2014-2015
Inhoud Een woord vooraf van de school
1
Een woord vooraf van het bestuur
2
Onze school
3
De visie van de school
4
Een fijne, veilige school
5
Identiteit en levensbeschouwing
7
De organisatie van onze school
9
Wat onze kinderen leren
10
Zorg en begeleiding
17
De resultaten van het onderwijs
21
Jaarverslag en jaarplan
23
Contact ouders en school
25
Kwaliteit van het onderwijs en klachten
30
Afspraken van A t/m Z
34
De basisschool is een stuk van je leven. Voor de kinderen en voor u. Scholen verschillen in hun manier van werken, in sfeer en in resultaten. ‘t Klòsterhûfke heeft daarom voor u deze schoolgids samengesteld, die u informeert over de opzet en organisatie van het onderwijs op onze school. De gids beschrijft waar wij als team voor staan, welke uitgangspunten we hanteren en hoe we ernaar streven om de kwaliteit van onze school op een steeds hoger niveau te brengen. De gids is bedoeld voor ouders/verzorgers van kinderen die bij ons op school zitten of die bij ons op school komen. In onze schoolgids spreken we steeds over ‘ouders’, maar daarmee bedoelen we ook alle andere verzorgers van de kinderen. De schoolgids krijgt u digitaal, d.w.z. via uw email en kunt u ook vinden op onze website: www.klosterhufke.nl. Als u thuis geen toegang tot een computer met internet of e-mailadres heeft, kunt u dit op school aangeven. Bij deze schoolgids hoort nog een bijlage: de jaarkalender. Deze wordt elk jaar op papier uitgegeven.
Daarin vindt u o.a. een kalender met daarop de planning van belangrijke gebeurtenissen die nu al bekend zijn. Een belangrijke aanvulling op deze informatie is de Nieuwsbrief. Deze verschijnt elke 3 weken en krijgt u ook digitaal (via de mail en op de website). De medezeggenschapsraad (MR) heeft ingestemd met deze schoolgids. We hopen dat ook u de gids met plezier leest. Als u naar aanleiding daarvan nog vragen, opmerkingen of suggesties heeft, horen we die graag! Laat het een fijne tijd worden voor uw kinderen en voor u!
Het team van ´t Klòsterhûfke Kloosterhof 30 6653 BS Deest tel: 0487-512355 e-mail:
[email protected]
Augustus 2014
1
Voor u ligt de schoolgids 2014-2015 van basisschool ´t Klòsterhûfke, één van de 17 scholen van de Stichting SPOM. De schoolgids is een informatiebron voor alle ouders en verzorgers van kinderen die op één van onze scholen zitten. De school van uw kind(eren) valt onder het bestuur van SPOM (Stichting Primair Onderwijs Maas en Waal). Ca. 330 leerkrachten zetten zich dagelijks in voor 3250 kinderen. SPOM biedt openbaar, katholiek en algemeen christelijk basisonderwijs aan op 17 scholen (waaronder 1 speciale school voor basisonderwijs) in de gemeenten West Maas&Waal en Druten. SPOM biedt in Beneden-Leeuwen en in Druten kinderopvang aan en is daarnaast verantwoordelijk voor alle peuterspeelzalen in beide gemeenten. De scholen worden door het bestuur nadrukkelijk uitgenodigd hun eigen identiteit te waarborgen en zich te onderscheiden van de collegascholen. De scholen hebben een grote mate van vrijheid m.b.t. de wijze waarop zij hun onderwijs inrichten. Het bestuur vertrouwt op de ‘eigen kracht’ van de school en het beleidsvoerend vermogen van de directie. Daarin zijn de scholen autonoom. Wel legt de school verantwoording af aan het bestuur over de resultaten van het gegeven onderwijs. In deze schoolgids kunt u lezen waar de school van uw keuze voor staat en hoe zij haar onderwijs heeft ingericht. Alle scholen werken vanuit een stichtingsbreed vastgesteld algemeen kader.
Binnen dit kader legt elke school haar accenten. Deze verschillen tussen scholen geven ouders meer mogelijkheden om de school te kiezen die het beste past bij de onderwijsbehoefte van hun zoon of dochter. Van de school mag u verwachten dat zij u informeert over de beleidskeuzes die zij maakt en dat zij de grenzen van haar mogelijkheden aangeeft. U kunt met de school in gesprek gaan over uw verwachtingen om zo tot een goede afstemming te komen. Samen heeft u hetzelfde doel: “De voorspoedige ontwikkeling van uw kind”. Het bestuur verwacht van de school dat ze met u in gesprek blijft om afstemming te bereiken tussen uw verwachtingen en haar mogelijkheden. We hopen dat de school erin slaagt, om samen met u, een stimulerende omgeving te realiseren en uw kind datgene kan bieden dat aan de wederzijdse verwachtingen beantwoordt. U heeft voornamelijk contact met de leerkracht en/of de directeur, waar uw kind naar school gaat. Mocht u een vraag hebben, die op uw school niet beantwoord kan worden, dan kunt u natuurlijk altijd terecht bij Marius Peters, bestuurder van SPOM. De school is er voor de kinderen. Directie, team en alle andere geledingen willen samen met u, de ouders, de school tot een steeds betere school maken. Ik wens u allen en vooral de kinderen een fijn schooljaar toe Marius Peters, Bestuurder stichting SPOM Rijdt 62, 6631 AT Horssen tel: 0487-541022
[email protected]
2
De naam De naam ‘t Klòsterhûfke betekent kloostertuin. Dit komt van het voormalige klooster dat tot 1945 ongeveer stond op de plaats waar nu de gymzaal en de speelplaats zijn. De school staat in wat ooit de tuin van dat klooster was. In februari 1945 werd het klooster door een vliegende bom (V1) getroffen. Het is daarna afgebroken en nooit meer herbouwd. Ligging ‘t Klòsterhûfke ligt centraal in de dorpskern van Deest, bij de kerk en het dorpshuis. Wij zijn de enige school binnen het dorp. Bijna alle kinderen op onze school komen dan ook uit het dorp. Onze stichting ’t Klòsterhûfke is één van de 17 scholen van de Stichting SPOM. De Stichting SPOM in het land van Maas en Waal is een professionele interzuilaire onderwijsorganisatie voor primair onderwijs en biedt basisonderwijs aan op 16 basisscholen en één SBO school. De scholen zijn gelegen in Druten, Puiflijk, Deest, Afferden, Horssen, Altforst, Appeltern, Maasbommel, Alphen, Dreumel, Wamel, Boven- en BenedenLeeuwen. Meer informatie over SPOM is te vinden op: www.spommaasenwaal.nl De schoolgrootte De afgelopen jaren zaten er gemiddeld rond de 120 leerlingen op school. Prognoses geven aan dat het leerlingenaantal licht zal stijgen. Dit komt o.a. door de bouw van een aantal eengezinswoningen, die in fases gebouwd worden.
(koffie met Meerwaarde voor ouderen) en de TSO (tussenschoolse opvang, overblijven) zijn in het gebouw gehuisvest. Daarnaast is er een speellokaal voor kleuters en een aula die gebruikt kan worden bij het zelfstandig werken van de kinderen, bij expressievakken, bij vieringen of andere bijeenkomsten met de hele school. De ruimtes buiten de klaslokalen worden ook ingezet als werkruimtes voor onze leerlingen en/of als computerruimte. Er is nog een kleine ruimte waarin zich o.a. de orthotheek en materialen die nodig zijn voor begeleiding van zorgleerlingen zich bevinden. Er is daarnaast nog een kantoorruimte die wordt gebruikt door de intern begeleider, ICT-er en leerkrachten met ambulante taken. De directiekamer wordt door de directeur gebruikt om haar specifieke werkzaamheden en beleidstaken uit te voeren. In de leerkrachtenruimte staan naslagwerken voor het team, wordt vergaderd en hebben we de beschikking over een keukenblok. Recent heeft er een verbouwing plaatsgevonden. Ondanks de leeftijd voldoet het gebouw prima aan de eisen van deze tijd.
Indeling van het schoolgebouw ’t Klòsterhûfke beschikt over een gebouw met 9 lokalen. Het is gebouwd in 1981. De peuterspeelzaal “Harlekijn”, stichting DOE
3
In de visie beschrijven wij wat wij als school belangrijk vinden en wat voor ons de uitgangspunten zijn om te komen tot goed onderwijs voor uw kind. Deze visie is voor ons een streven. Niet alles wat in de tekst staat is ook altijd al werkelijkheid. Echter alles wat we ondernemen moet wel passen in de door ons geformuleerde visie. Bij binnenkomst in onze school ziet u een aantal schilderijtjes hangen. Elk schilderijtje vertegenwoordigt een belangrijke kernwaarde en is door de leerkrachten zelf gemaakt. Hieronder vindt u de afbeeldingen hiervan, met de bijbehorende uitleg. Betrokkenheid We streven naar een grote betrokkenheid: kinderen leren dan meer en beter. We prikkelen hun nieuwsgierigheid; leren is leuk! De kinderen krijgen de ruimte voor eigen inbreng en keuzes. We leren kinderen reflecteren zodat zij inzicht krijgen in hun eigen leerproces. Succeservaringen opdoen is heel belangrijk! Ouders en leerkrachten hebben samen de taak kinderen te begeleiden in hun ontwikkeling. We streven daarom naar een grote betrokkenheid van ouders en leerkrachten. Welbevinden Kinderen (en ook leerkrachten) ontwikkelen zich als ze: ‘kunnen, willen en durven’. Een kind moet zich veilig genoeg voelen in de groep om zich-
zelf te kunnen zijn. In de groepen wordt er dan ook veel aandacht besteed aan een veilige leeromgeving. Vanuit die veiligheid ontstaat zelfvertrouwen en competentiegevoel. Plezier in het leren en werken op school is essentieel.
