Bezoekadres Landelijke Cliëntenraad Bezuidenhoutseweg 60 2594 AW Den Haag Landelijke Cliëntenraad, postbus 95966, 2509 CZ Den Haag
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid t.a.v. staatssecretaris mevrouw J. Klijnsma Postbus 90801 2509 LV Den Haag
070 34 99 790
[email protected] www.landelijkeclientenraad.nl
Den Haag, 4 november 2014 Betreft: Positie Wsw-werknemers Referentie: LCR/14-0097/GvdM/BH/ER
Geachte mevrouw Klijnsma, De LCR maakt zich ernstige zorgen over de positie van Wsw-werknemers. Om diverse redenen ervaren zij veel knelpunten bij hun SW-bedrijf. De LCR constateert, net als de Nationale Ombudsman, dat het hen op individueel en collectief niveau ontbreekt aan goede mogelijkheden om hun problemen aan te kaarten. Er bestaat helaas nog geen effectieve, zoals de Nationale Ombudsman dat noemt, tegenmacht om ervoor te zorgen dat de belangen van werknemers in de sociale werkvoorziening niet uit het oog worden verloren. De positie van SW-werknemers is penibel De LCR krijgt al lange tijd signalen dat bij veel SW-bedrijven niet goed wordt omgaan met de Wsw-werknemers. Tijdens een bijeenkomst van Wsw-raden in 2009 bent u hierover ook uitgebreid geïnformeerd (via de ambtelijke lijn bent u ter bevestiging daarvan via een brief, d.d. 3 december 2009, op de hoogte gesteld van die problemen). We merken dat die situatie vijf jaar later niet is verbeterd, mogelijk zelfs verslechterd. Wij refereren aan berichten over het SW-bedrijf in Schiedam. Hierop werden veel reacties met herkenning van deze problemen ontvangen van SW-ers uit wel 20 verschillende SW-bedrijven door het hele land. Onlangs is IW4 uit Veenendaal in het nieuws geweest, waarmee de grote ontevredenheid van SW-werknemers naar buiten kwam. De LCR krijgt net als Vereniging Mobility en onafhankelijke WSW-raden signalen van wanhopige mensen. De ontvangen signalen: Werknemers krijgen geen passend werk aangeboden. Hun begeleiders hebben geen deskundigheid over hun beperking en de gevolgen hiervan; Werknemers hebben geen werk, omdat werklozen hun werk doen met behoud van uitkering;
De werkomgeving van het bedrijf wordt als sociaal onveilig ervaren door de uitvoering van Work First-programma’s. Deze zijn erop gericht om mensen zo snel mogelijk uit de uitkering te krijgen. Bij de uitvoering wordt geen rekening gehouden met het feit dat SW-medewerkers gewoon hun werk willen doen. Zij hebben last van de andere benadering, gericht op werklozen die er vaak met tegenzin naartoe gaan; Mensen voelen zich bedreigd. Werknemers merken dat hun SW-bedrijf zich op andere werkzaamheden richt en de productiviteit wol verhogen; Werknemers die niet mee kunnen komen worden onder druk gezet. Werknemers worden op niet-passend werk gezet om aan te tonen dat hun indicatie voor de Wsw kan worden ingetrokken; Veel klachten gaan over bejegening, zich onwaardig behandeld voelen; Er is sprake van intimidatie als werknemers hun probleem ter sprake willen brengen; Privacyregels worden in de SW-bedrijven slecht gehanteerd.
Rapport Nationale Ombudsman In het onlangs gepubliceerde rapport van de Nationale Ombudsman, Oog voor mensen met een arbeidsbeperking, wijst deze nadrukkelijk op het gebrek aan mogelijkheden voor de doelgroep om problemen te bespreken. De Nationale Ombudsman heeft niet specifiek onderzoek gedaan naar de omstandigheden waaronder werknemers met een Wswdienstverband werken. De Nationale Ombudsman heeft onderzocht wat SW-werknemers redelijkerwijs van de overheid mogen verwachten. Behoorlijk overheidsoptreden betekent dat de overheid zich betrokken toont bij deze doelgroep. Het rapport laat zien dat gemeenten in de praktijk op grote afstand staan van hun inwoners met een arbeidsbeperking. Hierdoor bestaat bij gemeenten dan ook maar beperkt zicht op hoe het deze inwoners vergaat. De Nationale Ombudsman wijst er verder op dat democratische controle op de uitvoering van de Wsw-taken beperkt is door onderbrenging in gemeenschappelijke regelingen. De nationale Ombudsman meent dan ook dat de gemeente veel beter zorg moet dragen dat: SW-werknemers op een veilige manier hun individuele problemen kunnen bespreken, zoals bij een onafhankelijke vertrouwenspersoon. Die veiligheid is er nu onvoldoende, zo verneemt de LCR. Daarom maken mensen geen gebruik van de beschikbare vertrouwenspersoon van het SW-bedrijf . Daarnaast moet de gemeente zorg dragen voor wat de Nationale Ombudsman een goede tegenmacht, via een OR en Wsw-cliëntenraad. Die moet er niet alleen voor de vorm zijn, maar juist in staat zijn om effectief tegenmacht te bieden. Zodat de belangen van werknemers in de sociale werkvoorziening niet uit het oog worden verloren. Hier moet extra aandacht voor zijn, de betrokken mensen hebben niet zomaar een Wsw-indicatie gekregen. In de praktijk worden de meeste OR’n en Wsw-raden niet serieus genoeg genomen.
