Driemaandelijks tijdschrift van het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten
www.iec-iab.be | Nr. 3 / 2013
Interview met André Bert De kwaliteitstoetsing: wat is de stand van zaken? Interview met minister Sabine Laruelle Balans van 10 jaar ministerschap Beroep Let’s talk about strategy Benoît Vanderstichelen en Bart Van Coile
AFGIFTEKANTOOR: 3000 LEUVEN I P608443 – IEC-IAB E . J ac q m ainlaan 1 3 5 / 2 – B E - 1 0 0 0 B R U S S E L
Trends Einde van de privacy? Amid Faljaoui
De kwaliteitstoetsing: wat is de stand van zaken?
Inhoud Accountancy&Tax
3
Driemaandelijks tijdschrift van het IAB nr. 3 / 2013 ADMINISTRATIE EN REDACTIE
IAB, Emile Jacqmainlaan 135/2, 1000 Brussel Tel.: +32 2 543 74 90 – Fax: +32 2 543 74 91 E-mail:
[email protected] REDACTIEcoördinator
Stéphane De Bremaeker E-mail:
[email protected] REDACTIECOMITÉ
E. Basso, M. Ben Jaddi, P.-F. Coppens, J. De Blay, L. Dhaene, A. Faljaoui, J.-L. Kilesse, R. Lassaux, D. Maes, E. Steghers, B. Van Coile, B. Vanderstichelen
Editoriaal
Strategisch beraad over een ambitieus beroep! 7
Interview met André Bert
De kwaliteitstoetsing: wat is de stand van zaken? 10
Interview met minister Sabine Laruelle
Balans van 10 jaar ministerschap 16
Beroep
Let’s talk about s trategy Benoît Vanderstichelen en Bart Van Coile
UITGEVERS
Intersentia, Groenstraat 31, 2640 Mortsel www.intersentia.be Anthemis, Place Albert I 9, 1300 Limal www.anthemis.be
40
ILLUSTRATOR COVER
42
IAB in ‘t kort
42
Wetgeving
44
IAB-info flashback
46
Vakliteratuur
Rosemarie De Vos VERANTWOORDELIJKE UITGEVER
B. Vanderstichelen, Emile Jacqmainlaan 135/2, 1000 Brussel ISSN 1375-9876 MEDEDELING VOOR DE LEZERS
De auteurs, het redactiecomité en de uitgever streven naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, waarvoor ze echter niet aansprakelijk kunnen worden gesteld. De opinieartikelen vertegenwoordigen de inzichten en mening van auteurs en dus niet noodzakelijk die van het Instituut of van het redactiecomité. Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten (IAB) Opgericht bij wetten van 21 februari 1985 en 22 april 1999 UITVOEREND COMITÉ
Voorzitter: B. Vanderstichelen Ondervoorzitter: B. Van Coile Secretaris-penningmeester: J.-L. Kilesse Secretaris: J. De Blay Leden: E. Degrève, J. De Coster RAAD
Voorzitter: B. Vanderstichelen Ondervoorzitter: B. Van Coile Leden: D. Bauwens, L. Ceulemans, P. Cuvelier, J. De Blay, J. De Coster, E. Degrève, V. Delvaux, J.-L. Kilesse, A. Mons delle Roche, G. Schelfhaut, J. Van Hecke, H. Vandelanotte ALGEMEEN DIRECTEUR
E. Steghers
Trends
Einde van de privacy? Amid Faljaoui
EDITORIAAL
Strategisch beraad over een ambitieus beroep!
Z
oals u zult zien, besteedt deze aflevering van uw tijdschrift heel wat aandacht aan het verslag van de strategische raad van 2 en 3 juli laatstleden. Vierentwintig pagina’s informatie, maar ook concrete acties om u in alle openheid alle aspecten van onze gedachtewisseling uiteen te zetten en u onze actieplannen te ontvouwen. Om zeker te zijn dat al onze doelstellingen aan bod kwamen, hebben wij onze gedachtewisseling rond vijf pijlers opgebouwd: ‘Business opportunities’, ‘Inzet op federaal vlak’, ‘Inzet op regionaal vlak’, ‘Kwaliteit’ en ‘Aantrekkelijkheid van het beroep’. Vervolgens hebben we die in een aantal met elkaar verbonden thema’s onderverdeeld. Dat alles zult u later uitgebreid kunnen lezen, maar wij laten u nu al een glimp opvangen aan de hand van deze kernwoorden, het stappenplan voor de volgende drie jaar, een combinatie van diverse beschouwingen en actieplannen: Contractuele fiscale audit, E-invoicing, Ervaren beroepsbeoefenaars, Financiering van ondernemingen, Interne leden in het beroep, ISO-certificering, Jongeren in het beroep, Kwaliteitstoetsing, Ledenbijdragen, Maatschappelijk verantwoord ondernemen, Onafhankelijk bestuurder, Ondernemingen in moeilijkheden, Overdracht van onderneming, Overheidsboekhouding, Permanente vorming, Raadplegings- en adviesdienst voor leden, Regionalisering, Sociaal secretariaat syndicus, Strijd tegen fiscale fraude, Uitbesteding btw en Ven.B., Volledig elektronische relaties, Vrouwen in het beroep. Om met volle kennis van zaken al deze thema’s te kunnen aanpakken, dienden we eerst de context te schetsen, het verband tussen de verplichtingen
en de opportuniteiten in te schatten en, ten slotte, het onderscheid te maken tussen het mogelijke en het waarschijnlijke. Vervolgens moesten we de acties en de beschikbare middelen bespreken, goedkeuren en de kosten ervan ramen. Maar wij weten ook hoe weinig tijd u hebt om de conclusies van ons beraad te lezen. Daarom hebben wij dit artikel voorzien van visuele aanknopingspunten, van alfabetisch geklasseerde ‘cookies’, één per behandeld thema. Zo zult u probleemloos en volgens uw eigen interesse de stand van zaken kunnen opvolgen en kennis kunnen nemen van de initiatieven en maatregelen die de nieuwe Raad de volgende drie jaar zou willen nemen. Dat moet stellig de juiste manier zijn om uit die verschillende thema’s de vakgebieden te lichten waarop u, vanwege uw bijzondere competenties of interesses, uw enthousiasme kunt botvieren door actief deel te nemen aan onze toekomstige werkzaamheden. Het zal u dan ook niet verbazen dat we in de loop van de volgende maanden, terwijl de werkzaamheden en het brainstormen doorgaan, nog van naderbij zullen ingaan op een van deze onderwerpen die ons beroep zo nauw aan het hart liggen. Mis dus onze berichten niet in ons wekelijkse e-zine. En zoals elk jaar zal het Forum for the Future, dat dit jaar plaatsvindt op 5 december 2013, weer de geschikte gelegenheid vormen om de dialoog gaande te houden, onze positie duidelijk te stellen, onze identiteit en onze meerwaarde te bevestigen, en om elkaar te zien. Tijdens de plenaire zitting, gewijd aan de thema’s ‘financiering en fiscaliteit’, komt de
2 013/ 3
3
EDITORIAAL elektronische factuur aan bod. Kom zeker ook eens langs op onze gezellige en informatieve stand. Een wijze raad: save the date! Voor de nieuwe Raad was deze eerste strategische raad een geslaagde test voor het toetsen van zijn samenhang, om na te gaan of de Raad over de nodige passie en energie beschikt om een visie te ontwikkelen en doelmatige acties uit te werken ten dienste van het beroep. De visie op een ambitieus beroep dat moet kunnen evolueren zonder zijn fundamen-
4
2 013/ 3
tele waarden te verloochenen, waarin de onafhankelijkheid en het professionele oordeel het rechtstreekse gevolg zijn van de relatie met de cliënt, die instaat voor een kwalita tieve begeleiding van de kantoren doorheen de onafwendbare veranderingen, onder meer door de uitbreiding van het dienstenaanbod.
•
Bart Van Coile Benoît Vanderstichelen Ondervoorzitter Voorzitter
Handboek Boekhouden Hét overzichtswerk voor elke boekhoudprofessional Fax deze antwoordkaart naar Intersentia 03 658 71 21 Handboek boekhouden - Belgisch boekhoudrecht Erik De Lembre en Liesbet Van de Velde 2012 | ISBN 978-90-5095-964-3 | xvi + 648 blz. paperback | Prijs: € 75
Handboek boekhouden - Enkelvoudig boekhouden Boekhouden voor de zelfstandige ondernemer en de kleine vzw Erik De Lembre, Patricia Everaert en Jan Verhoeye 2010 | ISBN 978-90-5095-965-0 | xvi + 196 blz. paperback | Prijs: € 45 Handboek boekhouden - Dubbel boekhouden NIEUW Basisbeginselen (3de herwerkte editie) Erik De Lembre, Patricia Everaert en Jan Verhoeye 2013 | ISBN 978-94-000-0381-1 xxiii + 650 blz. | paperback | Prijs: € 95
Handboek boekhouden - Vennootschapsboekhouden (2de editie) Erik De Lembre, Patricia Everaert en Jan Verhoeye 2011 | ISBN 978-94-000-0253-1 | xxxvi + 964 blz. paperback | Prijs: € 125 Handboek Boekhouden - IFRS NIEUW De IFRS-standaarden boekhoudkundig vertaald (2de editie) Erik De Lembre en Philippe Van Cauwenberge m.m.v. Liesbet Van de Velde en Arlette Van Hecke 2013 | ISBN 978-94-000-0298-2 | xxviii + 590 blz. paperback | Prijs: € 125 Handboek boekhouden - Consolidatie Erik De Lembre en Sadi Podevijn 2010 | ISBN 978-90-5095-967-4 | xiii + 406 blz. paperback | Prijs: € 95 Bij aankoop van de volledige reeks ontvang ik 10% korting op de totaalprijs, en betaal ik 504 euro in plaats van 560 euro.
Dhr./Mevr.
Bestel snel en eenvoudig via www.intersentia.be
Voornaam: Naam: Bedrijf: Btw-nr.: Straat: Nr.:
Bus:
Postcode: Gemeente: Telefoon: Fax: E-mail: Datum: Handtekening:
Groenstraat 31 B-2640 Mortsel T +32 3 680 15 50 F +32 3 658 71 21
[email protected]
Alle prijzen zijn incl. btw, excl. verzendkosten. Alle titels zijn ook verkrijgbaar in de boekhandel. Intersentia nv respecteert uw privacy. De persoonsgegevens die u doorgeeft, mag Intersentia gebruiken om u op de hoogte te houden van haar uitgaven. Wilt u geen commerciële informatie van Intersentia? Kruis dan dit vakje aan: . U kunt uw gegevens ook opvragen en laten verbeteren via fax of per brief.
Bij aankoop van de volledige reeks krijgt u 10% korting op de totaalprijs.
2 013/ 3
5
I nterview
De kwaliteitstoetsing: wat is de stand van zaken? De voorbije jaren werd in de communicatie met de leden zeer veel aandacht besteed aan de nakende invoering van de kwaliteitstoetsing voor onze externe leden. In dat verband werden tools uitgewerkt die moeten helpen bij een voorbereiding op deze toetsing. Na de goedkeuring van de norm door de Raad werd een commissie aangesteld. Deze commissie staat in voor de organisatie en de goede uitvoering van de kwaliteitstoetsing. Wij hadden een gesprek met confrater André Bert, voorzitter van de Commissie kwaliteitstoetsing, omtrent een stand van zaken en de vooruitzichten. IAB: U bent nu meer dan een jaar voorzitter van de Commissie kwaliteitstoetsing en in die hoedanigheid werkt u verder aan de voorbereiding van de kwaliteitstoetsing. Kunt u misschien een aantal concrete voorbeelden geven van hoe deze kwaliteitstoetsing volgens u het beroep ten goede kan komen? André Bert: U moet weten dat ‘accountant’ een interna tionale titel is die wereldwijd de activiteit beschrijft die onze leden uitoefenen. Om dit beroep in stand te houden en vooruit te helpen, is het noodzakelijk dat er ten eerste gewerkt wordt om de geloofwaardigheid van het beroep te stimuleren en ten tweede om de kwaliteitsuitoefening van het beroep te verhogen. Daarenboven stellen we vast dat meer en meer gevraagd wordt dat door het Instituut toezicht wordt uitgeoefend op deze uitoefening van het beroep. Een van de belangrijke zaken daarin is bijvoorbeeld de toepassing van de antiwitwaswetgeving. Onze leden weten dat zij nu een oproep hebben gekregen om een rapport in te dienen betreffende de toepassing van de antiwitwaswetgeving, maar uiteindelijk zal aan het Instituut gevraagd worden om ook na te zien of die rapporten die ingediend worden, stroken met de werkelijkheid. Daarenboven is het ook zo dat meer en meer accountants opdrachten krijgen om te bemiddelen bij de ondernemingen die enige vorm van subsidie kunnen genieten. Voorheen was het noodzakelijk dat men een aparte erkenning kreeg om die functie te kunnen uitoefenen. Door het toe-
passen van de kwaliteitstoetsing bij onze leden kunnen wij aantonen aan de overheid dat die kwaliteit gewaarborgd wordt voor de uitoefening van deze activiteiten, zodanig dat er geen aparte erkenning meer nodig is. IAB: In mei 2012 heeft de Raad de leden van de Commissie kwaliteitstoetsing benoemd. Waaruit bestaat de werking van die Commissie en welke activiteiten heeft ze tot nu toe kunnen uitvoeren? André Bert: Deze Commissie heeft verschillende opdrachten gekregen. Ten eerste moet de Commissie de procedures uitwerken om de kwaliteitstoetsing in gang te zetten. Daarnaast moet zij ook zorgen voor de goede uitvoering van deze kwaliteitstoetsing. Vervolgens heeft de Commissie ook de taak gekregen om informatie te verspreiden omtrent deze kwaliteitstoetsing. Een voorbeeld daarvan is de toelichting die gegeven werd tijdens de laatste roadshow. Bovendien heeft de Raad onder impuls van de kwaliteitstoetsing het ‘Witboek kwaliteit’ uitgegeven. En ook de handleiding ‘Organisatie van het kantoor en procedures’ kadert in deze totale activiteit. Er moeten ook voorafgaande vragenlijsten ontworpen worden. Vragenlijsten betreffende het kantoor, betreffende de organisatie en ook vragenlijsten die gericht zijn naar de toetser om zijn toetsing ter plaatse te kunnen uitvoeren. Daarnaast heeft deze Commissie de opdracht gekregen om de kandidaat-toetsers te selecteren en hen op te leiden en optimaal voor te bereiden op de opdracht die hen te wachten staat.
2 013/ 3
7
I nterview ternele sfeer en onze algemene conclusie is dat wij zeer positieve resultaten gehaald hebben. IAB: Wat is de stand van zaken op het moment van die selectieprocedure? André Bert: Op het ogenblik zijn de toetsers aangesteld door de Raad, maar alvorens zij in functie kunnen treden, moeten zij nog een opleiding volgen. Deze opleiding is voorzien voor eind oktober en zal twee dagen in beslag nemen. Daarbij zullen zij vertrouwd raken met een aantal zaken die in de vragenlijsten aan bod komen. Vervolgens zullen zij volledig geïnformeerd worden over de situaties waarin zij advies en bijstand kunnen verlenen aan de leden. Ook de tools die beschikbaar zijn op de website van het Instituut, zullen daarbij uitvoerig aan bod komen, zodat zij de leden daarnaar kunnen verwijzen. IAB: Er was sprake van een pilootfase; wanneer zou deze aanvangen en hoe gaat het dan precies in zijn werk? IAB: Er werd begin dit jaar inderdaad een oproep gedaan tot kandidaatstelling als toetser in het kader van de kwaliteitstoetsing op de website van het IAB. Kunt u in het kort beschrijven wat die functie van toetser inhoudt? André Bert: De functie van toetser houdt in dat hij ter plaatse gaat bij het kantoor en aan de hand van de vragenlijsten die opgesteld zijn, nagaat hoe het kantoor georganiseerd is, hoe de procedures verlopen, hoe de antiwitwaswetgeving toegepast wordt, eigenlijk gebaseerd op de items die vermeld zijn in het ‘Witboek kwaliteit’. De bedoeling is om via de toetser ook advies te geven omtrent bepaalde aspecten die aan bod komen tijdens de kwaliteitstoetsing en waarover eventueel een tekortkoming vastgesteld zou worden. De toetser staat ook in nauw contact met de commissie aan wie hij zijn rapport overmaakt. IAB: Hoe is er gereageerd op die oproep door de leden en hoe is de selectieprocedure verlopen? André Bert: Wij hebben volgens ons in de eerste fase voldoende kandidaturen binnengekregen. Deze kandidaturen kwamen zowel van leden van kleine kantoren, van middelgrote als van grotere kantoren, zodanig dat wij in staat zijn om een goede diversificatie van toetsers aan te stellen. Elke toetser heeft een onderhoud gehad met een aantal leden van de Commissie kwaliteitstoetsing waarin ten eerste gepeild werd naar de professionele omgeving waarin hij werkte, naar zijn sociale vaardigheden en hoe hij zou reageren in bepaalde situaties die zich zouden kunnen voordoen tijdens de toetsing. Dit onderhoud verliep in een zeer confra-
8
2 013/ 3
André Bert: De pilootfase is gebaseerd op twee elementen: enerzijds zijn er een aantal kantoren die zich nu reeds hebben opgegeven als vrijwilliger om een toetsing te ondergaan. Anderzijds zullen de leden van de Commissie, de leden van de Raad en de toetsers ook een kwaliteitstoetsing ondergaan. In deze pilootfase is het de bedoeling om dat rond te krijgen, zodanig dat wij daar ook onze ervaring opdoen om dan volledig klaar te zijn bij het starten van de reguliere toetsingen. Het is inderdaad zo dat wij denken dat wij in de eerste fase ook nog zullen kunnen leren en ervaringen opdoen, die wij dan kunnen implementeren in onze procedures om de toekomstige toetsingen optimaal te laten verlopen. Ik heb reeds gezegd dat wij de vragenlijsten ontworpen hebben, er worden checklists opgemaakt, er worden instructies voor de toetsers gegeven, er wordt een modelverslag opgemaakt. Dat alles moet uiteindelijk uitmonden in een eindoordeel dat de toetser voorlegt aan de Commissie kwaliteitstoetsing na overleg met de getoetste. IAB: Hoe gaat het dan verder na de pilootfase? André Bert: Het is de bedoeling om in 2015 te starten met de reguliere toetsingen. Dat betekent dat vanaf dat jaar normaal gezien elk extern lid een kwaliteitstoetsing zal ondergaan om de zeven jaar. Wij hebben ongeveer 4 200 externe leden, dus de organisatie zal dusdanig moeten zijn dat wij naar schatting een driehonderdtal kantoren per jaar moeten kunnen bezoeken.
I nterview IAB: Kunt u nog eens uitleggen hoe de kwaliteitstoetsing verloopt in het algemeen? André Bert: De toetsing is onderhevig aan een volledige procedure die beschreven is in de Norm inzake de kwaliteitstoetsing en zal ook nog verder toegelicht worden tegenover de leden. Er is eerst een schrijven aan het kantoor waarin een datum van toetsing wordt voorgesteld, waarin kandidaat-toetsers voorgesteld worden, waaruit het te toetsen lid mag kiezen. Daarbij zullen dan ook de vragenlijsten ter beschikking gesteld worden. De toetser zal aan de hand van die vragenlijsten de toetsing kunnen voorbereiden. Wij voorzien dat de toetsing ter plaatse op het kantoor ongeveer een halve dag zou kunnen duren ingeval er één extern lid aanwezig is. Wanneer meerdere externe leden tot het kantoor behoren, zullen er eventueel meerdere toetsers gestuurd kunnen worden, zodanig dat de tijd die in beslag genomen wordt, toch beperkt blijft. In elk geval is het de bedoeling om de hinder voor het kantoor tot een minimum te herleiden. Uit de pilootfase zullen wij zeker hieromtrent kunnen leren. IAB: Aangezien de toetsingen door verschillende toetsers worden afgelegd, hoe wordt de objectiviteit van de kwaliteitstoetsing gewaarborgd? André Bert: Ten eerste zijn de vragenlijsten voor iedereen dezelfde. Deze vragenlijsten zullen volledig ter inzage worden gepubliceerd op de website, zodat alle leden de mogelijkheid krijgen om zich voor te bereiden op de kwaliteitstoetsing. De voorafgaande vragenlijsten zijn sinds kort al beschikbaar en zijn terug te vinden via de rubriek ‘kwaliteitstoetsing’ onder ‘toetsingshandleiding’. Het is de taak van de toetser om op basis van deze vragenlijsten objectieve vaststellingen te doen.
IAB: Er werd al veel geschreven en gezegd over het aspect ‘begeleiding’. Kunt u concreet aangeven hoe de toetsers dat aspect in praktijk kunnen brengen en worden zij daar ook voor opgeleid? André Bert: De politiek van de Commissie kwaliteitstoetsing is dat deze moet plaatsvinden in een sfeer van begeleiding en bijstand en het is daarom dat onze toetsers ook gevormd worden. Wij hebben een cyclus van twee dagen voorzien voor de opleiding van de toetsers en één aspect dat daarbij zeker grondig aan bod zal komen, is de rol die de toetser moet spelen tegenover de getoetste en het begeleidend en coachend karakter ervan. Daarnaast zal de toetser uit zijn eigen ervaring moeten putten om eventuele adviezen te geven aan de getoetsten in verband met mogelijke verbeteringen van tekortkomingen die vastgesteld worden. Indien deze tekortkomingen ernstiger zouden zijn, dan kan aan de hand van een verbeterplan ook begeleiding gegeven worden om het kantoor aan te zetten binnen een bepaalde periode aan de anomalieën gevolg te geven en te streven naar een verbetering. De getoetste kan altijd een beroep doen op bijstand en begeleiding om zich aan het verbeterplan te kunnen aanpassen en daaraan te kunnen voldoen. Daarenboven heeft het Instituut ook tools ter beschikking gesteld die het lid kan gebruiken om tekortkomingen te verhelpen. Ik verwijs hierbij naar de handleiding ‘Organisatie van het kantoor en procedures’ en het ‘Witboek kwaliteit’. Het is tevens onze bedoeling om in de pilootfase nauw contact te onderhouden met de toetsers en de getoetsten. Ik ben er zeker van dat we hier allemaal van elkaar kunnen leren.
•
Ten tweede zal de toetser overleg plegen met de getoetste omtrent de beoordeling die gevormd wordt en het resultaat daarvan zal worden voorgelegd aan de Commissie kwaliteitstoetsing. De getoetste heeft ook altijd binnen een bepaalde periode nog de tijd om zijn opmerkingen over de toetsing over te maken aan de Commissie kwaliteitstoetsing, zodat deze in staat wordt gesteld om een zo objectief mogelijk oordeel te vellen. Er zal dus rekening worden gehouden met het oordeel van de toetser, maar er zal evenzeer rekening gehouden worden met eventueel gegronde opmerkingen van de getoetste.
2 013/ 3
9
I nterview
Balans van 10 jaar ministerschap Onopvallend slaagt de minister van Middenstand en Kmo’s, Sabine Laruelle, er nu al tien jaar in om haar stempel op het beleid te drukken met een hele reeks hervormingen. Voor het IAB meteen de gelegenheid om de sterke punten van deze lange ‘legislatuur’ eens in de verf te zetten.
IAB: Mevrouw de minister, u bent niet alleen onze bevoegde minister, u staat ook al tien jaar aan het hoofd van een federaal ministerie! Op welke prestatie uit die tienjarige carrière bent u het meest trots?
