin aan bod, waarbij mogelijk deelgemeentelijke targets worden benoemd.
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
8
Hoofdstuk 2 – Horecanota gemeente Rotterdam 2007 – 2011 § 2.1 Inleiding De deelgemeente Feijenoord maakt deel uit van de stad Rotterdam. Stedelijke ambities zijn derhalve van invloed op het deelgemeentelijk horecabeleid. In dit hoofdstuk wordt daarom aandacht besteed aan twee ambities uit de stedelijke horecanota. Daarnaast zullen tevens de doelstellingen van de gemeentelijke horecanota in kaart worden gebracht, waarbij stedelijke en deelgemeentelijke targets zullen worden benoemd. Ten slotte worden ten behoeve van het gebiedsgerichte deelgemeentelijke horecabeleid – beschreven in hoofdstuk 4 - de gemeentelijke beleidskaders in paragraaf 3 beschreven.
§ 2.2 Visie op ontwikkeling horeca De visie van de gemeente Rotterdam, voorzover relevant voor de deelgemeente Feijenoord, stoelt op de gewenste ontwikkeling van de horeca op twee hieronder volgende uitgangspunten. Na de beschrijving van deze uitgangspunten wordt vervolgens een vertaalslag gemaakt vanuit het deelgemeentelijke horecabeleid. 1. De markt bepaalt, de gemeente schept condities De gemeente Rotterdam wil dat de stad zich verder ontwikkelt als vrijetijdsstad. De horeca speelt hierin een belangrijke rol. Goede uitgaansgelegenheden fungeren als publiekstrekker. Daarnaast vervult de horeca een belangrijke ondersteunende rol voor voorzieningen als theaters, musea, winkels, ziekenhuizen en kantoren. De ontwikkeling van de Rotterdamse horeca is afhankelijk van particulier initiatief. Het horeca-aanbod wordt mede bepaald door de vraag van de consument. De gemeente schept de condities voor een verantwoorde ontwikkeling van de horeca. In de gemeentelijke horecanota en in de bestemmingsplannen geeft zij de kaders aan waarbinnen de branche zich kan ontwikkelen. Het gaat dan onder andere over de geschiktheid van locaties voor de vestiging van horeca. De gemeente beoordeelt de geschiktheid aan de hand van openbare orde, woon- en leefklimaat en veiligheidsaspecten enerzijds en ruimtelijke, planologische en economische belangen anderzijds. De gemeente is ervoor verantwoordelijk dat er voldoende mogelijkheden zijn voor de ontwikkeling van de horeca in Rotterdam en zorgt ook voor een goede ruimtelijke setting waarin de horeca kan floreren. Elementen die hierbij een rol spelen zijn de bereikbaarheid, de buitenruimte en de herkenbaarheid van de locatie. Daarbij wordt gestreefd naar een goede ‘mix’ van verschillende soorten horeca. Een grote diversiteit aan horeca verhoogt de attractiviteit van de stad. Bij de vestiging van nieuwe horeca is het uitgangspunt dat er sprake moet zijn van wederzijdse versterking van horeca en andere functies als bijvoorbeeld kantoren, winkels en ziekenhuizen. Horecagebieden moeten goed verbonden zijn met het openbaar vervoer, de parkeergarages en de taxihaltes door middel van aantrekkelijke, goed verlichte en veilige looproutes. Een goede kwaliteit en een buitenruimte die schoon, heel en veilig is, vergroot de aantrekkelijkheid en de mogelijkheden om tot een gevarieerd en interessant horeca-aanbod te komen. 2. Minder regels, strakker toezicht Meer ruimte voor de ondernemer, een transparante vergunningverlening en een strak handhavingregime vormen de basis voor een aantrekkelijk horeca- én woonklimaat in Rotterdam. De regelgeving op het gebied van de horeca is zeer complex. Ondernemers worden geconfronteerd met een woud van regels. Vergunningen, ontheffingen en meldingen moeten bij verschillende loketten worden aangevraagd. Daarnaast is de horeca een branche die voortdurend in beweging is, waardoor de regelgeving niet altijd goed aansluit op de werkelijkheid. Van belang is dat alle ondernemers weten wat er van hen verwacht wordt. Het moet voor een ondernemer duidelijk zijn of voor de exploitatie van een bedrijf een vergunning is vereist, welke gegevens en documenten moeten worden aangeleverd, wat de gemeente met de informatie doet en op welke termijn een vergunning wordt verleend. Om deze redenen wil de gemeente komen tot een betere serviceverlening, minder regels en minder lasten. Dat betekent dat de horeca-exploitanten een grotere eigen verantwoordelijkheid krijgen. De gemeente gaat ervan uit dat zij hier op een goede manier mee omgaan. Zo niet dan vergroot de gemeente haar inspanningen op het gebied van toezicht en handhaving. Veroorzaakt een
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
9
horecagelegenheid overlast, dan wordt hiertegen snel en strikt opgetreden. In het belang van de bewoners en bedrijven in de buurt van de horeca. 3. Deelgemeentelijk maatwerk De gemeentelijke horecaontwikkelingsvisie biedt voor de deelgemeenten de ruimte om op lokaal niveau maatwerk te leveren door het vaststellen van een eigen deelgemeentelijke horecanota. Hierin zal tevens de visie van de deelgemeente worden beschreven (zie hieronder). 4. Rookvrije horeca en alle podia Met ingang van 1 juni 2008 wordt door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de rookvrije horeca en alle podia ingevoerd. Besloten is om geen onderscheid te maken tussen horecasectoren en de horeca en podia krijgen de mogelijkheid om desgewenst afgesloten rookruimten te creëren waar niet bediend wordt. Horecawerknemers krijgen dan dezelfde bescherming als andere werknemers. De effecten van de maatregel zullen vanuit de deelgemeente Feijenoord van nabij worden gevolgd. 5. Focus op kwaliteitsverbetering als voorwaarde voor het meer ruimte bieden aan de horeca Binnen de deelgemeente Feijenoord is de horecafunctie flink vertegenwoordigd. Het is van belang om de kwaliteit ervan te waarborgen c.q. te verbeteren ter voorkoming van aantasting van de openbare orde en het woon- en leefklimaat. Tegelijkertijd wordt op een aantal locaties binnen de deelgemeente in samenhang met gewenste toekomstige ontwikkelingen meer ruimte geboden aan de ontwikkeling van horeca. Zo is – om meer aansluiting te zoeken bij ontwikkelingen in de omgeving en ook om daarmee een samenhangende aanpak te kunnen ontwikkelen rond horeca, vrijetijdsbesteding en ontmoeting – binnen het Pact op Zuid de gedachte van Eat & Meet ontwikkeld. De ontwikkeling van nieuwe kwaliteitshoreca gaat daarbij hand in hand met het ontwikkelen van evenementen, attracties en andere ontmoetingsmogelijkheden voor het publiek. Binnen dit ontwikkelingsproject wordt, net zoals dat eerder ook in de Eetwijk gebeurde, ingezet op het opstellen van kwaliteitsafspraken met de pandeigenaren zodat de gewenste kwaliteit bereikt wordt en/of behouden blijft. Deelgemeentelijke targets zullen in de volgende paragraaf worden opgesteld.
§ 2.3 Doelstellingen Rotterdamse horecabeleid Ook de stedelijke doelstelling is mede bepalend voor het deelgemeentelijke horecabeleid. Hieronder worden daarom de drie stedelijke doelstellingen besproken waarbij, als afgeleide daarvan, deelgemeentelijke targets zijn benoemd. 1. Verlichten van de lasten van ondernemers Op verschillende overheidsniveaus is in de afgelopen jaren aandacht besteed aan de vermindering van lastendruk voor ondernemers. Zo zijn op landelijk niveau voorstellen ontwikkeld voor minder (administratieve) lasten, kortere doorlooptijden en een betere stroomlijning tussen verschillende vergunningsprocedures. In Rotterdam heeft het college in zijn programma ‘De stad van aanpakken, voor een Rotterdams resultaat’ aangegeven de omvang van de regelgeving te verminderen en de kwaliteit te verbeteren. Dit voornemen heeft geleid tot het ‘project vermindering Rotterdamse Red Tape’. Als gevolg daarvan zijn onder andere beslistermijnen en geldigheidsduur van vergunningen in de APV aangepast. De gemeente zorgt er voor dat de komende vier jaar de administratieve lasten voor de horecaondernemers afnemen en de vergunningverlening eenvoudiger wordt. Minder inrichtingen hebben een exploitatievergunning nodig. Stedelijke targets - het inrichten van één gemeentelijk horecaloket voor het aanvragen van alle vergunningen; - één aanvraagformulier voor alle vergunningen voor het exploiteren van een horecabedrijf; - één aanspreekpunt/accountmanager voor alle vergunningen; - betere coördinatie van de vergunningverlening waardoor alle vergunningen tegelijkertijd verstrekt kunnen worden; - het aanbieden van alle vergunningen in een overzichtelijke map: de Integrale Vergunningen Portefeuille; - exploitatievergunningen blijven langer geldig, vijf in plaats van drie jaar; - de proefvergunning wordt afgeschaft;
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
10
-
voor het aanvragen van een ‘Verlaatje’, dat de ondernemer de mogelijkheid geeft om zijn horecabedrijf langer open te houden, wordt een kraskaart ingevoerd. Hiermee kan de ondernemer tien keer per jaar langer open zijn en desgewenst tien keer per jaar meer geluid produceren.
Deelgemeentelijke targets - binnen de gestelde termijn adviseren op de aangevraagde exploitatievergunning; - bespreken van aanvragen binnen het deelgemeentelijk driehoekoverleg. 2. Beschermen van het woon- en leefklimaat en handhaven van de openbare orde en veiligheid Het horecabeleid reguleert potentieel conflicterende functies zoals uitgaan, wonen en bedrijvigheid. Vooral ’s avonds en ’s nachts ondervinden bewoners overlast van horecagelegenheden en vertrekkende bezoekers. Het gemeentelijk beleid heeft als doel het creëren van een goede balans tussen wonen en uitgaan, het beschermen van het woon- en leefklimaat en het handhaven van de openbare orde en veiligheid. De gemeente vult deze verantwoordelijkheid op verschillende manieren in: door consequent toezicht en strikte handhaving en door maatregelen die bijdragen aan het verbeteren van de balans tussen uitgaan en wonen. Stedelijke targets - continueren van regelmatige integrale horecacontroles die ervoor moeten zorgen dat de praktijk in overeenstemming is met hetgeen in de vergunning is toegestaan. Waar dat niet zo is, wordt nagegaan of de wijziging kan worden toegestaan of dat handhavend moet worden opgetreden; - raming van de te verwachten geluidsoverlastklachten voor de komende jaren en op grond daarvan capaciteit c.q. financiële middelen toekennen aan de DCMR; - jaarlijks nagaan - door de Directie Veiligheid - van noodzaak om het handhavingarrangement te actualiseren c.q. aan te scherpen; - gemeentebreed invoeren van de afkoelperiode voor de reguliere horeca (tot een half uur na sluitingstijd krijgen de gasten de gelegenheid om hun laatste drankje te drinken en de zaak te verlaten); - uitbreiden en slimmer inzetten van BIBOB met hulp van het gemeentelijke kenniscentrum BIBOB om vergunningverlening aan malafide horeca te voorkomen. BIBOB staat voor Bevordering Integriteitsbeoordeling door het Openbaar Bestuur en geeft bestuursorganen een instrument in handen om zich tegen het risico dat zij ongewild criminele activiteiten faciliteren te beschermen; - beperken openingstijden overlastgevende binnenterrassen; - houden van een proef met ‘vrije sluitingstijden’ voor de horecabedrijven die in het bezit zijn van een nachtontheffing. Deelgemeentelijke targets - het continueren van de integrale horeca-acties; - het houden van intakegesprekken met (nieuwe) ondernemers in samenwerking met de politie, waarbij BIBOB-informatie kan worden vergaard. - versterken van de informatiepositie; - het binnen twee weken geven van follow-up aan de via het meldpunt Overlast gemelde horecagerelateerde overlastklachten; - afstemming aanpak bij overlastklachten via het driehoekoverleg; - het doorsluizen van overlastklachten op het gebied van mechanische geluidsoverlast naar de bevoegde handhavende instantie DCMR. 3. Creëren van een gevarieerd horeca-aanbod van goede kwaliteit Horeca kan bijdragen aan de attractiviteit en aan de (sociale) veiligheid van de omgeving. Soms werken horecavestigingen echter het tegendeel in de hand, zoals een onaantrekkelijk straatbeeld of gevoelens van onveiligheid. Dichte gevels, gevels met rolluiken, schreeuwerige teksten en uithangborden, slecht onderhouden en verloederde gevels en luid dreunende muziek die vanuit de zaak de straat op klinkt moeten zoveel mogelijk worden voorkomen. De (deel)gemeente kan op kwaliteit sturen door het inzetten van publiekrechtelijke en privaatrechtelijke instrumenten. Publiekrechtelijke instrumenten kunnen gebruikt worden voor de vestigingslocatie, de hygiëne in de horeca, de veiligheid, de uitstraling en zijn vastgelegd in regelingen
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
11
zoals de Algemeen Plaatselijke Verordening Rotterdam, de Drank- en Horecawet, de Woningwet (bouwtechnische en esthetische voorwaarden) en de milieuwetgeving (geluid, overlast). Door de inzet van dit publieksrechtelijke instrumentarium kan een bepaalde minimale kwaliteit van de horeca worden gegarandeerd. Daarbovenop kan de (deel)gemeente het privaatrechtelijke instrumentarium inzetten. De gemeente Rotterdam is namelijk eigenaar van een aantal panden waarop een horecabestemming rust. In deze gevallen kan de gemeente dus zelf bepalen aan welke horecaondernemers het pand wordt verhuurd en daarmee dus invloed uitoefenen op de kwaliteit van de horeca. Als criteria hierbij gelden onder andere de bewezen kwaliteit van de horecaondernemer en de mate waarin de horecafunctie een toegevoegde waarde heeft voor de omgeving. In een convenant kunnen dan nog afspraken tussen gemeente, horeca, brouwerijen of vastgoedeigenaren worden vastgelegd over kwaliteit. Handhaving en regelmatige toetsing van de kwaliteit vormt een onderdeel van die afspraken Stedelijke targets - indien de gemeente zelf pandeigenaar is, gebruik maken van de mogelijkheid om te verhuren aan kwalitatief goede horeca; - zoveel mogelijk stimuleren van andere pandeigenaren om ook voor kwaliteit te kiezen; - onderzoeken van de mogelijkheid om in de bestemmingsplannen van een aantal gebieden een nadere verfijning van het begrip horeca op te nemen en de horeca daarbij in een aantal categorieën in te delen; - op orde houden van de buitenruimte, samen met exploitanten. Het collegeprogramma geeft aan dat het gemiddelde schoonniveau in Rotterdam naar 4 of hoger moet (op een schaal van 1 t/m 5). Deelgemeentelijke targets - het houden van intakegesprekken met (nieuwe) ondernemers in samenwerking met de politie, waarbij gewenste kwaliteit kan worden besproken; - waar mogelijk kwaliteit waarborgen middels het opstellen van een convenant dat pandeigenaren dienen te ondertekenen bij bepaalde ontwikkelprojecten.
§ 2.4 Stedelijke beleidskaders 2007 – 2011 Wat de vestigingsmogelijkheden in een bepaald gebied zijn, wordt in beginsel bepaald door het bestemmingsplan. Hierin wordt een integrale ruimtelijke afweging gemaakt van alle mogelijke en gewenste functies in een bepaald gebied. Binnen de contouren van het bestemmingsplan is vervolgens de horecanota bepalend ten aanzien van de gewenste ontwikkeling van de horeca. In Rotterdam is er een stedelijke horecanota waarin het beleidskader voor de gehele gemeente is opgenomen. De gewenste ontwikkeling van de horeca in een bepaald gebied of gedeelte van een gebied wordt aangeduid met de begrippen ‘consolideren’, ‘ontwikkelen’ en ‘verminderen’. Ook wordt ingegaan op bijzondere (gewenste) afwijkingen. In deze paragraaf worden deze begrippen nader omschreven, welke in hoofdstuk 4 in het gebiedsgerichte beleid terug zullen komen. Tevens wordt een kernachtige opsomming gegeven van de stedelijke nieuwe beleidskaders (zie ‘Horecanota Rotterdam 2007 – 2011).
§ 2.4.1 Ontwikkelen Het ontwikkelingsbeleid beoogt het versterken van de positie (en waar mogelijk de kwaliteit) van horeca ten opzichte van andere maatschappelijke functies. In gebieden waarvoor de beleidsinzet ‘ontwikkelen’ geldt, is in principe uitbreiding van het aantal horecagelegenheden, uitbreiding van het aantal vierkante meters bij bestaande horecagelegenheden, verzwaring van exploitatievorm en uitbreiding van exploitatietijden mogelijk. Alles uiteraard binnen de mogelijkheden van het bestemmingsplan. Wel geldt dat in een gebied waarvoor het ontwikkelingsbeleid van toepassing is eerder zal worden onderzocht of er mogelijkheden zijn om vrijstelling van het bestemmingsplan te verlenen.
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
12
§ 2.4.2 Consolideren Het consolidatiebeleid beoogt de positie van de horeca te handhaven ten opzichte van de overige maatschappelijke functies. In de aangewezen consolidatiegebieden worden geen nieuwe inrichtingen toegestaan. Het consolidatiebeleid geldt tevens voor iedere afzonderlijke bestaande inrichting. Niet toegestaan wordt het vergroten van het aantal vierkante meters vloeroppervlakte (met inbegrip van de terrassen), verruiming van de openingstijden en verzwaring van de exploitatievorm. Het aantal horecabedrijven dat op het moment van inwerkingtreding van deze horecanota of een deelgemeentelijke horecanota, legaal in een bepaald gebied aanwezig is, geldt hierbij als uitgangspunt. Beperkt ontwikkelen binnen het consolidatiebeleid Met ‘beperkt ontwikkelen’ worden drie vormen aangeduid van gewenste uitbreiding binnen het consolidatiebeleid, te weten beperkt ontwikkelen met nachthoreca, beperkt ontwikkelen met inrichtingen met een beperkte openingstijd en beperkt ontwikkelen met terrassen bij bestaande inrichtingen. In het gebiedsgerichte beleid wordt steeds aangegeven welke van de drie vormen van beperkt ontwikkelen wordt toegestaan. Het zal hierbij doorgaans gaan om gebieden waarbij een algemeen ontwikkelingsbeleid het woon- en leefklimaat te sterk zou belasten, maar waar een gerichte c.q. beperkte ontwikkeling van horeca wel acceptabel kan zijn. In deze gebieden zal veelal reeds een behoorlijke druk op het woon- en leefklimaat bestaan. De Horecanota 2002-2006 kende naast de bovengenoemde begrippen ook nog het begrip ‘beperkt ontwikkelen met buurt- en winkel ondersteunende horeca’. Uit de evaluatie van de nota is gebleken dat het instrument ‘beperkt ontwikkelen met buurt- of winkelondersteunende horeca’, vooral is ingezet vanwege de mogelijkheid om de reguliere openingstijden te kunnen beperken. De mogelijkheid om te sturen op het soort horeca-inrichting bleek minder van belang. Het begrip buurt- of winkelondersteunende horeca wekt bovendien verwarring bij ondernemers. Dit beleidsinstrument komt daarom in deze Horecanota niet meer terug. Wel worden twee nieuwe vormen van beperkt ontwikkelen geïntroduceerd. Het betreft het beperkt ontwikkelen met horecabedrijven die maar tot 23.00 uur mogen exploiteren en het beperkt ontwikkelen van een gebied of bedrijf door het uitbreiden van het aantal of de afmeting van de terrassen. De drie varianten van beperkt ontwikkelen worden hieronder beschreven. - Beperkt ontwikkelen met nachthoreca In gebieden met de kwalificatie ‘beperkt ontwikkelen met nachthoreca’ kan uitbreiding van horeca door middel van een nachtontheffing worden toegestaan als dit naar verwachting slechts in beperkte mate zal bijdragen aan verhoging van de druk op het woon- en leefklimaat. Het gaat dan alleen om het uitbreiden van het aantal nachtontheffingen van bestaande horecagelegenheden. - Beperkt ontwikkelen met inrichtingen met beperkte openingstijden In gebieden waar het woon- en leefklimaat onder druk staat doordat er in de late uren veel overlast is, maar waar wel behoefte bestaat aan de uitbreiding van het horeca aanbod, kan worden gekozen voor het toestaan van de uitbreiding van het aantal horecagelegenheden met een beperkte openingstijd, namelijk van 07.00 tot 23.00 uur. - Beperkt ontwikkelen met terrassen Met ‘beperkt ontwikkelen met terrassen’ kan in een bepaald gebied een uitbreiding van het aantal of de afmeting van terrassen worden toegestaan. Voor deze gebieden geldt dat een uitbreiding van het aantal horecabedrijven niet gewenst is, vanwege de reeds aanwezige druk op het woon- en leefklimaat of vanwege de wankele balans tussen de diverse in het gebied aanwezige functies.
§ 2.4.3 Verminderen Het verminderingsbeleid beoogt de positie van de horeca ten opzichte van andere maatschappelijke functies terug te dringen en de druk van de horeca op de openbare orde en het woon- en leefklimaat te verminderen. De vestiging van nieuwe inrichtingen wordt niet toegestaan, evenmin als het vergroten van het aantal vierkante meters vloeroppervlakte (met inbegrip van de terrassen), verruiming van de
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
13
openingstijden en verzwaring van de exploitatievorm. Bestaande inrichtingen worden gestimuleerd zich elders te vestigen. Overdracht van een inrichting aan een andere exploitant is mogelijk, maar alleen in dezelfde vorm en onder dezelfde voorwaarde als de huidige exploitatie. Indien in een pand met een horecabestemming al geruime tijd geen horecabedrijf meer is gevestigd, wijzigt de gemeente de bestemming van dat pand. In gebieden waar het verminderingsbeleid geldt, zal de gemeente meewerken aan verzoeken om het wijzigen van het bestemmingsplan, om zodoende de vestiging van andere functies mogelijk te maken. Het verminderingsbeleid treedt tegelijkertijd met de Horecanota in werking. In een gebied waar het verminderingsbeleid geldt moet het totaal aantal horecabedrijven worden teruggebracht. Het aantal horecabedrijven dat op het moment van inwerkingtreding van de nota legaal in een bepaald gebied aanwezig is, geldt daarbij als uitgangspunt.
