De brouwerij en stijfselfabriek bij ‘de Gouden Berg’ te Tegelen Voorlopige conclusies bouwhistorisch onderzoek, oktober 2013 Historie De voormalige brouwerij en stijfselfabriek aan de Sint Martinusstraat in Tegelen, is vermoedelijk aan het einde van de achttiende eeuw tot stand gekomen. Naast het bedrijfspand lag het woonhuis van de eigenaren, de familie Houba. Deze familie was in de tweede helft van de achttiende eeuw een zeer welgestelde en invloedrijke familie in Tegelen. In 1767 liet Paulus Houba het Kranenbreukershuis bouwen, bestaande uit een woonhuis annex herberg met een gelagkamer en een bierbrouwerij achter het huis. Het woonhuis Sint-Martinusstraat 2 is naar alle waarschijnlijk in de late achttiende eeuw (hoewel de vroege negentiende eeuw ook niet is uitgesloten). De voormalige brouwerij zal vermoedelijk gelijktijdig of iets later zijn gebouwd. Op historische kaarten uit het begin van de negentiende eeuw zijn het huis en de brouwerij met branderij niet aangegeven, maar deze kaarten zijn dan ook zo algemeen van aard, dat er wel meer gebouwen niet op aangegeven zullen zijn. De eerste betrouwbare kaart, de kadastrale minuutkaart uit 1820 laat zien dat er op dat moment sprake was van een woonhuis met op enige afstand daarvan een L-vormig bedrijfsgebouw met een brouwerij (zuidelijk deel) en een branderij (noordelijk deel). Tegen dit grote gebouw was aan de zuidwestzijde een langwerpig bouwvolume, dat alleen aangeduid wordt als ‘gebouw’. De eigenaren waren op dat moment Mathijs Houba († 1835) en Alegonda Hunnekes. Na de dood van Mathijs richtte Aldegonda in 1842 een stijfselfabriek op. Van hun zoon Willem († 1893) is bekend dat hij niet alleen bier brouwde, maar ook jenever stookte, stijfsel en azijn fabriceerde en handelde in koloniale waren. Vermoedelijk vanwege dit omvangrijke scala aan activiteiten, werd het bedrijfscomplex in 1877 uitgebreid. Ook Willems zoon Albert († 1923) was brouwer, stijfselfabrikant en handelaar in koloniale waren. De laatste telg uit de Houba familie, Jacob, was brouwer tot 1938. Toen werd het woonhuis en de fabriek verkocht aan de familie Oehlen, wiens opeenvolgende generaties het tot op de dag van vandaag in bezit hebben. De grote branderij werd in 1929 afgebroken ten behoeve van woningbouw aan de Grotestraat. Na 1938 was het gebouw in gebruik als winkel en opslag. Bouwkundige ontwikkeling De voormalige brouwerij en stijfselfabriek kent een groot aantal bouwfases vanaf de late achttiende eeuw tot ca.1930. Deze hangen samen met de aanpassing van de gebouwen aan de eisen van de bedrijvigheid die er plaats vond. Er kunnen vijf hoofdbouwfasen onderscheiden worden: 1) late achttiende eeuw: de oudste bouwfase van het bedrijfscomplex is in de late achttiende eeuw en betreft het gebouw van de brouwerij en de (inmiddels verdwenen) branderij. Deze werden bij het woonhuis De Gouden Berg gebouwd, maar wel op veilige afstand voor wat betreft brandveiligheid. De brouwerij was uitdrukkelijk naast de Engerbeek geplaatst, zodat hieruit het water betrokken kon worden voor het brouwproces. De brouwerij was een éénlaags gebouw met een zadeldak. 2) Ca.1800: omstreeks 1800, in ieder geval vóór 1820, werd er een langwerpig bouwvolume bijgebouwd, de functie hiervan is onbekend. Ook hierin zijn twee
bouwfasen te onderscheiden: het lange deel is eerder gebouwd dan het vierkante deel aan de zuidzijde. 3) Even vóór 1877: enige jaren vóór 1877 werd de brouwerij naar het oosten uitgebreid, richting de beek. Dit blijkt uit bouwsporen in het gebouw. 4) 1877: afgaande op een kadastrale hulpkaart uit 1878 werden de brouwerij en het vroegnegentiende-eeuwse gebouw in het voorgaande jaar samengetrokken tot één bouwvolume. Dit is ook aan het gebouw af te lezen: er zijn nieuwe buitenmuren gemaakt aan de zuid- en oostzijde. Waarschijnlijk hadden de afzonderlijke bouwvolumes nog allemaal hun eigen zadeldak. 5) Eind 19e/begin 20e eeuw: na verloop van tijd, omstreeks de eeuwwisseling, wilde men de (opslag-)capaciteit van het fabrieksgebouw vergroten door de afzonderlijke kapconstructies samen te voegen tot één groot, afgeplat dak. Hiervoor werden de bestaande binnenmuren opgehoogd en er werden nieuwe kapspanten geplaatst, opgebouwd uit hergebruikt hout. Ook werd er omstreeks 1900 een klein tussenlid gebouwd tussen het woonhuis en het bedrijfsgebouw. Conclusie De voormalige brouwerij en stijfselfabriek is een organisch gegroeid complex, dat de ontwikkeling in de nijverheid op deze plek weerspiegelt. De familie Houba begon met een (bier-)brouwerij met branderij en breidde de activiteiten uit tot stijfsel- en azijnfabriek en handel in koloniale waren. Het complex heeft een historische connectie met het woonhuis en herberg De Gouden Berg, waar de eigenaren van de fabriek al sinds het einde van de achttiende eeuw woonden. Het pand is een (nog ongerestaureerd) overblijfsel van negentiende-eeuwse bedrijvigheid in Tegelen. De functionele architectuur van de buitengevels verwijst hiernaar. In het interieur zijn de bouwfasen nog goed af te lezen, door de praktische functie van het gebouw heeft men nooit moeite gedaan om deze te maskeren. oktober 2013 B. Klück en drs. B. Dukers Buro4 Monument en Ruimte Roermond
2
Kadastrale minuutkaart uit 1820
346: huis De Gouden Berg 347: gebouw 348: brouwerij 349: branderij
Kadastrale hulpkaart 1878 De pijl geeft de nieuwe oostelijke grens van het uitgebreide gebouw aan
De Gouden Berg (l) en de voormalige brouwerij en stijfselfabriek (r)
3
Het fabrieksgebouw vanuit het westen
De gevel langs de overkluisde Engerbeek
Links: de opgehoogde zuidelijke topgevel van de voormalige brouwerij Rechts: de noordgevel van het aangebouwde volume uit ca.1800
4
Schematisch overzicht van de voormalige fabriek/brouwerij met de datering van de verschillende bouwdelen.
5
De ontwikkeling van de bouwvolumes (voorlopige conclusie)
De situatie eind achttiende eeuw
Omstreeks 1800 – fase 1
Omstreeks 1800 – fase 2
Derde kwart 19e eeuw
1878
1929
6