Sabine Laruelle: Tien jaar, dat is lang in België, en zeker in dezelfde functie. Ik voel niet de behoefte om de hervormingen tegen elkaar af te wegen, temeer daar ik, zoals geweten, een vurig voorstander ben van de politiek van de ‘kleine pasjes vooruit’. Ik geloof dat dit in België de beste methode is om vooruit te komen en zijn ambities waar te maken. En u zult mij niet horen zeggen dat ik alleen maar achter de schermen heb gewerkt, maar zeker met veel volharding. Ik ben er echt van overtuigd dat wij in die tien jaar heel wat gerealiseerd hebben voor de zelfstandigen en de kmo’s. Ik ga hier niet alle verwezenlijkingen van mijn kabinet opsommen, maar ik wou toch even meegeven dat de gelijkstelling van het minimumpensioen van zelfstandigen met dat van de loontrekkers, de bescherming van de privéwoning van de zelfstandige, de aanpassing van de kinderbijslag, de invoering van het statuut van de meewerkende echtgenoot, de dekking van de kleine risico’s voor alle zelfstandigen en het wetsontwerp met het doel een beter evenwicht te realiseren in de relatie tussen de kmo’s en de banken, ons werk zijn! Wij hebben de voorbije tien jaar dus niet stilgezeten en ik ben blij dat de terugblik van het IAB mij de kans geeft om een deel van de verwezenlijkingen van die laatste tien jaar nog eens voor het voetlicht te halen. IAB: Laat ons, zonder in detail te treden, even terugkomen op de sterke punten van de voorbije tien jaar: onlangs was er sprake van het wetsontwerp, gezamenlijk ingediend door uw kabinet en dat van minister van Financiën Koen Geens, met het doel de relaties tussen de bankensector en de ondernemingen te verbeteren. Hoe zit dat nu? Sabine Laruelle: Dat is inderdaad een belangrijk luik van mijn beleid ten gunste van de kmo’s. Ik heb het al vaak gezegd en ik blijf het herhalen: de banken hebben hun risicobereidheid betoond met producten die niemand begrijpt.
10
2 013/ 3
I nterview En ik zou willen dat ze die risicobereidheid weer opnemen om vooral de werkelijke economie te financieren!
rentie die nodig is om de beste financiële voorwaarden te verkrijgen.
IAB: Niettemin, volgens de banken zou de bankensector de ondernemingen nooit zoveel krediet verstrekt hebben als tijdens de laatste jaren?
IAB: Zijn het in deze crisistijd niet nogal eens de RSZ en de btw die zich onbuigzaam tonen op het gebied van betalingstermijnen?
Sabine Laruelle: Bij de zelfstandigen en de kmo’s hoor ik wel een ander geluid. Maar, de onenigheid over de cijfers buiten beschouwing gelaten, wat ik samen met mijn collega Koen Geens wil realiseren, is de spanningen tussen de banken en hun cliënten te bedaren en de relaties opnieuw in evenwicht te brengen. Neem het geval van de vervroegde terugbetaling van een krediet. Voor particulieren is de regel simpel, ze zijn drie maanden interest verschuldigd. Voor de kmo’s is er echter geen regel. Soms kan het drie jaar interest zijn, of een wederbeleggingsvergoeding van … 30 % van het nog terug te betalen saldo! Dat lijkt mij wel overdreven, vooral in tijden van crisis. Ik ben liberaal en dus hevig gekant tegen onnodig opgelegde economische dwang, maar dan moeten de betrokken partners economisch op gelijke voet staan. Op het vlak van de kredietverstrekking was dat niet echt het geval. Vandaar onze wens om wetgevend op te treden. Maar let op: het is niet zo dat wij het kredietbeleid van de banken willen overnemen. Zij blijven uiteraard verantwoordelijk voor hun beleid. Mijn rol is alleen ervoor te zorgen dat kmo’s een betere toegang tot kredieten krijgen. Als ik de wederbeleggingsvergoedingen tot zes maanden interest wil beperken, is dat omdat ik in de eerste plaats de bankoverstapregeling wil vergemakkelijken. Het oude systeem bemoeilijkte die overstap en belemmerde de concur-
Sabine Laruelle: In de economie is het uiteraard de regel dat er wettelijke termijnen moeten gelden. Het kan niet zijn dat we naar een economie gaan waarin iedereen zijn facturen betaalt zoals het hem uitkomt. Het is wel een feit dat de crisis bepaalde cashproblemen veroorzaakt, en het is niet ongepast de administratie erop te wijzen dat ook zij wel een andere cultuur zou mogen aannemen. Ook in dat verband heb ik al vaak gezegd en blijf ik herhalen dat het niet kan dat men aan de ene kant verkondigt dat het herstel bij de ondernemingen – en dan vooral bij de kmo’s – begint, en aan de andere kant niets doet, behalve de mistoestanden aanklagen om hun taak te vergemakkelijken. Maar, dit gezegd zijnde, mag de overheid evenmin de variabele worden om de slechte betalingspraktijken in de privé te verantwoorden. IAB: Net nu informatieleverancier Graydon meedeelde dat een op de vier bedrijfssluitingen te wijten is aan betalingsachterstand Sabine Laruelle: Momenteel worden inderdaad maar twee facturen op drie tijdig betaald. En 12 % wordt pas betaald na meer dan negentig dagen. De onbetaalde facturen worden in België geraamd op iets meer dan negen miljard euro. En vooral de kmo’s zijn het slachtoffer van de over-
2 013/ 3
11
I nterview
dreven betalingsachterstand, met invorderingskosten die soms zwaar op hun cashflow drukken. Daarom heeft de regering een wetsontwerp ingediend om de betalingstermijnen bij transacties tussen ondernemingen te verkorten. Die tekst heeft dus geen betrekking op de particulieren en is in feite niet meer dan de omzetting van een Europese richtlijn in het Belgisch recht. Concreet leggen die nieuwe regels voor B2B-transacties een betalingstermijn op van maximaal dertig dagen. De partijen kunnen uiteraard een langere termijn overeenkomen, maar die termijn mag niet kennelijk onbillijk zijn. Wanneer een kleine leverancier geld moet krijgen van een grote onderneming, is hij momenteel economisch niet bij machte om een correcte betalingstermijn af te dwingen. Maar morgen (nu?) zal dat niet meer het geval zijn: de dertigdagenregel kan overschreden worden, maar niet door misbruik te maken van de machtspositie. Die verkorting van de termijnen geldt natuurlijk ook voor facturen uitgereikt aan de overheid. De normale termijn is vastgesteld op dertig dagen en kan ook verlengd worden, maar zonder de zestig dagen te overschrijden. Zo geeft de overheid ook het goede voorbeeld. IAB: Een ander paradepaardje van uw tienjarige mandaat is uiteraard de herwaardering van het zelfstandigenpensioen, maar ook van het bedrag van de pensioenen in het algemeen
Sabine Laruelle: Wat het eerste punt betreft, mag ik wel zeggen dat ik een historische stap vooruit heb kunnen doordrukken! Sinds 1 april 2013 is het minimumpensioen van de zelfstandigen aan gezinstarief gelijk aan dat van de loontrekkers. Na meer dan negen jaar hardnekkig zwoegen,
12
2 013/ 3
ben ik verheugd dat ik een eerste volledige gelijkstelling heb kunnen bemachtigen! Ik herinner eraan dat het minimumpensioen voor een volledige loopbaan als zelfstandige aan gezinstarief in 2003 nog 823,12 euro per maand bedroeg. Sinds april 2013 is dat dus 1 386,40 euro geworden. Dat is toch 68 % meer! Dat alles bovenop de terugbetaling van de verzekering voor geneeskundige verzorging voor kleine en grote risico’s via de verplichte verzekering sinds 2008. Wat niet wegneemt dat we moeten blijven werken om de correcte financiering van onze toekomstige pensioenen te waarborgen. IAB: Dat is vast de reden waarom u samen met uw collega Alexander De Croo twaalf experts de opdracht hebt gegeven om zich daarover te beraden. Maar is het geen commissie op de hoop toe? De moeilijkheden in verband met de financiering van onze pensioenen zijn toch al lang bekend? Sabine Laruelle: U hebt gelijk, de vergrijzingsproblematiek en de gevolgen ervan voor de financiering zijn iedereen bekend. Mijn betreurde collega Michel Daerden had er een groenboek van 300 bladzijden aan gewijd! Dat is al drie jaar geleden. Maar samen met collega Alexander De Croo denk ik dat ons comité van wijzen verder zal gaan. Het zijn namelijk twaalf onafhankelijke en uiterst deskundige experts in deze materie. We gaan geen tweede groenboek opstellen, dat kan ik u nu al verzekeren. De bedoeling is dat dit comité van wijzen tegen de lente van 2014 – net vóór de verkiezingen – een verslag indient. Zodat de verschillende scenario’s op tafel liggen als de volgende regering aantreedt. Het deskundigencomité heeft een belangrijke
I nterview opdracht, want zoals u weet kunnen we de cijfers niet negeren: wij hebben momenteel maar 2,5 actieven per gepensioneerde. In 2060 zal die verhouding terugvallen tot 1,5 actieve per gepensioneerde. Daarop moeten we ons dus voorbereiden. Eén ding staat vast: er gelden geen taboes tijdens de besprekingen, alles is mogelijk, zelfs de samenvoeging van het stelsel van de loontrekkers met dat van de zelfstandigen, alle pisten zullen aan bod komen. IAB: En dan hebben we nog degenen die na hun 65 jaar willen blijven doorwerken … Sabine Laruelle: Wel ja! Ook hier hebben mijn kabinet en de regering goed werk geleverd, want de grenzen voor het werken na de 65ste verjaardag werden versoepeld. Het idee dat gepensioneerden maar beperkt mogen bijwerken, stamt uit een vervlogen tijdperk, toen men nog dacht dat de ouderen zo vlug mogelijk plaats moesten ruimen om de jongeren aan het werk te zetten. Vandaag denken we daar compleet anders over, vooral wegens de vergrijzing, waarover ik het zonet had, waardoor de tewerkstelling van de senioren net moet worden opgedreven.
IAB: Laatste item: de statistieken bewijzen dat de zelfstandigen veel last hebben van de crisis, en vaak moeite hebben om hun sociale bijdragen te betalen. Wat doet de regering daaraan? Sabine Laruelle: Wij hebben het systeem veranderd. Vroeger betaalden de zelfstandigen hun bijdragen op basis van hun inkomsten van drie jaar geleden. Dit model werkte behoorlijk in een economie met een constante groei, maar dat is momenteel niet meer het geval. En nu gebeurt het geregeld dat een zelfstandige hoge bijdragen moet blijven betalen, terwijl zijn activiteit om een of andere reden fel is afgenomen. En met de crisis is de omzetdaling nog erger geworden. Zonder nader in te gaan op de berekening van de bijdragen, kunnen we zeggen dat ze voortaan zullen berekend worden op de inkomsten van het lopende jaar. Dat is vast goed nieuws en we rekenen hard op de socialeverzekeringsfondsen, maar zeker ook op uw Instituut, om de gegevens in verband met deze wijzigingen door te zenden. Kortom, zoals u al wel gezien hebt, hebben wij de voorbije tien jaar niet stilgezeten!
•
2 013/ 3
13
5.12.2013 | Tour & Taxis
DE GROOTSTE SAMENKOMST VAN HET BEROEP
10 000 m2 expositieruimte verspreid over 3 hallen
4 000
100 partners
congressisten
deskundigen in hun vakgebied
en exposanten
EEN PROGRAMMA OP MAAT
200 sprekers,
MAAR OOK
Meer dan 120 conferenties, debatten, kiosken
Alle nieuwigheden en trends van de sector
18 conferenties Fiscale Dream Team
Een e-invoicingruimte Tal van institutionele, politieke en economische persoonlijkheden Tot 11 uur permanente vorming
Gratis toegang voor de leden van het BIBF, het IAB, het IBR, de IFA of op uitnodiging van een beroepsvereniging of een commerciële partner
Schrijf u meteen in op w w w . f o r u m f o r t h e f u t u r e . b e om ‘sold outs’ van de beste momenten van de dag te vermijden. In partnership met:
© De Boeck Professionals
Met de steun van:
Save the date! 5 DECEMBER 2013 | TOUR & TAXIS | BRUSSEL ACCOUNTANTS, BELASTINGCONSULENTEN EN ONDERNEMINGEN: SAMEN VOOROP Een plenaire zitting met de minister van Financiën en met de minister van Middenstand, Kmo’s, Zelfstandigen en Landbouw Een gemeenschappelijke zitting met de drie instituten en de DAV Zes thematische conferenties Zes ‘testimonials’ Regelmatige deelnames in het fiscale dream team
Aangiftetermijnen Aantrekkelijkheid van het beroep Contractuele fiscale audit E-invoicing
Zoals u ziet, combineert het programma dat wij voor het congres van het Forum for the Future op poten hebben gesteld, acties en reflecties over actuele thema’s. Deze klemtonen vloeien voort uit de beslissingen van de strategische raad van begin juli 2013.
Ernstige fiscale fraude Financiering van ondernemingen Jongeren in het beroep
Naar jaarlijkse gewoonte zullen we van dit congres ten volle gebruikmaken om de dialoog
Kmo-portefeuille
gaande te houden, onze meningen te bevestigen en te verduidelijken en uitwisselingen te
Kwaliteit
bevorderen voor het beroep, rekening houdend met het beleidsplan van de nieuwe Raad, die van 2013 tot 2016 aan het hoofd van het Instituut staat.
Onafhankelijk bestuurder Ondernemingen in moeilijkheden, WCO
U kunt er praktische en contextuele informatie, afdoende meningen en een reële inhoud ontdekken in de thema’s die ons nauw aan het hart liggen. Op die manier kan elk van u
Overdracht van ondernemingen
met enthousiasme en engagement de grootste uitdagingen van ons beroep afbakenen …
Stage, Tax-cificatie
U kunt zo genieten van de samenvatting van de sleutelelementen, de toekomstanalyses en de praktische aanbevelingen over een groot aantal dossiers en markante feiten voor ons beroep …
Toegang tot het beroep Uniek mandaat Vrouwen in het beroep
Naast andere sprekers en partners van het congres, zult u zeker en vast heel wat confraters kunnen ontmoeten, praten met stagiairs, met jongere en oudere confraters, maar ook met andere beroepsbeoefenaars. In een beroep als het onze zijn relaties fundamenteel. Ook wij zijn ons hiervan bewust. Daarom is onze stand meer dan een documentatiecentrum; het is een ontmoetingsplaats voor onze leden en stagiairs. Samen zullen we ten slotte het genoegen hebben om een verjaardag te vieren. Het Forum is namelijk toe aan zijn vijfde editie. Om talrijke redenen is dit eerste jubileum ook het jubileum van de economische beroepen, die deze jaarlijkse afspraak hebben aangegrepen om meer naambekendheid en tegelijk respect in te winnen van de socio-economische actoren en politieke beslissers. Ons beroep en zijn toekomst, zijn uitdagingen, maar ook zijn alledaagsheid is voor iedereen in het algemeen en ieder in het bijzonder van belang.
MIS DAAROM DEZE AFSPRAAK OP 5 DECEMBER 2013 IN TOUR & TAXIS, BRUSSEL NIET. OP DE STAND VAN HET IAB STAAN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN HET INSTITUUT KLAAR OM NAAR U TE LUISTEREN!
Praktisch? Voor praktische info, de inschrijvingsprocedures en het programma – met ook de namen van onze sprekers – kunt u terecht op www.iec-iab.be.
B eroep
Let’s talk about strategy Benoît Vanderstichelen Voorzitter Bart Van Coile Ondervoorzitter
Meer dan een traditie Van 30 juni tot 2 juli 2013 vond in Gent een strategische raad plaats waarbij de leden van de Raad en de kaderleden van het Instituut de koppen bij elkaar staken. Waarom werd deze denkoefening georganiseerd? Heel logisch, omdat we weten hoe de installatie van een nieuwe Raad, met een programma, duidelijke ambities en een nieuwe dynamiek traditioneel verloopt. De nieuwe Raad van het Instituut, die eind april werd verkozen, is een team van veertien confraters die zich ertoe verbonden hebben hun competenties en hun dynamisme ten dienste te stellen van het beroep. Het leek ons daarom een goed en gepast idee om de leden van de nieuwe Raad en de kaderleden van het Instituut in het kader van een strategisch seminarie samen te brengen voor twee reflectiedagen, ook omdat op die manier ideeën, feiten en mensen kunnen worden samengebracht rond overtuigingen en een actiedynamiek. Wat was
16
2 013/ 3
onze ambitie tijdens die twee dagen? Zonder compromissen het decor van onze professionele toekomst uittekenen, de reflectiebakens uitzetten, de manoeuvreerruimtes evalueren, de verbintenissen afstemmen op de beschikbare middelen.
Reflectiebakens uitzetten Hoewel deze oefening als dusdanig talrijke mogelijkheden in zich heeft, is iedereen het erover eens dat er nauwgezetheid en methodologie vereist is om ze doeltreffend uit te voeren. Met het hoofd in de wolken dromen over idyllische situaties of utopische hypotheses uitwerken, levert objectief gezien niets op: de reflectie moet stevig geworteld zijn in de realiteit van het werkveld, die van vandaag en die van morgen, die we kunnen voorspellen op basis van betrouwbare, op de toekomst gerichte analyses. Tegelijk moeten we het risico durven te nemen om tegen de gangbare overtuigingen en verworven situaties in te gaan.
B eroep De uitdagingen, kansen en beperkingen in kaart brengen, een onderscheid maken in wat ons de volgende decennia te wachten staat tussen wat eerder thuishoort in een fictieserie dan in de realiteit veronderstelt dat we een doorslaggevend element opnemen in ons analyserooster: ons vermogen tot actie, onze kracht om voorstellen te doen in het kader van de thema’s die in ontwikkeling zijn. Hoewel sommige evoluties worden verwacht en gewenst zijn, doen er zich ook andere ontwikkelingen voor die duidelijk worden ondergaan en waarbij zelfs zaken zonder objectieve grondslag door elkaar worden gehaald, zoals wanneer de beroepsbeoefenaars worden gelijkgesteld met aanzetters tot fiscale fraude voor hun cliënten. Vanuit die visie worden een aantal min of meer dwingende vaststellingen als reflectiebakens uitgezet. De eerste vaststelling lijkt vanzelfsprekend: wij zijn niet alleen en wij hebben niet alle sleutels van onze toekomst in handen. Eén ervan is dat we weten dat het beroep vandaag op heel wat vlakken voor een beslissende wending staat, die in verschillende debatten in het vizier komt. Deze (wettelijke, regelgevende, technologische) ‘realiteiten’ zijn in ruime mate interactief en beïnvloeden tal van aspecten van onze dagelijkse beroepsuitoefening. Hierna volgen enkele voorbeelden die ingrijpen op onze dagelijkse beroepsuitoefening. a) In onze relaties met de overheid en met betrekking tot de inhoud van de regelgeving die aan de grondslag van onze beroepsuitoefening ligt, moeten we meer en meer rekening houden met de regionalisering, terwijl de evolutie van de wijze waarop we ons beroep uitoefenen, onze ethiek, steeds meer internationale klemtonen krijgt. b) De verwachtingen van de ondernemingen veranderen, zowel op het vlak van het reageren op als van het vermijden van moeilijkheden. Er doen zich nieuwe behoeften aan informatie, analyse en certificering voor als gevolg van het maatschappelijk verantwoord ondernemen. c) Door het gecumuleerd effect van de dematerialisatie en de zwakke weerbaarheid van het budget dat ondernemingen aan boekhoudkundige en fiscale dienstverleningen toewijzen, wordt parallel hiermee een druk naar beneden toe uitgeoefend op onze erelonen. We merken eveneens op dat boven de uitoefening van ons beroep het zwaard van Damocles hangt, dat bestaat in de drastische verhoging van de strafsancties en de gevangenisstraffen en in de verzwaarde meldingsplicht aan de CFI in het kader van de overigens gegronde strijd tegen de ernstige fiscale fraude.
d) Op het vlak van de aantrekkelijkheid van ons beroep, van het smeden van een trouwe band met de medewerkers binnen onze kantoren, moet rekening worden gehouden met het feit dat de nieuwe generaties er een andere verhouding tot het werk op na houden. Zij hangen in ruime mate de waarden en het project van de onderneming aan, terwijl ze tegelijk een beter evenwicht willen tussen hun privé- en hun beroepsleven. De tweede vaststelling is niet minder vanzelfsprekend! Hoewel de komst van een nieuwe Raad van het Instituut duidelijk nieuwe ideeën met zich meebrengt, mag deze geen synoniem zijn van het op de helling zetten van de grote opties en verwezenlijkingen van de vorige ambtstermijnen. In de loop van de voorgaande jaren werden paden geëffend, bruggen gebouwd, overeenkomsten gesloten, opgedane kennis en ervaring benut, terwijl andere projecten nog altijd in de steigers staan. Denken we bijvoorbeeld aan de relaties met de belastingadministratie, aan de vooruitgang die we hebben geboekt met betrekking tot de wijze van uitoefening van ons beroep, de reclame, de openstelling van het kapitaal van onze professionele vennootschappen, de nieuwe opdrachten, het onthaal van onze jongeren in het beroep, de acties die werden gevoerd in het kader van de strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en op het gebied van de promotie van de elektronische factuur bij kmo’s. Al deze verwezenlijkingen vormen evenveel vruchtbare scheuten op het reflectieveld. De investeringen in de bevordering van de elektronische relaties met de leden – waarvan het ‘e-loket’ vandaag het technologische pronkstuk vormt – vloeien onbetwistbaar voort uit dezelfde logica van evaluatie en voortzetting van de lopende werkzaamheden. U herinnert zich wellicht eveneens dat we vorig jaar een grootscheeps communicatiebeleid ten dienste van het beroep hebben gevoerd om onze zichtbaarheid te versterken. Deze nieuwe communicatiedynamiek was innoverend, meer bepaald door de grote primeur van accountants die hun intrede deden op de radio, en was ontwikkeld rond ons merk van ‘accountant’. De communicatie droeg een boodschap uit van een sterk engagement van ons beroep ten dienste van de cliënten, door middel van de slogan ‘Raad van uw accountant is goud waard’. Uiteraard zullen vandaag nog meer innoverende en praktische oplossingen moeten worden uitgewerkt om dit imago te stimuleren, er het communicatiekapitaal en de overtuigingskracht van op te drijven en onze toegevoegde waarde op te waarderen. Ten slotte mogen we niet uit het oog verliezen dat we de laatste jaren duidelijk voorrang hebben verleend aan de kwaliteit van onze dienstverlening. “Kwaliteit is onze troef” is een bijzonder relevant antwoord op de huidige ontwik-
2 013/ 3
17
B eroep kelingen van het beroep, dat steeds meer doordrongen is van internationale accenten, en op de nieuwe vragen van onze klanten. Naast alle andere materiële zaken draagt deze fundamentele waarde zonder enige twijfel bij tot het respect dat het beroep bij onze cliënten geniet, want deze waarde wordt het meest opgemerkt en geroemd. Het tijdstip is nu aangebroken om deze kwaliteit te toetsen en te bewijzen door vanaf 2014 een kwaliteitstoetsing op basis van de ‘kwaliteitsnorm’ geleidelijk aan in te voeren. Elk initiatief, dat meer bepaald formeel vorm krijgt in de opstelling van een handboek met interne organisatieregels voor het verbeteren van de kwaliteit, is een stimulans voor de prestaties van het kantoor.
ondervoorzitter voorgestelde richting werkfiches voorbereid, zodat de leden van de Raad en van het uitvoerend comité de conclusies van de discussies, omgezet in actiepunten en budgetten, in de loop van de komende drie jaar in de praktijk kunnen brengen. Voor elk gekozen thema stelde de aangenomen aanpak dus logischerwijze twee analysepijlers voor. Enerzijds reflectiepistes (de basishypotheses en de voorspelbare ontwikkelingen), de voor- en nadelen, de aan te wenden middelen en de uitvoeringstermijnen. Om de aanpak te vervolledigen werden anderzijds verschillende transversale aspecten onder de loep genomen: de communicatielogica, de eventuele specifieke aspecten voor de interne leden, de ermee verband houdende te lanceren diensten en, wanneer dat nodig was, ook de regionale aspecten.