De LCR is het met de Nationale Ombudsman eens dat de verantwoordelijkheid van de gemeente voor Wsw-gerechtigden geldt voor alle mensen met een beperking. En wat de LCR betreft al zijn kwetsbare burgers. Ontwikkeling: tegenmacht onvoldoende Sinds u in 2009 met Wsw-cliëntenraden hebt gesproken zijn de problemen niet opgelost. Hier ligt een fundamentele vraag: is het vormgeven van een effectieve tegenmacht wel goed belegd? De gemeente heeft als opdracht zijn eigen tegenmacht te organiseren maar ervaart hier blijkbaar onvoldoende urgentie en belang. De LCR wijst u hierbij op een aantal ontwikkelingen die ertoe leiden dat de tegenmacht ten behoeve van Wsw-gerechtigden in het geding is: Gemeenten maken steeds meer gebruik van de faciliteiten van het SW-bedrijf. Er wordt zelfs gefuseerd met sociale diensten. Gevolg: de invloed van de Wswwerknemer in de OR neemt steeds verder af. Het bedrijfsbelang om andere doelgroepen te bedienen, met andere doeleinden, neemt toe. Passend werk bieden is niet meer het centrale doel. De OR-leden worden gechanteerd met het verhaal dat het SW-bedrijf wel moet en dat anders hun eigen werk op de tocht staat. Veel gemeenten hebben hun Wsw-raad opgeheven (in 2009 waren er 97, zeker een derde is verdwenen) en veel gemeenten zijn voornemens dat te doen. Formeel is de bepaling over cliëntenparticipatie nog immer van kracht in de WSW. Gemeenten brengen de verplichting over de cliëntenparticipatie in de Wsw (die nog immer van kracht is) onder bij de WWB-raad (Participatiewetraad) of een brede Participatieraad. De waarborgen dat de belangen van SW-werknemers in die raden nog in beeld zijn, sneeuwen meestal onder. Zeker bij brede Participatieraden waar nauwelijks of geen rol is weggelegd voor cliënten. De LCR trekt de volgende conclusies gericht op verbeterpunten: Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wsw. Zij laten de invulling ervan veel te veel over aan de inzichten van het SW-bedrijf Gemeenten moeten ervoor zorg dragen dat SW-gerechtigden passend werk krijgen aangeboden in een veilige omgeving, de kerntaak van de Wsw. Gemeenten moeten ervoor zorg dragen dat individuele SW-werknemers een veilige plek hebben waar zij met hun vragen, klachten en problemen terecht kunnen. Een onafhankelijk vertrouwenspersoon sociaal domein van de gemeente, de gemeentelijke ombudsman of een klachtenmeldpunt van de gemeente. En niet te vergeten: onafhankelijke cliëntondersteuning (WMO-verantwoordelijkheid van de gemeente). De SW-werknemers dienen door de gemeente geïnformeerd te worden over de mogelijkheden om veilig hun problemen te kunnen bespreken.. De werkomstandigheden waarin SW-medewerkers werken sluiten niet aan bij de opdracht van de Wsw om passend werk te bieden. De gemeenten moeten de verantwoordelijkheid nemen voor kwetsbare groepen ook buiten de Wsw. Zij moeten ervoor zorgen dat mensen niet uit beeld verdwijnen.
