PostNL Port betaald PAYS-BAS
DE HOEKSTEEN 72 De Steen die de bouwers verworpen hadden, is tot een hoeksteen geworden ( Psalm 118:22 )
* DE TEMPEL IN HET LAATSTE DER DAGEN
* PSALM 23 - DE HEERE IS MIJN HERDER
* HET ONKRUID EN DE TARWE
ADRES ONTVANGER
2
REDACTIE - COLOFON - INHOUD COLOFON
REDACTIE
De uitgave van dit blad is mogelijk gemaakt door vrijwillige bijdragen.
Nog niet zo lang geleden heeft de voorzitter van de Generale Conferentie, Ted Wilson, een toespraak gehouden over de staat van de kerk.
Mocht deze uitgave bij u aanslaan, dan is het mogelijk een bijdrage te leveren door een bedrag te storten op:
Onder de bemoedigende berichten uit de wereldkerk noemde hij de verspreiding van 140 miljoen exemplaren van De Grote Strijd. Dit boek doet aan ieder die het leest een oproep om tot het hemelse heiligdom te komen. Wij leven in het laatste der dagen, waarin de tempel van de Here vast zal staan als de hoogste der bergen en waar vele volken naar toe zullen stromen. Wij bidden dat de Here de verspreiding van al die boeken zal zegenen en dat er een rijke oogst zal zijn voor Zijn koninkrijk.
Postrekeningnr. 140 62 00 t.n.v. Stichting de Bazuin te Sion of ABN/ Amro 59.18.60.724 Dan is er uitbreiding van dit blad mogelijk zodat ook anderen kennis kunnen nemen van Gods boodschap Namens de redactie. Marian Pel / Wim Wiggers ---------------Wilt u dit blad blijven ontvangen stuur dan uw adres naar:
DE HOEKSTEEN. p/a Marian Pel Struikenlaan 34 4631 AN Hoogerheide ----------------------------BIJBELSCHOOL APELDOORN. Kom ook naar de Bijbelschool in Apeldoorn, elke vierde zondag in de maand. De nog volgende data voor 2014 zijn:
LET OP:
26 jan, 23 febr, 23 maart Adres: Serviceflat Walterbosch Mercuriuslaan 35 7314 KR Apeldoorn
Marian Pel / Wim Wiggers
De Hoeksteen Een tijdschrift waarin de grondbeginselen van de adventsboodschap uitgebreid aan de orde komen, die door de Hoeksteen - Christus- aan zijn boodschappers, ter verkondiging en waarschuwing aan een ten ondergaande wereld, zijn gegeven. Ook het in het licht stellen van de adventsboodschap in deze tijd en in deze wereld, zal de bruikbaarheid van deze oude boodschap steeds urgenter maken. De medewerk(st)ers van de redactie van dit tijdschrift hebben één doel voor ogen, namelijk: in deze sombere, door oorlog, geweld, en door nog veel meer ellende geteisterde wereld zonder toekomst, een ieder de warme blijdschap te laten ervaren van deze boodschap, dat er wél een toekomst is en dat de Here spoedig komt! Dit tijdschrift wordt uitgegeven door leken binnen de zevendedags-adventgemeenschap, die zending bedrijven, boeken drukken en uitgeven.
INHOUD ► De Tempel in het laatste der dagen
3
► Psalm 23 - De Heere is mijn Herder
8
► Het onkruid en de tarwe
15
► De derde engelboodschap - A.T.Jones - deel 16
18
► De geschiedenis van de hervorming - deel 26
23
► Kinderverhaal - Louisa’s lunch
25
DE TEMPEL IN HET LAATSTE DER DAGEN
3
ver weg. Zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegscharen en hun speren tot snoeimessen. Geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen. Oorlog voeren zullen zij niet meer leren. Maar zij zullen zitten, ieder onder zijn wijnstok, en onder zijn vijgenboom, niemand zal ze schrik aanjagen, want de mond van de HEERE van de legermachten heeft het gesproken.” Micha 4: 1-4.
In de Bijbel staat een profetie over “het laatste der dagen.” Deze profetie komt één keer voor in Jesaja en één keer in Micha. Op een paar woorden na zijn ze precies hetzelfde. Het gaat over “het laatste der dagen.” Wij zullen ze citeren en zien of we de betekenis kunnen begrijpen. “Het zal in het laatste der dagen geschieden, dat de berg van het huis van de HEERE vast zal staan als de hoogste van de bergen, en dat hij verheven zal worden boven de heuvels, en dat alle heidenvolken ernaartoe zullen stromen. Vele volken zullen gaan en zeggen: Kom, laten wij opgaan naar de berg van de HEERE, naar het huis van de God van Jakob; dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen, en zullen wij Zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan, en het woord van de HEERE uit Jeruzalem. Hij zal oordelen tussen de heidenvolken en veel volken vonnissen. En zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegscharen en hun speren tot snoeimessen. Geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen. Oorlog voeren zullen zij niet meer leren. Huis van Jakob,
kom, laten wij wandelen in het licht van de HEERE.” Jesaja 2: 1-5. Sommige mensen denken dat deze profetie gaat over een duizendjarig vrederijk in de politieke wereld. Maar dat kan niet waar zijn. Volgens vers 1 gaat de profetie over Juda en Jeruzalem. “Het woord dat Jesaja, de zoon van Amoz, gezien heeft over Juda en Jeruzalem.” De profetie gaat dus over Gods volk. Micha zegt het zo: “Het zal echter in het laatste der dagen geschieden dat de berg van het huis van de HEERE, vast zal staan als de hoogste van de bergen, en dat hij verheven zal worden boven de heuvels, en de volken ernaartoe zullen stromen, vele heidenvolken zullen op weg gaan, en zeggen: Kom, laten wij opgaan, naar de berg van de HEERE, naar het huis van de God van Jakob; dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen, en zullen wij zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan en het woord van de HEERE uit Jeruzalem. Hij zal oordelen tussen vele volken en machtige heidenvolken vonnissen, tot
Deze beide profetieën zijn bijna gelijk. Het zijn dezelfde woorden, het is hetzelfde onderwerp. Het gaat in beide gevallen over Juda en Jeruzalem. Het gaat over Gods volk. Waarom wordt deze profetie twee keer gegeven? Jozef zei tot farao: “Dat de farao deze droom twee keer gekregen heeft, is omdat de zaak bij God vaststaat en God Zich haast om die uit te voeren.” Genesis 41: 32. De profetie gaat om het laatste der dagen, “en het zal in het laatste der dagen geschieden.” Wat zal er geschieden? Waar gaat de profetie over? De profetie gaat over de tempel, over het heiligdom. Het heiligdom zal in het middelpunt komen te staan. Jesaja gebruikt de volgende woorden: “De berg van het huis van de HEERE.” “Naar het huis van de God van Jakob.” Micha zegt hetzelfde: “De berg van het huis van de HEERE.” “Naar het huis van de God van Jakob.” Het heiligdom stond op de berg waar Abraham zijn zoon offerde, “de berg Moria.” Later werd dat de berg Sion genoemd. Er is dus in het laatste der dagen een berg en op die berg staat een huis, dit is de tempel of het heiligdom. Is dat niet de boodschap van
4
DE TEMPEL IN HET LAATSTE DER DAGEN
de Adventbeweging? Wij hebben een boodschap in het laatste der dagen, die iedereen oproept om zich te verzamelen rondom dat heiligdom. Het laatste der dagen deed zijn intrede aan het einde van de 2300 jaar/dagen in 1844. Daniël 8: 14 is de centrale boodschap van de Adventbeweging. En let op wat de mensen doen die met deze boodschap in aanraking komen. “Vele heidenvolken zullen op weg gaan en zeggen: Kom, laten wij opgaan naar de berg van de HEERE, naar het huis van de God van Jakob.” En dit is precies wat er gebeurt. Elke ‘Grote Strijd’ die wij in de wereld verspreiden is een oproep om zich te verzamelen rondom het huis van de God van Jakob. Er worden nu miljoenen boeken verspreid door de actie die uitgaat van de Generale Conferentie. Elk compleet boek is een oproep aan degene die het ontvangt om het hemels heiligdom in het middelpunt te plaatsen van zijn geloofservaring. Dat is wat Jesaja en Micha zeggen. Wat gebeurt er dan met hen die gehoor geven aan die oproep? Micha zegt: “Dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen, en zullen wij Zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan en het woord van de HEERE uit Jeruzalem.” Is dat met ons ook niet gebeurd? Wij kregen een nieuwe kijk op de sabbat en de zondag, op sterfelijkheid en onsterfelijkheid en een hele nieuwe kijk op het verlossingsplan. God gaf ons een nieuw inzicht in het heiligdom en hoe Hij ons verlost. Verder ook een heel nieuw licht op de profetieën. “Dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen.” Dat is wat gebeurde. Ellen White zegt het op de vol-
gende manier in de Grote Strijd hoofdstuk 25, getiteld: “Gods wet heilig en onveranderlijk.” “En de tempel Gods, die in de hemel is, ging open en de ark van zijn verbond werd zichtbaar.” De ark van Gods verbond staat in het heilige der heiligen, de tweede afdeling van het heiligdom. Bij de dienst in het heiligdom op aarde, dat “een afbeelding van de hemelse dingen” was, werd dit tweede deel alleen op de Grote Verzoendag geopend om het heiligdom te “reinigen.” De aankondiging dat de tempel Gods openging en de ark van zijn verbond zichtbaar werd, wijst dus op het opengaan van het heilige der heiligen in de hemel van 1844, toen Christus daar binnenging om het verzoeningswerk af te sluiten. De gelovigen die hun Hogepriester volgden toen Hij zijn dienst in het heilige der heiligen aanving, zagen de ark van zijn verbond. Nadat zij zich in het onderwerp van het heiligdom hadden verdiept, kwamen ze tot het inzicht dat Christus met een andere dienst was begonnen. Ze zagen Hem vóór Gods ark, waar Hij met zijn eigen bloed pleitte voor de zondaren. In de ark van de tabernakel op aarde waren er twee stenen tafelen waarop de geboden van Gods wet waren geschreven. De ark was slechts een bewaarplaats voor de tafelen der wet en ontleende zijn waarde en heiligheid aan de aanwezigheid van Gods geboden. Toen de tempel Gods in de hemel openging, werd
de ark van zijn verbond zichtbaar. In het heilige der heiligen van het hemelse heiligdom wordt Gods wet, die door God zelf op de Sinaï werd uitgesproken bij donderslagen en bliksemstralen en met zijn eigen vinger in de stenen tafelen werd gegrift, ook in een ark bewaard. De wet in de tempel Gods is het model, en de geboden die in de stenen tafelen zijn gegrift en door Mozes in de Pentateuch zijn opgetekend, zijn een authentiek afschrift. Zij die dit belangrijk punt begrepen, kwamen tot het inzicht dat Gods wet heilig en onveranderlijk is. Zij begrepen de betekenis van Christus’ woorden beter dan ooit tevoren: “Voorwaar, Ik zeg u: Eer de hemel en de aarde vergaat, zal er niet één jota of één tittel vergaan van de wet.” Daar Gods wet een openbaring is van zijn wil en de uitdrukking van zijn karakter, moet zij eeuwig blijven bestaan “als een getrouwe getuige in de hemel.” Geen enkel gebod is ingetrokken, geen jota of tittel is veranderd. De dichter van de psalmen zegt: “Voor eeuwig, o HERE, houdt uw woord stand in de hemelen.” “Betrouwbaar zijn al zijn bevelen, vastgesteld voor immer en altoos.” Het vierde gebod is het hart van de Tien Geboden: “Gedenk de sab-
DE TEMPEL IN HET LAATSTE DER DAGEN batdag, dat gij die heiligt; zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen; maar de zevende dag is de sabbat van de HERE, uw God; dan zult gij geen werk doen, gij noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch de vreemdeling die in uw steden woont. Want in zes dagen heeft de HERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is, en Hij rustte op de zevende dag; daarom zegende de HERE de sabbatdag en heiligde die.” Gods Geest beïnvloedde degenen die zijn Woord onderzochten. Ze kwamen tot de vaststelling dat zij dit gebod hadden overtreden zonder dat ze het hadden beseft, omdat ze de rustdag die de Schepper had ingesteld niet heiligden. Ze gingen na waarom men eigenlijk de eerste dag van de week vierde in plaats van de dag die God had geheiligd. In de Bijbel konden ze geen enkel bewijs vinden voor de afschaffing van het vierde gebod of voor de verandering van de sabbat. De zegen die in den beginne aan de zevende dag was verbonden, was nooit ingetrokken. Ze hadden er oprecht naar gestreefd Gods wil te leren kennen en probeerden er ook naar te leven. Daarom hadden ze er spijt van toen het tot hen doordrong dat zij Gods wet hadden overtreden. Door de heiliging van Gods sabbat bewezen ze dat ze Hem trouw waren.” In Jesaja 2: 4 wordt het volgende gezegd: “Hij zal oordelen tussen de heidenvolken en vele volken vonnissen.” In de NBG staat het als volgt: “En Hij zal richten tussen volk en volk, en rechtspreken over machtige natiën.” Dat is precies wat wij verkondigen. Toen in 1844 de laatste dagen be-
