De sportvisserij en het aalscholvervraagstuk in Limburg
Door: Marc Budé Beleidsmedewerker sportvisserij Hengelsportfederatie Limburg
Zomer 2008
De sportvisserij en het aalscholvervraagstuk in Limburg
2
De sportvisserij en het aalscholvervraagstuk in Limburg
Inhoudsopgave
1
Inleiding
2
Een beeld van de Sportvisserij
3
Een beeld van de aanwezigheid van aalscholvers in Limburg
4
Overlast door aalscholvers
5
Aanpak tot nu toe van overlast
6
Oplossingsrichtingen beperking aalscholveroverlast
7
Projectvoorstellen beperken aalscholverpredatie
8
Plan van aanpak van twee proefprojecten inzet van alarmpistool en onderwater geluidsbronnen.
9
Kosten specificaties Totaal kosten
Bijlagen: - Bijlage 1 Totaalresultaten van enquête aalscholveroverlast binnen de hengelsport - Bijlage 2 Opsomming van de genomen maatregelen tegen aalscholverpredatie - Bijlage 3 Informatie onderwater geluidsbronnen
Geraadpleegde literatuur: • Cijfers economische betekenis sportvisserij, NIPO 2004 en 2006 • Avifauna van Limburg, 2006 • Aalscholvers en sportvisserij, 2000 • De leefgebiedenbenadering Een nieuwe Beleidsstrategie voor Soorten september 2007 (Min. LNV)
3
De sportvisserij en het aalscholvervraagstuk in Limburg
4
De sportvisserij en het aalscholvervraagstuk in Limburg
1. Inleiding “Toen ik voor het eerst een aalscholver zag vliegen dacht ik dat ie achterstevoren vloog” is een uitspraak van oud-gedeputeerde, oud-burgemeester van Venlo en huidig voorzitter van Waterschap Roer en Overmaas de heer Jan Schrijen. En inderdaad de aalscholver heeft een typische vlucht. Het zijn karakteristieke onmiskenbare vogels, mede door de lange snavel met haakpunt. Hoewel de naam anders doet vermoeden vormt aal slechts een beperkt deel van het dagelijks rantsoen: bijna alle vissoorten worden wel gegeten. De voedselvoorkeur gaat echter uit naar vissoorten die het meest voorkomen en dus het eenvoudigst te vangen zijn. In tegenstelling tot de meeste andere visetende vogels eten aalscholvers graag de wat grotere exemplaren. Formaten waar ook de sportvisser het vaak op heeft gemunt. En daar zit juist de kern van de problematiek die in deze nota verder wordt beschreven: sportvissers en aalscholvers ‘azen’ op exact dezelfde groep vissen.
In deze nota zullen naast de onderlinge relatie tussen de sportvisser en de aalscholver en de aanpak tot nu toe, vier projectvoorstellen worden beschreven om de aalscholveroverlast te beperken of te compenseren. Doel van deze nota is de onderlinge relatie tussen de sportvisserij en aalscholvers te schetsen en oplossingen aan te dragen om de overlast van aalscholverpredatie zoveel mogelijk te beperken of te compenseren. Een eerste nevendoel is de omvang van de aalscholveroverlast in beeld te brengen en de discussie op gang te brengen over de oplossingen voor de overlast. Zodat op termijn een sportvisser eerder ziet dat het lijkt of aalscholvers achterstevoren vliegen dan dat hij de aalscholver ziet als een schadelijke concurrent. Een tweede nevendoel is het beschrijven van vier projectvoorstellen ter beperking van de schade die wordt veroorzaakt door de aalscholverpredatie. Twee van de vier projectvoorstellen zullen binnen de totale Limburgse hengelsportorganisatie beleidsmatig en bestuurlijk ingepast moeten worden. Voor de twee overige in het veld uit te voeren projectvoorstellen wordt een plan van aanpak beschreven. Het plan van aanpak is niet tot in detail uitgewerkt. De gehele problematiek rondom de aanpak van het aalscholvervraagstuk is daarvoor te complex. De veelheid van partijen die betrokken zijn bij oplossingen van het vraagstuk is te groot om een reële detaillering van de uitwerking te kunnen maken. De nota is bedoeld als feitelijke opsomming en als beschrijving van de oplossingen voor het aalscholvervraagstuk. Met deze nota ‘onder de arm’ zal de georganiseerde hengelsport bij de betrokken partijen het aalscholvervraagstuk nadrukkelijk onder de aandacht brengen en zal hun tevens trachten te doordringen van de noodzaak van de aanpak van het aalscholvervraagstuk om de vitaliteit van de Limburgse sportvisserij te kunnen waarborgen. Voor de realisatie van de projectvoorstellen is de Hengelsportfederatie Limburg sterk afhankelijk van de medewerking van de Provincie Limburg. Tevens zal bij de uitvoering van de projecten dan ook ondersteuning van de beide Limburgse Waterschappen, de Natuurbeschermingsorganisaties, politie en gemeenten noodzakelijk zijn.