Respect We vinden het belangrijk om elkaar (ook onderling), leerling/ leerkrachten/ouders, te waarderen, stimuleren en bekritiseren om er samen beter van te worden. Goede communicatie is daarbij een onmisbaar middel. Voorkomen van pesten is een onderwerp waar we veel aandacht aan besteden. We hebben zorg voor onze schoolomgeving en de materialen waar we mee werken. Optimale ontwikkeling Van nature is elk kind nieuwsgierig en wil het zich ontwikkelen. Kinderen zijn verschillend, met verschillende leerbehoeften, leerstijlen, niveaus en vaardigheden. We streven naar een optimale ontwikkeling van de mogelijkheden. We gaan uit van de positieve kanten van een kind, maar accepteren ook de grenzen hiervan. We stimuleren dat het kind zichzelf accepteert en dat zijn/haar omgeving dat ook doet. Leidend is hierbij steeds wat het kind wel kan. Professionaliteit De leerkracht is de spil in de klas. Een blijvende professionalisering van zijn/haar vakmanschap is voorwaardelijk voor een goede ontwikkeling van het onderwijsleerproces.
4
Schoolklimaat Wij horen graag van ouders dat op ’t Klòsterhûfke een veilig en prettig pedagogisch klimaat is, waardoor kinderen, leerkrachten en ouders zich snel goed thuis voelen op onze school. Kinderen zijn dan ontspannen, durven vragen te stellen en ook opmerkingen te maken als hen iets dwars zit. Als dat klimaat (de sfeer in de groep en in de school) goed is, gaat het kind in de regel graag naar school en komt het beter tot zijn recht. Wij zijn ervan overtuigd dat het kind zich dan beter kan ontplooien en ontwikkelen. We werken dan ook voortdurend aan een positief pedagogisch klimaat. We doen dit o.a. planmatig door te werken met de methode “Kinderen… en hun sociale talenten”. Daarnaast gebruiken we SCOL, een leerlingvolgsysteem voor sociale competentie. Omgangsafspraken Voor kinderen is het belangrijk dat ze zich prettig voelen op school en voor leerkrachten dat ze hun werk met plezier doen. Dat is in eerste instantie een zaak van de school zelf. Het schoolteam, de kinderen maar ook de ouders dragen ieder op hun eigen manier bij aan een prettig en veilig schoolklimaat. We hebben daarom op onze school omgangsafspraken. In deze afspraken staat hoe wij van elkaar verwachten om te gaan met elkaar. Door het gebruik van deze afspraken zijn wij van mening dat het contact tussen en het welbevinden van alle betrokkenen op onze school versterkt wordt. In deze omgangsafspraken staat ook vermeld hoe wij met pestgedrag omgaan. Pesten zien wij als een probleem waarbij het belangrijk is om aandacht te hebben voor de gepeste, maar ook voor de pester en de omstanders.
Het voorkomen van pestgedrag is natuurlijk van groot belang, hier schenken we dan ook veel aandacht aan. Het internetcontract is ook een onderdeel van onze omgangsafspraken. Met dit contract, wat door de kinderen ondertekend wordt, gaan kinderen een verbintenis aan om ‘veilig’ met de computer en het internet om te gaan. De omgangsafspraken zijn na te lezen op onze website, www.klosterhufke.nl . Gedragscode van SPOM Ook SPOM voelt zich verantwoordelijk voor de sfeer op de aangesloten scholen. De intentie is dat SPOMscholen veilige plaatsen zijn, zonder (seksuele) intimidatie, agressie, geweld, discriminatie, vandalisme en diefstal. Van ieder die bij de school betrokken is, wordt verwacht dat hij of zij respect heeft voor de ander en diens eigendommen en dat zorgvuldig wordt om gegaan met de omgeving van de school. Om dit alles zoveel mogelijk te garanderen, geldt op alle scholen van SPOM een gedragscode. Deze gedragscode is bedoeld als een vorm van preventief beleid, ter bescherming van kinderen en personeelsleden. Deze gedragscode is het resultaat van gesprekken met (vertegenwoordigers van) alle betrokkenen bij de aangesloten scholen.
5
De code sluit aan bij de specifieke regels van onze school en beschrijft wat in bepaalde situaties als respectvol en wenselijk wordt gezien, via duidelijke afspraken met betrekking tot: 1. De bescherming van persoonsgegevens. 2. Het gebruik van informatie- en communicatietechnologie. 3. Het voorkomen van pesten. 4. Het voorkomen van agressie en van lichamelijk en verbaal geweld. 5. Het voorkomen van racisme en discriminatie. 6. Het voorkomen van seksuele intimidatie en en seksueel misbruik. 7. Diefstal, heling en vernieling. 8. Het dragen van gepaste schoolkleding. 9. Schending van deze gedragscode.
Structuur Kinderen voelen zich het best in een situatie waarin zij naast ruimte en vrijheid ook duidelijkheid en houvast krijgen. Zo heerst er op onze school een prettige en rustige werksfeer. Door het bieden van een structuur dragen wij bij aan een goede manier van met elkaar omgaan, waardoor de leerlingen zich veilig voelen in de omgang met andere leerlingen en leerkrachten. In elke groep worden samen met de kinderen groepsregels afgespro-
De gedragscode is na te lezen op de website van onze school en op die van SPOM, www.spommaasenwaal.nl Positief Het team straalt uit dat het er is om de kinderen in hun ontwikkeling te helpen en te begeleiden. Dit gebeurt op basis van gelijkwaardigheid met de kinderen, maar wel als hun professionele volwassenen. Wij gaan met de kinderen om vanuit een positieve benadering. Ons uitgangspunt is dat elk kind leerbaar is, we richten ons liever op de mogelijkheden van een kind dan op zijn beperkingen.
6
’t Klòsterhûfke is een ‘katholieke basisschool’. Wat verstaan wij daar onder? Een vaststaande betekenis is niet meer voorhanden, het is een ‘open label’ geworden dat vraagt om nadere invulling. Om te beginnen willen we wijzen op de veranderingen in de samenleving van de laatste halve eeuw. Die samenleving is minder kerkelijk geworden en meer divers. De katholieke school en de kerk hebben in dat proces ieder een eigen functie en verantwoordelijkheid ontwikkeld. We hebben ons daarom afgevraagd wat een moderne schooleigen invulling zou kunnen zijn van deze specifieke verwijzing in onze identiteit. Wij menen die gevonden te hebben in de volgende drie aandachtsgebieden: Leren over het leven Het leven vieren. Het leven delen. We zien onszelf staan in een traditie, waarin verbondenheid en verdieping belangrijk zijn. Via deze drie aandachtsgebieden krijgt dat concreet vorm. Leren over het leven. Kinderen hebben van nature het vermogen om zich te verwonderen. Wij willen daarbij aansluiten. Dat betekent dat we bij willen dragen aan de ‘levensbeschouwelijke vorming’ van onze leerlingen.
De lessen die we daarvoor inzetten hebben de volgende kenmerken: De beleving van de leerlingen staat centraal; De aard van de gesprekken is ‘filosofisch’ van aard, we ‘beschouwen’ het leven. De lessen hebben een brede oriëntatie, alle religies komen in aanmerking om dit gesprek te voeden. Religieuze verhalen zijn zinvol voor zover ze de leerlingen laten kennis maken met de symbolische kracht van verhalen. e. Het bezoeken van ‘heilige gebouwen’ draagt bij aan de levensbeschouwelijke vorming. Dit betekent dat we afscheid nemen van het begrip ‘catechese’, een term die eerder thuis hoort in een kerkelijke setting. Het leven vieren Omdat ‘verbondenheid’ voor ons een belangrijke waarde is, willen we dit ook geregeld tot uitdrukking brengen in vieringen. Daarin staan we stil bij belangrijke gebeurtenissen in het schooljaar. Omdat ook gebeurtenissen in de samenleving binnenkomen in de school (Kerstmis, Pasen maar ook het Suikerfeest), willen we ook die gebeurtenissen aangrijpen om stil te staan bij de belevingen die we op school daarbij hebben. Ook hierbij geldt weer dat de belevingen van de leerlingen centraal staan.
