‘De Heer is mijn herder, niets kom ik tekort.’ (Psalm 23)
UITVAARTLITURGIE PRIESTER NOËL BONTE zaterdag 23 januari 2016
Intrede Requiem aeternam dona eis Domine, et lux perpetua luceat eis. Geef hun de eeuwige rust, Heer, en laat het eeuwig licht over hen lichten. 1. Te decet hymnus, Deus, in Sion, et tibi reddetur votum in Jerusalem. Voor U moet men zingen, God, in Sion, en in Jeruzalem U dankoffers brengen. 2. Beatus quem elegisti et assumpsisti, inhabitabit in atriis tuis. Zalig zij die Gij uitverkoren en aangenomen hebt om in Uw voorhoven te wonen.
Kruisteken Welkom
(gaan zitten)
Symbolen die verwijzen naar het dienstwerk van de priester Lichtritus Licht dat ons aanstoot in de morgen, voortijdig licht waarin wij staan, koud, één voor één en ongeborgen, licht overdek mij, vuur mij aan. Dat ik niet uitval, dat wij allen, zo zwaar en droevig als wij zijn, niet uit elkaars genade vallen en doelloos en onvindbaar zijn. Licht van mijn stad, de stedehouder, aanhoudend licht dat overwint. Vaderlijk licht, steevaste schouder, draag mij, ik ben jouw kijkend kind. Licht, kind in mij, kijk uit mijn ogen of ergens al de wereld daagt. Waar mensen waardig leven mogen en elk zijn naam in vrede draagt. Alles zal zwichten en verwaaien wat op het licht niet is geijkt. Taal zal alleen verwoesting zaaien en van ons doel geen daad beklijft. Veelstemmig licht om aan te horen zolang ons hart nog slagen geeft. Liefste der mensen, eerstgeboren, licht, laatste woord van Hem die leeft.
Kyrie
(rechtstaan)
Kyrie eleison. Christe eleison. Kyrie eleison.
Openingsgebed Eerste lezing
(gaan zitten)
Jesaja 40, 3-11 Luister, iemand roept: ‘Bereid de Heer een weg in de woestijn, in het dorre land, een rechte baan voor onze God. Elk dal moet worden opgehoogd, en elke berg en heuvel moet worden afgegraven; oneffen plekken moeten vlak gemaakt worden en ruige gronden worden een vlakte. De heerlijkheid van de Heer zal zich openbaren, en alle mensen zullen haar zien, want de mond van de Heer heeft gesproken.’ Luister, iemand zegt: ‘Roep!’ En ik zeg: ‘Wat zal ik roepen?’ ‘Alle mensen zijn gras en hun trouw is niets dan een veldbloem. Het gras verdort, de bloem verwelkt wanneer de adem van de Heer erover waait; zeker, dit volk is gras! Het gras verdort, de bloem verwelkt, maar het woord van onze God houdt in eeuwigheid stand.’ Klim op een hoge berg, met uw boodschap van vreugde, Sion, verhef met kracht uw stem, Jeruzalem, bode van vreugde, verhef haar, en wees niet bang. Zeg tegen de steden van Juda: ‘Hier is uw God.’ Hier is de Heer God. Hij komt in kracht; de heerschappij is in zijn hand; kijk, zijn loon draagt Hij met zich mee, en zijn werk gaat voor Hem uit. Als een herder zal Hij zijn kudde weiden; in zijn arm brengt Hij de lammeren samen en Hij draagt ze aan zijn borst terwijl Hij de ooien leidt.
Antwoordzangen Psalm 63 God, mijn God zijt Gíj, ik zoek U met groot verlángen. Naar U dorst mijn ziel en hunkert mijn hárt als dorre akkers naar régen. Zo zie ik omhoog naar de plaats waar Gij wóont, beschouw ik uw macht en uw glórie. Meer waard dan het leven is mij uw genáde, mijn mond verkondigt uw lóf.