§ 2.4.4 Bijzondere omstandigheden De hiervoor beschreven begrippen geven een gewenste ontwikkelingsrichting voor de horeca aan. In de gemeentelijke en deelgemeentelijke horecanota’s worden de begrippen gebruikt om voor elk gebied aan te geven wat de mogelijkheden of onmogelijkheden voor dat gebied zijn. Is er voor een gebied eenmaal bepaald welk beleid er van toepassing is, dan liggen de mogelijkheden voor dat gebied in beginsel vast. Slechts in bijzondere gevallen kan gemotiveerd van het beleid worden afgeweken. Dit betekent dat in bijzondere gevallen marginale uitbreiding van de oppervlakte van bestaande horeca-inrichtingen in consolidatiegebieden niet per definitie in strijd hoeft te zijn met het beleid. Een bijzondere omstandigheid kan zijn gelegen in de verwachting ligt dat het woon- en leefklimaat zal verbeteren door een kwalitatieve verbetering van een horecagelegenheid. Bij beoordeling van aanvragen wordt daarom zoveel mogelijk gekeken naar de individuele omstandigheden. Het kan ook betekenen dat ondanks het consolidatiebeleid of zelfs verminderingsbeleid toch de vestiging van een nieuwe onderneming kan worden toegestaan. Uiteraard moet er dan sprake zijn van bijzondere omstandigheden die een afwijking van het beleid rechtvaardigen. Hiervan kan sprake zijn als de (deel)gemeente verwacht dat het woon- en leefklimaat in sterke mate positief wordt beïnvloed door de komst van de nieuwe horecagelegenheid. Zo wordt maatwerk geleverd in die gebieden waar dit wenselijk en mogelijk wordt geacht. Kwalitatieve verbetering dient waar mogelijk gewaarborgd te worden door middel van het sluiten van een convenant met de pandeigenaar. Andersom betekent deze beleidsvrijheid ook dat in gebieden waar het ontwikkelingsbeleid geldt, de vestiging van een nieuwe zaak kan worden geweigerd indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven.
§ 2.4.5 Nieuwe beleidskaders Horecanota Rotterdam 2007 – 2011 -
de invoering van de categorie ‘vergunningvrije inrichtingen’; ondernemers regelen vanaf nu al hun zaken aan één horecaloket; iedere ondernemer krijgt alle vergunningen in één overzichtelijke map: de integrale vergunningenportefeuille (IVP); een proef met vrije sluitingstijden voor horecazaken met een nachtontheffing; de ‘afkoelperiode’ na sluitingstijd geldt nu voor heel Rotterdam; makkelijker en goedkoper aanvragen van ‘verlaatjes’ en ‘geluidjes’ door middel van een kraskaart; de exploitatievergunning is niet langer drie maar vijf jaar geldig; uitbreiding van controles van geluidsoverlast door de DCMR; het handhavingsarrangement wordt aangescherpt; feestzalen worden evenwichtig over de stad verspreid: er worden twee nieuwe locatie gezocht.
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
14
Hoofdstuk 3 – Horeca-aanbod deelgemeente Feijenoord § 3.1 Inleiding In hoofdstuk 3 zal in verschillende grafieken het horeca-aanbod binnen de deelgemeente Feijenoord in kaart worden gebracht, waarbij de exploitatievormen worden weergegeven. Het registratiesysteem Divweb van Team Horeca en Evenementen heeft hierbij als voornaamste bron gediend, aangevuld met actuele cijfers en gegevens vanuit het deelgemeentebestand. Voor een overzicht van het totale horeca-aanbod binnen de gemeente Rotterdam en deelgemeenten onderling wordt verwezen naar de horecanota Rotterdam 2007-2011. Alvorens hiertoe wordt overgegaan, zullen de acht wijken van de deelgemeente in paragraaf 3.2 worden verdeeld in Centrumwijk, Stadswijk en Tuindorp. Deze gebiedsgerichte driedeling van woonmilieus is een richtinggevend kader voor verdere ontwikkelingen.
§ 3.2 De woonmilieus Het zijn de functie en het karakter van de omgeving die bepalen hoeveel en welk soort horeca in een bepaald gebied gewenst is. Het gaat hierbij om een beschrijving van een aantal soorten gebieden (milieus) die elk een eigen consequentie kennen voor de aanwezige en eventueel te vestigen horeca. De verschillende woonmilieus onderscheiden zich van elkaar door onder andere de bouwperiode, de bouwvorm, de buitenruimte, de ligging in de stad, de functie en het karakter. In dit horecabeleid wordt de indeling van Centrumwijk, Stadswijk en Tuindorp overgenomen, zoals gemaakt in de Ontwikkelingsvisie Feijenoord 2020 – een ruimtelijk economische visie.
§ 3.2.1 Centrumwijk De Centrumwijken worden gevormd door de wijken Noordereiland, Feijenoord, Kop van Zuid, Katendrecht en Afrikaanderwijk. Deze wijken moeten een gebied vormen dat aantrekkelijk is voor een zeer brede doelgroep van stedelijk georiënteerde huishoudens. Een nog steeds sterke vraag naar goedkope woningen zal samengaan met een duidelijke behoefte aan duurdere huisvesting, zowel in de huur- als in de koopsector. De buitenruimte heeft een uitgesproken openbaar karakter. Het gebruik van water is belangrijk in de vorm van bijvoorbeeld vervoer over water, waterrecreatie, jachthavens en drijvende paviljoens. Er wordt gestreefd naar een zo groot mogelijke mix van voorzieningen en bedrijvigheid. Dat betekent kleinschalige functiemenging op buurtniveau, zoals wonen met wijkvoorzieningen en mogelijkheden om de woningen flexibel te gebruiken. Maar ook grootschaliger functiemenging met een meer stedelijk programma, zoals wonen met kantoren en culturele en recreatieve voorzieningen. Speciale aandacht krijgen de bijzondere plekken in en rondom historische, unieke (haven)gebouwen zoals aan het Deliplein, in het polsgebied van Katendrecht en bij het Stieltjesplein. De belangrijkste kans ligt in het verdichten en transformeren van de braakliggende voormalige haventerreinen. Andere belangrijke en te benutten kwaliteiten zijn de nabijheid van de rivier en de havens, de mogelijkheid voor een intensief ruimtegebruik, een grote mate van functiemenging en de kansen om de omliggende wijken mee te laten profiteren van de ontwikkelingen. Elk van de wijken kent een eigen specifieke opgave: - bij de Afrikaanderwijk gaat het om een verbeterde inpassing in het stedelijk netwerk en om het opnieuw definiëren van de economische positie en de toekomst van de woningvoorraad; - in de wijken Feijenoord en Kop van Zuid – Entrepot staat de ontwikkeling van de knooppunten rond Parkstad en de spoortunnellocaties centraal. Hier kan een substantieel aandeel woningen, voorzieningen en economische functies worden toegevoegd, wat zijn weerslag zal hebben op het functioneren van de omliggende wijken; - op Katendrecht ligt een integrale en zeer gedifferentieerde opgave met de nieuwbouw in Katendrecht Zuid en het Polsgebied en met de herstructurering van de bestaande woningvoorraad; - op het Noordereiland gaat het met name om het behouden van de historische waarde en de maritieme karakteristiek.
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
15
§ 3.2.2 Stadswijk De Stadswijken bestaan uit de wijken Bloemhof en Hillesluis. Het versterken van de karakteristiek ‘rustig wonen in de stad’ is de belangrijkste opgave voor deze wijken. Verdunnen en revitaliseren van de huidige woongebieden is daarbij het thema. In het kader van het revitaliseren van de openbare ruimte wordt een aantal bestaande parken en pleinen opnieuw bekeken. Allereerst gaat het om de kwaliteit van de inrichting en de gebruiksmogelijkheden. Daarnaast is ook de verankering met de wijken en de toegankelijkheid vanuit de woongebieden zeer belangrijk. In de bestaande woningvoorraad spelen grootschalige opgaven met een integraal karakter onder de noemer ‘herstructurering’. Hierbij wordt gedacht aan de Walravenbuurt, de Riederbuurt, de Slaghekbuurt en aan Bloemhof-Zuid. Aan de vlieten en hoofdverkeerswegen liggen kansen om de uitstraling van de hele deelgemeente te verbeteren. De verbetering van de openbare ruimte en de woningvoorraad speelt een belangrijke rol, en daarnaast de toekomst van de Boulevard-Zuid en de mogelijke koppeling aan de ontwikkelingen rond Parkstad. Bloemhof is een wijk met verschillende gezichten. Het tuinstedelijke woonmilieu in Bloemhof-Zuid en de Kossel gaat samen met een meer stedelijk woonmilieu rond het Bloemhofplein en de Oleanderbuurt. In beide woongebieden staat het ‘rustig wonen’ voorop. De randen van de wijk bieden een heel eigen woonmilieu. Enerzijds zijn er de drukke doorgaande wegen als de Putselaan, de Dordtselaan, de Strevelweg en de Groene Hilledijk, waar veel van de voorzieningen en bedrijven zijn geconcentreerd. Anderzijds is het wonen aan de Hillevliet en de Lange Hilleweg zeer onderscheidend. De volgende kansrijke elementen kunnen worden onderscheiden: - het groene karakter van de vlieten; - de ‘kleinschalige’ stedenbouwkundige structuur en positieve uitstraling van Bloemhof-Zuid; - het monumentale karakter van de Kossel en de Kiefhoek; - de kleinschalige bedrijvigheid en de goede voorzieningen aan de randen; - de relatieve rust van de woongebieden, toch dicht bij het centrum van de stad. In Hillesluis hebben de Slaghekbuurt en het noordelijke deel van de Riederbuurt een stedelijk karakter. De Walravenbuurt en het zuidelijke deel van Riederbuurt zijn rustiger. Ze vormen een overgangsgebied naar het tuindorp Vreewijk. De woningmarktpositie van Hillesluis verbetert zich in de laatste jaren langzaam, onder andere door de aanleg van tram 20. Beeldbepalende en kansrijke elementen zijn: - de uitstraling van Parkstad; - de trekkracht van de Boulevard-Zuid; - de kleinschalige bedrijvigheid en de goede voorzieningen aan de randen; - het groene en recreatieve karakter van het West-Varkenoordsepark; - de nabijheid van het stadscentrum.
§ 3.2.3 Tuindorp De deelgemeente Feijenoord kent één Tuindorp, te weten Vreewijk. De kwaliteit van tuindorp Vreewijk als woonmilieu is onomstreden. Daarom concentreert de opgave voor Vreewijk zich rond de thema’s behouden en vernieuwen. Het behouden heeft betrekking op de stedenbouwkundige structuur van de wijk. Bij vernieuwen gaat het om versterking van het groene karakter van de wijken betere relaties met onder meer het Zuiderpark. De hoeveelheid voorzieningen in Vreewijk is beperkt. Er is slechts sprake van een klein aantal buurten wijkvoorzieningen in de sfeer van detailhandel en recreatieve functies. Voorzieningen buiten de wijk zijn goed bereikbaar voor de wijkbewoners. De woningvoorraad dient te worden gemoderniseerd, waarbij gestreefd wordt naar een breder aanbod door meer grote, middeldure en dure koopwoningen. Tenslotte moet de economische slagkracht van de wijk vergroot worden. De betekenis van het Motorstraatgebied kan worden versterkt en zeker ook de herstructurering van de Ziekenhuisdriehoek biedt mogelijkheden. Een aantal sterke elementen van de wijk zijn: - het groene karakter; - de aanwezigheid van voor- en achtertuinen; - de heggen als beeldbepalende elementen;
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
16
-
de ruim opgezette stedenbouwkundige structuur; de eenheid in architectonisch beeld in de verschillende buurten; de ligging nabij het Zuiderpark.
§ 3.3 Horeca-aanbod op deelgemeenteniveau Ten behoeve van een totaaloverzicht van het horeca-aanbod binnen de deelgemeente Feijenoord zijn alle exploitatievormen in beeld gebracht die een exploitatievergunning vereisen. Dit is gedaan voor de jaren 2000 en 2007 om zo een verloop in aanbod te kunnen weergeven.
Exploitatievormen deelgemeente Feijenoord 2000 - 2007 120 100
Aantal
80 2000
60
2007
40 20
ba r fe t co a ff e ria es ho p e h o e tc te a l/p f é en si o ko i js n on sa ff i tm e lo oe /th e n p a t in e rt y g s h u i -/z c e s a l n tr en u ce m n re t ru m s se t a ks ur a in r ic nt ht i sp ng ee sp lh or a ta sp cc ee l o m lt u m in od at ie ca
fé /
ca
af ha
al
be d
ri j f
0
Exploitatievorm Bron: divweb Team Horeca en Evenementen
Binnen de deelgemeente Feijenoord is het totale horeca-aanbod in de periode 2000 – 2007 gedaald van 313 naar 291 inrichtingen. Dit betekent een daling van ruim 6 procent. Een verklaring hiervoor zijn de herstructureringstrajecten die in de periode hebben plaatsgevonden (en nog steeds plaatsvinden), zoals aan het Deliplein en het Stiroblok. Een gevolg van herstructurering is dat de horeca ter plaatse veelal wordt onteigend en de exploitatie derhalve wordt beëindigd. Uit de bovenstaande grafiek valt af te lezen dat de exploitatievorm ‘café/bar’ sterk binnen de deelgemeente is vertegenwoordigd. Het aantal is in de periode 2000 – 2007 afgenomen van 108 naar 91. Deze ontwikkeling is te verklaren doordat wegens de eerder genoemde herstructurering veel cafés van slechte kwaliteit zijn onteigend en zo in handen zijn gekomen van de gemeente. De exploitatievorm ‘restaurant’ is gestegen van 25 naar 30 tegen een daling van het aantal cafetaria’s van 60 naar 57. Voor de overige exploitatievormen geldt dat het aantal in de loop der jaren nauwelijks is veranderd. Naar de toekomst toe kan voorspeld worden dat het horeca-aanbod zal toenemen, aangezien het project Eat & Meet, het Deliplein, de komst van het schip De Rotterdam en het ECC voorbeelden zijn van ontwikkelingen waarbinnen de horecafunctie sterk verankerd zal worden.
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
17
§ 3.4 Horeca-aanbod op wijkniveau In deze paragraaf wordt middels de driedeling in woonmilieus (Centrumwijk, Stadswijk en Tuindorp) overzicht gegeven in het aanbod van verschillende exploitatievormen. Voor het in kaart brengen van het aanbod zijn de gegevens van begin 2007 gebruikt. Opvallende zaken zullen in de beschrijving worden aangegeven.
Overzicht exploitatievormen Centrumwijken 30 25
café/bar cafetaria
Aantal
20
coffeeshop eetcafé koffie-/theehuis
15
ontmoetingscentrum restaurant
10
seksinrichting overig
5 0 NE
KvZ
FE
KA
AW
Centrumwijk Bron: divweb Team Horeca en Evenementen
In de bovenstaande grafiek is het horeca-aanbod voor de Centrumwijken in kaart gebracht. Onder ‘overig’ zijn de exploitatievormen ‘hotel/pension’, ‘ijssalon’, ‘party-/zalencentrum’, ‘speelhal’, ‘speeltuin’ en ‘sportaccommodatie’ ondergebracht, aangezien deze een klein aandeel van het totale aanbod vormen binnen de Centrumwijken. Binnen de vijf Centrumwijken zijn 136 vergunningplichtige inrichtingen gevestigd. Het aanbod binnen de vier wijken Noordereiland, Kop van Zuid, Feijenoord en Katendrecht is nagenoeg gelijk: respectievelijk 18, 25, 22 en 18 inrichtingen. Opvallend is het grote aantal (53) binnen de Afrikaanderwijk, waar de exploitatievorm ‘café/bar’ sterk vertegenwoordigd is met 25.
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
18
Overzicht exploitatievormen Stadswijken 25
café/bar
20
Aantal
cafetaria coffeeshop
15
eetcafé koffie-/theehuis ontmoetingscentrum
10
restaurant seksinrichting
5
overig
0 BH
HS Stadswijk Bron: divweb Team Horeca en Evenementen
De Stadswijken Bloemhof en Hillesluis zijn in de bovenstaande grafiek weergegeven. Onder ‘overig’ zijn de exploitatievormen ‘afhaalbedrijf’, ‘hotel/pension’, ‘ijssalon’, ‘party-/zalencentrum’, ‘speeltuin’ en ‘sportaccommodatie’ ondergebracht, aangezien deze een klein aandeel van het totale aanbod vormen binnen de Stadswijken. De twee Stadswijken – Bloemhof met 52 en Hillesluis met 67 vergunningplichtige inrichtingen – zorgen voor een totaal aanbod van 119 horeca(gerelateerde) panden. De vertegenwoordiging van de exploitatievormen ‘café/bar’ en ‘cafetaria’ zijn hierbij het meest opvallend. In de Stadswijken en de centrumwijk Afrikaanderwijk is het horeca-aanbod voornamelijk geconcentreerd met 172 van de in totaal 292 gevestigde inrichtingen binnen de deelgemeente Feijenoord.
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
19
Overzicht exploitatievormen Tuindorp 10 9
Aantal
8
café/bar
7
cafetaria
6
eetcafé ontmoetingscentrum
5
party-/zalencentrum
4
restaurant
3
seksinrichting
2
sportaccommodatie
1 0 VW
Tuindorp Bron: divweb Team Horeca en Evenementen
De aanwezige exploitatievormen binnen het tuindorp Vreewijk worden in de bovenstaande grafiek belicht. Het totale aanbod bedraagt 39 vergunningplichtige inrichtingen. Opvallend gegeven is dat dit aantal een stuk hoger ligt dan bij vier van de vijf Centrumwijken. Dit verschil wordt grotendeels veroorzaakt door de exploitatievormen ‘ontmoetingscentrum’, ‘party-/zalencentrum’ en ‘sportaccommodatie’, die sterk in het Tuindorp vertegenwoordigd zijn.
§ 3.5 Tot slot In dit hoofdstuk zijn de acht wijken van de deelgemeente Feijenoord opgedeeld in woonmilieus, op basis van de driedeling die gehanteerd wordt in de Ontwikkelingsvisie Feijenoord 2020 – een ruimtelijk economische visie. Wijkkenmerken en beeldbepalende en kansrijke elementen zijn hierbij in beeld gebracht. Vervolgens is ingegaan op het aanbod van horeca(gerelateerde) inrichtingen die vergunningplichtig zijn. Opvallende gegevens zijn de daling van het totaal aanbod van 312 naar 287 inrichtingen, de flinke vertegenwoordiging van het aantal cafés binnen de deelgemeente, een stijging van het aantal restaurants en de concentratie in de wijken Hillesluis, Bloemhof en Afrikaanderwijk. De hierboven genoemde ontwikkelingen beschrijvingen zijn van invloed op het uiteindelijke horecabeleid voor de diverse clusters. In het volgende hoofdstuk wordt dit beleid geformuleerd, waar tevens het bestemmingsplan en mogelijke openbare orde problematiek wordt meegewogen.
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
20
Hoofdstuk 4 – Beschrijving clusters § 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk staat het lokale horecabeleid voor de deelgemeente Feijenoord centraal, welke geldend is voor de periode 2007-2011. Allereerst volgt in de volgende paragraaf een beschrijving van Eat & Meet, een economisch ontwikkelingsproject voor de eet- en ontmoetingsfunctie vanuit het Pact op Zuid. Dit project zal in de clusterbeschrijvingen van de relevante gebieden verder worden uitgewerkt. In de verdere paragrafen zullen per wijk een korte wijkbeschrijving vanuit de wijkactieprogramma’s 2007 en een weergave van het verloop binnen de wijkveiligheidsindex 2001 – 2006 worden neergezet. De wijkveiligheidsindex is een cijfer tussen de 1 en 10 en is een samenvoeging van de gegevens van politie, de gemeentelijke diensten en de mening van in totaal 12.250 Rotterdammers over de veiligheid in hun wijk. Vervolgens worden per wijk de verschillende clusters in beeld gebracht die voor de horecafunctie relevant zijn. In deze clusterbeschrijvingen worden de volgende aspecten meegenomen: ligging en economisch karakter, bestemmingsplan, openbare orde en beleid. Daarnaast wordt de uitkomst van het horecabeleid voor de periode 2001 – 2006 kort samengevat. Zoals al eerder in paragraaf 2.4.4 is aangegeven, kunnen bijzondere omstandigheden een afwijking van het beleid rechtvaardigen. Andersom betekent de beleidsvrijheid ook dat in gebieden waar het ontwikkelingsbeleid geldt, de vestiging van een nieuwe zaak kan worden geweigerd indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven. Zo wordt maatwerk geleverd in die gebieden waar dit wenselijk en mogelijk wordt geacht. Tot slot wordt in paragraaf 4.14 ingegaan op het deelgemeentelijk terrassenbeleid.
§ 4.2 Project Eat & Meet Inleiding Het project Eat & Meet is voor het deelgemeentelijk horecabeleid een zeer belangrijke ontwikkeling en is vanuit het Pact op Zuid in het leven geroepen. Het Pact op Zuid is de gezamenlijke inspanning van gemeente, drie deelgemeenten en vijf corporaties die actief zijn “op Zuid” om de wijken op Zuid weer aantrekkelijk en concurrerend te maken en een sterk Zuid te ontwikkelen. Zoals de projectnaam Eat & Meet al aanduidt, wordt een ontwikkeling beoogd van de eet- en ontmoetingsfunctie en zullen tevens evenementen worden meegenomen. Eetwijk en evenementen in Afrikaanderwijk In juni 2005 werd het Eetwijkbeleid door de deelgemeenteraad vastgesteld en is een Eetwijkparagraaf aan de Horecabeleidsvisie toegevoegd. Met de Eetwijkparagraaf werd het mogelijk dat in een verminderingsgebied onder voorwaarden nieuwe op eten gerichte (kwaliteits)horeca kon worden toegevoegd. Met het Eetwijkbeleid kon naast het aantrekken en aanbieden van (stedelijke) evenementen in het gebied mede invulling worden gegeven aan het vormgeven van de centrumrand van Rotterdam. Eetwijk trekt de centrumgedachte verder het gebied (de oude wijken) in en biedt door de aanwezigheid van een veelkleurige, multiculturele bevolking een goede voedingsbodem voor een veelheid aan kleurrijke restaurants en eethuisjes. Belangrijk uitgangspunt bij het vormgeven van de Eetwijk is dat door de samenwerking van de deelgemeente met verhuurders (zoals de woningcorporatie) goede afspraken zijn te maken over het bewerkstelligen en handhaven van een goed kwaliteitsniveau van de horeca. Om voor zoveel mogelijk “traffic” en aanloop naar deze nieuwe horeca te zorgen is tevens gewerkt aan het stimuleren van meer evenementen in het gebied. De Afrikaandermarkt is als 3e markt van Nederland al twee keer per week een grote publiekstrekker, maar zal vergezeld moeten worden door een veelheid aan grotere en kleinere evenementen. Het eerder ingezette evenementenbeleid zal ook de komende jaren worden voortgezet. De Eetwijk begint in de Afrikaanderwijk na een aarzelende start door het aantrekken van diverse nieuwe horecavestigingen (die ook over de gewenste kwaliteit beschikken) langzaam vorm te krijgen, maar kan nog de nodige impuls gebruiken. Binnen het nieuwe kader van Eat & Meet kan die impuls vorm krijgen. Daar waar mogelijk zullen horecagelegenheden worden verwelkomd die de eetwijkgedachte uitstralen en de gewenste kwaliteit met zich meebrengen.
