DE WATER waterbeleid en - beheer in uit voering, januari 2009, nummer 136
n i e uws, ac hte rgro n d e n , me n i ng e n
4 Huizinga: ‘Water bepalender voor de inrichting
van Nederland’ 7 Woonschepen kunnen weer drijven in Groningen 12 Nederlandse expertise bij Panamakanaal 14 WaterWegen: focus op de niche van de waterschappen 1 de water januari 2009
Voorlopige kosten-batenanalyse Waterveiligheid 21e eeuw gereed
waternieuws
CO L O FON CO L O FON de water is een uitgave van het DirectoraatGeneraal Water van het ministerie van Verkeer en Waterstaat in samenwerking met de uitvoeringsorganisatie Nationaal Bestuursakkoord Water (IPO, VNG, Unie van Waterschappen en de ministeries van VenW, VROM en LNV). Het magazine geeft nieuws, achtergronden en meningen over het actuele waterbeleid en de uitvoering daarvan en bericht over activiteiten in het kader van
Vorig jaar herfst is de voorlopige, ruwe analyse van de kosten
en baten van het programma Waterveiligheid 21e eeuw gereedgekomen. Dit rapport, dat in het jargon bekend staat als de
kengetallen kosten-batenanalyse (KKBA), is een achtergrond-
rapport bij de Ontwerpnota Waterveiligheid; die dient op haar beurt weer als basis voor het ontwerp-Nationaal Waterplan.
In het KKBA zijn, uit economisch oogpunt bezien, de optimale
veiligheidsniveaus per dijkring berekend. De methode die daarvoor is gebruikt, vindt zijn oorsprong in het rapport van
de Deltacommissie uit 1960 en komt overeen met de methode die het Centraal Planbureau heeft ontwikkeld en gebruikt bij het opstellen van de kosten-batenanalyse van het project Ruimte voor de Rivier. Het rapport presenteert resultaten,
maar geeft ook aan dat er nog veel onzekere factoren in de De in dit blad gepubliceerde meningen weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs het beleid van de hierboven genoemde organisaties. Geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit De Water is toegestaan, mits met bronvermelding. redactie :
Rob Bijnsdorp (BCP), Christina Boomsma (Netherlands Water Partnership), Ine Bruijns (BCP), Henri Cormont (inZicht), Georgine Mol (Unie van Waterschappen), Marinka van Nielen-Kiezebrink (Waterdienst), Kees Poot (Waterdienst), Robert-Jan Schoonenboom (DGW), Wout Snijders (Deltares), Harm Oterdoom (Waterdienst), Wim van Wijk (BCP).
fotografie :
inZicht, fotografie en advies, tenzij anders vermeld.
basisontwerp: dtp:
Eindeloos, Den Haag.
Eurostaq, Amsterdam.
druk:
Antilope, Lier (België).
redactieadres en abonnementenadministratie :
Bijnsdorp Communicatie Projecten (BCP), postbus 194, 1000 AD Amsterdam. Telefoon: (020) 320 82 60, e-mail:
[email protected]. De digitale versie van De Water is te vinden op www.waterkoers.nl en www.kaderrichtlijnwater.nl ISSN: 0926-3462. Dit magazine is gedrukt op chloorvrij papier.
foto voorpagina: marieke van der velden/hazazah. varen op het wad. een foto uit het nationaal waterplan. zie pagina 4 e.v.
DE WATER , je kunt niet zonder Mail voor een gratis abonnement:
[email protected]
berekeningen zitten.
Het KKBA-rapport is voorgelegd aan het Centraal Planbureau
voor een second opinion. Het CPB onderschrijft in grote lijnen de conclusies van de KKBA, maar wijst ook op onzekerheden in de
analyse, waaronder de te gebruiken rentevoet, de mate waarin
de dijkringen van elkaar afhankelijk zijn (systeem-werking) en de precieze definitie van de voorgestelde norm.
In 2010 moet de KKBA zijn vervangen door een volwaardige kosten-batenanalyse. Dan zal een definitieve indicatie van
de economisch optimale veiligheidsniveaus bekend zijn. De uitkomsten van die analyse zullen worden gelegd naast die van een analyse van het mogelijke aantal slachtoffers
(groepsrisico en plaatsgebonden risico) voordat de nieuwe normen worden vastgesteld. meer informatie : Deltares, Jarl Kind,
[email protected], tel. 06 534 269 87 ministerie van Verkeer en Waterstaat, Pieter Vermeer,
[email protected], tel. (070) 351 89 89 Het rapport Kengetallen kosten-batenanalyse Waterveiligheid 21e eeuw is te downloaden op www.nationaalwaterplan.nl. De second opinion is te downloaden op de website van het CPB: www.cpb.nl
Den Bosch krijgt groene rivier om de stad heen De A2 mag niet nog eens onder water komen te staan, zoals in
bescherming bieden’, legt Joop de Bijl, senior beleidsmede-
Maas ten westen van ’s-Hertogenbosch een groene rivier aan. De
voor Den Bosch betekent dit dat het Maaswater een volgende
1995. Om de kans daarop te verkleinen legt waterschap Aa en
maatregel is het antwoord op de aanleg van kades langs de Maas in Limburg.
De hoge waterstanden van de Maas in januari 1995 zorgden in
Limburg en Noord-Brabant voor veel overlast. In tal van dorpen en steden in Limburg liepen huizen en straten onder water. En
ter hoogte van Vught verdween het asfalt van de A2 onder een laag water. Een paar weken lang was er geen verkeer mogelijk op deze belangrijke noord-zuidverbinding. ‘In reactie daarop zijn in Limburg kades aangelegd, die voor de bewoners daar
werker waterveiligheid van waterschaap Aa en Maas uit. ‘Maar keer nog sneller voor de stad staat. En als dan de beken Aa en
Dommel ook veel regenwater hebben af te voeren, kunnen die dat niet op de Maas lozen. Sterker nog, het Maaswater zou wel eens via hun gezamenlijke monding, de Dieze, de stad in kunnen stromen. De stroomrichting zou dan omkeren.’
Om dat te voorkomen, is een paar jaar geleden het project
HOWABO, Hoog Water Bescherming ’s-Hertogenbosch, opgetuigd. Daarin hebben gemeentes, waterschappen, belangen-
groeperingen en de provincie naar oplossingen gezocht. De Bijl: ‘Dit najaar is besloten te kiezen voor een groene rivier, die ten zuiden van de stad begint en het water leidt naar de Vughtse
Gement en het Engelermeer ten westen van ’s-Hertogenbosch.
illustratie : waterschap a a en ma as
Op die manier voorkomen we dat stedelijk gebied onder loopt.’ Een groene rivier is in feite een droge rivier. Pas als in de Maas
het water extreem hoog staat, gaan de sluizen open en kan het
overtollige water via de groene rivier worden afgevoerd. Om de bewoners van dit waterbergingsgebied te beschermen zullen
er kades rondom hun bedrijven en huizen worden opgeworpen. ‘En voor het geval ze toch schade lijden, kunnen zij een beroep doen op een schadevergoedingsregeling.’
Het werk moet vóór 2012 klaar zijn, waarna er ruim 4,5 miljoen kubieke meter aan waterbergingscapaciteit bij is gekomen, voldoende volgens De Bijl om een herhaling van 1995 te voorkomen.
meer informatie : waterschap Aa en Maas, Joop de Bijl,
[email protected]
Delfland wil status van Waterschap 1 Het Hoogheemraadschap van Delfland wil in aanmerking
Van Haersma Buma: ‘Wij willen met de staatssecretaris
verzoek ingediend bij het ministerie van Verkeer en Water-
lasten zo laag mogelijk te houden. Wij noemen dat de Wa-
komen voor de status van Waterschap 1 en heeft hiertoe een staat. Met de toekenning van deze status hoopt Delfland de
waterschapstarieven op een aanvaardbaar niveau te kunnen houden.
Volgens dijkgraaf Van Haersma Buma is de waterschaps-
taak van Delfland vergelijkbaar met die van de vier grote
steden. Het beheergebied van Delfland is een relatief klein, dichtbebouwd en laaggelegen oppervlak waar bijna
1,4 miljoen mensen wonen en werken. Die omstandig-
praten over de mogelijkheden om Delfland te helpen de
terschap 1-status, omdat de rijksoverheid in het verleden ook de vier grote steden heeft geholpen om de water-
schapstarieven voor de inwoners op een aanvaardbaar niveau te houden.’ meer informatie: Hoogheemraadschap van Delfland, Pieter Baeten, tel. (015) 260 81 63, info@ hhdelfland.nl
heden maken het waterbeheer en de afvalwaterzuivering extra kostbaar.