5
De sportvisserij en het aalscholvervraagstuk in Limburg
2. Een beeld van de Sportvisserij De georganiseerde sportvisserij in Limburg Bij de Hengelsportfederatie Limburg zijn 118 hengelsportverenigingen aangesloten met een totaal van ruim 28.500 individuele sportvissers. Van de aangesloten verenigingen beheren ruim 90 verenigingen een eigen viswater. Dit betreft in hoofdzaak specifieke daartoe aangelegde of ingerichte visvijvers. De Hengelsportfederatie voert in hoofdzaak het beheer over de Maas, kanalen en Maasplassen. Geconcludeerd mag worden dat het overgrote deel van de oppervlaktewateren in Limburg door een hengelsportorganisatie wordt bevist en beheerd. Het beheer van de viswateren door een sportvisserijorganisatie is vooral gericht op het optimaliseren van de toegankelijkheid van het viswater en de bevisbaarheid van de visstand voor de aangesloten sportvissers. Het optimaliseren van de bevisbaarheid resulteert voor de afgesloten specifieke visvijvers over het algemeen in visrijke wateren waarin de vangstkans voor de sportvisser vergroot is.
Economie en werkgelegenheid Landelijk gezien vormt de sportvisserij de grootste groep waterrecreanten. Sportvisserij is niet alleen een veelbeoefende vorm van recreatie; met een totale omzet van bijna 700 miljoen euro per jaar is het ook een belangrijke economische activiteit. Tientallen groothandels, honderden hengelsportzaken, maar ook diverse bootverhuurbedrijven, reisbureaus en verblijfsaccommodaties zijn geheel of gedeeltelijk afhankelijk van de hengelsport. Uit recent onderzoek (NIPO, 2006) is gebleken dat met de sportvisserij in de Nederlandse binnenwateren 2.500 mensjaren aan werkgelegenheid is gemoeid. Voor de Nederlandse zeesportvisserij ligt het aantal mensjaren op 800. Met de Nederlandse sportvisserij is in totaal voor heel Nederland ongeveer 3.300 mensjaren aan werkgelegenheid gemoeid. Het betreft hier een maximale schatting op basis van de genoemde NIPO onderzoeken.
Visparticipatie De visparticipatie is in de afgelopen vijf jaar sterk gestegen voor mannen en vrouwen van 15 jaar en ouder. Voor kinderen jonger dan 15 jaar is het niveau gelijk gebleven, maar stijgt het absoluut aantal vissers als gevolg van het stijgend aantal huishoudens. In het totaal vissen nu bijna twee miljoen personen in het Nederlandse binnenwater, waarvan mannen het leeuwendeel vormen (56%) met een miljoen vissers, gevolgd door de jongeren met ruim een half miljoen vissers (29% van het totaal en vrouwen met ruim een kwart miljoen vissers (15%). Het veel gehanteerde totale cijfer van ca. 1,8 miljoen sportvissers die in Nederland vissen is een reëel aantal, aangezien er ook talloze Duitsers, Belgen en Engelsen in Nederland vissen. De sportvisserij wordt nog wel eens afgeschilderd als een hobby voor wat oudere mannen uit de gemiddelde of lagere sociale klassen en een oververtegenwoordiging van mensen zonder werk met een hoop vrije tijd. Dit is een onjuist beeld. Vissen is weliswaar een echte volkssport, maar dan wel in de letterlijke betekenis van het woord. De jaarlijkse NIPO-onderzoeken laten steeds weer zien, dat het een recreatievorm is die door alle lagen van de bevolking wordt beoefend. Het is een afspiegeling van de Nederlandse mannelijke bevolking, qua leeftijdsopbouw, opleiding, welstand, etc.
6
De sportvisserij en het aalscholvervraagstuk in Limburg
3. Een beeld van de aanwezigheid van aalscholvers in Limburg De ontwikkeling van het voorkomen in Limburg In een periode van nog geen 20 jaar is de aalscholver van een zeldzame verschijning uitgegroeid tot een meer algemeen voorkomende vogel. Niet alleen nam de aalscholver in aantal toe, ook het leefgebied breidde sterk uit. Kon de aalscholver oorspronkelijk slechts worden waargenomen in de nabijheid van de Oostvaardersplassen, tegenwoordig worden ze in alle watertypen aangetroffen. Opvallend is dat ze hun natuurlijke schuwheid lijken te verliezen: het is niet meer ongewoon om midden in de stad een aalscholver tegen te komen die aan de oever van een plantsoenvijver zijn vleugels aan het drogen is. Enkele decennia geleden was de aalscholver nog een onbekende vogel in Limburg. De laatste twintig jaar heeft deze vogelsoort zich ontwikkeld tot een soort die in Limburg zich definitief heeft gevestigd en zich voortplant. Naast deze standvogelpopulatie neemt het aantal aalscholvers in de herfst en wintermaanden toe door de zogenaamde wintergasten. Naast de kolonies in Limburg zijn in Belgisch Limburg en Noordrijn-Westfalen omvangrijke kolonies, die eveneens prederen op de Limburgse viswateren. Uit recente slaapplaatstellingen (januari 2004, gegevens uit: Avifauna van Limburg) blijkt dat op de standvogelpopulatie in de winterperiode een aanwas van het aantal aalscholvers plaatsvindt door zogenaamde wintergasten. De seizoensmaxima, met name in de wintermaanden, zijn tijdens de maandelijkse watervogeltellingen vanaf 1993/94 tot 2003/04 toegenomen van 1065 tot 4216 exemplaren. De voedselvoorkeur van de aalscholver gaat uit naar vissoorten die het meest voorkomen en het eenvoudigst te vangen zijn waarbij de voorkeur uitgaat naar de grotere exemplaren. De lengteklassen vis die de voorkeur hebben liggen tussen de 15 en 35 cm. Aalscholvers verorberen in het voorjaar en in de winterperiode dagelijks 450 tot 500 gram en in de zomer loopt dat terug naar 250 tot 300 gram vis per vogel. In de broedperiode, eigen consumptie en consumptie jonge vogels samen, loopt dit op tot 1000 gram per vogel per dag.