7
Het leven delen We willen onze leerlingen meegeven dat we er voor elkaar zijn. Dat geldt voor situaties dichtbij maar ook ver weg. Vandaar dat we de leerlingen activeren voor goede doelenacties. Maar ook de lessen in het kader van de sociale vaardigheden vinden we belangrijk. De thema’s die in die lessen centraal staan willen we nog nadrukkelijker in beeld brengen en communiceren naar de ouders toe. Twee extra aandachtspunten zullen ons de komende tijd nog bezig houden. Op de eerste plaats realiseren we ons dat ’t Klòsterhûfke een witte school is. Als we onze leerlingen willen voorbereiden op de diversiteit in de samenleving, vraagt dit om nadere invulling. Dit geldt ook voor de school als oefenplaats voor democratie. We willen de mogelijkheden gaan verkennen om onze leerlingen meer inspraak en verantwoordelijkheid te geven. Deze visie betekent voor ons een omslag in het denken over ‘katholiek onderwijs’. We zien duidelijk de eigen taak en verantwoordelijkheid van de school, onafhankelijk van die van de kerk. Waar mogelijk maken we gebruik van samenwerkingsmogelijkheden, maar in de invulling van onze identiteit is ‘ons verhaal en dat van de leerlingen’ het uitgangspunt. Om onze lessen m.b.t. dit onderwerp vorm te geven werken we met leskisten die ontwikkeld zijn door SOL.
Verder hanteren we de volgende afspraken i.h.k.v. burgerschap en integratie: We hebben afspraken/regels over hoe we omgaan met elkaar. We besteden in de bovenbouw aandacht aan staatsinrichting. Elk jaar nemen we deel aan de schoonmaakactie, georganiseerd door de gemeente Druten. De leerlingen maken dan het gebied rond de school schoon. Samenwerking met het comité “4 mei viering” heeft geleid tot het adopteren van het oorlogsmonument door de kinderen van groep 8. Zij nemen ieder jaar actief deel aan deze herdenking en worden aangesproken op hun rol om het monument te blijven verzorgen en zo voor Deest te behouden. Bedrijven en instellingen uit de regio worden d.m.v. excursies regelmatig bezocht. De carnavalsvereniging wordt betrokken bij de carnavalsviering op school. Er vindt waar mogelijk samenwerking plaats met verenigingen als het Oranjecomité, scouting, jeugdvakantiewerk, jaarlijkse `Feestweek Deest`etc.
8
Op ’t Klòsterhûfke werken we met een leerstofjaarklassensysteem. Dat wil zeggen dat kinderen van ongeveer dezelfde leeftijd in één groep bij elkaar zitten. Veel van het werk vindt plaats in de klas bij de eigen leerkracht, maar er wordt ook buiten de klas gewerkt. We differentiëren: bij de instructie en verwerking; naar tempo; gelet op de leerstijl van de leerlingen; naar belangstelling bij sommige gebieden, vakken, bijv. wereldoriëntatie. Om de leertijd zo efficiënt mogelijk te maken, houdt de leerkracht rekening met verschillen tussen kinderen. Kinderen leren van en met elkaar, werken samen met andere kinderen uit hun groep. Ze leren ook zelfstandig werken, wat zeker niet betekent dat ze dan alleen werken. Ze leren plannen en verantwoordelijkheid dragen voor hun werk. Daarnaast werken kinderen regelmatig met ondersteunende software op de computer en/of laptopjes. Samenstelling van groepen We kennen binnen de basisschool acht leerjaren. De kinderen kunnen in gecombineerde en niet gecombineerde groepen zitten. Gezien de leerlingenaantallen, hebben we de laatste jaren uitsluitend combinatiegroepen gehad. Dit schooljaar hebben we een enkele groep 3.
Ook in de onderbouw werken we met heterogene groepen: oudste kleuters (groep 2 ) en jongste kleuters (groep 1).Nieuwe kleuters van vier jaar stromen bij een van de groepen 1/2 in. Wie werken er op onze school? Op onze school werken circa 10 personeelsleden, waarvan de meeste parttime. Naast directeur, bouwcoördinator, groepsleerkrachten en ict-er, hebben we een intern begeleider. Elk jaar zijn er ook een aantal studenten van diverse opleidingen voor een kortere of langere stageperiode op onze school. Zij voeren opdrachten uit, doen ervaring op, maar zijn ook te beschouwen als ‘extra handen’ en nieuwe impulsen in de klas.
Nascholing Onze leerkrachten zijn vakmensen en hebben een duidelijke visie op onderwijs. Zij werken voortdurend aan de verbetering van hun eigen kwaliteiten, zowel individueel als in overleg met hun collega’s. Door het volgen van cursussen en studiedagen blijven zij op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs. Daarnaast hebben we intervisiemomenten binnen het team, leggen leerkrachten bij elkaar groepsbezoeken af, nemen we deel aan leernetwerken binnen SPOM, zijn er groepsbezoeken van de directeur, de intern begeleider en externe deskundigen.
9
Als kinderen vier jaar zijn, komen ze onze school binnen. Dan blijkt meteen duidelijk, dat leeftijd weinig zegt over ontwikkeling. De verschillen tussen kinderen zijn vaak groot. Om met deze verschillen om te kunnen gaan, bieden wij onze kleuters veel ruimte voor spel en hebben we een ruim aanbod aan materialen en activiteiten. Ook in de bovenbouw zijn we zoveel mogelijk op zoek naar mogelijkheden om het onderwijs “betekenisvol” voor de kinderen in te richten. Komend schooljaar werken we bijv. bij wereldoriëntatie a.d.h.v. thema’s. Hierbij gaan kinderen volgens een “script” met onderzoeksvragen aan de slag met een thema. Naast kennis wordt de kinderen op ’t Klòsterhûfke ook inzichten en vaardigheden bijgebracht. Het cognitieve aspect vinden we erg belangrijk. We besteden veel tijd en aandacht aan de kernvakken taal, lezen en rekenen. Daarnaast besteden we ook zoveel mogelijk aandacht aan de culturele, sociale, emotionele, lichamelijke en creatieve ontwikkeling van onze kinderen. Kerndoelen en referentieniveaus In de Wet op het Primair Onderwijs staat welke vakken de kinderen moeten leren. Bij elk vak zijn kerndoelen geformuleerd. Hierin wordt aangegeven wat de school aan leerinhoud moet aanbieden. Voor de kernvakken Nederlandse taal en rekenen zijn daarnaast per 1 augustus 2010 voor vrijwel alle onderwijssoorten de niveaus precies omschreven. Dat is gebeurd met de referentieniveaus die duidelijk aangeven welke basiskennis en basisvaardigheden uw kind op een bepaald moment in zijn school-
De indeling in referentieniveaus is bedoeld als een opeenvolgende en doorlopende leerlijn: voor het basis- en speciaal (basis)onderwijs geldt fundamenteel niveaus 1 F en streefniveau 1S. De methodes die wij gebruiken voldoen aan de voorgeschreven criteria. De inspecteur van het basisonderwijs controleert of de school hieraan voldoet. De kerndoelen en referentieniveaus zijn na te lezen op de site van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (www.minocw.nl). Zelfstandig werken op onze school U weet waarschijnlijk uit eigen ervaring dat kinderen van elkaar leren en samen nieuwe dingen ontdekken. Wij vinden het daarom belangrijk dat kinderen in de gelegenheid worden gesteld tot samenwerking. Behalve activiteiten die we met de hele groep doen, organiseren we ons onderwijs ook zodanig dat de leerlingen in kleine groepen, in speel- en werkhoeken kunnen werken. In de groepen 1/2 werken kinderen in groepjes en individueel aan verschillende taken. Het planbord en de weektaak is hierbij een hulpmiddel. In groep 3 wordt ook gewerkt met een planbord. In groep 4 t/m 8 werken de kinderen aan weektaken. De opdrachten hierin sluiten vaak aan bij hun niveau.
10
Het onderwijsaanbod Groep 1 en 2 Kinderen in groep 1 en 2 ervaren en ontdekken tijdens hun spel. Vanuit onze visie vinden wij, dat de betrokkenheid van de kinderen, tijdens het werken aan activiteiten groot moet zijn. Verder is het belangrijk dat de activiteiten betekenis hebben voor de kinderen en dat ze aansluiten bij de belevingswereld van het kind. De leerkrachten zorgen er voor dat de activiteiten aansluiten bij de doelen die we willen bereiken. We proberen steeds een speelleeromgeving te scheppen, dat kinderen uitdaagt tot het zetten van een volgend stapje. Sommige leerlingen gaan heel vlug en hebben de leerkracht nauwelijks nodig, terwijl anderen het leerproces stapje voor stapje aan de hand van de leerkracht moeten veroveren. Spelenderwijs worden de leerlingen op het goede spoor gezet en gevolgd. Door de kinderen activiteiten aan te bieden waar ze aan toe zijn, hopen we hun motivatie/betrokkenheid te verhogen. De rol van de leerkracht is steeds wisselend, van leiden (voordoen, helpen, samen doen) tot begeleiden (op gang helpen, samen een plan maken, helpen organiseren). We werken meestal vanuit een thema.