Delfland heeft de afgelopen vijf jaar bijna een miljard
euro geïnvesteerd en voor de komende tien jaar staan nog eens investeringen gepland ter waarde van minstens 800
miljoen euro voor bijvoorbeeld verbredingen van boezemwateren, verbetering van poldergemalen en aanleg van
waterbergingen. Daar komen investeringen voor de KRW bij. Van Haersma Buma noemt het ‘ongewenst’ dat inwoners
en bedrijven in Delfland de komende jaren meer belasting moeten gaan betalen.
3 de water januari 2009
foto : photorealit y
inrichting van de woudse polder voor waterberging
foto : marieke van der velden/hazazah
achtergrond
Huizinga: ‘Water bepalender voor de inrichting van Nederland’ In december presenteerde staatssecretaris Tineke Huizinga het eerste Nationaal Waterplan. Het plan beschrijft wat er nodig is om Nederland ook voor toekomstige generaties veilig en leefbaar te houden. Daarbij gaat het om het voorkómen van overstromingen en om verbetering van de waterkwaliteit in de stroomgebieden van de Eems, Rijn, Maas en Schelde. De Water vroeg de staatssecretaris waarin de kracht schuilt van dit plan en welke mijlpalen in het waterbeheer zij wil bereiken. ‘Wanneer ik van Den Haag naar huis in Friesland rij’, zegt Tineke Huizinga, ‘dan kan ik genieten van de waterrijkdom van ons land. Het water drukt zijn stempel op ons
kennis die wij in ons land hebben opgebouwd delen met andere deltagebieden.’
landschap, onze ruimtelijke inrichting en onze economie.
Werken aan veiligheid
toekomst – met de verandering van ons klimaat – meer
prioriteit. Het advies van de Deltacommissie is daarvoor
Dat heeft het eeuwenlang gedaan, en dat zal het in de doen dan ooit. In het Nationaal Waterplan geef ik een
visie op de toekomst van Nederland als veilig, duurzaam en leefbaar waterland. Daarnaast vertaal ik die visie
in concrete maatregelen voor de korte termijn. Op veel
plekken moet het water schoner worden. Ook is het van belang beter te luisteren naar de stem van het water bij
de inrichting van ons land. Niet alleen vanwege het voorkómen van wateroverlast en droogte, maar ook met het
oog op de veiligheid van de generaties die na ons komen.’ Huizinga noemt ook andere belangrijke accenten in het
plan: ‘Denk aan de zoetwatervoorziening in de toekomst en aan de opwekking van duurzame energie. Ook is het
verstandig om te anticiperen op de klimaatverandering,
in samenspraak met onze internationale partners. Laten
we in internationaal verband de krachten bundelen en de
Huizinga: ‘Het vergroten van de waterveiligheid blijft
een stevige ondersteuning. De komende jaren staat veel
op het programma. Dijken die niet sterk genoeg zijn, worden voor 2015 aangepakt. De uitvoering van de projecten
Ruimte voor de Rivier en de Maaswerken zetten we krachtig voort. Dat geldt ook voor de aanpak van de zwakke
schakels langs de kust. Nieuw in het beleid is de inzet op veiligheid in drie lagen. De eerste en wat mij betreft
belangrijkste laag is: het voorkómen van overstromingen. We gaan na hoe we in de veiligheidsnormen beter rekening kunnen houden met de daadwerkelijke gevolgen
van een overstroming, zowel humanitair als economisch. In 2011 worden die nieuwe normen geïntroduceerd. Wanneer ze in de praktijk blijken te voldoen, worden ze vanaf 2017 van kracht. De tweede laag in het waterveiligheidsbeleid is: verstandige locatiekeuzes maken voor nieuwe
4 de water januari 2009
ziekenhuizen, elektriciteitscentrales en andere kwetsbare
Elders ontstaan nieuwe kansen voor wonen en recreatie in
mocht die onverhoopt toch plaatsvinden, beter in de hand
het Markermeer en de Veluwerandmeren los te koppelen
infrastructuur. Dan zijn de gevolgen van een overstroming, te houden. Als derde laag zie ik een goed geoliede organisatie die in tijden van crisis snel in actie komt en slachtoffers
van een overstroming in veiligheid brengt. Met de oefening Waterproef in november vorig jaar hebben we gezien dat de veiligheidsregio’s daar nu al veel beter op zijn voorbereid
dan een paar jaar geleden, maar het is nodig voortdurend
alert te blijven. Het kabinet wil dit type oefeningen daarom minimaal elke vier jaar gaan houden.’
buitendijks gebied. We kiezen ervoor het waterbeheer van
van het IJsselmeer. Daardoor ontstaan nieuwe kansen voor de natuur, maar ook voor buitendijkse ontwikkeling. Dat laatste moet natuurlijk wel heel zorgvuldig gebeuren. In
de Zuidwestelijke delta krijgen recreatie en visserij nieuwe kansen wanneer we daar de dynamiek van het getij herstellen en zo de plaag van blauwalgen in het Volkerak-
Zoommeer bestrijden. Het is dan wel van belang dat we
tegelijkertijd de zoetwatervoorziening in dit gebied goed regelen. Daarover wil ik dit jaar een besluit nemen.’
Samenhang binnen de stroomgebieden
Een andere interessante ontwikkeling die Huizinga noemt,
Huizinga: ‘Het Nationaal Waterplan bevat ook de beheer-
plannen die op basis van de Kaderrichtlijn Water zijn opge-
is de winning van duurzame energie op of met water. ‘Op de Noordzee gaan we grootschalige winning van wind-
steld voor de stroomgebieden van de Rijn, Maas, Schelde en
energie mogelijk maken. Het kabinet wil voor 2020 6000
stellingen er gelden en wie welke maatregelen gaat nemen
voor hebben we al twee gebieden aangewezen en we gaan
Eems. Ik heb samen met de regio’s afgesproken welke doelom die doelen te bereiken. Er is veel werk aan de winkel. De komende zes jaar gaan we 5,6 miljoen kubieke meter
vervuild baggerslib verwijderen. We gaan beken herstellen en natuurvriendelijke oevers aanleggen over een lengte
van ruim 2400 kilometer. We stellen zo’n 950 hectare aan
mest- en spuitvrije zones in. En we leggen 630 vispassages
aan voor het herstel van de visstand. Het is de kunst om die maatregelen met alle betrokkenen uit te werken en daar-
bij te zorgen voor zoveel mogelijk samenhang binnen een
Megawatt windenergie op de Noordzee realiseren. Daar-
na waar nóg twee geschikte gebieden kunnen worden aangewezen. Ik verwacht dat we in de zomer van 2010 kunnen beginnen met de uitgifte van kavels. Behalve op zee
creëren we ook kansen voor duurzame energiewinning bij
de Brouwersdam en de Afsluitdijk. Bij de Brouwersdam gaat het om getijdenenergie; bij de Afsluitdijk om het opwekken van energie met behulp van de zoet-zoutovergang naar de Waddenzee.’
gebied. Het water dient nadrukkelijk medebepalend te zijn
Ook wereldwijd
natuur, landbouw, recreatie en bedrijfsvestigingen.’
landen in laaggelegen delta’s bij het verminderen van over-
voor de inrichting van onze ruimte, naast woningbouw,
stromingsgevaar, het zorgen voor voldoende schoon water
Nieuwe kansen op ontwikkeling
en het bereiken van de millenniumdoelstellingen van de
De staatssecretaris wil met het Nationaal Waterplan kan-
Verenigde Naties. ‘Deze maand breng ik een bezoek aan
sen bieden voor ontwikkeling, juist door functies te com-
bineren. Ze noemt een paar voorbeelden: ‘In veel stedelijke gebieden zijn volop mogelijkheden om water en groen te
combineren met stadsontwikkeling. In Rotterdam, Bergen op Zoom en tal van andere plaatsen werkt men daar aan.