Foto: Reen van Beek
7
De sportvisserij en het aalscholvervraagstuk in Limburg
4. Overlast door aalscholvers De toename van het aantal aalscholvers, maar ook de uitbreiding van hun leefgebied is aan de hengelaar niet onopgemerkt voorbijgegaan. Een enkele aalscholver vormt vaak een welkome aanvulling op een visdag. Zodra meer vogels verschijnen en gaan foerageren worden hengelaars onrustig, zeker als de vangsten in het betreffende water terug lopen. In het in het jaar 2000 opgezet project “Aalscholvers en sportvisserij” is uitgebreid onderzocht of én in welke mate sportvissers hinder ondervinden van aalscholvers. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat aalscholvers op elk type viswater worden aangetroffen en dat hun aanwezigheid door sportvissers in eerste instantie niet als probleem wordt ervaren. Dat verandert als de vangsten terug gaan lopen en wanneer regelmatig beschadigde vissen worden gevangen. De meeste klachten komen van vissers en visstandbeheerders van kleinere en afgesloten hengelvijvers, die gemiddeld niet dieper zijn dan 2,5 meter en waarin nauwelijks of geen waterplanten groeien. De overlast blijkt vooral plaats te vinden in de wintermaanden. Wanneer leefmilieu en waterkwaliteit achteruit gaan, worden visstanden gevoeliger voor de visvangst door aalscholvers. Een voorbeeld hiervan is het vertroebelen van het water tengevolge van overmatige algengroei. Hierdoor verdwijnen met de waterplanten de schuilmogelijkheden van vis. Ook door het kanaliseren van beken en meren en het aanleggen van rechte, kunstmatige oevers neemt het aantal schuilplaatsen voor vis af. Daarnaast komen aalscholvers steeds vaker naar kleine, makkelijk bevisbare wateren door de beroepsmatige overbevissing op de grotere wateren, waar ze oorspronkelijk foerageerden. In de specifieke viswateren is door de visrechthebbende hengelsportverenigingen vaak jarenlang gewerkt aan het optimaliseren van de visstand voor de aangesloten leden. Doordat het visstandbeheer is gericht op de voor de sportvisser interessante lengteklassen tussen de 15 en 45 cm zijn wateren ontstaan die ook een ideale foerageerplaats vormen voor de aalscholver. Het verschil tussen een sportvisser en een aalscholver is dat de sportvisser, in tegenstelling tot de aalscholver, na de vangst de vis weer terugzet in het viswater. Daarmee worden groepen aalscholvers een geduchte concurrent van de sportvisser. Naast het wegvangen van vissen vormen de beschadigde vissen een bron voor infecties en schimmels. Vissen die tijdens de predatie van aalscholvers kunnen ontkomen zijn vaak beschadigd door de scherpe haakvormige snavel van de aalscholver. De daardoor aangebrachte verwondingen kunnen infecteren waardoor in de meeste gevallen een uitgestelde sterfte ontstaat. Een enkele aalscholver wordt niet als bedreigend ervaren. Het probleem schuilt er echter in dat die enkele aalscholver een pionier is, die de voorbode vormt voor een groep aalscholvers die komt foerageren. In de in Limburg talrijk aanwezige kleine, niet al te diepe wateren komt het veelvuldig voor dat de visstanden zodanig door de aalscholverpredatie worden beïnvloed dat de mogelijkheden voor de hengelsport drastisch afnemen. Vooral in de wintermaanden, wanneer de standvogelpopulatie wordt aangevuld met wintergasten, is de predatiedruk op de viswateren het hoogst. Door twee afzonderlijke mechanismen namelijk de steeds helder wordende wateren en het wegvallen van de waterplanten als schuilmogelijkheden vormen de viswateren ideale foerageerwateren voor de
8
De sportvisserij en het aalscholvervraagstuk in Limburg