Onze werkmethode Hoofdpijlers Steunend op deze reflectiebakens, die aan de verbintenissen en sterke punten van het programma van de nieuwe Raad werden gekoppeld, gaven we bij de voorbereiding van deze strategische raad de voorkeur aan een pragmatische aanpak, die zowel synthetisch was als een gunstig uitgangspunt bood voor debatten: de interne diensten van het Instituut hebben aan de hand van de door de voorzitter en
Business Opportunities
Om aangenaam en efficiënt te kunnen debatteren en toch te waarborgen dat de geselecteerde uitdagingen volledig werden geanalyseerd, werden de thema’s gegroepeerd volgens vier hoofdpijlers en uitgewerkt in een reeks van specifieke punten die overeenstemmen met de werkfiches, die zo als ondersteuning voor de discussies konden dienen.
Hefbomen
– Financiering van ondernemingen – Openbare boekhouding – E-invoicing – Sociaal secretariaat + syndicus
Nieuwe beroepen
– Contractuele fiscale audit – Onafhankelijk bestuurder
Fiscaliteit en maatschappelijk verantwoord ondernemen
– Strijd tegen de fiscale fraude – Maatschappelijk verantwoord ondernemen – Een beroep doen op de gereglementeerde beroepen in verband met de uitbesteding van Ven.B. en btw
Organisatie van het beroep
– Ledenbijdragen – Volledig elektronische relatie met de leden – Vertrouwelijkheid van de adviezen die het interne lid geeft aan zijn werkgever – IAB raadplegings- en adviesdienst
Inzet op regionaal vlak
Positionering, accreditatie
– Overdracht van onderneming – Ondernemingen in moeilijkheden
Kwaliteit
Onze troef
– Kwaliteitstoetsing – Permanente vorming – Initiatief van ISO-certificering van het IAB
Aantrekkelijkheid van het beroep
Veelzijdig
– Jongeren in het beroep – Interne leden – Vrouwen in het beroep – ‘Ervaren’ leden
Inzet op federaal vlak
18
2 013/ 3
B eroep In het lang en het breed Nog steeds met het doel om duidelijke en uitdrukkelijke informatie te waarborgen over de ins en outs van de strategische raad, worden de verschillende probleemstellingen in vlot herkenbare vierkantjes opgenomen, die omwille van het gebruiksgemak alfabetisch zijn gerangschikt. Bij die oriëntatiepunten worden telkens, naast eventueel bepaalde contextuele gegevens, de betreffende conclusies van de strategische raad samengebracht, zowel met betrekking tot de validering van de principes als tot de aangenomen of al uit-
gevoerde actiepistes. In dit kader hebben we de voorkeur gegeven aan een benadering die de essentiële zaken weergeeft. Het is onze bedoeling om een stand van zaken van het onderwerp op te maken, uiteraard met dien verstande dat we in de loop van de komende drie jaar regelmatig een follow-up zullen uitvoeren van de thematische dossiers van deze raad. Als de benadering gepaard gaat met een controlemiddel, is dat ook reeds een uitnodiging aan u om ons uw commentaar, suggesties en voorstellen mee te delen. Laten we nu naar de resultaten kijken.
Inventaris
Contractuele fiscale audit
E-invoicing
Ervaren beroepsbeoefenaars
Financiering van ondernemingen
Interne leden in het beroep
ISO-certificering
Jongeren in het beroep
Kwaliteitstoetsing
Ledenbijdrage
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Onafhankelijk bestuurder
Ondernemingen in moeilijkheden
Overdracht van onderneming
Overheidsboekhouding
Permanente vorming
Raadplegings- en adviesdienst voor leden
Regionalisering
Sociaal secretariaat Syndicus
Strijd tegen fiscale fraude
Uitbesteding btw en Ven.B.
Volledig elektronische relaties
Vrouwen in het beroep
Om rekening te houden met alle aspecten van de reflectie binnen de strategische raad, die georganiseerd was rond vijf centrale thema’s (business opportunities, inzet op federaal vlak, inzet op regionaal vlak, kwaliteit en aantrekkelijkheid van het beroep). Wij hebben ervoor gekozen deze punten in alfabetische volgorde voor te stellen.
CONTRACTUELE FISCALE AUDIT Business opportunities: nieuwe beroepen Om onze concurrentiepositie te verstevigen, is het in het kader van een strategische reflectie logisch om te overwegen om exclusieve diensten met hoge toegevoegde waarde aan te bieden die aansluiten bij de specifieke verwachtingen en behoeften van de cliënten. In deze dynamiek worden de modaliteiten van de lancering van een formule van contractuele fiscale audit bestudeerd. In tegenstelling tot de boekhoudkundige audit en de revisorale opdrachten bestaat er voor de fiscale audit nog geen enkele vorm van reglementering. Vooraleer verder te
gaan, dient eraan te worden herinnerd dat momenteel geen enkel gereglementeerd beroep in België prat kan gaan op een wettelijk monopolie voor het verlenen van adviezen over alle fiscale aangelegenheden, voor het bijstaan van de belastingplichtigen bij het vervullen van hun fiscale verplichtingen en voor het vertegenwoordigen van de belastingplichtigen. De belastingconsulenten moeten echter het monopolie van de accountants naleven voor de verificatie en correctie van boekhouddocumenten en voor de expertise op het gebied van de boekhoudkundige organisatie van de ondernemingen, alsook voor de analyse door middel van de procedés van de boekhoudtechniek, van de toestand en de werking van de onderneming vanuit het oogpunt van hun krediet, hun rendement en hun risico’s. Aangezien het om een specifieke inhoud zou gaan, bestaat het idee erin om vooraf bepaalde netelige punten te controleren (VAA, grensoverschrijdende betalingen enz.) bij klanten die dat wensen, op basis van een exclusieve overeenkomst met de administratie die de lijst en de draagwijdte van die punten zou bepalen. Na deze ‘contractuele fiscale
2 013/ 3
19
B eroep audit’ zou een attest worden uitgereikt aan de betrokken cliënt, dat de gecontroleerde aandachtspunten aangeeft, waarbij deze laatste het recht zou behouden te beslissen of hij er al dan niet gebruik van maakt tegenover de fiscale administratie. Wat zouden de voordelen van deze formule zijn? Het is hierbij helemaal niet de bedoeling om in de plaats van de administratie te treden: de administratie heeft immers altijd de plicht en de bevoegdheid om de fiscale situatie van een onderneming te controleren onder het toezicht van de rechtbanken. Het is evenmin de bedoeling om de belastingconsulenten te responsabiliseren in een logica van fiscale certificering van de jaarrekening en de belastingaangifte. Voor de onderneming, een zekerheid1 bij de toepassing van de geldende fiscale procedures en de fiscale wetgeving. Dankzij het verslag dat door de beroepsbeoefenaar wordt opgesteld volgens alle voorschriften van de lijst van de te controleren punten, die het Instituut in overleg met de administratie heeft opgesteld in het kader van de gemeenschappelijke basis ter controle van de interne fiscale processen, zou de onderneming voordeel kunnen halen uit een dergelijke controle a priori in plaats van een controle a posteriori. Aan het aldus door de beroepsbeoefenaar opgestelde verslag zou, naar het voorbeeld van het systeem van de toepassing van de interne fiscale controleprocedures, dat in Nederland wordt toegepast (Horizontaal Toezicht), bijzondere waarde kunnen worden gehecht, gebaseerd op transparantie, vertrouwen en overleg, zonder dat de beroepsbeoefenaar verantwoordelijk wordt gesteld voor de intrinsieke betrouwbaarheid van de onderzochte informatie (zie de ISRS 4410-norm). Deze contractuele fiscale audit – uitgevoerd voorafgaand aan de controle van de fiscus – kan een grote toegevoegde
–
1
Aan de grondslag hiervan ligt het idee om de ondernemers ervan te
overtuigen dat ze als ze met accountants en/of belastingconsulenten werken, de enige beroepsbeoefenaars die beschikken over de competenties om dit soort van technische controle van de toepassing van de fiscale procedures en van de fiscale wetgeving doeltreffend uit te voeren, dit de sleutel vormt voor een groter vertrouwen door de fiscus en een vermoedelijke vermindering van de controles! In dat kader werden verschillende punten besproken: de risico’s van een negatieve connotatie voor het imago van confraters die deze fiscale audit niet zouden aanbieden, het feit dat het om een dienst zou gaan en in geen geval om een min of meer wettelijk vereiste certificering, en de problematiek van de aansprakelijkheid en van de conflicten die tussen confraters zouden kunnen ontstaan omdat de ene het werk van de andere zou bekritiseren.
20
2 013/ 3
–
–
waarde bieden aan de onderneming: onvrijwillige onregelmatigheden worden opgespoord (die vaak zeer duur komen te staan als de fiscus ze ontdekt). Ook kunnen de fiscale gevolgen van een bepaalde verrichting worden verduidelijkt en kan de kwaliteit van de aan de belastingadministratie verstrekte informatie worden gewaarborgd (we denken bijvoorbeeld aan de nieuwe boete van € 80 tot € 500 per periodieke btw-aangifte die een onregelmatigheid bevat). Verre van het privatiseren van de fiscale controle van de onderneming zou deze benadering de fiscale administratie de mogelijkheid bieden zich te richten op andere punten waarbij informatie kwaadwillig wordt verborgen of vervalst, in plaats van zich te focussen op onvrijwillige of kleinere onregelmatigheden waarvan de beheerskost als dusdanig hoog is, zowel voor de administratie als voor de onderneming. Vandaag worden voor de strijd tegen de ‘kleine’ misbruiken meer middelen ingezet dan voor de strijd tegen de ernstige fiscale fraude (zie ook de tab ‘strijd tegen fiscale fraude’). Hoe dan ook is de uiteindelijke inzet om een echte inhoud te kunnen geven aan de titel van belastingconsulent. Een contractuele fiscale audit geeft een signaal dat op expertise wijst, het is een middel om het beroep geloofwaardig te maken, zonder de accountants en/of belastingconsulenten de facto om te vormen tot controleur van de fiscus. Aan de studiedienst wordt gevraagd om een studie uit te voeren van de haalbaarheid van een dergelijke benadering, met inbegrip van de mogelijkheden om voor de leden van het Instituut tot een exclusief akkoord met de belastingadministratie te komen.
E-INVOICING Business opportunities: hefbomen De Europese Commissie heeft als doelstelling vooropgesteld om e-invoicing tegen 2020 te laten uitgroeien tot de meest verspreide facturatiemethode in Europa. Op het Belgische vlak heeft de federale regering beslist om vooruit te lopen op deze doelstelling en een doelstelling van 25 % tegen het einde van de regeerperiode voorop te stellen. Daarmee is e-invoicing een fundamenteel project geworden in het kader van de vermindering van de administratieve formaliteiten. Om daarin te slagen werd sinds 1 januari 2013 het wettelijk kader aangepast en werden er acties gelanceerd voor verschillende doelgroepen, zoals de burgers (B2C), de overheden (B2G) en de ondernemingen (B2B). Sinds 1 januari 2013 kan elke onderneming op flexibele wijze en met volledige rechtszekerheid de digitale oplossing die het best is aange-
B eroep past aan haar behoeften en aan haar mogelijkheden, gebruiken om facturen te ontvangen, te versturen en op te slaan. Zo zijn er tientallen digitale oplossingen voor e-invoicing denkbaar, gaande van het louter scannen van de facturen tot het gebruiken van gespecialiseerde communicatieplatformen, over de toevoeging van een ad hoc-module aan de boekhoudsoftware of het ERP-pakket. In de praktijk bepaalt elke belastingplichtige hoe de authenticiteit van de herkomst (identiteit van de leverancier of van de uitreiker van de factuur), de integriteit van de inhoud (het feit dat de inhoud niet werd gewijzigd) en de leesbaarheid van de factuur tot het einde van de bewaringstermijn worden gewaarborgd. Een dergelijke waarborg kan worden geleverd door beheerscontroles die een betrouwbaar audit trail2 vaststellen tussen een factuur en een levering van goederen of van diensten. Wat de archivering betreft, kunnen de facturen op papier of elektronisch worden bewaard, ongeacht het oorspronkelijk formaat van de ontvangen factuur. Anders gezegd, het is toegestaan om een elektronische factuur op papier te archiveren of een papieren factuur in elektronisch formaat te archiveren. De bewaringswijze moet het evenwel mogelijk maken om de authenticiteit van de herkomst en de integriteit van de inhoud van de factuur te waarborgen.
moeten nagaan hoe we zo veel mogelijk invloed kunnen hebben en er een aanzienlijk voordeel uit kunnen halen op het vlak van concurrentiële positionering. Hierbij moeten we voor ogen houden dat de erelonen van de accountants bij de klanten slechts weinig vatbaar zijn voor verhoging en dat de bronnen van inkomsten die worden behaald door het corrigeren van boekhoudingen en het controleren van de conformiteit van de facturen moeten worden gehandhaafd. Hoewel de promotie van e-invoicing in kmo’s, als factor van vermindering van administratieve formaliteiten3, al op heel wat steun van allerlei aard heeft kunnen rekenen, is dat de reden waarom deze evenementen en realisaties die werden georganiseerd in het kader van partnerships tussen het Instituut en de verschillende belangrijke spelers, ook te baat werden genomen om de fundamentele rol te benadrukken die wij kunnen spelen: –
E-invoicing betekent overduidelijk een verandering voor het beroep en een belangrijke strategische uitdaging: we –
2
In de boekhoudcontext kan het audit trail worden omschreven
als de gedocumenteerde stroom van een verrichting, van het begin ervan (het brondocument, dat een bestelling kan zijn) tot het afsluiten
–
ervan (de uiteindelijke boeking in de jaarrekening) en, omgekeerd, die de verschillende documenten van dit proces verbindt. Een audit trail omvat de brondocumenten, de verwerkte verrichtingen en
Dienst Administratieve Vereenvoudiging: deelname aan de ‘e-invoice days’ met als doel informatie te verstrekken en bij te dragen tot een geïntegreerd vereenvoudigingsbeleid bij alle ondernemingen, opstelling van de FAQ en van een aan de economische beroepsbeoefenaars opgedragen pagina op de site efactuur.belgium.be, diverse interventies in de werkgroepen, de acties van 2013 van het Belgisch forum over e-invoicing. Forum for the Future: sterke mediabijdrage aan het jaarlijkse forum van de economische beroepen en ondertekening van een protocol voor de ontwikkeling4 van een interoperabiliteitsnorm, die vandaag al wordt aanvaard door 30 softwarehuizen in België. Federale regering en meer bepaald de minister van Begroting en Administratieve Vereenvoudiging: ondertekening van een samenwerkingsprotocol5 eind september 2013.
de referenties naar de band tussen deze elementen. Een audit trail kan als betrouwbaar worden beschouwd als het verband tussen de verantwoordingsstukken en de verwerkte verrichtingen gemakkelijk te volgen is (als het detailniveau voldoende is om de documenten met elkaar in verband te brengen), als het in overeenstemming is met de
3
toepasselijke procedures en als het overeenstemt met de processen
wordt uitgereikt, verstuurd en verwerkt tussen twee ondernemingen)
die werkelijk hebben plaatsgevonden. Hiertoe kan men bijvoorbeeld
het mogelijk maakt om tot 9 euro te besparen. Bij een factuur die van
gebruikmaken van documenten die door derden werden opgesteld
een onderneming naar een burger wordt gestuurd, kan tot 5,32 euro
(zoals rekeninguittreksels), documenten die werden opgesteld door
worden bespaard.
Er werd aangetoond dat een volledig elektronische factuur (die
de koper/ontvanger van de dienst of de leverancier/dienstverlener
4
(documenten van de partijen bij de verrichting) en van interne
ook een platform ontwikkeld waardoor alle Belgische ondernemingen
controles (bv. opsplitsing van de taken). Net als bij beheerscontroles
over een mailbox kunnen beschikken. Aan de fiduciaires zal toegang
dient het audit trail aangepast te zijn aan de omvang, de activiteit en
worden aangeboden tot 500 mailboxen en tot een reeks van
het type van belastingplichtige en rekening te houden met het aantal
aanvullende tools en diensten (wifi-scanner, gebruiksvriendelijk beheer
en de waarde van de verrichtingen, alsook met het aantal en type
van de mandaten, opname van de facturen in de boekhoudprogramma’s
van leveranciers/dienstverleners en kopers/ontvangers van de dienst.
na validering door de beroepsbeoefenaar).
Om deze uitwisselingen te bevorderen, heeft het Forum for the Future
In voorkomend geval dienen ook andere factoren in overweging te
5
worden genomen, zoals de verplichtingen op het gebied van financiële
brengen tussen de federale overheid en het Instituut op het gebied van
aangifte en audit.
de promotie van e-invoicing, in een geest van onderling vertrouwen, en
Dit document wil onder meer een optimale samenwerking tot stand
2 013/ 3
21
B eroep Voor zover de lopende initiatieven op die manier de rol van de accountant kunnen opwaarderen door meer bepaald de weg te effenen voor aanvullende dienstverrichtingen met hoge toegevoegde waarde die verband houden met e-invoicing (indicatoren, audit trail …), bevestigt de Raad zijn volle steun aan deze initiatieven, meer bepaald aan de werkzaamheden die momenteel plaatsvinden onder de vlag van het Forum for the Future. Het thema zal ongetwijfeld ook uitvoerig in de kijker staan naar aanleiding van het congres van de economische beroepen op 5 december 2013. Bovendien behoudt de Raad zich de mogelijkheid om bijkomende initiatieven op te zetten. Deze initiatieven dienen ter aanvulling van de lopende acties die als doel hebben de accountant een centrale rol te geven in de e-invoicing.
ERVAREN BEROEPSBEOEFENAARS Aantrekkelijkheid van het beroep De eerder verworven beroepservaring valoriseren (bv. van advocaten, boekhouders, revisoren en buitenlandse confraters) door faciliteiten te verlenen voor de toegang tot ons beroep en zo het beroep te ‘verrijken’. Dit principe wordt in ruime mate toegepast door onze Franse confraters in het kader van het behalen van het diplôme supérieur de comptabilité et de gestion (DSCG) en is ongetwijfeld aantrekkelijk en bovendien wijdverspreid. Bovendien voldoet een dergelijke openstelling van het beroep aan een behoefte. Zoals u weet, was voor de toegang tot het beroep van accountant tot voor kort een diploma vereist dat toegang verleent tot het beroep, alsook het vervullen van een stage van drie jaar die wordt afgesloten met het slagen voor het bekwaamheidsexamen. Hoewel dergelijke eisen zeker te begrijpen zijn als men te maken heeft met pas afgestudeerde jongeren, kan een dergelijk parcours voor andere beroepsbeoefenaars zwaar en veeleisend overkomen. Meer bepaald voor degenen die hun loopbaan een nieuwe wending willen geven, terwijl ze al over ruime ervaring beschikken die ze hebben opgedaan in het kader van een arbeidsovereenkomst of als ambtenaar (financiële directeurs, consultants, financiële analisten, interne auditors enz.) of bij het uitoefenen van een ander gereglementeerd vrij beroep.
heeft tot doel om via een coördinatiestructuur, op gestructureerde en systematische wijze een onderlinge uitwisseling van gegevens mogelijk te maken, het Instituut te betrekken bij de promotie van e-invoicing en de verschillende te nemen operationele initiatieven ter bevordering van het gebruik van e-invoicing te coördineren. In dat kader is het wenselijk dat het Instituut met de leden een te bereiken doel vaststelt op het gebied van e-invoicing.
22
2 013/ 3
Voortaan wordt ingegaan op hun legitieme verwachtingen. Sinds 8 juli 2013, de datum van inwerkingtreding van de wet van 2 juni 2013 tot wijziging van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen (BS 26 juni 2013), kunnen personen met een relevante beroepservaring van ten minste zeven jaar op het gebied van accountancy of fiscaliteit door de Raad worden vrijgesteld van de stage. De vereisten op het gebied van het diploma en het slagen voor het bekwaamheidsexamen blijven wel bestaan. Rekening houdend met het feit dat deze wet werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 26 juni 2013, diende snel een elektronisch inschrijvingsformulier, naar het voorbeeld van het formulier dat van toepassing was voor de overgangsperiode van de belastingconsulenten, online te worden geplaatst. De rechten voor de aanvaarding van de dossiers moeten nog worden vastgesteld.
FINANCIERING VAN ONDERNEMINGEN Business opportunities: hefbomen De vaststelling doet al verschillende jaren een alarmbel rinkelen, voornamelijk voor kmo’s: de economische en financiële crisis heeft geleid tot aanzienlijk strengere toekenningsvoorwaarden voor kredieten, wat het moeilijker en soms onmogelijk maakt om een krediet te bemachtigen. Een studie van het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ) bracht onlangs aan het licht dat het aantal ondernemers aan wie een krediet werd geweigerd de laatste twee jaar met 45 % is gestegen. Deze tendens wordt bevestigd door het Kenniscentrum voor Financiering van kmo (KeFiK) dat een toename vaststelt van het aantal dossiers van ondernemers die met moeilijkheden te maken krijgen. In verband met de initiatieven die deze dynamiek nieuw leven kunnen inblazen en de toegang tot krediet kunnen bevorderen door voor een nieuw evenwicht te zorgen in de contractuele relaties tussen de banken en de kmo’s, weten we dat de Ministerraad midden juni maatregelen heeft goedgekeurd op initiatief van minister van Middenstand, Kmo’s, Zelfstandigen en Landbouw Sabine Laruelle en minister van Financiën Koen Geens. Een greep uit de maatregelen van het kmo-plan die het vertrouwen tussen de spelers moeten herstellen en aanzetten tot een economische opleving: nieuw wettelijk kader, gedragscode, grotere transparantie, meer bepaald met betrekking tot de leesbaarheid van kredietweigeringen, aan de onderneming aangepaste informatie en beperkte wederbeleggingsvergoedingen bij vervroegde terugbetaling. Nog steeds als antwoord op het groeiend probleem waarmee kmo’s en vzw’s te maken krijgen wanneer ze een krediet aanvragen bij de banken, wordt
B eroep de ‘thematische volkslening’6 in november 2013 bij het grote publiek gelanceerd. In die moeilijke context wacht de ondernemingen een duidelijke taak. Zorgen voor hun financiering op lange termijn, het beheer van hun liquide middelen optimaliseren en investeren in betrouwbare bankrelaties is een taak op leven of dood. Dat is dan ook de reden waarom deze vaststelling ons beroert. Hoe kunnen we de kansen7 van een onderneming om het meest geschikte krediet te verkrijgen optimaliseren? Welke optimale strategie8 kan de accountant uitwerken om te vermijden dat de relatie tussen de bedrijfsleider van een kleine onderneming en zijn bankier, die vandaag al flinke klappen heeft gekregen, op de klippen loopt? Dat zijn enkele van de onvermijdelijke vragen die elke adviseur, van wie de grote meerderheid van de cliënten kmo’s zijn, zich vandaag moet stellen!