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
21
Eat & Meet Om meer aansluiting te zoeken bij ontwikkelingen in de omgeving en een samenhangende aanpak te ontwikkelen rond horeca, vrijetijdsbesteding en ontmoeting is binnen het Pact op Zuid de gedachte van Eat & Meet ontwikkeld. Eat & Meet strekt zich als kanskaart van het Pact op Zuid uit over de Wilhelminapier, Afrikaanderwijk en Katendrecht en geeft mede invulling aan de positie van deze gebieden als centrum en centrumrand. Het richt zich op het aantrekken van kwaliteitshoreca en op de ontwikkeling van een vrijetijdscluster, waarin evenementen, attracties en economische/commerciële activiteiten zorgen voor traffic en beleving. Het water (Rijnhaven, Maashaven) biedt daarbij kansen voor exclusieve en unieke initiatieven die een meerwaarde voor het gebied betekenen. Eat & Meet houdt ook in een onderlinge afhankelijkheid tussen ontmoeten en eten: meer “meet” betekent ook meer “eat”. Er zal dus ook meer zicht gekregen moeten worden op het aantal bezoekers dat wordt aangetrokken om te kunnen bepalen hoeveel horeca het gebied uiteindelijk aankan. Een specifieke target met betrekking tot het aantal kwalitatieve horecavestigingen moet en zal worden losgelaten en uitgangspunten van Eat & Meet zullen gelden. Net als de Eetwijk zal ook Eat & Meet enerzijds gericht zijn op de eigen bewoners en anderzijds op het aantrekken van bezoekers van “over de brug”. Eat & Meet zal er daarnaast voor moeten zorgen dat de verschillende versnipperde deelgebieden met elkaar worden verknoopt. Er zal aandacht moeten zijn voor de infrastructuur die deze verbindingen tot stand kan brengen. Vanaf maart 2008 zorgt de komst van de SS Rotterdam naar het 3e Katendrechtsehoofd in één klap voor een enorme toename van activiteiten op het vlak van ontmoeting, beleving, vrijetijdsbesteding en horeca. Daarmee wordt vanaf dat moment ook een constante bezoekersstroom van en naar Katendrecht verwacht. Van belang is om de bezoekers langer aan het gebied te binden en een aanbod te ontwikkelen om dit mogelijk te maken. De gebieden van Eat & Meet behelzen de Wilhelminapier, Katendrecht en de Afrikaanderwijk (en wellicht in de toekomst Parkstad). De Wilhelminapier behoort tot de centrale stad, de Afrikaanderwijk en Katendrecht zijn binnen de horecabeleidsvisie twee aparte deelgemeentelijke clusters en hebben elk een eigen ontwikkelingsopgave. In de Afrikaanderwijk zal de eetwijkinvulling (binnen een verminderingsgebied kwalitatieve en op het verstrekken van maaltijden gerichte horeca toevoegen) worden voortgezet. Daarbij moet – nu de mogelijkheden om nieuwe horeca aan het Afrikaanderplein toe te voegen uitgeput raken en naast het verder ontwikkelen van de evenementenfunctie van het plein en het stimuleren van de marktfunctie – worden ingezet op de omvorming van bestaande horeca in de gewenste kwalitatieve horeca. Omvorming is vooral ook gewenst in de horecastrip aan de Hillelaan, die eraan kan bijdragen om een belangrijke schakel te zijn tussen de Wilhelminapier en de rest van het Eat & Meet gebied. Op Katendrecht kan, profiterend van de komst van de SS Rotterdam, eveneens gewerkt worden aan het aantrekken van kwalitatieve horeca. Naast de komst van het European Chinese Centre speelt vooral het Deliplein hier, met voldoende mogelijkheden in de plint van de vernieuwde panden aan de Delistraat, een rol in. Daarbij moet er voor worden gewaakt dat het karakter van het Deliplein voldoende divers is en naast horeca ook andere functies huisvest die bijdragen aan een eigen dynamiek van het plein. Kwaliteit en terrassen Om kwalitatieve horecafuncties te kunnen realiseren, zal worden ingezet op het opstellen van kwaliteitsafspraken met woningcorporaties en andere pandeigenaren en het toetsen van initiatieven aan de hand van een ondernemersplan door de deelgemeente en het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam. Dit speelt tevens in op een deelgemeentelijk target binnen een stedelijke doelstelling (§ 2.3). Zo mag de woon- en leefsituatie in de omgeving van de te vestigen c.q. om te vormen inrichting niet nadelig worden beïnvloed. Voor zowel de Afrikaanderwijk als Katendrecht bestaan – in navolging van de opgestelde kwaliteitsafspraken en de toets op initiatieven – mogelijkheden voor terrasontwikkeling. Weliswaar dienen de vereisten zoals gesteld in het terrassenbeleid (§ 4.14) te allen tijde in ogenschouw te worden genomen. Voor een verdere uitwerking van het zo veel mogelijk waarborgen van kwaliteitscriteria wordt verwezen naar bijlage II. Horecabeleid Het horecabeleid ten behoeve van het project Eat & Meet zal verder worden beschreven in de volgende clusters, waarvan het cluster Wilhelminapier stedelijk is opgesteld: Wilhelminapier (§ 4.4.3) Katendrecht (§ 4.6) Afrikaanderwijk (§ 4.7)
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
22
§ 4.3 Noordereiland Het Noordereiland is een stabiel woongebied dat goed functioneert. Daar waar in andere centrumwijken sprake is van ingrijpende veranderingen, wordt op het Noordereiland ingezet op het behouden en versterken van de huidige kwaliteiten: het maritieme karakter van de kades, de sterke uitstraling van de oorspronkelijke negentiende-eeuwse bebouwing, de groene en rustige karakteristiek rond het Burgemeester Hoffmanplein en de kleinschalige menging van wonen en werken. Op het Noordereiland wonen 3.504 inwoners, dit is ongeveer vergelijkbaar met het aantal inwoners in 2006. Het percentage allochtonen bedraagt 45% (in 2003 was dit 46%) Dit percentage is lager dan het deelgemeentelijke gemiddelde (63%) en gelijk aan het stedelijk gemiddelde. Van alle adressen wordt 24% korter dan 2 jaar bewoond (vergelijkbaar met vorig jaar). Het deelgemeentelijke gemiddelde is 18% en het stedelijk gemiddelde 19%. Van het woningbestand op het Noordereiland is 82% huurwoning. Het ligt in de bedoeling om hier verandering in te brengen door deels woningen aan het Antwerpsehoofd te verkopen. Deelgemeentelijk is 89% van de woningvoorraad een huurwoning, stedelijk is dit 75%. De economische waarde van woningen ligt met € 82.781 boven het deelgemeentelijke en onder het stedelijk gemiddelde en is in het afgelopen jaar gestegen. Het percentage uitkeringsontvangers is met 7% gelijk aan het stedelijk gemiddelde; deelgemeentelijk is dit 11% van de bevolking. De wijkveiligheidsindex laat in de periode 2001 – 2006 een flinke stijging zien van 6,4 in 2001 naar een 8,6 in 2006. De positionering van de wijk in 2006 is derhalve ‘veilig’. Binnen de wijk Noordereiland valt één cluster, te weten ‘Noordereiland/Van der Takstraat’. In de volgende paragraaf zal dit cluster worden beschreven aan de hand van onderstaande wijkplattegrond.
§ 4.3.1 Cluster Noordereiland / Van der Takstraat (1.) Noordereiland / Van der Takstraat (cluster 1)
Ontwikkelen Jan Eleveld / spoorbruglocatie Beperkt ontwikkelen met terrassen aan de kaden Consolideren Van der Takstraat Overige straten woongebied
Beleid 2001 – 2006 · Verminderen Van der Takstraat · Consolideren van de kaden In deze periode is er aan de Van de Takstraat geen vermindering van het aantal horecagelegenheden tot stand gekomen. Enkele overlastsituaties zijn gemeld en bekend. Wel is het aantal aan de kaden gelijk gebleven. Het horecabeleid is daarom deels geslaagd.
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
23
Ligging en economisch karakter Het gebied omvat het gehele eiland en heeft bij uitstek een woonfunctie. Langs de kades en in de Van der Takstraat is sprake van een menging van wonen, bedrijvigheid en horeca. De kaden van het Noordereiland zijn bij uitstek geschikt voor kleinschalige bedrijvigheid. Het gebied kenmerkt zich door een mix van historische en nieuwe bebouwing en heeft een sterke oriëntatie op het water. Het Noordereiland maakt deel uit van de centrumwijken. In deze wijken wordt ernaar gestreefd een mix van woon- , werk- en recreatieve functies te ontwikkelen. Er wordt nog onvoldoende gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de oriëntatie op het water biedt. Hierdoor bestaat de wens van bewoners en ondernemers binnen de wijk om de terrasfunctie aan de kaden te ontwikkelen. Daarnaast ligt het in de mogelijkheid om volgend op planvorming de Jan Eleveld-/spoorbruglocatie te ontwikkelen tot een horecabedrijf. Hier zullen naar verwachting binnen vijf jaar circa 30 tot 35 woningen worden gerealiseerd. Op het Noordereiland zijn al twee restaurants, één cafetaria, acht cafés, één seksinrichting, één ontmoetingscentrum, vier eetcafés en één party-/zalencentrum gevestigd. Bestemmingsplan Het bestemmingsplan ‘Feijenoord – Noordereiland’ is door de gemeenteraad vastgesteld op 12 juni 1986. Binnen het toekomstige bestemmingsplan “Noordereiland” wordt voor dit gebied niet in uitbreiding van horeca voorzien. Openbare orde Achttien horecabedrijven in een kleine wijk met een specifieke woonfunctie is betrekkelijk veel. Zeven ervan zijn gevestigd aan de Van der Takstraat. Ervaren overlast door bewoners betreft voornamelijk geluidsoverlast vanuit horeca-inrichtingen en door bezoekers. Daarnaast blijkt uit signalen dat er binnen enkele cafés softdrugs worden gebruikt. Bij de horecagerelateerde overlast aan de Van der Takstraat kan enigszins een relatie worden gelegd met de (flink) vertegenwoordigde alcoholfunctie binnen het gebied. De in deze straat aanwezige horeca oefent namelijk een grote aantrekkingskracht uit op jongeren die in overwegende mate niet van het Noordereiland afkomstig zijn. Omdat de horeca hier in een plint onder woningen ligt, treedt overlast voor bewoners relatief snel op. Beleid 2007 – 2011 · Ontwikkelen Jan Eleveld/spoorbruglocatie · Beperkt ontwikkelen terrassen aan de kaden · Consolideren Van der Takstraat · Woongebied overige straten Om de stedelijke accenten binnen de wijk te versterken, wordt ingezet om de bestaande horecainrichtingen aan de kaden te ontwikkelen met een terrasfunctie. Verder zal de oriëntatie op het water benadrukt worden door de Jan Eleveld/spoorbruglocatie (ten westen van de Feijenoordstraat aan de zijde van de Maaskade) op te nemen als ontwikkellocatie. Deze ontwikkeling is volgend op toekomstige planvorming, waarbij rekening gehouden wordt met de bouw van circa 30 tot 35 woningen binnen vijf jaar. Daarom zal gekozen worden voor een exploitatievorm waarbij de verwachting bestaat dat het woon- en leefklimaat en de openbare orde niet zal worden aangetast. Gedacht wordt hierbij aan een lokaliteit waarbij sprake is van een dominante eetfunctie. Aan de Van der Takstraat wordt een consolidatiebeleid gehanteerd gezien de status van het Noordereiland als centrumwijk.
§ 4.4 Kop van Zuid In de wijk Kop van Zuid liggen de kansen in de volgende kwaliteiten: de nabijheid van de rivier en de havens, de goede bereikbaarheid voor auto en openbaar vervoer, de mogelijkheden voor meer recreatieve en toeristische voorzieningen en het gemengde woonmilieu rond de Entrepothaven. In de Kop van Zuid wonen 7.597 inwoners. Dit is vergelijkbaar met het aantal inwoners in 2006. Het percentage allochtonen bedraagt ongeveer 56% (in 2003 was dit 57%). Dit percentage is lager dan het deelgemeentelijke gemiddelde (63%) en hoger dan het stedelijke gemiddelde (45%). Van alle adressen wordt 21% korter dan 2 jaar bewoond (was 21% in 2003). Het deelgemeentelijke gemiddelde is 18% en het stedelijke is 19%. Het percentage inwoners dat vertrekt uit de buurt is 7% (deelgemeentelijk is dit 8% en stedelijk is dit ook 7%). Van het woningbestand op de Kop van Zuid is 77% een huurwoning. Deelgemeentelijk is 89%
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
24
van de woningvoorraad een huurwoning, stedelijk is dit 75%. De economische waarde van woningen ligt met € 184.242 boven het deelgemeentelijke en stedelijke gemiddelde en is in het afgelopen jaar gestegen. Het percentage uitkeringsontvangers is 8% van de bevolking; deelgemeentelijk is dit 11% en stedelijk 7%. De wijkveiligheidsindex 2006 bestempelt de wijk Kop van Zuid met het cijfer 8,0 als ‘veilig’. In 2001 scoorde de wijk nog een 5,9 en werd bestempeld als een ‘bedreigde’ wijk. In de wijk Kop van Zuid vallen twee beschreven clusters die voor de horecafunctie in de deelgemeente Feijenoord relevant zijn. Daarnaast zal het cluster Wilhelminapier – gerekend tot het project Eat & Meet – worden beschreven, echter is voor dit gebied de stedelijke horecanota van toepassing. In totaliteit gaat het om de onderstaande gebieden, die in de volgende drie paragrafen zullen worden uitgewerkt: - Entrepot – Stieltjesplein (§ 4.4.1) - Vuurplaat – Laan op Zuid (§ 4.4.2) - Wilhelminapier (§ 4.4.3)
§ 4.4.1 Cluster Entrepot – Stieltjesplein (2.) Entrepot – Stieltjesplein (cluster 2)
Ontwikkelen Entrepotgebied Consolideren Stieltjesplein – Stieltjesstraat Rosestraat
Beleid 2001 – 2006 · Ontwikkelen Entrepotgebied · Verminderen Stieltjesplein – Stieltjesstraat – Rosestraat Binnen het Entrepotgebied is na de afname van de horecafunctie de stijgende lijn weer ingezet, waardoor de leegstand grotendeels is ingevuld. Voor het gebied Stieltjesplein – Stieltjesstraat – Rosestraat zijn enkele horeca-exploitaties in navolging van het verminderingsbeleid beëindigd. De vroegere overlastsituatie aan het Stieltjesplein is daardoor een halt toegeroepen. Het beleid is derhalve geslaagd.
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
25
Ligging en economisch karakter Dit gebied ligt tussen de Binnenhaven, noordelijk van de Lodewijk Pincoffsweg en Factorij en omvat mede het gebied Stieltjesplein, het noordelijke gedeelte van de Rosestraat, de Stieltjesstraat en de Roentgenstraat tot aan de Oranjeboomstraat. Het niveau van het gebied is stedelijk/deelgemeentelijk. Rond de Entrepothaven is een nieuw stedelijk woongebied tot ontwikkeling gekomen. De karakteristiek van het gebied wordt bepaald door een hoge mate van menging van woon- en stedelijke functies als wonen, detailhandel, horeca en op het water gerichte activiteiten. Binnen het deelgebied kop van de Rosestraat, Stieltjesplein, Stieltjesstraat en Roentgenstraat tot aan de Oranjeboomstraat zal rond 2012 herstructurering plaats vinden. Hierbij staat gepland dat het Stiroblok (omsloten door Nassaukade – Oranjeboomstraat – Roentgenstraat – Rosestraat) en Stieltjesplein gesloopt gaan worden, waarop vervolgens nieuwbouw wordt gerealiseerd. Met een tweetal cafés aan de Rosestraat lopen vanuit het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam onderhandelingen in het kader van sloop. Horeca aan het Stieltjesplein is reeds grotendeels gesaneerd. Aan de Stieltjesstraat wordt planvorming ontwikkeld ten behoeve van het realiseren van een hotel en een restaurant. De koppeling met het Entrepotgebied zal geschieden door ruimtelijke herinrichting van het Stieltjesplein e.o. Het Stieltjesplein − dat een entree vormt van de deelgemeente Feijenoord − zal in de bredere ruimtelijke-economische ontwikkeling in de centrumwijken uitgroeien tot een stedelijk gebied waarin een gelijkwaardige ontwikkeling van functies voorzien wordt met het accent op de woonfunctie. In het Entrepotgebied is een relatieve concentratie van horeca met een kwalitatief goede uitstraling. De uitstraling van de horeca aan het einde van de Rosestraat (gelegen binnen het Stiroblok) laat te wensen over. In het (gehele) gebied zijn vijf restaurants, drie cafetaria’s, zes cafés, één ontmoetingscentrum en drie eetcafés gevestigd. Bestemmingsplan Voor het Entrepotgebied geldt het bestemmingplan ´De Kop van Zuid´, vastgesteld op 12 september 1991. Voor het gebied Stieltjesplein – Stieltjesstraat – noordelijk deel van de Rosestraat – Roentgenstraat tot aan de Oranjeboomstraat is het oudere bestemmingsplan ´Feijenoord – Noordereiland´ van 12 juni 1986 vigerend. Het nieuwe bestemmingsplan ´Feijenoord´ is in voorbereiding. Openbare orde De horeca-inrichtingen binnen het Entrepotgebied vormen geen bedreiging voor het woon- en leefklimaat ter plaatse. De uitstraling van enkele bedrijven aan het einde van de Rosestraat laat te wensen over. Bij de herstructurering zullen de reeds gevestigde horecabedrijven worden meegenomen. De horecafunctie zal − lettend op het gevaar dat de openbare orde wordt verstoord en het woon- en leefklimaat wordt aangetast − afgestemd moeten worden op de (toekomstige) stedelijke woonfunctie. Beleid 2007 – 2011 · Ontwikkelen Entrepotgebied · Consolideren Stieltjesplein – Stieltjesstraat – Rosestraat Het Entrepotgebied biedt ontwikkelingskansen voor te vestigen horeca en voor veranderingen/verplaatsingen van bestaande horeca met uitzondering van die van de zwaarste categorie. Nachtontheffingen zijn gelet op het accent dat de woonfunctie ook in de toekomst behoudt niet toegestaan. Het aanbod van horeca dient binnen het Entrepotgebied – met name geconcentreerd binnen het Entrepotgebouw aan de Vijf Werelddelen – te blijven bestaan. Ten aanzien van de omliggende straten van de Vijf Werelddelen binnen het Entrepotgebied dient de dominante woonfunctie in ogenschouw te worden genomen. Binnen het deelgebied kop van de Rosestraat, Stieltjesplein, Stieltjesstraat en Roentgenstraat tot aan de Oranjeboomstraat dient de horecafunctie – met uitzondering van de te realiseren hotelfunctie en mogelijkerwijs een enkele uitbreiding van de eetfunctie aan de Stieltjesstraat – geconsolideerd te worden in afwachting van de toekomstige herstructurering. Onderhandelingen tussen het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam en pandeigenaren c.q. exploitanten zullen voor de slooplocaties gecontinueerd worden.
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
26
§ 4.4.2 Cluster Vuurplaat – Laan op Zuid (3.) Vuurplaat – Laan op Zuid (cluster 3)
Consolideren
Beleid 2001 – 2006 · Verminderen Vuurplaat – Laan op Zuid Het gehanteerde verminderingsbeleid is een gevolg van een tweetal structureel overlastgevende horeca-inrichtingen in het gebied. Eén horeca-inrichting is omgevormd waardoor de overlast is beëindigd. De tweede overlastsituatie is naar aanleiding van handhavingsinspanningen stop gezet. Geconcludeerd kan daarom worden dat het gevoerde beleid geslaagd is. Ligging en economisch karakter Het gebied bestaat uit de Vuurplaat en de gedeelte van de haaks op de Vuurplaat staande Laan op Zuid. Het niveau van het gebied is ‘wijk’. Het is een wijkwinkelcentrum in herontwikkeling dat deel uitmaakt van een groter plangebied waarin een groot aantal woningen wordt gebouwd. Het gebied heeft een overwegende woonfunctie met detailhandel en dienstverlening in de ‘plinten’ onder de woningen. De Laan op Zuid maakt deel uit van de Lange Lijn II en is de doorgaande route in de deelgemeente Feijenoord richting Erasmusbrug. De realisatie van Parkstad zal zorgen voor een verbinding tussen de Kop van Zuid en de Afrikaanderwijk. Allereerst zal naar verwachting in 2008 gestart worden met de bouw van woningen. Binnen het cluster zijn twee restaurants, twee cafetaria’s en één eetcafé gevestigd. Bestemmingsplan Het bestemmingsplan ‘De Kop van Zuid’ is vastgesteld op 12 september 1991. In het bestemmingsplan is in beperkte mate in horeca voorzien. Deze locaties zijn reeds ingevuld. Openbare orde Het evenwicht tussen woonfunctie, detailhandelfunctie en horecafunctie is van belang omdat juist de verhouding tussen deze functies het woon- en leefklimaat ‘na zessen’ bepaalt. Gezien het feit dat de horeca gelegen is onder woningen, dient vooral aandacht besteed te worden aan het voorkomen van (geluids)overlast. Als gevolg van vooral geluidsoverlast en een drugs gerelateerde horeca-inrichting is in het verleden de druk op de leefbaarheid van de buurt toegenomen. Deze overlastsituaties zijn inmiddels beëindigd. Beleid 2007 – 2011 · Consolideren Nachtopenstelling is gezien de woonfunctie ter plaatse absoluut ongewenst. De huidige horecainrichtingen sluiten aan op de overige functies van het gebied.
§ 4.4.3 Cluster Wilhelminapier Wilhelminapier
Ontwikkelen
Ligging en economisch karakter De Wilhelminapier is een plek met historische rijkdom en maakt onderdeel uit van het project Eat & Meet. Hier vertrokken de schepen van de Holland Amerika Lijn. Inmiddels wordt de pier alweer door luxe cruiseschepen bezocht en is de voormalig aankomsthal van de Holland Amerika Lijn ook weer als Cruiseterminal voor de cruisevaart in gebruik. Het masterplan voor de Wilhelminapier voorziet in een doordachte combinatie van karakteristieke pakhuizen in de middenstrook van de pier en luxe appartementen en moderne, goed geoutilleerde kantoorpanden langs de kades van de Nieuwe Maas en de Rijnhaven. Vanwege de strategische ligging aan de rivier – pal tegenover het huidige stadscentrum – is de Wilhelminapier met name een geschikte locatie voor functies op het gebied van zakelijke dienstverlening, gerelateerd aan Rotterdam als mainport. Het totale plan gaat uit van een woon- en werkgebied met ruime recreatieve en andere stedelijke voorzieningen. Uitbreiding van horeca is in nagenoeg alle nieuwbouwprojecten en herontwikkelingsprojecten mogelijk op de begane grond om op die manier een levendig en divers centrummilieu te creëren.