aalscholver. Het gevolg is dat paairijpe vissen die door de aalscholvers worden weggevangen niet meer kunnen bijdragen aan de natuurlijke aanwas van de visstand. Bij een grote predatiedruk van aalscholvers komt de visstand in de specifieke viswateren in een neerwaartse spiraal terecht, waardoor de vangkans van de sportvissers afneemt. Om meer inzicht te krijgen in de omvang van de overlast door aalscholvers op wateren die door hengelsportverenigingen worden bevist, heeft de Hengelsportfederatie Limburg zelf een enquête gehouden onder de aangesloten hengelsportverenigingen. In bijlage 1 zijn de totaalresultaten van deze enquête opgenomen. Van de ruim 90 verenigingen met een eigen viswater hebben 53 verenigingen gereageerd. Deze verenigingen beheren en of bevissen in het totaal 58 viswateren. In 52 van deze viswateren is er sprake van aalscholveroverlast. In 23 van deze viswateren zijn fysieke maatregelen getroffen om de aalscholveroverlast te voorkomen. Dertig verenigingen hebben aanvullende visuitzettingen verricht om de aalscholverpredatie te compenseren. Het totaal aan uitgevoerde maatregelen ter voorkoming en ter compensatie van aalscholverpredatie gekapitaliseerd levert een bedrag op van bijna € 263.000,= . Voor het totaaloverzicht en de specificatie van de hiervoor kort beschreven resultaten wordt verwezen naar bijlage 1. Geconcludeerd mag worden dat de totale financiële inspanning die door de hengelsport in Limburg wordt geleverd om de aalscholverpredatie te compenseren zeer aanzienlijk is. Deze financiële inspanning trekt een zware wissel op de besteedbare budgetten van de betreffende verenigingen. Door de noodzakelijke geachte maatregelen om de aalscholverpredatie te voorkomen dan wel te compenseren maakt het voor deze verenigingen noodzakelijk andere gewenste investeringen niet of deels of in afgeslankte vorm uit te voeren. Dit is een ongewenste situatie omdat ook voor de hengelsport geldt dat stilstand in je ontwikkelingsmogelijkheden achteruitgang van je totale mogelijkheden betekent. Een financiële compensatie voor deze verenigingen is dan ook dringend gewenst.
9
De sportvisserij en het aalscholvervraagstuk in Limburg
5. Aanpak tot nu toe van overlast Tot nu toe zijn de maatregelen om de invloed van aalscholvers te beperken gericht op het vergroten van het aantal schuilplaatsen voor vis, het beperken van succesvolle jachtmogelijkheden van de aalscholvers, het beperken van de invloed van de sportvisser op de visstand door het instellen van meeneemverboden en door het organiseren van extra activiteiten in de vroege ochtend en in de wintermaanden. Enig succes is behaald door de eerste aalscholvers te weren die na zonsopgang het water komen inspecteren. Dit kan door het maken van lawaai aan de waterkant. Hiermee wordt de overlast verplaatst naar de ‘buurman’ die dan dezelfde maatregel moet doorvoeren. Meer succes is behaald door meer beschutting te bieden aan de vis. Dit door het in het water brengen van obstakels waar de vis in kan vluchten. Door boomstronken als obstakel af te laten zinken op de vijverbodem en met boeien te markeren. Daarnaast is het fabriceren van drijvende/begroeide eilanden met daaronder een kooiconstructie ook een optie voor het creëren van beschutting. De kunst daarbij is om een goede balans te vinden tussen het creëren van voldoende kunstmatige beschutting die de bevissing niet zal bemoeilijken. Voor een uitgebreide opsomming van de genomen maatregelen wordt verwezen naar bijlage 2. Opgemerkt moet worden dat de aalscholver een opportunist is die snel een oplossing vindt voor de aangebrachte cq. ingevoerde maatregelen. Geconcludeerd moet worden dat geen van de maatregelen die tot nu toe zijn bedacht en uitgevoerd een blijvende oplossing bieden voor de aalscholverpredatie. Gezocht zal moeten worden naar een duurzame oplossing om de effecten van de aalscholverpredatie blijvend te beperken.