Dit thema wordt doorgaans gekozen uit de methode “Schatkist” die wij hanteren. De methode biedt leerlijnen voor beginnende geletterdheid, beginnende gecijferdheid, mondelinge ontwikkeling, woordenschat en sociaal-emotionele ontwikkeling. De activiteiten hiervoor vinden plaats in de kring en in vaste of variabele speelwerkhoeken. Er zijn o.a. een themahoek, een bouwhoek, een leeshoek, een verkleedhoek en een computerhoek. Doordat we regelmatig van thema wisselen geven wij telkens nieuwe impulsen aan de speelleerontwikkeling van het kind. Het kind blijft daardoor ondernemend en onderzoekend. Het vrije spel neemt in deze ontwikkeling een belangrijke plaats in, maar ook reken-, gespreks-, constructie-, lees-, luister- en schrijfactiviteiten krijgen daarin een vaste plaats. Dit schooljaar zijn er twee groepen 1/2 (Per 1 november starten we met de 2e kleutergroep). Op vrijdagochtend zitten de kinderen van groep 2 bij elkaar, de kinderen van groep 1 zijn op vrijdag vrij. Groep 3 t/m 8 In de groepen 3 en 4 ligt er meer accent meer bij de lees-, schrijf- en rekenactiviteiten, maar ook daar blijven spel, constructie en gespreksactiviteiten erg belangrijk. In de groepen 3 t/m 8 werken we voor taal, rekenen, lezen en schrijven methodisch. Dat wil zeggen dat voor elk vakgebied een methode wordt gebruikt waarin de leerlijnen t/m groep 8 zijn vastgelegd. We bieden de leerstof zoveel mogelijk gedifferentieerd aan.
11
Handelingsgericht en opbrengstgericht werken Handelingsgericht werken (HGW) is bedoeld om onderwijs passend te maken aan de onderwijsbehoeften van alle leerlingen. De kern hiervan is het werken met groepsplannen. Hiervoor is een cyclus van stappen nodig. De volgende stappen worden genomen: Stap 1: Het evalueren en verzamelen van gegevens over leerlingen. Stap 2: Het signaleren van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Stap 3: Het benoemen van de specifieke onderwijsbehoeften. Stap 4: Het clusteren van leerlingen met gelijksoortige specifieke onderwijsbehoeften in: Aanpak 1: voor leerlingen die meer zorg en begeleiding nodig hebben om het doel te kunnen bereiken. Aanpak 2: voor leerlingen genoeg hebben aan de basisinstructie. Aanpak 3: voor leerlingen die minimale instructie nodig hebben. (Stap 1 tot en met 4 wordt vastgelegd in een didactisch groepsoverzicht) Stap 5: Het opstellen van een groepsplan. Stap 6: Het uitvoeren van het groepsplan.
HGW gaat niet uit van individueel onderwijs. Het is voor een leerkracht onmogelijk te hanteren als elk kind een individueel programma heeft. Daarbij komt dat kinderen bij interactie en discussies veel van elkaar leren. Bij klassikale activiteiten houdt de leerkracht zoveel als mogelijk is, rekening met de verschillende onderwijsbehoeften.
DGO’s en groepsplannen worden ingezet bij: gr.1/2: deze groepen werken voor elk thema met een themaplan. Hierin is het aanbod en de werkwijze voor de themaperiode opgenomen. gr.3: aanvankelijk lezen, rekenen gr.4 t/m 8: technisch lezen, spelling, rekenen. Volgend schooljaar gaan we verder me het opstellen van de groepsplannen voor rekenen en begrijpend lezen.
Elke leerkracht gaat werken met een didactisch groepsoverzicht (DGO) en een groepsplan. Hierover zijn schoolspecifieke afspraken gemaakt. De stappen en afspraken zijn in een werkdocument opgenomen en vraagt regelmatig om bijstellingen. Tijdens de cyclus vinden er groepsplanbesprekingen en klassenconsultaties plaats met de intern begeleider. Naast de ondersteuning bij het maken en uitvoeren van de groepsplannen wordt er ook gekeken naar de opbrengsten van het handelen. Elk half jaar worden met het team de schoolen groepsopbrengsten met elkaar en individueel met de leerkracht besproken. Gerichte adviezen en tips uit de analyse worden meegenomen in de planning voor de volgende periode.
12
De verschillende vakgebieden Woordenschat Een belangrijk speerpunt nu en de komende jaren, is de ontwikkeling van het woordenschatonderwijs. Woorden staan centraal in het onderwijs. Kinderen met onvoldoende woordkennis blijven op alle fronten achter. Ze begrijpen de leerstof en de leerkracht niet; ze begrijpen stelselmatig te weinig van de lessen en kunnen onvoldoende meedoen. Een goede taalontwikkeling is de basis voor verbetering van ons hele onderwijs. Woordenschatonderwijs staat boven op ons lijstje. Niet alleen in de taalles; het loopt , in alle groepen (1 t/m 8), als een rode draad door alle klassenactiviteiten en vakken heen. We werken met de aanpak van Met Woorden in de Weer. We hebben een teamtraining gehad en hebben flinke stappen gezet in de implementatie van dit traject. In alle groepen kunt u woordclusters met nieuwe woorden op de woordmuur zien. Ouders betrekken we hierbij door de nieuwe woorden van een thema of les aan de kinderen mee te geven, zodat dit ook thuis extra geoefend kan worden. De invloed van school op de woordenschat is minder groot dan bij bijv. het vak spelling. De betrokkenheid van thuis heeft veel invloed en is erg belangrijk! Lezen In de groepen 1 en 2 zijn kinderen al met letters bezig. We noemen dit beginnende geletterdheid. Bij geletterdheid denken we niet alleen aan letters en lezen, maar ook aan het werken met prentenboeken, het naspelen van verhalen, voorlezen, een woordmuur, een leesen luisterhoek, een verteltafel etc. Het leren lezen wordt op deze manier voor veel kinderen een natuurlijk proces. Activiteiten van de groepen 1 en 2 gaan door in de groepen 3 en 4 en krijgen daar hun eigen invulling.
In groep 3 gebruiken we voor het leren lezen van woorden en letters de nieuwste versie van de methode “Veilig Leren Lezen”. Later vanaf groep 4 tot en met groep 8 wordt dit technische lezen verder geoefend. Dit doen we met de methode Estafette. Tegelijkertijd besteden we veel aandacht aan het begrijpen van wat de kinderen lezen. Net zo belangrijk is het dat kinderen lezen leuk vinden. We lezen daarom voor, besteden aandacht aan de Kinderboekenweek, bezoeken de bibliotheek en kinderen lezen regelmatig in boeken die zij leuk vinden. Op school hebben we een eigen collectie leesboeken, die we vorig jaar helemaal up-to-date gemaakt hebben. Daarnaast hebben we op school een steunpunt van de bibliotheek. Dat is een collectie leesboeken van de bieb, die twee keer per jaar gewisseld wordt. Ook hebben we begeleiding van een lees/mediacoach. Zij adviseert over de aanschaf van nieuwe leesboeken, leesbevorderingsactiviteiten etc. Het begrijpend lezen start in groep 5. Hiervoor wordt de methode Nieuwsbegrip XL gebruikt. Dit is een interactieve en aansprekende manier om aan de kerndoelen voor begrijpend lezen te werken. Er zijn wekelijks teksten en opdrachten aan de hand van het nieuws. Bovendien wordt er structureel aandacht besteed aan lees- en woordenschatstrategieën. Taal Vroeger was taalonderwijs er vooral op gericht om foutloos te schrijven: veel invuloefeningen en dictees maken was toen het belangrijkste. Nog steeds leren we kinderen foutloos schrijven, maar we besteden veel meer aandacht dan vroeger aan leren praten, luisteren naar wat anderen zeggen en daarop goed antwoorden. We leren leerlingen ook hun eigen mening onder woorden te brengen, zowel mondeling als schriftelijk.
13
Het schrijven van teksten, dat voor een deel ook met de computer gebeurt, wordt zoveel mogelijk functioneel aangeleerd. Kinderen schrijven teksten bijvoorbeeld binnen het thema waarin ze aan het werken zijn. Onze methode “Taaljournaal” houdt rekening met verschillen tussen kinderen en met hun individuele behoeften. Taaljournaal differentieert binnen de onderdelen taal, spelling en woordenschat naar tempo, taalvaardigheid, leerstijl en interesse. Het biedt niet alleen extra hulp voor meertalige en/of taalzwakke kinderen, maar ook extra uitdagingen voor taalvaardige kinderen. Rekenen Sinds schooljaar 2012-2013 zijn wij gestart met de nieuwe rekenmethode Wereld in getallen. In deze nieuwe methode leren de leerlingen inzicht verwerven én hun vaardigheden oefenen. Cijferen krijgt hierin veel aandacht, waaronder de klassieke staartdeling. Maar ook het realistisch rekenen komt aan bod, dit betekent werken met modellen, de getallenlijn en een verhoudingstabel. Leerlingen oriënteren zich eerst op een onderwerp tijdens de instructie en verwerken gedeeltelijk zelfstandig. Uiteindelijk gaan zij het onderwerp automatiseren. Veel oefenen en herhalen staan centraal in deze methode. Dit zorgt voor een goed fundament. Elk kind werkt dagelijks zelfstandig aan de weektaak. In de opgaven komt alleen behandelde stof aan bod. Zo leren de kinderen om zelf problemen op te lossen en hun werk te plannen. Bij de weektaak horen ook oefeningen op de computer. Zwakke rekenaars krijgen na de klassikale instructie een verlengde instructie in een bijwerkboek. Zij krijgen één oplossingsstrategie aangeboden. Leerlingen werken vervolgens allemaal aan een weektaak. Er wordt gewerkt op drie niveaus: minimum, basis en plus. Dit past bij onze aanpak 1,2 en 3.