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
27
Beleid 2007 – 2011 · Ontwikkelen De Wilhelminapier heeft zich de afgelopen jaren op allerlei fronten sterk ontwikkeld. Naast onder andere Hotel New York en Café Rotterdam – die al enige jaren ‘op volle toeren’ draaien – hebben ook langs de kades langs de Nieuwe Maas talloze restaurants en cafés de deuren geopend. Ook voor de komende jaren geldt dat dit gebied wordt aangemerkt als een ontwikkelingsgebied waar uitbreiding met terrassen en (nacht)ontheffingen wordt toegestaan.1
§ 4.5 Feijenoord De wijk Feijenoord is gelegen aan de Maas en wordt verbonden met het stadscentrum door de Koninginnebrug en de Willemsbrug. De wijk heeft als bijzondere kenmerken de ligging aan de rivier, de havens (Nassauhaven en Persoonshaven), de bedrijven Unilever en Hunter Douglas, de karakteristieke Oranjeboomstraat en de bijzondere bebouwing van de Dillenburgblokken en bedrijventerrein Piekstraat e.o. Er zijn groenvoorzieningen: het Nassauhavenpark, Mallegatpark en het Rosepark (grens met Kop van Zuid). In Feijenoord wonen 8.002 inwoners. Het percentage allochtonen bedraagt 92% en is ongeveer vergelijkbaar met 2004 en hoger dan het stedelijke gemiddelde van 46%. Van alle adressen wordt 16% korter dan 2 jaar bewoond (net zoals in 2004). Stedelijk is dit 19%. Van alle woningen in Feijenoord is, ongeveer net als in 2004, 99% een huurwoning. Stedelijk is 74% van de woningvoorraad een huurwoning. De economische waarde van woningen ligt in Feijenoord met € 104.670 onder het stedelijke gemiddelde van € 139.623. Het percentage uitkeringsontvangers is 13% van de bevolking (net zoals in 2004) stedelijk is dit 7%. Ook het opleidingsniveau is lager dan gemiddeld. Van de meer dan 3.330 huishoudens is 85% allochtoon. De woningen hebben gemiddeld een hogere economische waarde dan elders in de deelgemeente. De wijkveiligheidsindex 2001 – 2006 laat een stijging zien van een 5,9 in 2001 naar een 7 in 2006. Daarmee is de wijk nog wel een ‘aandachtswijk’. Ondermeer is in 2006 het aantal aangiften van diefstal vanaf motorvoertuigen, fietsendiefstal, diefstal van overige voertuigen, overige vermogensdelicten en woningafbraak in afgenomen. Een drietal clusters worden binnen de wijk Feijenoord onderscheiden: - Roentgenstraat – Nassaukade (§ 4.5.1) - Oranjeboomstraat (§ 4.5.2) - Feijenoord Oost (§ 4.5.3)
1
Horecanota Rotterdam 2007 - 2011
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
28
§ 4.5.1 Cluster Roentgenstraat – Nassaukade (4.) Roentgenstraat – Nassaukade (cluster 4)
Consolideren Ontwikkelen volgend op planvorming
Beleid 2001 – 2006 · Consolideren In deze periode is gebleken dat horeca nauwelijks extra druk legt op het woon- en leefklimaat. Er zijn geen horeca-inrichtingen bijgekomen. In die zin is het consolidatiebeleid geslaagd. Ligging en economisch karakter Dit gebied wordt omsloten door de Nassaukade, de Roentgenstraat, de Nassaustraat (tussen de Nassaukade en de Roentgenstraat) en de Oranjeboomstraat (tussen de Nassaukade en de Roentgenstraat). Het voorzieningen niveau van de horeca is buurt/wijk. Het niveau van het gehele gebied is deelgemeentelijk. Het voormalig industrieterrein zal herontwikkeld worden. Het accent zal hierbij liggen op de woonfunctie en in mindere mate bedrijvigheid. Het binnen het cluster aanwezige horeca-aanbod zal in afwachting van de ruimtelijk-economische ontwikkeling dienen te worden geconsolideerd. Binnen het gebied zijn twee cafés en één eetcafé gevestigd. Bestemmingsplan Het bestemmingsplan ´Feijenoord – Noordereiland 2e herziening´ is vanaf 17 september 2003 van kracht. Binnen de gronden die aangewezen zijn voor ‘woondoeleinden 2’ is ruimte voor ondermeer twee horecavoorzieningen. Openbare orde Het horeca-aanbod ter plaatse vormt geen bedreiging voor het woon- en leefklimaat. Beleid 2007 – 2011 · Consolideren · Ontwikkelen volgend op planvorming Gezien het feit dat de focus van de horecafunctie ligt op het naastgelegen Entrepotgebied, wordt voor dit cluster een consolidatiebeleid toegepast. Volgend op de planvorming is het realiseren van kleinschalige horeca – ondersteunend aan de functies en overige activiteiten van het gebied – mogelijk, waarbij de toekomstige dominante woonfunctie in ogenschouw dient te worden genomen. Derhalve is een uitbreiding met een nachtontheffing niet mogelijk.
§ 4.5.2 Cluster Oranjeboomstraat (5.) Oranjeboomstraat (cluster 5)
Consolideren
Beleid 2001 – 2006 · Consolideren Er zijn geen horecalokaliteiten bijgekomen. De aanwezige horeca heeft nauwelijks overlast veroorzaakt. Het beleid is derhalve geslaagd. Ligging en economisch karakter Het gebied bestaat alleen uit de Oranjeboomstraat en is van oudsher het winkelgebied voor de wijk Feijenoord. Alle panden zijn in bezit van een woningbouwcorporatie. De ontwikkeling van de Vuurplaat / Laan op Zuid als wijkwinkelcentrum heeft de detailhandelfunctie aan de Oranjeboomstraat onder druk gezet. Er wordt ingezet om de huidige winkelfunctie in de toekomst te versterken. Het gebied heeft een sterke woonfunctie. Voorzieningen liggen onder de gestapelde woningen. Voorkomen dient te worden dat horeca zich in leegkomende winkelpanden vestigt. Binnen cluster 9 zijn drie cafetaria’s, één coffeeshop, één seksinrichting en één café gevestigd. Verder is nog een café aan de Oranjeboomstraat gevestigd dat valt binnen cluster 6 (Roentgenstraat – Nassaukade). Daarnaast is in de zijstraten van de Oranjeboomstraat horeca aanwezig.
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
29
Bestemmingsplan Het bestemmingsplan ‘Feijenoord – Noordereiland’ is door de gemeenteraad vastgesteld op 12 juni 1986. Een nieuw bestemmingsplan ´Feijenoord´ is in voorbereiding. Aan de Oranjeboomstraat wordt op dit moment geen uitbreiding van de horecafunctie voorzien. Openbare orde Door het geringe aantal horecavestigingen met een redelijke kwaliteit is er geen sprake van structurele overlast. Het gebied en de directe omgeving staat wel de komende jaren onder de aandacht naar aanleiding van het reeds gevestigde IBW-complex. Beleid 2007 – 2011 · Consolideren Het niveau van het gebied is wijk/buurt. Uitbreiding van horeca in ondermeer leegkomende winkelpanden dient tegengegaan te worden. Het huidige aantal is het maximum. Kwaliteitsverbetering zal nagestreefd worden. Nachtontheffingen zijn gelet op de belangrijke woonfunctie niet toegestaan.
§ 4.5.3 Cluster Feijenoord Oost (6.) Feijenoord Oost (cluster 6)
Consolideren Ontwikkelen Feijenoordkade (Dillenburgkop) Ontwikkelen zuidwestzijde Piekstraat, ten zuiden van Spiekmanstraat volgend op planvorming
Beleid 2001 – 2006 · Consolideren De horecafunctie heeft zich in de periode 2001 – 2006 niet uitgebreid. Structurele horecagerelateerde overlastsituaties zijn niet bekend. Het gevoerde consolidatiebeleid is derhalve geslaagd. Ligging en economisch karakter Het gebied wordt omsloten door de Spiekmanstraat, de Feijenoordkade en de NijverheidsstraatPiekstraat en is een menggebied van wonen en werken. Het niveau van het gebied is wijk/buurt. Op de kruising van de Nijverheidsstraat met de Jalonstraat zal naar verwachting binnen vier tot vijf jaar woningbouw worden gerealiseerd, die de woonfunctie binnen het gebied zal versterken. De Piekstraat wordt ontwikkeld als een gebied met kleinschalige bedrijvigheid in de vrijgekomen industriële gebouwen. Aan de zuidwestzijde van de Piekstraat en een deel van de Persoonsdam zal volgend op planvorming naar verwachting in de periode 2008 – 2014 een ontwikkeling van de ontmoetingsfunctie plaatsvinden, ondermeer ten behoeve van grootschalige evenementen. Er is één horecavestiging die ondersteunend is aan een skate-hal en één restaurant gevestigd. Indien blijkt dat er behoefte is aan een exploitatievorm waarbij de horecafunctie ondersteunend is (zoals een party-/zalencentrum of een kinderparadijs, dan is vestiging binnen het gebied ten zuiden van de Spiekmanstraat bespreekbaar. Aan de Feijenoordkade worden oude woningen gerenoveerd. Hier kan in de toekomst volgend op planvorming een horecavestiging gevestigd worden, waarbij de nadruk dient te liggen op het voorkomen van aantasting van het woon- en leefklimaat. Bestemmingsplan Het bestemmingsplan ´Feijenoord – Noordereiland´ is vigerend (vastgesteld op 12 juni 1986). Een nieuw bestemmingsplan ´Feijenoord´ is in voorbereiding. Openbare orde Ter plaatse is geen sprake van horecagerelateerde overlast. Beleid 2007 – 2011 · Consolideren · Ontwikkelen Feijenoordkade (Dillenburgkop) · Ontwikkelen zuidwestzijde Piekstraat, ten zuiden van Spiekmanstraat volgend op planvorming Voor het gebied geldt in grote mate een consolidatiebeleid. Een ontwikkeling van de horecafunctie wordt ondermeer door bewoners gewenst aan de kop van de Feijenoordkade (Dillenburgkop). Hierbij zal de nadruk liggen op de eetfunctie om aantasting op het woon- en leefklimaat zoveel mogelijk uit te
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
30
sluiten. Aan de zuidwestzijde van de Piekstraat en een deel van de Persoonsdam zal naar alle waarschijnlijkheid in de periode 2008 – 2014 een ontwikkeling van de ontmoetingsfunctie gaan plaatsvinden, onder andere ten behoeve van grootschalige evenementen. Daarnaast zal binnen het gebied ten zuiden van de Spiekmanstraat vanuit het consolidatiebeleid getoetst worden of een ontwikkeling van een exploitatievorm – waarbij de horecafunctie ondersteunend is – realiseerbaar is. Gedacht kan hierbij worden aan een (al dan niet tijdelijk) multifunctioneel party-/zalencentrum of een kinderparadijs. Wel dienen hier goede afspraken aan ten grondslag te liggen ten aanzien van de mogelijke verkeers- en parkeerdruk in de directe omgeving.
§ 4.6 Katendrecht Na een periode van stagnatie zijn het afgelopen jaar belangrijke successen geboekt in de ruimtelijke ontwikkeling van Katendrecht. In Katendrecht wonen 4.134 inwoners (per 1 januari 2006). Het percentage allochtonen bedraagt 63%, het stedelijke gemiddelde ligt op 46%. Binnen deze 63% zijn de Surinamers (12,2%) en Antilianen (11%) de grootste groep. Van alle adressen wordt 20% korter dan 2 jaar bewoond (21% in 2004). Stedelijk is dit 19%. Het percentage vertrek uit de buurt ligt op 9% (in 2004 was dit 8%) en stedelijk is dit 7%. Van alle woningen in Katendrecht is 90% een huurwoning (93% in 2004). Stedelijk is 74% van de woningvoorraad een huurwoning. De wijkveiligheidsindex kende Katendrecht in 2001 het cijfer 3,8 toe en de wijk was daarmee een onveilige wijk. Sindsdien is de index jaarlijks gestegen tot een 6,3 in 2005, waarna in 2006 een daling naar 5,7 heeft plaatsgevonden. De wijk heeft in 2006 in een relatief korte periode te maken gehad met een aantal kort op elkaar volgende straatroven. Een deel van de wijk is actiegebied als het gaat om de aanpak van Antillianenproblematiek. Om een stijgende lijn in het woon- en leefklimaat van Katendrecht als geheel te bewerkstellingen, dient blijvend extra aandacht te worden besteed aan de sociale problematiek in bestaand Katendrecht. In samenwerking tussen wijkpartijen, gemeentelijke diensten en instellingen zullen bestaande buurtproblemen zoals jongerenoverlast en vandalisme worden aangepakt en zal tegelijkertijd gewerkt worden aan het vergroten van de betrokkenheid van zowel oude als nieuwe bewoners bij hun wijk. Katendrecht maakt onderdeel uit van het project Eat & Meet. Voor Katendrecht zijn een drietal clusters beschreven, te weten: - Deliplein e.o. (§ 4.6.1) - Bestemmingsplan Katendrecht Zuid (§ 4.6.2) - Pols Katendrecht (§ 4.6.3)
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
31
§ 4.6.1 Cluster Deliplein e.o. (7.) Deliplein e.o. (cluster 7)
Ontwikkelen
Beleid 2001 – 2006 · Verminderen Het gevoerde verminderingsbeleid is geslaagd, aangezien het totaalaanbod is teruggebracht naar de gewenste drie tot vijf. Overlastsituaties zijn hierdoor beëindigd. Ligging en economisch karakter Het gebied bestaat als centrumdeel van Katendrecht uit de Veerlaan, de Delistraat, de Sumatraweg en de Tolhuisstraat met huisnummer 2. Het niveau van het gebied is wijk/buurt. In 1995 waren in het gebied nog achttien cafés, vier café-restaurants, twee grill- shoarmazaken en één automatenhal gevestigd. Inmiddels is dit aantal teruggelopen tot drie: aan de Sumatraweg is één café gehuisvest en aan de Veerlaan zijn één afhaalbedrijf en één café (op de kruising met de Brede Hilledijk) gelegen. De horeca-inrichtingen zijn gelegen in een plint onder woningen. De automatenhal is verplaatst van de Sumatraweg naar de Brede Hilledijk 125. De tijdelijke exploitatie door de kunstenaarsvereniging Stichting DSPS aan de Delistraat is verplaatst naar de Tolhuisstraat. Met de woningbouwcorporatie De Nieuwe Unie zijn gebiedsafspraken gemaakt om de oude kern van Katendrecht grondig te herstructureren. Zo vindt er sloop en nieuwbouw plaats en wordt de buitenruimte grondig aangepakt. De bedrijfsruimten rond het Deliplein zijn in handen van de gemeente. Er wordt vanuit de (deel)gemeentelijke visie ingezet om hier de winkel- en horecafunctie te versterken, mede in het verlengde van de Eat & Meet gedachte. Aan de noordkant van het Deliplein liggen de Fenixloodsen. Fenix I (oost) komt naar verwachting in 2009 in handen van de gemeente en Fenix II (west) in 2012. Op dit moment wordt gewerkt aan planvorming om binnen de loodsen en het bijbehorende kantinegebouw een theater- en horecafunctie mogelijk te maken. Dit is echter nog zeer prematuur. De aankoop van de loodsen brengt tevens de realisering van een oeververbinding tussen de Wilhelminapier en het Deliplein dichterbij, aangezien beide aanlandingspunten in handen van de gemeente komen. Het is de bedoeling dat het Deliplein een voorziening gaat worden waar bewoners van de Wilhelminapier gebruik van gaan maken. Bestemmingsplan Het vigerend bestemmingsplan ‘Katendrecht Vuist’ dateert uit 1980. Het nieuwe bestemmingsplan “Katendrecht Kern” is nu in de fase van ontwerp-bestemmingsplan en zal naar verwachting eind 2007 van kracht zijn. Binnen de bestemming ‘gemengde bebouwing II’ is een horecaontwikkeling meegenomen: horeca met een bedrijfsvloeroppervlakte van maximaal 65 procent van de begane grond voor het gebied aan het Deliplein met de navolgende adressen: Tolhuisstraat 2, Veerlaan 60 t/m 70 (even), Sumatraweg 1 t/m 19 (oneven) en Delistraat 2 t/m 52. Openbare orde Het café met nachtontheffing aan de Sumatraweg zorgde structureel voor overlast in de directe omgeving. Deze overlast bestaat uit geweldsincidenten, wildplassen, alcoholgebruik buiten de inrichting, geluidsoverlast door harde muziek vanuit de inrichting en door luidruchtige bezoekers, het komen en gaan van motorvoertuigen en het slaan met portieren en het stukgooien van glaswerk op straat. Deze overlastsituaties zijn beëindigd, aangezien het huurcontract tussen exploitant en pandeigenaar is beëindigd. Verder ervaren bewoners overlast van blowende jongeren aan de Sumatraweg/hoek Brede Hilledijk. Beleid 2007 – 2011 · Ontwikkelen Nu de overconcentratie van horeca-inrichtingen met een slechte uitstraling is teruggedrongen en de panden in eigendom zijn van de gemeente, kan er gewerkt worden aan een nieuwe invulling volgend op het bestemmingsplan “Katendrecht Kern”. Gezien de dominante woonfunctie van het gebied, dient het (te vestigen) horeca-aanbod voornamelijk gericht te zijn op de eetfunctie. Het project Eat & Meet richt zich hierbij voornamelijk op de eet- en ontmoetingsfunctie. Om dit te realiseren zal in samenwerking met het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam tot een invulling worden gekomen. Gezien de structurele overlast die ervaren werd door bewoners in de directe omgeving van het café met
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
32
nachtontheffing wordt naar de toekomst toe ingezet om deze nachtopenstelling te beëindigen. Derhalve is verdere vergunning van nachtontheffingen niet toegestaan.
§ 4.6.2 Clusters bestemmingsplan Katendrecht Zuid (8.) Clusters bestemmingsplan Katendrecht Zuid (cluster 8)
Ontwikkelen (havenkwartier: 500 m2 horecaoppervlak en rivierkwartier) Consolideren (laankwartier en parkkwartier)
Beleid 2001 – 2006 · Ontwikkelen 3e Katendrechtse Hoofd, Voorzieningencluster en binnenvaartcentrum Het ontwikkelingsbeleid is niet van de grond gekomen, aangezien fysieke ingrepen waren vertraagd. Van overlast is verder geen sprake geweest. Ligging en economisch karakter Met het vertrek van de havenbedrijvigheid uit Katendrecht en daarmee de verplaatsing van bedrijven, is onbebouwde ruimte vrijgekomen die als Vinex-locatie is aangewezen. Aan de zuidzijde van het schiereiland zal aan de Maashaven N.z. nieuwbouw plaatsvinden. Gefaseerd zullen er op termijn circa 1000 woningen worden gerealiseerd. Het niveau van het gebied is wijk. Anderzijds zijn er steeds meer stedelijke accenten zichtbaar. Dit zal op termijn versterkt worden vanuit het ontwikkelingsproject Eat & Meet, waar het schip De Rotterdam een belangrijk onderdeel van uitmaakt. Het schip zal naar verwachting op 31 maart 2008 haar deuren openen voor publiek. Op dit moment zijn er geen horeca-inrichtingen binnen het cluster gehuisvest. Bestemmingsplan Vigerend is het bestemmingsplan ’Katendrecht Vuist’. Belangrijk is het nieuwe bestemmingsplan “Katendrecht Zuid” dat zich op dit moment in de voorontwerpfase bevindt en naar verwachting begin 2008 van kracht zal zijn. Dit bestemmingsplangebied bestaat uit vier deelgebieden, te weten het rivierkwartier (8a), het parkkwartier (8b), het havenkwartier (8c) en het laankwartier (8d). Binnen het rivierkwartier (3e Katendrechtse Hoofd) wordt rekening gehouden met de komst van het schip De Rotterdam. In het havenkwartier is de horecafunctie begroot voor 500 m2 binnen de aanduiding ‘Gemengde bebouwing II’. Openbare orde Van overlast is in dit cluster geen sprake. Beleid 2007 – 2011 · Ontwikkelen havenkwartier en rivierkwartier · Consolideren laankwartier en parkkwartier Op dit moment zijn er geen horeca-inrichtingen binnen het cluster gehuisvest. Een grote geplande ontwikkeling binnen het rivierkwartier is de (tijdelijke) komst van het schip De Rotterdam. De Rotterdam krijgt gedeeltelijk een invulling met horeca, zoals ondermeer een café/bar-, restaurant-, congres- en hotelfunctie. Tevens worden er twee entreegebouwen en een horecapaviljoen gerealiseerd. Binnen het havenkwartier wordt in het bestemmingsplan “Katendrecht Zuid” horeca voorzien met een maximale totaaloppervlakte van 500 m2. Aandacht bij vestiging moet worden besteed aan de aard van het aanbod van de horeca, ter voorkoming van aantasting van het woon- en leefklimaat. Horecainrichtingen die zich voornamelijk op de eetfunctie richten en/of gericht zijn op activiteiten en functies in de nabije omgeving liggen hierbij voor de hand. Binnen het laan- en parkkwartier wordt geen ontwikkeling van de horecafunctie voorzien. Derhalve geldt hier een consolidatiebeleid. Slechts indien er sprake zal zijn van een zodanige ruimtelijke situering van de horeca aan de kop van het rivierkwartier, dat de kans op het optreden van overlast vrijwel is uitgesloten, zal het aanbod het niveau van de wijk mogen ontstijgen en gericht kunnen zijn op een deelgemeentelijk c.q. stedelijk voorzieningsniveau. Slechts in dat geval is nachtopenstelling onder strikte condities bespreekbaar.