De gemeente heeft onvoldoende, zelfs in afnemende mate, aandacht voor het inrichten en vormgeven van tegenmacht, goede gefaciliteerde cliëntenraden en OR die opkomen voor de belangen van de WSW-gerechtigden, uitkeringsgerechtigden en werkzoekenden (met en zonder een arbeidshandicap). Voorstel voor een oplossing De LCR vindt dat er initiatief tot verbetering moet worden genomen Naar onze mening zijn de knelpunten te langdurend, de ontwikkelingen te zorgwekkend en ziet het er niet naar uit dat deze automatisch worden opgelost. Dit raakt de systeemverantwoordelijkheid van het ministerie van SZW: Krijgen de Wsw-gerechtigden passend werk aangeboden? En is de noodzakelijke tegenmacht voldoende geborgd op decentraal niveau? De LCR vraagt u meer te doen dan bij gemeenten aandacht te vragen voor de adviezen van de Nationale Ombudsman. De LCR is van oordeel dat de benodigde oplossingen op veel indringender wijze moeten worden geagendeerd. Waarbij de LCR zelf ook de handschoen oppakt en VNG en CEDRIS zal benaderen om noodzakelijke oplossingen dichterbij te brengen. De LCR vraagt u: 1 Een werkgroep in te stellen die gerichte aanbevelingen doet aan gemeenten. De vraagstelling aan deze werkgroep luidt: Formuleer voorstellen aan gemeenten, SW-bedrijven, OR en (Wsw)-cliëntenraden hoe de positie van cliënten individueel en collectief het beste kan worden geborgd. Hierbij moet ook antwoord worden gegeven op de vraag hoe de positie van SW-gerechtigden kan worden geborgd als SW-werknemers niet meer de primaire doelgroep in de ‘sociale werkvoorziening’ is. Een vooruitblik naar de Participatiewet hoort hier dus bij. Ook moet een verbinding worden gelegd met de cliëntondersteuning. De werkgroep adviseert op de kortere termijn over de invulling van: De verantwoordelijkheid van de gemeente dat mensen ergens – laagdrempelig en veilig -terecht kunnen met hun problemen en zorgen. Gemeenten zijn immers primair verantwoordelijk voor de uitvoering van deze wet. Zij moeten daarom borgen dat het gekozen systeem in de praktijk zodanig functioneert dat de mensen die het aangaat niet uit beeld verdwijnen. De werkgroep wordt tevens gevraagd een fundamentele studie te maken naar en adviezen op te stellen over: Hoe verhouden ontwikkelingen van SW-bedrijven zich tot de medezeggenschap van werknemers die WSW- of Begeleid werken-gerechtigd zijn? Kan de gemeente zelf haar tegenmacht organiseren, zo ja: wat zijn hierbij de minimale waarborgen dat dit ook gebeurt zoals wordt beoogd met de wettelijke bepalingen?
Samenstelling van de werkgroep: De LCR is betrokken bij de profielschets en selectie van de voorzitter en de leden van de werkgroep. In overleg met u zal gekozen moeten worden voor een onafhankelijke werkgroep of een tripartiete werkgroep (onafhankelijke deskundigen, gemeenten en cliëntvertegenwoordigers). 2
In afwachting van het advies van de werkgroep gemeenten nadrukkelijk het advies te geven te wachten met het voorstellen van verordeningen waarbij de toekomst van de Wsw-raad in het geding is.
De LCR wil graag met u overleggen over het oplossen van de zorgwekkende positie van SW-werknemers. De LCR stuurt een afschrift van deze brief naar: leden van de Vaste Tweede Kamer commissie Sociale Zaken, VNG en Cedris. Met vriendelijke groet,
Gerrit van der Meer Voorzitter
Samenstelling Landelijke Cliëntenraad Landelijke cliëntenorganisaties: Vakcentrale voor Professionals / Christelijk Nationaal Vakverbond (VCP/CNV), Ieder(in) (vertegenwoordiger mensen met lichamelijke beperkingen) , Centrale Samenwerkende Ouderenorganisaties (CSO), Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV, publieke sector), Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV, private sector), Vacature, Samenwerkingsverbanden Landelijk Overleg Minderheden (LOM), Landelijk Platform GGZ/LOC, Ieder(in) (vertegenwoordiger mensen met verstandelijke beperkingen), vertegenwoordigers van cliëntenraden: cliëntenraden SVB en UWV. vertegenwoordigers van de gemeentelijke cliëntenparticipatie: Landelijk overleg cliëntenraden Sociale Zekerheid (LocSZ), Landelijk overleg cliëntenraden Sociale Zekerheid/cliëntenraden G4, vertegenwoordiger Dak- en thuislozen. Adviseur: Mobility.