De staatssecretaris pleit voor actieve samenwerking met
Indonesië. Uit ervaring weet ik dat landen als Indonesië te
maken hebben met uitdagingen die sterk lijken op die van ons. Ook bij Jakarta daalt het land en stijgt de zeespiegel. We hebben een aantal delta’s op het oog waarmee we in-
tensief willen samenwerken. Die samenwerking willen we
foto : marieke van der velden/hazazah
5 de water januari 2009
meer nieuws
staatssecretaris tineke huizinga
missie aan de slag gegaan. Het belangrijke advies dat deze commissie heeft uitgebracht is nu vertaald in concrete
plannen voor de komende zes jaar met daarbij een visie
op de langere termijn. De volgende stap is nu een nieuwe Deltawet, waarvoor ik dit najaar een ontwerp aan de
Kamer aanbied. In die wet worden de taken en bevoegdheden geregeld van een Deltaregisseur die gaat zorgen
voor de samenhang en voortgang van de uitvoering van
het beoogde Deltaprogramma. Ook leggen we daarin een
financiële basis onder dat programma. Daarmee bereiken we een volgende belangrijke mijlpaal. Water heeft opvorm geven binnen het programma Partners voor Water, dat met zes jaar wordt verlengd tot 2015. In de loop van
dit jaar zal een keuze gemaakt worden uit de delta’s bij
Jakarta, de Mekong, de Ganges/Brahmaputra, de Incomati (Mozambique - red.) en de Nijl.’
nieuw een plek hoog op de politieke en maatschappelijke
agenda. Het is mooi daaraan met concrete initiatieven en acties een bijdrage te mogen leveren. Doel is een goede,
veilige en duurzame toekomst voor Nederland waterland. Daar werk ik aan met heel veel plezier.’ KP
Deltawet een volgende mijlpaal
‘Voor mij is de totstandkoming van het Nationaal Waterplan een belangrijke mijlpaal’, zegt Huizinga. ‘In
september 2007 heb ik de Watervisie uitgebracht en naar aanleiding hiervan is de door mij ingestelde Deltacom-
meer informatie : Ministerie van Verkeer en Waterstaat,
[email protected], tel. (070) 351 89 73
IJsseldelta: verdiepen of aftakken? Staatssecretaris Tineke Huizinga van Verkeer en Waterstaat laat een zogenoemde quickscan uitvoeren naar de gevolgen van het rapport van de Deltacommissie voor de ontwikkelingen in het gebied IJsseldelta-Zuid. De staatsecretaris wil die consequenties in beeld hebben, voordat ze een besluit neemt over de vervroegde aanleg van een bypass van de IJssel bij Kampen. De staatssecretaris staat voor de keuze het plan tot verdieping van het zomerbed van de IJssel te vervangen door het vervroegd aanleggen van een bypass bij Kampen. Deze aftakking is een extra geul tussen de IJssel en de Veluwerandmeren. De resultaten van
de quickscan, die naar verwachting in februari bekend zijn, maken deel uit van de besluitvorming. De Deltacommissie adviseert te anticiperen op grotere rivierafvoeren en daar maatregelen op af te stemmen. De aanleg van de bypass bij Kampen is zo’n maatregel en het eerder aanleggen heeft volgens de provincie Overijssel voordelen. Actuele ontwikkelingen in het gebied, waaronder de Hanzelijn, de N50, woningbouw en natuurontwikkeling, kunnen beter op elkaar worden afgestemd. Een andere aanbeveling van de Deltacommissie is het verhogen van het IJsselmeerpeil met maximaal anderhalve meter. De quickscan maakt duidelijk welke effecten een IJssel-
meerpeilstijging van een 0,5, 1 of 1,5 meter heeft voor zowel de bypass als de zomerbedverdieping. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat en de Provincie Overijssel met haar samenwerkingspartners hebben afgesproken dat de planvorming intussen doorgaat om geen tijd te verliezen. Het project IJsseldelta-Zuid richt zich op het gebied tussen Kampen, de IJssel en het Drontermeer. Doel van het project is de waterveiligheid, leef- en werkomgeving en doorstroom van het verkeer te verbeteren. meer informatie :
Jean Buskens, projectleider IJsseldelta,
tel. (038) 499 81 14,
[email protected]
IJssel
illustratie : provincie overijssel
Drontermeer
impressie van de inrichting van de bypass bij kampen
6 de water januari 2009
achtergrond
Woonschepen kunnen weer drijven in Groningen
foto : waterschap hunze en aa’s
Er moest iets gebeuren: de woonschepen dreven niet in de Groningse kanalen, grachten en havens, maar stonden op het slib. De modder was bovendien vervuild met kwik, een erfenis van bestrijdingsmiddelenfabrikant Aagrunol. De sanering vergde zes jaar en kende tal van problemen: na het eerste deelproject bleken alle ramingen veel te laag. Halverwege stokte de afvoer van het vervuilde slib naar IJsseloog door het uitblijven van een regionaal bestuursakkoord over de verwerking van slib in de eigen regio. Maar in december hieven bestuurders en de medewerkers van de waterschappen Hunze en Aa’s en Noorderzijlvest, de gemeente en de provincie Groningen het glas: de klus, de eerste sanering van waterbodems in een grote stad, was geklaard. Een terugblik. De Hunzehaven aan het Eemskanaal was niet meer be-
slib – van dat kanaal wordt rondgepompt. Dat is nodig om-
Groningen was niet meer te bevaren, de scheepvaart tussen
heeft en daarvoor is een circuit aangewezen, waarvan het
reikbaar voor coasters. De staandemastroute door de stad
Assen en Groningen via het Eendrachtskanaal kon alleen nog worden uitgevoerd met schepen die niet helemaal
waren beladen. En de woonschepen – waarvan Groningen
er zo’n 450 telt – hadden bijna allemaal vaste grond onder de voeten. ‘We moesten dus iets doen’, vertelt Sjouke Hoekstra, projectleider civiele en cultuurtechniek bij waterschap
Hunze en Aa’s, de opdrachtgever van het project Water-
bodemsanering stadswateren Groningen. ‘De vaardiepte was duidelijk in het geding, plus dat wij als waterschap verantwoordelijk zijn voor de waterkwaliteit. Met die kwaliteit
was het niet best gesteld door de kwiklozingen indertijd van Aagrunol in het Oude Winschoterdiep. Dit probleem was
nog verergerd doordat het water – en daarmee het vervuilde
dat de elektriciteitscentrale van Groningen koelwater nodig Oude Winschoterdiep deel uitmaakt.’
In zijn eentje kon Hunze en Aa’s het probleem niet oplos-
sen, doordat het slechts een deel van de wateren in de stad
beheert. Het noordelijk deel valt onder het rechtsgebied van waterschap Noorderzijlvest, terwijl de provincie het beheer voert over de vroegere rijkswateren, zoals het Eemskanaal. Ook de medewerking van de gemeente als ‘probleem-
eigenaar’ was vereist. Verder heeft ook het ministerie van
VROM een belangrijke rol gespeeld als subsidieverstrekker:
omdat de kosten van de sanering niet verhaald konden wor-
den op de veroorzaker, was het mogelijk een beroep te doen
op een subsidie in het kader van de Wet bodembescherming.
7 de water januari 2009
In oktober 2001 waren de voorbereidingen rond en begon
kwam er een kink in de kabel’, neemt Voetberg het weer
karwei opgeknipt in deelprojecten. Het eerste stuk dat
overleggen. Daarin moesten we als Groningse overheden
het eigenlijke werk. ‘Doelbewust hebben we het enorme we aanpakten was het Reitdiep’, vervolgt Hoekstra. ‘Dit
eerste project was bedoeld als proef om te kijken of alles zou gaan zoals we hadden bedacht’, vult Roel Voetberg, waterbodemdeskundige bij Hunze en Aa’s, aan. ‘En dat
is maar goed ook, want we schrokken ons wild toen we
daarmee klaar waren. Alles was meer en erger. Er kwam
veel meer bagger uit dan was geschat: geen 23.000 kuub,
maar 38.000 kuub. Ook haalden we veel meer grof vuil uit het water en bovendien belandde een deel van de bagger in een zwaardere klasse als gevolg van veranderingen in
de regelgeving. Als we de uitkomsten van dit proefproject zouden doortrekken naar het hele project, kwamen de
kosten niet op 18 miljoen euro uit, maar op 37 miljoen!’