6
Om er een antwoord op te geven, werden verschillende actiepistes overwogen op de strategische raad, zoals maatregelen die meer bekendheid geven aan de kredietbemiddelaar, promotie voor publieke instrumenten voor risicoprofielen en spreiding van de financieringsbronnen. Op dit moment kunnen we u het geheel van de in overweging genomen maatregelen nog niet geven, maar we zullen hier weldra op terugkomen. Aangezien de banken de belangrijkste partners zijn van de kmo’s, kwamen vanuit diezelfde visie de voorwaarden ter sprake om een betere synergie te ontwikkelen tussen de bankensector en ons beroep met behoud van onze onafhankelijkheid. De bedoeling zou zijn te verkrijgen dat er onder de vele spelers die nu al in die niche aanwezig zijn systematisch een beroep wordt gedaan op onze competenties bij het beoordelen van de solvabiliteit en de rentabiliteit van een onderneming.
INTERNE LEDEN IN HET BEROEP Inzet op federaal vlak: organisatie van het beroep Aantrekkelijkheid van het beroep
Volgens het voorontwerp van de ministers van Economie en
van Financiën, zoals het door de Ministerraad werd goedgekeurd op woensdag 24 juli 2013, moet deze lening het aanzienlijke spaargeld in België oriënteren naar kredieten op lange termijn voor ‘sociaaleconomische en sociaal verantwoorde’ projecten waarvan de aanvaardingscriteria bij koninklijk besluit moeten worden vastgelegd of naar kredietverlening aan de kmo’s. Het geld wordt opgehaald via kasbons of termijnrekeningen met een minimale looptijd van vijf jaar. De regeling is fiscaal aantrekkelijk, omdat slechts een verminderde
Het Instituut telt 2 218 leden die zijn ingeschreven op het tableau van de interne accountants en/of interne belastingconsulenten. Wie zijn zij? Wat doen zij? Een enquête die vorig jaar uitgevoerd werd, heeft verschillende veeleer bemoedigende kenmerken aan het licht gebracht en ook de nadruk gelegd op bepaalde specifieke vragen.
roerende voorheffing (15 % in plaats van 25 %) moet worden betaald. De financiering van de projecten op lange termijn heeft een looptijd van minstens zeven jaar. 7
We bevelen aan om de resultaten te lezen van de enquête die het KeFiK
in 2011 heeft uitgevoerd over kmo-financiering, en die op hun website kan worden gedownload. Volgens die enquête zijn de belangrijkste redenen voor het weigeren van een kredietaanvraag de verstrenging van de toekenningsvoorwaarden ten gevolge van de Bazel II en III-akkoorden, onvoldoende waarborgen, onvoldoende terugbetalingscapaciteit en te
Nu de Commissie interne leden werd versterkt, is de Raad van plan om dit beleid van opwaardering en informeren van de interne leden voort te zetten door verschillende hefbomen9 in werking te stellen, meer bepaald op basis van de resultaten van deze enquête die uitgebreid besproken werd tijdens de zitting 2012 van het nationaal congres voor de economische beroepen:
weinig inbreng van eigen vermogen. Kmo’s krijgen ook te maken met een gebrek aan informatie, meer bepaald over de aanvaardingscriteria
–
van de bank (scoring) en over de redenen van de weigering. In dat
Informatie, opleiding. Meer specifieke en geactualiseerde informatie in een specifieke rubriek op de extra-
kader biedt het KeFiK ook een online tool aan waarmee ondernemers hun capaciteit om krediet te verwerven kunnen beoordelen. Aan de hand van deze eenvoudige online tool kan elke aanvrager niet alleen begrijpen hoe de bank de rating van zijn onderneming vaststelt, maar ook een beeld krijgen van de kwaliteit van het kredietdossier.
9
Twee andere dossiers die tijdens de strategische raad werden
Voor de begeleiding is immers specifieke kennis vereist om de best
behandeld, kunnen ook de rol van de specifieke kenmerken van de
mogelijke financieringsbron te beoordelen, met inbegrip van subsidies
interne accountant en/of belastingconsulent opwaarderen. Enerzijds is
en andere alternatieve vormen (crowdfunding, risicokapitaal, familie
er de hervorming van de openbare boekhouding via de werkzaamheden
enz.), waarborgen, achtergestelde leningen en andere premies,
van de toekomstige ad hoc-commissie. Anderzijds ontbreekt het de
het kredietdossier samen te stellen en te volgen … Wegens de vele
interne accountant, door zijn competenties en zijn functie, evenmin
instellingen en initiatieven, zowel op publiek als op privévlak, is het soms
aan talenten om zich eventueel te positioneren als speler of facilitator
moeilijk om een rangschikking te maken. Bovendien heeft de overheid
voor het invoeren van een MVO-benadering in de onderneming waar
verschillende producten en formules uitgewerkt om ondernemingen te
hij is tewerkgesteld (zie de specifieke tab ‘maatschappelijk verantwoord
ondersteunen wanneer ze niet over voldoende waarborgen beschikken.
ondernemen’).
8
2 013/ 3
23
B eroep netpagina van de website, een betere waardering van de titel en van de meerwaarde van de interne accountants bij de ondernemingen en de werkgevers vormen de pijlers van deze communicatie-inspanning die op 7 november 2013 haar hoogtepunt zal beleven tijdens een seminarie over ‘risk management’ (financiële, fiscale risico’s) binnen de ondernemingen. –
Opwaardering, beveiliging. De Raad heeft beslist om een haalbaarheidsstudie te lanceren over de mogelijkheden en de modaliteiten om de vertrouwelijkheid van de adviezen (geen inbeslagname, voorlegging of openbaarmaking) die een interne accountant en/of belastingconsulent aan zijn werkgever zou verlenen aan te scherpen, naar het voorbeeld van de situatie bij bedrijfsjuristen. Er zal een wijzigingstekst van de wet worden voorbereid en zo snel mogelijk aan de Raad worden voorgelegd.
ISO-CERTIFICERING Kwaliteit onze troef Het eigenlijk logische idee dat als het Instituut een ‘kwaliteitstoetsing’ invoert voor zijn leden, het ‘ook voor eigen deur moet vegen’ kon op algemene bijval rekenen, ook van de kaderleden van het Instituut die de rechtstreekse betrokkenen zijn. Natuurlijk vormt de kwaliteitstoetsing die binnenkort wordt opgestart voor de leden een uitstekende springplank om binnen het Instituut een dergelijke dynamiek in te voeren die zijn interne werking en zijn diensten aan de leden kan verbeteren. Door de twee initiatieven te combineren, worden ze allebei krachtiger en wordt een sterkere en meer geloofwaardige boodschap uitgestuurd naar onze leden. Hoewel de Raad akkoord gaat met het principe, wordt gekozen voor een geleidelijke invoering tegen 2017. Concreet zullen de eerste reflecties en acties betrekking hebben op de verbetering van de procedures, de circulatie van informatie en de wijzen van overleg. Daarna zal nog beslist worden of, naargelang de beschikbare budgettaire middelen, effectief zal worden geïnvesteerd in het behalen van een ISO-certificatie of een gelijkaardige procedure. Dit zal te gelegener tijd worden onderzocht door de Raad.
JONGEREN IN HET BEROEP Aantrekkelijkheid van het beroep Jonge accountants en/of belastingconsulenten hebben vandaag in een knelpuntberoep reële vooruitzichten op persoonlijke en professionele ontplooiing, rekening houdend met de diversiteit aan opdrachten en bedrijfssectoren.
24
2 013/ 3
Ze zijn nieuwsgierig en open van geest, werken nauwgezet, hebben een ondernemingsgeest, kunnen zich goed aanpassen, maken vlot gebruik van de nieuwe communicatie- en informatietechnologieën – de technologische omgeving is immers cloud, Sab, web of mobiel geworden en wordt gehost – en blijven ondertussen luisterbereid en contactvaardig. En ze hebben nog heel wat andere talenten in petto om een boeiend leven tegemoet te gaan in dienst van de ondernemingen. Om jongeren aan te trekken naar ons beroep – iedereen weet hoe belangrijk de kwaliteit van de werving is – maar ook om rekening te houden met hun verwachtingen en hun wens om betrokken te worden in het beroep, lanceerde de vorige Raad in de loop van 2012 het Jongerenplan. De prioriteiten van dat plan waren onder meer een moderne en dynamische communicatie naar jongeren, luisterbereidheid voor hun specifieke behoeften en hun perceptie van de dagelijkse realiteit en een versterking van de vertegenwoordiging van jongeren in de organen van het Instituut. De huidige Raad is van plan om verder te gaan op dit pad en om de lopende realisaties en de nieuwe projecten van de jonge confraters aan te moedigen. Vier werkgroepen met reële competenties zijn nu al aan de slag binnen het Instituut, zoals u kunt vaststellen bij het doornemen van deze korte stand van zaken van de realisaties en lopende projecten. Als eerste is de groep ‘enquête’ van start gegaan, die via een enquête, waarvan de resultaten werden voorgesteld tijdens de editie 2012 van het nationaal congres voor de economische beroepen, de realiteit van onze jongeren heeft in kaart gebracht. De groep ‘minisites’, die focust op de aantrekkelijkheid van het beroep, ontwikkelt informatie in multimediavorm en bundelt getuigenissen rond twee centrale thema’s: ‘ik wil accountant worden.be’ en ‘ik wil belastingconsulent worden.be’, die nu al in het budget zijn ingeschreven. De groep ‘ambassadeurs’ doet een beroep op leden om de verschillende aspecten van ons beroep te belichten in scholen, wil meer bepaald banden smeden met de onderwijswereld door informatiedragers ter beschikking te stellen, en is ook al begonnen met het sensibiliseren van middelbare scholen. Last but not least is er de werkgroep ‘evenementen’ die werkt aan de ontwikkeling van evenementen voor het beroep die jonge leden aanspreken. Nu er nog andere activiteiten gepland zijn (bv. Facebook- en LinkedIn-pagina’s) wordt de aandacht in het kader van de communicatieaspecten gevestigd op de wenselijkheid om een visuele identiteit te behouden door het grafisch charter van het Instituut te integreren en de voorkeur te geven aan contacten met het Instituut, waarbij één persoon kan worden aangewezen om eventueel een functie van moderator te spelen. De Raad heeft confraters
B eroep Gonda Schelfhaut en Aurore Mons delle Roche aangewezen als verantwoordelijken voor het jongerenplan binnen het Instituut. Er zal ook overleg worden gepleegd met Emmanuel Degrève en Joëlle Van Hecke, respectievelijk voor de communicatieaspecten en voor de aspecten rond de stage. Ook zal een reflectie worden gevoerd over de stage, een aspect dat heel belangrijk is voor jongeren, en dit volgens twee richtsnoeren. Enerzijds rond de hervorming van de toelatings- en bekwaamheidsexamens (dit laatste examen zou zowel de professionele maturiteit als de technische competenties moeten meten). Anderzijds over de modernisering van de stage (een project rond een e-loket voor stagiairs, opvoeren van elektronische uitwisseling van documenten enz.). Naast deze ‘technische’ aangelegenheden vond tijdens de strategische raad nog een eerste gedachtewisseling plaats over twee probleemstellingen. Enerzijds zal tijdens de komende maanden een reflectie plaatsvinden over de aanwerving van stagiairs op basis van een zelfstandigencontract en over de vraag waarom jongeren meer en meer worden aangetrokken door de titel van advocaat en minder door de titel van belastingconsulent. Een vergelijkende studie met de stagiairs aan de balie zou in meer dan één opzicht interessant kunnen zijn. Anderzijds kwam tijdens de Raad ook de valorisatie van de stage ter sprake om, zoals in Frankrijk, op het einde ervan een diploma te behalen dat gelijkwaardig is aan een master.
KWALITEITSTOETSING Kwaliteit is onze troef “Kwaliteit is onze troef!” is het uithangbord van het beroep en vormt een bijzonder relevant antwoord op de huidige ontwikkelingen van het beroep, dat steeds indringender internationale klemtonen krijgt, en op de nieuwe behoeften van onze cliënten. Principieel is iedereen het erover eens dat in de eerste plaats uitdrukkelijk moet worden geformuleerd wat kwaliteit inhoudt en waarom kwaliteit wenselijk en noodzakelijk is. Er is uitleg nodig over de overtuigende oplossingen die ermee worden nagestreefd en de methodologieën die moeten worden ingevoerd om de weg naar meer kwaliteit af te bakenen en een nieuwe dynamiek in te blazen in de kantoren. Als we kwaliteit hoog in het vaandel dragen als een onlosmakelijk onderdeel van ons beroep, moet die kwaliteit uiteraard ook worden geëvalueerd, aangetoond en uitgedragen! De kwaliteitstoetsing is gepland over een periode van zeven jaar, van 2013 tot 2019, en zal het eerste jaar traag van
start gaan: een beperkt aantal toetsingen zal op vrijwillige basis worden uitgevoerd. Zo is gepland dat de kantoren van de leden van de Raad en van de ‘toetsers’, alsook vrijwillige kantoren eind 2013, begin 2014 met de oefening beginnen. Vervolgens zal de werking van het systeem vanaf 2015 worden opgevoerd, waarbij de doelstelling wordt geraamd op driehonderd kantoren per jaar. De toetsing zal altijd aangepast zijn aan de omvang en de aard van het kantoor en zal worden uitgevoerd in een geest van collegialiteit en met respect voor het basisprincipe van begeleiding. Hoe zullen de zaken in de praktijk verlopen? Om efficiënt en innoverend te blijven in onze aanpak, zal de organisatie van de kwaliteitstoetsing worden geregeld volgens vier verschillende modaliteiten. Daarbij vormen de periodieke toetsingen die voor elk kantoor dezelfde cyclus volgen, en de eventuele aanvullende toetsingen, de belangrijkste schakels. Een thematische toetsing zal minder frequent worden uitgevoerd omdat ze noodzakelijkerwijs verband houdt met een specifiek probleem. Dat geldt ook voor de incidententoetsing die los van de cyclus staat en past in het kader van de huidige controle door confraters. Bij elke toetsing zal een oordeel worden gegeven: positief, positief met aanbevelingen of negatief. Elk oordeel heeft tot doel de vastgestelde toestand te verbeteren door geleidelijk aan correcties door te voeren. Om deze werking te kunnen waarborgen, heeft het Instituut de laatste twee jaar heel wat inspanningen gedaan. Naast andere activiteiten (opstellen van een vragenlijst, werkzaamheden in verband met het e-loket enz.) heeft de wens om reglementteksten, tools en methodes ter beschikking te stellen van de leden concreet vorm gekregen in de publicatie van de norm ‘kwaliteitstoetsing’ die door de Raad werd goedgekeurd op 7 mei 2012 en van de handleiding ‘organisatie van de kantoren en procedures’. Beide publicaties kunnen in het extranetgedeelte op onze website worden gedownload. En om deze toetsing concreet voor te bereiden heeft de Commissie kwaliteitstoetsing, die heel actief is binnen het IAB, na audities al de ‘toetsers’ aangewezen. De Commissie zal voor hen ook een handboek opstellen. Bovendien zijn er voor oktober 2013 al specifieke opleidingen gepland. Hoewel de Raad de geplande uitvoering van de kwaliteitstoetsing handhaaft, zowel wat de modaliteiten als het tijdschema betreft, heeft de Raad na een voorzichtige extrapolatie van de financieringskosten opgemerkt dat er zich de komende jaren duidelijke budgettaire spanningen zullen voordoen. Verschillende pistes werden onderzocht zonder dat een definitieve beslissing werd genomen: verhoging van
2 013/ 3
25
B eroep de ledenbijdragen, in voorkomend geval in het kader van een wet die de ‘kwaliteitstoetsing’ institutionaliseert en/of onttrekking aan de reserves. De vraag naar het financieringsvehikel werd ook besproken op basis van een akkoord over de oprichting van een stichting dat tijdens de vorige Raad tot stand gekomen is. Alle leden van de Raad zijn het er immers over eens dat het niet realistisch is om alle projecten te willen realiseren op basis van de huidige begrotingsinkomsten. Om deze vergelijking op te lossen, is het oprichten van een stichting duidelijk een relevante te onderzoeken piste: de voorzitter en de ondervoorzitter kregen de opdracht om de haalbaarheid en de voordelen (recuperatie van de btw, sponsoring) na te gaan en een eerste lijst op te stellen van de mogelijke activiteiten en interventiegebieden van een dergelijke stichting (bv. de advies- en raadplegingsdienst voor de leden en op stapel staande publicaties zoals het boek ‘Excel voor de economische beroepen’ dat mogelijk aan de leden wordt aangeboden). Er wordt eveneens onderhandeld over een akkoord om een lanceringsbudget van het IAB toe te kennen aan deze stichting, voor zover een enquête van de leden vooraf heeft uitgewezen dat dit wenselijk is. Om de synergieën, besparingsmogelijkheden en gebruiksvriendelijkheid van het initiatief te bevorderen, werd ook gesproken over het belang en de wijze van integratie van de bestaande en toekomstige controles in de ‘kwaliteitstoetsing’: antiwitwas, permanente vorming, toezicht op bijzondere mandaten.10 Ook het voorstel om een elektronisch handboek ter beschikking te stellen van de kantoren kwam aan de orde: de Raad beslist om de lopende besprekingen voort te zetten.
LEDENBIJDRAGEN Inzet op federaal vlak: organisatie van het beroep Als we meer bepaald rekening houden met de regelingen die we zullen invoeren in het kader van de geleidelijke uitbouw van de kwaliteitstoetsing (zie de tab ‘kwaliteit’), blijkt uit een voorzichtige raming van de middelen/uitgaven dat er zich voor de komende jaren bepaalde spanningen op financieel vlak zullen voordoen (de bijdrage die de leden jaarlijks verzocht worden te betalen – equivalent van 446,21 euro, in 1993 – bedraagt vandaag 619,73 euro). Daarom werd binnen de strategische raad een noodzakelijke en passende reflectie gevoerd, meer bepaald volgens drie richtsnoeren: – Toename van de inkomsten, ofwel door het verhogen van de ledenbijdragen, ofwel door andere berekeningsmodaliteiten (bv. in de vorm van een verhoging voor natuurlijke personen) gekoppeld aan het schrappen van de ledenbijdrage voor professionele vennootschappen. Binnenkort zullen haalbaarheidsstudies op juridisch vlak en studies over de budgettaire impact worden uitgevoerd. Parallel daarmee zullen gesprekken plaatsvinden met de ministers Sabine Laruelle en Johan Vande Lanotte. Deze gesprekken vormen een prioriteit om te bepalen wat mogelijk is en onze gegronde argumenten aan te voeren. – Aanboren van aanvullende financiële middelen, naar het voorbeeld van een betalende raadplegings- en adviesdienst à la carte (zie specifieke tab ‘raadplegings- en adviesdienst’). – Vermindering van de uitgaven terwijl dezelfde kwaliteit wordt gehandhaafd in de diensten die we de leden aanbieden. Een van de overwogen pistes om de druken verzendingskosten te verminderen is om de publicaties die regelmatig ter beschikking worden gesteld aan de leden alleen in elektronisch formaat aan te bieden (zie de specifieke tab ‘elektronische relaties’).
MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN Inzet op federaal vlak
10
In dat kader werd al beslist om het te repressief imago dat de
Commissie van begeleiding en toezicht momenteel uitdraagt te verbeteren. Hoewel het principe van het sturen van verslagen wordt behouden, zullen de vastgestelde technische fouten niet systematisch leiden tot het oproepen van het betrokken lid, maar zullen ze via briefwisseling worden geregeld. Bij problemen die verband houden met tekortkomingen op het vlak van onafhankelijkheid zal het lid wel worden opgeroepen. Meer algemeen zal een reflectie worden
Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) is de bijdrage van de ondernemingen aan duurzame ontwikkeling. MVO combineert economische logica, maatschappelijke verantwoordelijkheid en milieuverantwoordelijkheid en speelt in op de noodzaak aan meer financiële en economische zekerheid. Deze vorm van ondernemen wil de kwaliteit en de bevordering van milieu-informatie waarborgen en een ethisch en maatschappelijk verantwoord bestuur ontwikkelen binnen de ondernemingen.
gevoerd over de optimale manier om de moderniseringsaccenten in de controles door de Commissie van begeleiding en toezicht door te voeren om tot een betere samenhang te komen met het verloop van de kwaliteitstoetsing.
26
2 013/ 3
Laten we ook objectief zijn: hoewel het concept ongetwijfeld veelbelovend is – meten van de toegevoegde maat-
B eroep schappelijke waarde van ondernemingen, inbouwen van nieuwe ontwikkelingsmodellen die op andere dan financiële indicatoren steunen, zoals de immateriële activa en de CO2-boekhouding, meten van de impact op klanten en werknemers, de milieu-impact, kortom: van hun toestand op het vlak van leefmilieu, maatschappelijke invloed en goed beheer – lijkt er in deze opvatting weinig plaats te worden ingenomen door en waarde te zijn weggelegd voor de accountants, terwijl zij over onbetwistbare troeven beschikken en een sleutelrol kunnen spelen. De uitdaging van duurzame ontwikkeling raakt aan elke rubriek van de balans en elke activiteitscyclus van een onderneming of organisatie. Diagnose van de milieurisico’s, optimalisering van de middelen, beheer van documenten en procedures (vergunning, bodemverontreiniging, mobiliteitsbeleid, milieuaansprakelijkheid, efficiënt sturen van groene fiscaliteit, invoeren van een reeks van indicatoren en follow-up en analyse van deze indicatoren aan de hand van boordtabellen enz.): er zijn mogelijkheden te over om de accountant naar voren te schuiven als een speler die zich inzet voor duurzame ontwikkeling, naast de waardering van de immateriële activa. Bovendien belet niets om eenzelfde milieuverantwoordelijke houding aan te nemen binnen het kantoor en intern te experimenteren met de methode, met klemtonen op de werving, de opname in het team en de erkenning op het werk. Een initiatief van duurzame ontwikkeling opstarten is ook een waarborg om aantrekkelijk over te komen ten opzichte van medewerkers en klanten. MVO is dus een dynamische manier om ons beroep te promoten bij al onze stakeholders, maar ook een strategisch ontwikkelingspad om een adviesaanbod dat niet langer beschouwd wordt als een louter bijproduct van de boekhouding en waarvan de facturatiewijze wordt herbekeken ‘solvabeler te maken’. Over deze opvatting over ondernemen zal een reflectie plaatsvinden in het kader van de toekomstige werkzaamheden van een monitoringgroep die zich op twee actiepunten zal richten: enerzijds contacten onderhouden met de politieke beslissingnemers en de vertegenwoordigers van de stakeholders, met inbegrip van de federaties van ondernemingen. Anderzijds evalueren van de kansen en synergieën die kunnen worden benut (meer bepaald, de FOD Economie voor het opstellen van een gemeenschappelijke brochure) en volgen van de evolutie op het gebied van het referentiekader en van duidelijke normen.
