Nieuwsbrief voorzitter en secretarissen/directeuren week 43
Programmaraad Stelsel Basisregistraties (PSB) De PSB bevestigde de lijn om het stelsel van basisregistraties uiterlijk in 2014 af te ronden. De deelnemende partijen dragen zelf de verantwoordelijkheid om hun organisatie en achterban gebruik te laten maken van dit stelsel. Volgens de PSB is er meer aandacht nodig voor het zichtbaar maken van de baten van zo’n stelsel. In dit kader is afgesproken dat er een analyse wordt gemaakt van het regeerakkoord in relatie tot e-overheid.
Werkgroep Slim Samenwerken Bestuursakkoord Water De werkgroep geeft advies aan de stuurgroep Water over de te realiseren bezuinigingen in het kader van het BAW. De basis hiervoor vormen reeds uitgevoerde businesscases voor deelonderwerpen. Waar deze niet beschikbaar zijn, wordt gebruik gemaakt van inzichten van de deelnemers van de werkgroep. Ook is afgesproken dat bestaande bezuinigingen meegenomen kunnen worden in de berekeningen. In het advies van de werkgroep wordt gestreefd naar een redelijke spreiding van de bezuinigingen over de 5 partijen uit het BAW: VNG, VEWIN, IPO, Unie van Waterschappen en Rijk. Ook is er afgesproken dat er een voorstel wordt opgesteld over de regionale samenwerking tussen RWS en waterschappen op kansrijke onderwerpen en worden de lopende samenwerkingsprojecten op ICTgebied tussen beide partijen in beeld gebracht.
Op onze website Regeerakkoord 2012 Waterschapspeil en Waterschapsspiegel 2012
1
Nieuwsbrief voorzitter en secretarissen/directeuren week 44
Klankbordgroep bespreekt regeerakkoord Op 1 november besprak de klankbordgroep het regeerakkoord. Na inleidende presentaties van Peter Glas en Albert Vermuë werd de mogelijke opstelling van de Unie van Waterschappen ten aanzien van het regeerakkoord besproken. De aandacht in het regeerakkoord voor het waterbeheer wordt gewaardeerd. De passages over de waterschappen: - uit Grondwet halen - opschaling tot 10 á 12 waterschappen in 2017 - samenvoeging van de waterschappen met de beoogde landsdelen in 2025 worden ver beneden de maat geacht. De klankbordgroep is van mening dat obstructie geen zin heeft, maar dat de Unie van Waterschappen zich wel duidelijk tegen deze punten moet uitspreken. Verdere medewerking aan de uitvoering van het Bestuursakkoord Water is voor de waterschappen slechts denkbaar als genoemde punten van tafel gaan. Verdere opschaling is een autonoom proces dat niet van bovenaf moet worden afgedwongen. Daarnaast hebben de waterschappen ruimte nodig bij de uitvoering van hun taken (Wet Hof / Schatkistbankieren). Ook dit punt moet de Unie in haar opstelling meenemen. Het regeerakkoord en de opstelling van de Unie van Waterschappen komen half december aan de orde in de ledenvergadering. Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Herman Havekes, 070-3519818.
Gesprek Albert Vermuë met nieuwe woordvoerders BZK van PvdA en VVD Op 5 oktober sprak algemeen directeur Albert Vermuë met de nieuwe woordvoerders Binnenlandse Zaken van de VVD en de PvdA. Het gesprek stond in het teken van de begrotingsbehandeling. Ook de Wet Hof en de waterschapsverkiezingen kwamen aan bod. Manon Fokke is de nieuwe woordvoerder BZK namens de PvdA. Omdat de waterschappen onbekend terrein waren voor haar, nam Lutz Jacobi ook deel aan het gesprek. Zij waren met name geïnteresseerd in de voordelen van gelijktijdige organisatie van de waterschapsverkiezingen met de gemeenteraadsverkiezingen. Zij gaven wel aan dat voor duidelijkheid op dit punt eerst het regeerakkoord moest worden afgewacht. Inmiddels is bekend dat in het regeerakkoord staat dat de waterschapsverkiezingen gelijktijdig met de provinciale verkiezingen plaatsvinden. In dat geval kan nog steeds gebruik worden gemaakt van dezelfde voordelen bij de organisatie, maar is opnieuw een wetsvoorstel voor uitstel van de verkiezingen noodzakelijk.