Veenboor
De oorzaak van de grote verschillen tussen begrote hoeveelheid te baggeren slib en de werkelijk gebaggerde
hoeveelheid zit hem volgens Hoekstra in het feit dat er geschat moest worden, omdat moeilijk is aan te geven
aangeven dat we zelf aan oplossingen voor het stort-
probleem werkten. Dan mochten we in afwachting van
de oplevering van een depot bij wijze van overgang nog
in IJsseloog storten. Maar dat akkoord is er niet gekomen. Nergens overigens, met uitzondering van Zeeland.’
Voor het resterende zwaar vervuilde slib moest daarom
gaande de saneringsoperatie een andere oplossing wor-
den gevonden. ‘Nu was er in de contracten vastgelegd dat dit een zaak voor de aannemers was en die hebben ook
oplossingen gevonden. Zo is een deel opgeslagen op de
al vervuilde vloeivelden van de vroegere aardappelmeelfabrieken van Avebe.’
Aansprekender is de methode die is toegepast om het met
kwik vervuilde slib te verwerken tot een bruikbare grondstof. Voetberg: ‘Met behulp van koude immobilisatie hebben we dit slib in beton verwerkt dat vervolgens is toege-
past als fundering voor een wegvak even buiten de stad. Dat is voor het eerst dat deze methode is toegepast.’
waar het slib ophoudt en de bodem begint, zeker als die
Bewoners
een ouderwetse veenboor nauwkeuriger metingen kun-
noeuvreren met de werkboten moesten de woonschepen
uit veen bestaat. ‘Uiteindelijk hebben we met behulp van nen verrichten en een preciezere schatting kunnen ma-
opinie
over. ‘We moesten een regionaal bestuursakkoord kunnen
ken. In totaal zou er geen 360.000 kuub gebaggerd moeten worden, maar zo’n 600.000 kuub. Achteraf bleek het mee te vallen, want we zijn op 500.000 kuub blijven steken.’
Eén ding stond vast: meer baggeren betekende meer kos-
ten en dus moesten er aanvullende subsidiestromen worden aangeboord. Hoekstra: ‘Dat is gelukt. Er is nog zeven
miljoen bij elkaar gesprokkeld, het grootste deel bij ministeries, maar ook dankzij de Subbied-regeling en bijdragen van bedrijven die er baat bij hadden dat het vaarwater of de haven vóór hun bedrijfsterrein werd uitgediept.’
Sanering
Om overal te kunnen baggeren en om te kunnen ma-
worden verplaatst. Hoekstra: ‘Op dit punt hadden we
problemen verwacht, maar eigenlijk is alles soepel ver-
lopen. Ik hoor nog de zucht van opluchting op die eerste grote bewonersbijeenkomst, toen het antwoord op de
vraag hoe lang ze van hun plek moesten, hooguit een paar dagen was.’ Zeker toen het waterschap een premie in het
vooruitzicht stelde aan iedereen die langer in de tijdelijke, daartoe ingerichte, ligplaatshaven bleef dan de hoogst
noodzakelijke periode, was het schap van medewerking verzekerd. ‘Er hebben zich geen problemen voorgedaan.
Sterker, we zijn aan het einde van de rit zelfs bedankt voor de goede gang van zaken.’
Met Rijkswaterstaat als beheerder van het baggerdepot
Rioolaansluitingen
daar gestort mocht worden. ‘Maar na een paar jaar
grachten en havens ook schoon blijven, zijn diverse van de
IJsseloog was afgesproken dat slib van de klasses 3 en 4
foto : jan willem van vliet
hergebruik van baggerslip
Om te waarborgen dat de schoon opgeleverde kanalen,
bijna dertig overstorten die de stad telde, vervangen door bergbezinkbassins of anders zijn ze zo aangepast dat de inhoud van het riool minder snel in het oppervlakte-
water terecht komt. ‘En als laatste onderdeel van het project sluit de gemeente de woonschepen binnenkort aan
op het riool. Als dat niet kan, krijgen ze een drijvende IBA
(een systeem voor de Individuele Behandeling van Afvalwater), maar hoe dan ook, de lozingen op het open water horen over enkele maanden tot het verleden. Groningen is van zijn vuile slib af.’ WvW meer informatie : Waterschap Hunze en Aa’s, Sjouke Hoekstra,
[email protected] of Roel Voetberg,
[email protected]
8 de water januari 2009
bestuursregime en een eigen wettelijk kader. De
commissie kiest daarmee een sectorale koers. Dit
in tegenstelling tot bijvoorbeeld de structuurvisie Randstad 2040, waarin rood, groen en blauw in samenhang aan bod komen, of het Meerjaren-
programma Infrastructuur Ruimte en Transport (MIRT): een bundeling van ruimtelijke en
infra-investeringen. De voorstellen van Veerman
zijn een stap terug op deze weg. Ze zouden meer integraal moeten worden uitgewerkt. Dit stelt Friso de Zeeuw, praktijkhoogleraar Gebiedsontwikkeling aan de TU Delft en directeur Nieuwe Markten bij Bouwfonds Property
arike tomson
secretaris-directeur waterschap noorderzijlvest
patrick poelmann
dijkgraaf Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
bart schultz
hoogleraar land and water development unesco-ihe, top-adviseur rijkswaterstaat
Development.
]
Tot op zekere hoogte stand alone De opvattingen van de Deltacommissie passen in de Nederlandse traditie, dat de waterstaatszorg tot op zekere hoogte stand alone wordt uitgeoefend. Het waterschap als functionele bestuursvorm, met een eigen belastingstelsel, is daarvan het meest sprekende voorbeeld. Voor die traditie is ook een goede reden: ons laaggelegen land is bij uitstek kwetsbaar voor wateroverlast en overstromingen, en dus gebaat bij continuïteit van het beheer van onze waterkeringen en van het water. Hiermee verschilt deze tak van overheidssport van bijvoorbeeld de ruimtelijke ordening of de zorg voor onze infrastructuur. Extreem gezegd: als ons land is ondergelopen, is een visie op de Randstad niet meer nodig en is van mobiliteit geen sprake meer. Dat betekent natuurlijk niet dat de waterstaatszorg in splendid isolation zou moeten worden uitgeoefend. Maar dat is ook niet het geval: de hoofdlijnen van het beleid worden immers door rijk en provincies na politieke afweging met andere belangen vastgesteld, en ook op dat niveau ruimtelijk verankerd. Met Friso de Zeeuw ben ik het vaak eens. Maar nu dus kennelijk niet!
Goede integrale visie van groot belang Ik ben het geheel met de stelling eens. We doen in ons land namelijk aan waterbeheer en bescherming tegen overstromingen in verband met het feit dat we er wonen, werken en recreëren. Hierbij hebben we tevens oog voor het milieu en de natuur. Bovendien zijn we kennelijk niet van plan om ons binnen enkele eeuwen uit het lage deel van ons land terug te trekken. Sterker nog: we bouwen vooral in het lage deel. Met andere woorden: grondgebruik, milieu, waterbeheer en veiligheid zijn nauw verweven en dienen daarom in samenhang te worden bezien. Hierbij is van belang dat de wijzigingen in
het grondgebruik zich veel sneller voltrekken dan de wijzigingen ten gevolge van klimaatverandering. Deze wijzigingen zouden daarom vooral als uitgangspunt moeten dienen voor te nemen maatregelen op het gebied van waterbeheer en veiligheid. Een goede integrale visie, gebaseerd op ruimtelijke ordening en waterbeheer, is voor de toekomst dan ook van groot belang. Dat neemt niet weg dat het Deltaplan uit oogpunt van waterbeheer en veiligheid wel een aantal duidelijke richtingen heeft voorgesteld. Deze voorstellen kunnen echter pas echt hun definitieve vorm krijgen in nauwe interactie en iteratie met de ruimtelijke ordening.