gonnen, was dat aan het einde van de tweeduizenddriehonderd jaardagen. Daniël 8: 14 zegt dat dan het heiligdom gereinigd zou worden. De boodschap die nu verkondigd moet worden is: “Ga op naar het huis van de God van Jakob.” In heel de wereld worden die stemmen gehoord. Jesaja zegt: “Hij zal oordelen.” Want “de ure van zijn oordeel is gekomen.” Openbaring 14: 6-7. Heel de wereld komt in dat oordeel. Hij zal oordelen en vonnissen. Dat is exact wat Jezus doet. Dat oordeel gaat van volk tot volk. En er wordt rechtgesproken. Wij lezen over het onderzoekend oordeel: “De profeet Daniël zegt: “Terwijl ik bleef toekijken werden tronen opgesteld, en een Oude van dagen zette Zich neder; zijn kleed was wit als sneeuw en zijn hoofdhaar blank als wol; zijn troon bestond uit vuurvlammen, de raderen daarvan uit laaiend vuur; en een stroom van vuur welde op en vloeide voor Hem uit; duizendmaal duizenden dienden Hem en tienduizend maal tienduizenden stonden vóór Hem. De vierschaar zette zich neder en de boeken werden geopend.” Daniël 7: 9, 10. Zó zag de profeet in een visioen de grote, plechtige dag waarop het karakter en het leven van de mensen zullen worden onderzocht door de Rechter der gehele aarde en iedereen “naar zijn werken” zal ontvangen. De Oude van dagen is God de Vader. De dichter van de Psalmen zegt: “Eer de bergen geboren waren, en Gij aarde en wereld had voortgebracht, ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt
5
Gij God.” Hij, de Bron van alle leven en de Oorsprong van alle wetten, zal de oordeelszitting leiden en engelen, “duizendmaal duizenden en tienduizend maal tienduizenden”, zullen als gerechtsdienaren en getuigen aanwezig zijn op deze grote rechtszitting. “En zie, met de wolken des hemels kwam Iemand gelijk een mensenzoon; Hij begaf zich tot de Oude van dagen, en men leidde Hem voor deze; en Hem werd heerschappij gegeven en eer en koninklijke macht, en alle volken, natiën en talen dienden Hem. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die niet zal vergaan, en Zijn koningschap is een, die onverderfelijk is.” Vers 13, 14. De “komst van Christus” die in deze tekst wordt beschreven is niet Zijn wederkomst naar onze aarde. Hij begaf Zich naar de Oude van dagen in de hemel om de “heerschappij en eer en koninklijke macht” te ontvangen die Hem zullen worden gegeven aan het eind van Zijn optreden als Middelaar. Deze komst – en niet de wederkomst naar deze aarde – was voorzegd in de profetie die in vervulling zou gaan aan het eind van de 2300 avonden en morgens in 1844. Onze Hogepriester gaat vergezeld van engelen het heilige der heiligen binnen en verschijnt vóór God om zijn bemiddeling ten gun-
6
DE TEMPEL IN HET LAATSTE DER DAGEN
ste van de mens af te sluiten – om het onderzoekend oordeel te doen plaatsvinden en verzoening te doen voor allen die “waardig geacht worden”. In de schaduwdienst mochten alleen zij die hun zonden voor God hadden beleden en ze door het bloed van het zondoffer naar het heiligdom hadden overgebracht, aan de dienst op de Grote Verzoendag deelnemen. Zo zullen op de grote dag van de definitieve verzoening en het onderzoekend oordeel alleen de gevallen van Gods kinderen worden onderzocht. Het oordeel over de ongelovigen is iets heel anders en vindt later apart plaats. “Want het is nu de tijd, dat het oordeel begint bij het huis Gods; als het bij ons begint, wat zal het einde zijn van hen, die ongehoorzaam zijn aan het evangelie Gods?” Het vonnis zal worden uitgesproken aan de hand van boeken in de hemel, waarin de namen en werken van de mensen zijn opgetekend. De profeet Daniël zegt: “De vierschaar zette zich neder en de boeken werden geopend”. Johannes, de ziener van Patmos, heeft dit thema ook beschreven en voegt er nog aan toe: “En nog een ander boek werd geopend, het (boek) des levens; en de doden werden geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken geschreven stond, naar hun werken.” In het boek des levens staan de namen van allen die God hebben gediend. Jezus zei aan zijn discipelen: “Verheugt u, dat uw namen staan opgetekend in de hemelen”. Paulus spreekt over zijn trouwe medearbeiders, “wier namen staan in het boek des levens”. Daniël, die de eeuwen overzag en “een tijd van grote benauwdheid, zoals er niet geweest is sinds er volken bestaan” voorzegde dat Gods volk zal ontkomen: “al wie
in het boek geschreven wordt bevonden”. Johannes zegt in Openbaring dat “alleen zij, die geschreven zijn in het boek des levens van het Lam”, de stad Gods zullen mogen betreden. Er is een “gedenkboek” voor God geschreven, waarin de goede werken staan opgetekend van hen “die de HERE vrezen en zijn naam in ere houden”. Hun woorden van geloof en hun daden van liefde staan in de hemel opgetekend. Ook Nehemia verwijst daarnaar wanneer hij zegt: “Gedenk mij, mijn God, hierom en wis de weldaden niet uit, die ik aan het huis van mijn God en aan zijn instellingen bewezen heb”. In Gods gedenkboek staat elke goede daad voor eeuwig opgetekend. Elke verleiding die is weerstaan, elk kwaad dat is overwonnen, elk woord van medeleven dat is uitgesproken, wordt er getrouw in opgenomen. Elk offer, alle moeite en verdriet die men ter wille van Christus heeft doorstaan, zijn opgeschreven. De Psalmist zegt in dit verband: “Mijn omzwerving hebt Gij te boek gesteld, doe mijn tranen in uw kruik; zijn zij niet in uw boek?” De Grote Strijd, hoofdstuk 28. De profeet gaat verder: “En zij zullen hun zwaarden omsmeden
tot ploegscharen en hun speren tot snoeimessen.” Jesaja 2: 5. Dit vers heeft heel veel mensen op het verkeerde been gezet. Men past het dan toe op de wereldpolitiek, op een duizendjarig vrederijk. Maar volgens Jesaja gaat het daar niet over. Het gaat over de kerk en over de leden van de kerk. “Het woord dat Jesaja, de zoon van Amoz, gezien heeft over Juda en Jeruzalem”. Juda en Jeruzalem, zijn de kerk. Maar het beeld is prachtig. “Zwaarden omsmeden tot ploegscharen, en speren tot snoeimessen.” Het beeld stelt verzoening voor. Net als vroeger bij de Indianen. Vrede maken en zich verzoenen, dat doe je door de strijdbijl te begraven. Vindt er verzoening plaats in het laatste der dagen? Inderdaad. Alles trekt op naar de tempel, en het doel is verzoening. De Psalmist zegt daar dit over: “God is bekend in Juda, Zijn Naam is groot in Israël. In Salem is Zijn hut, en Zijn woning in Sion. Daar brak Hij de vurige pijlen van de boog, het schild, het zwaard en de strijd.” Psalm 76: 2-4. Wat is het werk van God in de tempel? Verzoening! En wat is verzoening? Verzoening betekent het breken van de vurige pijlen, het schild, het zwaard en de strijd. De vijandschap die in iedereen woont en leeft wordt door de verzoening in het heiligdom vernietigd. Jesaja zegt daarover in hoofdstuk 4: 2-6: “Op die dag zal de Spruit van de HEERE tot een heerlijk sieraad zijn, en de vrucht van de aarde tot trots en luister voor hen in Israël die ontkomen
7
DE TEMPEL IN HET LAATSTE DER DAGEN zijn. Dan zal het gebeuren dat wie in Sion overgebleven is, en wie in Jeruzalem overgelaten is, heilig genoemd zal worden, een ieder die in Jeruzalem ten leven opgeschreven is. Wanneer de HEERE de vuilheid van de dochters van Sion afgewassen zal hebben, en de bloedschuld van Jeruzalem uit het midden ervan weggespoeld zal hebben door de Geest van oordeel en door de Geest van uitbranding, dan zal de HEERE voor elke plaats op de berg Sion en over de samenkomsten ervan overdag een wolk scheppen en rook, en ’s nachts een schijnsel van vlammend vuur; ja, want over alles wat heerlijk is zal een beschutting zijn. Dan zal een hut dienen tot schaduw overdag tegen de hitte, en als toevlucht en schuilplaats tegen de vloed en tegen de regen.” Wat leert Jesaja hier? Er vindt een oordeel plaats. In dat oordeel zal de Spruit, dat is Jezus, tot een sieraad zijn, de gemeente bekleed met de gerechtigheid van Christus. Dat
geldt voor degenen die zijn ontkomen en die zijn overgebleven. Dit overblijfsel zal heilig heten. Het is een overblijfsel dat heilig is, ieder die in Jeruzalem opgeschreven is. Hoe kwamen zij in deze toestand? De Geest van oordeel en de Geest van uitbranding is aan het werk geweest. Wat heeft de Geest gedaan? De Geest heeft de bloedschulden weggenomen en alle vuilheid is weggenomen. Wat is bloedschuld? Bloedschuld is moord. In elk mens, maar ook diep in het hart van de gelovige bevindt zich een element van vijandschap. Het werk op de grote verzoendag is om alle vijandschap weg te nemen. Het oordeel biedt volkomen reinheid. De Heilige Geest doet dat in het hart van de gelovige. De Spruit, dat is Jezus, bekleedt de gelovige met de heerlijkheid van Hemzelf. Maar het wegnemen van de vijandschap is verzoening. En verzoening is het verbreken van alle wapenen en oorlogstuig.
Laten wij de profetie van Jesaja en Micha nog eens doorlopen: • Het is in het laatste der dagen. • Dan zal de berg van het huis van Jakob vaststaan als de hoogste der bergen. • Dat betekent dat de tempel meer aandacht krijgt dan wat ook. • De boodschap luidt: Op naar het heiligdom van Sion, vandaar zal de wet uitgaan (de Sabbat) en des Heren Woord vanuit Jeruzalem. • Dan begint het oordeel. • In alle gevallen is er een vonnis: positief of negatief. • Dan zal de verzoening plaatsvinden en alle vijand- schap uitgedelgd worden. • Dit is de Grote Verzoendag in werkelijkheid. Wim Wiggers
De Bazuin te Sion en de Ellen White Stichting zijn beide te bereiken op één website via onderstaande domeinnamen Op onze website vindt u alle eerdere uitgaven van de “Hoeksteen” en “Jezus de Vriend van Jong en Oud” Alle boeken zijn te bestellen via onze webwinkel. U kunt er ook lezingen beluisteren.
www.bazuintesion.nl - www.egwhitestichting.nl
8
PSALM 23 - DE HEERE IS MIJN HERDER
Psalm 23 is de mooiste, de meest geliefde en bekendste Psalm van alle Psalmen. In deze korte Psalm worden de ervaringen van de gelovigen beschreven onder de leiding van de Grote Herder. De Bijbel bevat niet alleen een goddelijke boodschap, maar ook een goddelijke ordening. Psalm 23 is tussen Psalm 22 en 24 geplaatst met een bedoeling. Psalm 22 is de Psalm van het kruis, de Psalm van Golgotha. Het beschrijft de gedachten van Jezus terwijl Hij aan het kruis hing vanaf het moment dat Hij uitriep ”Mijn God, mijn God waarom hebt Gij Mij verlaten” tot aan Zijn laatste woorden “Hij heeft het gedaan” of zoals Jezus het zei: “Het is volbracht”. Psalm 24 is het lied van de berg Sion. De Psalm van de triomfantelijke intocht in het Nieuwe Jeruzalem. Het is de Psalm van het koninkrijk der heerlijkheid. De eeuwige poorten van de hemelse stad worden geopend om de Koning der ere binnen te laten. Vers 7-10. “Hef uw hoofden op, o poorten, en verhef u, eeuwige deuren, opdat de Koning der ere binnengaat. Wie is deze Koning der ere? De HEERE, sterk en geweldig, de HEERE, geweldig in de strijd. Hef uw hoofden op, o poorten, ja, verhef ze, eeuwige deuren, opdat de Koning der ere binnengaat. Wie is Hij, deze Koning der ere? De HEERE van de legermachten, Hij is de Koning der ere.” Tussen deze twee bergen ligt Psalm 23. De psalm van het dal, de vallei, met zijn groene gras en rustige wateren en grazende schapen. Deze Psalm is aan ons gegeven om ons hoop, troost en moed te ge-
ven gedurende onze aardse reis tussen het kruis en de kroon. De enige toegang tot de ervaring in deze vallei is het kruis. Jezus, de Goede Herder, zegt: “Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij.” Matt. 16: 24. Jezus gaat ons voor. De weg naar het kruis leidde voor Jezus door Getsemane waar Hij drie keer bad: Niet Mijn wil, maar Uw wil geschiede. Hij is gehoorzaam geworden tot de dood, tot de dood des kruizes. Dit is de betekenis van het kruis voor ons, dat wij onszelf verloochenen. Niet mijn wil, maar Uw wil geschiede. Dit is volledige overgave. Tussen de berg Golgotha en de berg Sion, de berg van doodstrijd en de berg van overwinning, ligt het dal van de christelijke ervaring waardoor de goddelijke Herder Zijn kudde leidt. De weiden zijn groen en de waters zijn koel en verfrissend omdat de bergen aan beide kanten de regen ontvangen en de zegeningen ervan laten vloeien in het dal. Het dal heeft zijn groene pracht en vruchtbaarheid te danken aan de bergen. De Herder van onze zielen leidt Zijn kudde vanaf de heuvel van het kruis door het dal van de ervaring naar de berg Sion in de overwinning. De zegeningen van beide bergen maken van de vallei een vruchtbare plaats. Jezus is de Goede Herder en daarom is Hij de Herder van deze Psalm. Hij
zegt in Johannes 10: 1: “Ik ben de goede Herder. De goede Herder zet Zijn leven in voor Zijn schapen.” Jesaja zegt: “Als een herder zal Hij Zijn kudde weiden: Hij zal de lammetjes in Zijn armen bijeenbrengen en in Zijn schoot dragen; de zogenden zal Hij zachtjes leiden.” Psalm 23: 1 Een psalm van David. De HEERE is mijn Herder, mij ontbreekt niets. De eerste zin is een samenvatting van heel de Psalm. Heel de boodschap gaat over de leiding van de Grote Herder en hoe Hij in alles voor de kudde zorgt. Er staat niet dat de Here een Herder is of de Herder, maar er staat “De Here is mijn Herder”. Hier zien wij dat de schapen in de kudde persoonlijke bekend zijn met de Herder. Wij kunnen deze Psalm lezen en zelfs van buiten leren, maar het belangrijkste is dat we de Herder persoonlijk kennen en volgen. Kunnen wij echt zeggen vanuit ons hart: “De Here is mijn Herder?”