10
De sportvisserij en het aalscholvervraagstuk in Limburg
6. Oplossingsrichtingen beperking aalscholveroverlast Vanwege de wettelijke beschermde status van de aalscholver is het scala aan mogelijkheden om de aalscholver overlast te beperken zeer klein. Daarnaast moet een onderscheid worden gemaakt in de aalscholveroverlast in stromende en stilstaande wateren. De oplossingsrichtingen zijn voor stromende wateren verschillend ten opzichte van de oplossingsrichtingen voor stilstaande wateren. Intermezzo De Task Force Impuls Soortenbeleid (TFIS) stelt in april 2005 dat de uitvoering van het traditionele actieve soortenbeleid onvoldoende bijdraagt aan de realisatie van de biodiversiteitsdoelstellingen. De verantwoordelijke partijen betrekken het actieve soortenbeleid nauwelijks bij ruimtelijke afwegingen, plannen of projecten, het aantal actoren is beperkt en het instrumentarium te smal. Een aantal beschermde soorten bevindt zich momenteel in een overwegend ongunstige staat van instandhouding. Op basis van het bovenstaande concludeert de Task Force Soortenbeleid in april 2005 dat de zorg voor soorten en populaties vraagt om brede maatschappelijke betrokkenheid. De conclusies van de Task Force hebben al geleid tot een aanpassing van de Flora- en faunawet waardoor het mogelijk werd om met gedragscodes te werken. Daarnaast is de Gegevensautoriteit in oprichting, die er onder meer voor moet zorgen dat voor betrokken partijen gegevens over het voorkomen en de ontwikkeling van soorten makkelijker beschikbaar komen. Tenslotte heeft de TFIS in het kader van haar opdracht een breed gedragen voorstel geformuleerd voor een nieuwe aanpak van het actieve soortenbeleid: de leefgebiedenbenadering. De leefgebiedenbenadering staat voor een bundeling van te beschermen soorten binnen bepaalde typen van gebieden (habitats). Hierdoor kan voor een grote groep van bedreigde soorten in een bepaalde omgeving een samenhangend pakket van activiteiten wordt gebundeld. Het soortenbeleid verschuift daarmee van een benadering gericht op individuele soorten naar het creëren en instandhouden van leefgebied voor een grote groep soorten die vergelijkbare maatregelen verlangt. De verschillende betrokken partijen kunnen rond de maatregelen voor leefgebieden tot samenwerking komen. Deze beleidsstrategie soorten geeft invulling aan de uitwerking en implementatie van de leefgebiedenbenadering. Want ondanks de passieve bescherming van soorten via de Flora en faunawet of Natuurbeschermingswet 1998, hebben verschillende planten en dieren in ons land moeite met overleven. Voor een aantal van deze soorten zijn (pro-)actieve maatregelen gewenst om ze te behouden. De leefgebiedenbenadering gaat over die actieve soortenbescherming. Tot nu toe werden voor het soortenbeleid veelal op zich zelf staande projecten en plannen uitgevoerd, die meestal slechts ten dele aansloten op de andere activiteiten in het buitengebied. In de leefgebiedenbenadering sluiten de maatregelen voor soorten en soortgroepen zoveel mogelijk aan op andere maatregelen, beleid en plannen in het landelijk gebied (denk bijvoorbeeld aan streek- en bestemmingsplannen, reconstructieplannen, natuurbeheersplannen, etc.). Het soortenbeleid wordt zo een integraal onderdeel van het gebiedsgerichte beleid. Veel activiteiten, die bijdragen aan de instandhouding of versterking van populaties, liggen in het verlengde van werkzaamheden die diverse partijen al uitvoeren voor andere doelen. Door bij de uitvoering van reguliere of geplande werkzaamheden ook pro-actief rekening te houden met de omstandigheden die soorten vragen, wordt het soortenbeleid een vanzelfsprekend onderdeel van de vele activiteiten in het landelijk gebied. Het soortenbeleid is tot nu toe vooral de verantwoordelijkheid van Rijk en provincies geweest, die daarbij nauw met soortbeschermende en terreinbeherende organisaties samenwerken. Andere partijen voelen zich nog te weinig (mede-)verantwoordelijk. Met de leefgebiedenbenadering verschuift de verantwoordelijkheid voor het soortenbeleid. Met het oog op het in werking treden van de Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG) en het daaraan gekoppelde Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) ligt het voor de hand dat provincies ook voor het actieve soortenbeleid een centrale rol krijgen. Zij verkeren in de positie om partijen te mobiliseren om de leefgebiedenbenadering op te pakken en om partijen te identificeren die betrokken kunnen worden bij het opstellen van plannen en
11
De sportvisserij en het aalscholvervraagstuk in Limburg
het uitvoeren van het beleid. Het gaat om partijen als waterschappen, gemeenten, soortenbeschermende organisaties, terreinbeheerders, landschapsbeheerders, agrariërs en projectontwikkelaars. Per (leef)gebied of project kan met betrokken partijen een palet van maatregelen worden ontworpen en kunnen afspraken worden gemaakt over uitvoering. Deze samenhang biedt kansen om ruimtelijke ingrepen en het soortenbelang te bundelen. Uit: Taskforce impuls soortenbeleid aan de minister van LNV