Ik zal U prijzen zolang ik léef, mijn handen uitstrekken naar Ú. Mijn ziel wordt verzadigd met voedzame spíjs, mijn mond zal U jubelend dánken. Als ik in de nacht op mijn bed aan Ú denk dan houd ik U stil in gedáchte. Want Gij zijt altijd mijn beschérmer geweest, ik koester mij onder uw vléugels. Met heel mijn hart houd ik vast aan Ú, het is uw hand die mij stéunt. Eer aan de Vader en de Zóon en de Heilige Géest. Zoals het was in het begin en nu en áltijd en in de eeuwen der eeuwen. Ámen.
Psalm 113 Verheerlijkt, dienaars des Héren, verheerlijkt de Naam van de Héer. De Naam van de Heer zij geprézen vandaag en in éeuwigheid. Van ochtendgloren tot ávondrood moet ieder die Naam aanbídden. Want boven de volkeren troont de Héer, zijn Glorie beheerst de hémel. Wie is als de Heer onze Gód, hoog boven de sterren gezéten? Die van omhoog overzíet het hemelgewelf en de áarde. Die machtelozen tilt uit het stóf, van vuilnishopen de armen wéghaalt; Om hen in de kring van de vorsten te pláatsen, temidden der machtigen van zijn vólk; Die kinderlozen tot húisvrouwen maakt, tot fiere moeders van zónen. Eer aan de Vader en de Zóon en de Heilige Géest. Zoals het was in het begin en nu en áltijd en in de eeuwen der eeuwen. Ámen.
Psalm 131 Mijn hart is niet hoogmóedig, Heer, mijn ogen kijken niet verwáand. Ik streef ook niet naar grote dáden hoger dan ik réiken kan. De stormen zijn bedáard in mij en vredig is mijn géest. Zoals een kind op moeders schóot, zo veilig vóel ik mij. Zoek Israël, uw toevlucht bij de Héer, van nu af voor áltijd. Eer aan de Vader en de Zóon en de Heilige Géest. Zoals het was in het begin en nu en áltijd en in de eeuwen der eeuwen. Ámen.
Tweede lezing 2 Kor 5, 17-21 Zo is dus iemand die in Christus is, een nieuwe schepping: het oude is voorbij, het nieuwe is er al. En dit alles komt van God, die ons door Christus met zich heeft verzoend en ons de dienst van de verzoening heeft toevertrouwd. Ja, God heeft in Christus de wereld met zich verzoend zonder de mensen hun overtredingen aan te rekenen, en ons heeft Hij de boodschap van de verzoening toevertrouwd. Wij zijn dus gezanten van Christus, alsof God zelf u oproept door ons woord. Wij smeken u in Christus’ naam: laat u met God verzoenen! Hem die geen zonde heeft gekend, heeft God voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij door Hem Gods gerechtigheid zouden worden.
Alleluia
(rechtstaan)
Evangelie Johannes 12, 20-28 Onder degenen die bij gelegenheid van het feest optrokken ter aanbidding waren ook enige Grieken. Dezen nu klampten Filippus van Betsaïda in Galilea aan en vroegen hem: “Heer, wij zouden Jezus graag spreken.” Filippus ging het aan Andreas vertellen en tenslotte brachten Andreas en Filippus de boodschap aan Jezus over. Jezus echter antwoordde hun: “Het uur is gekomen, dat de Mensenzoon verheerlijkt wordt.
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: als de graankorrel niet in de aarde valt en sterft blijft hij alleen; maar als hij sterft brengt hij veel vrucht voort. Wie zijn leven bemint verliest het; maar wie zijn leven in deze wereld haat zal het ten eeuwigen leven bewaren. Wil iemand Mij dienen dan moet hij Mij volgen; waar Ik ben, daar zal ook mijn dienaar zijn. Als iemand Mij dient zal de Vader hem eren. Nu is mijn ziel ontroerd. Wat moet Ik zeggen? Vader, red Mij uit dit uur? Maar daarom juist ben Ik tot dit uur gekomen. Vader, verheerlijk uw Naam.” Toen kwam er een stem vanuit de hemel: “Ik heb Hem verheerlijkt en zal Hem wederom verheerlijken.”