Eén aansprekende aanpak Voor een lekkere maaltijd heb je goede ingrediënten, bekwame koks en keukenapparatuur nodig. Een plan kan pas integraal worden wanneer vergaarde inzichten op terreinen als verkeer, woningbouw, landbouw, recreatie, milieu, water, ICT, veiligheid worden gebundeld in één aansprekende aanpak, waarin effecten van te maken keuzes op elkaar zijn afgestemd. Wat de commissie-Veerman op verzoek van het kabinet heeft gedaan is, samen met de wetenschap, verkennen waarmee we rekening moeten houden als het gaat over klimaatverandering, zeespiegelstijging, rivierafvoer en bodemdaling. De kracht van het werk van de Delta-
commissie is dat zij op basis van die bevindingen vervolgens een pakket van maatregelen heeft geschetst dat naar haar inzicht de komende tientallen jaren op ons afkomt om ons land waterveilig en leefbaar te houden. Met een raming van wat dat allemaal gaat kosten. En met ruimte voor het doen van nadere keuzes bij de uitwerking, denk aan zoiets als het wel of niet laten stijgen van het peil van het IJsselmeer. De Deltaregisseur moet er op toezien dat die keuzes ook worden gemaakt. Daar kunnen de plannenmakers van Randstad 2040 en MIRT hun voordeel mee doen en hun plannen bij de verdere uitwerking écht integraal maken.
Aanjager Het lijkt mij absoluut verstandig om veiligheid – een zaak van zo groot nationaal strategisch belang, waaraan langdurig zulke grote kosten zijn verbonden – op nationaal niveau goed te regelen. En dat je dat ‘sectoraal’ doet ook. Veiligheid garanderen is geen zaak van theekransjes of rookfauteuils. Het hoeft immers niet te worden afgezet tegen andere belangen; het is evident dat het gebeurt en dus is het ook evident dat daar geld voor wordt geoormerkt. Goed om dat gewoon in de wet vast te leggen, regisseur er op. Klaar! Niet verder over soebatten.
Dan de uitvoering, dat is een ander chapiter. Daar komen de integraliteit en de dialoog om de hoek. De verwachte grootschaligheid van de ingrepen en de tijd die we – nog – hebben om tot oplossingen te komen bieden een enorme kans om dit op ‘moderne’ wijze aan te pakken: om gebiedsspecifiek tot een goede samenhang te komen van groen, blauw en rood. Of welke andere combinatie van kleuren dan ook. Door dit slim aan te pakken kunnen de gegarandeerde fondsen voor de veiligheid worden vermenigvuldigd met gemeentelijke, provinciale, private of andere (rijks)gelden en zo aanjager zijn voor echte integrale gebiedsontwikkeling.
9 de water januari 2009
stelling
anderhalf miljard euro per jaar, een eigen
jan jaap de graeff
Toelichting: Het Deltaplan van de commissie-Veerman claimt
algemeen directeur Natuurmonumenten
[
Deltaprogramma mag integraliteit niet uit het oog verliezen
meer nieuws
Rijn is minder zout
De Rijn voerde in 2007 aanzienlijk
Metalen
chroom, koper en antimoon aan dan
laten ook de metalen een daling zien.
minder zouten, sulfaat, magnesium, in voorgaande jaren. Toch liggen de
gehaltes van veel stoffen nog boven de normen. Pas na enkele jaren kan
worden gezegd of er sprake is van een trend, stelt RIWA-Rijn, de vereniging van Rijnwaterbedrijven, in haar jaarrapport over 2007.
Sinds de Franse kalimijnen zout
gingen lozen op de Rijn, omstreeks
1930, is het Rijnwater aanmerkelijk
zouter geworden. In de jaren dertig
schommelde de zoutvracht nog rond de 125 kg/sec, maar tegen het einde
van de jaren zeventig van de vorige eeuw was dit al opgelopen tot
Met uitzondering van lood en barium Waarom juist lood en barium wel een stijging vertonen, is onbekend.
Overigens was de toename van
barium van tijdelijke aard; de hoge
concentraties van vorig jaar worden
van het rijnwater wordt gecontroleerd
Reductiedoelstellingen
Over nutriënten en PAK’s merkt
oplosmiddelen), maar dat nieuwere
van de Kaderrichtlijn Water om de
geur-, kleur- en smaakstoffen,
RIWA-Rijn op dat de doelstellingen hoeveelheden stikstof en fosfaat
(nutriënten) en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s) terug te dringen, niet gehaald zullen worden. Streefwaarden
Daarmee ligt de gemiddelde zout-
het beleid nog altijd meer gericht is op
vracht bij Lobith weer op het niveau van 1949.
een meetpunt bij lobith waar de kwaliteit
nu niet meer gemeten.
400 kg/sec. Daarna zette een daling in die vorig jaar uitkwam op 167 kg/sec.
foto : laurens van zijp
RIWA-Rijn wijst er nogmaals op dat
de meer “klassieke” verontreinigingen (PAK’s, zware metalen, industriële
Rustgebieden Voordelta afgebakend Rijkswaterstaat is in november begonnen met het afbakenen van de rustgebieden in de Voordelta. Deze gebieden zijn
verontreinigingen (geneesmiddelen, benzine-additieven) de waterleiding-
bedrijven veel meer zorgen baren. Het zoveel mogelijk beperken van de
emissies van deze stoffen naar water
moet nog grotendeels op gang komen. meer informatie: RIWA, Peter Stoks,
[email protected]
Oude Maasarm gaat weer meestromen
aangewezen voor natuurbescherming en als compensatie voor
Tussen Ooijen en Wanssum in Noord-Limburg ligt de circa
hectare, verdeeld over vijf zeelocaties voor de Zuid-Hollandse
deze rivierarm te benutten voor hoogwaterbestrijding. Als
de Tweede Maasvlakte. In totaal gaat het om ruim 6000
en Zeeuwse eilanden, waar beperkingen gelden voor visserij en recreatie.
Het ministerie van LNV heeft de Voordelta aangewezen als
tien kilometer lange oude Maasarm. Het plan bestaat om het water in de Maas te veel stijgt, kan de oude Maasarm een deel van waterafvoer overnemen. Hiertoe wordt een nieuwe aansluiting gegraven bij Ooijen.
Natura 2000-gebied. De vijf rustgebieden zijn: Hinderplaat,
Het weer laten meestromen van de oude Maasarm maakt
van Voorne en Verklikkerplaat. Ze zijn omschreven in het
staan maatregelen voor ruimte voor de rivier om voldoen-
Bollen van de Ooster, Bollen van het Nieuwe Zand, Slikken
Beheerplan Voordelta en bieden bescherming aan vogels en
zeehonden. Voor de begrenzing op zee legde Rijkswaterstaat circa honderd gele, kunststof tonnen uit. Een ingewikkeld
karwei, omdat de tonnen veelal in de brandingszone en op ondiepe plekken liggen.
De aanleg van Maasvlakte 2 en de bijbehorende verplichte natuurcompensatie maken deel uit van het Project Main-
portontwikkeling Rotterdam (PMR). Naast de instelling van
het bodembeschermingsgebied met rustgebieden omvat de compensatie 35 hectare nieuwe duinvallei.
PMR heeft tot doel de mainport Rotterdam te versterken,
maar ook de leefbaarheid van regio Rijnmond te vergroten. PMR is een samenwerkingsverband van rijks- en regionale overheden en Havenbedrijf Rotterdam.
deel uit van de Integrale Verkenning Maas (IVM). Daarin de waterafvoer te garanderen. Deze maatregelen werden
onderzocht na de hoogwaterperikelen in de jaren negentig. De projectorganisatie Ooijen-Wanssum, waarin zes overheden samenwerken, heeft naast hoogwaterbestrijding
oog voor het verbeteren van het omringende gebied. Daar
kan een bijzonder landschap ontstaan en is tevens ruimte voor economische ontwikkeling.
De gebiedsontwikkeling bestaat dan ook uit een aantal met elkaar samenhangende deelprojecten, zoals de uitbreiding van de haven in Wanssum, de aanleg van een
rondweg langs deze plaats en woningbouw. In 2009 worden deze ontwikkelingen vastgelegd in een gebiedsplan.
De belangrijkste voorstellen worden eerst voorgelegd aan bewoners en ondernemers in het gebied.
meer informatie:
meer informatie:
PMR in Uitvoering, tel. (070) 351 14 63,
Projectbureau Ooijen-Wanssum,
[email protected]
Jacques Vrusch, tel. (0478) 69 92 86,
[email protected]
10 de water januari 2009
Boomvrije dijk voorkomt dat bevers gaan graven Als de teen van een dijk vrij van wilgen
Rattenvangers die op zoek waren naar
bevers gangen gaan graven. Ook helpt
ontdekten de wel erg forse inzwem-
wordt gehouden, is de kans klein dat
het als er een vlak stuk van een meter of twintig voor de teen van de dijk wordt
aangelegd. Een derde mogelijkheid die
Alterra de dijkbeheerder in het rapport
Graverij van bevers in rivierdijken in de Gelderse Poort biedt, is het aanbrengen
van gaas, zowel in de grond als langs het talud van de dijk.