PSALM 23 - DE HEERE IS MIJN HERDER De intieme bekendheid van de schapen met de Herder wordt door Jezus beschreven in Johannes 10: 2-5, 14, 15, 27. “Maar wie door de deur naar binnen gaat, die is herder van de schapen. Voor hem doet de deurwachter open en de schapen horen zijn stem, en hij roept zijn eigen schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten. En wanneer hij zijn eigen schapen naar buiten gedreven heeft, gaat hij voor hen uit, en de schapen volgen hem, omdat zij zijn stem kennen. Maar een vreemde zullen zij beslist niet volgen, maar zij zullen van hem wegvluchten, omdat zij de stem van vreemden niet kennen. Ik ben de goede Herder en Ik ken de Mijnen en word door de Mijnen gekend, zoals de Vader Mij kent en Ik de Vader ken; en Ik geef Mijn leven voor de schapen. Mijn schapen horen Mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij.” Door de stem, door de woorden van de Herder, kennen de schapen de Herder en weten zij wie de ware Herder is. Zelfs als Hij stil en zacht tot hun hart spreekt herkennen de schapen Zijn stem en worden ze niet misleid door valse christussen en valse profeten die vreemdelingen zijn voor God en Zijn Woord. Er is alleen veiligheid in het persoonlijk kennen van de goddelijke Herder. Het zal mij aan niets ontbreken als de Here mijn Herder is. “Maar mijn God zal u, overeenkomstig Zijn rijkdom, voorzien van alles wat u nodig hebt, in heerlijkheid, door Christus Jezus.” Filippenzen 4: 19. Het grootste voorbeeld van de zorg van de Grote Herder voor Zijn kudde was gedurende de veertig jaar dat Israël rondzwierf in de woestijn. “Uw weg was door de zee, Uw pad
door grote wateren, en Uw voetstappen werden niet bekend. U leidde Uw volk als een kudde door de hand van Mozes en Aäron.” Psalm 77: 20, 21. “Want de HEERE, uw God, heeft u gezegend in al het werk van uw hand. Hij weet van uw tocht door deze zo grote woestijn. Deze veertig jaar is de HEERE, uw God, met u geweest. Het heeft u aan niets ontbroken.” Deuteronomium 2: 7. “Uw goede Geest hebt U gegeven om hen te onderwijzen. Uw manna hebt U hun mond niet onthouden en water hebt U hen gegeven tegen hun dorst. Veertig jaar hebt U hen onderhouden in de woestijn. Zij hebben geen gebrek geleden, hun kleren zijn niet versleten en hun voeten zijn niet opgezwollen.” Nehemia 9: 20, 21. Maar de zorg van onze Herder gaat verder dan alleen de lichamelijke behoeften. Abraham kreeg de opdracht om zijn zoon Isaak mee te nemen en hem te offeren op de berg Moria, dit is een type van Golgotha. Net zoals Jezus de meesten van Zijn discipelen achterliet bij de ingang van de hof van Getsemane, zo liet ook Abraham zijn dienstknechten achter aan de voet van de berg. Net zoals Christus Zijn eigen kruis droeg naar de top van Golgotha, zo droeg Isaak het hout van zijn eigen offer naar de top van de berg Moria. Onderweg vroeg Isaak aan zijn vader: “Mijn vader! Zie, hier is het vuur en het hout, maar waar is het lam voor het brandoffer?” Dit was een geweldige toets van het geloof van Abraham. Na enige stilte antwoordde hij zijn zoon: “God zal Zichzelf voorzien van het lam voor het brandoffer, mijn zoon.” Met dit geloof in hun hart gingen ze omhoog naar de top en met bevende handen werd
9
een altaar gereed gemaakt en werd het hout erop gelegd. De zoon was gehoorzaam tot de dood, als een lam dat stom is deed hij zijn mond niet open in protest tegen de wil van zijn vader. Isaak liet toe dat hij werd vastgebonden en op het altaar gelegd, gereed om geofferd te worden. Toen Abraham het mes ophief hoorde hij een stem die hem weerhield en zijn aandacht werd gevestigd op een ram die met zijn horens verstrikt was in het struikgewas. Abraham ging erheen, nam die ram en offerde hem als brandoffer in de plaats van zijn zoon. “En Abraham gaf die plaats de naam: De HEERE zal erin voorzien.” Genesis 22. Op de top van deze berg van geloof zag Abraham de dag van Christus en hij verheugde zich daarin. Negentien eeuwen na de ervaring van Abraham gaf de Goede Herder werkelijk Zijn leven voor de schapen op de heuvel Golgotha. Jezus “het Lam van God” werd als een Lam ter slachting geleid naar de top van Golgotha. Daar werd Hij geofferd als onze Plaatsvervanger en onze Borg. Op deze manier voorzag de Here in een Lam voor ons terwijl wij de dood verdienden vanwege onze zonden. Golgotha is de plaats die genoemd wordt: “De Here zal erin voorzien.” Het ontbreekt ons aan niets. De Goede Herder geeft werkelijk Zijn leven in ruil voor de schapen. Psalm 23: 2. Hij doet mij neerliggen in grazige weiden, Hij leidt mij zachtjes naar stille wateren. Schapen gaan pas neerliggen als zij voldoende hebben gegeten. Zolang ze honger hebben, vinden ze geen rust. Als er grazige weiden zijn met veel gras, betekent dat rust en vrede omdat er de zekerheid is dat er voorzien wordt in de dagelijkse
10
PSALM 23 - DE HEERE IS MIJN HERDER
behoeften. De grootste zorg van de Herder is dat er genoeg voedsel is voor zijn schapen. De schapen beginnen heel vroeg te grazen, bij het eerste daglicht hebben ze al honger. In de vroege ochtend wanneer de dauw nog op het gras ligt, leidt de herder zijn schapen naar die plaatsen waar het geschikte gras is. De Schriften zijn de grazige weiden voor de christen. De gelovige die zijn geestelijk honger wil stillen, moet net als de schapen vroeg naar de weide gaan en de dag beginnen met God en Zijn Woord. Vroeg in de ochtend is het Woord van God het meest verkwikkend voor zijn ziel. Na de rust van de nacht is de ziel hongerig naar geestelijk voedsel, de dauw van goddelijke genade maakt dat het heel de dag geestelijke kracht geeft. “De Here HERE heeft mij als een leerling leren spreken om met het woord de moede te kunnen ondersteunen. Hij wekt elke morgen, Hij wekt mij het oor, opdat ik hore zoals leerlingen doen.” Jes. 50: 4. Het geheim van alle grote geestelijke leiders is dat zij vroeg in de morgen de grazige weiden van de Schriften ingingen. De eerste en de beste uren van de dag werden doorgebracht in gebed en studie van het Woord. Hij doet mij neerliggen. Er zit dwang achter die uitdrukking. De kudde gaat niet uit zichzelf liggen. Mensen zover brengen dat ze rusten en neerliggen in deze snelle tijd met alle druk, stress en spanning is een moeilijke taak. Het gebod om te rusten is een van de moeilijkste om te gehoorzamen. De sabbat is een geweldige voorziening die de Here gemaakt heeft voor onze lichamelijke en geestelijke rust die iedere zevende dag terugkomt. Het
is een verfrissende oase te midden van de drukkende verplichtingen in het leven. De Sabbat is de dag in de week waarop de Grote Herder zijn volk naar de grazige weiden van Zijn Woord leidt. Hij geeft ze het brood des hemels en leidt hen naar de rustige wateren om hun ziel te verkwikken met het water des levens. De Grote Herder nodigt ons uit: “Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven.” Maar ook degenen die wel de wekelijkse rustdag houden hebben het nodig dat de Herder hen doet neerliggen. Velen doen liever iets dan dat ze rustig wachten. Ze zingen, onderwijzen, preken, werken of wat dan ook, liever dan tijden van rust te zoeken in gemeenschap met God. Toch is dit de eerste les die de Grote Herder zijn schapen wil leren. Hij wil ons zachtjes naar de stille wateren leiden. De schapen drinken niet van snel stromende, ondiepe, klaterende wateren. De Herder moet ze naar de stille wateren leiden, maar het water mag ook niet stilstaan of modderig zijn. Schapen drinken minstens twee keer per dag. Zo mogen wij minstens twee keer per dag drinken van het leven-
de water dat de Goede Herder ons geeft: En op de laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus daar en riep: Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken. Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. (En dit zei Hij over de Geest, Die zij die in Hem geloven, ontvangen zouden). Johannes 7: 37-39. Jezus gaf zelf het goede voorbeeld. Hij trok zich regelmatig terug uit het drukke leven voor gebed en gemeenschap met God en om vervuld te worden door de Heilige Geest. Psalm 23: 3. Hij verkwikt mijn ziel, Hij leidt mij in het spoor van de gerechtigheid, omwille van Zijn Naam. Hij verkwikt mijn ziel, dat wil zeggen, Hij maakt mijn ziel weer levend. Hij brengt hem in de oorspronkelijke staat terug. De oorspronkelijke staat van de mens was volmaaktheid. God schiep de mens naar Zijn eigen beeld. Hij schiep de mens oprecht. Pred. 7: 29. Het doel van het verlossingsplan is om alles te redden en te herstellen wat door zonde verloren is gegaan. Verloren schapen zijn zo hulpeloos wanneer ze afdwalen van de kudde, ze hebben geen enkel richtingsgevoel, ze
PSALM 23 - DE HEERE IS MIJN HERDER weten dus niet waar ze zijn en ze vinden zelf de weg niet terug. Maar ze weten wel dat ze verloren zijn en blaten onophoudelijk tot ze zijn gevonden. De belangrijkste taak van de Herder is het terugbrengen van afgedwaalde schapen. Wij zijn allemaal geneigd af te dwalen van Gods kudde. En ook wij kunnen de weg niet uit onszelf terugvinden. De gelijkenis van het verloren schaap illustreert de liefde van de Here voor iedere afgedwaalde ziel. David, de schrijver van deze Psalm, sprak over zijn eigen ervaring. Hij was afgedwaald en verloren geraakt door de zonde en daarna gezocht en gevonden en hersteld door de Grote Herder. Toen de profeet bij hem kwam en zei: “Gij zijt die man”, voelde David de schuld in zijn eigen hat. Hij erkende zijn zonde en sprak zijn berouwvolle gebed uit voor de vergeving van zonden en heiligmaking. “Wees mij genadig, o God, overeenkomstig Uw goedertierenheid, delg mijn overtreding uit overeenkomstig Uw grote barmhartigheid. Was mij schoon van mijn ongerechtigheid, reinig mij van mijn zonde. Want ík ken mijn overtredingen, mijn zonde staat mij voortdurend voor ogen…. Ontzondig mij met hysop, dan zal ik rein zijn, was mij, dan zal ik witter zijn dan sneeuw. Doe mij vreugde en blijdschap horen; laat de beenderen zich verheugen die U verbrijzeld hebt. Verberg Uw aangezicht voor mijn zonden; delg al mijn ongerechtigheden uit. Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een standvastige geest. Verwerp mij niet van voor Uw aangezicht en neem Uw Heilige Geest niet van mij weg. Geef mij de vreugde over Uw heil terug, ondersteun mij met een geest van vrijmoedigheid.” Psalm 51.