Het in het intermezzo beschreven veranderend soortenbeleid dat zich gaat richten op leefgebiedbenadering, biedt alleen uitkomst voor oplossingsrichtingen voor het tegengaan van aalscholverpredatie in stromende wateren. Hierbij moet worden gedacht aan het herstel van de leefomgeving voor vissen in beken en (kleine) rivieren naar een meer natuurlijke omgeving, waar voldoende vlucht- en dekkingsmogelijkheden worden gecreëerd. De visrechthebbenden die vaak zijn verenigd in zogenaamde Visstandbeheercommissies (VBC’s) dienen nog als partij te worden geïdentificeerd op basis van de leefgebiedenbenadering. Waarbij voor de uitvoering van het soortenbeleid aanspraak zal worden gemaakt op de WILG/ILG. Hier ligt een taak van de VBC’s om zich als partij binnen de leefgebiedbenadering te profileren. Vooralsnog worden voor de stilstaande wateren twee oplossingsrichtingen onderscheiden, te weten het weren van aalscholvers en het financieel compenseren van verenigingen die maatregelen treffen om aalscholverpredatie te voorkomen. Met de bevoegde instanties zullen deze oplossingsrichtingen verder verkend moeten worden. Bij het weren van aalscholvers zou onderzocht moeten worden of daarbij het zogenaamde ‘Rhömpistool’ (speciaal alarmpistool) ingezet kan worden en of een (collectieve) ontheffing kan worden verleend en een collectieve aanschaf tot de mogelijkheden behoort. Bij het financieel compenseren van verenigingen moet met bevoegde instanties gezocht worden naar subsidiestromen om een bijdrage te leveren aan de exploitatiekosten van verenigingen die maatregelen treffen om de overlast van aalscholveroverlast te beperken. Niet onvermeld dient te blijven dat in Frankrijk de firma Société d'Innovation et de Création (SODICRE) een nieuw systeem heeft ontworpen in de strijd tegen de aalscholverpredatie: de ‘CORMOSHOP’ een luidspreker die onderwatertrillingen voortbrengt waar aalscholvers voor wegvluchten. De trillingen simuleren het geluid van een orka waarvoor aalscholvers van nature een grote angst schijnen te hebben. In Frankrijk zijn deze luidsprekers al in verschillende wateren ingezet, en ook in België wordt het systeem getest. Het voordeel van een dergelijk systeem is dat het vrij eenvoudig en snel is toe te passen. Bovendien brengt het de vogels geen schade toe en is het aanbrengen van allerlei aalscholverwerende structuren, of structuren die de vis beschutting bieden overbodig. De onderwatertrillingen schijnen niet schadelijk te zijn voor de vis, hoewel het bij een eerste beschouwing voor de vis niet prettig moet zijn om de hele dag orkageluiden (lees trillingen) te moeten ervaren. In bijlage 3 is een aantal door de leverancier van de CORMOSHOP aangeleverde documenten opgenomen die een inzicht geven in de werking, ervaring en de kosten-batenanalyse van het apparaat.
12
De sportvisserij en het aalscholvervraagstuk in Limburg
7. Projectvoorstellen beperken aalscholverpredatie In dit hoofdstuk worden vier projectvoorstellen besproken voor het beperken van de schade die wordt veroorzaakt door de aalscholverpredatie. De eerste twee projectvoorstellen hebben een beleidsmatig en bestuurlijk karakter. De uitvoering van deze projectvoorstellen zal in beleidsmatige en bestuurlijke zin binnen de totale hengelsportorganisatie ingebed moeten worden. De overige projectvoorstellen hebben een meer praktisch gehalte, waarvoor in de hoofdstukken 8 en 9 een concreet plan van aanpak en een overzicht van de kosten op onderdelen wordt beschreven. - Profilering van de VBC’s van de stromende wateren als partij in het nieuwe soortenbeleid dat is gebaseerd op de leefgebiedenbenadering. Zodat de VBC’s van stromende wateren betrokken zullen worden bij het opstellen van plannen en het uitvoeren van het beleid. - De actieve VBC’s van stromende wateren zijn, de VBC Grensmaas, de VBC Zandmaas, de VBC Voer, de VBC Jeker, de VBC Geul, de VBC Roerdal, de VBC de Swalm, de VBC Tungelroyse beek. - Activiteit: Opstellen projectvoorstel ‘Profilering VBC’s stromende wateren ten behoeve van de leefgebiedenbenadering”. - Het financieel compenseren van verenigingen die maatregelen treffen om aalscholverpredatie te voorkomen. - Met de bevoegde instanties verkennen van subsidiemogelijkheden voor hengelsportverenigingen die kosten gaan maken om aalscholverpredatie te voorkomen of te compenseren. - Op basis van aan te leveren kostenramingen kunnen hengelsportverenigingen in aanmerking komen voor een subsidie op nog te nemen maatregelen om aalscholverpredatie te voorkomen (Niet zijnde alarm-/Rhömpistool of de CORMOSHOP, zie hierna). - Activiteit: Ontwikkelen van een subsidiespoor ‘Financiële compensatie maatregelen ter verkoming van aalscholverpredatie’ gebaseerd op bestaande en te ontwikkelen subsidiestromen.
- Aanschaf van 50 alarm-/Rhömpistolen om aalscholvers te weren. - Collectieve aanschaf, collectieve ontheffing (Verlof) van de Wet wapens en munitie (Wwm) en collectieve ontheffing verontrusting/weren Flora en faunawet (Ffw). - Het vogelafweerpistool is een ‘vuurwapen categorie III’ in de zin van de Wwm waarvoor een speciale vergunning (een ‘Verlof’ genoemd) van de politie vereist is. - Voor dit pistool dient de aanvrager zelf een vergunning te verwerven. Bij aanschaf ontvangt de aanvrager een Wwm3-formulier. Aanvrager dient zelf met 2 pasfoto's naar de afdeling bijzondere wetten op het politiebureau in de buurt te gaan. Gemiddeld wordt binnen 6 weken het verlof voor dit wapen afgegeven. Activiteit: o Op basis van de gehouden enquête (zie bijlage 1) selecteren van verenigingen die voor een alarm-/Rhöm pistool met het bijbehorende Verlof (door de vereniging zelf te verzorgen) in aanmerking komen. o Projectvoorstel ‘Aanschaf Rhöm pistolen ter verweer van aalscholvers’ opstellen.