1
Fokke gaf aan graag op werkbezoek te gaan bij een waterschap. Het gesprek met Pieter Litjens, de nieuwe woordvoerder BZK namens de VVD, ging over dezelfde onderwerpen. Litjens, voormalig burgemeester van Aalsmeer, was met name geïnteresseerd in het standpunt van de waterschappen op de Wet Hof.
Middelen Natura 2000/ PAS Rijk, provincies en waterschappen zijn het eens over de verdeling van de extra middelen voor Natuur uit het lenteakkoord. Dat bleek half oktober al in een overleg waarbij vanuit de Unie van Waterschappen bestuurslid Stefan Kuks, dijkgraaf Lambert Verheijen en directeur Albert Vermuë aanwezig waren. De afspraken zijn op vrijdag 2 november door het ministerie van Economie, Landbouw & Innovatie bevestigd in een brief aan de Tweede Kamer. De brief vindt u in de bijlage bij deze nieuwsbrief. Met de middelen kunnen al op korte termijn projecten voor Ecologische verbindingszones gefinancierd worden. In die projecten wordt gezocht naar synergie met opgaven voor de Kaderrichtlijn Water. Ook zijn middelen beschikbaar voor het nemen van hydrologische maatregelen die van belang zijn de uitvoering van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Met die aanpak wordt gepoogd natuur en economische doelen met elkaar te verzoenen. De waterschappen gaan deze maatregelen uitvoeren, waarbij de provincies een belangrijke rol hebben in de planologische inpassing. Naast extra middelen van het Rijk, dragen de provincies ook bij aan de financiering van de verschillende maatregelen. Met deze afspraken wordt een belangrijke stap gezet naar het veiligstellen van belangrijke natuurwaarden (Natura 2000), gezocht naar synergie met maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren (KRW-maatregelen) en problemen voorkomen bij het verlenen van vergunningen voor economische activiteiten nabij natuurgebieden (PAS-aanpak). De waterschappen dragen zelf niet bij aan de kosten van de maatregelen. Voor een effectieve uitvoering is de komende tijd nog veel overleg nodig tussen waterschappen en provincies. De provincies krijgen na de decentralisatie van het natuurbeleid een belangrijke rol in het aanwijzen van natuurgebieden en het vormgeven van het beheer ervan.
Stand van zaken voorbeeldprocedures natuurterreinen Om helderheid te krijgen over de vraag, wanneer een terrein is aan te merken als een natuurterrein in de zin van de Waterschapswet en wanneer niet, worden door de Unie van Waterschappen en het Bosschap zogenaamde ‘voorbeeldprocedures’ gevoerd. De Unie van Waterschappen en het Bosschap hebben 6 gevallen geselecteerd die als landelijke voorbeeldzaken aan de rechter zijn voorgelegd. Op 24 oktober heeft de rechtbank Zwolle-Lelystad in 2 van deze voorbeeldzaken een voor de waterschappen positieve uitspraak gedaan. In de overige 4 zaken heeft nog geen mondelinge behandeling voor de rechter plaatsgevonden. Dit zal uiterlijk begin volgend jaar het geval zijn. Tot het moment waarop de rechters in alle voorbeeldzaken uitspraak zullen hebben gedaan, worden de waterschappen nogmaals gevraagd om bezwaarschriften die raakvlakken met de voorbeeldzaken hebben, niet af te doen. Dit voorkomt dat er zaken bij de rechter terecht komen die de voorbeeldzaken onbedoeld voor de voeten lopen. Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u terecht bij Virginia Anches.
2
75-jarig bestaan Association of Drainage Authorities De voorzitter van de Unie van Waterschappen, Peter Glas, was te gast op de jaarvergadering van de Engelse waterschappen (Internal Drainage Boards). Deze associatie vierde haar 75-jarig bestaan. Tijdens de jaarvergadering hielden zowel de minister voor Water, Milieu en Landelijk Gebied, de heer Richard Benyon, als de schaduwminister, mevrouw Mary Creagh, toespraken waarin het belang van het regionale waterbeheer werd benadrukt. De Engelse waterschappen ondervinden ook negatieve gevolgen van de economische crisis. Zo is het budget voor zowel investeringen als voor beheer en onderhoud fors gedaald. Tot slot nam Peter Glas de deelnemers in een betoog mee in de veranderende principes van het Nederlandse waterbeheer in de afgelopen 10-15 jaar: ruimte voor water, bouwen met de natuur, leven met water, vasthouden/bergen en afvoeren, en de politieke discussie over de waterschappen in Nederland.