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
33
§ 4.6.3 Cluster Pols Katendrecht (9.) Pols Katendrecht (cluster 9)
Ontwikkelen volgend op planvorming
Beleid 2001 – 2006 · Verminderen driehoek Wigstraat – Hillelaan (westzijde) – Brede Hilledijk · Ontwikkelen overig gedeelte Het verminderingsbeleid is volledig geslaagd. Gevestigde horeca-exploitaties zijn beëindigd ten behoeve van fysieke ontwikkelingen. Het ontwikkelingsbeleid is nog niet tot uiting gebracht, aangezien het ECC nog niet is gerealiseerd. Van horecaoverlast is in het gebied geen sprake meer. Ligging en economisch karakter Het niveau van het gebied is wijk met stedelijke accenten. Het gebied wordt begrensd door de Hillelaan (westzijde) die zijde daaronder begrepen, Maashaven Z.z, Rijnhaven, Silostraat en Rijnhavenstraat. In dit gebied liggen verder nog een deel van de Brede Hilledijk, de Bananenstraat en de Wigstraat. De grens met het deelgebied “Clusters bestemmingsplan Katendrecht Zuid” wordt gevormd door de Maashaven N.z. De horeca-inrichtingen gelegen binnen het oostelijke gedeelte van het gebied – begrensd door de Hillelaan, Wigstraat en de Brede Hilledijk (het Wigblok) – zijn inmiddels gesaneerd volgend op planvorming. Aan de Hillelaan is één koffie-/theehuis en aan de Rijnhaven Z.z. één ontmoetingscentrum gevestigd. De speelautomatenhal is verplaatst van de Sumatraweg naar de Brede Hilledijk 125. Aan de westzijde van de Hillelaan is in juni 2007 een restaurant geopend. Het Polsgebied – de entree van Katendrecht – is bestemd om uit te groeien tot een hoogwaardig gemengd woon-, werk- en recreatiegebied en maakt onderdeel uit van het project Eat & Meet. Het gebied krijgt een stedelijke uitstraling door de hoge dichtheid van de bebouwing, de vestiging van allerlei voorzieningen en bedrijven in de plinten van de gebouwen en de inrichting van de openbare ruimte. Op de noordzijde van de Pols wordt het European Chinese Centre (ECC) gevestigd. Naar verwachting start in 2008 de bouw. Het ECC biedt tweezijdige kansen voor Rotterdam en China. Het wordt een landmark die de positie van Rotterdam als het Chinese centrum van Europa markeert. In overleg met de gemeente Rotterdam is de Pols op Katendrecht aangewezen als meest geschikte locatie omdat in de wijk van oudsher een Chinese gemeenschap gevestigd is. Het ECC staat voor een moderne, multifunctionele ontwikkeling aan de Rijnhaven. Het concept omvat kantoren, bedrijfsruimten en showrooms, woningen, winkels, horeca, cultuur, recreatie, onderwijs en cultuur: bijna 100.000 m2 aan gemengde functies. De precieze invulling is mede afhankelijk van de plannen en ideeën van Chinese investeerders. Bestemmingsplan Het bestemmingsplan ‘Katendrecht Pols’ is vanaf 2004 van kracht. Binnen het bestemmingsplan worden vier gebieden bestemd voor ‘Gemengde doeleinden’, waarbij een maximum oppervlakte voor horeca is bepaald: - Gemengde doeleinden I: max. 1000 m2 - Gemengde doeleinden II: max. 1500 m2 - Gemengde doeleinden III: max. 5000 m2 - Gemengde doeleinden IV: max 500 m2 Openbare orde Het gehanteerde verminderingsbeleid in de periode 2001-2006 heeft zijn uitwerking gehad. De structurele overlast op straat en de aantasting van het woon- en leefklimaat is sterk verminderd door de saneringen en sloopwerkzaamheden in het gebied. Beleid 2007 – 2011 · Ontwikkelen volgend op planvorming Volgend op planvorming kan binnen het bestemmingsplan “Katendrecht Pols” de horecafunctie ontwikkeld worden in het verlengde van de Eat & Meet gedachte. Indien economisch en ruimtelijk haalbaar kan er een multifunctionele duurzame party-/zalencentrum ontwikkeld worden. De maximaal toegestane bedrijfsvloeroppervlakte wordt per gebied (‘Gemengde doeleinden I t/m IV’) in ogenschouw genomen. Bij vestiging dient de kans op aantasting van het woon- en leefklimaat ter plaatse zoveel mogelijk te worden uitgesloten. De gebieden die buiten de ‘Gemengde doeleinden I t/m IV’ vallen, zullen niet in het teken van horecaontwikkeling staan gezien de toekomstige woonfunctie.
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
34
§ 4.7 Afrikaanderwijk De Afrikaanderwijk is een economisch minder welvarende wijk. De woningvoorraad bestaat voornamelijk uit corporatiebezit en woningen hebben gemiddeld een lagere economische waarde in vergelijking met het Rotterdams gemiddelde. De werkloosheid is hoog en het gemiddelde inkomen laag. Er wonen veel etnische minderheden en jongeren. De Afrikaanderwijk is een van de kleurrijkste wijken van Rotterdam. Vooral op marktdagen is goed te zien dat er veel verschillende culturen samen komen. De wijk is een gebied met ambities en kansen. Door de komst van meer stedelijke voorzieningen en betere verbindingen, kan de Afrikaanderwijk uitgroeien tot een centrumwijk. De ontwikkeling van de Pols van Katendrecht, de opwaardering van het Afrikaanderpark, de markt als trekker, het bebouwen van de Maashaven met het deelgemeente kantoor, de ontwikkeling van Parkstad (aan de oostkant) en de eventuele derde stadsbrug bieden talloze aanknopingspunten voor de realisering van een kleurrijke bruisende stadswijk op Zuid. Er wordt gewerkt aan een verbetering van het economisch functioneren en de uitstraling van de wijk, middels de aanpak Pact op Zuid, het project Eat & Meet, Feijenoord Zet Door, het opknappen van de gevels in het winkelgedeelte van de Pretorialaan, het functioneren van de Afrikaandermarkt en aan evenementen in en om het park. Dit alles komt tot ontwikkeling door onder andere de ondersteuning van het project ‘het gebeurt in Feijenoord’ en de ‘Economische Kansenzone’. In 2001 liet de wijkveiligheidsindex het cijfer 4,4 zien. Sindsdien is het cijfer jaarlijks gestegen tot een 5,6 in 2006. Desondanks staat de Afrikaanderwijk nog als een bedreigde wijk aangemerkt. Voor de Afrikaanderwijk is één cluster beschreven dat tevens onderdeel uitmaakt van het project Eat & Meet, namelijk ‘Afrikaanderplein / Winkeldriehoek / Maashaven O.z.’. Voor de uitwerking van de lange lijn I ‘Putselaan’ wordt verwezen naar § 4.11.1.
§ 4.7.1 Cluster Afrikaanderplein / Winkeldriehoek / Maashaven O.z. (10.) Afrikaanderplein / Winkeldriehoek / Maashaven O.z. (cluster 10)
Ontwikkelen eet- en ontmoetingsfunctie Verminderen c.q. omvormen alcoholfunctie Beperkt ontwikkelen terrassen Paul Krugerstraat 45 – 101
Beleid 2001 – 2006 · Ontwikkelen in het kader van Eetwijk · Verminderen – deels ontwikkelen plangebieden
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
35
Het gehanteerde beleid is gedeeltelijk geslaagd. Binnen de plangebieden is deels ontwikkeld, echter heeft het verminderingsbeleid niet geleid tot een afname van horecagelegenheden. Het Eetwijkbeleid – dat eind 2005 van kracht is geworden – heeft zorg gedragen voor de vestiging van enkele restaurants. Ligging en economisch karakter Cluster 10 is gelegen in de Afrikaanderwijk. De Afrikaanderwijk ligt op de linkeroever van de Maas, ten zuiden van het oorspronkelijke centrum van Rotterdam. De Erasmusbrug vormt de verbinding met het centrum en loopt door in de Hillelaan en Maashaven O.z., die tevens de westelijke begrenzing van de wijk vormen. De oostgrens wordt gevormd door een spoorwegemplacement dat op termijn zal verdwijnen. De nieuwe oostgrens zal dan de Laan op Zuid worden. De zuidelijke begrenzing wordt gevormd door de Putselaan. Langs de hoofdverkeersassen zijn van oudsher voorzieningen geconcentreerd. De overige voorzieningen (vooral winkels en de markt) zijn vooral geconcentreerd langs het assenkruis dat door de wijk loopt; de Pretorialaan en Paul Krugerstraat. De nu aanwezige horeca is ook vooral geconcentreerd langs de hoofdinfrastructuur en wijkassen. Het cluster omvat de winkelconcentratie Paul Krugerstraat/Pretorialaan, de grote warenmarkt op het Afrikaanderplein, het Afrikaanderplein, de Maashaven O.z., de Hillelaan (oostzijde) en de Putselaan 131 en 133. Het cluster wordt uitgebreid met de Bloemfonteinstraat, aangezien hier horecamogelijkheden in het kader van het project Eat & Meet worden geboden. De twee blokken omsloten door de Bloemfonteinstraat, Joubertstraat, Brede Hilledijk en Bothastraat zijn onderwerp van herstructurering en worden door nieuwbouw vervangen. Het horeca-aanbod ter plaatse is aanzienlijk, zelfs na sanering van de horeca aan de Maashaven O.z. wegens sloop. In het gebied zijn twintig cafés, vijf cafetaria’s, twee seksinrichtingen, drie restaurants, één coffeeshop en één ijssalon gevestigd. Eén café aan de Pretorialaan heeft een nachtontheffing. Aan de westzijde van de Hillelaan (cluster 9) is in juni 2007 een restaurant geopend. Hoewel ter plaatse van een dagmarkt een verhoogd aantal horeca-inrichtingen in economische zin op zijn plaats lijkt, is het huidige aantal horeca-inrichtingen toch onverklaarbaar hoog. Opvallend is dat hierbij de inrichtingen met een alcoholfunctie sterk zijn vertegenwoordigd, in tegenstelling tot instellingen met een eetfunctie. De kwaliteit van de horeca laat over het algemeen te wensen over en richt zich vooral op avond- en nachtpubliek. Het project Eat & Meet biedt uitbreidingsmogelijkheden voor horeca in de daartoe aangewezen straten (en het Afrikaanderplein), waarbij de nadruk op de eet- en ontmoetingsfunctie ligt om tot een betere balans in het horeca-aanbod te komen. Bij deze vormen van horeca ligt het in de verwachting dat de openbare orde en veiligheid en het woon- en leefklimaat niet zal worden aangetast. Initiatieven zullen door de deelgemeente en het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam worden getoetst op kwaliteit. Kwaliteitseisen zijn – in het verlengde van het afgesloten convenant tussen Vestia en de deelgemeente Feijenoord – gewaarborgd in het huurcontract. Mochten particuliere pandeigenaren in aanmerking willen komen voor het project, dan zal dit convenant eveneens afgesloten dienen te worden. De aangewezen straten ten behoeve van het ontwikkelingsproject Eat & Meet zijn: de Pretorialaan, Paul Krugerstraat, Afrikaanderplein, Bloemfonteinstraat, Maashaven O.z. en de oostzijde van de Hillelaan. De verwachting bestaat om in de toekomst tevens Parkstad onderdeel uit te laten maken van het project. Bestemmingsplan Van kracht is het bestemmingsplan ‘Afrikaanderwijk’, eerste herziening oktober 1997, vastgesteld op 5 maart 1998. In dit bestemmingsplan wordt ruimte voor horecavestigingen gereserveerd aan de Maashaven O.z. (maximaal 3 vestigingen met een maximaal gezamenlijk bebouwd vloeroppervlak van 400 m2), de Paul Krugerstraat (maximaal 200 m2 tussen de Schalk Burgerstraat en de Bloemfonteinstraat) en de Hillekop (begrensd door de Korte Hillestraat, Brede Hilledijk, de Hillestraat en de Hillelaan, maximaal 200 m2 aan de Hillelaan en Brede Hilledijk nabij de Hillelaan). De plannen tot verbetering van het gebied, waaronder het bestemmingsplan, behelzen onder meer het bouwen van 700 woningen. Buiten de aangegeven plangebieden is het Afrikaanderplein rond het Afrikaanderpark heringericht.
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
36
Plangebieden - Maashaven O.z. Maximaal drie horeca-inrichtingen, totaal 400 m2. - Hillekop aan de Hillelaan/Brede Hilledijk Maximaal twee horeca-inrichtingen, totaal 200 m2. - Paul Krugerstraat tussen Bloemfonteinstraat en Schalk Burgerstraat Maximaal twee horeca-inrichtingen, totaal 200 m2. In deze plangebieden zal ingezet worden om ‘eethoreca’ zoals restaurants te vestigen. Als er – in het kader van het project – horeca gevestigd wordt op een andere plek dan aangegeven in het bestemmingsplan Afrikaanderwijk, zal dit met een artikel 19 (lid 1, 2, of 3) WRO procedure moeten worden bewerkstelligd. Openbare orde Blijkens gegevens van de politie is de overlast en criminaliteit die te relateren is aan de aanwezigheid van horeca afgenomen in vergelijking met het geschetste beeld in de horecaontwikkelingsvisie 20012006. Zo zijn vecht- en schietpartijen op straat niet meer veel voorkomend. Bij de overlast – veroorzaakt door de horeca (vnl. geluidsoverlast aan de Hillelaan) en horecabezoekers – kan enigszins een relatie worden gelegd met de (flink) vertegenwoordigde alcoholfunctie binnen het gebied, vooral aan de Pretorialaan, Paul Krugerstraat en Hillelaan. Met name in de zomermaanden is er sprake van rondhangende groepen jeugdigen en volwassenen waarbij de straathandel in verdovende middelen een rol speelt. In de avond- en nachtelijke uren bepaalt de horecafunctie het gezicht van het gebied. Beleid 2007 – 2011 · Ontwikkelen eet- en ontmoetingsfunctie · Verminderen c.q. omvormen alcoholfunctie · Ontwikkelen overterrassen Paul Krugerstraat 45 – 101 In het kader van het project Eat & Meet worden in het gebied uitbreidings- (bijvoorbeeld terrassen) c.q. vestigingsmogelijkheden geboden aan die horeca-inrichtingen die voldoen aan de ruimtelijke uitgangspunten en kwalitatieve criteria. Bij deze vormen van horeca die gericht zijn op de eet- en ontmoetingsfunctie ligt het in de verwachting dat de openbare orde en veiligheid en het woon- en leefklimaat niet zal worden aangetast. Ook ligt het ontwikkelen van een horecagelegenheid (volgend op planvorming) in het Afrikaanderpark binnen de mogelijkheden. Voor de horecagelegenheden met een dominante alcoholfunctie – die niet in aanmerking komen voor uitbreidings- c.q. vestigingsmogelijkheden in het kader van het project – blijft het verminderingsbeleid in stand. Verplaatsing naar de plangebieden met duidelijke kwaliteitsverbeteringen zijn in beperkte mate bespreekbaar. Inzet hierbij is dat dan eerst verplaatsing van bestaande bedrijven vanuit de Pretorialaan en de Paul Krugerstraat overwogen moet worden. Aan de Paul Krugerstraat 45 – 101 (de blokken aan de overzijde van het marktterrein) kan de terrasfunctie ontwikkeld worden. Gezien de ruimtelijke mogelijkheden die het straatdeel biedt, liggen overterrassen hierbij voor de hand.
§ 4.8 Bloemhof De wijk Bloemhof ligt centraal in de deelgemeente Feijenoord. De grenswegen zijn drukke doorgaande wegen met voorzieningen, waarbij de Strevelsweg en Dordtselaan Hotspotgebieden zijn en de Groene Hilledijk (onderdeel Boulevard-Zuid) een aandachtsgebied. De bevolkingssamenstelling in de verschillende buurten van Bloemhof is zeer verschillend. In de Oleanderbuurt wonen relatief gezien veel allochtonen, terwijl in Bloemhof-Zuid relatief gezien meer autochtonen wonen. De twee helften worden gescheiden door de singel Lange Hilleweg. Deze straat met singel wordt nu opgeknapt. De uitvoering van het inrichtingsplan wordt voorjaar 2007 opgeleverd. Op verzoek van bewoners en ondernemers is ook het Edahplein opgeknapt. In Bloemhof woonden op 1 januari 2005 13.755 inwoners. De dalende trend zet door. Het percentage allochtonen bedraagt 70% en is ongeveer vergelijkbaar met 2004 en hoger dan het stedelijke gemiddelde van 46%. Het percentage vertrek uit de buurt ligt op 12% (in 2004 was dit 11%) en stedelijk is dit 7%. Van alle woningen in Bloemhof is 85% een huurwoning (87% in 2004). Stedelijk is 74% van de woningvoorraad een huurwoning. De economische waarde van woningen ligt in Bloemhof met € 93.731 onder het stedelijke gemiddelde van € 139.623. Het percentage uitkeringsontvangers is 12% van de bevolking (net zoals in 2004), stedelijk is dit 7%.
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
37
De wijkveiligheidsindex is van een 4,1 in 2001 gestegen naar een 5,5 in 2006. Bloemhof is daarmee nog wel een bedreigde wijk, maar laat een hogere score ten opzichte van 2005 zien in vrijwel alle elementen. Voor Bloemhof staan een drietal clusters beschreven, die aan de hand van de volgende wijkkaart worden uitgewerkt: - Putsebocht / Dordtselaan (§ 4.8.1) - Oleanderbuurt (§ 4.8.2) - Lange Hilleweg (§ 4.8.3)
§ 4.8.1 Cluster Putsebocht / Dordtselaan (11.) Putsebocht / Dordtselaan (cluster 11)
Consolideren Dordtselaan Consolideren Verhageplein Verminderen Putsebocht
Beleid 2001 – 2006 · Consolideren Dordtselaan 154 – 166 · Verminderen rest Dordtselaan · Beperkt ontwikkelen Putsebocht Aan de Dordtselaan is in de periode 2001 – 2006 geen uitbreiding van de horeca gerealiseerd, maar ook geen vermindering. Aan de Putsebocht is het beperkt ontwikkelen ingevuld door de vestiging van één horecalokaliteit. Structurele overlastsituaties zijn niet bekend. Het horecabeleid is daarom deels geslaagd. Beleid Dordtselaan Charlois 2001 – 2006 · Verminderen Aan de Dordtselaan is een groot aantal illegale logementen aanwezig. Een aantal horecagelegenheden is overlastgevend. Het woon- en leefklimaat staat zeer onder druk en de woonfunctie dient derhalve hersteld te worden. Over enige jaren is volgend op ruimtelijke ontwikkelingen (sloop, nieuwbouw) uitbreiding van de horecafunctie weer denkbaar. Dit echter alleen als het woon- en leefklimaat substantieel verbeterd is.
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
38
Ligging en economisch karakter Het gebied bestaat uit de Putsebocht en de Dordtselaan en omvat een klein buurtwinkelcentrum rond de kruising van beide wegen (het ‘Verhageplein’). De kwaliteit en de uitstraling van de horeca aan de Putsebocht en aan de Feijenoordzijde van de Dordtselaan laat sterk te wensen over. Aan de Charloiszijde is één goed restaurant gevestigd en wordt de komst van een tweede restaurant voorbereid. Ook het noordelijker gelegen Arthotel en de onderliggende horeca geven een positieve uitstraling aan het gebied. Aan de Feijenoordzijde van de Dordtselaan zijn gevestigd twee koffie-/theehuizen, één café/bar, één cafetaria, één afhaalbedrijf, één eetcafé en één sekswinkel. De horeca is geconcentreerd rond het Verhagepleintje en de noordoostelijke kop. Hier bevindt zich ook een grote avondwinkel. Aan de Putsebocht zijn gehuisvest drie cafetaria’s, twee ontmoetingscentra, één koffie-/theehuis en één sekswinkel. Bestemmingsplan Van kracht is de leefmilieuverordening ‘Bloemhof’, vastgesteld op 27 februari 1992. Een nieuw bestemmingsplan ‘Bloemhof’ is in procedure, waar niet in uitbreiding van horeca wordt voorzien. Openbare orde De Dordtselaan is in de afgelopen jaren benaderd als hotspot, hetgeen onder meer betekent dat veel aandacht is uitgegaan naar de veiligheid en dat de kwaliteit en uitstraling van de woningen is verbeterd. De fysieke aanpak van de hotspot Dordtselaan nadert zijn einde: eind 2007 zullen de laatste gerenoveerde blokken worden opgeleverd. De eigendomsverhoudingen, de hoge mate van leegstand en het illegaal gebruik van woningen blijven zorgwekkend. De Dordtselaan zal dan ook bijzondere aandacht van de Interventieteams krijgen. Door de gevelreiniging en de aanpak van de middenberm heeft de laan weer de chique uitstraling van voorheen gekregen. Thans wordt – op verzoek van de deelraad – gewerkt aan een verlichtingsplan. De deelgemeente Charlois is voornemens om cameratoezicht in het gebied in te voeren. Het huidige College heeft ook de Putsebocht de status van hotspot gegeven. Hierbij wordt een grote rol gegeven aan de corporaties die hun eigen eigendom zullen verbeteren, maar ook woningen zullen verwerven. Daarnaast komen subsidies beschikbaar voor particuliere woningverbetering. Zowel de kwaliteit als het gebruik van woningen aan de Putsebocht laten te wensen over. De straat heeft een sombere en rommelige uitstraling, waardoor ook de buitenruimte en de verlichting aandacht krijgen. Beleid 2007 - 2011 · Consolideren Dordtselaan · Consolideren Verhageplein · Verminderen Putsebocht Aan de Dordtselaan is consolidatie en gelijktijdige kwaliteitsverbetering – met speciale aandacht voor de fysieke uitstraling – wenselijk. Hierbij kan omvorming als instrument toegepast worden om een reeds bestaande inrichting te transformeren naar een meer op eten gerichte horecalokaliteit. De Putsebocht is een straat met een zeer dominante woonfunctie, die zich niet leent voor intensieve horecafuncties. De horeca-inrichtingen moeten zoveel mogelijk worden geconcentreerd op het Verhagepleintje (Putsebocht 124-136 en 193-203). De beleidslijn is daarom hier ‘verminderen’ met daarnaast aandacht voor verbetering van de uitstraling. Voor het Verhagepleintje geldt een consolidatiebeleid, waarbij verplaatsingen van de Putsebocht naar het plein zijn toegestaan.
§ 4.8.2 Cluster Hart van Oleander (12.) Hart van Oleander ( cluster 12)
Verminderen
Beleid 2001 – 2006 · Verminderen Binnen het gebied is regelmatig horecagerelateerde overlast kenbaar gemaakt door bewoners. Aangezien de exploitatie van één structureel overlastgevend café is beëindigd, is het beleid in deze periode geslaagd te noemen. Ligging en economisch karakter Het gebied bestaat uit de St. Andriesstraat, de Marentakstraat, de Abcoudestraat en de Oleanderstraat en -plein. Het is een gebied met een overwegende woonfunctie, waar tevens winkels
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
39
en horeca onder de woningen zijn gevestigd. Binnen het cluster zijn twee cafés, één coffeeshop, één sportaccommodatie en één ontmoetingscentrum aanwezig. Bestemmingsplan Het bestemmingsplan ‘Hart van Oleander’ is voor dit cluster vigerend en is vastgesteld op 17 december 1992. Een nieuw bestemmingsplan ‘Bloemhof’ is in procedure, waar niet in uitbreiding van horeca wordt voorzien. Op het pand aan de Oleanderstraat 32 rust een horecabestemming. Openbare orde De functie van de horeca in dit gebied overstijgt deels het buurtvoorzieningniveau. De kwaliteit van de horeca en het aanbod ervan zijn in onvoldoende mate afgestemd op de woonfunctie die het gebied heeft. Het gebied staat onder de aandacht wegens drugsproblematiek en in mindere mate jongerenproblematiek. Dit cluster wordt omsloten door springveren (Dordtselaan en Putsebocht) en speldenprikken (Putselaan). Een periode is door bewoners overlast ervaren afkomstig van een derde café. Echter is hierop volgend de exploitatie – en daarmee de overlast – beëindigd. Beleid 2007 – 2011 · Verminderen Het niveau van het gebied is wijk/buurt. Hoewel de stadsvernieuwingsactiviteiten zijn afgerond, is er gelet op het huidige woon- en leefklimaat en de dominante woonfunctie nog geen aanleiding om het horeca-aanbod te consolideren.