13
De sportvisserij en het aalscholvervraagstuk in Limburg
•
• •
Aanschaf van 5 ‘Onderwater geluidsbronnen’ ter afschrikking van jagende aalscholvers testgegevens ‘Onderwater geluidsbronnen’ opvragen en analyseren. Bij positieve ervaringen de collectieve aanschaf van de ‘Onderwater geluidsbronnen’. Activiteit: o Op basis van de gehouden enquête (zie bijlage 1) selecteren van verenigingen die voor een ‘Onderwater geluidsbronnen’ in aanmerking komen. o Projectvoorstel ‘Aanschaf Onderwater geluidsbronnen’ ter afschrikking van jagende aalscholvers’ opstellen.
14
De sportvisserij en het aalscholvervraagstuk in Limburg
8 . Plan van aanpak van twee proefprojecten inzet van alarmpistool en onderwater geluidsbronnen. Doel: Praktisch inzicht krijgen in twee mogelijke manieren om aalscholverschade te voorkomen, te weten met: • Alarm- / Rhömpistolen • onderwater geluidsbronnen Product: Rapport over het testen, evalueren en beoordelen van apparatuur ter voorkoming van schade door aalscholverpredatie in afgesloten wateren. Projectteam: Extern medewerker van bijvoorbeeld de provincie of een gemeente, medewerker federatiebureau en (één of twee) vrijwillige bestuurders. Coördinatie door de medewerker federatiebureau. Klankbordgroep: Eén persoon per deelnemende verenigingen en het projectteam. Planning: Start na aanschaf en distributie apparatuur (50 Alarm-/Rhömpistolen en 5 onderwater geluidsbronnen). Minimaal één volledig seizoen gegevens verzamelen. Uiterlijk 15 maanden na aanvang rapportage gereed. Kosten: Aanschaf apparatuur met subsidie van de provincie. Het testen wordt uitgevoerd door vrijwilligers van hengelsportverenigingen. (zie kostenspecificatie) Coördinatie en rapportage wordt uitgevoerd door de Hengelsportfederatie Limburg (zie kostenspecificatie). Werkwijze: Het projectteam selecteert verenigingen die mee willen werken aan de proefprojecten. Het projectteam stelt een monitoringsprogramma op. Minimale onderdelen van het monitoringsprogramma zijn: • het ontwerpen van een voortgangsformulier; • duidelijke instructie voor de bediening van de apparatuur; • frequentie en duur van de monitoring; • momenten waarop gegevens moeten worden aangeleverd. De coördinator verzamelt de resultaten en verwerkt deze. Tijdens een eerste overleg zal het monitoringsprogramma worden toegelicht aan de meewerkende verenigingen. Gedurende het jaar zal er terugkoppeling plaatsvinden over de voortgang met de klankbordgroep. Selectie verenigingen en wateren: De vereniging is aangesloten bij Hengelsportfederatie Limburg en heeft een afgesloten viswater in beheer. De vereniging heeft meegewerkt aan aalscholverenquête en heeft schade door aalscholverpredatie. Daarnaast dient de vereniging bereid te zijn mee te werken aan het aanleveren van gegevens voor de evaluatie en de rapportage van de werking van de apparatuur. • Voor het alarmpistool: vijf clusters van vijf tot tien verenigingen gelijkelijk verdeeld over de provincie. • Voor de onderwater geluidsbronnen: vijf verschillende typen water (klein-groot, diep-ondiep, regelmatig–onregelmatig onderwatertalud, waterplantenrijk-kaal water, langgerekt-rond). Rapportage: De verzamelde gegevens worden in samenwerking met Sportvisserij Nederland verwerkt tot een conceptrapport. Het conceptrapport wordt besproken met en vastgesteld door de klankbordgroep. De eindrapportage wordt aangeboden aan de provincie.