Stuurgroep Platform duurzame glastuinbouw Op 31 oktober kwam de stuurgroep Platform duurzame glastuinbouw bijeen. Hieronder vindt u een korte terugkoppeling van de besproken onderwerpen. Topsector Tuinbouw en Uitgangsmaterialen / PPS Glastuinbouw Waterproof De PPS is nodig om de bijdrage van EL&I en LTO Glaskracht Nederland aan het Platform duurzame glastuinbouw te kunnen financieren. De ingediende PPS is positief beoordeeld door het reviewteam. Wel moet er nog stevig worden geprioriteerd, omdat de beschikbare financiële middelen met een factor 4 overtekend zijn. Daarnaast is op dit moment niet duidelijk wat het opheffen van het Productschap Tuinbouw vanaf 2014, zoals in het regeerakkoord staat, betekent voor de financiering. De stuurgroep is bezorgd over de situatie. Voortgang projecten Glastuinbouw Waterproof Door de financiële situatie bij de glastuinders, het voornemen om het Productschap Tuinbouw op te heffen en de financiële middelen van de ministeries komt de haalbaarheid om in 2027 een nagenoeg emissieloze kas te realiseren onder druk te staan. Vanuit de Unie van Waterschappen is gepleit om de projecten strakker te ordenen en focus aan te brengen. Verbreding platform glastuinbouw De stuurgroep onderschrijft de conclusie dat verbreding van het platform glastuinbouw met andere tuinbouwsectoren op bestuurlijk niveau onvoldoende draagvlak en te weinig inhoudelijke meerwaarde heeft. Begroting 2013 In de decembervergadering van de stuurgroep vindt definitieve besluitvorming plaats over de begroting 2013 en de financiering daarvan. Als de sector in 2013 geen financiële bijdrage kan leveren, houden de andere partijen hun bijdrage overeind om in 2013 tot een afronding van het platform te komen.
3
Extra vergadering Werkgroep Waterkeringen (WWK) Op 2 november kwam de WWK bij elkaar voor een extra bespreking over de voortgang in het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma. Het programmabureau nHWBP hield een presentatie over de stand van zaken van de programmering. De eerste analyse van de urgentiebepaling en categorisering van dijkvakken werd gepresenteerd. Er is lang stil gestaan bij de vervolgstap ‘clustering’. Het programmabureau wil op korte termijn een brief sturen aan de besturen van de waterbeheerders, om de dijkvakken en kunstwerken te clusteren in projecten. Kostenschatting speelt daarbij een rol. De WWK vroeg aandacht voor een goede afweging van de toe te passen methode voor kostenschatting. Daarnaast adviseerde de werkgroep om goed te kijken naar de aanbevelingen uit HWBP-2 op dit punt. Een ander aandachtspunt is het tijdschema waarin de AB’s moeten worden meegenomen in de programmering. De werkgroep stemde in met de aangepaste hoofdlijn voor de programmabeheersing nHWBP. Er werd kort stilgestaan bij de kennis- en innovatiestrategie. Ten slotte kwam de afstemming tussen Deltaprogramma en nHWBP aan de orde. De afstemming loopt in sommige deelprogramma’s nog niet goed. Het programmabureau en de staf Deltacommissaris hebben de waterbeheerders en de regionale deelprogramma’s verzocht elkaar op te zoeken. De WWK staat volgende keer uitgebreider stil bij dit onderwerp.
Op onze website Adviescommissie Water: Bestuurlijke balans in het waterbeheer Portefeuille Water naar minister Schultz van Haegen
4
> Retouradres Postbus 204012500EK Den Haag
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA ‘s-GRAVENHAGE
Di rec to r aa t - generaa l Natuur & Regio Programmadirectie Natura 2000 Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401 2500 EKDen Haag Factuuradres Postbus 16180 2500 BD Den Haag Overhe ids i den t i f i c a t i e n r 00000001003214369000
Datum Betreft
2 november 2012 Voortgang Natura 2000 / PAS
T 070 379 8911 (algemeen) www.rijksoverheid.nl/eleni
Geachte Voorzitter,
Ons kenmerk DGNR-PDN2000/ 12339006
Hierbij informeer ik, mede namens de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, uw Kamer dat wij op 10 oktober jl. met het Interprovinciaal Overleg en de Unie van Waterschappen hebben gesproken. Het gesprek ging over de kaders waarbinnen een oplossing moet worden gevonden voor financiering van de maatregelen ten behoeve van Natura 2000 en de Programmatische Aanpak Stikstof, dit op grond van de inventarisatie van de kosten door de provincies en de toetsing daarop van het IPO. Hiermee reageer ik ook op het verzoek van uw vaste commissie voor EL&I van 21 maart 2012.