Kinderen kunnen zelfstandig doorwerken en makkelijk overstappen op het volgende niveau. Voor de sterke rekenaar is er het plusboek. Leerlingen werken hierin als ze klaar zijn met het plusniveau in de weektaak. Als u uw kind wilt helpen, houdt er dan rekening mee dat wij het anders aanleren dan u vroeger gewend was. Wereldoriëntatie Onder wereldoriëntatie verstaan we: aardrijkskunde, geschiedenis, natuur- en techniekonderwijs en cultuureducatie. Binnen onze stichting houdt een werkgroep zich bezig met het verzorgen van een cultureel programma. Vanuit onze school is een teamlid lid van deze werkgroep. Onze maatschappij verandert voortdurend, hoe ziet die er straks uit voor onze kinderen? 80% van onze leerlingen zullen later banen hebben die we nu nog niet eens kennen! Hoe kunnen we ze daar goed op voorbereiden? We weten in ieder geval dat de zgn. 21st Century Skills belangrijk zijn: samenwerken, kennisconstructie, ICT-vaardigheden, probleemoplossend denken/ creativiteit en planmatig werken. Deze vaardigheden hebben o.a. ook een belangrijke plaats bij het werken in thema’s bij wereldoriëntatie. In de afgelopen schooljaar hebben we hier al wat ervaring mee opgedaan. Kinderen gaan aan de slag binnen een thema met een onderzoeksvraag.. Ze werken samen, leren plannen door het bijhouden een logboek, maken een presentatie etc. Door het werken met een thema krijgt het onderwijs meer betekenis voor de kinderen, waardoor hun betrokkenheid sterk toeneemt. Komend schooljaar willen we kijken of we meer in thema’s kunnen werken voor de groepen 5 t/m 8. Daarnaast kunnen we ook onze methodes voor WO gebruiken:
14
ICT in ons onderwijs Bij wereldoriëntatie heeft ICT een belangrijke plaats. We gebruiken naast vaste computers ook een aantal laptopjes die binnen de groepen kunnen rouleren. Zo kunnen kinderen informatie opzoeken, (digitale) presentaties maken etc. Computers/laptopjes/i-pads worden op onze school ook ingezet om bijvoorbeeld het automatiseren van woorden en sommen (o.a. tafelsommen) in te oefenen. Daarnaast hanteren we verschillende softwareprogramma’s die gekoppeld zijn aan onze lesmethodes voor taal, lezen en rekenen. Net zoals bij de kernvakken blijven er ook bij het computergebruik niveauverschillen bij leerlingen. We laten kinderen gericht oefenen met ICT-vaardigheden. Op school hanteren we afspraken rondom het veilig gebruik van de computer. Op het gebied van social media zien we kansen en gevaren. Kansen proberen we uiteraard zoveel mogelijk te benutten. De gevaren maken we bij onze kinderen bespreekbaar. Onze school heeft in alle groepen een digitaal schoolbord. Wij zien hier een grote meerwaarde in. Door meer visueel te maken is het voor ons mogelijk om attractiever onderwijs te bieden. Een ander groot voordeel van deze digitale schoolborden is de mogelijkheid om de klassenomgeving te vergroten. We kunnen als het ware de hele wereld onze klas binnen halen. Hierdoor kunnen we ook sneller en beter inspelen op dat wat onze kinderen boeit. Verkeer Kinderen zijn van jongs af aan deelnemer aan het verkeer. Wij vinden het daarom belangrijk om al vroeg aandacht te geven aan het bevorderen van verkeersveilig gedrag. Hiervoor hanteren we de methode “Wijzer door het verkeer”. Elke 2 jaar doen de leerlingen van groep 7 en 8 hun verkeersexamen. Dit examen bestaat uit een theoretisch en een praktisch deel. Dit schooljaar 2014-2015, nemen wij weer deel aan het verkeersexamen.
Engels Vorig schooljaar zijn we gestart in de groepen 5 t/m 8 met een nieuwe methode voor Engels. Communicatie staat centraal in de nieuwe methode Real English. De methode nodigt leerlingen nadrukkelijk uit om zich te uiten in de Engelse taal en biedt daarvoor veel variatie. Humor en cartoons leveren een perfecte combinatie van leren en plezier. In Real English zit een prettige opbouw vanaf groep 5 t/m 8. In groep 5 en 6 worden tien thema's en nieuwe woorden voor het eerst aangeboden. In groep 7 en 8 komen deze woorden en thema's terug. Grammatica wordt in groep 5 en 6 aangeboden, in groep 7 en 8 leren ze deze zelf toe te passen om de aansluiting bij het voortgezet onderwijs te waarborgen. Groep 5 en 6 hebben wekelijks 1 les Engels, groep 7 en 8 hebben twee keer per week een les. Extra materialen in software of op papier bieden mogelijkheden om ook hierin extra uit te dagen of juist te ondersteunen. Schrijven Wij gebruiken de nieuwe methode “Schrift”. Een belangrijk uitgangspunt voor deze schrijfmethode is 'Het schrijven is niet een gevolg van bewegen, maar het bewegen is een gevolg van het schrijven.' Van groep 1 tot en met 8 besteden we aandacht aan een goede lettervormgeving. Een aantal aandachtsgebieden loopt als rode draad door de methode: - kijken naar de vorm - leesbaarheid - pengreep en pendruk - schrijfhouding. Het accent ligt op kenmerken van de lettervorm en oefening in de vaardigheid van het schrijfinstrument. Alle kinderen krijgen hiervoor van school een kwalitatief goede vulpen.
15
Centraal staat het leren kijken naar (letter) vormen. Door meer kennis van de vorm van letters worden leerlingen zich bewust van hun handschrift en kunnen ze het verbeteren. De kwaliteit van het handschrift loopt vaak terug vanaf groep 5. Daarom besteedt Schrift extra aandacht aan het schrijfonderwijs in de bovenbouw. De methode doet dat niet alleen door naschrijfoefeningen, maar door begeleiding bij het ontwikkelen van een leesbaar en bruikbaar handschrift. Expressie In alle leerjaren wordt aandacht geschonken aan expressieve uitingen. Hierbij onderscheiden we handvaardigheid, tekenen, muziek/dans en drama. We vinden het belangrijk dat kinderen geprikkeld worden in hun creativiteit en dat zij plezier ervaren in het maken van een werkstuk. Het proces tijdens de expressievakken vinden we zeker zo belangrijk als het eindproduct. Daarnaast willen we kinderen leren omgaan met materialen en technieken. We gebruiken verschillende bronnen: o.a. de methodes “Moet je doen” en “Laat maar zien”. Om de betrokkenheid van de kinderen te vergroten sluiten we met de opdrachten zoveel aan bij de thema’s waar de kinderen op dat moment mee bezig zijn in de groep. Komend schooljaar worden er 2 creatieve ochtenden georganiseerd. Kinderen van groep 1 t/m 8 werken dan aan allerlei activiteiten: koken, timmeren, dans, etc. Hierbij is dan veel ouderhulp aanwezig. Bewegingsonderwijs Gym Voor kinderen die lichamelijk en geestelijk volop in ontwikkeling zijn, is het zich kunnen bewegen van groot belang. In onze gymlessen komen zowel spel- als oefenvormen aan bod.
De kleuters hebben meer tijd ter beschikking voor spel en beweging. Bewegingsonderwijs staat dan ook tweemaal per dag op het rooster. Voor de kleuters kennen wij geen speciale sportkleding, maar wij stimuleren de kinderen om de bovenkleding uit te doen en lekker luchtig in de speelzaal in hun ondergoed te spelen. Daarnaast spelen zij dagelijks buiten op de speelplaats, waar veel spel en beweging mogelijk is. Vanaf groep 3 krijgen de kinderen gymles in de Meent in Afferden. Aangezien we hier met de bus naar toe moeten en we dus veel reistijd kwijt zijn, hebben de gymtijden geclusterd. De kinderen gaan 1 x per week naar de gymzaal en hebben dan een langere les. Tot nu toe hebben we o.a. steeds de methode “Bewegingslessen Basisonderwijs” gebruikt. In het kader van de hygiëne hebben de kinderen speciale gymkleding aan. Deze brengen de leerlingen zelf mee op de dagen dat zij gym hebben. Na elke gymles gaan de kinderen douchen. Wanneer uw kind om de een of andere reden niet mee kan doen aan de gymles, ontvangen wij graag een briefje van een van de ouders. Soms zal een andere leerkracht van onze school de gymles van uw kind verzorgen. Het rooster van de gymlessen vindt u in de jaarkalender. Zwemmen Alleen kinderen van leerjaar 3 mogen zwemmen. Wij hebben altijd combinatiegroepen en dus geen mogelijkheden om de kinderen die niet mogen zwemmen extra op te vangen. M.i.v. het schooljaar 2013-2014 zullen we daarom elke 2 jaar gaan zwemmen. Dit schooljaar 2014-2015 zullen de kinderen van leerjaar 3 en leerjaar 4 zwemles krijgen in het eerste halfjaar.