ONAFHANKELIJK BESTUURDER Business opportunities: nieuwe beroepen
minder inschikkelijke selectie en follow-up van projecten, een waarborg van goede uitvoering enz. De functie van onafhankelijk bestuurder, die sinds 2007 toegankelijk is voor externe accountants, zal meer worden bevorderd en ondersteund.11 In dat kader zullen specifieke opleidingen voor de leden worden georganiseerd tegen betaalbare prijzen – het PEGASE-programma – waarbij op de regels (met name het wettelijk begrip onafhankelijkheid) en op concrete begeleidingstools zal worden gewezen. De opleiding zal namelijk de nadruk leggen op de specifieke competenties van de accountant en/of de belastingconsulent, en op hun specifieke toegevoegde waarde binnen de raad van bestuur van een kmo. Om de stagiairs eveneens te sensibiliseren voor deze opdracht zal binnenkort een reflectie worden gestart over de aanpassing van de seminaries en de examens. Last but not least zal het Instituut de evolutie en het parcours volgen van de leden die tot onafhankelijk bestuurder zijn benoemd, teneinde hen bij te staan en hen bekendheid te geven.
ONDERNEMINGEN IN MOEILIJKHEDEN Inzet op regionaal vlak: positionering, accreditatie Na het geregeld doornemen van de rapporten van Graydon laat de toenemende evolutie van het aantal faillissementen van ondernemingen in ons land ons niet onberoerd. Met een stijging van het aantal faillissementen met 5 % – in de maanden september en oktober 2012 werd een triest record aan faillissementen12 opgetekend, vooral bij de kmo’s – was het jaar 2012 een slecht jaar voor het ondernemerschap in België! En als we de prognoses van Graydon mogen geloven, zou 2013 nog erger zijn … Om deze situatie te verhelpen, is iedereen het erover eens dat de kmo’s moeten worden geholpen. Zij zijn immers een belangrijke drijfkracht voor tewerkstelling. Er werden verschillende, zowel regionale als nationale, initiatieven genomen en verschillende tools13 uitgewerkt. Hiermee kunnen
11
Er worden nu al acties overwogen om ondernemingen te overtuigen
ervaren accountants als onafhankelijk bestuurder te benoemen (publicatie van de lijst van de accountants). 12
Enkele van de verklarende factoren die vaak naar voren worden
geschoven bij startende ondernemingen zijn een zwak businessplan, een gebrekkige kennis van bedrijfsbeheer, onderkapitalisatie en onvoldoende voorbereiding van de activiteiten. We weten ook dat ernstige leemtes in het beheerscontrolesysteem een rol spelen in de faillissementsspiraal.
Een onafhankelijk bestuurder is een ‘extern oog’ en een onderneming kan zich alleen maar gelukkig prijzen met een externe blik op haar situatie: een verbeterde strategie, een
13
Zie bv. de diagnosetool van de prestaties van een onderneming, vrij
te raadplegen op de website van het KeFiK (http://cefip.performaction. be/questionnaire/language.asp). Deze flexibele en interactieve tool werd specifiek ontwikkeld voor zelfstandigen en bedrijfsleiders van
2 013/ 3
27
B eroep de ondernemingen tijdig de diagnose stellen van een dreigende crisissituatie, anticiperen op problemen, voldoende snel reageren om zich te herstellen en uiteindelijk voorkomen dat ze hun deuren moeten sluiten. Maar deze organisaties en maatregelen ter ondersteuning van de ondernemingen zijn te weinig bekend bij het grote publiek, en bij de ondernemingen zelf. Wij kunnen niet onverschillig blijven bij een dergelijke toestand. In de huidige context van grote onzekerheid zijn de ondernemers meer dan ooit op zoek naar praktische en concrete informatie die werkelijk aan hun behoeften is aangepast. Door onze activiteiten als accountant hebben wij de mogelijkheid om een rol te spelen, nu eens van stimulator, dan weer van urgentiearts door in te grijpen bij nood- en crisissituaties, maar ook door preventief te werken en advies en begeleiding aan te bieden. Een relatie van vertrouwen en wederzijdse luisterbereidheid, die kenmerkend is voor ons beroep, is van fundamenteel belang voor de goede werking van een onderneming en maakt het ongetwijfeld mogelijk om moeilijkheden te voorkomen. Vanuit deze dubbele vaststelling werden tijdens de strategische raad verschillende actiepistes overwogen om van de accountant en het IAB, elk op hun niveau, noodzakelijke spelers14 te maken op het terrein van ondernemingen in moeilijkheden, rekening houdend met de bepalingen van de wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen van 31 januari 2009. Zoals u weet, heeft die wet al heel wat inkt laten vloeien en werd ze onlangs aangepast om er, zoals we verduidelijken in voetnoot nr. 17, het huidige arti-
kel 138 van het Wetboek van Vennootschappen in op te nemen en uit te breiden tot alle economische beroepen. – Opdat de accountant zijn adviserende rol bij zijn cliënt ten volle zou kunnen spelen (opsporen van de moeilijkheden en begeleiding van de onderneming in het reorganisatieproces), zou op een algemeen niveau de documentatie kunnen worden aangescherpt: diagnoseen preventie-instrumenten, specifieke documentaire monitoring15 enz. Deze benadering zou eveneens baat kunnen hebben van een gerichte actie bij de verschillende overheden met het oog op een harmonisering van de wetgevingen. – Op preventief vlak werden twee actiepistes besproken, rekening houdend met de initiatieven die voor ondernemingen in moeilijkheden16 werden ontwikkeld in het Waalse en Brusselse Gewest en in de steigers staan in het Vlaamse Gewest. • Enerzijds alle inspanningen bundelen in een overkoepelende structuur die zou dienen voor het uitwisselen van goede praktijken en eventueel als gesprekspartner voor de verschillende betrokken (politieke en gerechtelijke) overheden. Binnen het Instituut werd beslist tot de invoering van deze structuur, die de vorm zal aannemen van een preventiecommissie. Andere besproken piste: de mogelijkheid om fiches (gegevens, ratio’s) op te stellen per bedrijfssector, die aan de regionale overheden zouden kunnen worden bezorgd. Doordat de accountant in het bezit is van belangrijke informatie over de onderneming, beschikt hij immers over tal van indicatoren over de prestaties en de activiteit van een onderneming.
(zeer) kleine ondernemingen (minder dan tien werknemers) en geeft een volledig beeld van de toestand. De tool bestaat uit twaalf verschillende modules die afzonderlijk kunnen worden doorgenomen en die zich aanpassen aan de kenmerken van de ondernemer (natuurlijk
15
persoon of rechtspersoon, met of zonder werknemer). Aan bod komen
ondernemers op te leiden, te ondersteunen en te financieren. In Brussel
thema’s als de levenssfeer van de ondernemer, de concurrentiële
bijvoorbeeld heeft het Brussels Agentschap voor de Onderneming en/
omgeving, de portefeuille van de menselijke en technische middelen
of het Centrum voor Ondernemingen in moeilijkheden (COm) in 2012
van de onderneming, het beheer van de klanten, het boekhoudkundig
meer dan 1 837 dossiers van ondernemers in moeilijkheden behandeld,
Er bestaan talrijke informatie- en opleidingshulpmiddelen om
en financieel beleid, handhaving van het financiële evenwicht, het
in vergelijking met 1 951 in 2011 en 1 922 in 2010. Volgens het
beheer van de relaties met de banken, de fiscus en de RSZ, het actief
jaarverslag is de belangrijkste oorzaak van moeilijkheden de gebrekkige
beheer van de eigen middelen en de schulden. Na elke vraag ontvangt
kennis van bedrijfsbeheer (geen betalingsbeleid, onaangepaste
de ondernemer een omstandig advies, aanbevelingen, nuttige links en
strategie, verwaarlozing van de behoefte aan bedrijfskapitaal,
referenties, zodat hij de voorgestelde oplossingen onmiddellijk in de
onderkapitalisatie …).
praktijk kan brengen.
16
In het kader van een partnerschapsovereenkomst met het Waals
Door te aanvaarden om te investeren in opdrachten die weinig
Gewest werd binnen het IAB een cel opgericht voor de follow-up van
rendabel zijn maar die een sterke maatschappelijke waarde hebben,
de regeling van het nieuwe Waalse centrum voor ondernemingen in
wordt het beroep eveneens een uitstekende springplank geboden om
moeilijkheden (CED-W, naar het Brussels model), dat onlangs boven
zich bekend te maken en waardering te krijgen van de overheid in het
de doopvont werd gehouden en de controle/organisatie van de
kader van een win-winrelatie die op andere gebieden nuttig verder
opdrachten van de pool van accountants die in tweede lijn optreden in
uitgebouwd zou kunnen worden.
het kader van de regeling.
14
28
2 013/ 3
B eroep
–
• Anderzijds bij de overheid aandringen op een betere financiering van de interventie van de beroepsbeoefenaar of eventueel een vereenvoudiging van de toekenningsvoorwaarden of zelfs een voorrecht voor de erelonen van de accountant wanneer de onderneming een aanvraag indient voor de toepassing van de bepalingen van de wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen. In het kader van het project van de Vlaamse regering met betrekking tot ‘faillissementspreventie’ wordt de financiering van de interventie van de beroepsbeoefenaar momenteel gewaarborgd door de maatregelen met betrekking tot de kmo-portefeuille. Op het curatieve vlak zal de informatie aan de accountant worden aangescherpt zodat hij problemen kan opsporen, zijn klant kan waarschuwen en eventueel de rechtbanken kan inlichten.17 De accountant is bijzonder goed geplaatst om de eerste tekenen van moeilijkheden waarmee een onderneming kan worden geconfronteerd op te sporen. In het kader van deze nieuwe opdracht zullen zo snel mogelijk informatie- en opleidingssessies worden georganiseerd.
OVERDRACHT VAN ONDERNEMING Inzet op regionaal vlak: positionering, accreditatie Of het nu gaat om een overdracht of afstand van een onderneming in het familiaal kader, om een overdracht van een onderneming aan de medewerkers of aan een externe overnemer, de inzet blijft groot, vooral in een land met vele
kmo’s en familiale ondernemingen waar het proces vaak een ingewikkeld en emotioneel verloop kent. Meer dan 700 000 bedrijfsleiders zijn vandaag ouder dan 55 jaar en gaan binnen tien jaar met pensioen. Bijna een 500 000 ondernemingen zullen van eigenaar veranderen en daarbij is het altijd beter om na te denken vooraleer tot actie over te gaan … Het is beter om goed en zelfs te veel advies te krijgen dan om de fakkel onbezonnen door te geven! De accountant kent de onderneming over het algemeen al heel wat jaren en heeft zo een vertrouwensrelatie opgebouwd met de bedrijfsleider, waardoor hij hem heeft bewustgemaakt van een aantal problemen. Daarom is de accountant de belangrijkste gesprekspartner bij het proces van overdracht waarbij hij het ordewoord ‘grondige voorbereiding’18 hanteert. Verschillende factoren19 pleiten immers in zijn voordeel: competenties, kennis van de onderneming, vertrouwensrelatie met de bedrijfsleider om hem te doen inzien dat er andere aspecten20 dan de loutere prijsproblematiek moeten worden onderzocht, hoewel dat aspect wel het meest voorkomende struikelblok is in de onderhandelingen tussen de partijen. Enige kritische noot, wellicht omdat een dergelijke transactie wordt beschouwd
18
Het begeleiden van deze verrichtingen waarvan het ordewoord
‘grondige voorbereiding’ is, vereist een echte knowhow, want er komen vaak moeilijkheden en risico’s bij kijken en de ingrediënten om de transactie tot een goed einde te brengen zijn complex: zoeken van een overnemer, menselijke dimensie van de relatie overdrager/overnemer – meestal gaat het om het waarborgen van het voortbestaan binnen de familie – methode om de waardering
17
Volgens de wet van 27 mei 2013 tot wijziging van verschillende
te vinden die het meest geschikt is voor de onderneming en voor
ondernemingen
de bedrijfssector, juridische, boekhoudkundige en fiscale aspecten,
(BS 22 juli 2013) moeten de externe accountant en/of de externe
menselijke, emotionele en filosofische inzet, financiële structuur (MBO,
belastingconsulent die in de uitoefening van hun opdracht gewichtige
MBI enz.), vermogensaanpak enz.
en overeenstemmende feiten vaststellen die de continuïteit van de
19
onderneming in het gedrang kunnen brengen, de schuldenaar hiervan
op de vertrouwensrelatie die in de loop der jaren werd opgebouwd
op een omstandige wijze inlichten. Deze wet bepaalt ook dat de rechter
met de bedrijfsleider, baseren zich op methodologie en deontologie
informatie kan inwinnen over de aanbevelingen die zij gedaan hebben
en kunnen de vertrouwelijke aard van de overdracht waarborgen. In
aan de schuldenaar en, in voorkomend geval, over de maatregelen die
het kader van de ‘due diligence’-diagnose zijn ze het best geplaatst om
genomen zijn om de continuïteit van de onderneming te waarborgen,
de werkzaamheden van onderzoek, analyse en controle uit te voeren
met dien verstande dat in dat geval artikel 458 van het Strafwetboek
die de overnemer de juistheid en regelmatigheid van de informatie
niet van toepassing is. Door een reeks van gerichte maatregelen maakt
waarborgt die hem ter beschikking wordt gesteld met betrekking tot
deze wetgeving de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit
de activa, de activiteiten, de financiële toestand en de vooruitzichten
van de ondernemingen doeltreffender, en versterkt de rol van de
van de over te nemen vennootschap.
economische beroepen, meer bepaald in de remediëringsfase, in die zin
20
dat de wet hen zowel een opdracht van supervisie toevertrouwt bij het
belang in familiale ondernemingen en kan worden beoordeeld
opstellen van de boekhoudkundige staat als een begeleidingsopdracht
aan de hand van tien sleutelfactoren voor succes met behulp van
bij het opstellen van de begroting. Deze twee documenten worden bij
de tool ‘scorecard transmission‘ die ontwikkeld werd door Jozef
de aanvraag tot opschorting gevoegd. Deze wet is op 1 augustus 2013
Lievens, oprichter van het Instituut voor het Familiebedrijf (zie www.
in werking getreden.
scorecardtransmission.be en www.familiebedrijf.be).
wetgevingen
inzake
de
continuïteit
van
de
De accountants hebben de vakkennis onder de knie, kunnen steunen
Het psychologisch klimaat van de overdracht is van fundamenteel
2 013/ 3
29
B eroep als een zaak voor specialisten, voor consultants die zich specifiek aan deze activiteit wijden, maar ook omdat ze moeilijkheden ervaren om een goede overnemer te vinden: de boekhoudkantoren staan vandaag vrij terughoudend tegenover dergelijke overdrachtverrichtingen. Vandaar dat het misschien interessant kan zijn om samen te werken met consultants of structuren die een selectie van mogelijke overnemers kunnen aanbrengen. Met de bedoeling om de accountants op dit terrein te introduceren overweegt de Raad om een didactische en methodologische omkadering te ontwikkelen (documentatie en tools, seminaries enz.). Een tweede luik zou bestaan uit de optimalisering van de partnerships met de gewesten, meer bepaald met betrekking tot de matchingplatformen tussen vragen van overdragers en aanbiedingen van overnemers, die vandaag in de drie gewesten van het land bestaan (Sowaccess, Overname, Brutrade) en uit de optimale verspreiding van de steunmaatregelen en informatie van het gewest. Deze acties zouden eventueel op andere gebieden de voortgang bevorderen van besprekingen over een automatische erkenning van accountants die zich specifiek op dat terrein toeleggen.
OVERHEIDSBOEKHOUDING Business opportunities: hefbomen Sinds 2013 komt de harmonisering van de internationale boekhoudnormen voor de openbare sector (IPSAS) steeds meer in de actualiteit. De reden hiervoor is de hervorming die tot gevolg zal hebben dat alle openbare entiteiten moeten overstappen van een kasboekhouding (cash in, cash out, cash basis) naar een dubbele boekhouding op transactiebasis (accrual basis). Voor de openbare sector zal de belangrijkste uitdaging op het gebied van de human resources te maken hebben met de nieuwe competenties die worden vereist: voeren van een geïntegreerde, budgettaire en analytische boekhouding op transactiebasis en voorbereiding, voorstelling en controle van de jaarrekening en van de geconsolideerde rekeningen, in vastgestelde rechten en in IPSAS/EPSAS. Dat houdt in dat 3 000 federale boekhoudambtenaren (FOD, POD en parastatalen) en duizenden boekhoudambtenaren van de gemeenschappen, gewesten, provincies, gemeenten, OCMW’s, regies, politiezones en andere) moeten worden opgeleid. Het IAB volgt de evolutie van deze Europese harmonisering van de openbare boekhouding met belangstelling. We weten dat het Vlaamse Gewest vanaf 1 januari 2014 zal overstappen op de IPSAS-normen en dat het Waalse Gewest bezig is met het aanpassen ervan. De accountants kunnen hun ervaring en hun competenties ongetwijfeld ten dienste
stellen van de overheid en zijn nu al werkzaam in tal van vzw’s en andere vennootschappen die in mindere of meerdere mate een band hebben met de overheidssector. Om deze uitdaging aan te gaan, besliste de Raad om de follow-up en de acties onder te brengen in een nieuwe tweetalige commissie openbare boekhouding, die niet samenvalt met de commissie interne accountants en belastingconsulenten. Naast een actieve bijdrage van de leden ervan aan de werkzaamheden met betrekking tot de IPSAS-normen binnen de IFAC omvatten de nu reeds vooropgestelde doelstellingen van deze commissie: uitwerken van knowhow binnen het Instituut, sensibiliseren, motiveren en mobiliseren van de geïnteresseerde confraters, leggen van contacten met de betrokken overheden om mogelijkheden tot voorstellen en suggesties van het beroep te creëren. Daarnaast werd in ruime mate gesproken over de ontwikkeling van opleidingen in overleg met de overheid en de organisatie van een specifieke opleiding over de verschillende aspecten van de overgang van een ‘cash basis’ naar een ‘accrual basis’. Last but not least lijkt de deelname van het IAB aan de werkzaamheden van de Commissie voor de openbare comptabiliteit21 van fundamenteel belang. In het vooruitzicht van een eventuele aanstelling binnen deze commissie werden in een brief aan minister Koen Geens de ervaring en de bijzondere competenties belicht waarover de confraters Raymond Ghysels en Ludo Goubert op het vlak van overheidsboekhouding beschikken.
PERMANENTE VORMING Kwaliteit is onze troef De naleving van de verplichtingen van permanente vorming is een belangrijk element in het staven van de geloofwaardigheid van onze kennis, wat fundamenteel is in de relatie met de klant, en moet daarom strikt worden gecontroleerd. De Raad is van plan om in het kader van de toepassing van de nieuwe norm permanente vorming van september 2012 de huidige controlestrategie ten aanzien van de leden voort te zetten. Door de mogelijkheid om het verslag inzake permanente vorming online in te vullen, is de controle nu in ruime mate elektronisch en zijn er uit de be-
21
Wet van 18 januari 2010 tot wijziging van de wet van 16 mei 2003
tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof (BS 9 februari 2010).
30
2 013/ 3
B eroep schikbare statistieken een aantal tekortkomingen gebleken. Met betrekking tot het eventueel verwijzen van in gebreke blijvende leden naar de tuchtinstanties, zou de Raad overwegen om in eerste instantie de leden die geen verslag inzake permanente vorming hebben ingevuld en de vragenlijst antiwitwas niet hebben teruggestuurd naar de tuchtinstanties te verwijzen. Voor het overige moeten deze controleactiviteiten nog enkele jaren worden voortgezet tot de kwaliteitstoetsing vruchten afwerpt en het technisch mogelijk wordt om er het aspect ‘vorming’ in op te nemen, net als de controles inzake antiwitwas en de ‘bijzondere opdrachten’. Tot slot werden ook andere actiepistes voorgesteld, zoals de valorisatie van het volgen van permanente vorming door interne leden en pistes tot verbetering van het aanbod en de tools die ter beschikking worden gesteld van de leden. Enkele van die pistes zijn: meedelen van de vormingsthema’s waaraan voorrang dient te worden verleend aan de beroepsverenigingen, ter beschikking stellen van opleidingspakketten over bepaalde institutionele thema’s, betere zichtbaarheid van de opleidingskalender, eventueel online plaatsen van een blog of forum over het opleidingsthema.
RAADPLEGINGS- EN ADVIESDIENST VOOR LEDEN Inzet op federaal vlak Business opportunities: hefbomen Er werd uitvoerig gedebatteerd over de invoering van een raadplegings- en adviesdienst. Dit is immers een van de pistes die alternatieve financieringsmiddelen zouden kunnen opleveren, terwijl de kwaliteit in de huidige dienstverlening aan de leden zou worden gehandhaafd. Naar het voorbeeld van de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat zouden de leden die dat wensen vragen kunnen stellen in het kader van de beroepsactiviteit en uitvoerige antwoorden ontvangen. Het tarief zou bijvoorbeeld afhangen van de mate van dringendheid van het antwoord en van de technische moeilijkheid van de vraag. Een andere mogelijkheid zou zijn om een voorstel van antwoord dat de aanvrager naast zijn vraag vermeldt, te valideren. Zoals het IBR met het ICCI heeft georganiseerd, zou die dienst samen met andere acties in een stichting ondergebracht kunnen worden (zie tab ‘kwaliteitstoetsing’).
REGIONALISERING Inzet op regionaal vlak
economie, met dien verstande dat elke institutionele onderhandeling nog extra koren naar de regionale molen brengt. Denken we bijvoorbeeld aan de volwaardige deelgebieden van de fiscaliteit als successierechten, registratierechten en verkeersbelasting, de autonome heffingen, de regels voor de overdracht van ondernemingen en een deel van de PB, de steunmaatregelen voor ondernemingen, bepaalde bevoegdheden met betrekking tot energie, een deel van de bepalingen op het gebied van leefmilieu en energie, het beleid voor ondernemingen in moeilijkheden enz. Deze evolutie naar meer bevoegdheden voor de deelgebieden is een duidelijk afgetekende en onvermijdelijke tendens die de ondernemingen verplicht om rekening te houden met een wettelijk kader dat ingewikkeld en aan verandering onderhevig is, wat tot uiting komt in een behoefte aan relevant en geactualiseerd advies, zowel over de analyse van de teksten als over de na te leven procedures. Nu de uitvoering van de zesde institutionele hervorming eraan komt, die – zoals iedereen weet – de autonomie van de deelgebieden aanzienlijk zal versterken, moet ons beroep meer dan ooit rekening houden met de politieke realiteit van ons land. Een realiteit die in verschillende dimensies moet worden benaderd, zowel op het vlak van nieuwe kansen als van nieuwe beperkingen: relaties met de politieke beslissingnemers en de administraties, opleiding, accreditatie (als deskundige) en zichtbaarheid. Vanuit deze invalshoek, die rekening houdt met multifunctionele klemtonen, zullen binnen het Instituut drie studiegroepen worden opgericht, waarvoor telkens een lid van de Raad per gewest22 verantwoordelijk zal zijn, om de probleemstelling in al zijn dimensies te benaderen23 en actiepistes voor te stellen aan de Raad. Op praktisch vlak bleek de aanstelling van een resource person met betrekking tot ‘regionale aspecten’ noodzakelijk en wenselijk binnen het Instituut. Die zal onder meer als prioriteiten hebben om ter ondersteuning van de reflectie van de werkgroepen uit te maken wie wanneer dient te worden gecontacteerd met be-
22
De volgende confraters werden door de Raad aangewezen:
– Vlaams Gewest: Denise Bauwens
– Brussels Hoofdstedelijk Gewest: Emmanuel Degrève
– Waals Gewest: Pol Cuvelier.