§ 4.8.3 Cluster Lange Hilleweg (13.) Lange Hilleweg (cluster 13)
Consolideren
Beleid 2001 – 2006 · Consolideren Eén wijziging in exploitatievorm – van restaurant naar koffie-/theehuis – heeft plaatsgevonden. Aangezien er geen verzwaringen c.q. uitbreidingen in het horecabestand zijn geweest, is het gevoerde consolidatiebeleid geslaagd. Ligging en economisch karakter Het gebied bestaat uit de Lange Hilleweg, waaraan een buurtwinkelcentrum is gelegen. Het niveau van het gebied is wijk/buurt. Aan de Lange Hilleweg zijn drie seksinrichtingen, één cafetaria en één koffie-/theehuis gevestigd. Bestemmingsplan Vanaf 21 oktober 1997 is het bestemmingsplan ’Lange Hilleweg en Dahliastraat’ van kracht. Hieronder vallen de huisnummers Lange Hilleweg 33 t/m 83 en 12 t/m 102. Binnen de bestemmingen ‘Woondoeleinden I’ en ‘Woondoeleinden II’ wordt ruimte geboden voor (in totaal) twee horecavestigingen van maximaal 100 m2 per inrichting. Een nieuw bestemmingsplan ‘Bloemhof’ is in procedure, waar niet in uitbreiding van horeca wordt voorzien. Openbare orde Er is binnen het gebied incidenteel sprake van overlast. Jongerenoverlast is in 2006 door enkele bewoners in relatie gebracht met het koffie-/theehuis. Een deel van de Lange Hilleweg (5-27) valt binnen het nieuw aangewezen hotspotgebied Hillebocht. Voorkomen dient te worden dat het evenwicht tussen woonfunctie en detailhandel én horecafunctie structureel verstoord wordt. Dit houdt in dat uitbreiding van de horecafunctie ter plaatse niet kan worden toegestaan. Beleid 2007 – 2011 · Consolideren Geen van de gevestigde horecabedrijven en seksinrichtingen bevinden zich in het plangebied, waar bestemmingsplantechnisch er twee horecagelegenheden kunnen worden gevestigd. Gezien de incidentele overlast, de wens van de bewonersorganisatie en het toekomstige bestemmingsplan ‘Bloemhof’ wordt gekozen om in te zetten op het consolideren van het huidige aanbod. Vestiging van
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
40
een gelegenheid binnen het plangebied is bespreekbaar mits dit een verplaatsing van een horecagelegenheid elders aan de Lange Hilleweg inhoudt.
§ 4.9 Hillesluis Hillesluis wordt getypeerd als een Stadswijk en een achterstandswijk. Als Stadswijk door de ligging ten opzichte van het centrum van Rotterdam en door de bebouwing. Als achterstandswijk door grotendeels de sociale ‘’scores’’ (bevolkingssamenstelling, opleidingsniveau, inkomensniveau, verhuisbewegingen, etc.) en deels door de bebouwing: veel kleinere, goedkope huurwoningen die vaak slecht onderhouden zijn en vooralsnog maar beperkt huur of eigen woningbezit in het duurdere segment. Dit laatste is en wordt nu flink gestimuleerd door de recente oplevering en toekomstige realisatie van hoog-niveau en nieuwbouw complexen (Stulemeijercomplex, Putselaan fase III, Overzeeuwse, Riederslotlocaties, Polderplein, Winkeleiland fase II, Wielslag, etc.). Hillesluis telt per1 januari 2006 11.565 inwoners, waarvan volgens de statistieken 20,4% als autochtoon aangeduid wordt. Er staan een aantal ouderencomplexen verspreid in de wijk, waaraan in 2007 ongeveer 50 bereikbare huurwoningen voor ouderen in het complex Wielslag toegevoegd zullen worden. Deze voormalige hotspot ‘Wielslag’ is gesloopt. Vestia zal naar verwachting 2007 starten met de bouw van een complex waarin ook betaalbare ouderenwoningen gerealiseerd zullen worden. Het aantal alleenstaanden in de wijk is met 30% hoog te noemen. Er is in de loop der jaren een lichte verbetering te zien in de verhuisbewegingen: het aantal hoofdbewoners, dat korter dan 4 jaar op een adres woont, neemt iets af. Het aantal middelbaar en hoog opgeleiden in de wijk wijkt niet af van het deelgemeentelijke gemiddelde, maar er tekent zich de afgelopen paar jaar wel een sterkere afname af ten opzichte van de andere wijken van de deelgemeente. De wijkveiligheidsindex is gestegen van een 3,7 in 2001 naar een 5,6 in 2006. Hillesluis wordt daardoor bestempeld als een bedreigde wijk. Binnen de wijk Hillesluis valt één cluster, te weten ‘Boulevard Zuid’. In de volgende paragraaf wordt dit cluster beschreven middels de onderstaande wijkplattegrond.
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
41
§ 4.9.1 Cluster Boulevard Zuid (14.) Boulevard Zuid (14.)
Ontwikkelen Boulevard Zuid laagdrempelige eetfunctie Ontwikkelen Strijenseplein eetfunctie Verminderen Beijerkoppen
Beleid 2001 – 2006 · Consolideren Boulevard Zuid · Ontwikkelen Strijenseplein met terras en Groene Hilledijk met cafetaria · Verminderen Beijerkoppen Het beleid is gedeeltelijk geslaagd. Het Strijenseplein is ontwikkeld met een terras en de Groene Hilledijk met een cafetaria, echter is aan de Beijerkoppen de horeca niet verminderd. Tegen horecaoverlast is door de politie en DCMR kordaat opgetreden ter voorkoming van een structurele overlastsituatie. Ligging en economisch karakter De Boulevard Zuid bestaat uit de Beijerlandselaan en de Groene Hilledijk tot aan het Sandelingplein. De Beijerlandselaan ligt in Hillesluis, evenals de oostelijke helft van de Groene Hilledijk. De westelijke helft van de Groene Hilledijk is gelegen in Bloemhof. Zuidelijk van het Sandelingplein loopt de Groene Hilledijk door. Aangezien op dit gedeelte de winkelfunctie ondergeschikt is, wordt het niet bij de Boulevard Zuid gerekend. De Beijerlandselaan en Groene Hilledijk liggen in elkaars verlengde. Het is een langgerekte winkelstraat met tussen de winkels verspreid liggende horecavestigingen en dienstverlening. Daarnaast bevinden zich concentraties van horecagelegenheden aan het zogeheten Strijenseplein en Slaghekplein. Boven de winkels en de horecavestigingen zijn woningen gelegen. De Boulevard Zuid is het belangrijkste winkelgebied in de deelgemeente Feijenoord en na het Zuidplein de belangrijkste winkelconcentratie in het zuidelijk stadsdeel van Rotterdam. Een uitzondering op de gemiddeld goede kwaliteit vormen de zogenaamde Beijerkoppen. Dit gebied heeft een rommelige uitstraling. Beijerkop West wordt omsloten door Beijerlandselaan, 2e Rosestraat, Hilledijk en Slaghekstraat. Voor de Beijerkop Oost zijn dit de Beijerlandselaan, Slaghekstraat, Beverstraat en Laantjesweg. Hier hebben inmiddels sloopwerkzaamheden plaatsgevonden. Op dit moment loopt een ruimtelijke procedure om een vestiging van de Mediamarkt te realiseren. Beide Beijerkoppen vallen binnen de toekomstige ontwikkeling Parkstad. In het verlengde van de in het voor jaar van 2007 opgestelde Ruimtelijke Economische Structuur (RES) kan worden gesteld dat het horeca-aanbod aansluit op het winkelaanbod. In de RES wordt aangegeven dat het middendeel van de Beijerlandselaan het winkelhart zal zijn met een mix van winkels voor dagelijkse voorzieningen en daarnaast een clustering van mode gerelateerde winkels. Aan de oostelijke Beijerkop zijn twee cafetaria’s en één restaurant gevestigd. Aan de westelijke Beijerkop zijn acht cafés, één hotel, één seksinrichting, twee cafetaria’s en één coffeeshop gevestigd. Aan de Boulevard Zuid zijn in totaliteit tien cafés, negen cafetaria’s, vijf restaurants, twee eetcafés, één ijssalon en één hotel gehuisvest. Bestemmingsplan Het bestemmingsplan Kop van de Beijerlandselaan is in procedure. Het plangebied is gelegen binnen het blok dat begrensd wordt door de Slaghekstraat, de Beijerlandselaan, de Beverstraat en de Laantjesweg. Het omvat de eerste 7 percelen aan de Beijerlandselaan, de eerste 13 percelen aan de Beverstraat, de daartussen gelegen percelen aan de Laantjesweg en een deel van het binnenterrein. Voor de westelijke Beijerkop geldt het bestemmingsplan ‘Hillesluis’. Een nieuw bestemmingsplan ‘Hillesluis’ is in voorbereiding. Openbare orde De Boulevard Zuid lijdt onder (het stigma van) onveiligheid. Hoewel ondernemers en passanten merken dat de situatie overdag sterk is verbeterd, blijft de Boulevard ’s avonds en ’s nachts een onveilige en onprettige locatie. De veelal slecht onderhouden woningen boven de winkels staan voor een groot gedeelte leeg of worden op een onwenselijke wijze gebruikt (illegale pensions, wietplantages). De winkels en woningen zijn voornamelijk eigendom van particuliere verhuurders. Bij (grote) voetbalevenementen bevinden groepen jongeren zich voor en na de wedstrijd op de laan. In de directe omgeving van de Beijerlandselaan bestaat aan het Polderplein veel aanloop van drugsgebruikers in de avonduren. Hier is eveneens sprake van scooteroverlast. Veel hangjongeren
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
42
houden zich op aan de Zuidpolderstraat. Er is sprake van incidentele (geluids)overlast vanuit horecagelegenheden aan de Beijerkop West aan de zijde van de Beijerlandselaan. Zorgwekkend is de hoeveelheid en de kwaliteit van de horeca op de Beijerkoppen. Het Slaghekplein wordt thans gekenmerkt door overlastgevende bedrijvigheid zoals verschillende belwinkels, een avondwinkel en verschillende shoarmazaken die ’s avonds druk bezocht worden. De Boulevard Zuid en de Beijerkop West wordt als hotspot aangemerkt. Daarnaast wordt het gebied dat bekend staat als Riederbuurt-Noord als hotspotgebied meegenomen. Beleid 2007 – 2011 · Ontwikkelen Boulevard Zuid laagdrempelige eetfunctie · Ontwikkelen Strijenseplein eetfunctie · Verminderen Beijerkoppen Het horeca-aanbod aan de Boulevard Zuid sluit in grote lijnen aan op de detailhandelfunctie. Het Strijenseplein biedt gezien de ruimtelijke ligging mogelijkheden om horeca te concentreren. Mogelijkheden voor nieuwe horecavestigingen dienen vooral gevonden te worden op en rond het Strijenseplein, waarbij het noodzakelijk is met (beherende) partijen kwaliteitsafspraken te maken en exploitatievormeisen af te spreken. Van belang is dat er een afwisselende mix is van kwalitatief goede horeca, waarbij de eetfunctie aan het Strijenseplein ontwikkeld wordt. Deze ontwikkeling wordt tevens gedragen door de bewoners(organisatie). In overleg met eigenaren en deelgemeente kan aan de Boulevard Zuid een ontwikkeling van lokaliteiten met een laagdrempelige eetfunctie plaatsvinden, indien de deelgemeente verwacht dat het woon- en leefklimaat in sterke mate positief wordt beïnvloed en de komst van de nieuwe horecagelegenheid diversiteit en een toegevoegde waarde betekent voor de winkelstraat. Ook hier zullen waar mogelijk kwaliteitsafspraken worden gemaakt en exploitatievormeisen worden afgesproken. Gedacht wordt aan een maximering van zes, de ontwikkeling aan het Strijenseplein niet meegerekend. Waar de bestemming het toelaat, zullen de vergunningvrije inrichtingen verder zorgdragen voor het invullen van de functie van daghoreca. In afwachting van de geschetste ruimtelijke ontwikkelingen dient het aanbod aan de beide Beijerkoppen te worden verminderd.
§ 4.10 Vreewijk Vreewijk is een bijzondere wijk in Rotterdam Zuid. Grote delen van de wijk zijn in het begin van de twintigste eeuw opgezet als tuindorp. Hier staan overwegend eengezinswoningen met ruime tuinen in een groene omgeving. Er zijn singels en lanen, pleinen en parken. Langs de zuidrand liggen sportvelden, en er is zelfs een manege. In vergelijking met de rest van de deelgemeente is er een vrij homogene gemeenschap in Vreewijk. Vreewijk kent kleinschalige voorzieningen die verspreid zijn over de wijk. De wijk Vreewijk is echter groter dan het tuindorp. Grenzend aan het Zuidplein en het Zuiderpark liggen het Motorstraatgebied en de Landbouwbuurt. Er zijn verschillende ziekenhuizen en verzorgingshuizen. Deze gebieden hebben een heel ander karakter dan het bekende Tuindorp. Vreewijk staat voor grote veranderingen in de nabije en verre toekomst. Een grote ontwikkeling is Hart op Zuid, waarbij Ahoy, Zuidplein en het Motorstraatgebied verbonden zal worden. In Vreewijk wonen op 1 januari 2006 14.106 inwoners. In de afgelopen jaren is het aantal inwoners aan het dalen. Deze trend zet zich ook dit jaar door. Het percentage allochtonen bedraagt 29% en is ongeveer vergelijkbaar met 2004 en ligt veel lager dan het stedelijke gemiddelde van 46%. Van alle woningen in Vreewijk is 90% een huurwoning (91% in 2004). Stedelijk is 74% van de woningvoorraad een huurwoning. De economische waarde van woningen ligt in Vreewijk met € 113.664 onder het stedelijke gemiddelde van € 139.623. Het percentage uitkeringsontvangers is 8% van de bevolking (net zoals in 2004) stedelijk is dit 7%. Vanuit de wijkveiligheidsindex 2006 staat Vreewijk bestempeld als een aandachtswijk met een score van 6,5. In 2001 was het cijfer nog een 5,5.
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
43
Voor Vreewijk zijn drie clusters beschreven die relevant zijn voor de horecafunctie. Aan de hand van de wijkplattegrond worden deze in de volgende paragrafen uitgewerkt: - Ziekenhuis / Motorstraat (§ 4.10.1) - Ziekenhuislocatie (§ 4.10.2) - Groenezoom (§ 4.10.3) Voor de uitwerking van de Lange Lijn II ‘Strevelsweg’ wordt doorverwezen naar § 4.11.2.
§ 4.10.1 Cluster Zuidplein / Motorstraat (15.) Zuidplein / Motorstraat (cluster 15)
Consolideren Ontwikkelen volgend op planvorming (Hart op Zuid)
Beleid 2001 – 2006 · Consolideren In deze periode is wegens de dominante woonfunctie niet in uitbreiding van de horecafunctie voorzien. Er is geen sprake geweest van structurele overlastsituaties. Het gevoerde consolidatiebeleid is derhalve geslaagd. Ligging en economisch karakter Het gebied nabij het winkelcentrum Zuidplein bestaat uit het deel van de Strevelsweg rond de Motorstraat, Motorstraat, Spastraat, Batterijpad, Batterijstraat, Vliegwielpad. Tandwielstraat, Cilinderstraat, Dynamostraat, Montessoriweg, Casimirstraat en Jan Ligthartstraat. Het gebied kenmerkt zich door een aantal voorzieningen voor voortgezet onderwijs, medische voorzieningen, kantoren en wonen. De woonfunctie in het gebied is dominant. Vanuit het Pact op Zuid wordt middels Hart op Zuid beoogd om Ahoy, Zuidplein en het Motorstraatgebied te verbinden. Hiertoe zal naar verwachting voor de Vaanweg deels een tunnel worden gecreëerd. Recentelijk is de ruimtelijke visie Motorstraatgebied 2030 vastgesteld. Binnen enkele jaren wordt naast het Ahoy-complex Plopsaland gerealiseerd. Op de langere termijn zal volgend op planvorming voor het Motorstraatgebied – ten behoeve van de stedelijke uitstraling – een eventuele uitbreiding met (horeca)voorzieningen voorzien worden. In het gebied zijn twee party-/zalencentra, één restaurant, één cafetaria en één bedrijfsrestauratie gevestigd. Bestemmingsplan Het vigerende bestemmingsplan is ‘Vreewijk’, dat door de gemeenteraad is vastgesteld op 29 oktober 1987. Hier wordt niet in een uitbreiding van horeca voorzien.
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
44
Openbare orde Door de grootschalige horecavoorzieningen (partycentra) is de parkeerdruk in het gebied hoog. Dit wordt versterkt door de grote aantallen bezoekers van scholen en het ziekenhuis. De Strevelsweg wordt gecontinueerd als hotspot. Beleid 2007 – 2011 · Consolideren · Ontwikkelen volgend op planvorming Het niveau van het gebied is wijk/buurt. Ten behoeve van de toekomstige ontwikkeling van het project Hart op Zuid wordt volgend op planvorming ontwikkelingsbeleid gevoerd. Tot die tijd blijft het consolidatiebeleid gehandhaafd. Nachtontheffingen worden niet toegestaan.
§ 4.10.2 Cluster Ziekenhuislocatie (16.) Ziekenhuislocatie (cluster 16)
Consolideren
Beleid 2001 – 2006 · Consolideren Een uitbreiding van horeca-inrichtingen heeft niet plaatsgevonden. Het café heeft in het verleden voor omwonenden voor overlast gezorgd. Deze overlastsituatie is reeds beëindigd. Het consolidatiebeleid is geslaagd. Ligging en economisch karakter Het gebied bestaat uit het terrein van de ziekenhuizen (Zuiderziekenhuis en Daniel den Hoed (AZR), de Valkeniersweide en een aangrenzend gedeelte van de Dordtsestraatweg tussen de Pinksterweide en de Smeetlandsedijk (Dordtsestraatweg 311 – 765 en 622 – 936). Het is een menggebied dat gedomineerd wordt door de aanwezigheid van de ziekenhuizen. In de nabije toekomst zullen de twee ziekenhuizen gefaseerd – naar verwachting 2008/2009 en 2012 – worden verplaatst naar de locatie Lombardijen. Vervolgens zal herstructurering plaatsvinden, wat mogelijk zal resulteren in het creëren van een woon-/werkklimaat. In afwachting van deze ontwikkeling dient het aanbod van horeca te worden geconsolideerd. Het gedeelte van de Dordtsestraatweg is een gemengd gebied, waar één cafetaria, één eethuis, één café en één party-/zalencentrum zijn gesitueerd. Hier zijn geringe parkeervoorzieningen aanwezig. Bestemmingsplan Het vigerende bestemmingsplan is ‘Vreewijk’, vastgesteld op 29 oktober 1987. Hierin wordt de horecafunctie niet uitgebreid. Openbare orde Er is geen sprake van overlast. Het café heeft in het verleden voor (geluids)overlast gezorgd, echter is door inzet de overlastsituatie beëindigd. Beleid 2007 – 2011 · Consolideren Een uitbreiding van de horecafunctie betekent ondermeer een hogere parkeerdruk en is derhalve niet wenselijk. Indien in de toekomst sprake is van verplaatsing van een of beide ziekenhuizen dient langs planologische weg eventuele (uitsluiting van) horecavestiging te worden gereguleerd. Volgend op planvorming zal bekeken worden in hoeverre een horecagelegenheid in de Valkeniersweide realiseerbaar is.
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
45
§ 4.10.3 Cluster Groenezoom (17.) Groenezoom (cluster 17)
Consolideren
Beleid 2001 – 2006 · Consolideren Het rustige woonkarakter van het cluster heeft geleid tot een handhaving van het aantal gevestigde horeca-inrichtingen. Van overlast is geen sprake geweest. Het gevoerde consolidatiebeleid is geslaagd. Ligging en economisch karakter Het gebied bestaat uit de Groenezoom met een gerenoveerd buurtwinkelcentrum. Het niveau is wijk/buurt. Aan de Groenezoom zijn één ontmoetingscentrum, één cafetaria en één eetcafé gehuisvest. Het gebied maakt deel uit van het tuindorp Vreewijk met een zeer rustig woonkarakter. De woonfunctie is derhalve zeer dominant. Bestemmingsplan Het vigerende bestemmingsplan is ‘Vreewijk’ en is vastgesteld op 29 oktober 1987. Buiten de reeds gevestigde horeca-inrichtingen is geen horeca-uitbreiding mogelijk. Openbare orde Van structurele openbare orde en veiligheidsproblematiek is geen sprake. Beleid 2007 – 2011 · Consolideren Uitbreiding van horeca in ondermeer leegkomende winkelpanden dient te worden tegengegaan. Het huidige aantal vestigingen is het maximum. Nachtontheffingen zijn niet mogelijk.
§ 4.11 Lange lijnen De deelgemeente Feijenoord wordt doorsneden door een stelsel van hoofdontsluitingswegen. Deze lange lijnen zijn belangrijke structurerende elementen voor de stad en deelgemeente. Ze verbinden zowel de overige stadsdelen als de buurten en wijken onderling en zorgen voor oriëntatie. Door de combinatie van doorgaand en lokaal verkeer bezitten ze een niet geringe verkeersfunctie. Daarnaast spelen ze een belangrijke rol als verblijfsgebied voor de mensen die er direct aan wonen en werken en herbergen ze allerlei bedrijvigheid. Binnen de deelgemeente Feijenoord worden vier lange lijnen onderscheiden. De stadsas – die bestaat uit de Posthumaweg, Hillelaan, Maashaven O.z. en Dordtselaan – en de Laan op Zuid zijn in de verschillende clusterbeschrijvingen aan bod gekomen. De twee hieronder genoemde lange lijnen worden in de volgende paragrafen uitgewerkt: - Putselaan (§ 4.11.1) - Strevelsweg (§ 4.11.2)
§ 4.11.1 Lange lijn Putselaan (I) Putselaan (lange lijn I)
Consolideren
Beleid 2001 – 2006 · Verminderen Een daadwerkelijke vermindering heeft niet plaatsgevonden. Wel heeft het strenge beleid geleid tot het weigeren van aangevraagde alcoholfuncties. Van structurele horecagerelateerde overlast in het gebied is geen sprake. Het verminderingsbeleid is derhalve deels geslaagd.
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
46
Ligging en economisch karakter De Putselaan ligt niet aan één van de eerder genoemde clusters en valt binnen de wijken Afrikaanderwijk, Bloemhof en Hillesluis. Hoewel een doorgaande verkeersader is aan de Putselaan de woonfunctie dominant. De stadsvernieuwingsactiviteiten zijn inmiddels afgerond. De locatie ‘Wielslag’ binnen de wijk Hillesluis zal op zijn vroegst eind 2008 worden ingevuld. Op dit moment vindt heroverweging van de plannen plaats. Vestia zal naar verwachting in 2007 starten met de bouw van een complex waarin mogelijk betaalbare ouderenwoningen gerealiseerd zullen worden. De horeca aan de Putselaan ligt verspreid. Er zijn aan de Putselaan vijf cafés, drie cafetaria’s, één ontmoetingcentrum/restaurant (Putse Pauw) en één koffie/theehuis gevestigd. Openbare orde Er is in het verleden sprake geweest van incidentele (geluids)overlast vanuit de horeca. De voormalige hotspot ‘Wielslag’ is gesloopt. Beleid 2007 – 2011 · Consolideren Gelet op het dominante woonkarakter van de Putselaan dient voorkomen te worden dat onder woningen horeca gevestigd wordt. Het huidige aantal vestigingen is derhalve het maximum, waarbij nachtontheffingen niet mogelijk zijn. Ten aanzien van de locatie ‘Wielslag’ zal volgend op planvorming een eventuele uitbreiding van de horecafunctie bekeken worden, indien er geen verwachting bestaat dat het woon- en leefklimaat zal worden aangetast. In afwachting hiervan dient het horeca-aanbod aan de Putselaan geconsolideerd te worden.