15
De sportvisserij en het aalscholvervraagstuk in Limburg
9. Kosten specificaties 9.1 Kostenspecificatie activiteiten hengelsportverenigingen alarm-/Rhömpistool op basis van een proef die 40 weken duurt voor een vereniging. Specificatie activiteit Werven vrijwilligers (door vereniging) Instructie vrijwilligers Reiskosten instructie Veldwerkzaamheden vrijwilligers Reiskosten veldwerk Aanleveren gegevens
Terugkoppeling Reiskosten terugkoppeling Evaluatie Reiskosten evaluatie Totale kosten
Mensdagen/materiaal/km 16 uur 5 personen á 4 uur Totaal 20 uur 2 á 100 km totaal 200 km 5 personen á 2 uur per week gedurende 40 weken Totaal 400 uur 5 á 10 km gedurende 40 weken Totaal 400 km 1 persoon á 2 uur per week gedurende 40 weken Totaal 80 uur 1 persoon á 4 uur 1 á 100 km 1 persoon á 4uur 1 á 100 km
Tarief (€) 4,50
Kosten (€) 72,=
4,50
90,=
0,28
56,=
4,50
1.800,=
4,50
112,=
4,50
360,=
4,50 0,28 4,50 0,28
18,= 28,= 18,= 28,= 2.582,=
In vijf clusters van vijf tot tien verenigingen wordt deze inzet verricht. De totale kosten die de verenigingen maken voor de proef alarmpistool komt daarmee minimaal op 25 maal de totale kosten zoals hiervoor beschreven. Kosten activiteiten hengelsportverenigingen alarm pistool (25 maal € 2.582,=) Kosten aanschaf Rhöm alarm pistolen Sub totaal 1
€ 64.550,= € 4.250,= € 68.880,=
16
De sportvisserij en het aalscholvervraagstuk in Limburg
9.2 Kostenspecificatie activiteiten hengelsportverenigingen onderwater geluidsbronnen op basis van een proef die 40 weken duurt. Specificatie activiteit Werven vrijwilligers (door vereniging) Instructie vrijwilligers Reiskosten instructie Instaleren en testen apparatuur Kosten instaleren van de apparatuur Veldwerkzaamheden vrijwilligers Reiskosten veldwerk Aanleveren gegevens
Terugkoppeling Reiskosten terugkoppeling Evaluatie Reiskosten evaluatie Totale kosten
Mensdagen/materiaal/km 16 uur
Tarief (€) 4,50
Kosten (€) 72,=
5 personen á 4 uur Totaal 20 uur 2 á 100 km Totaal 200 km 5 personen á 16 uur Totaal 80 uur materiaal
4,50
90,=
0,28
56,=
4,50
360,=
5 personen á 2 uur per week gedurende 40 weken Totaal 400 uur 5 á 10 km gedurende 40 weken Totaal 400 km 1 persoon á 2 uur per week gedurende 40 weken Totaal 80 uur 1 persoon á 4 uur 1 á 100 km 1 persoon á 4uur 1 á 100 km
4,50
1.800,=
0,28
112,=
4,50
360,=
4,50 0,28 4,50 0,28
18,= 28,= 18,= 28,= 3.092,=
150,=
Op vijf typen wateren wordt deze inzet verricht. De totale kosten die de verenigingen maken voor de proef onderwater geluidsbronnen komt daarmee op vijf maal de totale kosten zoals hiervoor beschreven. Kosten activiteiten onderwater geluidsbronnen (5 maal € 3.092 =) Kosten aanschaf onderwater geluidsbronnen Sub totaal 2
€ 15.460,= € 20.650,= € 36.110,=
17
De sportvisserij en het aalscholvervraagstuk in Limburg
9.3 Kostenspecificatie ontwikkelen, begeleiden, rapporteren en evalueren van de twee proefprojecten door Hengelsportfederatie Limburg en Sportvisserij Nederland Specificatie activiteit Ontwikkelen proefproject alarmpistolen Ontwikkelen proefproject onderwater geluidsbronnen Selectie viswateren / verenigingen Reiskosten selectie viswateren/verenigingen (voorbereiding) Instructie Begeleiden proefprojecten
Veldbezoek proefprojecten
Reiskosten veldbezoek Rapporteren proefproject alarmpistolen Rapporteren proefproject onderwater geluidsbronnen Terugkoppeling gedurende de proef (tel./e-mail/brief) Evaluatie proefproject alarmpistool Reiskosten Evaluatie proefproject onderwater geluidsbronnen Reiskosten Totale kosten (subtotaal 3)
Mensdagen/materiaal/km 24 uur hbo
Tarief (€) 61
Kosten (€) 1.464,=
32 uur hbo
61
1.952,=
8 uur selectie viswateren 24 uur benaderen verenigingen Totaal 32 uur hbo 30 viswateren gemiddelde reisafstand 80 km Totaal 2.400 km Voorbereiding 8 uur instructie 8 uur Totaal 16 uur hbo 30 viswateren 0.25 uur per week per viswater gedurende 40 weken Totaal 300 uur hbo 30 viswateren 3 uur per geselecteerd viswater Totaal 90 uur hbo 2.400 km 60 uur hbo
61
1.952,=
0,18
432,=
61
976,=
61
18.300,=
61
5.490,=
0,18 61
432,= 3.660,=
60 uur hbo
61
3.660,=
4 uur per 30 viswateren Totaal 120 uur HBO Voorbereiding 8 uur instructie 8 uur Totaal 16 uur hbo 350 km Voorbereiding 8 uur instructie 8 uur Totaal 16 uur hbo 350 km
61
7.320,=
61
976,=
0,18 61
63,= 976,=
0,18
63,= 47.716,=
9.4 Totale kosten Subtotaal 1 (kosten proefproject 1) Subtotaal 2 (kosten proefproject 2) Subtotaal 3 (kosten ontwikkelen, begeleiden, rapporteren en evalueren) Totale kosten
€ 68.880,= € 36.110,= € 47.716,= € 152.706,=
De georganiseerde hengelsport zal het overgrote deel van deze kosten voor haar rekening nemen. Voorzien is dat de georganiseerde hengelsport met name de niet-materiële kosten zal voldoen. En dat voor de aanschaf van de noodzakelijk geachte apparatuur een beroep op de betrokken partijen zal worden gedaan.
18
De sportvisserij en het aalscholvervraagstuk in Limburg
Bijlagen - Bijlage 1 Totaalresultaten van enquête aalscholveroverlast binnen de hengelsport - Bijlage 2
Opsomming van de genomen maatregelen tegen aalscholverpredatie - Bijlage 3 Informatie onderwater geluidsbronnen
19