Drie keer in de afgelopen jaren zijn
bevers ‘betrapt’ op het maken van holen in dijken. In de Ellecomse Dam, langs de
Waal ten oosten van Nijmegen, ging het om een 25 meter lange gang die
eindigde in een hol dat zich 5 meter
boven de waterlijn bevond. ‘Meestal
doen ze dat op momenten dat het water erg laag staat’, legt Harry Woesthuis,
boswachter bij Staatsbosbeheer regio
Oost, uit. ‘Bevers willen een ingang naar hun burcht die zo vaak mogelijk onder water staat.’
holen van muskus- en beverratten, opening en waarschuwden Staats-
bosbeheer. Die natuurbeheerorganisatie nam bij de uitzetting van de eerste
bevers in de Gelders Poort, in 1994, op
zich alle ongemakken weg te nemen die de bevers zouden veroorzaken. ‘Toen
foto : jacques van der neut
zich een derde geval van graverij
vóór de teen van de dijk aan te leggen.
de Ooijpolder zich te roeren’, vervolgt
op het gedrag van bevers om ook bij
voordeed, begon ook de bevolking van Woesthuis. ‘Dat was voor ons reden om
Alterra te laten onderzoeken wat je aan het probleem kan doen.’
In zijn rapport doet Alterra drie
aanbevelingen. Allereerst is het zaak
wilgen aan de teen van de dijk weg te halen, want in alle gevallen waarin
bevers tot nu toe zijn gaan graven, ging
het om plekken waar begroeiing aan de
teen van de dijk stond. Vervolgens raadt Alterra aan om op plekken waar bevers zitten of binnen enkele jaren te
De derde aanbeveling heeft betrekking flink hoge waterstanden een gang te
gaan graven. Woesthuis: ‘Daarom moet
je gaas aanbrengen, zowel rechtstandig in de grond als evenwijdig aan het
talud, onder de graszoden. Als bevers op gaas stuiten, houden ze op met graven.’ meer informatie: Staatsbosbeheer, Harry Woesthuis,
[email protected]
verwachten zijn, een vlak stuk grond
Rotterdam verkiest trapdijk boven gewone dijkverzwaring Rotterdam onderzoekt de mogelijkheid om waterkeringen in
als een bodemvreemd element, waarvoor geen plaats is
zo’n met damwanden uit verticale en horizontale vlakken
Hollandse Delta en het hoogheemraadschap Delfland of
de vorm van een trapdijk te verhogen. Groot voordeel van opgebouwde dijk is dat de loze ruimte die het talud nu
inneemt, kan worden benut. Ook hoeven bij dijkverzwaring niet per se woningen te worden gesloopt.
De komende jaren moeten verschillende dijken langs de Nieuwe Waterweg en de Nieuwe Maas breder en hoger
worden gemaakt. Als een van de eerste staat een dijk in Hoek van Holland op het programma. En ook aan de
Hilledijk in Rotterdam-Zuid moet iets worden gedaan.
‘Verzwaring van de Hilledijk op de traditionele manier
komt neer op sloop van de bebouwing’, vertelt Joep van Leeuwen, adviseur klimaatverandering bij Gemeente-
werken Rotterdam. ‘Om dit te voorkomen hebben we op
in een dijk. ‘Daarom onderzoeken we met het waterschap hier een mouw aan te passen is.’ Van Leeuwen hoopt over enige maanden uitsluitsel te hebben. ‘Als het niet kan,
moeten we zo langzamerhand aan de voorbereidingen voor de sloop van de huizen beginnen.’
Intussen werkt Rotterdam samen met het Havenbedrijf
Rotterdam, de waterschappen, de provincie en het Civiel-
technisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving (CUR) de trapdijk in detail uit. meer informatie: Gemeentewerken Rotterdam, Joep van Leeuwen,
[email protected]
andere mogelijkheden gestudeerd en dat heeft geleid tot de trapdijk. Door verticale schermen te plaatsen en de
illustratie : gemeente rotterdam
ruimte ertussen vlak te maken ontstaat een terrasvormige
de trapdijk in doorsnee
dijk. Elke trede of elk terras kan anders worden gebruikt, bijvoorbeeld voor groen of parkeervakken, terwijl de schermen voor de stabiliteit zorgen.’ Superdijk
Eventueel is de trapdijk uit te bouwen tot een superdijk van wel 500 meter breed, waarbij er op de horizontale
vlakken ruimte is voor wegen of zelfs bebouwing. Punt is
wel dat een damwand in de wetgeving beschouwd wordt
11 de water januari 2009
foto : rob de jong/deltares
achtergrond
Het Panamakanaal wordt verbreed en verdiept en er komen nieuwe, grotere sluizen bij. Dat is nodig om grotere schepen van de Stille Oceaan naar de Caribische Zee te kunnen krijgen en andersom. Aan de nieuwe sluizen worden zware eisen gesteld: men moet uiterst zuinig zijn met het verlies van zoet schutwater en er mag via de nieuwe sluizen nog maar weinig zout zeewater met het schutten mee in het bovengelegen Lago Gatún terechtkomen. Twee problemen waar Nederlandse experts hun tanden in zetten.
Nederlandse expertise komt van pas bij uitbreiding Panamakanaal Het 81 km lange kanaal doorsnijdt de landengte van
Chagres. Een stuwmeer was nodig om voldoende water
makanaal, na de uitbreiding moeten dat er 18.000 zijn.
voorkomen. Daarnaast is het meer van belang voor de
Panama. Jaarlijks varen er 14.000 schepen door het PanaIn 2007 bedroegen de inkomsten uit het kanaal ruim 1 miljard dollar.
Bij de aanleg, een kleine honderd jaar geleden, is besloten om het kanaal 26 meter boven zeeniveau aan te leggen. Dan hoefde er aanzienlijk minder gegraven te worden.
Dit besluit betekende wel dat er aan beide uiteinden drie in serie geschakelde sluizen nodig waren om het hoog-
bij de hand te hebben om het leeglopen van de sluizen te drinkwatervoorziening van ruim een miljoen inwoners van Panama-stad en inheemse indianenstammen in de
wijde omgeving van het meer, die in de loop van de jaren meer drinkwater zijn gaan gebruiken. Het is daarom
belangrijk dat er niet te veel zeewater in het Lago Gatún kan doordringen.
teverschil te overbruggen. Het kanaal loopt voor een
Uitbreiding
van het kanaal is hiertoe een riviertje afgedamd, de Rio
drie in serie geschakelde sluizen, geschikt voor grotere
groot deel door een stuwmeer, Lago Gatún. Bij de aanleg
De twee sluiscomplexen worden uitgebreid met wederom schepen (post-Panamax-schepen). Uitdrukkelijke wens is
dat de passage van een sluiscomplex niet veel langer mag duren dan de 1,5 à 2 uur. Lukt dat, dan wordt de capaciteit van de sluizen goed benut en hebben de schepen minimaal oponthoud: tijd is geld.
Bij een grotere sluis nemen de hoeveelheden schut- en
lekwater toe. Maar in het stroomgebied van de Rio Chagres en de andere riviertjes valt natuurlijk niet méér
water. Ook kan er meer zout water binnenkomen. De
oplossing voor deze problemen is gevonden door bij de sluizen spaarbekkens aan te leggen en daarnaast het
stelsel van omloopriolen en schuiven dat nodig is voor het foto : canalmuseum.com
het kanaal kort na de opening
vol- en leeglopen van de sluizen, nog beter uit te kienen.
Vooral het tegengaan van zoutindringing vereist een nog zorgvuldiger operationeel sluisbedrijf. 12 de water januari 2009
Masterplan
!
Het Panamakanaal is sinds 2001 eigendom van Panama.
De kanaalautoriteit ACP (Autoridad del Canal de Panamá)
#ARIBBEAN /CEAN
neemt de exploitatie voor zijn rekening. Voor een doorvaart wordt gemiddeld 45.000 dollar gerekend. Omdat
0!.!-!