Uw kenmerk 2012Z05436/2012D12347
Het Rijk, het IPOen de Unie van Waterschappen zijn tot de gezamenlijke conclusie gekomen dat er afdoende dekking beschikbaar lijkt te zijn voor het maatregelenpakket, ervan uitgaande dat de dekking ook in de jaren vanaf 2014 beschikbaar blijft en dat nu bekende beleidsopgaven na 2015 ook van middelen kunnen worden voorzien. De door de provincies begrote kosten voor hydrologie, herstelbeheer, herinrichting van bestaande natuur, specifieke brongerichtmaatregelen en overige kosten bedragen jaarlijks 75,6 miljoen euro in de eerste beheerplanperiode. Daarnaast moest nog dekking gevonden worden voor de post herstelmaatregelen voor het jaar 2013. Immers het decentralisatieakkoord voorziet daar pas in vanaf 2014. Deze post bedraagt 27,8 miljoen. De dekking voor bovenstaand kostenplaatje wordt als volgt gevonden: • • • •
30 miljoen euro als bijdrage voor herstelbeheer vanuit de gedecentraliseerde middelen via het Provinciefonds; de in de begroting 2013 opgenomen middelen voor hydrologie à 30 miljoen euro (20 miljoen begrotingsakkoord en 10 uit de begroting van het ministerie van Infrastructuur & Milieu); 15,6 miljoen euro uit de in het begrotingsakkoord opgenomen middelen voor herstelbeheer; uit de PAS-middelen 27,8 miljoen euro (middels kasschuif) die nog dit jaar via een decentralisatie-uitkering beschikbaar worden gesteld, waarmee het ontbrekende deel uit het decentralisatieakkoord wordt opgevangen.
Pagina 1 van 2
Di rec to r aa t - generaa l Natuur & Regio Programmadirectie Natura 2000
DGNR-PDN2000/ 12339006
Rijk, provincies en waterschappen vertrouwen erop dat met bovenstaand kader, mits meerjarig beschikbaar, het maatregelenpakket betaalbaar zal zijn. Binnen deze kaders gaan provincies nu voortvarend aan de slag om deze maatregelen in te passen in gebiedsprocessen en om draagvlak te verkrijgen voor de uitvoering hiervan. In de gebiedsprocessen zal worden bezien hoe de noodzakelijke ontwikkelopgave (verwerving en inrichting) binnen de beschikbare kaders sluitend kan worden gemaakt. De resultaten van deze ronde komen het voorjaar van 2013 beschikbaar en worden besproken bij de afronding van de PAS.Het belang van de afspraak in de uitvoeringsafspraken van 8 februari 2012 dat bij de gezamenlijke evaluatie in 2016 getoetst wordt of de ontwikkelopgave in combinatie met andere te nemen maatregelen toereikend is voor het realiseren van de internationale verplichtingen, is ook in het licht van de PASopnieuw onderschreven. Met bovenstaande afspraken is de weg in beginsel vrij om de uitvoering van maatregelen ter hand te nemen. Met de provincies heb ik bovendien het tijdpad en het eindbeeld van de PASvastgesteld. Omdat als gevolg van de voorlichting van de Raad van State een wetswijziging nodig is en ook andere onderdelen van adviezen van de Raad van State en de Commissie MER,zie ook Kamerstukken 32670, nr. 63 en 30654nr. 102, leiden tot aanpassing en verdere detaillering, zal de PASnaar verwachting op 1 januari 2014 in werking kunnen treden. De adviesaanvraag op de wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 zal ik in januari indienen bij de Raad van State. Met de provincies is besproken dat vooruitlopend op de inwerkingtreding van de PASzij in de huidige vergunningverlening op basis van bestaande kaders gebruik kunnen maken van voor PAS ontwikkelde instrumenten, zoals het rekenmodel Aerius, ecologische redeneerlijnen en de gebiedsanalyses.Ik ga er vanuit dat de provincies vooruitlopend op de PASin de vergunningverlening rekening houden met het beschikbaar houden en borgen van noodzakelijke ontwikkelingsruimte in de PASvoor regionale en nationale projecten (w.o. MIRT en snelheidsverhoging). Ondanks het uitstel van de inwerkingtreding van de PASben ik toch verheugd dat wij met de partijen tot overeenstemming hebben kunnen komen, zodat we een belangrijke stap in de implementatie van Natura 2000 hebben kunnen zetten.
(w.g.)
dr. Henk Bleker Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
Pagina 2 van 2