§ 4.11.2 Lange lijn Strevelsweg (II) Strevelsweg (lange lijn II)
Consolideren
Beleid 2001 – 2006 · Verminderen Het verminderingsbeleid heeft niet geleid tot een afname van het aantal horeca-inrichtingen. Wel is een uitbreiding erdoor voorkomen. Van structurele overlastsituaties is geen sprake geweest. Een gemelde overlastsituatie ten aanzien van een seksinrichting is door inzet van politie en deelgemeente beëindigd. Het beleid is deels geslaagd. Ligging en economisch karakter De Strevelsweg is een zeer drukke doorgaande verkeersroute vanaf de Rijksweg 16 richting het Zuidplein. De Strevelsweg omvat in deze nota tevens het Sandelingplein, de Bree, het Breeplein en de Breeweg en behelst derhalve de wijken Bloemhof, Hillesluis en Vreewijk. In plinten onder de woningen zijn verspreid horeca en winkels gevestigd. Aan de Strevelsweg ligt het cluster Zuidplein/Motorstraat (cluster 14). Aan de Strevelsweg zijn gevestigd drie cafés, drie seksinrichtingen, twee cafetaria’s, één coffeeshop, één eetcafé en één ontmoetingscentrum/restaurant (Simeon & Anna). Aan het Sandelingplein bevinden zich één coffeeshop en één party-/zalencentrum. Aan de Bree en Breeweg zijn drie cafetaria’s, één café, één sportaccommodatie, één speeltuin en één party-/zalencentrum gesitueerd. Daarnaast zijn tevens aan de Strevelsweg gehuisvest één restaurant en één party-/zalencentrum, echter vallen deze binnen het cluster 14 Ziekenhuis/Motorstraat. Openbare orde De Strevelsweg blijft als hotspot bestaan. De fysieke aanpak van de Strevelsweg zal eind 2007 worden afgerond. De uitstraling van de weg is aanmerkelijk verbeterd door de bredere middenberm en de beperking van het aantal rijstroken. De afgelopen jaren is fors geïnvesteerd in de kwaliteit en de uitstraling van een aantal horecagelegenheden aan de Strevelsweg. De cafés, cafetaria’s en het eetcafé hebben een duidelijke buurtfunctie en de coffeeshop werkt met een zeer geavanceerd toegangssysteem. Zorgwekkend blijft het aantal seksinrichtingen, vooral gelet op de slechte kwaliteit en uitstraling van de betreffende panden. Het party-/zalencentrum aan het Sandelingplein heeft een erg gesloten karakter en een onaantrekkelijke uitstraling. Politiecijfers hebben aangetoond dat het woon- en leefklimaat – dat in het horecabeleid 2001- 2006 beschreven stond als ‘aanhoudend onder druk’ – is verbeterd.
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
47
Beleid 2007 – 2011 · Consolideren Gezien de verbetering van het woon- en leefklimaat en de openbare orde wordt een consolidatiebeleid toegepast. Binnen het cluster is de woonfunctie dominant, waardoor de afgifte van een nachtontheffing is uitgesloten.
§ 4.12 Woongebieden Beleid 2001 – 2006 · Verminderen Beleid 2007 - 2011 Alle overige gebieden in de deelgemeente Feijenoord die hiervoor niet beschreven zijn, worden in het kader van deze nota aangemerkt als woongebied. Hiermee worden zowel de vooroorlogse als de naoorlogse woongebieden bedoeld. De woonfunctie dient beschermd te worden door een consolidatiebeleid. Uitbreiding kan wel plaatsvinden door de vestiging van vergunningsvrije inrichtingen, mits dit past binnen het bestemmingsplan. Nachtontheffingen zijn hier, gelet op de woonfunctie, niet gewenst.
§ 4.13 Samenvatting clusters Op de volgende pagina wordt in een overzichtelijk samenvattend schema aangegeven welk beleid voor de periode 2007 – 2011 geldt binnen de verschillende clusters. Dit kan worden afgezet tegen het deelgemeentelijk horecabeleid zoals dat gold in de periode 2001 – 2006. Hierbij worden de kleuren groen (ontwikkelen), oranje (consolideren) en rood (verminderen) toegepast om de beleidslijn te benadrukken.
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
48
Clusternr.
Gebied
Beleid 2001 - 2006 Consolideren van de kaden
1.
Noordereiland / Van der Takstraat Verminderen Van der Takstraat
2.
Entrepot - Stieltjesplein
3.
Vuurplaat – Laan op Zuid
Ontwikkelen Entrepotgebied Verminderen Stieltjesplein-Stieltjesstraat-Rosestraat Verminderen
4.
Roentgenstraat - Nassaukade
Consolideren
5.
Oranjeboomstraat
Consolideren
6.
Feijenoord Oost
Consolideren
7.
Deliplein e.o.
Verminderen
8.
Bestemmingsplan Katendrecht Zuid
Ontwikkelen
9.
Pols Katendrecht Afrikaanderplein / Winkeldriehoek / Maashaven O.z.
Verminderen driehoek Wigstraat-Hillelaan-Brede Hilledijk Ontwikkelen exploitatievorm ‘restaurant’ binnen Eetwijk Verminderen Consolideren Dordtselaan 154 - 166 Verminderen rest Dordtselaan Ontwikkelen Putsebocht met één cafetaria Verminderen Consolideren Ontwikkelen Strijenseplein terras / GH-dijk één cafetaria Consolideren Boulevard Zuid Verminderen Beijerkoppen Consolideren Consolideren Consolideren Verminderen Verminderen Verminderen
10. 11.
Putsebocht / Dordtselaan
12. 13.
Hart van Oleander Lange Hilleweg
14.
Boulevard Zuid
15. 16. 17. Lange lijn I Lange lijn II Overig
Zuidplein / Motorstraat Ziekenhuislocatie Groenezoom Putselaan Strevelsweg Woongebieden
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
49
Beleid 2007 - 2011 Ontwikkelen Jan Eleveld / spoorbruglocatie Beperkt ontwikkelen met terrassen aan kaden Consolideren Van der Takstraat Overige straten woongebied Ontwikkelen Entrepotgebied Consolideren Stieltjesplein-Stieltjesstraat-Rosestraat Consolideren Consolideren Ontwikkelen volgend op planvorming Consolideren Consolideren Ontwikkelen Feijenoordkade (Dillenburgkop), zuidwestzijde Piekstraat en ten zuiden van Spiekmanstraat Ontwikkelen Ontwikkelen (havenkwartier met 500 m2 en rivierkwartier) Consolideren (laankwartier en parkkwartier) Ontwikkelen volgend op planvorming Ontwikkelen eet- en ontmoetingsfunctie Verminderen alcoholfunctie Consolideren Dordtselaan Consolideren Verhageplein Verminderen Putsebocht Verminderen Consolideren Ontwikkelen Strijenseplein, Boulevard Zuid eetfunctie Verminderen Beijerkoppen Consolideren Consolideren Consolideren Consolideren Consolideren Consolideren
§ 4.14 Terrassenbeleid Terrassen kunnen een bijdrage leveren aan de verlevendiging van de deelgemeente Feijenoord en de aantrekkelijkheid van de openbare buitenruimte. Zij moeten dan wel qua aantal, omvang, situering en verschijningsvorm zijn afgestemd op de publieksfuncties van de openbare weg en de inrichting van de openbare buitenruimte waarin zij zijn geplaatst. Voor ondernemers hebben terrassen met name een economische functie, omdat zij de exploitatiemogelijkheden van horeca-inrichtingen verruimen en daarmee het economisch rendement van de inrichting verhogen. Terrassen kunnen echter ook een keerzijde hebben. Aangezien er veel publiek buiten op straat is, kunnen omwonenden hinder ondervinden. Dit speelt met name bij de binnenterrassen. Deze terrassen bevinden zich tussen de huizen waardoor het geluid weerkaatst. Bij het vormgeven van het beleid ten aanzien van terrassen wordt met al deze belangen rekening gehouden. Doel van het terrassenbeleid is: - waarborgen van de openbare orde en het woon- en leefklimaat; - versterken van het economische belang van de horeca en de werkgelegenheid; - bijdragen aan de verlevendiging van de (binnen)stad; - afstemmen van terrassen op de inrichting van de openbare buitenruimte. Dit terrassenbeleid is een aanvulling op het Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011 en geldt als een richtinggevend kader voor de door de deelgemeente aan de burgemeester uit te brengen adviezen ten behoeve van de afgifte van terrasvergunningen. In de subparagrafen 1 en 2 worden stedelijke kaders met betrekking tot terrassen geformuleerd. Vervolgens komen de aanvullende deelgemeentelijke kaders in subparagraaf 3 aan bod.
§ 4.14.1 Soorten terrassen Een terras is een ruimte, veelal op de openbare weg, behorende bij een horeca-inrichting, ingericht voor het consumeren van etenswaren en dranken die bedrijfsmatig worden verstrekt vanuit de inrichting. Terrassen worden onderscheiden naar ligging en naar uitvoering. Naar ligging worden de volgende terrassen onderscheiden: -
gevelterrassen die rechtstreeks aan de inrichting grenzen; overterrassen die van de inrichting gescheiden zijn door een gedeelte openbare weg; een combinatie van gevel- en overterrassen; terrassen op binnenterreinen; terrassen op het water, op schepen of pontons; dakterrassen.
Op sommige terrassen zijn bouwvergunningplichtige elementen aangebracht. Deze elementen, veelal schotten of vlonders en overkappingen, zijn geheel of gedeeltelijk verbonden met de grond of met het gebouw waarin de inrichting zich bevindt. Indien er sprake is van deze elementen dient naast een exploitatievergunning ook een bouwvergunning te worden verleend.
§ 4.14.2 Algemene Plaatselijke Verordening Een terras maakt onderdeel uit van een inrichting. Voor het beoordelen van een verzoek tot het plaatsen van een terras gelden dan ook dezelfde criteria als voor het verlenen van een exploitatievergunning en staat geregeld in de Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam. Dit betekent dat de burgemeester beoordeelt wat het effect van het terras op de openbare orde en het woon- en leefklimaat is. Tevens moet het terras zijn toegestaan op grond van het bestemmingsplan.
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
50
Aangezien een terras in veel gevallen wordt geplaatst op de openbare weg, hanteert de burgemeester tevens de volgende criteria: - Voorkomen van schade De plaatsing van een terras mag niet gepaard gaan met beschadiging van het wegdek, bomen, beplanting of straatmeubilair. Het is verboden wijzigingen of aanpassingen aan te brengen in bestrating of schotten, palen of andere afzettingen te bevestigen of te verankeren in de bestrating of aan bomen of straatmeubilair. - Ruimtelijke omstandigheden De situering en afmeting van het terras moet afgestemd zijn op de frontbreedte van de inrichting, de beschikbare ruimte in de straat of op het plein, de aanwezigheid van straatmeubilair en andere permanente commerciële objecten zoals standplaatsen, winkeluitstallingen, reclameborden en andere publieksfuncties van de openbare buitenruimte. De breedte van het terras mag niet breder zijn dan de frontbreedte van de inrichting en dient er een minimale doorloopruimte voor het publiek te zijn van twee meter. - Verkeersvrijheid- en veiligheid De intensiteit van met name het voetgangersverkeer en de loopstromen mogen niet worden belemmerd of verstoord. Gehandicaptenroutes dienen uiteraard vrij gehouden te worden. De aanwezigheid van een terras mag niet leiden tot verkeersonveilige of gevaarlijke situaties. Per straat kan ook worden gekozen voor een uniforme situering van de terrassen. - Brandveiligheid Het terras mag niet op rijlopers of brandkranen van de brandweer zijn gesitueerd. Bovendien moet voldoende ruimte vrij blijven voor voertuigen van hulpdiensten. - Uiterlijk aanzien Het uiterlijk aanzien van een terras moet passen in het straatbeeld. Aan deze eis wordt strenger getoetst in die gebieden waar de gemeente veel aandacht heeft besteed aan de kwaliteit van de buitenruimte. Ook mag het terras niet worden gebruikt als opslagplaats. Op dit moment wordt gewerkt aan de visie Buitenruimte. In deze visie worden ook kwaliteitseisen opgenomen voor terrassen bij horecagelegenheden in het centrum. De kwaliteitseisen hebben betrekking op: zonering, omheining, vloer, terrasmeubilair (tafels, stoelen, parasols e.d.), losse objecten op terrassen, ruimte voor voetgangers (inclusief gehandicapten) en hulpdiensten, wijze van bevestiging aan wegdek en overkappingen. - Openingstijden terras In de APV zijn de openingstijden van de terrassen opgenomen. Deze tijden zijn gelijk aan die van de horeca-inrichting zoals opgenomen in de exploitatievergunning. Standaard is dit in de nachten van vrijdag op zaterdag en zaterdag op zondag tot 02.00 uur en alle andere dagen tot 01.00 uur. De gemeenteraad van Rotterdam heeft gekozen voor uniforme sluitingstijden. Dit houdt onder meer verband met de duidelijkheid voor de handhaving. Tijdens de afkoelperiode mag er geen gebruik worden gemaakt van het terras. De hiervoor vermelde toetsingscriteria kunnen alleen worden toegepast voor zover het terrassen betreft die zich op de openbare weg bevinden. Ten aanzien van het vergunnen van terrassen op binnenterreinen wordt getoetst aan het bestemmingsplan en gekeken naar de invloed van het terras op het woon- en leefklimaat. Met aanvragen voor binnenterrassen wordt zeer terughoudend omgegaan.
§ 4.14.3 Deelgemeentelijk terrassenbeleid In deze paragraaf zal het deelgemeentelijk terrassenbeleid worden weergegeven als aanvulling op het eerder geformuleerde stedelijke terrassenbeleid. Hierbij zal middels verschillende onderwerpen de gewenste situatie en deelgemeentelijke toetsing aan bod komen.
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
51
- Toetsing horecabeleid Een belangrijk aspect waaraan een aanvraag voor een terrasvergunning moet worden getoetst, is in welk gebied de betrokken horeca-inrichting ligt waarvoor vergunning wordt aangevraagd. Uitgangspunt is dat in de gebieden, waar het beleid gericht is op het consolideren en verminderen van horeca, geen ontwikkeling van nieuwe terrassen c.q. uitbreiding van reeds bestaande terrassen kan worden toegestaan. Met de voor deze gebieden geformuleerde consolidatie- en verminderingsdoelstelling wordt immers juist beoogd om uitbreidingen van horeca tegen te gaan om (verdere) aantasting van openbare orde en het woon- en leefklimaat te voorkomen. Voor wat betreft de ontwikkelingsgebieden en consolidatiegebieden met beperkt ontwikkelen van terrassen geldt dat terrasontwikkeling (in beperkte mate) is toegestaan. Hierbij zullen de voor de ontwikkelingsgebieden geldende inrichtingsplannen richtinggevend zijn. - Overlast Door de komst van een terras mag de openbare orde geen gevaar lopen. Ook mag het terras geen bedreiging vormen voor het woon- en leefklimaat in de directe omgeving. Dit betekent dat bedrijven waar recente overlastgegevens van bekend zijn geen vergunning krijgen voor een terras. Uiteraard dient beoordeeld te worden of het aanbrengen van een terras geen negatieve gevolgen heeft voor het woon- en leefklimaat in de directe omgeving. Mechanisch of elektrisch versterkte muziek is niet toegestaan op het terras. Verder worden nieuwe terrassen op binnenterreinen en in tuinen van de horeca-inrichting, grenzend aan andere woningen in principe niet toegestaan. Hiervoor is overigens veelal een milieuvergunning vereist. De bescherming van het woongenot van bewoners staat voorop. Terrassen op pontons of boten in het water worden in beginsel niet toegestaan. Terrassen op het water verdienen namelijk bijzondere aandacht doordat geluid op water ver draagt. Bij hoge uitzondering kan positief worden geadviseerd indien de omgeving geen geluids(hinder)gevoelige functies heeft. - Soorten horeca Voor een terras komen niet in aanmerking: discotheken, verenigingsruimten, ontmoetingscentra, party-/zalencentra, coffeeshops, afhaalbedrijven en seksinrichtingen. - Schotten Terras afscheidingen dienen zo transparant mogelijk te worden uitgevoerd. De schotten mogen een maximale hoogte hebben van 1.50 meter, boven de 0,70 meter moeten de schotten voor 90% glashelder zijn. De schotten mogen de doorgang niet belemmeren en dienen buiten de terrasperiode te worden weggehaald. In woon - en winkelstraten moeten schotten worden geweerd. - Opslag terrasmeubilair Hieronder wordt verstaan stoelen, tafels, parasols, vlonders, schotten en dergelijke. Het terras meubilair moet na sluitingstijd inpandig worden opgeslagen (behoudens schotten en vlonders). Indien het terras twee weken niet wordt gebruikt dienen alle voorwerpen inclusief de schotten en eventuele vlonders van de straat te worden verwijderd. - Toetsing ruimtelijke voorwaarden Waar de horecaontwikkelingsvisie de ontwikkeling van nieuwe terrassen en/of uitbreidingen van bestaande terrassen wel mogelijk maakt, dient een aanvraag voor een terrasvergunning vervolgens getoetst te worden aan de hierna te noemen ruimtelijke randvoorwaarden (situering, oppervlakte en vorm). 1. De verkeersruimte die op het trottoir bij plaatsing van een terras vrij moet blijven wordt gesteld op minimaal 2 meter in verband met het passeren van overige gebruikers van het trottoir waaronder rolstoelgebruikers en kinderwagens. Deze ruimte dient vrij te zijn van obstakels zoals bomen, lichtmasten etc. 2. Afhankelijk van het belang en de aard van een openbare weg (aantallen passanten, overzichtelijkheid) wordt een groter deel dan 2 meter van het trottoir voor het voetgangersverkeer vrijgehouden. 3. Het terras moet zodanig gesitueerd worden dat de goede aanloop van en naar oversteekplaatsen ingangen van gebouwen, invalidenroutes en metro-ingangen niet wordt belemmerd. 4. Het terras moet zo gesitueerd worden dat het zicht op de verkeerssituatie door derden niet wordt belemmerd.
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
52
5. Het terras is niet breder dan de gevelbreedte van de horeca-inrichting waar het bij behoort en gesitueerd aan deze gevel. In bijzondere gevallen kan hier bij zogenaamde over terrassen van worden afgeweken. Dit laatste slechts indien en voorzover andere functies waaronder met name de woonfunctie niet wordt geschaad. 6. Indien er vanuit de gemeente een begrenzing in het troittoir is aangebracht, dient deze te worden aangehouden. 7. Waar mogelijk zal getracht worden het ambitieniveau te vergroten en in overleg met de ondernemersverenigingen en horecavertegenwoordigers te komen tot een convenant waarin het gebruik van kwalitatief hoogwaardig terrasmeubilair staat geformuleerd.
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
53
Hoofdstuk 5 – Handhaving § 5.1 Inleiding Horecabeleid staat of valt met de wijze waarop de vergunningvoorschriften worden nageleefd en gehandhaafd. Onder handhaving wordt verstaan: het controleren en toepassen van bestuursrechtelijke en/of strafrechtelijke sancties met als doel het naleven van de voorschriften. Het hanteren van een bestuursrechtelijke sanctie is een gemeentelijke bevoegdheid. Opsporing en handhaving van het Strafrecht is voorbehouden aan de politie, Openbaar Ministerie en de rechtelijke macht. De horecaondernemer is in eerste instantie zelf verantwoordelijk van de handhaving van de orde in zijn zaak en directe omgeving daarvan. Preventie is daarom zonder twijfel de effectiefste vorm van handhaving. Door te voorkomen dat voorschriften worden overtreden vervalt immers de noodzaak om sanctionerend op te treden. Voorbeelden hiervan zijn het geven van duidelijke en volledige informatie aan horecaondernemers en het opstellen van heldere vergunningvoorschriften. Gemeentebrede handhavingafspraken zijn er in het algemeen op gericht dat: - burgers, bedrijven en instellingen weten welke visie de gemeente heeft op handhaving, dat de gemeente ook daadwerkelijk handhaaft en daar verantwoording over aflegt; - burgers, bedrijven en instellingen weten hoe de gemeente haar handhavingstaak op basis van uniformiteit en rechtszekerheid uitvoert; - de uitvoering van de handhaving uiteindelijk leidt tot een beter gedrag met als uiteindelijk resultaat een grotere leefbaarheid en veiligheid. In de praktijk blijkt dat handhaving een essentieel onderdeel is bij de uitvoering van het horecabeleid. Een belangrijk instrument hierbij is het stedelijk handhavingarrangement. In dit document staat precies beschreven welke bestuurlijke sanctie volgt na een geconstateerde overtreding. Voorbeelden van bestuurlijke sancties zijn het (tijdelijk) intrekken van de exploitatievergunning of drankvergunning, het tijdelijk sluiten van de inrichting of het opleggen van een last onder dwangsom. Het aantal en soort genomen bestuurlijke sancties voor de deelgemeente Feijenoord en het gemeentelijke handhavingniveau zullen in paragraaf 5.2 aan bod komen. Vervolgens wordt in paragraaf 5.3 ingegaan op de integrale horecacontrole en de resultaten ervan. Aangezien bewoners in toenemende mate melding maken van mechanische geluidsoverlast, zal hier in paragraaf 5.4 aandacht aan worden besteed.
§ 5.2 Handhavingniveau In Rotterdam en dus ook voor de deelgemeente Feijenoord gelden ten aanzien van het handhavingniveau voor horeca de volgende uitgangspunten. 1. Bij verstrekking van de exploitatievergunning vindt een opleveringscontrole plaats door de vergunningverlener. 2. Iedere horeca-inrichting wordt in de looptijd van de exploitatievergunning minimaal twee maal gecontroleerd. Daarbij wordt nagegaan of de exploitatie overeenstemt met de vergunde activiteiten en de daarbij behorende voorschriften worden nageleefd. 3. Iedere vergunningvrije horeca-inrichting wordt in de periode van vijf jaar minimaal twee keer gecontroleerd. Daarbij wordt nagegaan of er in de inrichting geen misstanden c.q. strafbare feiten dan wel vergunningplichtige activiteiten plaatsvinden. 4. Bij een geconstateerde overtreding van de vergunningvoorschriften vindt een herhalingsbezoek plaats waarbij de relevante vergunningen en alle voorschriften nauwlettend worden gecontroleerd. 5. Bij klachten/meldingen vindt toezicht plaats. De bevindingen van de toezichthouder worden geregistreerd. 6. Risicovolle exploitaties (dat wil zeggen exploitaties waarbij in het verleden sprake is geweest van herhaalde overtredingen) worden minimaal twee maal per jaar gecontroleerd. 7. Controles bij risicovolle exploitaties vinden bij voorkeur multidisciplinair plaats. 8. Iedere controle- en handhavingsanctie en de resultaten daarvan worden geregistreerd. 9. Om de twee jaar wordt de overtredingnorm geëvalueerd. Wanneer bij controles in meer dan 30% van de gecontroleerde exploitaties overtredingen worden geconstateerd is er sprake van
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
54
een inadequaat nalevingniveau. Bij risicovolle exploitaties ligt dit op meer dan 5% overtredingen van de gecontroleerde exploitaties. Dit is het minimale handhavingniveau. In de periode 2004 - 2006 zijn voor de deelgemeente Feijenoord in totaal 37 bestuurlijke sancties door de burgemeester genomen: 23 intrekkingen van de exploitatievergunning, 10 tijdelijke sluitingen en 4 bestuurlijke waarschuwingen. Hieronder worden voor de periode 2004 – 2006 het aantal en de verschillende bestuurlijke maatregelen inzichtelijk gemaakt.
