De goede herder - Lc 15, 3-7 en Jo 10,1-5.10b-15
vertaling (Lc 15, 3-7) Op een dag zei Jezus: ‘Denk u eens in dat iemand van u honderd schapen heeft en één ervan is hij kwijtgeraakt. Zal hij dan niet die negenennegentig andere in de woestijn alleen laten en naar dat ene schaap op zoek gaan, net zolang tot hij het vindt? En als hij het vindt, neemt hij het blij op zijn schouders. En wanneer hij thuiskomt, roept hij zijn vrienden en buren om zijn blijdschap te delen. Want, zegt hij, het schaap dat ik kwijt was, heb ik teruggevonden. Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer blijdschap zijn over één zondaar die weer het goed doet over negenennegentig mensen die zo goed zijn dat ze zich niet hoeven te beteren.’
vertaling (Jo 10,1-5.10b-15) Op een dag zei Jezus: ‘Luister goed. Wie niet door de deur de schaapskooi binnengaat maar op een andere plaats naar binnen klimt, is een dief en een rover. Maar wie door de deur naar binnen gaat, is de herder van de schapen. De man die bij de ingang de wacht houdt, doet de deur voor hem open: de schapen luisteren naar de stem van de herder, hij roept de schapen die van hem zijn bij hun naam en leidt ze naar buiten. En als hij ze allemaal naar buiten heeft gebracht, loopt hij voor ze uit en zij volgen hem, want zij kennen zijn stem. Een vreemde zullen ze niet volgen, voor hem lopen ze weg, want de stem van vreemden kennen ze niet.’ Ik ben gekomen om te zorgen dat zij leven hebben, leven in overvloed. Ik ben de goede herder. De goede herder geeft zijn leven voor zijn schapen. Een gehuurde knecht is geen echte herder, de schapen zijn niet van hemzelf. Wanneer hij een wolf ziet komen, laat hij ze in de steek en rent weg; en de wolf rooft de schapen en jaagt ze uiteen. De knecht rent weg omdat hij gehuurd is en omdat de schapen niet echt graag ziet. Ik ben de goede herder. Ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen mij, zoals God de Vader mij kent en ik de Vader ken. Ik geef mijn leven voor mijn schapen.
bewerking 1 Er was eens een herder die wel honderd schapen had. Het was een heel goede herder! Weten jullie wat een goede herder doet? Hij kent al zijn schapen en hij geeft ze mooie namen: Krullebol, Snoetje, Vlekje, Zwartje, Charlotje, Wolletje en nog veel meer… Hij ziet zijn schapen heel graag en zorgt goed voor ze.
Hij trekt met ze naar de weide waar het gras heel mals is en waar er een beekje is om te drinken. Als het te warm is, zoekt hij een plek in de schaduw en als het koud is, brengt hij ze naar een warme stal of grot. Hij blijft altijd in de buurt van zijn schapen zitten en houdt ze goed in het oog. Op een avond toen het bijna donker was, telde hij zoals gewoonlijk zijn schapen: 1,2,3,4,………..97,98,99…… Wat nu? Er ontbrak er één. Hij telde opnieuw. …………97,98,99, waar was het honderdste schaap? Hij keek eens om zich heen. Vlekje was er niet! Vlug sloot hij de deur van de stal en ging op zoek. Het was nu al flink donker! “Vlekje! Vlekje!” riep hij. De herder dacht aan de wilde dieren en haastte zich nog meer. “Vlekje! Waar ben je?” Opeens hoorde hij een zacht gekreun. Hij herkende het geluid, en ook Vlekje had de stem van de herder herkend! Het kreunde opnieuw. Waarom kwam het niet naar hem toegelopen? De herder zocht heel aandachtig de omtrek af en toen vond hij het schaapje. Het zat met zijn krullen vast in de doornen van een struik! Heel voorzichtig nam de herder zijn schaapje in de armen en stapte ermee naar de stal. Maar eerst gaf hij het nog eens goed te eten en te drinken! Toen ging de herder het grote nieuws vertellen aan zijn vrienden: “Weten jullie wat er gebeurd is? Ik was mijn Vlekje kwijt, maar ik heb het teruggevonden!” Wat was die herder blij! Dit verhaal vertelde Jezus aan de mensen. Zij hadden Hem goed begrepen: “Jezus is de goede Herder en wij zijn schapen,” zegden ze. “Hij houdt van ons en laat ons niet in de steek.”