23
Een van de ideeën die tijdens de strategische raad ter sprake kwam
is bijvoorbeeld om actief te blijven in twee regionale ‘niet-renderende’ dossiers (ondernemingen in moeilijkheden en bedrijfsoverdracht) door
Een van de aspecten die de ondernemingen rechtstreeks beïnvloeden en die aan de kern van onze beroepsbeoefening raken, is de steeds indringender regionalisering van de
informatie aan te leveren (sectorale fiches en over te laten of over te nemen dossiers). Dit om als tegenprestatie een automatische accreditatie te verkrijgen (voor het gewest) en een automatische link naar bepaalde opdrachten (bv. businessplan, homologatie als vereffenaar).
2 013/ 3
31
B eroep trekking tot een bepaald probleem, een lijst voor te bereiden van de beslissingnemers en van de dossiers die bij de gewesten moeten worden gevolgd.
SOCIAAL SECRETARIAAT SYNDICUS Business opportunities: hefbomen Als we kijken naar het voorbeeld van onze Franse confraters waar de activiteiten die verband houden met loonbeheer aanzienlijke bronnen van inkomsten uitmaken voor de kantoren – de trend lijkt zich echter om te keren aangezien de Belgische sociale secretariaten naar Frankrijk trekken – rijst de vraag hoe bepaalde nieuwe toekomstige samenwerkingen vorm kunnen krijgen en hoe de kantoren in dat verband vergoed zouden kunnen worden (bv. via commissielonen). Twee voorbeelden illustreren de noodzaak om over alle bijzonderheden van de benadering te beschikken. Enerzijds gaat het om de functie van syndicus, anderzijds om de functie van sociaal secretariaat. –
Syndicus. Een nieuw wettelijk kader24 heeft onlangs de rechten en plichten van de mede-eigendom ingrijpend gewijzigd, met als gevolg dat het beroep van syndicus, die de mede-eigendom bestuurt, gelukkig professioneler wordt aangepakt. De Raad gaat akkoord met het principe om te evolueren naar het openstellen van de functie voor het beroep en vraagt de juridische dienst om een toekomstgerichte tekst te schrijven.
–
Sociaal secretariaat. Het sociaal secretariaat is momenteel toegestaan ‘als nevenactiviteit’ en doet twee vragen rijzen: moeten we verder gaan in de uitoefening van de activiteit? Zo niet, moeten we dan in de richting gaan van het betalen van commissielonen door sociale secretariaten? Na een eerste reflectie heeft de Raad er geen bezwaar tegen dat kantoren, eventueel door middel van een gespecialiseerde afdeling, actiever zijn op dit gebied en het ‘sociaal secretariaat’ waarnemen van bepaalde klanten. Er bestaat momenteel geen reglementair noch deontologisch verbod. Op het vlak van adviesverlening – de rentabiliteit van de sociale secretariaten voor het gewone loonbeheer (loonberekening) is negatief – zou er een werkelijke kans bestaan voor de accountant om een plaatsje te veroveren in de
Belgische economie, aangezien blijkt dat de huidige tevredenheid over de spelers niet erg hoog is. Om zijn standpunt te verfijnen, neemt de Raad het idee aan om een eerste analyse te laten uitvoeren door de juridische dienst waarbij een stand van zaken van de Belgische wetgeving wordt opgemaakt – nagaan wat mogelijk is – maar ook de voor- en nadelen worden onderzocht van een erkenning (die strijdig zou zijn met het Europees recht en op termijn zou moeten verdwijnen) alsook de economische wenselijkheid (rentabiliteit) wordt nagegaan.
STRIJD TEGEN FISCALE FRAUDE Inzet op federaal vlak: fiscaliteit In de loop van de laatste vijf jaar werd de strijd tegen de fiscale fraude fors opgevoerd. In het kader van het bezuinigingsbeleid dat als antwoord op de crisis werd uitgetekend, rees logischerwijze ook de vraag dat iedereen billijk zou bijdragen tot de collectieve inspanning. Hoewel de kruistocht vandaag internationaal wordt gestreden (OESO, begrip ‘serious tax crime’, bankgeheim dat op sterven na dood ligt enz.) staat de fiscale fraude ook in het middelpunt van de besprekingen binnen de Europese Unie25 (‘offshore leaks’, belastingparadijzen waarvan er paradoxaal genoeg geen nauwkeurige definitie bestaat26, fiscale transparantie en automatische gegevensuitwisseling, Eurofiscakkoord, European taxpayer’s code, ontwerp van 4de AML-richtlijn …). Zonder in te gaan op ideologische overwegingen kunnen we stellen dat de Belgische regering zeker niet achterblijft met haar inspanningen, in een land waar fiscale fraude een nationale sport zou zijn, maar dat de laatste tien jaar ook systematisch terug te vinden is bij de drie landen met de hoogste belastingen ter wereld; een land waar de belastingdruk in 2012 het hoogtepunt van 45 % van ons bruto binnenlands product (bbp) bereikte, en nog blijft stijgen. In het kielzog van de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie over de grote fiscale fraudedossiers wer-
25
Volgens
een
raming
van
de
Europese
Commissie
kost
belastingontwijking Europa jaarlijks 1 000 miljard euro. 26
Belastingparadijzen zijn verbonden met een soevereine Staat op
het vlak van hun rechtsmacht of zijn zelf soevereine Staten, maar hebben gemeenschappelijk dat ze allemaal relatief ondoorzichtig zijn, een aantrekkelijke fiscaliteit bieden, alsook faciliteiten om brievenbusvennootschappen op te richten. De meeste onder hen werken weinig of niet samen met de fiscale en gerechtelijke autoriteiten Wet van 15 mei 2012 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat
van andere landen, als we ons baseren op de definitie van de OESO.
de mede-eigendom betreft en van artikel 46, § 2 van het Gerechtelijk
Discretie is dus de belangrijkste troef van de offshorevennootschappen
Wetboek (BS 8 juni 2012).
die in belastingparadijzen zijn gevestigd.
24
32
2 013/ 3
B eroep den in de loop van de laatste maanden tal van wetgevende initiatieven27 genomen, meer bepaald in het kader van het actieplan van het College voor de strijd tegen de fiscale fraude, terwijl in de belastingaangifte een nieuwe verplichting is opgedoken, de melding van een levensverzekeringscontract bij een buitenlandse maatschappij. Ander aspect van dit offensief dat dit jaar is aangevat: de administratie bepaalt haar actieprioriteiten (voor 2013: verzuimen van het indienen van een aangifte, vruchtgebruikconstructies, managementvennootschap, vzw’s, horeca, multinationals en buitenlandse bouwbedrijven) en vaardigt regels en aandachtspunten uit waarmee rekening zal worden gehouden bij de controles, die vrij pittig dreigen te zijn. Ze vraagt tegelijk aan het IAB om deze regels en punten mee te delen aan zijn leden. De strijd tegen fiscale fraude is duidelijk een prioriteit voor de regering. Een prioriteit die des te meer is verantwoord aangezien de inkomsten van de Staat, die overigens diep in de schulden zit, zwaar werden getroffen door de crisis. Om ons standpunt dat we in de hierna volgende regels zullen uiteenzetten goed te begrijpen is het belangrijk om in het kader van deze legitieme strijd te herinneren aan ieders rol en verantwoordelijkheid. De strijd tegen fiscale fraude, een gedrag dat erin bestaat om de wet bewust te overtreden en soms gaat tot oplichting, valsheid in geschrifte en witwassen van geld, blijft een opdracht van de belastingadministraties – bij ernstige en georganiseerde fraude kan ervan worden afgeweken en kan de strafrechtelijke weg worden genomen. De belastingadministratie moet dus doeltreffende controles uitvoeren. In welke omstandigheden? Het is een goede zaak om de strijd tegen de belastingfraude aan te kondigen. Het is nog beter als het aantal goed opgeleide controleurs volgt. Als we het managementplan 2012-2017 van de Administratie van Financiën doornemen, merken we dat de selectie van de doelgroepen van belastingplichtigen, op basis van een risicobenadering die mogelijk is door gebruik te maken van datamining, is ge-
27
Wet van 15 juli 2013 houdende dringende bepalingen inzake
fraudebestrijding (BS 19 juli 2013); wet van 17 juni 2013 houdende fiscale en financiële bepalingen en bepalingen betreffende de duurzame ontwikkeling – invoering van bijkomende sancties bij bijkomende inbreuken in het kader van de ernstige fiscale fraude en de btw-fraude (BS 28 juni 2013); wetsvoorstel 2738/001 tot aanvulling van de ‘una via’-regeling door de verstrenging van de sanctiemaatregelen ten aanzien van fiscale tussenpersonen die aan fraude en agressieve fiscale planning doen en daarbij de fiscale of deontologische regels overtreden (invoering van administratieve geldboetes, nieuwe maatregel van beroepsverbod, nieuw strafrechtelijk misdrijf voor het aanzetten tot
centraliseerd en dat de controles die aan de verschillende centra van de fiscus worden gedelegeerd verplicht zijn en rendementsdoelstellingen inhouden. Parallel hiermee is nultolerantie stevig verankerd in het huidig discours van de fiscus. Anders gezegd zullen systematisch sancties worden opgelegd, hetzij in de vorm van geldboetes of van belastingvermeerderingen, aan belastingplichtigen die geen aangifte indienen, hun aangifte te laat indienen of niet correct invullen. Vanuit een meer structureel gezichtspunt weten we ook dat de Administratie van Financiën binnenkort niet meer zal zijn opgebouwd volgens het type van belasting dat wordt geïnd maar volgens de doelgroep, en dit rond drie pijlers: particulieren, kmo’s en grote ondernemingen. Maar we weten ook dat de administratie, ondanks haar reorganisatie-inspanningen, tegen 2015 geconfronteerd wordt met aanzienlijke personeelsverminderingen, als gevolg van de administratieve vereenvoudiging. Hiermee is het beeld geschetst, waarbij we nog willen opmerken dat als de fiscus doeltreffend moet kunnen controleren, de belastingplichtige zich op zijn beurt moet kunnen verdedigen, iets wat de Privacycommissie geregeld in herinnering brengt. Wij zijn de bevoorrechte adviseurs van de ondernemingen, ook op fiscaal vlak, waar de geoorloofde keuze van de minst belaste weg een principe is dat voortvloeit uit onze grondwettelijke regels, hoewel op deze keuze voortaan striktere algemene of specifieke antimisbruikmaatregelen van toepassing zijn. Kortom, wij zijn geen belastingcontroleurs, omdat we er noch de middelen, noch de opdracht ertoe hebben, zelfs als een vorm van overleg, dat vandaag al plaatsvindt, wenselijk is. We zouden hoe dan ook de job van de controleur niet kunnen uitvoeren, aangezien we over geen enkele van de onderzoeksvoorrechten van de belastingambtenaren beschikken, terwijl fraude zich vaak buiten het gezichtsveld voordoet, ver van de stukken waar wij gebruik van maken. Maar wij zijn ook leden van een gereglementeerd beroep waarvan de activiteit strikt geregeld is door strenge deontologische regels. Uit de veralgemeende toepassing van die regels volgt meer bepaald dat de meeste van de grote fraudes die momenteel gemeld worden niet gepleegd werden door erkende accountants of belastingconsulenten, maar wel door personen die geen beroepsreglementering moeten naleven of die buiten België gevestigd zijn. Het is belangrijk om helder en realistisch te zijn over de strijd tegen de fiscale fraude: hoewel het de taak is van de overheid om controles uit te voeren door middel van eigen onderzoeks- en controlemiddelen, weten we ook dat fiscale rechtvaardigheid, hoewel hiervoor een vermindering en een werkelijke progressiviteit van onze aanslagvoeten noodzakelijk is, niet zonder een billijke strijd tegen fraude
‘agressieve fiscale planning’).
2 013/ 3
33
B eroep kan worden gerealiseerd. Onze beroepen zijn zich goed bewust van de belangrijke rol die ze vervullen, meer bepaald op pedagogisch vlak (algemeen wordt in onze kantoren een beleid van aanvaarding en follow-up van de klanten ingevoerd). En ze zijn van plan van om in die zin voort te doen, voor zover het debat objectief is. Het te bereiken doel legitimeert immers niet alle gedragingen, valideert niet alle vooroordelen en rechtvaardigt niet dat zaken door elkaar worden gehaald.
men enz. En uiteraard een stand van zaken over de Europese en internationale actualiteit29 die bijzonder goed gevuld is op het vlak van de strijd tegen de fiscale fraude. Zoals u ziet, zal deze informatie de verklarende en didactische rol van onze beroepsbeoefenaars in verband met de fiscale fraude ten aanzien van de klanten versterken. Ze zullen hun klanten nog meer waarschuwen voor elke poging tot fraude.
– Nieuwe communicatiedynamiek via een engagementscharter. Het is geen geheim dat onze beroepen vandaag voortdurend worden gestigmatiseerd. We moeten in de media en op andere plaatsen reageren op diegenen die accountants en belastingconsulenten op een onaanvaardbare manier gelijkstellen met aanzetters tot fraude. Om dit probleem doeltreffend op te lossen, werd gesproken over het opstellen van een charter waarin het beroep zich ertoe verbindt om “fiscale fraude te bestrijden, maar niet tegen om het even welke prijs”. Het principe van het ondertekenen van dat charter werd goedgekeurd. Op een tijdstip waarop minister van Financiën Koen Geens het vertrouwen tussen de economische beroepen en de belastingadministratie wil herstellen rond het principe van een ‘duurzame Tax-cificatie’ is het voor ons van belang om een duidelijke communicatiedynamiek te ontwikkelen rond het idee “wat we doen, zullen we blijven doen en goed doen” in het kader van de strijd tegen fiscale fraude. De studiedienst zal een ontwerptekst28 van een dergelijk charter, dat ondertekend zou kunnen worden door de leden, de ondernemingen en bepaalde beroepsorganisaties, voorleggen aan de Raad.
Andere actiepistes zijn het informeren en sensibiliseren van onze leden over de strafrechtelijke gevolgen van fiscale misdrijven en de thematiek van de fiscale fraude. Op het programma van een seminarie dat in het tweede halfjaar van 2013 is gepland staan onder meer: onderscheid tussen fiscaal misbruik, fiscale fraude, belastingontwijking, begrip ‘aggressive tax planning’, mogelijkheden en toepasselijkheid van fiscale nor-
29
Ten slotte nog een woordje over ‘toezicht’. Als de accountants en/of belastingconsulenten deze strikte deontologie niet toepassen, lopen ze het risico op tuchtsancties30 en zelfs op strafsancties, zodat ons wettelijk arsenaal op het gebied van de strijd tegen de fiscale fraude voldoende is en niet vereist dat er nog bijkomende wettelijke maatregelen aan toegevoegd worden. In de plaats van nieuwe bepalingen toe te voegen, lijkt een betere kennis en een beter gebruik van de bestaande mogelijkheden, met inbegrip van een betere
Bij het schrijven van deze regels heeft de G20 tijdens de bijeenkomst
in Moskou alle voorstellen van de OESO goedgekeurd die verhinderen dat grote internationale groepen fiscale leemtes te baat nemen om zich in ruime mate te onttrekken aan belasting, zonder dat een vast tijdschema werd opgesteld. Ook werd in de strijd tegen de fiscale fraude de automatische uitwisseling van bankgegevens aangenomen als de nieuwe internationale norm en werden reflecties opgestart om belastingontwijking, schadelijke praktijken en agressieve fiscale planning tegen te gaan. 30
Artikel 505 van het Strafwetboek bestraft het misdrijf van witwassen en
is niet alleen van toepassing op de daders, maar ook op de mededaders, medeplichtigen van het misdrijf; de artikelen 446, 450 en 458 van het WIB 1992 leggen specifieke straffen op voor mandatarissen; artikel 4, § 1, 3° van de wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten voorziet in tuchtstraffen ten aanzien van beroepsbeoefenaars die de rechten van de Schatkist manifest schenden of misbruik maken van de fiscale procedures.
Door de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige
en fiscale beroepen verliest een accountant en/of belastingconsulent die een veroordeling heeft opgelopen tot een gevangenisstraf van ten minste drie maanden voor een van de misdrijven vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 waarbij aan bepaalde veroordeelden en aan de gefailleerden verbod wordt opgelegd bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen en waarbij aan de rechtbanken van koophandel de
In dat kader wensen wij meer bepaald dat de sancties worden
bevoegdheid wordt toegekend dergelijk verbod op te leggen, voor
aangepast aan de omvang van de ondernemingen en aan de omvang
een inbreuk op de wet van 20 september 1948 houdende organisatie
van de gepleegde fout. Er zou een onderscheid gemaakt moeten
van het bedrijfsleven, voor een inbreuk op de gecoördineerde wetten
worden tussen vrijwillige fraude en materiële vergissingen, laattijdige
op de handelsvennootschappen, op de wet van 17 juli 1975 op de
aangiftes of vergetelheden die toe te schrijven zijn aan een steeds
boekhouding en de jaarrekening van de ondernemingen en haar
complexer wordende wetgeving en steeds zwaardere verplichtingen
uitvoeringsbesluiten, of op de fiscale wetgeving automatisch zijn titel
(zie de tab ‘contractuele fiscale audit’).
van accountant en/of belastingconsulent.
28
34
2 013/ 3
B eroep communicatie vanwege het gerechtelijk apparaat, van de veroordelingen die tegen onze leden worden uitgesproken, vandaag een antwoord te kunnen bieden op de problemen, met inachtneming van de bestaande structuren, de rechten van de betrokken beroepsbeoefenaars en een evenwichtige relatie tussen deze beroepsbeoefenaars en de belastingadministratie. We herhalen dat we voorstander zijn van een constructieve dialoog tussen de belastingadministratie en de beroepsbeoefenaars, die momenteel de vorm aanneemt van regelmatige vergaderingen en overlegprocedures die we volledig steunen. –
Ernstige fiscale fraude en strijd tegen het witwassen van geld. Als we de bepalingen van de wet van 11 januari 1993 doornemen, merken we op dat de meldingsplicht aan de CFI in het kader van ernstige fiscale fraude momenteel niet van toepassing is voor alle fiscale dienstverleners. De Raad is van plan om een krachtig pleidooi te houden opdat de wet dezelfde inspanningen zou opleggen aan alle ‘fiscale tussenpersonen’ en niet alleen aan de beoefenaars van een gereglementeerd beroep. Die verplichting zou niet langer voortvloeien uit de inschrijving op een ledenlijst bij een van de drie beroepsinstituten, voor wat de economische beroepen betreft, maar uit het verrichten van een fiscale dienst, los van de hoedanigheid van de dienstverrichter. Hoewel deze aangelegenheid later zal moeten worden geregeld door een wijziging van de wet van 11 januari 1993, wijzen we er nu al op dat de minister van Financiën, tijdens het gesprek dat hij midden juli met de economische beroepen heeft gevoerd, heeft bevestigd dat “de verplichting tot melding van het witwassen van geld voor consultants die geen lid zijn van een orde of een instituut van een economisch beroep” zou worden bestudeerd. In dat kader zou de studiedienst later een ontwerptekst, met memorie van toelichting, kunnen opstellen. Een ander positief punt van dit gesprek waren de verwachte verduidelijkingen van het nieuwe begrip ernstige fiscale fraude, als gegeven dat de meldingsplicht in werking stelt. Dit gebrek aan verduidelijking, dat vandaag ‘irritant’ is, zou binnenkort tot het verleden kunnen behoren. Nog steeds volgens de minister van Financiën “zal in het kader van een mededeling aan de CFI worden onderzocht of specifieke criteria kunnen worden geformuleerd om ernstige fiscale fraude van gewone fiscale fraude te onderscheiden”.
Ter herinnering: we kunnen dit belangrijke hoofdstuk van onze reflecties niet afsluiten zonder twee laatste aspecten, die bij een specifiek punt horen, ter sprake te brengen. Enerzijds het onderzoek naar de wenselijkheid om wanneer de onderneming beslist om de verrichtingen met betrekking tot de btw en de Ven.B. uit te besteden, te verkrijgen dat verplicht een beroep moet worden gedaan op een juridische, boekhoudkundige of fiscale beroepsbeoefenaar die lid is van een gereglementeerd beroep; anderzijds de ontwikkeling van een optionele dienst van contractuele fiscale audit. Hoewel deze twee maatregelen die in de steigers staan niet als dusdanig de strijd tegen fiscale fraude tot doel hebben, zullen ze er ruimschoots toe bijdragen.
UITBESTEDING BTW EN VEN.B.: een beroep doen op gereglementeerde beroepen Inzet op federaal vlak: fiscaliteit Er werd een eerste haalbaarheidsanalyse uitgevoerd over de wenselijkheid en de modaliteiten van de mogelijkheid om te verkrijgen dat een onderneming die beslist om de verwerking van de verrichtingen met betrekking tot de Ven.B. en de btw uit te besteden, verplicht zou worden om een beroep te doen op een lid van een gereglementeerd boekhoudkundig of juridisch beroep. Hierbij gingen we uit van de onbetwistbare vaststelling dat niet-gereglementeerde beroepsbeoefenaars zonder opleiding, noch bewezen vakbekwaamheid en die evenmin over een beroepsaansprakelijkheidsverzekering beschikken, momenteel een reëel gevaar betekenen voor hun cliënten en voor het beroep. Het toekennen van een monopolie voor de uitoefening van bepaalde activiteiten op het gebied van fiscaliteit aan de gereglementeerde economische en juridische beroepen vrijwaart niet alleen de belangen van de cliënten, maar zou ook bijdragen tot de bestrijding van fiscale fraude. Het initiatief wordt immers verantwoord door de stelling dat deze diensten dan zouden worden verleend door naar behoren opgeleide beroepsbeoefenaars van wie vereist wordt dat ze een strikte deontologie hanteren. Na een eerste gedachtewisseling verklaarde de Raad vertrouwen te hebben in de haalbaarheid van het initiatief. Dit vertrouwen is des te meer gerechtvaardigd aangezien, zoals we in onze bijdrage over de strijd tegen fiscale fraude hebben uitgelegd, de minister van Financiën heeft verklaard bereid te zijn tot het onderzoeken van het feit dat “de exclusiviteit voor de vertegenwoordiging van de belastingplichtige ten opzichte van de administratie kan worden toegekend aan bepaalde economische en juridische beroepsgroepen die daartoe voldoende kwalitatieve waarborgen bieden”.
2 013/ 3
35
B eroep
VOLLEDIG ELEKTRONISCHE RELATIES Inzet op federaal vlak: organisatie
VROUWEN IN HET BEROEP Aantrekkelijkheid van het beroep
Hoe kunnen we voordeel halen uit de digitale en technologische ontwikkelingen ten dienste van ons beroep? Het pad van de volledig elektronische relaties met de leden is zuinig, milieuvriendelijk, gebruiksvriendelijk en snel. De keuze voor dat pad sluit dus aan bij de belangen van de Raad en kwam al tot uiting in talrijke realisaties, waarvan het ‘e-loket’ het meest symbolisch is.
Net als de andere vrije beroepen wordt ook het beroep van accountant en/of belastingconsulent steeds meer door vrouwen uitgeoefend. De Raad wenst deze ontwikkeling te verwelkomen en te ondersteunen door passende maatregelen, naar het voorbeeld van de initiatieven die in de ‘Big Four’ werden genomen of werden opgemerkt bij de Franse beroepsbeoefenaars, door dynamische associaties mogelijk te maken.