,IMON "AY 'ATUN $AM
,AKE -ADDEN
'AUN ,OCKS
Panama voor de uitbreiding onder andere geld leent van
de Wereldbank, staat het bouwproces onder toezicht van
-ADDEN $AM
'ATUN ,AKE
die financier. ACP heeft voor de uitbreiding eerst een
masterplan-studie uitgevoerd. De containervaart is flink
0ANAMA #ANAL
gegroeid en de belangrijkste verkeersstromen zijn nu die
tussen Oost-Azië en de oost- en westkusten van de beide Amerika´s. Ook zijn voor het masterplan inrichtings-
0EDRO -IGUEL
alternatieven uitgedokterd. Zou er niet beter een geheel
'AILLARD #UT
0ANAMA #ITY
-IRAFLORES ,OCKS
nieuw kanaal kunnen worden gegraven? Zou het hele
kanaal op zeeniveau kunnen komen te liggen met mis-
0!.!-!
schien maar één sluis? Zou het niet beter zijn het stuw-
meer te compartimenteren? Of zou het schut- en lekwater
0ANAMA /CEAN "
niet beter kunnen worden teruggepompt? Bij deze voor-
studie zijn verschillende Nederlandse experts betrokken
geweest, onder andere van Deltares. Uiteindelijk is ervoor gekozen om het kanaal te verbreden en te verdiepen en
!
nieuwe, grotere sluizen naast de bestaande te bouwen.
" 16-12-08 14:36:24
kanaaluitbreiding gegund.
Na de voorstudie hebben vier aannemercombinaties zich
Met de totale kosten van de verbreding en verdieping
kunnen pre-kwalificeren voor ontwerp en bouw van de
nieuwe sluizen. Ook in deze tweede fase zijn Nederlandse
bedrijven als onderaannemers in de race. Halverwege volgend jaar wordt bekend aan welke aannemerscombinatie de opdracht wordt gegund.
van het kanaal en de bouw van de nieuwe sluizen is een bedrag van tien miljard dollar gemoeid.
Het is de bedoeling dat het kanaal in 2014 is aangepast, precies 100 jaar na de opening.
Het kanaal zelf moet ook worden verbreed en verdiept.
WS
met de aanleg van de nieuwe kanaalpanden en de verbre-
meer informatie:
het Nederlandse DHV en twee andere partners de
Tom Jongeling,
[email protected]
ding en verdieping van de vaargeulen. De ACP heeft aan
Panama.indd 1 uitvoering van het programmamanagement van de
Ook het kanaal wordt aangepakt
Vooruitlopend op de bouw van de sluizen is al begonnen
Deltares, Rob de Jong,
[email protected],
Zie ook het dossier op www.waterland.net/panamakanaal
Het terpenproject ‘Overdiepse Polder’
het terpenplan is ontwikkeld door de
30 centimeter. Dit heeft positief
een internationale prijs gewonnen voor
verbeelding spreken.
en komt dus de veiligheid van het hele
van de provincie Noord-Brabant heeft
waterbewust ontwerpen en wonen. De
prijs van 3.000 euro komt ten goede van de bewoners via de Belangenvereniging Overdiepse Polder.
De prijs werd op 21 november uitge-
reikt in het Duitse Speyer (Nordrhein Westfalen). De organisator van de
prijsvraag, de Duitse stichting Rheinkolleg, koos het Brabantse rivier-
verruimingsproject uit zestig Euro-
pese inzendingen. Vooral het feit dat
bewoners zelf, vond de vakjury tot de In het ontwerp wordt een nieuwe dijk aan de zuidkant van de polder aangelegd en de huidige dijk verlaagd.
Negen agrarische bedrijven krijgen
een plaats op hoogwatervrije terpen in de polder. In de nieuwe situatie
blijft de polder in agrarisch gebruik
en kan het water uit de Bergsche Maas bij hoogwater door de polder stromen. Dit zal volgens berekening gemiddeld eens in de 25 jaar gebeuren, waarbij
het water in de rivier daalt met bijna
13 de water januari 2009
effect op de waterstanden in de regio gebied ten goede. Er wordt ongeveer
8 hectare nieuwe natuur aangelegd. Ook heeft de provincie schaal-
vergroting van agrarische bedrijven
mogelijk gemaakt, zodat de landbouw in de regio toekomstbestendig is. meer informatie: Provincie Noord-Brabant, René Peusens, tel. (073) 681 20 31,
[email protected]
meer nieuws
Terpenplan Overdiepse Polder wint internationale ontwerpprijs
het oostplein in rotterdam
achtergrond
WaterWegen: focus op de niche van de waterschappen
‘Laat je eens van jullie ambitieuze, meedenkende, professionele, vernieuwende en samenwerkende kant zien en toon aan dat jullie klaar zijn voor de toekomst.’ Zo riep de Unie van Waterschappen voorjaar 2008 haar achterban op om mee te doen aan de prijsvraag WaterWegen en met innovatieve projectvoorstellen te komen. Het doel: de waterschappen meer bekendheid geven en innovatie stimuleren. De voorstellen stroomden binnen. Van zeker zeven projecten begint binnenkort de uitvoering. De prijsvraag komt voort uit het strategieplan
WaterWegen dat de Unie en de 26 waterschappen in 2007 schreven. Daarin geven ze aan dat de waterschappen
moeten uitgroeien tot actieve, maatschappelijk georiënteerde regionale waterautoriteiten. Maar hoe die papie-
ren notities om te zetten in praktijk? Vijftig jonge water-
schappers boden aan hiervoor ideeën te ontwikkelen. Ze gingen onder andere te rade bij organisaties die eerder
soortgelijke vernieuwingsoperaties hebben doorgevoerd,
zoals de politie. Dat leidde tot het inzicht dat concrete projecten nodig zijn, die waterschappen zichtbaarder maken.
3 Think global, act local: waterschappen moeten in 2015 garanderen dat zij werken met de beste oplossingen en technologieën;
4 Corridoraanpak: nationaal en internationaal moeten waterschappen intensief gaan samenwerken rond rivieren;
5 Parels in het landschap: in 2012 is het normaal dat
waterschappen een deel van hun ingrepen ‘onder (landschaps)architectuur’ uitvoeren;
6 Vermaatschappelijking van grond en gebouwen: waterschappen moeten hun grond en gebouwen inzetten
Het plaatsen van richtingaanwijzers en informatiebor-
den op fietsroutes of dijkpalen is niet meer voldoende. De
voor maatschappelijke ontwikkelingen.
jonge waterschappers benoemden zes thema’s die model
Ondernemingsgeest
daar doelen aan:
rige waterschappers om vernieuwende projectvoorstel-
staan voor het waterschap-nieuwe-stijl en verbonden
1 Energie-effectiviteit: in 2010 zijn de waterschappen toonaangevend als duurzame overheid;
2 Maatschappelijke coalities rond sport en gezondheid:
waterschappen leren handig te zijn in het sluiten van vitale coalities;
Na dit voorwerk was het de beurt aan de duizenden ovelen in te dienen waarmee deze doelen zijn te bereiken.
Om deelname te stimuleren, werd er een competitie van gemaakt. Eerst zijn bij elk waterschap twee ambassa-
deurs voor WaterWegen uitgezocht als gangmaker. ‘Kom met praktische innovaties die binnen korte tijd kunnen
14 de water januari 2009
worden uitgevoerd’, was hun boodschap. Die oproep was
Voorstellen van hoge kwaliteit
nemingsgeest is, bleek wel uit het aantal inzendingen. Een
ook de diversiteit, creativiteit en de omvang. Om er nog een
niet aan dovemansoren gericht. Dat er voldoende onder-
deskundige jury onder leiding van Kees Vriesman (direc-
teur G4P3) kon maar liefst 78 inzendingen beoordelen, ver-
deeld over de zes categorieën. Enkele waterschappen maakten gebruik van een wild card en kwamen met ideeën die
De kwaliteit van alle ingediende projecten was hoog, zo
paar te noemen: het voorstel om de dijken langs het riviertje de Linge in de Betuwe te versterken door ze om te toveren tot dubbele, verbrede dijken die het hele gebied meer
cachet geven. En de juryleden vonden de ´Beek en Kreek-
hotels´ van Brabantse Delta (overnachten op vrijgekomen
buiten deze zes categorieën vielen, maar desondanks de
werkplekken langs schilderachtige riviertjes) zo´n sterk
moeite waard waren.
concept, dat het hun verbaasde dat ze er nog niet staan.