Direct na de schuldbelijdenis is er de vreugde van herstel. “Welzalig is hij van wie de overtreding vergeven, van wie de zonde bedekt is. Welzalig de mens wie de HEERE de ongerechtigheid niet toerekent, en in wiens geest geen bedrog is. Verblijd u in de HEERE en verheug u, rechtvaardigen, zing vrolijk, alle oprechten van hart!” Psalm 32: 1, 2, 11. Wij worden geleid in het spoor van Zijn gerechtigheid. Er zijn twee soorten gerechtigheid; er is goddelijke gerechtigheid en eigengerechtigheid. “HEERE, leid mij in Uw gerechtigheid, omwille van mijn belagers; maak Uw weg vóór mij recht.” Psalm 5: 9. Dit is de weg of het spoor van gehoorzaamheid aan Zijn wil zoals dat wordt uitgedrukt in de wet. “Al uw geboden zijn gerechtigheid.” Psalm 119: 172. De goddelijke Herder leidt ons op wegen van gerechtigheid omwille van Zijn naam. Zijn naam is Zijn karakter. Zijn beeld wordt in ons hersteld. Psalm 23: 4. Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood, ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij. Er is een goddelijke ordening in de Psalm. De vreselijke ervaring in het dal van de schaduw van de dood speelt zich niet af aan het begin van de Psalm, maar in het midden. Nadat de christen versterkt is door voedsel, water en rust, en vertrouwen heeft dat de Goede Herder hem in het juiste spoor leidt, is hij gereed om moedig voorwaarts te gaan, wat hij ook op zijn weg vindt. Zijn vertrouwen in de goddelijke leiding blijft ook als hij in de schaduw te-
11
recht komt. Als wij bij Christus blijven in dagen van voorspoed en vrede, hebben wij geen enkele reden tot angst in de dagen van moeilijkheden. Het dal vol schaduw van de dood is het gebied van vijanden, wilde dieren, of moordenaars, of rovers. Wanneer iemands leven in gevaar is zegt men in het Oosten, “hij is onder de schaduw van de dood”. Dat betekent dat hij in levensgevaar is, hij kan ieder moment gedood worden. Het betekent ook de donkere, angstige ervaringen waar iedere christen doorheen gaat in dit leven. De weg van een christen gaat niet altijd door grazige weiden en langs stille wateren. De dood is het donkerste dal, het is een vijand. “De laatste vijand die tenietgedaan wordt, is de dood.” 1 Kor. 15: 26. De Goede Herder verlost ons van de angst voor de dood, zodat de dood slechts een schaduw is voor hen die het evangelie geloven. “Omdat nu die kinderen van vlees en bloed zijn, heeft Hij eveneens daaraan deel gehad om door de dood hem die de macht over de dood had – dat is de duivel – teniet te doen, en allen te verlossen die door angst voor de dood gedurende heel hun leven aan slavernij onderworpen waren.” Hebreeën 2: 14, 15. In een ander opzicht is het dal vol schaduw van de dood de dreiging van vervolging. Wij weten dat er vlak voordat Jezus terugkomt een tijd van benauwdheid zal zijn zoals er nog nooit is geweest. Er zal zelfs
12
PSALM 23 - DE HEERE IS MIJN HERDER
een doodsdecreet worden uitgesproken over de kudde van de Goede Herder. In die vreselijke tijd hebben wij de bemoedigende woorden: ‘Ik zal geen kwaad vrezen, want U bent bij mij.’ De aanwezigheid van de Grote Herder geeft moed en verdrijft de angst. Juist in deze ervaring is er een nog intiemere relatie met de Herder. Er wordt niet langer gesproken over Hij maar over U. naarmate het gevaar groter wordt spreekt de Psalmist niet langer over mijn Herder maar begint hij met Hem te praten. Het lijkt of Hij vlak naast hem staat. Alsof ze elkaar vasthouden. In tijden van nood is de Here “ten zeerste bevonden een hulp in benauwdheden.” Psalm 46: 2. Ook al is de weg donker en gevaarlijk, de gelovige is niet alleen. Hij zegt met Paulus. “Wat zullen wij dan over deze dingen zeggen? Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of zwaard? (Zoals geschreven staat: Want omwille van U worden wij de hele dag gedood, wij worden beschouwd als slachtschapen.) Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem Die ons heeft liefgehad.” Romeinen 8: 31, 35-37. Ik ben met u, is de belofte. “En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld.” Uw stok en uw staf die vertroosten mij. De stok is het symbool van gezag en macht. Het vertegenwoordigt volkomen bescherming en verdediging tegen alle kwaad. Dit instrument in de handen van de Herder is een bron van troost en moed voor de schapen. De schapen worden
niet bang zolang de Herder bij hen is met zijn stok. De stok of scepter is het bewijs dat de Herder het recht heeft om te heersen over de kudde. Die scepter is het wapen waarmee vijanden worden verslagen. “U zult hen verpletteren met een ijzeren scepter, U zult hen in stukken slaan als aardewerk.” Psalm 2: 9. Johannes spreekt in Openbaring als volgt: “En hij zal hen hoeden met een ijzeren staf – zij zullen als kruiken van een pottenbakker verbrijzeld worden.” Openb. 2: 27.
aan Zich voorbijgaan, om de grens van het leven van ieder schepsel vast te stellen en zijn lot te bepalen. Op de eerste dag van het jaar wordt het besluit uitgevaardigd, op de Grote Verzoendag wordt verzegeld wie zal leven en wie zal sterven.” Ezechiel schrijft: “Ik zal u onder de herdersstok doen doorgaan en u brengen in de band van het verbond. Ik zal van u uitzuiveren wie in opstand komen en wie tegen Mij overtreden.” Ezechiël 20: 37, 38.
De staf is ook belangrijk voor de schapen. Daarmee houdt de herder de kudde bij elkaar. Aan het einde van de dag worden de schapen geteld terwijl zij onder de staf van de Herder doorgaan, om te zien of er ook een ontbreekt. De Herder zorgt ervoor dat aan het einde van de dag alle schapen veilig binnen zijn, zo zal ook Christus ervoor zorgen dat geen schaap ontbreekt wanneer allen geteld worden om Zijn koninkrijk binnen te gaan. Zijn ze eenmaal onder de staf doorgegaan en definitief binnen, dan zijn ze verzegeld. Het Joodse begrip over wat er op de Grote Verzoendag plaatsvond wordt beschreven in de Joodse Encyclopedie: “God, gezeten op Zijn troon, tegelijkertijd Rechter, Advocaat, Deskundige en Getuige, opent de boeken met aantekeningen om de wereld te oordelen. Ze worden gelezen, de handtekening van ieder mens wordt daarin gevonden. De grote bazuin klinkt. Er wordt een stille, zachte stem gehoord. De engelen beven terwijl ze zeggen: Dit is de dag des oordeels, want zelfs Zijn dienstknechten zijn niet rein voor God. Zoals een herder zijn kudde verzamelt en hen onder de staf doet doorgaan, zo laat God iedere levende ziel
Psalm 23: 5. U maakt voor mij de tafel gereed voor de ogen van mijn tegenstanders; U zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over. Dit vers staat in verband met het vorige en wijst op de laatste grote verdrukking. De vijanden zijn nog steeds aanwezig. De schapen zijn nog steeds in het dal van de schaduw van de dood. Een doodsdecreet is over hen uitgesproken. Maar ze zijn verzegeld. De genadetijd is afgesloten en de 7 laatste plagen worden uitgestort. De Goede Herder heeft bewezen dat Hij voor overvloedig voedsel kan zorgen, ook al leek er niets aanwezig te zijn. “Zij spraken tegen God en zeiden: Zou God een tafel gereed kunnen maken in de woestijn? Zie, Hij heeft de rots geslagen, zodat er water uitvloeide en er beken overvloedig uitstroomden. Zou Hij ook brood kunnen geven? Zou Hij Zijn volk van vlees kunnen voorzien? …Hij gebood de wolken daarboven en opende de deuren van de hemel: Hij liet manna op hen regenen om te eten en gaf hun hemels koren. Eenieder at het brood van de machtigen; Hij zond hun proviand tot verzadiging toe.” Psalm 78: 19-25. Ook in het voeden van de vijfdui-
PSALM 23 - DE HEERE IS MIJN HERDER zend en de zevenduizend liet de Here door een machtig wonder zien dat Hij in staat is om een tafel gereed te maken waar weinig of niets lijkt te zijn. Zo heeft God ook voor Elia gezorgd en zal Hij in die laatste tijd zorgen voor voedsel voor zijn kudde. U zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over. In het beeld van de Herder en zijn schapen komen we nu aan het einde van de dag. De schapen zijn veilig binnen in de schuur gebracht. Als laatste onderzoekt de herder of de schapen op de een of andere manier gewond zijn geraakt, of dat er aanwijzingen zijn van ziekte of uitputting. De Herder is ook arts en weet hoe Hij de vele ziekten van de schapen kan genezen. Hij heeft altijd medicijnen bij zich en olie voor zalving. De zalving is voor de genezing. Gedurende de duizend jaar, vóór de kroning van Christus plaatsvindt op de berg Sion, zal er genezing zijn voor alle volkeren. “En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen
zijn voorbijgegaan.” Openb. 21: 4 “Want wie door de HEERE zijn vrijgekocht, zullen terugkeren; zij zullen Sion binnenkomen met gejuich. Eeuwige blijdschap zal op hun hoofd zijn, vreugde en blijdschap zullen zij verkrijgen, verdriet en gezucht zullen wegvluchten.” Jes. 35: 10. De beker van zegeningen en vreugde vloeit over. “Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgekomen, dat is wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben.”1 Kor. 2: 9. Psalm 23: 6. Ja, goedheid en goedertierenheid zullen mij volgen al de dagen van mijn leven. Ik zal in het huis van de HEERE blijven tot in lengte van dagen. Ja! Er is zekerheid voor de toekomst en die is gebaseerd op ervaringen in het verleden. Er is zekerheid en vertrouwen en die komen alleen door ervaring. De goddelijke leiding die de zekerheid brengt van goedheid en goedertierenheid zal niet tijdelijk zijn. Het zal zijn voor al de dagen van mijn leven. Jezus is niet alleen de Herder in de tijd dat zonde heerst,
13
maar gedurende alle tijden en alle eeuwen. “U maakt mij het pad ten leven bekend; overvloed van blijdschap is bij Uw aangezicht, lieflijkheden zijn in Uw rechterhand, voor altijd.” Psalm 16: 11. En, “ik zal in het huis van de Here blijven tot in lengte van dagen”, is een prachtige climax van deze Psalm, die een samenvatting is van de christelijke ervaring van het kruis op de berg Golgotha tot de kroon op de berg Sion. Na de duizend jaren wordt Christus gekroond ten aanschouwen van elk wezen dat ooit heeft geleefd. Daarna zal in vervulling gaan wat staat in Openb. 3: 20: “Wie overwint, zal Ik geven met Mij te zitten op Mijn troon, zoals ook Ik overwonnen heb, en Mij met Mijn Vader op Zijn troon gezet heb”. Dan hebben we onze bestemming bereikt. De Goede Herder heeft Zijn vermoeide schapen vaak aangemoedigd op hun weg met de belofte dat ze de gasten zouden zijn in Zijn eigen paleis, wanneer de reis voorbij is. Vol liefde heeft Hij ze getroost met de belofte: “Laat uw hart niet in beroering raken; u gelooft in God, geloof ook in Mij. In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen; als dat niet zo was, zou Ik het u gezegd hebben. Ik ga heen om een plaats voor u gereed te maken. En als Ik heengegaan ben en plaats voor u gereedgemaakt heb, kom Ik terug en zal u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben.” Iedere ware christen heeft dit ene verlangen: “Eén ding heb ik van de HEERE verlangd, dát zal ik zoeken: dat ik wonen mag in het huis van de HEERE, al de dagen van mijn leven,
14
PSALM 23 - DE HEERE IS MIJN HERDER
om de lieflijkheid van de HEERE te aanschouwen en te onderzoeken in Zijn tempel.” Psalm 27: 4. “In de loop van de eeuwigheid zullen ze God en Christus steeds beter leren kennen. Liefde, eerbied en geluk zullen net zoals de kennis steeds groter worden. Hoe beter de mensen God leren kennen, des te meer zullen ze Zijn karakter bewonderen. Naarmate Jezus de verborgenheden van de verlossing en de hoogtepunten in de grote strijd tegen Satan voor hen ontsluiert, zullen de harten van de verlosten
met nog meer toewijding worden vervuld; ze zullen de gouden citers met intensere vreugde bespelen. Duizend maal duizenden en tienduizend maal tienduizenden zullen Gods lof zingen. „En alle schepsel in de hemel en op de aarde en onder de aarde en op de zee en alles wat daarin is, hoorde ik zeggen: Hem, die op de troon gezeten is, en het Lam zij de lof en de eer en de heerlijkheid en de kracht tot in alle eeuwigheden” (Openbaring 5:13). De grote strijd is dan ten einde. De
zonde en de zondaren zijn er niet meer. Het ganse heelal is gereinigd. Overal in de schepping is er eendracht en blijdschap. Van Hem die alles geschapen heeft, komen stromen van leven, licht en vreugde, die alle delen van de oneindige ruimte bereiken. De kleinste atomen en de grootste werelden, alle levende wezens en alle levenloze voorwerpen verkondigen in hun oneindige schoonheid en volmaakte vreugde: God is liefde.” Grote Strijd 623, 624 Marian Pel
KINDERVERHAAL - LOUISA’S LUNCH Louisa woonde in Lae, een plaats in Papoea Nieuw Guinee. Ze ging graag naar school en had heel veel vrienden. Maar er was één jongen in haar klas waar Louisa geen vrienden mee wilde zijn. Niemand hield van Joey. Hij was een pestkop. Hij was groter dan de andere kinderen en hij was ruw. Als de kinderen aan het spelen waren, rende Joey vaak tegen hen aan. Soms vielen ze zelfs, maar hij hielp ze nooit op te staan, hij zei nooit dat hij er spijt van had. En als een van de kinderen langs Joey liep in de klas, stak hij soms zijn voet uit om dat kind te laten struikelen. Soms viel dat kind. Maar wat de andere kinderen het ergste vonden aan Joey was dat hij soms de lunch van een van de kinderen afpakte en ermee wegrende en opat. Soms pakte Joey ook Louisa’s lunch af, maar dat vertelde ze niet aan haar moeder. Ze was bang dat Joey dan boos op haar zou zijn en haar pijn zou doen.