De Raad is van plan verder te gaan op dit veelbelovende pad en daarbij de kosten en doelstellingen onder controle te houden. Ter ondersteuning van de reflectie werd een eerste impactstudie over de ontwikkeling van elektronische relaties in het kader van de ingestelde procedures binnen de juridische dienst uitgevoerd. Daaruit blijkt dat er onzekerheden blijven bestaan, zowel op het vlak van de technische haalbaarheid als op het vlak van de juridische aspecten (elektronische aangetekende zendingen, archivering van de dossiers) en de werkelijke winst op budgettair vlak. Er zal een soortgelijke analyse worden uitgevoerd voor de stagedienst (zie tab ‘jongeren in het beroep’).
36
2 013/ 3
Om een steentje bij te dragen tot het uitbouwen van een grotere efficiëntie van de aanwezigheid van vrouwen binnen het beroep, wenst de Raad een denkoefening te starten voor het ontwikkelen van een onthaal- en integratiebeleid dat hun rol, hun specifieke kwaliteiten en hun flexibele arbeidsvoorwaarden (bv. telewerken, telefonische vergaderingen …) waardeert. Getuigenissen van ‘vrouwen aan de top’ in het beroep zouden ook in het hoofdstuk ‘goede praktijken’ kunnen worden opgenomen. Ook andere denkpistes, zoals het bieden van faciliteiten aan vrouwen die hun stage om familiale redenen hebben onderbroken (zie tab ‘Ervaren beroepsbeoefenaars’) zouden kunnen worden onderzocht.
B eroep Confraters Gonda Schelfhaut en Aurore Mons delle Roche zullen hierover binnenkort voorstellen doen aan de Raad.
Conclusies Als we er niet voortdurend naar streven om beter te worden, lopen we het risico dat we minder goed worden. Als na afloop van de strategische raad van 2 en 3 juli 2013 zou gevraagd worden wat de meeste indruk heeft nagelaten, mag u er bijna zeker van zijn dat de meeste Raadsleden onder alle mogelijke opties, zowel de vele doelstellingen als de vastberaden wil om ze te bereiken, zouden noemen. Sta ons toe om vooraf een eerste sfeerbeeld te schetsen van deze twee dagen vol reflecties, veelzijdige projecten en lopende of te concretiseren acties! Vanuit een methodologische visie weten degenen die een dergelijke denkoefening hebben uitgevoerd hoe gevaarlijk die kan blijken te zijn, want gemakkelijk is het niet. Er zijn uiteraard regels, maar er bestaat geen wondermiddel om tot een geslaagde vergadering te komen! In hoofdzaak weten we dat dit type van vergaderen wel gunstig is voor goede voornemens en het mogelijk maakt ideeën uit te wisselen en standpunten tegenover elkaar te stellen. Maar ook dat men het hoofd koel moet houden en zich moet hoeden voor een te passionele benadering. De kansen op slagen verhogen ook als men zijn min of meer bewuste wil om altijd en over alles gelijk te hebben kan laten varen en zijn kritische zin niet achterwege laat. Men mag ten aanzien van de besproken thema’s evenmin vergeten dat het soms nodig is om afstand te nemen, alternatieven te bedenken voor de eerste strategie, zekerheden en vooroordelen te overstijgen om beperkingen om te buigen in kansen. Dat zijn allemaal eigenschappen waarvan men het bestaan in het kader van een nieuw team niet kan overschatten. Hieruit volgt dat tijdens deze eerste strategische afspraak voor de nieuwe Raad in de eerste plaats dapper werd ingezet op samenhang, het vermogen om bevlogenheid en energie over te brengen en een coherente visie en acties in dienst van het beroep te ontwikkelen. Zonder ontwikkeling, zonder het delen van meningen, zonder risico’s, blijft elke reflectie statisch, wat er ook de inhoud van is. In heel wat opzichten zijn alle deelnemers aan deze strategische raad het erover eens dat deze eerste uitdaging in ruime mate is geslaagd. Hoewel een goede sfeer noodzakelijk is voor de debatten en gedachtewisselingen, is dat uiteraard niet voldoende! Om onze doelstellingen te halen en zo een stappenplan uit te tekenen voor de drie komende jaren, waarbij onze reflec-
tie rond vijf bakens werd uitgezet (‘Business opportunities’, ‘Inzet op federaal vlak’, ‘Inzet op regionaal vlak’, ‘Kwaliteit’ en ‘Aantrekkelijkheid van het beroep’) moesten we beslagen op het ijs komen. Dit betekent voor elk thema de context schetsen, de zaken in perspectief plaatsen, de argumenten in kaart brengen die op het discours wegen, de samenhang tussen beperkingen en kansen begrijpen en uiteindelijk het mogelijke van het waarschijnlijke onderscheiden. Vervolgens bespreken, goedkeuren en waar mogelijk budgetteren! Uit wat voorafgaat, zult u hebben begrepen dat het resultaat van onze aanpak duidelijk een combinatie vormt van een veelheid aan reflecties en uiteenlopende acties. Om de dynamiek van het geheel te smaken, leek het ons als conclusie wenselijk om een kort overzicht te geven van de initiatieven die we in de loop van de volgende drie jaren willen uitvoeren ten gunste van het beroep. –
–
–
Soms gaat het om een dienstenaanbod dat we in allerlei richtingen willen ontwikkelen. In het kader van nieuwe aspecten van ons beroep (syndicus, sociaal secretariaat, maatschappelijk verantwoord ondernemen enz.), van nieuwe diensten (contractuele fiscale audit, e-invoicing, openbare boekhouding), van het aanscherpen van bestaande opdrachten en diensten (onafhankelijk bestuurder, financiering en overdracht van ondernemingen en ondernemingen in moeilijkheden) of van gewenste opdrachten (verplichting om een beroep te doen op de gereglementeerde beroepen bij uitbesteding van de verrichtingen met betrekking tot de Ven.B. en de btw). Hoewel het opstellen van de jaarrekening een van onze historische competenties blijft, is de waaier van onze bevoegdheden de laatste jaren fors uitgebreid. Wij zijn van plan om verder te gaan op deze ingeslagen weg. Vandaag kunnen we al gevraagd worden om op te treden op heel uiteenlopende gebieden, die veel verder reiken dan boekhouding en veeleer thuishoren bij adviesverlening en strategie. Daarentegen kunnen we ook vrezen dat elk kantoor dat zich op de optimalisering van het bestaande concentreert (operationele excellentie) in mindere of meerder mate geconfronteerd zal worden met een algemene daling van zijn baten, aangezien de mogelijkheden van morgen om waarde te creëren niet noodzakelijk die van vandaag zijn, net zoals de concurrenten van morgen niet noodzakelijk die van vandaag zijn. Soms nog zullen de vele stokken die men ons in de wielen lijkt te steken of de vooroordelen die men over ons verspreidt en die ons op de beklaagdenbank doen belanden ons ertoe aanzetten om zo vaak als nodig te reageren. Maar kordaat optreden sluit een voortvarende aanpak niet uit door een objectief debat te eisen, terwijl we
2 013/ 3
37
B eroep
–
onze rol en onze actiemiddelen niet ontkennen. Dat is het geval bij de strijd tegen fiscale fraude, die vandaag volop in de actualiteit staat, en bij het charter dat we van plan zijn om in dat kader op te stellen en te benutten. Vaak willen we de kaart van de dialoog, van het overleg uitspelen met onze partners en andere stakeholders, meer bepaald door rekening te houden met de politieke realiteit van het land. Zonder te veel te verwachten van de inhoud van de onderhandelingen denken we vandaag bij voorrang aan de overlegprocedures die al werden uitgebouwd met de federale belastingadministratie, maar ook aan de ontwikkeling van onze acties bij de gewesten in dossiers met een sterke maatschappelijke inslag, zoals het dossier van de ondernemingen in moeilijkheden. Zonder te vergeten om uitdrukkelijk onze steun en medewerking te verlenen aan het project van ‘duurzame Tax-cificatie’ dat onlangs door de minister van Financiën werd gelanceerd, omdat het tot doel heeft een vertrouwensrelatie tussen de economische beroepen en de belastingadministratie te onderhouden en te ontwikkelen. Dat discussiekader leent zich goed voor overleg op het gebied van fiscale vereenvoudiging. Hoewel dit ontwerp strikt genomen niet werd behandeld tijdens de strategische raad, zal onze wens om een grotere fiscale vereenvoudiging te bevorderen ons snel doen nadenken over diverse initiatieven om de overheid ertoe aan te zetten leesbare wetteksten uit te werken of circulaires op te stellen die niet op tal van manieren kunnen worden geïnterpreteerd en die vooral niet onmogelijk zijn toe te passen in onze dagelijkse praktijken. Het zou nuttig zijn om de contacten met
–
–
–
het kabinet van Financiën of met parlementaire werkgroepen op te voeren. Het is evenmin vreemd dat onze acties de continuïteit bevorderen en tegelijk de acties die de vorige Raad ondernomen heeft, versterken. De uiterst belangrijke lancering van de kwaliteitstoetsing binnen het beroep – er wordt ook nagedacht over de toepassing ervan binnen het Instituut – en de maatregelen die werden genomen in het kader van de permanente vorming zijn symbolisch voor deze dynamiek. In de reflectie die vandaag wordt gevoerd over het uitbouwen van een advies- en raadplegingsdienst voor leden is eveneens veel sprake van kwaliteitsvolle diensten. In heel wat opzichten slaan we in de loop van deze drie jaar verder de weg in van de modernisering en van de verwelkoming. Van deze nieuwe dynamiek getuigen enerzijds de modernisering van de stage, de ontwikkeling van de elektronische relaties en de toepassingen met en voor de leden en anderzijds de verwelkoming van jonge confraters, vrouwelijke confraters en andere ervaren beroepsbeoefenaars en de opwaardering van de interne leden. Als laatste rode draad in onze reflectie, zal de oproep om een sterk, zichtbaar en duidelijk merk uit te dragen hoofdzakelijk tot uitdrukking komen in het voortzetten van de naamsbekendheidcampagnes en de verdere ontwikkeling van onze visuele identiteit op basis van ons grafisch charter. De geloofwaardigheid van onze boodschap is van fundamenteel belang om te communiceren over het dynamisme en de aantrekkelijkheid van ons beroep. Uiteraard weten we ook dat elk project, elke actie, middelen verbruikt die moeten worden begroot en vervolgens moeten worden gecompenseerd met passende inkomsten. Daarom was het onontbeerlijk om een reflectie te voeren over ‘hoe’ we onze middelen kunnen aanvullen en de synergetische effecten kunnen maximaliseren door op verschillende manieren te besparen, door de doelstellingen en de aanvullende middelen waarmee we ze zo goed mogelijk kunnen bereiken, te omschrijven. Hoewel deze reflectie
38
2 013/ 3
B eroep ruimschoots is aangevat (zie de tab ‘ledenbijdragen’), is ze vandaag nog niet afgerond. Het spreekt voor zich dat het in dit artikel niet onze bedoeling was om alle facetten van de strategische raad tot in de kleinste details te beschrijven. We hebben er echter bijzondere zorg aan besteed om uit te leggen waarover onze reflecties precies gingen, door ons op de belangrijkste aandachtspunten te concentreren en onze actiepistes voor te stellen. Bijgevolg kunnen we deze bijdrage niet afsluiten zonder u erop te wijzen dat u, dankzij de visuele herkenningspunten vlot de resultaten en verbintenissen kunt doornemen van elk thema dat op de strategische raad werd behandeld. Zo kunt u focussen op wat u interesseert en thema’s of probleemstellingen aanstippen die u wegens uw bijzondere competentie of belangstelling extra boeien en waarvoor u misschien actief wilt bijdragen aan onze toekomstige werkzaamheden. Zoals u hebt vastgesteld, zullen verschillende commissies worden opgericht. Binnenkort zal een oproep tot kandidaten worden gedaan. Dat is wellicht een reden te meer om ons e-zine te lezen! Mis de afspraak niet! Uit wat voorafgaat, blijkt dat we, als ons beroep in vele opzichten op een keerpunt beland is, om ons voortbestaan te garanderen, onmisbare spelers moeten worden op onze markten van vandaag en van morgen, onze klanten en mogelijke klanten de beste redenen moeten geven om de voorkeur te geven aan ons, en dit op blijvende wijze. Als bevoor-
rechte gesprekspartners van de bedrijfsleider hebben wij de mogelijkheid om hen een steeds ruimere waaier aan diensten voor te stellen, en ook steeds meer gepersonaliseerde diensten op maat van hun behoeften. In heel wat opzichten zal onze uitdaging ook de vorm aannemen van het beter leren communiceren met bedrijfsleiders, waar de nadruk ligt op het luisteren en het reageren. Om een strategie van diversificatie uit te dragen en begeleidingsopdrachten, diensten met een hoge toegevoegde waarde te ontwikkelen en aan onze klanten te verkopen, zijn het formaliseren, het bepalen van het tarief, de valorisatie van ons aanbod en zelfs het specialiseren, terreinen die verder moeten worden ontgonnen. Ongetwijfeld tellen ethiek, deontologie, nauwgezetheid, onafhankelijkheid, nabijheid in het kader van een langetermijnrelatie even veel als concurrentievoordelen die we moeten behouden in de dynamiek van het lanceren van een strategie om onze groei te bevorderen. Zonder de kwaliteit te vergeten, die inherent is aan onze dienstverlening en die we dagelijks uitdragen, tot uitdrukking brengen en aantonen. Maar die ook alomtegenwoordig als het gaat om de verwelkoming en integratie van onze jonge confraters! Laten we vandaag meer dan ooit overtuigingen en enthousiasme delen ten dienste van ons beroep. Laten we communiceren over onze waarden, onze kwaliteiten tot uitdrukking brengen, ons merk in de kijker zetten!
•
First Jaarrekeningen Software voor financiële rapporteringsstandaarden
Bespaar op de jaarlijkse factuur van uw jaarrekeningenpakket! Als First abonnee betaalt u tot 60 % minder dan uw collega’s voor een ander gelijkaardig commercieel jaarrekeningenpakket.
WAT KUNT U DOEN MET FIRST PRO? • volledige en verkorte jaarrekeningen • interface en afdruk van de jaarrekening en de uitgevoerde controles in het Nederlands, in het Frans en in het Engels • afdruk van de jaarrekening in het Duits • digitale en papieren neerlegging • financiële analyse over 5 boekjaren • opleiding (op aanvraag) • volledige support (zowel telefonisch als via e-mail) • verkrijgbaar in netwerkversie
Wenst u meer informatie? Contacteer ons op 03 609 50 59 of via
[email protected] of neem een kijkje op www.firstsoftware.be
• extra module geconsolideerde jaarrekening • extra module structuurenquête • extra module vzw-jaarrekening
2 013/ 3
39
T rends
Einde van de privacy? Amid Faljaoui Belastingconsulent Beursmakelaars weten het al langer: de zomer is een periode die je moet wantrouwen, omdat de beurs net dan kan ineenstorten. Maar in 2013 onderscheidt eerder de federale regering zich met wetteksten die de privacy nog meer in het gedrang brengen. Niet alleen de fiscus, maar ook de handelaars sporen u op. Volg de gids!
In het begin van de zomer hebben we gelezen dat de Belg vanaf 2014 alle juridische constructies waarvan hij (indirect) begunstigde of stichter is, moet melden in zijn belastingaangifte. Totaal onverwachts werden drie amendementen op het Wetboek van de Inkomstenbelastingen goedgekeurd door de leden van de parlementaire commissie Sociale Zaken. De drie amendementen richten zich op de ‘private patrimoniale constructies’. Concreet komt het erop neer dat er een nieuwe vraag bijkomt in onze jaarlijkse belastingaangifte: “Bent u de begunstigde of de stichter van een juridische constructie waarin activa zijn ondergebracht?”. Elke persoon die dus een juridische constructie heeft opgericht of een derde de opdracht ertoe heeft gegeven en daaruit voordeel haalt, moet dat melden in zijn belastingaangifte. Hetzelfde geldt voor de personen die een juridische offshoreconstructie hebben geërfd. Kortom, vanaf 2014 is het niet meer mogelijk om enig voordeel te halen uit om het even welk offshorebedrijf, trust of stichting zonder het aan te geven aan de Belgische fiscus. John Crombez, staatssecretaris voor de bestrijding van de sociale en de fiscale fraude herinnert de personen die hun stichting of trust niet aangeven, eraan dat het Wetboek van de Inkomstenbelastingen acht dagen tot twee jaar gevangenisstraf en een boete van 250 tot 3 000 000 euro voorziet. Samen met deze nieuwe maatregelen, die zonder veel ruchtbaarheid werden gestemd door de Belgische Kamerleden, hoort een lijst met landen en bijhorende constructies als bedoeld in de nieuwe wetgeving. Op die manier hopen ze dat de betrokken belastingplichtigen deze vraag goed zullen begrijpen. Rest nu nog de vraag of deze nieuwe fiscale maatregelen niet zullen worden bijgesteld door het Europees Hof van
40
2 013/ 3
Justitie. De tekst werd vanwege de dringendheid immers niet ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van State. Bovendien werd de tekst gestemd door de Commissieleden van Sociale Zaken in plaats van Financiën, wat vrij ongewoon is. Daarom is het volgens enkele advocaten niet onmogelijk dat de teksten – op de agenda geplaatst door John Crombez – binnenkort worden bijgesteld door de bevoegde commissies. Wordt ongetwijfeld vervolgd!
Big Brother is watching you De zomer heeft onze ministers duidelijk geïnspireerd. Vanaf 1 mei 2014 zal een databank worden opgericht, die alle bankgegevens van de Belgische belastingplichtigen verzamelt. Dat kon een fervente liefhebber van het nogal strakkere proza lezen in het Belgisch Staatsblad. Het gaat om de publicatie van een koninklijk besluit dat al twee jaar verwacht wordt en het daglicht eindelijk officieel te zien heeft gekregen. Dit koninklijk besluit stelt een centraal aanspreekpunt in werking, dat alle klantengegevens zoals bankrekeningnummers, maar ook contracten van leningen op afbetaling en hypotheekleningen bij Belgische banken zal samenbrengen. Dat aanspreekpunt is raadpleegbaar door de fiscus. In de pers is er sprake van veertig miljoen bankrekeningen en een honderdtal miljoen contracten die teruggaan tot 2010. Dat brengt problemen met zich mee voor de belastingconsulenten, omdat het koninklijk besluit betrekking heeft op een wet van april 2011 die het bankgeheim ophief. Op basis van een wet uit 2011 kan de fiscus dus terugkeren tot 2010, waardoor deze wet een terugwerkende kracht heeft. Dit zou vragen kunnen doen rijzen bij advocaten belast met het verdedigen van de belastingplichtigen.
T rends Maar goed, laat het duidelijk zijn dat het aanspreekpunt (niet te verwarren met dat van de fiscale regularisatie) niet om het even hoe gebruikt kan worden. Eerst moet de fiscus een vermoeden van fraude hebben. Vervolgens moet de belastingplichtige gewaarschuwd worden. Pas wanneer deze laatste de gevraagde informatie weigert te verschaffen, kan de ambtenaar die het onderzoek voert, de nodige inlichtingen opvragen aan het aanspreekpunt. De databank met al onze bankrekeningen zal in werking treden vanaf 1 mei 2014, zodat de banken voldoende tijd hebben om zich voor te bereiden. Eigenlijk had de fiscus al toegang tot deze gegevens, maar met de oprichting van een centraal aanspreekpunt zal hij tijd en geld winnen. De belastingadministratie zal immers geen brief meer moeten sturen naar alle banken overal te lande. Uiteraard wakkert zo’n databank nieuwe twistpunten aan, zoals de oprichting van het vermogenskadaster. Maar dat is nog een ander verhaal … Gefilmd tijdens het winkelen? De fiscus trekt zich weinig aan van de privacy, dat werd onderhand in detail besproken. Niet alleen in België, ook in de andere landen van de eurozone verklaart de lokale belastingadministratie de oorlog aan de fiscale fraudeurs. En met hetzelfde doel: hun begroting in evenwicht houden. Zelfs multinationals als Apple, Google of Amazon worden ervan verdacht niet genoeg belasting te betalen in tijden van crisis. En dus komt de privacy van het volk onder druk te liggen. Niet alleen de fiscus interesseert zich – iets te veel – in ons privéleven, ook de handelaars en de grote winkelketens nemen een loopje met onze privacy. Stel: ik vraag u “hoelang u voor een winkelrek staat”, dan zult u allicht het antwoord schuldig blijven, niet? En toch is deze vraag niet (meer) denkbeeldig. Ze heeft zelfs een pak Amerikanen ontstemd, en binnenkort riskeert ze ook de Europeanen tegen de borst te stuiten. Niettemin is het een doodgewone vraag: “Hoelang staat u voor een winkelrek, bijvoorbeeld in de afdeling diepvriespizza’s of damesondergoed?”
‘Vliegmodus’ Uiteraard weet u het antwoord zelf niet. Maar in de Verenigde Staten kon de winkelketen Nordstrom zeer precies antwoorden hoelang een klant in een bepaalde afdeling stond. Nee, niemand volgde de klanten op de voet – dat zou te veel kosten. Er werden evenmin camera’s geplaatst die elke klant één voor één in de gaten hielden. Veel eenvoudiger: de winkelketen gebruikte een programma gemaakt door Euclid Analytics, een starteronderneming uit California. Dankzij dit programma kon de winkelketen haar klanten volgen aan de hand van wifi-golven uitgezonden door de smartphones. Omdat de klant zijn gsm aanhoudt terwijl hij rustig zijn boodschappen doet, kan het programma al zijn bewegingen binnen de winkel volgen. Doel van deze list is te achterhalen welke plaatsen strategisch van belang zijn voor de organisatie van een winkel en om bepaalde producten in de kijker te zetten. Uiteraard met het oog om de verkoop te prikkelen. Waarom breng ik dit ter sprake? Omdat dat niet in goede aarde is gevallen bij de klanten. Aangezien het programma in een testfase zat, had de winkelketen in kwestie haar klanten op de hoogte gebracht via informatieborden aan de ingang van de winkel. Daarop dienden klanten klacht in en de winkelketen werd genoodzaakt de test stop te zetten. Maar laten we onszelf niet voor de gek houden, want zo’n test is lang niet de laatste. Digitale gegevens zijn immers een ware goudmijn voor de handelaars en ze zullen ongetwijfeld niet zomaar opgeven. Klanten die niet langer als wild opgejaagd willen worden en anoniem willen winkelen, zullen hun gsm ongetwijfeld in slaapstand moeten zetten. Met andere woorden: net zoals met hun iPad zetten ze hun gsm het best in ‘vliegmodus’. Dit gezegd zijnde, spreken de Amerikaanse en de Europese consumenten zichzelf eigenlijk tegen. Ze weigeren bijvoorbeeld hun gegevens door te geven aan een grote winkelketen, terwijl ze tegelijk alles meedelen tijdens het surfen. Want ook op het internet weet uw favoriete winkel exact waar u naar zoekt, wat u koopt, hoeveel u betaalt enz. Dus zullen we binnenkort waarschijnlijk moeten betalen voor onze privacy, die op die manier een nieuw luxeproduct wordt.
•
2 013/ 3
41
IAB
IAB in ’t kort In deze rubriek vindt u de nevenactiviteiten waaraan het IAB heeft deelgenomen.