Hoofdprijs voor energiefabriek
De energiefabriek van waterschap Aa en Maas sleepte de
Het vervolg
maaisel, drijvend groen zoals waternavel, en snoeiafval
gemeten, moet WaterWegen een vervolg krijgen. Eens in
Nu de kansrijke en gedurfde initiatieven breed zijn uit-
hoofdprijs in de wacht. In dat project worden afvalwater, verwerkt tot energie in de vorm van warmte, elektriciteit,
biogas en biodiesel. Hiermee kan het waterschap zijn eigen energierekening vereffenen. Wellicht kan de energie ook
voor een deel worden vermarkt. Als waterschappen op dit punt samenwerken met energiebedrijven, producenten
en logistieke bedrijven, is er volgens de jury een wereld te winnen.
de veertien dagen komen ‘de vijftig’ bij elkaar om erop toe te zien dat de projectvoorstellen worden uitgevoerd. Van
zeker zeven projecten staat vast dat de uitvoering op korte termijn begint. WS meer informatie:
Groen-blauwe oase op Oostplein
over WaterWegen: Unie van Waterschappen,
De jury toonde zich ook gecharmeerd van de groen-blauwe
Rob Uijterlinde,
[email protected]
Krimpenerwaard (HHSK) bij het gemaal op het jachtige
over het Oostplein: Hoogheemraadschap van Schieland en
oase die het Hoogheemraadschap van Schieland en de
over de energiefabriek: www.energiefabriek.com
Oostplein in Rotterdam wil aanleggen. Door lange perslei-
de Krimpenerwaard, Roeline Amelink,
[email protected]
dingen loost het waterschap via het boezemgemaal Schilthuis het water van ‘de Rotte’ op de Nieuwe Maas. Maar als
je aan passanten op het Oostplein vraagt wat dat onopval-
lende gemaal voor een bouwsel is, weet bijna niemand het antwoord. HHSK wil het gemaal en de directe omgeving
een metamorfose laten ondergaan, waardoor een aantrekkelijk en waterrijk Oostplein ontstaat. De HHSK-medewerkers zien het al helemaal voor zich: de pompruimte in het gemaal wordt ingericht als vergaderruimte. De techniek
achter het waterbeheer blijft daarbij zichtbaar. Over of op
het water van het boezemkanaal aan de achterzijde van het gemaal komt een voor iedereen toegankelijk terras. Dat is
tevens de vertrekplaats voor waterfiets- en kanotochten tot aan de Rottemeren. Vissen kunnen via een vispassage van
de Nieuwe Maas naar de Rotte zwemmen en terug. Door de
bijzondere bouw van de passage, met deels open water, kan
dit wordt een groen-blauwe oase
iedereen dit met eigen ogen volgen. Op het Oostplein zelf
komen ook terrasjes. Straatartiesten kunnen te midden van stromend water en veel groen hun kunsten vertonen. Het
plein wordt een ontmoetingsplek in een omgeving waarin historie, natuur, kunst, en natuurlijk water samenkomen.
Een bijzondere plek met uitstraling. Daar is ruimte voor, al
zullen het drukke autoverkeer, de tram en de metro blijven. Het waterschap wil de plannen voor herinrichting van het plein niet op eigen houtje uitwerken, maar samen met de Rotterdammers. De contacten met de actieve woning-
corporaties van de hoge appartementsgebouwen aan het plein zijn al gelegd.
‘Het Oostplein heeft zo’n impuls nodig. En het is en blijft mooi om bestaande functies te verbinden met nieuwe’, aldus de jury.
15 de water januari 2009
[
In de ban van waternamen
]
geul was die later door sterke aanslibbing in een voor
de scheepvaart zeer hinderlijke ondiepte is veranderd. Een ander voorbeeld. Onze Waddeneilanden staan niet op zichzelf. Ze vormen een geheel met de Duitse en
Deense en zijn ontstaan als één lange zanddrempel.
Die drempel werd naderhand op verschillende plaatsen doorbroken waardoor de afzonderlijke eilanden
zijn ontstaan. De Noormannen, of Vikingen zo u wilt, die in de 9e en 10e eeuw ons land binnendrongen, heb-
ben de Waddeneilanden niet afzonderlijk benoemd,
maar zullen wellicht het geheel hebben aangeduid met ‘terskel’ (zowel Noors als Deens voor ‘drempel’). Dit
zou de oorsprong kunnen zijn van de namen Texel en Een woordjesgek, ja, dat ben ik. Altijd al ging mijn
de waterkant de waterkant
belangstelling uit naar vakterminologie, liefst in
verschillende talen. Onmiskenbaar speelt hier een
erfelijk trekje, want ook mijn vader schiep er genoe-
gen in om menig plantje, hoe onbeduidend ook, bij de
Latijnse naam te noemen. Mij viel in de loop der jaren
op hoeveel Nederlandse woorden er van buitenlandse herkomst zijn en hoeveel buitenlandse woorden een zekere gelijkenis hebben met de onze. Vreemd is dit
niet; in het verleden hebben vele anderstaligen onze wegen bewandeld en onze wateren bevaren. Ook zij
gaven namen aan onze plaatsen (toponiemen) en wateren (hydroniemen).
Een mooi voorbeeld is Pampus. Iedereen kent de uit-
Terschelling.
Verder varend in zuidelijke richting, kwamen de Noormannen over het Almere; in die tijd had de Zuiderzee
nog niet zijn volle omvang. Daarbij passeerden zij een uit het water oprijzende keileemhoogte, het latere
(schier)eiland Urk. Velen hebben zich het hoofd gebroken over de oorsprong en betekenis van deze naam.
Een naam van maar drie letters roept de gedachte op
dat deze wellicht ooit langer was. Net zoals het Engelse York tijdens de bezetting door de Noormannen Jorvik
heette, zou Urk door hen Urvik genoemd kunnen zijn. Een plausibele gedachte, temeer omdat het Noorse
woord ‘ur’ de betekenis heeft van ‘keileem’, de taaie
bodemsoort waaraan dit eiland zijn voortbestaan te danken heeft.
drukking ‘voor Pampus liggen’. Door de ondiepte vóór
Weer iets anders: het element ‘zijl’ in plaatsnamen
daar dikwijls niet verder varen en moesten ze wachten
maar wat was de oorspronkelijke betekenis? Mijn hy-
de mond van het IJ konden zwaarbeladen schepen
tot hoogwater of tot hun vracht was overgeladen in
kleinere vaartuigen. Het verhaal gaat dat, tijdens dit
lange wachten, de matrozen zich zat dronken. Hoe het ook zij, de betekenis van de naam Pampus is daarmee niet verklaard. Bij mijn naspeuringen ontdekte ik dat
het woord ‘Pamps’ of ‘Pampes’ nog steeds in gebruik is in het hedendaagse Duits en verklaard wordt als ‘dicker Brei’. Mijn publicatie hierover in Amstelodamum
(1994, no. 6) kan als volgt worden samengevat: Pampus was een met fijn slib verondiepte geul in de Zuiderzee ten oosten van Amsterdam en ten noorden van het
Muiderzand. De naam duidt op een woord dat in ons
huidige taalgebied niet meer voorkomt en de betekenis heeft van ‘dikke brij’, wat duidt op de slappe consistentie van deze ondiepte. Uit geomorfologisch onderzoek
kwam naar voren dat het Pampus oorspronkelijk geen
bank (en zeker geen zandbank), maar een oude stroom-
16 de water januari 2009
als Delfzijl en Blokzijl, duidt op een uitwateringssluis, pothese is dat het woord ‘zijl’ (van Friese oorsprong;
Oudfries: ‘sil’) betrekking had op een drempel waar-
over men een water of moeras overstak. Equivalenten vindt men ook in Saksische talen, bijvoorbeeld het Engelse ‘sill’, het Nederduitse ‘Süll’ en het Middel-
nederlands ‘sulle’. Plaatsnamen waarin zo’n drempel
als oversteekplaats herkenbaar is, zijn: Zwolle, Selwerd, Zoelen, Zuilen en Zweeloo. Joop van der Tuin