16
In onze visie heeft u kunnen lezen dat we het belangrijk vinden dat kinderen graag naar school gaan. Speciale aandacht hebben we voor nieuwe kinderen die als vierjarigen bij ons op school starten en voor kinderen die van een andere school komen. De eerste weken werken we aan de gewenning, zodat deze kinderen zich snel thuis voelen op onze school en omdat dit voor ons een belangrijke voorwaarde is om goede resultaten te behalen. Kinderen leren op verschillende manieren, sommige kinderen leren snel en gemakkelijk, anderen hebben weer meer moeite met leren. We vinden het belangrijk om zo goed mogelijk met deze verschillen om te gaan. We proberen deze verschillen vroegtijdig te herkennen en er in een zo vroeg mogelijk stadium actie op te ondernemen. Leerlingen worden regelmatig intern besproken. Binnen de school is een intern begeleider aangesteld die ondersteunt bij de zorg voor leerlingen. Leerlingvolgsysteem Naast de eigen observaties en ervaringen tijdens het dagelijks werken met de kinderen, worden de kinderen regelmatig getoetst. Enerzijds zijn dit toetsen die bij de methode horen (vanaf groep 3) en waarin gekeken wordt of de kinderen de leerstof begrepen hebben. Anderzijds zijn er landelijk genormeerde toetsen, die op vastgestelde tijden worden afgenomen en waarin de leerkracht de resultaten kan afzetten tegen het landelijk gemiddelde. Wij gebruiken hiervoor de volgende toetsen van CITO: · Rekenen en Wiskunde, groep 3 t/m 8. · Drie Minuten Toets, groep 3 t/m 8. · Begrijpend Lezen, groep 3 t/m 8. · Spelling, groep 3 t/m 8. · Woordenschat, groep 3 t/m 8.
· AVI-leestoets, groep 3 t/m 8. · Eindtoets, groep 8. Voor groep 1 en 2 gebruiken we: “Kijk”-observatielijst. Toets Beginnende Geletterdheid. Cito toets Rekenen voor kleuters. We hanteren de SCOL (Sociale Competentie en Observatielijst) om de leerlingen sociaalemotioneel in kaart te brengen. Om een zo goed mogelijke doorgaande lijn in de zorg te krijgen, leggen we onze bevindingen vast in het leerlingvolgsysteem “Parnassys”. Hierin staan gegevens over het kind, gesprekken met ouders, speciale onderzoeken, toetsen rapportagegegevens van verschillende schooljaren en andere relevante gegevens. Inzage in dossiers door ouders is mogelijk na overleg met de directie of intern begeleider van de school. Als kinderen naar een andere school gaan, bewaart de school de gegevens conform de wettelijke termijn. Als het leerproces minder goed gaat Soms hebben kinderen niet genoeg aan de dagelijkse begeleiding die elke leerkracht aan haar groep geeft. Er blijkt dan een achterstand te ontstaan, misschien op leergebied, maar soms ook op sociaal-emotioneel terrein. Van school mag u dan iets verwachten!
17
De leerkracht zal het kind aanmelden bij de intern begeleider. Samen bespreken zij het probleem dat zich bij het kind voordoet, er wordt een diagnose gesteld, waarna soms een handelingsplan wordt opgesteld. Het onderwijsleerproces wordt aangepast. Dit gebeurt door bijvoorbeeld extra leermiddelen aan te bieden, of uw kind leerstof op een ander niveau aan te bieden. Na ongeveer zes weken wordt de situatie opnieuw bekeken. Soms blijkt dat ondanks de extra zorg die door de school is ingezet, problemen toch blijven bestaan. De school zal dan na overleg met de ouders, het kind bespreken met externe instanties. De mogelijkheden die wij hebben zijn:
Onze schoolbegeleidingsdienst: BNT. Een orthopedagoog van deze schoolbegeleidingsdienst bespreekt het probleem met de intern begeleider en met de leerkracht, doet soms zelf onderzoek bij het kind en geeft daarna advies. Schoolmaatschappelijk werk: Kinderen met problemen op het sociaalemotionele terrein kunnen besproken worden met SMW. SMW is daarnaast ook beschikbaar voor zowel ouders als kinderen als zij problemen hebben (zie School Maatschappelijk Werk). Zorg Advies Team:
Als het leerproces heel goed gaat In uitzonderlijke gevallen kan gekozen worden voor een vervroegde doorstroming van een leerling naar een hoger leerjaar. Hiervoor hebben wij ook criteria opgenomen in ons beleidsplan hoog– en meerbegaafden. Passend onderwijs Onze school is vanaf 1 augustus 2014 formeel aangesloten bij het platform Maas en Waal van het grote Samenwerkingsverband Passend Onderwijs “Stromenland”. ( SVPO Stromenland) te Nijmegen. www.svpo2507.nl Het platform Maas en Waal is een samenwerking van 18 basisscholen en één school voor speciaal basisonderwijs in de gemeenten Druten en West Maas en Waal. Hiermee realiseren wij een systeem van leerlingenzorg op verschillende niveaus (in de klas, op school en tussen de scholen en besturen in onze regio). Als vanuit onze interne zorg in samenwerking met o.a. schoolbegeleidingsdienst blijkt, dat er voor uw kind extra advies c.q. extra hulp nodig is, dan schakelen wij de hulp in van het platform. Diverse deskundigen, verzameld onder de noemer van “Ondersteuningsteam” kunnen de leerkrachten adviseren en ondersteunen in de aanpak van extra zorg voor uw kind. Alle activiteiten, die het platform Maas en Waal ontplooit, zijn gericht op de kwaliteit van extra zorg. Uitgangspunt is dat zoveel mogelijk kinderen deze extra zorg op de basisschool kunnen ontvangen.
18
Als blijkt dat extra hulp vanuit de klas, de school en het platform niet het gewenste resultaat oplevert dan kan dit leiden tot het advies om samen met u te gaan zoeken naar een andere, meer geschikte onderwijsvorm voor uw kind. Toelaatbaarheid voor intensieve arrangementen ( speciale basisschool en speciaal onderwijs cluster 3 en 4) wordt beslist door de commissie “Toelaatbaarheid”. Het ondersteuningsteam en de commissie “Toelaatbaarheid” zijn gehuisvest in het Centrum Passend Onderwijs (CPO) bij SBO de Dijk. Het postadres is: Heuvel 61- 63, 6651 DB, Druten. Het telefoonnummer is: 06-11411813 en het e-mailadres: (nog nader te bepalen, volgt z.s.m.)
Het Ondersteuningsteam Het ondersteuningsteam is een commissie binnen onze regio, die onze school, de kinderen en hun ouders, ondersteuning biedt in het kader van zorg. Het platform functioneert als één loket, waar wij als school, maar ook u als ouder, met hulpvragen terecht kunnen. De directe contacten vanuit de school lopen via onze interne begeleider mevr. Ineke Janssen Steenberg. In deze commissie worden de volgende instanties vertegenwoordigd: School voor speciaal basisonderwijs De Dijk Schoolmaatschappelijk werk Bureau Jeugdzorg
GGD, schoolarts MEE Coördinator intern begeleiders Scholen voor speciaal onderwijs cluster 2t/m4 Externe deskundigen op afroep Het ondersteuningsteam wordt geleid door een zgn. contactpersoon.
Kerntaken van het ondersteuningsteam zijn: Advisering en ondersteuning t.b.v. de interne zorg binnen de school Advisering en ondersteuning van onze ouders Advisering bij aanmelding van kinderen voor een specifiek arrangement (voormalige “rugzak”) Advisering en verwijzing naar andere vormen van hulpverlening en onderwijs.
19
Procedure toelating zorgleerlingen bij ons op school Bij ons op school zijn alle kinderen welkom. Wij zetten ons in om alle kinderen een goede ontwikkeling te laten doormaken. Ouders van kinderen met een specifiek arrangement kunnen hun kind ook bij ons op school aanmelden. Bij de aanmelding van zo’n leerling zullen we zo goed mogelijk bekijken of wij de juiste expertise in huis hebben om uw zoon/dochter te kunnen begeleiden. In ons school ondersteuningsprofiel (SOP), kunt u lezen welke ondersteuning wij kunnen bieden. Deze kunt u vinden op onze website: www.klosterhufke.nl Alvorens wij overgaan tot toelating of afwijzing doorlopen wij een stappenplan, waarbij we alle specifieke hulpvragen en onze mogelijkheden op een rijtje zetten. Bij de beantwoording van al deze vragen roept onze school ook de hulp in van het ondersteuningsteam binnen ons platform. Speciale Basisschool (SBO) Binnen ons platform hebben wij de beschikking over een speciale basisschool. Deze school, “De Dijk” (in Druten), biedt kinderen, die binnen het “gewone” reguliere basisonderwijs onvoldoende ontwikkeling doormaken een intensief arrangement (lesplaats), die die ontwikkeling wel mogelijk kan maken. Kinderen, die hiervoor in aanmerking komen, zijn via onze interne zorg (na advisering van het ondersteuningsteam) en in samenwerking met de ouders aangemeld bij de commissie “Toelaatbaarheid” met de vraag of zij toelaatbaar zijn voor onze speciale basisschool. Indien de commissie “Toelaatbaarheid” een positieve beschikking afgeeft, kan het kind geplaatst worden. Verzoeken van ouders van kinderen van andere basisscholen uit ons platform die een positieve beschikking van de commissie “Toelaatbaarheid” voor plaatsing op het SBO hebben, worden niet op een andere basisschool aangenomen.