April 2013 • • • • • • • • • • • •
16/04/2013 – Technisch comité Sowacces, Luik 17/04/2013 – EFAA congres, Amsterdam 17/04/2013 – Project International Standards on Accounting and Reporting, FOD Economie 18/04/2013 – Studiedag ‘Deontologie en Tucht’, Verbond van Belgische Ondernemingen 19/04/2013 – Vergadering CEI/Comité interne markt – Werkgroep ‘Dienstenrichtlijn’ 19/04/2013 – General Assembly, Internal Auditors Belgium 20/04/2013 – Algemene vergadering van het IAB 24/04/2013 – Algemene vergadering van de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat 25/04/2013 – Nationaal Forum E-Invoicing 25/04/2013 – Algemene vergadering van het IBR 29/04/2013 – Project International Standards on Accounting and Reporting, FOD Economie 30/04/2013 – Persconferentie, FOD Financiën
Mei 2013 • 07/05/2013 – Dag van het vrije beroep, Federatie van Vrije en Intellectuele Beroepen • 28/05/2013 – Seminarie ‘Fiscale Actualiteit’, Brussel • 29/05/2013 – Overleg juridische en economische beroepen, Federatie van Vrije en Intellectuele Beroepen
Juni 2013 • • • • • • • • • • • • • •
11/06/2013 – Taxman 2013, Brussel 12/06/2013 – Werkgroep Fusies en Splitsingen, IAB 13/06/2013 – 20 jaar BIBF 13/06/2013 – Debat: “De advocaat: een vrij beroep als een ander?”, ING Gent 14/06/2013 – Seminarie Nieuwe fiscale regularisatie, Brussel 14/06/2013 – Werkgroep controle, Federatie van Vrije en Intellectuele Beroepen 14/06/2013 – Ontmoeting met Koen Geens, FOD Financiën 20/06/2013 – Seminarie ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’, FOD Financiën 04/06/2013 – Ontmoeting betreffende de termijnen en het uniek mandaat, FOD Financiën 25/06/2013 – Technisch comité Sowaccess, Luik 26/06/2013 – SMP Champions Network, FEE 26/06/2013 – Vergadering over het koninklijk besluit betreffende diploma’s, FOD Financiën 06/06/2013 – Seminarie ‘Ondernemingen in moeilijkheden’, Verbond van Belgische Ondernemingen 27/06/2013 – Vergadering met de directie, Federatie van Vrije en Intellectuele Beroepen
Wetgeving April • Koninklijk besluit van 3 april 2013 tot wijziging van het KB/ WIB 92, op het stuk van de voordelen van alle aard (BS 8 april 2013, bl. 21.604). • Koninklijk besluit van 3 april 2013 tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake personenbelasting voor
42
2 013/ 3
het aanslagjaar 2013 (BS 8 april 2013, bl. 21.606). • Circulaire nr. 5/2013 dd. 10 april 2013 – antimisbruikbepaling inzake registratie- en successierechten. • Koninklijk besluit van 3 april 2013 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1993 tot uitvoering
van hoofdstuk II van titel III van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, met betrekking tot de invoering van een jaarlijkse bijdrage ten laste van de vennootschappen bestemd voor het sociaal statuut der zelfstandigen (BS 17 april 2013, 23.543).
IAB • Algemene administratie van de Fiscaliteit. Bijlage bij het verslag van het onderling overleg te Parijs op 2, 3 en 4 maart 2011 zoals voorzien in artikel 24 van de overeenkomst tussen België en Frankrijk tot voorkoming van dubbele belasting ondertekend op 10 maart 1964. Vertaling (BS 24 april 2013, 25.007). • Koninklijk besluit van 19 april 2013 tot wijziging van de artikelen 178 en 178/1 van het KB/ WIB 92 inzake het voorstel van vereenvoudigde aangifte (BS 26 april 2013, 25.253).
Mei • Ministerieel besluit van 16 april 2013 houdende vaststelling van verblijfsvergoedingen toegekend aan afgevaardigden en ambtenaren afhangend van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking die zich in officiële opdracht naar het buitenland begeven of zetelen in internationale commissies (BS 6 mei 2013, 26.351). • Koninklijk besluit van 18 april 2013 tot wijziging van de bijlage bij het koninklijk besluit van 12 juli 2012 tot vaststelling van een minimum genormaliseerd rekeningenstelsel voor verenigingen van mede-eigenaars (BS 6 mei 2013, 26.409). • Koninklijk besluit van 30 april 2013 tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake belasting van niet-inwoners (vennootschappen, verenigingen enz.) voor het aanslagjaar 2013 (BS 7 mei 2013, 26.576).
• Koninklijk besluit van 30 april 2013 tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake vennootschapsbelasting voor het aanslagjaar 2013 (BS 7 mei 2013, 26.540). • Grondwettelijk Hof, arrest nr. 63/2013 van 8 mei 2013 • Wet van 29 april 2013 tot wijziging van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, teneinde de fiscale bemiddeling uit te breiden tot verzoeken tot ambtshalve ontheffing (BS 10 mei 2013 (ed. 1), 26.996). • Koninklijk besluit van 25 april 2013 tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 oktober 1975 houdende oprichting van een Commissie voor Boekhoudkundige Normen (BS 16 mei 2013 (ed. 1), 27.824). • Koninklijk besluit van 25 april 2013 houdende aanstelling van de leden van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen (BS 16 mei 2013 (ed. 2), 28.007). • Koninklijk besluit van 30 april 2013 tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake rechtspersonenbelasting voor het aanslagjaar 2013 (BS 24 mei 2012, 26.562). • Koninklijk besluit van 23 mei 2013 tot wijziging van het KB/ WIB 92, op het stuk van de bedrijfsvoorheffing (BS 30 mei 2013). • Koninklijk besluit van 21 mei 2013 tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juni 1993 inzake de samenstelling, de organisatie, de werking en de onafhankelijkheid van de Cel voor financiële informatieverwerking (BS 30 mei 2013).
Juni • Koninklijk besluit van 13 juni 2013 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 7 van 29 december 1992 met betrekking tot de invoer van goederen voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde (BS 24 juni 2013). • Koninklijk besluit van 18 juni 2013 tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 december 2009 tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen (BS 25 juni 2013). • Wet van 2 juni 2013 tot wijziging van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen (BS 26 juni 2013). • Koninklijk besluit van 17 juni 2013 tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 december 2009 tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen (BS 27 juni 2013). • Algemene administratie van de fiscaliteit. Inkomstenbelastingen. Directe belastingen. Voorafbetalingen. Regeling waardoor zelfstandigen en vennootschappen een belastingvermeerdering kunnen vermijden en bepaalde belastingplichtigen (natuurlijke personen) een belastingvermindering kunnen bekomen. Aanslagjaar 2014 (BS 28 juni 2013). • Wet van 17 juni 2013 houdende fiscale en financiële bepalingen en bepalingen betreffende de duurzame ontwikkeling (BS 28 juni 2013).
2 013/ 3
43
IAB
IAB-info flashback De hot topics uit de actuarubriek van de website www.iec-iab.be.
Renaissance Building • Wijziging van de wet van 22 april 1999: vereenvoudigde toegang tot de titel van accountant en belastingconsulent – 26/06/2013 • Fraudewaarschuwing – CFI – 24/06/2013 • Opnieuw 40 leden doorverwezen naar de Tuchtcommissie – 06/06/2013 • Wie wordt Taxman 2013? – 04/06/2013 • Oproep tot kandidatuurstelling voor de Stagecommissie van het IAB – 23/05/2013 • Oproeping kandidatuurstelling Commissie permanente vorming – 15/05/2013 • Model Belastingbetaler Handvest ter bevordering van een rechtvaardigheid in de belastingheffing – 14/05/2013 • Algemene vergadering 2013: beslissingen, documenten, ledenbijdragen en sfeerfoto’s – 30/04/2013 • Algemene vergadering van 20 april 2013: uitslag van de verkiezingen – 23/04/2013 • IAB-Codex beschikbaar voor de leden! – 18/04/2013 • Steun de FVIB-actie voor de eigenheid van het vrije beroep – 08/04/2013
Heet van de naald • Inning RV door vastgoedbevaks – 27/06/2013 • Geen IAB-stage meer voor personen met ervaring – 27/06/2013 • Technische eisen voor geregistreerd kassasysteem horeca gewijzigd – 27/06/2013
44
2 013/ 3
• Nieuwe regels voor betaling van btw bij invoer van goederen – 27/06/2013 • Vakantieregeling btw 2013 – 21/06/2013 • Managementvennootschap: opgelet voor simulatie – 19/06/2013 • Fiscus kondigt controleacties aan met het oog op een verhoogde spontane naleving van de fiscale verplichtingen – 18/06/2013 • Bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties: omzetting richtlijn goedgekeurd door Ministerraad – 18/06/2013 • CBN-advies: begrip omzet en doorrekening van belastingen en accijnzen – 12/06/2013 • CBN-advies: Belgische bijkantoren van buitenlandse ondernemingen: voeren van de boekhouding en opstellen van de jaarrekening in een andere munt dan de euro – 12/06/2013 • Ministerraad keurt eenmalige bevrijdende aangifte goed – 12/06/2013 • Fiscus past regels voor berekening bedrijfsvoorheffing aan in KB/WIB 1992 – 05/06/2013 • Financiering CFI afgestemd op nieuwe toezichtstructuur financiële sector – 05/06/2013 • Circulaire over de roerende voorheffing en bijzondere heffing op roerende inkomsten in 2012 – 31/05/2013 • Circulaire over nieuwe voorwaarden voor vrijstelling van meerwaarden op aandelen – 30/05/2013 • De boekhoudkundige verwerking van een herziening van de btw op een aangekocht bedrijfsmiddel – 30/05/2013
• Ontwerpadvies CBN over het gebruik van de verbindingsrekening tussen een buitenlandse vennootschap en haar Belgische bijkantoor – 30/05/2013 • De boekhoudkundige verwerking van ruilverrichtingen – 29/05/2013 • Erkenning van de opbrengsten en kosten die overeenstemmen met interesten en royalty’s – 29/05/2013 • De boekhoudkundige verwerking van de door de Waalse regering gecreëerde opleidingscheques – 29/05/2013 • Notionele interesten: een paradoxale situatie! – 29/05/2013 • Meerwaarden op aandelen: vrijgesteld? Of toch niet? – 29/05/2013 • Herkwalificatie van interesten tot dividenden: te vermijden valstrikken – 29/05/2013 • Uitstel voor indiening van de aangiften Venn.B., RPB, BNI-ven aanslagjaar 2012 via Biztax – 27/05/2013 • Jaarlijkse indexering bedragen personenbelasting: overzicht aj. 2011, 2012 en 2013 – 23/05/2013 • De opname van de aandeelhoudersstructuur in de toelichting van de jaarrekening – 22/05/2013 • De boekhoudkundige verwerking van step acquisitions – 22/05/2013 • De boekhoudkundige verwerking van step disposals – 22/05/2013 • De boekhoudkundige verwerking van de afzonderlijke aanslag op interne pensioenvoorzieningen – 22/05/2013
IAB • Grondwettelijk Hof vernietigt fiscale overgangsregeling voor passiefwoningen – 21/05/2013 • Nieuwe samenstelling Commissie voor Boekhoudkundige Normen – 16/05/2013 • Fiscale bemiddeling kan ook na verzoek tot ambtshalve ontheffing – 14/05/2013 • Buitenlandse verblijfsvergoedingen: minister publiceert nieuwe landenlijst – 13/05/2013 • Rekeningenstelsel voor verenigingen van mede-eigenaars gewijzigd – 13/05/2013 • Werkgeversbedragen voor groepsverzekering en pensioenfonds voor 2012 – 08/05/2013 • Aangifte BNI-vennootschappen, verenigingen aj. 2013 in het Staatsblad – 08/05/2013 • Aangifte rechtspersonenbelasting aj. 2013 gepubliceerd – 08/05/2013 • Aangifte vennootschapsbelasting aj. 2013 in het Staatsblad – 08/05/2013 • Aanslagvoet RV voor inkomsten van gewone spaardeposito’s toegekend of betaalbaar gesteld in 2012 – 08/05/2013 • Indiening van de aangiften met Biztax: termijn verlengd tot 1 oktober 2013 dankzij IAB – 03/05/2013 • Beroepskosten voor burgemeesters, schepenen en OCMWvoorzitters: forfaitaire bedragen inkomstenjaar 2012 en 2013 – 02/05/2013 • Algemene aanvraag verlenging indieningstermijn is niet meer mogelijk – 02/05/2013 • Fiscus stuurt meer belastingplichtigen vereenvoudigde PBaangifte – 30/04/2013 • Fiscus bepaalt woonplaats van Fransen in Belgische rusthuizen – 25/04/2013 • Wat verandert er in de vennootschapsbelasting in 2013? – 23/04/2013
• Geen hogere vennootschapsbijdrage in 2013 – 18/04/2013 • Bedrag forfait beroepskosten van zelfstandige onthaalouders verhoogd – 17/04/2013 • Circulaire nr. 5/2013 vervangt circulaire nr. 8/2012 over de antimisbruikbepaling inzake registratie- en successierechten – 17/04/2013 • Nieuw algemeen liquidatiebonustarief vanaf 1/10/2014: enkele verduidelijkingen – 12/04/2013 • Aangifteformulier personenbelasting voor aanslagjaar 2013 in het Staatsblad – 10/04/2013 • Voordeel alle aard bedrijfs wagen: referentie-CO2-uitstoot voor 2013 – 10/04/2013 • De bijzondere btw-aangifte indienen via Intervat – 08/04/2013 • Archiefplicht voor elektronische akten van verenigingen en stichtingen – 04/04/2013 • Eerste 3 boeken voor gloednieuw Wetboek van Economisch Recht – 04/04/2013 • Papieren akten van verenigingen worden op verzoek gescand – 04/04/2013
Ten Gronde • De draagwijdte van het fiscaal visitatierecht. Is de grens bereikt? – 26/06/2013 • Rulingdienst past nieuwe antimisbruikbepaling al toe op verrichting uit 2007 – 19/06/2013 • Vruchtgebruik en de vragen om inlichtingen van de fiscus – 19/06/2013 • Liquidatieheffing: overgangsregeling is soms zeer tijdelijk – 13/06/2013 • Uitkering en incorporatie: fiscaal en vennootschapsrechtelijk – 13/06/2013 • Kapitaalinjectie in kmo beloond met lagere roerende voorheffing – 06/06/2013 • Meerwaarden op aandelen: stand van zaken – 06/06/2013
• Ministerraad keurt hogere liquidatiebelasting goed – 29/05/2013 • Aankoop met btw en meeneembaarheid: circulaire verduidelijkt – 29/05/2013 • Cassatie maakt gespreide belasting bij overdracht goodwill moeilijker – 22/05/2013 • Personen- en vennootschapsbelasting: managementvennootschappen – simulatie – keuze minst belaste weg – consequente uitvoering overeenkomsten – rechtspraak – 22/05/2013 • Naar een grondige hervorming van de inkomstenbelastingen? – 15/05/2013 • Btw-facturering vanaf 2014: toch weer voorschotfactuur met btw i.p.v. betalingsverzoek – 07/05/2013 • Inbreng van grond die bebouwd is onder recht van opstal: toch nultarief – 07/05/2013 • Liquidatiebonus belast aan 25 %: ‘interne liquidatie’ biedt opportuniteiten – 30/04/2013 • De laatste (?) mogelijkheid tot een bevrijdende aangifte – 30/04/2013 • Fiscale visitatie kan ver gaan maar is niet willekeurig – 24/04/2013 • VAPZ: de meest superieure vorm van pensioenopbouw voor zelfstandigen? – 24/04/2013 • Aangifte voor aj. 2013: nog meer complexiteit – 17/04/2013 • Inbreng van vruchtgebruik op een onroerend goed: alterna tieve waarderingsmethode – 17/04/2013 • Verruimde maar verstrengde regularisatie vanaf 2 juli – 10/04/2013 • De nieuwe regularisatie: een kritische analyse – 10/04/2013 • Hoger voordeel voor privégebruik woning: soms verrassende gevolgen – 03/04/2013 • Schuldherschikking tussen verbonden vennootschappen – 03/04/2013
2 013/ 3
45
vakliteratuur
Transfer pricing / Luc Batselier Kluwer, 2013. 162 p. (Fiscale Praktijkstudies; 38) Dit boek geeft een grondige inleiding inzake transfer pricing, met een duidelijk overzicht van de theorie van de OESOrichtlijnen, aangevuld met voorbeelden, toepassingen en verwijzingen naar de praktijk. De OESO-richtlijnen inzake verrekenprijzen vormen de basis van de hoofdmoot van dit boek. De verschillende transfer pricingmethoden worden ontleed en de voor- en nadelen ervan tegen elkaar afgewogen. Er is bovendien ook aandacht voor de artikelen in het WIB 1992 die verwijzingen bevatten naar de verrekenprijzen. Waar nodig werden ook de werkzaamheden van de Europese Commissie betrokken. De volledige inhoudstafel kan u raadplegen via de webshop van Kluwer: http://shop. kluwer.be/shop/nl_BE Prijs: € 104,94 in abonnement op de reeks € 80,72 in abonnement op de reeks € 119,79 als e-book Bestellen: http://shop.kluwer.be/shop/ nl_BE, tel. 0800 94 571
Fiscaal misbruik / Thierry Afschrift, met medewerking van Sylvie Van Herreweghe Larcier, 2013. 275 p. Bij wege van de programmawet van 29 maart 2012 heeft de wetgever zich gewaagd aan een nieuwe antimisbruikmaatregel die een grotere draagwijdte zou moeten hebben. Dit inzake de inkomstenbelastingen, de registratie- en de successierechten. De wetgever heeft hiertoe het fiscaal recht verrijkt met een nieuw begrip, namelijk het ‘fiscaal misbruik’.
Les premiers modèles sont consacrés aux différentes formules possibles de constitution. Viennent ensuite des modèles de statuts, les principales modifications statutaires possibles, les principaux actes à poser par l’organe de gestion.
De auteur beschrijft de basis van het beginsel van de principiële gelding van de keuze van de minst belaste weg, alsook de exacte draagwijdte van de algemene antimisbruikbepaling die in 1993 werd ingevoerd.
Trois chapitres sont consacrés aux opérations de fusion, de scission et de liquidation de sociétés.
Hij drukt zich kritisch uit over de verzoenbaarheid van de antimisbruikmaatregel met de Grondwet. Dit op het vlak van de registratie- en de successierechten. Hij stelt ook de enige interpretatie van de antimisbruikmaatregel voor die toelaat om de wil van de wetgever te verzoenen met het grondwettelijke legaliteitsbeginsel in fiscale zaken.
Prijs: € 85 Bestellen: http://uitgeverijlarcier.larcier group.com, tel. 0800/39.067 (Larcier Distributie Centrum)
2 013/ 3
Cet ouvrage regroupe la plupart des modèles des procès-verbaux, procurations et autres convocations ou documents à établir dans le cadre du fonctionnement courant de trois types de sociétés: les sociétés anonymes, les sociétés privées à responsabilité limitée et les sociétés coopératives.
Thierry Afschrift maakt er in dit boek een wetenschappelijke analyse van, op grond van de wet, de klassieke interpretatieregels in fiscale zaken, en de parlementaire voorbereiding. Tevens neemt hij de opvattingen van andere fiscalisten onder de loep.
De volledige inhoudstafel kan worden geraadpleegd op de website van Larcier.
46
Modèles et contrats des sociétés 2012-2013 / L.-P. Marcelis et S. Maquet Mise à jour par C. Hatert, L. Mertens et Y. Stempnierwsky Kluwer, 2013. 823 p.
Chaque chapitre débute par une check-list, chaque modèle est précédé d’un cadre récapitulatif : qui le rédige, quelles sont les dispositions légales à respecter antérieurement et postérieurement au passage de ces étapes… ? Cet ouvrage apporte une réponse pratique à ces questions essentielles et à bien d’autres interrogations. Il donne au dirigeant d’entreprise et à tout autre intervenant au plan juridique une vision claire des règles auxquelles il est tenu de se conformer, qu’il s’agisse d’une SA, d’une SPRL ou d’une SCRL. La table des matières est disponible sur le site http://shop.kluwer.be. Prix : Achat unique : € 150,48 – en abonnement : € 115,75 Commander : http://shop.kluwer.be, tél. 0800 16 868
vakliteratuur
Aspects fiscaux de la comptabilité et technique de déclaration fiscale / Hugues Lamon, Alexis Van Bavel. 4e édition. Larcier, 2013. 1017 p. (Bibliothèque fiscale de la Solvay Brussels School of Economics and Management) Ce livre analyse les règles d’évaluation comptables prescrites par le droit des comptes annuels et les normes IAS/IFRS, ainsi que les règles fiscales sur la base du schéma des comptes annuels. « …, oeuvre qui à l’origine avait été rédigée par Daniel De Crem et Michel Massart, … Le concept de l’ouvrage reste fidèle à l’original, basé sur une idée simple mais géniale, à savoir donner les clefs aux lecteurs pour pouvoir réconcilier le bénéfice fiscal et comptable. » (extrait de la préface par Thierry Blockerye) Sommaire Abréviations / Avant-propos / Préface I. Introduction II. Le concept de bénéfice III. Évaluation des actifs, passifs, charges et produits IV. Technique de la déclaration fiscale Synthèse des disparités entre le droit des comptes annuels et les normes IAS/IFRS Index / Bibliographie / Annexes Comptes annuels: schéma complet Prix : € 190 Commander : http://editionslarcier.larciergroup.com/ tél. 0800 39 067 (service clientèle Larcier)
Jaarboek fiscale rechtspraak 2012 / Thierry Lauwers Story Publishers, 2013. 243 p. Het Jaarboek Fiscale Rechtspraak 2012 houdt het midden tussen enerzijds een klassiek rechtspraakoverzicht, waarbij binnen een bepaalde rechtstak en over een afgesloten periode op grondige wijze de rechtspraak wordt geanalyseerd en geduid, en anderzijds een artikelsgewijze bespreking van het fiscaal recht met beknopte annotatie. Een handig en praktisch overzicht van 50 uitspraken die het jaar 2012 kleurden, beginnend bij een uitspraak van het EVRM, vervolgens geordend volgens de artikels van het WIB, om te eindigen bij lokale en regionale belastingen. “Dit jaarboek heeft geenszins de volledigheid tot doel maar wil de practici van het fiscaal recht op basis van de geselecteerde rechtspraak een indicatie geven omtrent de laatste tendensen en zelfs toekomstig te verwachten evoluties in diverse fiscale materies.” Prijs: € 59 Meer informatie en bestellen: www.story publishers.be, tel. 09 265 81 06
Financiële wiskunde met toepassingen in Excel / Jacques Van Der Elst De Boeck, 2013. 139 p. Dit is een studieboek voor iedereen die te maken krijgt met financiële berekeningen. De theorie wordt uitgelegd aan de hand van stapsgewijs uitgewerkte voorbeelden in Excel. Na een aantal elementaire technieken uit de wiskunde, komt het enkelvoudig en samengesteld intrestrekenen en discontorekenen aan bod. Vervolgens worden de belangrijkste annuïteiten uitgediept. Het gebruik ervan wordt ruim geïllustreerd in de daarop volgende hoofdstukken over courante kredietvormen en types van obligatieleningen. Ten slotte is er een inleiding op de levensverzekeringen. Aan de hand van realistische voorbeelden wordt de theorie consequent getoetst aan de praktijk. U maakt daarbij kennis met de belangrijkste financiële Excelfuncties en leert stap voor stap hoe u ze gebruikt. Er is een schat aan oefeningen voorzien, en een handig overzicht van de gebruikte formules. De volledige inhoudstafel staat op website http://hoger.deboeck.com (‘inhoudsopgave’ onder tab inhoudstafel) Prijs: € 24 Bestellen: http://hoger.deboeck.com, tel. 0800 99 613 (klantendienst De Boeck)
2 013/ 3
47
Accountancy&Tax