De juf leek nooit te zien dat Joey zo gemeen was tegen de kinderen. Niemand vertelde iets over de dingen die Joey deed, omdat ze bang waren voor wat Joey hen zou aandoen. Joey zorgde ervoor dat alle kinderen in de klas verdrietig waren. Op een middag toen Louisa naar buiten liep uit de klas, stak Joey zijn voet uit en liet haar struikelen. Louisa viel op haar gezicht. Het deed pijn en Louisa begon te huilen. Maar Joey hielp haar niet op te staan. Hij zei niet dat hij spijt had. Joey rende gewoon weg. Louisa stond op, raapte haar papier op en liep naar haar moeder die op haar stond te wachten. Moeder zag de tranen in de ogen van Louisa en vroeg: “Wat is er gebeurd? Waarom huil je?” Louisa wilde niet tegen haar moeder zeggen dat Joey haar had laten struikelen. Ze wilde niet dat haar moeder aan de juf zou vertellen dat
Joey haar pijn had gedaan. Maar moeders weten wanneer er iets mis is, en Louisa’s moeder bleef vragen wat er was gebeurd waardoor ze moest huilen. Uiteindelijk vertelde Louisa haar dat Joey haar had laten vallen. Moeder luisterde rustig en toen vroeg ze: “Is dit de eerste keer dat Joey dat bij jou heeft gedaan?” “Nee,” gaf Louisa toe. Toen vertelde ze haar moeder dat Joey tegen alle kinderen in de klas gemeen deed. Vervolg kinderverhaal op pag: 25
HET ONKRUID EN DE TARWE
15
‘Die het goede zaad zaait, is de Zoon des mensen’… het goede zaad, dat zij de kinderen van het koninkrijk; het onkruid zijn de kinderen van de boze. Met het goede zaad worden degenen voorgesteld die geboren zijn uit Gods Woord, de waarheid. Het onkruid betekent hier de vruchten of de belichaming van dwaling of van verkeerde beginselen. ‘De vijand die het gezaaid heeft, is de duivel.’ God noch een van zijn engelen heeft ooit zaad gezaaid dat onkruid heeft voortgebracht. Het onkruid wordt altijd gezaaid door Satan, de vijand van God en van de mensen. LLAD 38. Het Nieuwe Testament geeft ons twee manieren om naar de kerk te kijken. En het is uiterst vruchtbaar om te zien wat er over de kerk gezegd wordt. We weten allereerst wat Paulus zegt over de kerk. De kerk is het lichaam van Christus: “Want gelijk het lichaam één is en vele leden heeft, en al de leden van het lichaam, hoe vele ook, één lichaam vormen, zo ook Christus; want door één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt, hetzij Joden of Grieken, hetzij slaven hetzij vrijen, en allen zijn wij met één Geest gedrenkt. Want het lichaam bestaat toch ook niet uit één lid, maar uit vele leden.” 1 Kor. 12: 12-14. Dit is de kerk die vervuld is met de Heilige Geest. De leden werken voor en met elkaar. Het andere kerkbeeld is de kerk zoals ze staat in de wereld. De Here Jezus geeft ons een beeld van de kerk zoals wij die waarnemen, in de gelijkenis van de tarwe en het onkruid.” Matt.13: 36-43.
Tarwe en Onkruid Nog een gelijkenis hield Hij hun voor en Hij zei: Het koninkrijk der hemelen komt overeen met iemand die goed zaad gezaaid had in zijn akker. Doch terwijl de mensen sliepen, kwam zijn vijand en zaaide er onkruid overheen, midden tussen het koren en ging weg. Toen het graan opkwam en vrucht zette, toen kwam ook het onkruid tevoorschijn. LLAD 36. ‘De akker’, zei Christus, ‘is de wereld.’ Maar wij moeten dit zien als de kerk in de wereld. De gelijkenis is een beschrijving van wat betrekking heeft op Gods koninkrijk en zijn werk van verlossing onder de mensen. Dit werk komt tot stand door de gemeente. Het is waar dat de Heilige Geest in de hele wereld is. Overal werkt Hij aan de harten der mensen. Maar in de gemeente moeten wij groeien en rijpen voor de oogst, om bijeengebracht te worden in Gods schuur.
De akker is niet de wereld, maar de kerk, voegt Luther eraan toe. Het is niet de wereld die niets van God weet. Het is de kerk zoals wij de kerk waarnemen in deze wereld. Een kerk met fouten en gebreken, maar toch de kerk. Een kerk waar twee beginselen streven naar de voorrang: tarwe en onkruid. Er wordt van deze kerk verwacht dat zij vrucht draagt. Maar de kerk is ook aan alle kanten in strijd. Er is groei van tarwe en van onkruid. Tezamen groeien zij op tot de oogst. “In het oosten namen mensen soms wraak op een vijand door de pas gezaaide velden te bezaaien met het zaad van een schadelijk gewas dat bij het opgroeien veel op tarwe leek. Terwijl het met de tarwe opgroeide, benadeelde het de oogst en bracht de eigenaar moeite en verlies. Zo strooit Satan, uit vijandschap tegen Christus, zijn schadelijk zaad tussen het goede zaad van het koninkrijk. De resultaten van zijn werk schrijft hij toe aan de Zoon van God. Door mensen in de gemeente te brengen die de naam van Christus dragen, terwijl zij Zijn karakter loochenen,
16
HET ONKRUID EN DE TARWE
maakt de boze dat God wordt onteerd, het werk van verlossing onjuist wordt voorgesteld en mensen in gevaar worden gebracht.” LLAD 39.
ken. Maar Christus zegt tot hen: ‘Neen, want bij het bijeenhalen van het onkruid zoudt gij tevens het koren kunnen uittrekken. Laten beide samen opgroeien tot de oogst.’
E. G. White geeft op een andere plaats het volgende commentaar: “Het onkruid zal zich openbaren tussen de tarwe; maar de schade zou groter zijn als wij zouden wieden, behalve op de door God aangewezen manier, dan het te laten staan. Terwijl de Heere degenen die waarlijk bekeerd zijn binnen brengt, brengt Satan tegelijk personen in de kerk die niet bekeerd zijn en plaatst hen in de gemeenschap van de kerk. Terwijl Christus het goede zaad zaait, zaait Satan het onkruid. Er worden voortdurend twee tegen elkaar ingaande invloeden uitgeoefend op de leden van de kerk. Eén invloed werkt voor de reiniging van de kerk, de andere om het volk van God te verderven.” TM 46.
Christus heeft duidelijk geleerd dat mensen die in openlijke zonde volharden, van de gemeente gescheiden moeten worden, maar Hij heeft ons het werk van het beoordelen van karakter en drijfveren niet toevertrouwd. Hij kent onze natuur te goed om ons dit werk te laten doen. Als wij zouden proberen die mensen uit de gemeente te verwijderen die volgens ons geen echte christenen zijn, zouden wij beslist fouten maken. Vaak beschouwen wij juist degenen, die Christus tot Zich trekt, als hopeloze gevallen. Als wij deze mensen zouden behandelen op grond van ons onvolmaakt oordeel, zou wellicht hun laatste hoop ontnomen worden. Velen die menen dat zij christenen zijn, zullen tenslotte in gebreke blijven. In de hemel zullen er velen zijn die er volgens hun buren nooit zouden komen. De mens oordeelt naar wat hij ziet, maar God beoordeelt het hart. Het onkruid en de tarwe moeten samen opgroeien tot de oogst. De oogst is het einde van de genadetijd.
Terwijl de mensen onoplettend waren, werd het ene na het andere onbekeerde lid aan de kerk toegevoegd. Wij zien in de geschiedenis hoe dat werkte. De keizer van het Romeinse Rijk werd lid van de kerk. De keizer was niet “waarachtig bekeerd”, en werd oorzaak van de grote afval in de kerk. Is het mogelijk dat dit opnieuw gebeurt? De gelijkenis van de tarwe en het onkruid is eigenlijk de geschiedenis van de christelijke kerk. Zo ontstond het Pausdom. Christus’ dienstknechten zijn bedroefd als zij zien dat er ware en valse gelovigen samen zijn in de gemeente. Zij willen graag iets doen om de gemeente te reinigen. Evenals de slaven van de heer staan zij klaar om het onkruid uit te ruk-
In de woorden van de Heiland ligt nog een andere les van wonderlijke verdraagzaamheid en tedere liefde. Zoals de wortels van het onkruid stevig vervlochten zijn met de wortels van het graan, kunnen in de gemeente valse broeders nauw verbonden zijn met ware discipelen. De ware aard van deze zogenaamde gelovigen komt niet ten volle tot uiting. Als zij van de gemeente losgemaakt zouden worden, zouden anderen daardoor ook kunnen weggaan, die in het andere geval trouw
gebleven zouden zijn. De les van de gelijkenis wordt geïllustreerd door Gods handelwijze met mensen en engelen. Satan is een bedrieger. Toen hij in de hemel had gezondigd, beseften zelfs de trouwe engelen niet de ware aard van zijn karakter. Daarom heeft God Satan niet dadelijk vernietigd. Als Hij dat zou hebben gedaan, zouden heilige engelen Gods gerechtigheid en liefde niet hebben onderscheiden. Twijfel aan Gods goedheid zou als onkruid zijn geweest, dat de bittere vruchten van zonde en verdriet zou dragen. Daarom is de aanstichter van het kwaad gespaard om zijn karakter ten volle te ontwikkelen. Lange eeuwen heeft God de zielenpijn gedragen door het werk van het kwaad te laten bestaan. Hij heeft de oneindige gave van Golgotha gegeven, opdat niemand de kans zou lopen bedrogen te worden door een onjuiste voorstelling van de boze, want het onkruid kon niet uitgerukt worden zonder gevaar voor het uitrukken van het kostbare graan. Moeten wij niet even verdraagzaam zijn jegens onze medemensen als de Heer van hemel en aarde jegens Satan is? De wereld heeft niet het recht te twijfelen aan de waarheid van het christendom, omdat er in de gemeente onwaardige leden zijn. Christenen moeten ook niet moedeloos worden omdat deze valse broeders er zijn. Hoe was het in de eerste gemeente? Ananias en Saffira voegden zich bij de discipelen. Simon de tovenaar werd gedoopt. Demas, die later Paulus verlaten heeft, werd tot de gelovigen gerekend. Judas Iskariot was een van de discipelen. De Verlosser wil geen enkel mens verliezen. Zijn ervaring met Judas wordt vermeld om Zijn geduld te laten zien met de
HET ONKRUID EN DE TARWE verdorven menselijke natuur en Hij zegt dat wij dezen, evenals Hij dat gedaan heeft, moeten verdragen. Hij heeft gezegd dat er tot het einde toe valse broeders in de gemeente gevonden zullen worden. Ondanks de waarschuwing van Christus hebben mensen gepoogd het onkruid uit te trekken. De kerk heeft haar toevlucht genomen tot de burgerlijke macht om hen, die als boosdoeners werden beschouwd, te straffen. Zij die verschilden met de gevestigde leer zijn opgesloten, gepijnigd en ter dood gebracht op aanstichten van mensen die beweerden dat zij handelden op bevel van Christus. Maar het is de geest van Satan en niet van Christus die tot zulke daden aanspoort. Dit is de methode die Satan gebruikt om de wereld in zijn greep te krijgen. God is op onjuiste manier voorgesteld door de kerk, die op deze wijze mensen heeft behandeld die als ketters werden beschouwd.
oogst te worden, leek het waardeloze onkruid helemaal niet op de tarwe die gebukt ging onder het gewicht van de volle aar. Zondaars die vroom schijnen, kunnen een tijdlang samengaan met de echte volgelingen van Christus, en de schijn van christendom is bedoeld om velen te misleiden. Maar bij de oogst van de wereld zal er geen overeenkomst zijn tussen goed en kwaad. Dan zullen zij, die zich bij de kerk hebben gevoegd zonder zich met Christus te hebben verenigd, openbaar worden.
Niet het oordelen of veroordelen van anderen, maar het verootmoedigen en wantrouwen van zichzelf is de les van Christus’ gelijkenis. Niet alles wat op de akker is gezaaid is goed graan. Het feit dat mensen lid zijn van de kerk wil niet zeggen dat zij christenen zijn.
Het onkruid kan te midden van de tarwe opgroeien en alle voordelen hebben van zon en regen, maar in de tijd van de oogst zult gij ‘het onderscheid zien tussen de rechtvaardige en de goddeloze; tussen wie God dient en wie Hem niet dient’. Christus Zelf zal bepalen wie waard is te vertoeven met de hemelse familie. Hij zal ieder mens oordelen naar Zijn woorden en daden. Een belijdenis alleen heeft geen waarde. Het karakter is bepalend voor de eeuwigheid.
Zolang het blad groen was, leek het onkruid heel veel op de tarwe, maar toen de akker wit was om ge-
De Heiland wijst niet naar een tijd waarin al het onkruid tarwe zal worden. Tarwe en onkruid groeien sa-
17
men op tot de oogst, het einde van de wereld. Dan wordt het onkruid in bossen gebonden om verbrand te worden en de tarwe wordt bijeengebracht in Gods voorraadschuur. ‘Dan zullen de rechtvaardigen stralen als de zon in het koninkrijk hun Vaders.’ Dan ‘zal de Zoon des mensen zijn engelen uitzenden en zij zullen uit zijn koninkrijk verzamelen al wat tot zonde verleidt en hen die de ongerechtigheid bedrijven, en zij zullen hen in de vurige oven werpen. Daar zal het geween zijn en het tandengeknars.’ Lessen uit het Leven van Alledag, p. 38-41, E. G. White
18
DE DERDE ENGELBOODSCHAP A.T.Jones voortdurend afhankelijk van de directe leiding van Gods Geest in ieder afzonderlijk geval. Zo is het ook met ons.
deel - 16
“Sta op, word verlicht, want uw licht komt en de heerlijkheid van de HEERE gaat over u op. Want zie, de duisternis zal de aarde bedekken en donkere wolken de volken, maar over u zal de HEERE opgaan en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden.” Jesaja 60: 1, 2. Een ieder die door het geloof beslag legt op dat licht en die heerlijkheid, kan het verwerven. Maar wie dat niet doet, kan het niet verkrijgen. Ik was zeer verheugd toen een van de predikanten in de vergadering op een ochtend opstond en zijn getuigenis gaf over de openbaring van Gods zegen en tegenwoordigheid bij deze bijeenkomsten. Hij had ze opgeschreven in een lange lijst. Als ieder van u de bewijzen van Gods bijzondere gunst in deze vergaderingen had genoteerd in plaats van naar iets uit te kijken dat u nooit zult zien, dan zou u veel meer hebben gezien dan wat u nu ziet. Ik bedoel, dat we geen vastgestelde ideeën moeten hebben dat de Here op een bepaalde manier moet werken, want dan zouden we naar iets uitkijken dat nooit zou komen.
“Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Ga dan heen… zie, Ik ben met u.” De macht is in Christus, niet in ons. Het hebben van de macht is de persoonlijke aanwezigheid van Christus in ons. En wanneer wij die persoonlijke aanwezigheid van Christus in ons en met ons hebben, is de macht dus van Christus en niet van ons. Bedenk wel dat de apostelen niet altijd in staat waren om wonderen te doen wanneer ze dat wilden. “De Here verleende zijn diensknechten deze speciale macht naar gelang het nodig was voor de vooruitgang van Zijn zaak of de eer van Zijn naam.” Sketches from the life of Paul, 135. Heel wat mensen denken dat de apostelen begiftigd met de macht om wonderen te doen op weg gingen en als ze dan een zieke tegen kwamen, hoefden ze alleen maar een wonder te doen en hem te genezen. Zo gebeurde het helemaal niet. Zij konden helemaal geen wonder doen tenzij de Geest van Christus hen de wil van God bekendmaakte in ieder apart geval. Dus, hoe groot de apostelen ook waren, zij waren
De macht is de persoonlijke tegenwoordigheid van Christus in ons. Dat betekent niet perse dat we voortdurend een sensatie van macht in ons hebben, maar het betekent dat we een blijvend geloof hebben dat Christus in ons is. En het betekent niet alleen dat we daar een voortdurend geloof in hebben, maar ook een blijvend besef dat Hij er is en dat Zijn kracht altijd en in alles, in ons, met ons, voor ons en door ons, werkt. En dat alles alleen tot eer van God en niet op ons bevel en op geen enkele manier onder onze leiding. Wij hebben in een eerdere studie ook gezien dat Christus ons verlost heeft van de vloek der wet, opdat de zegen van Abraham tot ons zou komen. De zegen van Abraham was gerechtigheid die wij ontvingen door geloof. En Christus heeft ons van de vloek der wet vrijgekocht, opdat de zegen van Abraham in Christus Jezus tot de heidenen (dat zijn wij) zou komen, en opdat wij de belofte van de Geest zouden ontvangen door het geloof. (Galaten 3: 13, 14). Wij ontvingen de gerechtigheid door geloof. Wij hadden geen sensationeel gevoel of grote bewogenheid waardoor we wisten of wij die gerechtigheid hadden of niet. Wij verkregen de gerechtigheid van God die door het geloof in Jezus Christus is door het geloof in Zijn woord. God zei tot ons in Zijn Woord dat het een vrije gave is voor een ieder die in Jezus gelooft. U hebt die vrije gave aangenomen en God gedankt dat Zijn gerechtigheid van u is.
DE DERDE ENGELBOODSCHAP A.T.Jones Dit wordt door het geloof ontvangen, opdat de belofte van de Geest ook door geloof aangenomen mag worden. De uitstorting van de Heilige Geest moet dus op precies dezelfde manier ontvangen worden als de gerechtigheid wordt ontvangen – door geloof. Als God dan tegen ons zegt: “Sta op, word verlicht, want uw licht komt en de heerlijkheid van de HEERE gaat over u op,” en wij doen wat God zegt en wij staan op door geloof in Hem, dan zal Hij ervoor zorgen dat wij verlicht worden. Laten wij Hem ervoor danken dat Zijn heerlijkheid over ons is opgegaan. Maar er ligt nog een andere gedachte in deze tekst. We lezen verder: “Want zie, de duisternis zal de aarde bedekken en donkere wolken de volken, maar over u zal de HEERE opgaan en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden.” Er staat niet: u zult die heerlijkheid in uzelf of over uzelf zien. Nee, er staat Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden. Laat het zo zijn. Laten wij niet hierover niet toezicht willen houden, het is niet onze zaak. Aangezien het de heerlijkheid van de Here is, zal Hij er ook voor zorgen dat het over u gezien wordt. U zou niet eens weten dat het de heerlijkheid van God was als u het op uzelf zou zien, want het is geen zelfheerlijkheid. Als ik heerlijkheid over mezelf zie, dan zal er zelfverheerlijking zijn. Ziet u dat wij niet moeten streven naar zelfheerlijkheid. God zal geen zelfheerlijkheid aan de wereld laten zien, Hij zal de heerlijkheid van God openbaren en dat is de heerlijkheid die gezien zal worden. Daarom staat er ook precies wat
het betekent: “Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden.” Wij willen gerechtigheid, maar er zijn veel mensen die het in zichzelf en over zichzelf willen zien, voordat ze geloven dat ze het hebben. Maar ziet u dat zij het nooit op die manier zullen ontvangen? Zij zullen het nooit ontvangen tenzij zij die ‘zelf’ wegdoen; tot zij zich afkeren van zichzelf en naar Zijn Woord zien. Wanneer wij ons afkeren van onszelf en zien op Hem van wie de heerlijkheid is en in wie het is; wanneer wij zien naar de plaats waar die heerlijkheid is, dan zal een ieder die op die plaats ziet, weten dat hij het heeft zolang hij daarop blijft zien. “Wij allen nu, die met onbedekt gezicht de heerlijkheid van de Heere als in een spiegel aanschouwen, worden van gedaante veranderd naar hetzelfde beeld, van heerlijkheid tot heerlijkheid.” 2 Kor. 3: 18. Is de heerlijkheid van de Heere aan ons verschenen. Ja. Laten we nog een tekst lezen in 2 Korintiërs 4: 6: “God, Die gezegd heeft dat het licht uit de duisternis zou schijnen.” Dat heeft Hij ooit gedaan. En Hij heeft het nog een keer gedaan. Duisternis bedekte de aarde, diepe duisternis. God gaf bevel dat er licht zou schijnen en het was er. Nu zegt Hij opnieuw: “De duisternis zal de aarde bedekken en donkere wolken de volken, maar over u zal de HEERE opgaan en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden.” Zijn licht zal over u gezien worden en daarom zegt Hij: “Sta op, word verlicht, want uw licht komt.” Hij heeft opnieuw bevel gegeven dat het licht zou schijnen uit de duisternis. “Want God… is ook Degene Die in onze harten geschenen heeft.” Vers 6. Hij heeft het dus gedaan. Wij mogen in ons
19
hart weten dat het zo is, door het overgeven van onze wil, door het onderwerpen van onze wil en door alles aan Hem over te geven – dat is geloof. We lezen verder: “Die in onze harten geschenen heeft tot verlichting met de kennis van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus.” Heeft Hij u het licht van de kennis van Zijn heerlijkheid gegeven? Ja. Dan heeft het licht geschenen zoals God geboden had. “In het aangezicht van Jezus Christus.” God zal ervoor zorgen dat een ieder die met onbedekt gezicht in het aangezicht van Jezus kan zien, die God met heel zijn hart kan danken omdat de heerlijkheid van de HEERE over hem is opgegaan, dat die heerlijkheid op hem gezien wordt. Mozes was met de Heere op de berg en toen hij terugkwam straalde zijn gezicht met de heerlijkheid van God. Hij wist er zelf niets van. “Mozes wist niet dat de huid van zijn gezicht glansde.” Ex. 34: 29. Hij wist het niet maar het volk wist het wel. Het volk dat de heerlijkheid zag op het gezicht van Mozes had geen geloof. Mozes had geloof zodat het kon glanzen. En de ongelovigen konden het zien toen zijn gezicht straalde, ook al wist hij het zelf niet. Stefanus stond voor het Sanhedrin. Dit waren mensen wiens harten verhard waren tegen God en tegen Christus, maar zijn gezicht straalde als het gezicht van een engel. “En allen die in de Raad zaten, hielden hun ogen op hem gericht en zagen zijn gezicht.” Wist Stefanus het? Nee. Het was niet de heerlijkheid van Stefanus. Hijzelf had er niets mee te maken. God was daar aan-
20
DE DERDE ENGELBOODSCHAP A.T.Jones
wezig, omdat Stefanus zo’n geloof in Jezus Christus had. Hij aanschouwde met onbedekt gezicht en met onbedekt hart en door geloof het aangezicht van Jezus Christus. Toen hij dat deed ging de heerlijkheid des HEERE over hem op en de heidenen, zelfs erger dan de heidenen, de boze Farizeeën, konden de heerlijkheid van God over hem zien. We hebben nu gezien dat het werk van vandaag precies hetzelfde is als in de tijd van de apostelen. Zoals destijds de belofte van de Geest in die tijd over het volk kwam en God Zijn eigen macht, op Zijn eigen manier, door Zijn eigen wil, openbaarde over degenen die Hem toebehoorden, dan is dat de manier waarop Hij het opnieuw zal doen. Laat ons dan omhoog kijken. Wanneer wij dan de tekenen in de zon, de maan en de sterren zien en er op de aarde benauwdheid is onder de volken, in radeloosheid vanwege het bulderen van zee en golven, kijk dan omhoog en hef uw hoofd op. Verheug u omdat uw verlossing nabij is. Kijk omhoog, want dat gebeurt alleen door op te zien naar het aangezicht van Hem die het heeft gezegd. Wij moeten omhoog kijken, want daar vandaan komt de gerechtigheid, de heerlijkheid van Je-
zus Christus. Dit is de heerlijkheid die ons onsterfelijk maakt. Maar het is dezelfde heerlijkheid die ook verteert. Wij moeten nu, voor die grote dag omhoog zien, opdat wij omhoog kunnen kijken op die dag. “Want God, Die gezegd heeft dat het licht uit de duisternis zou schijnen, is ook Degene Die in onze harten geschenen heeft tot verlichting met de kennis van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus.” “Wij allen nu, die met onbedekt gezicht de heerlijkheid van de Heere als in een spiegel aanschouwen, worden van gedaante veranderd naar hetzelfde beeld, van heerlijkheid tot heerlijkheid, zoals dit door de Geest van de Heere bewerkt wordt.” “Want Hij voltooit een zaak en handelt die af in gerechtigheid.” 2 Kor. 4: 6; 3: 18 en Rom. 9: 28. De boodschap van de gerechtigheid van Christus moet van het ene einde tot aan het andere einde van de wereld weerklinken. Dit is de heerlijkheid van God ddie het werk van de derde engel afsluit. Die heerlijkheid is de gerechtigheid, de goedheid, het karakter van Hemzelf. “Ontwaak, ontwaak, bekleed u met uw kracht, Sion, trek uw mooiste kleren aan, Jeruzalem, heilige stad! Want voortaan zal in u geen onbesnedene of onreine meer komen. Schud het stof van u af, sta op, zet u neer, Jeruzalem, maak de ketenen om uw hals los, gevangene, dochter van Sion! Want zo zegt de HEERE: Voor niets bent u verkocht, u zult ook zonder geld worden verlost.” Jes. 52: 1-3. Aan de gevangenen wordt vrijheid verkondigd. “De Geest van de
Heere HEERE is op Mij, omdat de HEERE Mij gezalfd heeft om een blijde boodschap te brengen aan de zachtmoedigen. Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van hart, om voor de gevangenen vrijlating uit te roepen en voor wie gebonden zaten, opening van de gevangenis; om uit te roepen het jaar van het welbehagen van de HEERE en de dag van de wraak van onze God; om alle treurenden te troosten; om aangaande de treurenden van Sion te beschikken dat hun gegeven zal worden sieraad in plaats van as, vreugdeolie in plaats van rouw, een lofgewaad in plaats van een benauwde geest, opdat zij genoemd worden eiken van de gerechtigheid, een planting door de HEERE, om Hem te verheerlijken.” Jes. 61: 1-3. “Want zo zegt de Heere HEERE: Vroeger daalde Mijn volk af naar Egypte om daar als vreemdeling te verblijven, en Assyrië heeft het zonder oorzaak onderdrukt.” Jes. 52: 4. Wat deed Hij toen? Hij verloste Zijn volk. Dit heeft dus te maken met de tijd van verlossing. En wij hebben die tijd bereikt. Wij zijn tot de tijd van verdrukking gekomen en wanneer die tijd is gekomen dan is de tijd van de wonderlijke verlossing van God ook gekomen. Laat de verdrukking dus maar zwaarder worden, laat het vuur maar heter worden, want dat laat alleen maar zien dat de verlossing zoveel dichter bij is. Dank de Heer. “En nu, wat staat Mij hier te doen? spreekt de HEERE. Want Mijn volk is voor niets weggevoerd, zijn overheersers doen het weeklagen, spreekt de HEERE, en voortdurend, heel de dag, wordt Mijn Naam gelasterd.” Jes. 52: 5. Dat is zo, dat
DE DERDE ENGELBOODSCHAP A.T.Jones wordt al gedaan. “Daarom zal Mijn volk Mijn Naam kennen.” Vers 6. Hoe is Zijn naam? IK BEN die IK BEN. Zij zullen niet alleen iets over Hem weten, maar zij zullen ook weten dat Hij is wat Hij is, en dat Hij de Almachtige is. En Zijn volk dat Zijn naam kent – de Al-Machtige – zullen Zijn macht kennen die in hen, voor hen, aan hen en door hen wordt geopenbaard. “Daarom, op die dag, zal het weten dat Ik het Zelf ben Die spreekt: Zie, hier ben Ik.” Vers 6. IK BEN spreekt. En wat volgt er dan? “Hoe lieflijk zijn op de bergen de voeten van hem die het goede boodschapt, die vrede laat horen, die een goede boodschap brengt van het goede, die heil laat horen, die tegen Sion zegt: Uw God is Koning.” Vers 7. Laten koningen en machten en regeringen en staten zichzelf verheffen zoveel ze willen, maar God heeft aan ons een boodschap voor het volk gegeven: “Uw God is Koning.” “Een stem, uw wachters verheffen hun stem, tezamen juichen zij, want zij zullen het zien, oog in oog, als de HEERE terugkeert naar Sion.” Wanneer wij het aangezicht van Jezus Christus aanschouwen en het licht in onze geest en onze harten schijnt, dan zullen wij volkomen eensgezind zijn, zelfs al zou u aan de andere kant van de wereld zijn. Er zal een vriendschapsband zijn van ideeën en waarheid die onze harten zal samenbinden. Dit komt doordat God ons samenbindt en er is geen enkele macht in het universum die dit kan bewerkstelligen. “Breek uit in gejubel.” Vers 9. Waarom niet? We hebben geen aparte bijeenkomst nodig om uit te breken
in gejubel. Het is niet nodig om op en neer te springen en de banken en stoelen omver te schoppen. Het is het gejubel van de HEERE en dat is geen fanatisme. Het is geen gevoel dat door zulke uitingen wordt opgewekt. “Breek uit in gejubel, juich tezamen, puinhopen van Jeruzalem, want de HEERE heeft Zijn volk getroost, Hij heeft Jeruzalem verlost.” De HEERE heeft Zijn volk getroost. Hij heeft het gedaan. Laten wij Hem dan lofzingen voor die troost. “De HEERE heeft Zijn heilige arm ontbloot.” Vers 10. Hij gaat nu iets doen. Als een man iets te doen heeft en hij begint zijn mouwen op te rollen, dan weet je dat hij het meent. De HEERE heeft dat bekende beeld gebruikt om te laten zien dat Hij het werk serieus aanpakt. Hij heeft Zijn heilige arm ontbloot – Hij heeft zijn mouwen opgerold – Hij begint nu aan een werk dat opzien zal baren, net zoals in de dagen van Samuël toen Hij tegen Eli zei: “Zie, Ik ga iets doen in Israël waarvan bij ieder die het hoort, de beide oren zullen tuiten.” 1 Sam. 3: 11. Onze oren zullen tuiten van vreugde. “De HEERE heeft Zijn heilige arm ontbloot voor de ogen van alle heidenvolken; en alle einden der aarde zien het heil van onze God.” Vers 10. Ja, laten ze het zien! “Vertrek, vertrek, ga daar weg.” Vers 11. Dat betekent loskomen van deze wereld. Maakt u zichzelf los? Bent u al vertrokken? Heeft u al afscheid genomen van deze wereld? Wij weten dat als wij ons afscheiden van alles van deze wereld, God ons het besef kan en wil geven van iets dat beter is dan alles van deze wereld. “Raak het onreine niet aan.” Hier wordt hetzelfde woord
21
gebruikt als in 2 Korintiërs 6: 17, 18. “Ga daarom uit hun midden weg en zonder u af, zegt de Heere, en raak het onreine niet aan, en Ik zal u aannemen, en Ik zal u tot een Vader zijn, en u zult Mij tot zonen en dochters zijn, zegt de Heere, de Almachtige.” “Ga uit haar midden weg, reinig u, u die de heilige voorwerpen van de HEERE draagt! Maar u zult niet overhaast weggaan, u zult niet als op de vlucht gaan.” Jes. 52: 11, 12. Wij zullen niet angstig zijn, of bang. Wie gelooft zal niet overhaast weggaan. De HEERE is nooit haastig, maar Hij neemt de tijd, zelfs ruim de tijd. Wij zullen niet in de war gebracht worden. Er kan een storm losbarsten van stemmen uit twintig verschillende hoeken. Dan willen wij niet overhaast weggaan of in de war gebracht worden. Op dat moment moeten wij juist niet bang zijn en weglopen. Nee, Hij heeft ons in deze wereld geplaatst om daar te blijven zolang Hij wil. “Maar u zult niet overhaast weggaan, u zult niet als op de vlucht gaan, want de HEERE zal vóór u uit trekken, en de God van Israël zal uw achterhoede zijn.” De HEERE is voor ons en achter ons. Dat is goed gezelschap. Dit is de boodschap voor deze tijd. Laat bij niemand het besef van die blijvende tegenwoordigheid ontbreken – de kracht van Gods Geest. Want die wordt verkregen en bewaard door het geloof in Hem in Wiens aangezicht wij kijken, opdat wij door geloof de gerechtigheid van Jezus ontvangen en wij voorbereid mogen zijn om de Geest van God door geloof te ontvangen.