Voor meer informatie kunt u altijd contact opnemen met de interne begeleider van onze school, mevr. Ineke Janssen Steenberg. Onderwijsondersteuning zieke leerlingen Voor leerlingen die langdurig en / of chronisch ziek zijn, kan de school ondersteuning aanvragen van een consulent ondersteuning onderwijs zieke leerlingen werkzaam bij de onderwijsbegeleidingsdienst of bij een educatieve voorziening van een academisch ziekenhuis. Hij kan de school helpen bij het opstellen en uitvoeren van een handelingsplan voor de zieke leerling, ook als een leerling met een chronische ziekte wel in staat is naar school te gaan. Er kan informatie gegeven worden over de mogelijke gevolgen van de ziekte, medicatie en/of behandeling op leren en/of gedrag en hij kan in beperkte mate het onderwijs aan de zieke leerling verzorgen. E.e.a. hebben wij in een protocol onderwijsondersteuning zieke leerling opgenomen.
20
Ook gebruiken wij toetsen die ontwikkeld zijn door CITO (Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling). Deze toetsen horen niet bij een bepaalde methode. De Cito-toetsen zijn landelijk genormeerd. Deze uitslagen geven ons dan ook inzicht hoe het niveau van onze school is ten opzichte van alle basisscholen in Nederland. Zo kan de school zich verantwoorden t.o.v. het schoolbestuur en de onderwijsinspectie.
Als een kind lekker in zijn vel zit, zal het over het algemeen graag nieuwe dingen willen leren. Natuurlijk is het zo dat wij een basisschool willen zijn, die dit proces bevordert met een sterk onderwijsprogramma. We werken graag met moderne methoden, blijven bewust bezig met het optimaliseren van ons onderwijs en onze zorg voor kwaliteit. Wij willen graag weten wat het effect is van alle inspanningen. Vanaf groep 1 t/m 8 volgen we de ontwikkeling en de vorderingen van de kinderen nauwlettend. We vinden de observaties van de leerkracht uiterst belangrijk. We toetsen af die bij de methoden horen.
De CITO-scores van kinderen zijn een onderdeel van de schriftelijke rapportage van uw kind. De CITO-eindtoets geeft een indicatie voor de overgang van basisonderwijs naar voorgezet onderwijs.
De uitstroom van de leerlingen van groep 8 Aan het eind van het schooljaar 2013-2014 hebben 10 kinderen van groep 8 onze school verlaten om in de brugklas van het Voortgezet Onderwijs hun schoolloopbaan te vervolgen. De meeste leerlingen zijn naar het Pax Christi College in Druten gegaan. Een leerling is naar Dominicuscollege in Nijmegen gegaan. De uitstroom was als volgt: 2011-2012
2012-2013
2013-2014
VMBO KL
4 (1 met LWOO) 4
2 (1 met LWOO) 4 ( 1 met LWOO)
2 (2 met LWOO) 1 (1 met LWOO)
VMBO TL
5
2
1
Praktijkonderwijs VMBO BL
VMBO TL/HAVO
1
HAVO
4
HAVO/VWO
4 1
VWO
2
1
1
Totaal
15
14
10
21
Resultaten van de Eindcito: In 2014 had groep 8 een gemiddelde score van 539,4. De ondergrens van de schoolgroep waar onze school in valt was: 533,1. Het gemiddelde van de schoolgroep was: 535,1. De bovengrens van de schoolgroep was 537,1.
Vanaf 2013 zijn er twee papieren versies van de Eindtoets: de Eindtoets Basis en de Eindtoets Niveau. Beide versies bevatten dezelfde onderdelen en hetzelfde aantal opgaven. Alleen de moeilijkheid verschilt. Hierdoor is het mogelijk om kinderen meer `op maat` te kunnen toetsen.
De laatste jaren zijn we hard aan het werk geweest met de taaldomeinen: technisch lezen, woordenschat, spelling. We zien dat de scores van taal nu zelfs beter zijn geworden dan de scores bij rekenen en wiskunde. Andere jaren was het zo dat ze dat de scores van rekenen in het algemeen beter waren. Dit is een punt waar we alert op moeten zijn. Taal De spelling van niet-werkwoorden is beter gemaakt dan de spelling van werkwoorden. Dit zien we ook terug in onze eigen toetsen. Woordenschat en begrijpend lezen scoren naar verhouding wat minder dan schrijven en spelling. Rekenen en wiskunde De onderdelen getallen/bewerkingen en verhoudingen/breuken/procenten scoren ongeveer hetzelfde. Meten/meetkunde/tijd en geld scoren in verhouding wat lager. Dit zien we ook terug in onze eigen toetsen bij de projecttaken. Studievaardigheden Een uitschieter naar boven is het onderdeel hanteren van informatiebronnen en een uitschieter naar beneden is het onderdeel kaartlezen.
22
Jaarverslag 2012-2013 Lijstje met de belangrijkste stappen en acties uit 2013-2014: Opbrengsten Aan het einde van het vorige schooljaar hebben we een zgn. “schoolfoto” door een externe adviseur laten maken. We wilden graag weten welke dingen we goed doen en vooral moeten blijven doen en welke zaken we nog konden verbeteren. Vanuit het advies van de “schoolfoto” zijn we aan de slag gegaan met de effectieve instructie in de combinatiegroep en een krachtige taal/leesomgeving. Als eerste zijn we aan de slag gegaan met de taaldomeinen technisch lezen en leesbevordering. We hebben wat de opbrengsten betreft goede resultaten geboekt (zie ook H Resultaten van het onderwijs). Technisch lezen We zijn gestart met een nieuwe aanpak volgens de werkwijze van Kansrijke Combinatiegroepen. Het uitgangspunt hierbij is het efficiënt werken in de combinatiegroepen. Door het verbinden van de jaargroepen ontstaat ruimte en tijd om een goed afgestemd onderwijsaanbod te verzorgen voor alle kinderen. In januari hebben we ook een informatieavond gehouden voor de ouders over dit onderwerp. Leesbevordering De biebbus is dit schooljaar verdwenen en daarvoor in de plaats hebben we een wisselcollectie van de bibliotheek op school gekregen. Vanuit de gemeente hebben we ook nog ondersteuning gehad van een lees/mediacoach. Zij heeft o.a. allerlei ideeën, tips, lessen gegeven m.b.t. leesbevordering. Onze schoolbieb is helemaal uitgezocht en opgeschoond, we hebben veel nieuwe leesboeken aangeschaft.
De groepen 1/2 en 2/3 hebben samen met de peuterspeelzaal het project Leespret opgezet. Een project om het thuis (voor)lezen van peuters/kleuters te bevorderen. Woordenschat: 1 nieuwe collega´s heeft de training gevolgd van Met Woorden in de Weer. We hebben verder nog vooral besproken hoe we bij het semantiseren de interactie met/tussen kinderen kunnen activeren. Spelling We hebben een KWK (kwaliteitskaart) ontwikkeld. Hierop staat o.a. concreet uitgewerkt hoe een spellingles op ‘t Klosterhufke eruit ziet. Wereldoriëntatie M.n. in de bovenbouw hebben de groepen aan een aantal thema’s gewerkt m.b.v. van onderzoeksvragen. Groep 7/8 heeft bijna de hele lessencyclus “Relaties en seksualiteit” (van de GGD) behandeld. Engels: We zijn gestart met een nieuwe methode voor Engels. Ook de groepen 5 en 6 hebben een start met Engels gemaakt. Schrijven: groep 7 is gaan werken met Schrift (methode voor schrijven). Deze hadden we al ingevoerd voor groep 3, 4, 5 en 6. HGW (handelingsgericht werken): De werkwijze voor de meerbegaafde leerling (aanpak 3) is expliciet opgenomen in de groepsplannen. In de groepen 1/2 en 2/3 hebben we het groepsplan verder uitgewerkt tot een echt praktijkdocument, het zgn. themaplan. Verder hebben we een betere samenhang gemaakt tussen HGW en OGW (opbrengstgericht werken). We doen dit bijv. door ook de vaardigheidsscores en de vaardigheidsgroei van een groep op een bepaald vakgebied in kaart te brengen.