bewerking 2 Als Jezus spreekt, komen er altijd heel veel mensen naar Hem luisteren. Mensen die denken dat ze alles goed doen. En mensen die veel verkeerde dingen doen. De zogenaamde goede mensen vinden dat maar niets. "Zeg Jezus," roepen ze, "waarom ben jij bevriend met dit soort mensen?" Even denkt Jezus na. Hij zegt: "Ik zal jullie een verhaal vertellen." "Er was eens een herder die wel honderd schapen had. Ieder schaap van de kudde kende hij. De witte en de zwarte schapen. De gevlekte en de gestreepte schapen. De dikke en de dunne schapen. Iedere avond bracht hij zijn kudde naar de schaapskooi. Dan ging hij bij de ingang staan en telde "Eén, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, …" Helemaal tot honderd telde hij. Dan deed hij het hek dicht, zodat de schapen veilig konden slapen. Op een avond telde hij weer: "…zesennegentig, zevenennegentig, achtennegentig, negenennegentig…" Hé, waar was nummer honderd? De herder keek naar de schapen in de kooi. "Waar is Zwartneus? Zwartneus is weg!" En wat denk je dat hij deed? Zei hij tot zichzelf: "Och ja, ik heb nog negenennegentig schapen over; dat is wel genoeg"? Niets daarvan! Hij hield zoveel van Zwartneus als van zijn andere schapen. Hij pakte zijn herdersstaf en ging op pad om Zwartneus te zoeken. Hij liep over de
heuvels en door de velden. Hij zocht onder de struiken. Hij keek achter iedere rotsblok. En eindelijk, eindelijk vond hij zijn schaap. Het zat met zijn wollige haren vast in een doornstruik. "Joepie!" riep de herder blij. Hij maakte Zwartneus los uit de doornen. Hij tilde het schaap op zijn schouders en droeg het veilig naar huis. Onderweg klopte hij aan bij zijn buren en vrienden. "Ik was een schaap kwijt, maar ik heb het teruggevonden!" riep hij vrolijk. "Kom naar mijn huis, dan gaan wij feestvieren!" "Weet je waarom Ik dit verhaal vertel?" vraagt Jezus aan de mensen. "Omdat God hetzelfde doet als de herder. God laat mensen nooit in de steek."
bewerking 3 Er was eens een herder die wel honderd schapen had. Op een dag bemerkt Hij dat één schaapje weg is. Het is niet bij de groep. Is het verloren gelopen onderweg? Is het iets tegengekomen ? Heeft een wild dier het verscheurd? Hij denkt na en wordt stil.Dan zegt Hij bij zichzelf : "Ik ga terug, Ik ga het zoeken. De andere schapen laat Ik even alleen op de berg, ze redden het wel". En Hij gaat terug en zoekt overal. Hij roept de naam van het schaapje en opeens hoort hij in de verte een jammerend geblaat. Dat is het ! Hij loopt op het geluid af en ziet dadelijk wat er gebeurd is. Het schaapje zit midden in een braamstruik en een dikke doorn steekt in zijn pootje. "Kom hier," zei de herder, "Ik help je hier wel uit." En Hij haalde het schaapje uit de braamstruik, trok de doorn uit zijn pootje en legde het teruggevonden diertje op zijn schouder. Zo trok Hij blij weer naar de kudde en thuis gekomen riep Hij al zijn vrienden en buren bij elkaar. "Laten we samen blij zijn, want Ik heb een verloren schaap gevonden."
bewerking 4 (samenvoeging van elementen uit Lc 15 en Jo 10) verteller Op een dag is Jezus met zijn leerlingen aan het wandelen. Ze willen wat uitrusten en gaan zitten in het gras. Vlak bij hen zijn herders met hun kudde schapen. En Jezus zegt tot zijn leerlingen: Jezus Zie je die herder daar met zijn kudde? Hoor een hoe hij zijn schapen roept bij hun naam. Kijk eens! Zie je dat schaapje weglopen uit de kudde? Weet je wat de herder dan doet? Hij laat al zijn andere schapen alleen grazen. Hij gaat weg en zoekt dat ene schaapje. Ja, daar ziet hij het! Het zit vast in de struiken. Voorzichtig maakt de herder het schaapje z’n pootjes los. Dan gaat hij terug. Zachtjes draagt hij het diertje op zijn schouders. Wat is die herder blij!
Petrus Waarom vertel je ons dat allemaal? Jezus Wel, als ik de mensen zie, denk ik altijd aan een kudde schapen waarbij geen herder is. Soms lijken de mensen wel op schapen waarvoor niet goed gezorgd wordt. Eigenlijk wil ik ook voor jullie zijn als een goede herder. Ik zou graag hebben dat iedereen mijn stemt hoort en mij vertrouwt. Ik wil zelfs mijn leven geven voor de mensen. Ik wil vooral naar de mensen gaan die me het meest nodig hebben. Thomas Wie heeft je het meest nodig? Jezus Ja, de armen, de zieken, de zondaars… die hebben me het meest nodig. Ook diegenen die verdriet hebben of alleen zijn. Al die mensen ken ik en ik weet wat voor hen goed is. Ik wil ze allemaal bijeenbrengen tot één kudde en ze samenbrengen in één schaapstal. Zoals een goede herder doet met zijn schapen, zo wil ik doen met de mensen.
liederen -
De schapen alle honderd
Zingt Jubilate, nr. 598
-
Daar loopt de goede herder
An Willems en Riet Vanloo, Ik zing want ik ben blij, p. 17
-
Het verloren lammetje
An Willems en Riet Vanloo, Ik zing want ik ben blij, p. 18
-
Jezus is de goede herder
Elly en Rikkert, Vertel het aan de mensen (1978), of Een boom vol liedjes (1998), deel 1, nr. 2
-
Mijn herder
Zingt Jubilate, nr. 506 bewerking Kr. De Ruysscher, Tuin van Heden 5
-
Het verdwaalde schaap
Jan D. van Laar, Bijbelliederen, I, nr. 65
-
Een schaap is gaan dwalen
Jan D. van Laar, Bijbelliederen, III, nr. 63
-
De goede herder
Jan D. van Laar, Bijbelliederen, I, nrs. 62 en 63
-
Ik ben herder
Jan D. van Laar, Bijbelliederen, II, nr. 69
-
De schapen luisteren naar een stem H. Lam en W. ter Burg, Alles wordt nieuw, III, nr. 12
-
Mens voor de mensen zijn, herder als God
Zingt Jubilate, nr. 509