22
De val van de eerste mens en de verlossende liefde door Jezus Christus. Door Leo den Ouden
Eens, het was in den beginne, Schiep God de hemel en de aarde, En de mens om Hem te beminnen, Want hij was van zoveel waarde
Maar vanuit de engelenrijen kwam Naar deze aarde een bezoeker, in de gedaante van een slang, Helaas was hij een verzoeker.
Hij sprak tot de vrouw en zei, wees maar niet bang En eet van de boom je leven lang Je zal zien dat het je niet schaad Nee, je zult kennen goed en kwaad.
Zij at, zo kwam in de mens de zonde, En werd hij door Satan gebonden. De heerlijkheid van God moest hij derven Door de ene overtreding zou hij sterven,
Maar gelukkig, daar sprak God met glorierijke luister Tot de mens wiens hart door zonde was geworden duister. Komt verloornen, reddelozen, gij die nergens uitkomst ziet, Jezus noodt u, hoor Zijn stem, die u hulp en uitkomst biedt.
O, wat een wonderbare liefde dan God ontvouwde Zijn verlossingsplan, Reeds lang gemaakt met Zijn enige Zoon Hij zou nederdalen, afstand doen van Zijn troon.
Hij kwam als Mensenzoon, maar was ook God met ons, Vierendertig jaar lang leefde Hij onderons Toen stierf Hij, het was maar even. Maar door Zijn dood schenkt Hij ons eeuwig leven.
Ja amen, Ja op Golgotha.
DE GESCHIEDENIS VAN DE HERVORMING
DE GESCHIEDENIS VAN DE HERVORMING Een overzicht uit “De KERK HERVORMING” door Dr.J.H.Merle dÁubigné deel - 26
Het leek erop dat het debat niet veel goeds had gebracht. Dr. Eck gaf in brieven aan zijn vrienden toe dat hij op vele punten was verslagen, maar dat hij voor ieder punt een excuus had. Luther was ook niet gelukkig. Hij zei: “Er ging veel tijd verloren in Leipzig, maar de waarheid werd er niet gezocht.” Dr. Eck en zijn vrienden deden er alles aan om overal het idee te verspreiden dat zij een geweldige overwinning hadden behaald. Zij verspreidden ook valse berichten over Luther. Het debat in Leipzig zou echter niet in rook opgaan. Ieder werk dat met ernst en volharding wordt volbracht, draagt vruchten. Luther had getrouw stand gehouden voor de waarheid en het droeg vruchten voor de Here. Poliander, de secretaris en bijzondere vriend en leerling van dr. Eck, werd voor de Hervorming gewonnen en hij verkondigde openlijk het evangelie te Leipzig. Een professor in het Hebreeuws, die zeer tegen de leerstellingen van de hervormers was geweest, werd getroffen door de taal van Luther en hij begon de
Schrift nauwkeuriger te onderzoeken. Hij gaf zijn baan op en ging naar Wittenberg om daar een leerling van Luther te worden. Onder het publiek bevond zich ook een jonge prins van twaalf jaar, George van Anhalt, die alle debatten bijwoonde. De prins studeerde toen te Leipzig onder een eigen leermeester, maar hij dorstte naar waarheid. De discussies wekten ernstige gedachten op bij de jongen en er ontstond bij hem een bepaalde genegenheid voor Luther. Een poosje later werd hem een bisdom aangeboden, maar hij weigerde dat te aanvaarden. Toen zijn vrome moeder, die in stilte Luther gunstig gestemd was stierf, erfde hij al de geschriften van Luther. Hij bestudeerde ze en bad voortdurend ernstig tot God om leiding. Dikwijls bad hij in zijn binnenkamer: “Doe met Uw dienaar overeenkomstig Uw goedertierenheid, en leer mij Uw verordeningen.” Psalm 119: 124. Zijn gebeden werden verhoord. Overtuigd door de kracht van de waarheid, stond hij onverschrokken aan de kant van het Evangelie. Zijn vrienden en her-
23
tog George probeerden tevergeefs om hem van zijn nieuwe geloof af te brengen. Hij was standvastig en redeneerde vanuit de Bijbel. Hertog George, die half overtuigd was door de woorden van zijn pupil, riep uit: “Ik kan hem niet antwoorden, maar ik zal toch in mijn oude Kerk blijven, want het is moeilijk een oude hond nog te leren.” Maar het waren vooral de studenten in Leipzig die Luthers woorden met geestdrift ontvingen. Zij konden het onderscheid zien tussen de dode, koude, wettische leer en lege bespiegelingen van dr. Eck en de bezieling en geestkracht van Luther. Zij zagen dat Luther bouwde op het Woord van God en dr. Eck op menselijke overleveringen. De uitwerking werd direct zichtbaar. De collegezalen van de universiteit van Leipzig raakten al snel leeg na het debat. De kracht van de waarheid trok de studenten naar Wittenberg en het aantal studenten daar werd verdubbeld. Onder degenen die van de ene universiteit overgingen naar de andere was een zestienjarige jonge man. Hij was stil en sprak zelden en leek geheel verzonken in zijn eigen gedachten. Maar hij was een intelligente student en hij won het respect van iedereen door zijn oprechtheid en deugdzaamheid. Zijn naam was Caspar Cruciger. Hij werd de vriend van Melanchthon en hielp Luther bij de vertaling van de Bijbel. Het debat in Leipzig droeg nog belangrijker vruchten. Het was dáár dat de theoloog van de Hervorming zijn roeping ontving. Melanchthon luisterde stil naar de discussie. Hij had nog niet openlijk stelling genomen voor de waarheid, hoewel
24
DE GESCHIEDENIS VAN DE HERVORMING
hij wel geholpen had met de literatuur. Hij nam de waarheden van het Evangelie aan en ging vanaf die tijd moedig voorwaarts. Zijn onderwijzing was eenvoudig, maar met een bevalligheid en tegelijk duidelijkheid van taal die iedereen die hem hoorde bezielde. Van nu af aan gingen beide vrienden samen hun weg als strijders voor vrijheid en waarheid – de ene met het vuur van Paulus en de andere met de zachtzinnigheid van Johannes. Dr. Eck nam niet alleen genoegen met het opeisen van de overwinning. Hij lasterde Luther en schreef aanklacht op aanklacht tegen hem en zijn vrienden. Hij schreef aan Frederik om hem in verwarring te brengen. “Laat ons dit ongedierte uitroeien, voordat het zich buiten alle perken vermenigvuldigt,” zei hij. Maar de keurvorst bleef standvastig. Dr. Eck viel ook Melanchthon aan. Het antwoord van Melanchthon was zijn eerste theologische werk. Daarin laat hij zien hoe wij de Schrift moeten uitleggen: “De betekenis van de Schrift is één en eenvoudig, net als de hemelse waarheid zelf. Zij wordt gekend door de Schrift met de Schrift te vergelijken en wordt afgeleid uit de loop en het verband van het verhaal. Er wordt ons een filosofie voorgeschreven voor zover het de Heilige Schriften aangaat, en wel dat wij alle menselijke gevoelens en stellingen tot haar moeten brengen, als tot een toetssteen, waarmee wij alles moeten beoordelen.” Hoe zwakker de zaak van dr. Eck was hoe luider de toon die hij aansloeg. Hij hoopte zich door zijn geraas te verzekeren van de overwinning die hem in het debat ontgaan was. Alle monniken en vrienden van
Rome herhaalden zijn geschreeuw. Uit alle delen van Duitsland werd Luther met verwijten overstelpt, maar hij bleef onverschrokken. Hij zei: “Hoe meer mijn naam met smaad wordt overdekt, hoe meer ik daarin roem. De Waarheid, dat is Christus, moet wassen en ik moet minder worden.” Maar zoals het debat de vijanden in Duitsland vermeerderde, zo nam ook het aantal vrienden in andere landen toe. De Boheemse christenen (volgelingen van Hus) schreven hem bemoedigend. In deze tijd brak er een verbale oorlog uit tussen Luther en Emser, een professor uit Leipzig. Emser schreef naar een vriend met de bedoeling twijfel te zaaien omtrent het karakter van Luther. Luther zou naar men meende schuldig zijn aan de Boheemse ketterij. Luther gaf toen een brief uit met als opschrift “Aan Emser de bok” (Emser had een bok als wapen), en eindigde de brief met: “Mijn grondregel is alle mensen lief te hebben, maar niemand te vrezen.” Terwijl nieuwe vrienden en vijanden zich om Luther schaarden, schenen zijn oude vrienden hem te vergeven. Het ging nu niet zo goed met de Hervorming, en sommigen die voorstanders waren toen alles rustig was, liepen ervan weg toen de toekomst er somber uitzag. Hoe groter de tegenstand van de kerk werd, hoe meer “vrienden” zich naar de achtergrond terug trokken.