Alleluia Homilie Voorbeden Ubi caritas et amor. Ubi caritas Deus ibi est. Daar waar vriendschap is en liefde. Daar waar vriendschap is, daar is God. Gebed van Sint-Michiel Heer Jezus Christus, Gij hebt gezegd: ‘De oogst is groot…’ en op dat woord zijn door de eeuwen heen ontelbaar velen opgestaan en gaven alles prijs om U te volgen. Wij bidden U, zend ook in deze tijd uw Geest die stuwkracht is. Zie met liefde neer op onze gezinnen, onze gemeenschap, onze parochies. Roep jonge mensen tot uw dienst, opdat zij in uw spoor de weg van zelfvergeten liefde gaan. Geef aan hen een trouw hart dat uw roepstem blijft horen en eenvoud in denken en doen, om U geheel toe te behoren. Heilige Maria, Moeder van de Kerk, bid voor ons. Heilige Michaël, bid voor ons.
(gaan zitten)
Offerande Wat u geeft bij de offerande is bedoeld voor de werken van de Sint-Michielsbeweging voor jongeren en armen.
Gebed over de gaven
(rechtstaan)
Sanctus Sanctus Sanctus Dominus. Sanctus Sanctus Dominus Deus Sabaoth. (2x) Vol zijn hemel en aarde van uw heerlijkheid. Hosanna, Hosanna in excelsis. (2x) Gezegend die komt in de naam van de Heer. Hosanna, Hosanna in excelsis. (2x)
Acclamatie na de consecratie Heer, wij zwijgen niet over uw dood en wij vieren uw verrijzenis totdat Gij wederkeert.
Doxologie Door Hem en met Hem en in Hem, prijzen wij U machtige God, in de eenheid van de Heilige Geest, nu en altijd. Amen. Amen. Amen. (2x)
Onze Vader Vredeswens Lam Gods Agnus Dei qui tollis peccata mundi: miserere nobis, miserere nobis. Agnus Dei qui tollis peccata mundi: miserere nobis, miserere nobis. Agnus Dei qui tollis peccata mundi: dona nobis pacem, dona nobis pacem.
(hand in hand)
Communie Wees Gegroet
(rechtstaan)
Gebed Woordje
(gaan zitten)
Absoute
(rechtstaan)
Heer, U bent mijn leven, de grond waarop ik sta Heer, U bent mijn weg, de waarheid die mij leidt. Uw woord is het pad, de weg waarop ik ga, zolang U mij adem geeft, zolang als ik besta. Ik zal niet meer vrezen, want U bent bij mij, Heer, ik bid U, blijf mij nabij. ‘k Geloof in U, Heer Jezus, geboren uit de maagd, eeuw’ge Zoon van God, die mens werd zoals wij, U die stierf uit liefde, leeft nu onder ons, één met God de Vader en verenigd met Uw volk; tot de dag gekomen is van Uw wederkomst, dan brengt U ons thuis in Gods rijk. Heer, U bent mijn kracht, de Rots waarop ik bouw, Heer, U bent mijn waarheid, de vrede van mijn hart. En niets in dit leven zal ons scheiden, Heer, zo weet ik mij veilig want Uw hand laat mij nooit los, van wat ik misdaan heb, heeft U mij bevrijd en in uw vergeving leef ik nu. Vader van het leven, ik geloof in U. Jezus, de Verlosser, wij hopen steeds op U. Kom hier in ons midden, Geest van liefd’ en kracht, U die via duizend wegen ons hier samen bracht en op duizend wegen zendt u ons weer uit, om het zaad te zijn van Gods rijk.
In paradisum In paradisum deducant te Angeli. In tuo adventu suscipiant te Martyres. Et perducant te in civitatem sanctam Jerusalem. Ten paradijze geleiden u de engelen. Dat bij uw aankomst u begroeten mogen de martelaren. Zij geleiden u tot in de hemelse stad Jeruzalem. Chorus Angelorum te suscipiat. Et cum Lazaro quondam paupere aeternam habeas requiem. Moge het koor van de engelen u met vreugde ontvangen. En als Lazarus, de arme van weleer, zult gij voor eeuwig in het land van vrede zijn.
Dank je wel voor je gebed en verbondenheid.