Bestuurlijke sancties 2004 - 2006 20 intrekking vergunning
Aantal
15
sluiting inrichting
10
bestuurlijke waarschuwing
5 0 2004
2005
2006
Jaar
§ 5.3 Integrale horecacontroles Jaarlijks vinden er in de deelgemeente Feijenoord acht integrale horeca-acties plaats. Diverse diensten en instanties (Arbeidsinspectie, Voedsel- en Warenautoriteit, Eneco, Sozawe, DCMR, Rijksbelastingdienst en Gemeentelijke Belastingdienst) hebben zich bij de politie en deelgemeente aangesloten om in integraal verband horeca-inrichtingen te controleren. Deze werkwijze voorkomt dat een ondernemer in een kort tijdsbestek diverse malen door iedere dienst afzonderlijk wordt bezocht. Daarnaast voeren participerende diensten – zoals de Voedsel- en Warenautoriteit en de DCMR – structureel zelfstandig controles uit, zowel preventieve als repressieve. De horecacontroles dienen ervoor te zorgen dat de horeca-exploitatie in de praktijk in overeenstemming is met hetgeen in de vergunning is toegestaan. Waar dat niet zo is, wordt nagegaan of de wijziging kan worden toegestaan of dat handhavend moet worden opgetreden. De deelgemeente heeft bij de integrale horeca-actie de regierol en is zowel bij de voorbereiding als operationeel betrokken bij de acties. De resultaten worden door de deelgemeente in een verslag verwerkt en noodzakelijk nader onderzoek wordt gemonitoord. Gezien de resultaten is het nut en de noodzaak van dergelijke controles bewezen en gaat er tevens een preventieve werking vanuit. In totaal zijn in 2006 middels acht horeca-acties 78 lokaliteiten bezocht. In 2004 en 2005 waren dit er respectievelijk 78 en 81. In 2007 blijft het aantal horeca-acties (8) gehandhaafd. Daarnaast worden in samenwerking met de politieafdeling Horecataken en relevante dienst(en) adhoc overlastsignalen aangepakt. Het meldpunt Overlast van de deelgemeente Feijenoord fungeert als een belangrijke bron voor de integrale horeca-acties. Overlastmeldingen worden, net als het deelgemeentelijk dossier en de signalen die vanuit de participerende instanties worden aangedragen, meegenomen in de totstandkoming van de lijst van te bezoeken lokaliteiten bij integrale horeca-acties. In de jaren 2004, 2005 en 2006 zijn via het meldpunt Overlast respectievelijk 28, 17 en 19 meldingen geregistreerd van overlast met betrekking tot horeca. Op al deze meldingen is follow-up gepleegd door relevante partijen (wijkpolitie, DCMR, Horecataken).
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
55
Deelgemeentelijke targets: - het jaarlijks controleren van minimaal 75 horeca-inrichtingen in integraal verband; - het plannen van adhoc acties met relevante diensten bij urgente overlastsituaties; - het binnen twee weken plegen van follow-up op horecagerelateerde meldingen die bij het meldpunt Overlast zijn binnengekomen.
§ 5.4 Geluidsoverlast Met ingang van 1 januari 2006 is de inname en afhandeling van klachten over (mechanische) geluidsoverlast vanuit de horeca de taak van de DCMR. De meldkamer is het centrale inname punt van geluidsklachten. De politie heeft nog wel een rol als het gaat om acute geluidsoverlast, waarop zij de bevoegdheid heeft om direct op te treden. Om te bepalen of daadwerkelijk sprake is van geluidsoverlast worden door de DCMR geluidmetingen verricht. Afhankelijk van de mate van geluidsoverlast wordt een sanctie opgelegd in de vorm van een dwangsom of bestuursdwang. Voor de deelgemeente Feijenoord zijn in de periode 2004 – 2006 bij de DCMR 482 meldingen van geluidsklachten binnengekomen. In 2006 heeft de DCMR voor de gemeente Rotterdam 75 horecametingen uitgevoerd waaruit 15 handhavingbeschikkingen zijn gekomen. In de deelgemeente Feijenoord hebben vier metingen plaatsgevonden waaruit drie handhavingbeschikkingen zijn gekomen. Eenmaal is een dwangsom verbeurd verklaard en is de deelgemeente Feijenoord geadviseerd over te gaan tot inning. In 2007 is in het werkplan voor de gemeente Rotterdam opgenomen dat er 50 geluidmetingen worden gedaan waarbij ongeveer 20 handhavingbeschikkingen worden verwacht. Deelgemeentelijke targets: - het doorsluizen van overlastklachten op het gebied van mechanische geluidsoverlast naar de bevoegde handhavende instantie DCMR; - het monitoren van klachtafhandelingen middels de verslagen van de meetrondes; - het afstemmen van procedures en te nemen maatregelen via het Lokaal Milieu Overleg (LMO).
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
56
Bijlage I – Overzicht horeca Afrikaanderwijk Afrikaanderplein Afrikaanderplein Afrikaanderplein Bloemfonteinstraat Brede Hilledijk Hilledijk Hilledijk Hilledijk Hillelaan Hillelaan Hillelaan Hillelaan Hillelaan Hillelaan Hillelaan Hillelaan Jacominastraat Johannes Brandstr. Joubertstraat Joubertstraat Kaapstraat Leeuwensteinstraat Maashaven O.z. Maashaven O.z. Paul Krugerstraat Paul Krugerstraat Paul Krugerstraat Paul Krugerstraat Paul Krugerstraat Paul Krugerstraat Paul Krugerstraat Paul Krugerstraat Paul Krugerstraat Paul Krugerstraat Paul Krugerstraat Pretorialaan Pretorialaan Pretorialaan Pretorialaan Pretorialaan Pretorialaan Pretorialaan Pretorialaan Pretorialaan Pretorialaan Pretorialaan Putselaan Putselaan
2 7 38 1 60 105 155 247 7 15 19 23 41 52 50a 2 41 41 2f 74 34 57 213 216 42 50 60 92 97 101 133 202 214 250 85 – 87 17 25 35 64 66a – 68 102 12a 62a 70b 72 – 74 141 15 17a
restaurant ontmoetingscentrum speeltuin café/bar ontmoetingscentrum eetcafé café/bar café/bar café/bar café/bar cafetaria restaurant café/bar café/bar seksinrichting restaurant sportaccommodatie koffie-/theehuis ontmoetingscentrum kookstudio ontmoetingscentrum sportaccommodatie café/bar café/bar coffeeshop café/bar cafetaria cafetaria ijssalon café/bar café/bar café/bar cafetaria café/bar café/bar seksinrichting café/bar café/bar café/bar café/bar sportaccommodatie café/bar restaurant café/bar cafetaria restaurant café/bar café/bar
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
57
Putselaan Putselaan Putselaan Transvaalstraat Tweebosstraat Tweebosstraat
35 113 165 66 33 116
cafetaria café/bar café/bar hotel/pension ontmoetingscentrum ontmoetingscentrum
39 10 22 124d 14 – 16 26c 38c 76c 213 243 269 179b 181a 55 3 111 113a 11b 9b 62 182 8a 23a 190a 186b 46b 106b 43 32 75 8 89 136 113 – 115 139 – 141 59a 216 210a 242 – 244 248 25a – 26 2 19 – 20 9
café/bar koffie-/theehuis café/bar afhaalbedrijf seksinrichting koffie-/theehuis cafetaria eetcafé restaurant café/bar ijssalon café/bar cafetaria speeltuin cafetaria café/bar cafetaria cafetaria café/bar coffeeshop cafetaria koffie-/theehuis seksinrichting seksinrichting seksinrichting cafetaria cafetaria ontmoetingscentrum café/bar ontmoetingscentrum koffie-/theehuis ontmoetingscentrum cafetaria cafetaria cafetaria seksinrichting café/bar koffie-/theehuis cafetaria cafetaria ontmoetingscentrum coffeeshop party-/zalencentrum café/bar
Bloemhof Blazoenstraat Dordtselaan Dordtselaan Dordtselaan Dordtselaan Dordtselaan Dordtselaan Dordtselaan Groene Hilledijk Groene Hilledijk Groene Hilledijk Groene Hilledijk Groene Hilledijk Heer Daniëlstraat Heidestraat Hillevliet Hillevliet Hillevliet Hillevliet Jasmijnstraat Lange Hilleweg Lange Hilleweg Lange Hilleweg Lange Hilleweg Lange Hilleweg Meekrapstraat Meerdervoortstraat Oleanderplein Oleanderstraat Oudelandstraat Putsebocht Putsebocht Putsebocht Putsebocht Putsebocht Putsebocht Putselaan Putselaan Putselaan Putselaan Putseplein Sandelingplein Sandelingplein Sint-Andriesstraat
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
58
Sint-Andriesstraat Sint-Andriesstraat Stokroosstraat Strevelsweg Strevelsweg Strevelsweg Strevelsweg Strevelsweg
20 17 – 19 107 37 63 141 149a 55f
coffeeshop café/bar cafetaria coffeeshop restaurant café/bar seksinrichting cafetaria
53 387 30 83 257 267 313 171 – 173 197b 137 139 142 ong. 107 650 906 45 15e 42 90 55 48
café/bar koffie-/theehuis café/bar cafetaria coffeeshop seksinrichting café/bar cafetaria cafetaria ontmoetingscentrum sportaccommodatie ontmoetingscentrum ontmoetingscentrum ontmoetingscentrum restaurant ontmoetingscentrum sportaccommodatie restaurant café/bar café/bar café/bar koffie-/theehuis
30 26b 38 40b 1 15 21 32 46 50 98 149a 151 165 133 – 135 145a 33a 47a
café/bar café/bar cafetaria café/bar café/bar cafetaria café/bar cafetaria cafetaria restaurant cafetaria cafetaria café/bar café/bar restaurant cafetaria café/bar hotel/pension
Feijenoord Damstraat Nassauhaven Oranjeboomstraat Oranjeboomstraat Oranjeboomstraat Oranjeboomstraat Oranjeboomstraat Oranjeboomstraat Oranjeboomstraat Persoonsdam Persoonsdam Persoonsdam Persoonshaven Persoonshaven Persoonshaven Persoonshaven Piekstraat Piekstraat Roentgenstraat Roentgenstraat Rose-Spoorstraat Steven Hoogendijkstraat
Hillesluis 2e Rosestraat 2e Rosestraat 2e Rosestraat 2e Rosestraat Beijerlandselaan Beijerlandselaan Beijerlandselaan Beijerlandselaan Beijerlandselaan Beijerlandselaan Beijerlandselaan Beijerlandselaan Beijerlandselaan Beijerlandselaan Beijerlandselaan Beijerlandselaan Beijerlandselaan Beijerlandselaan
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
59
Beijerlandselaan Beijerlandselaan Brabantseplein Bree Bree Bree Bree Breeweg Breeweg Friesestraat Groene Hilledijk Groene Hilledijk Groene Hilledijk Groene Hilledijk Groene Hilledijk Groene Hilledijk Groene Hilledijk Groene Hilledijk Hilledijk Hilledijk Hilledijk Hilledijk Hilledijk Hillevliet Hillevliet Polderlaan Polderlaan Polderlaan Polderlaan Polderstraat Putselaan Randweg Riederlaan Riederlaan Riederlaan Riederlaan Riederlaan Schildstraat Slaghekstraat Slaghekstraat Slaghekstraat Slaghekstraat Slaghekstraat Slaghekstraat Slaghekstraat Slaghekstraat Vlasakkerstraat Walravenstraat Wapenstraat
47-II 82 2 49 27 – 29 31a 39b 3–5 65b 49 135 154 180 196 – 198 288 298 178b 296a 208 289 295 206 281b 140a 74b 15 67 31a 33b 75 64 4b 42 44 87 83 – 85 200 114 30 32 58 73 – 75 77b 103b 90b 140 12 33 12
café/bar café/bar ontmoetingscentrum sportaccommodatie café/bar cafetaria cafetaria speeltuin cafetaria ontmoetingscentrum cafetaria cafetaria restaurant cafetaria restaurant café/bar restaurant café/bar café/bar afhaalbedrijf café/bar seksinrichting coffeeshop café/bar cafetaria ontmoetingscentrum coffeeshop cafetaria koffie-/theehuis ontmoetingscentrum ontmoetingscentrum restaurant koffie-/theehuis cafetaria café/bar cafetaria ontmoetingscentrum koffie-/theehuis café/bar café/bar coffeeshop café/bar coffeeshop cafetaria coffeeshop ontmoetingscentrum speeltuin ontmoetingscentrum coffeeshop
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
60
Katendrecht Atjehstraat Atjehstraat Bellefleurhof Brede Hilledijk Brede Hilledijk Brede Hilledijk Brede Hilledijk Brede Hilledijk Fruitlaan Fruitlaan Hillelaan Rechthuislaan Rijnhaven Z.z. Sumatraweg Tolhuislaan Tolhuislaan Tolhuisstraat Veerlaan
56 90 197 102 125 141 187 281 2–4 6–8 77 16 24 5 119 263 107 74
ontmoetingscentrum restaurant ontmoetingscentrum café/bar speelhal café/bar cafetaria café/bar ontmoetingscentrum ontmoetingscentrum koffie-/theehuis cafetaria ontmoetingscentrum café/bar café/bar café/bar ontmoetingscentrum cafetaria
1 54 978 – 982 984 – 986 20 34 2 16 21 30 2a 4a 6b 71 87 – 89 91 95 97 99 105 – 177 107 153 91 246 469
ontmoetingscentrum cafetaria restaurant eetcafé café/bar café/bar café/bar café/bar eetcafé ontmoetingscentrum eetcafé restaurant café/bar café/bar café/bar restaurant restaurant eetcafé ijssalon - snackbar restaurant + afhaal restaurant cafetaria restaurant cafetaria cafetaria
39 95 120 32
ontmoetingscentrum café/bar party-/zalencentrum café/bar
Kop van Zuid Binnenhavenhof Factorij Laan op Zuid Laan op Zuid Rosestraat Rosestraat Stieltjesplein Stieltjesstraat Stieltjesstraat Stieltjesstraat Stieltjesstraat Stieltjesstraat Stieltjesstraat Vijf Werelddelen Vijf Werelddelen Vijf Werelddelen Vijf Werelddelen Vijf Werelddelen Vijf Werelddelen Vijf Werelddelen Vijf Werelddelen Vijf Werelddelen Vuurplaat Vuurplaat Vuurplaat
Noordereiland Maaskade Maaskade Maaskade Prins Hendrikkade
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
61
Prins Hendrikkade Prins Hendrikkade Prins Hendrikkade Prins Hendrikkade Prins Hendrikkade Prins Hendrikkade Prins Hendrikkade Van der Takstraat Van der Takstraat Van der Takstraat Van der Takstraat Van der Takstraat Van der Takstraat Van der Takstraat
88 89 107a 112 113b 60 – 61 129 2 48 51 85 93 109 216
cafetaria eetcafé café/bar seksinrichting restaurant restaurant café/bar café/bar café/bar eetcafé café/bar café/bar café/bar café/bar
40 408 412 579 633 655 659 241 245 / 251 442b 583b 62 71 27 134 140 190 334 478 245 300 309 4a 250 117 64 33 2 26 47a 41 91 58 230 54a 82a
party-/zalencentrum cafetaria café/bar party-/zalencentrum cafetaria eethuis (zonder alc.) café/bar seksinrichting café/bar cafetaria restaurant restaurant ontmoetingscentrum party-/zalencentrum sportaccommodatie sportaccommodatie sportaccommodatie café/bar café/bar ontmoetingscentrum cafetaria eetcafé seksinrichting bedrijfsrestauratie ontmoetingscentrum seksinrichting ontmoetingscentrum cafetaria ontmoetingscentrum cafetaria sportaccommodatie ontmoetingscentrum seksinrichting café/bar café/bar seksinrichting
Vreewijk Breeweg Dordtsestraatweg Dordtsestraatweg Dordtsestraatweg Dordtsestraatweg Dordtsestraatweg Dordtsestraatweg Dordtsestraatweg Dordtsestraatweg Dordtsestraatweg Dordtsestraatweg Dreef Dreef Dynamostraat Enk Enk Enk Groene Hilledijk Groene Hilledijk Groenezoom Groenezoom Groenezoom Jagerslaan Jan Ligthartstraat Lede Manpad Mare Motorstraat Ploegstraat Sikkelstraat Smeetslandsedijk Sparrendaal Strevelsweg Strevelsweg Strevelsweg Strevelsweg
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
62
Strevelsweg Strevelsweg Strevelsweg Valkeniersweg Vorkstraat Weimansweg
350 744 – 746 760 108 1–3 70 – 72
restaurant restaurant party-/zalencentrum ontmoetingscentrum ontmoetingscentrum ontmoetingscentrum
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
63
Bijlage II - Kwaliteitscriteria horeca § 1 Inleiding Kwaliteit en kwaliteitsverbetering zijn begrippen die veelvuldig worden gebruikt. Maar wat is kwaliteit? Kwaliteit is in enige mate te objectiveren (zoals bijvoorbeeld door ISO-normeringen plaatsvindt) maar heeft ook duidelijk subjectieve elementen in zich. Vertaald naar horeca: een jongere zal horeca vanuit een ander perspectief beoordelen dan een vijftigplusser. Praten over kwaliteit van horeca betekent dus ook nadrukkelijk aandacht hebben voor de doelgroep. Bijna iedereen heeft wel een favoriet restaurant of café waar je met enige regelmaat terugkomt omdat de sfeer prettig is. Kortom, de exploitatie heeft blijkbaar de kwaliteiten die aansluiten bij de persoonlijke voorkeuren en wensen. Het is echter ondoenlijk om in het kader van een deelgemeentelijke inspanning, op basis van individuele kwaliteitseisen, een algemeen beleid te formuleren. Maar het is wel mogelijk om meer in algemene zin een beeld te creëren ten aanzien van die aspecten die bepalend zijn voor de kwaliteitsbeleving. In deze bijlage wordt de kwaliteit van de voor te ontwikkelen horeca nader omschreven in direct waarneembare aspecten. Tevens wordt aangegeven welke (on)mogelijkheden er zijn om kwaliteitsverhoging van deze horeca daadwerkelijk vorm te geven.
§ 2 Kwaliteitscriteria Kwaliteitscriteria voor horeca zijn in grofweg 3 categorieën te onderscheiden: a. De functie (kenmerken van de onderneming): - goed ondernemerschap (geen negatieve antecedenten) d.m.v. toetsing exploitatieaanvraag en aanvraag drankvergunning - horeca-ervaring van de ondernemer - visie op klantvriendelijkheid - gericht op de juiste doelgroep bijv. winkelend publiek - bijdrage aan diversiteit van al aanwezige horeca binnen de doelgroep - onderbouwd ondernemersplan b. Het pand met eventueel bijbehorend terras: - schoon - verzorgd interieur - open uitstraling - nette en onderhouden gevel passend in straatbeeld - warme uitstraling - allure - authentiek - brand- en bouwtechnisch veilig d.m.v. controles - wel of geen aanwezigheid terras - het terras dient een kwalitatief hoogwaardige uitstraling te hebben - wel of geen afscheiding tussen terrassen toegestaan c.
De omgeving: - schoon en heel - open veilige locatie - voldoende parkeergelegenheid - goede bereikbaarheid
Samenvattend kan gesteld worden dat kwaliteit voor een groot deel wordt afgelezen aan direct waarneembare aspecten. Tegelijkertijd betekent dit ook dat op basis van uiterlijke kenmerken er soms een oordeel wordt gegeven dat niet altijd recht doet aan de feitelijke situatie (bijvoorbeeld een eetgelegenheid met een uitstekende kaart in een wat verlopen pand).
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
64
§ 3 Aanpak kwaliteit horeca In de vorige paragraaf is aangegeven dat de kwaliteitsbeleving van de horeca een resultaat is van drie afzonderlijke elementen, namelijk het pand, de onderneming en de omgeving. Hiermee kan ook iets gezegd worden over de partijen die verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit. Onderlinge wisselwerking
Pand
Functie
Omgeving
Eigenaar
Ondernemer
Overheid
De (deelgemeentelijke) overheid zal binnen de mogelijkheden erop toezien om bovenstaande kwaliteitscriteria dwingend op te leggen en te handhaven. Binnen de hieronder beschreven mogelijkheden, rolverdelingen en verantwoordelijkheden is het toch zeker de moeite waard kwaliteitsverbetering na te streven. De deelgemeente - de mogelijkheid creëren in het horecabeleid 2007 – 2011 voor vestiging c.q. omvorming in het kader van o.a. project Eat & Meet voor respectievelijk nieuwe en bestaande horeca(gerelateerde) inrichtingen; - het laten opnemen van kwaliteitsvoorwaarden in de huurovereenkomst in overleg met woningcorporaties en andere pandeigenaren op grond waarvan – bij geconstateerde overtredingen – het huurcontract kan worden ontbonden; - het toetsen van initiatieven aan de hand van een ondernemersplan; - het aangeven en vaststellen van de kwalitatieve criteria; - inrichting, beheer en veiligheid van het openbaar gebied. Het veiligheidsbeleid van de deelgemeente is gericht op deze doelstelling. De eigenaar - selectie van ondernemers. In plaats van in zee te gaan met de eerste de beste huurder zal in overleg met de deelgemeente een zorgvuldige selectie dienen plaats te vinden met aandacht voor de onder paragraaf 2 genoemde kwaliteitscriteria; - zorgen voor een goed onderhouden pand met een verzorgde uitstraling, vanzelfsprekend in overleg met de ondernemer. Als blijkt dat na vestiging/omvorming sprake is van bijvoorbeeld overlast, verwaarlozing van het pand of criminele activiteiten, dan wordt met particuliere eigenaren contact opgenomen om kwaliteitsverbetering te realiseren. De deelgemeente en eigenaar/verhuurder kunnen de huurder hierop aanspreken. Indien mogelijk kan de particuliere eigenaar verzocht worden op zoek te gaan naar een kwalitatief goede ondernemer/huurder. De ondernemer De ondernemers zijn een belangrijke schakel aangezien zij uiteindelijk met hun exploitaties zullen inspelen op de doelgroepen en wensen van de consument. Een ondernemer moet in het kader van het project diversiteit kunnen bieden om zo rekening te houden met de ambitie van het gebied. Ten aanzien van hun onderneming (incl. directe omgeving) moeten zij zorg dragen voor een schone, hele en veilige exploitatie.
Horecabeleid deelgemeente Feijenoord 2007 – 2011
65