Rond deze tijd begon Luther aan een van zijn belangrijkste werken, een commentaar op de brief aan de Galaten. Hij ontwikkelde de grote waarheid van rechtvaardiging door het geloof. De werken van mensen werden gezien voor wat ze zijn – een valse gerechtigheid, die van de gelovige een huichelaar maakt. Hij toonde aan dat verlossing alleen komt door vertrouwen op Christus, door een levend geloof. Maar hij benadrukte ook dat dit geloof de gelovige overvloedig maakt in goede werken. Indien u niet de vrucht van de christen in uw leven hebt, dan heeft u geen waar geloof. Dr. Eck deed zelf al het mogelijke en haalde toen enkele monniken over om Luther aan te vallen. Luther ging in zijn antwoord verder dan hij ooit gegaan was. Hij vroeg waar in de Schrift het gezag gegeven wordt aan de paus om van bepaalde personen “heiligen” te maken? En hij vroeg wat het nut was van die handelwijze. Door hun
blindheid zagen velen deze nieuwe vragen over het hoofd. Ze gaven al hun tijd aan minder belangrijke zaken, terwijl ze het echte kardinale punt van de zaak negeerden. Het resultaat? Toen zij zichzelf overtuigden van de onwankelbaarheid van
DE GESCHIEDENIS VAN DE HERVORMING Rome, viel ze onder hun voeten uit elkaar. De sacramenten kwamen ook onder het zoeklicht van het Woord. Luther begon ze in hun ware licht te zien. Hij keek naar de mis om er het heilig avondmaal te ontdekken, maar hij kon het niet vinden. Hij liet zien dat het heilig avondmaal geen waarde heeft tenzij de gelovige geloof heeft in Christus. Velen waren ontsteld en riepen “ketterij”. Als gevolg van deze onderwijzing werd hij openlijk een Bohemer genoemd en er werd gezegd dat hij leerde uit de boeken van Wycliffe. Luther weerlegde deze geruchten in een boekje waarin hij zijn geboorteplaats en familiebanden beschreef. Op een dag gaf de keurvorst een divervolg kinderverhaal van pag: 14 “Hij duwt ons en laat ons struikelen en pakt onze lunches af en eet die op. Hij is zo gemeen!” Louisa voelde de tranen in haar ogen. “Ik denk dat ik een plan heb hoe we Joey kunnen aanpakken,” zei moeder. Louisa vroeg zich af wat het plan van moeder was. Zou ze het aan de juf vertellen? Zou ze naar Joey’s moeder gaan? Zou Joey boos worden en haar slaan? De volgende morgen wilde Louisa niet naar school gaan. Ze wilde Joey niet zien. Maar moeder spoorde haar aan om haar ontbijt op te eten. Toen gaf ze Louisa twee lunches. “Waarvoor is dat?” vroeg Louisa, terwijl ze de extra lunchzak omhoog hield. “Dat is voor Joey,” zei moeder. Voor Joey! Louisa vroeg zich af of moeder wel wist wat ze deed.
ner voor de Spaanse ambassadeur. Luther werd uitgenodigd, maar de keurvorst vroeg hem om terughoudend te zijn in zijn verdediging van de waarheid. Luther zei: “Het evangelie kan niet verdedigd worden zonder beroering en zonder schandaal. Het Woord van God is een zwaard, een oorlog, een verderf, een struikelblok, een verwoesting, een gif, en zoals Amos zegt, het ontmoet ons als een beer op de weg, of als een leeuw in het woud.” Verschillende mensen begonnen tegen dr. Eck te schrijven. Hij was het onderwerp van spot geworden voor alle verstandige en geschoolde mensen. “Brief van onwetende kanunniken”, “Klacht tegen Eck”, en andere werken kwamen uit de “Neem het maar mee,” zei moeder. “Geef het aan Joey. Je zult verbaasd zijn wat er gebeurt.” De glimlach van moeder gaf Louisa de moed om de lunch mee te nemen. Toen Louisa op school kwam was Joey er al. Louisa wachtte niet tot Joey haar lunch af zou pakken. Ze liep naar zijn tafeltje en gaf hem de zak. “Wat is dat?” vroeg Joey. “Dit is voor jou,” zei Louisa. “Het is je lunch.” Joey nam de zak aan en maakte hem open. Hij zag een boterham en een banaan en een paar koekjes. Hij zei niets tegen Louisa en liep stilletjes weg. Louisa dacht dat ze tranen in zijn ogen zag. Een paar minuten later kwam Joey terug zonder de lunch. “Dank je wel voor de lunch,” zei Joey zachtjes tegen Louisa. Toen zei hij iets wat Louisa verbaasde. “Als er iemand is die jou lastig valt,
25
pen van voortreffelijke schrijvers. Luther gaf zijn ongenoegen te kennen. Hij dacht dat het beter was om de strijdpunten openlijk het hoofd te bieden in plaats van vanuit de achterhoede. Eck ging naar Rome om het loon te ontvangen van zijn zogenaamde overwinningen – het loon dat Duitsland hem niet wilde geven. Toen Spalatijn hoorde dat Eck onderweg was naar Rome, smeekte hij Luther om de vrede te zoeken. Maar Luther antwoordde: “Hoe kunt u denken dat Christus zijn zaak zou willen bevorderen door vrede? Heeft Hij niet gestreden met zijn eigen bloed, en al de martelaren na Hem?” Zo eindigde het jaar 1519.
laat het mij dan weten. Voortaan zal ik jou beschermen.” Louisa kwam erachter dat het gezin van Joey heel arm was. Hij had bijna altijd honger als hij naar school kwam. Toen begreep Louisa waarom hij de lunches van de kinderen afpakte. Louisa was bang geweest van Joey, maar haar kleine vriendelijke daad had hem veranderd. Die middag vertelde Louisa aan haar moeder wat er was gebeurd. “Hoe wist u dat Joey honger had, mama?”vroeg ze. “Soms zijn mensen gemeen, omdat ze een beetje vriendelijkheid nodig hebben. Als wij anderen vriendelijk behandelen, zullen zij ons ook vriendelijk behandelen.” Louisa heeft de les die ze toen leerde nooit vergeten. En ze heeft nooit meer problemen gehad met Joey.
26
Boeken van de Bazuin te Sion Te bestellen via www.bazuintesion.nl
De Zondagswet, A.T.Jones De Zondagswet, J.Marcussen De zondag komt, G.Edward Reid. De geschiedenis van de sabbat, J.N.Andrews Een Sabbatreis van Genesis naar Openb.I.A.Wijngaarde Idem, bij tien of meer
€ € € € € €
5,30 0,90 8,30 9,90 3,60 2,40
Gedachten over Daniël, compilatie geschriften E.G.White Gedachten over de Openbaring - E.G.White Daniël en de Openbaring, A de Ligne Daniël, Uriah Smith (leergebonden) Het Heiligdom in de Hemel en het Hart ( 355 pagina’s ) De twee Babylons, A.Hislop (leergebonden)
€ 4,40 € 7,30 € 11,20 € 9,90 € 15,00 € 9,90
Het pad naar de troon van God, S.Peck Het gefundeerde geloof van de gemeente, pioniers Christus onze Hogepriester, A.T.Jones
€ 7,90 € 5,30 € 4,40
Organisatie of Organisme, 50 jaar discussie binnen Z.D.A. Omega 2, Lewis Walton De kerkhervorming, Maarten Luther, 4 delen, J.H.dÁubigné De kerkhervorming, J.Calvijn, 5 delen, J.H.dÁubigné
€ 6,50 € 7,80 € 38,80 € 66,00
Christus en de Wet, E.J.Waggoner Christus en Zijn Gerechtigheid, E.J.Waggoner Het geloof leeft, A.T.Jones, E.J.Waggoner Bijbellezingen voor het huisgezin Gods Eeuwig Voornemen(bijbellessen + antwoorden)
€ 4,40 € 3,10 € 5,30 € 19,10 € 14,40
Het kleine mysterie en de schepping, Dennis Crews Over Schepping en Evolutie, Dwight K.Nelson Zin en onzin over dood en opstanding, Martino Tomasi Een reis in het bovennatuurlijke, R.J.Morneau Pas op voor Engelen, R.J.Morneau
€ € € € €
Van Rock en Roll tot Rots der eeuwen, Brian S. Neumann De man die niet gedood kon worden, S.Maxwell Het laatste geschenk van een moeder, Charles A.Tayler De Waarheid Telt, Walter J.Veith
€ 3,60 € 7,00 € 3,90 € 14,50
Altijd dichtbij Ongelooflijke antwoorden op gebed, R.J.Morneau Meer Ongelooflijke antwoorden op gebed, R.J.Morneau Gebedsgenezing, E.W. Farnsworth Vertrouwen door je verdriet heen, Silke Divaa Elijah, Zijn machtig gebedsleven, A.De Ligne
€ € € € € €
Een nieuwe start, V.W.Foster NATUURLIJK koken kookboek Bijbelvertalingen: Zit daar ... zoveel verschil in? W.J. Veith
€ 7,50 € 5,00 € 6,50
5,50 6,00 3,60 3,80 6,50
4,10 3,90 3,90 4,00 5,50 4,40
STICHTING DE BAZUIN TE SION Postbus 30 2957 ZG Nieuw-Lekkerland tel. 0184-681616 ABN AMRO 59.18.60.724 Email
[email protected] Web: www.bazuintesion.nl .... en dezen onderscheidden zich gunstig... daar zij het woord met alle bereidwilligheid aannamen en dagelijks de Schriften nagingen, of deze dingen zo waren. Hand. 17: 11
AFZENDER MARIAN en BEN PEL STRUIKENLAAN 34 4631 AN HOOGERHEIDE
Brochures van de Bazuin te Sion
27
Te bestellen via www.bazuintesion.nl Alternatieve geneeswijze en spiritisme Trouwen of samenwonen Geen tijd om feest te vieren, M.Grosboll Kinderen aan het avondmaal Oecumenisch netwerk De Joden en Israël Het begin van het einde, M.L.Andreassen Romeinen 7, W.Wiggers Het Heiligdom in de hemel en het hart ( 32 pagina’s ) Bijbeluitleg De tekst van het Nieuwe Testament, Dr.J.van Bruggen Hoe bestudeer ik de Bijbel Noach - De zondvloed als voorbeeld voor onze tijd Jezus Christus binnen de godheid Volmaaktheid in het licht van het oordeel en de 2de komst De uitstorting van de Heilige Geest De toegerekende gerechtigheid e/d 3de engelboodschap De boodschap van 1888 De Strijd achter de schermen Het oordeel over de goddelozen Als een mens sterft, wat dan Het hiernamaals, hoe zit dat? Hoe zit dat eigenlijk met de zondag? Als nieuw geboren ( volwassendoop) Waarom heeft God het kwaad toegelaten? Kerk en Staat Nog twee maanden te leven De ware achtergrond van Kerstmis
Kinderboeken Huisje aan de waterkant Oma vertelt De zwarte boer Toe vertel eens wat Obed de herdersjongen Helpende handen Verhalen van kleine Ellen en de boodschap (Kinderboekje) Het heiligdom voor kinderen (lessen en werkjes)
€ € € € € € €
3,30 3,30 2,60 1,40 3,30 3,30 5,00
€ € € € € € € € € € €
3,30 6,50 3,30 3,30 3,30 1,50 3,30 3,30 3,30 5,00 5,00
€ € € € € € € € € €
0,60 0,90 0,90 0,90 0,90 0,90 3,10 3,30 2,40 0,90
€ € € € € € € €
1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 2,60 3,60 7,60
Engelse boeken
Touched, Feeling our Infirmities, Wim Wiggers The Sanctuary in Heaven and in the Heart, Wim Wiggers / Marian Pel God’s Eternal Purpose Jesus has a message for you today Perfection, Pioneers Europe and the papacy Prijzen zijn inclusief verzend- en/of handelingskosten.
€ 7,60 € 11,10 € 12,20 € 8,70 € 5,30 € 6,50
28
Boeken van de Ellen White Stichting te bestellen via www.egwhitestichting.nl
Conflictserie bestaande uit: Patriarchen en Profeten, Profeten en Koningen, De Wens der Eeuwen, Van Jeruzalem tot Rome, De Grote Strijd, leergebonden Patriarchen en Profeten, leergebonden Profeten en Koningen, leergebonden De Wens der Eeuwen, leergebonden De Wens der Eeuwen, pocket Van Jeruzalem tot Rome, leergebonden De Grote Strijd, leergebonden Het Grote Conflict geïllustreerd Geest, Karakter en Persoonlijkheid
€ 66,00 € 16,00 € 16,00 € 16,00 € 4,60 € 16,00 € 16,00 € 5,10 € 22,50
Lessen uit het Leven van Alledag De Nieuwe Wereldorde..?(bij 10 of meer, €0,75 p/st) De weg naar Christus, (nieuwe uitgave) Het lijden van Christus De Daad bij het Woord Karaktervorming Hoe leid ik mijn kind (gebonden harde kaft) Brieven aan jonge mensen Boodschappen voor jonge mensen Het Bijbels Gezin
€ 9,90 € 0,90 € 2,10 € 1,40 € 6,50 € 4,80 € 17,40 € 6,30 € 10,00 € 13,80
Schatkamer der Getuigenissen deel 1,2,3 per deel Getuigenissen voor de gemeente, deel 5 Getuigenissen voor de gemeente, deel 9 Eerste geschriften Bijbelkommentaar deel 7A De Geest der Profetie De boodschapster des Heren Schetsen uit het leven van Ellen G. White (harde kaft) De Weg tot Gezondheid (pocket) De Weg tot Gezondheid (leergebonden) Adviezen over dieet en voeding
€ 10,90 € 17,40 € 13,30 € 10,90 € 21,10 € 4,80 € 5,00 € 13,80 € 6,70 € 9,90 € 12,70
Het geloof waardoor ik leef (Bijbels dagboek) Maranatha (leergebonden, Bijbels dagboek) Christus weerspiegelen, (leergebonden, Bijbels dagboek) Het Geheiligde leven, Ellen G. White De 8 zuilen van de gezondheid
€ 14,00 € 10,50 € 13,80 € 5,50 € 1,40
De ELLEN G.WHITE Stichting. Postbus 30 2957 ZG Nieuw-Lekkerland tel: 0184 - 681616 ABN AMRO 53 34 16 000 E-mail
[email protected] www.egwhitestichting.nl
.... Zalig hij, die voorleest, en zij, die horen de woorden der profetie, en bewaren, hetgeen daarin geschreven staat, want de tijd is nabij. Openbaring 1:3
Engelse boeken The Great Controversy, Ellen G. White ( harde kaft ) Steps to Christ, Ellen G. White
€ 7,40 € 2,10
De Grote Strijd ( Op CD ) Eerste Geschriften ( Op CD ) Schreden naar Christus ( Op CD - MP3 )
€ 15,00 € 15,00 € 15,00
Prijzen zijn inclusief verzend- en/of handelingskosten.
AFZENDER MARIAN en BEN PEL STRUIKENLAAN 34 4631 AN HOOGERHEIDE