23
Jaarplan 2014-2015 De belangrijkste ontwikkeling voor het komende schooljaar is het opzetten en uitwerken van de constructie van de partnerschool met de St. Victorschool. De scholen zullen de meeste teamvergaderingen samen gaan uitvoeren, met als doel om te komen tot eenzelfde onderwijsinhoudelijke invulling. Op heel veel onderdelen werken de scholen al samen. Twee belangrijke onderwerpen waaraan samen gewerkt zal worden zijn: 1. Thematisch werken/onderzoekend leren De Victorschool heeft hier al meer ervaring mee. Hier kunnen we dus echt uitwisselen en van elkaar leren. Hoe ziet een les– en themastructuur eruit? Wat zijn goede onderzoeksvragen, hoe kunnen we een goede opbouw in samenwerkingsvaardigheden krijgen etc. De Victorschool werkt het hele jaar aan 6 thema’s. ‘t Klòsterhûfke zal een aantal van deze thema’s “meedraaien”. 2. Technisch lezen ‘t Klosterhufke is het afgelopen schooljaar hiermee van start gegaan. Deze leerkrachten kunnen dus veel uitwisselen met de leerkrachten van de Victorschool. Nieuwe leerkrachten van t Klòsterhûfke en de leerkrachten van de Victorschool gaan aan de slag met technisch lezen volgens de werkwijze van Kansrijke Combinatiegroepen. Uitgangspunt hierbij is het efficiënt werken d.m.v. het verbinden van de jaargroepen. Rond januari zal bekeken worden of er een gezamenlijke start gemaakt kan worden met een vakgebied volgens de werkwijze Kansrijke Combinatiegroepen.
Daarnaast zullen we m.b.t. de andere vakgebieden (rekenen, spelling, leesbevordering) verder gaan met de eigen ontwikkeling, maar vooral ook met de scholen uitwisselen en op 1 lijn komen. Passend Onderwijs Meer– en hoogbegaafden Het komende schooljaar start de bovenschoolse plusgroep van SPOM. De kinderen van leerjaar 7, die in aanmerking kwamen voor plaatsing zijn eind vorig schooljaar onderzocht. Leerlingen uit groep 8 kunnen mogelijk in aanmerking komen voor het excellentieprogramma op het Pax Christiecollege. Daarnaast is er voor de meerbegaafde kinderen op de eigen school ook een aangepast onderwijsaanbod voor diverse vakgebieden (aanpak 3). Het komend jaar gaan we aan de slag met het programma Acadin. In de groepen 1/2 worden de “denksleutels” ingezet bij elk thema. Dit zijn vragen/ opdrachten die kinderen aanzetten tot creatief, analytisch en praktisch denken. Kurzweil Kinderen met dyslexie kunnen dit programma als hulpprogramma gebruiken bij de dagelijkse activiteiten. Nieuwe directeur Bij de start van het nieuwe schooljaar zal de wervings– en selectieprocedure voor een nieuwe directeur voor ‘t Klòsterhûfke en de St. Victorschool van start gaan. De verwachting is dat deze procedure rond de herfstvakantie afgerond zal zijn. Tot die tijd zal Gerard Hofman als interim-directeur waarnemen.
24
’t Klòsterhûfke is een laagdrempelige school. De contacten met de ouders zijn open en gemoedelijk. Wij informeren de ouders over allerlei zaken die de ontwikkeling en de vorderingen van het kind betreffen. Wij vragen de ouders het ons te laten weten als er thuis iets gebeurt dat het gedrag van het kind op school kan beïnvloeden. Naast talloze informele momenten zijn er de volgende momenten waarop we met ouders contact hebben. Rapporten en ouderavonden Het rapport is een verslag van de leerkracht (en) over uw kind op school, met als doel: De mate van vordering en ontwikkeling van uw kind weer te geven. Een concrete basis te hebben voor het gesprek over de vorderingen en ontwikkeling van uw kind. Ieder kind krijgt een rapportagemap, waarin alle rapporten worden bewaard. In groep 1 en 2 is het rapport gebaseerd op het observatiesysteem van “Kijk”. In groep 3 t/m 8 wordt bij de vakgebieden gewerkt met beoordelingen (goed, voldoende enz). De mate van betrokkenheid wordt aangegeven door beoordelingen of “smileys”. Bij Algemeen vindt u onderdelen van sociale competentie (bijv. ervaringen delen, jezelf presenteren, samen spelen en werken, etc). In het rapport vindt u ook een bijlage met daarin de CITOresultaten van uw kind. Een ander onderdeel is het zgn. reflectieformulier. De kinderen uit groep 4 t/m 8 blikken hierin zelf terug op de afgelopen periode. Wij vinden het belangrijk dat uw kind zelf leert reflecteren.
Zo krijgt het kind inzicht in waar hij/zij sterk in is en waar hij/zij de komende periode extra op wil letten. Dit draagt ook bij aan de motivatie en de eigen verantwoordelijkheid van uw kind. De kinderen van groep 1 t/m 3 beschrijven dit nog niet zelf, maar laten dit in een tekening zien. Aan de ouder/verzorger, vragen wij ook om in een klein stukje aan te geven waar u trots op bent en waarom. Ook dit draagt enorm bij aan de motivatie van uw kind. Bij het rapport vindt u algemene handleiding en een handleiding voor het rapport van het betreffende leerjaar. De kinderen van groep 3 t/m 8 krijgen 2 rapporten: 1 in februari en 1 in juni. De leerlingen van groep 1 krijgen in juni een rapport mee naar huis. In groep 2 krijgen de kinderen een rapport in november en juni Er zijn ook een aantal momenten gepland voor de ouderavonden. U kunt dan in een 10minuten gesprek met de leerkracht praten over de ontwikkeling van uw kind. Voor groep 8 wordt in februari door de leerkracht het advies m.b.t. de keuze voor het Voortgezet Onderwijs besproken. De ouderavonden vinden als volgt plaats: Groep 0: juni. Groep 1: juni, facultatief februari* Groep 2: november en juni, facultatief februari* Groep 3 t/m 8: oktober en februari, facultatief april en juni* *Facultatief: De leerkracht kan u uitnodigen voor een gesprek. Het kan ook zijn dat u zelf behoefte heeft aan een gesprek. U kunt dan bij de leerkracht een afspraak maken.
25
Nieuwsbrief Elke 3 weken (zie ook kalender), ontvangt u via het e-mailadres wat u opgegeven heeft, de Nieuwsbrief. Hierin vindt u allerlei actuele, veelal praktische zaken. De “oude Schoolbabbel” wordt niet meer op papier uitgegeven. In plaats daarvan verzorgen de kinderen een aantal keren in het jaar in de Nieuwsbrief interessante informatie over het werken in de groep, het werken aan een thema etc. Het is van belang dat wij over uw juiste mailadres beschikken. Geeft u daarom wijzigingen meteen aan ons door. U kunt de Nieuwsbrief ook vinden op de website: www.klosterhufke.nl. Informatieavond In het begin van elk schooljaar ontvangt u een uitnodiging voor een informatieavond. U maakt kennis met de leerkracht(en) van uw kind, krijgt algemene informatie over de school en over specifieke zaken van het betreffende leerjaar. Gesprek met de leerkracht Naast genoemde voortgangsgesprekken vinden wij het heel belangrijk om een goed contact te hebben met de ouders. Bij problemen of vragen nemen wij dan ook direct contact op. Wij verwachten dat ouders dat ook doen! Het is dan wenselijk om een afspraak te maken met de leerkracht, zodat deze voldoende tijd kan vrijmaken. Voor een korte vraag of mededeling kunt u bij voorkeur terecht na schooltijd. Gesprek met directeur De directeur heeft geen officieel spreekuur. U kunt hem/haar altijd aanspreken. Indien nodig wordt een afspraak gemaakt. Na de zomervakantie wordt de procedure voor de werving van een nieuwe directeur opgestart. Tot die tijd zal de heer Gerard Hofman als interim-directeur werken.
Wij vinden het belangrijk dat vragen die u heeft, kritische opmerkingen, tips etc. bij ons op school terechtkomen. Als wij het niet horen, blijft u er mee rondlopen en wij kunnen er ook niets mee. Loopt u even bij de leerkracht of de directeur binnen en leg uw gedachten of probleem voor. Informatieplicht en gescheiden ouders Iedere ouder heeft in principe recht op informatie over zijn/haar kinderen. Ouders die gescheiden zijn, die niet meer bij elkaar wonen en wel het gezag hebben, hebben dus allebei recht op alle relevante informatie over hun kind. Ouders die geen gezag meer hebben over hun kind, hebben ook recht op informatie over hun kind. Er zijn voor scholen twee uitzonderingen: Informatie die niet op gelijke wijze verschaft kan worden aan degene die met het gezag is belast, behoeft niet verstrekt te worden. Als de school van oordeel is dat het belang van het kind zich verzet tegen het verschaffen van die informatie, behoeft die niet gegeven te worden. Schriftelijke/digitale informatie wordt aan beide ouders verstrekt. In overleg kan worden afgesproken op welke wijze. Bij mondelinge informatie worden in principe beide ouders op een gelijk tijdstip uitgenodigd. Ouderenquête Elke vier jaar vragen we de ouders een enquête in te vullen. Zo weten we waar ouders tevreden over zijn, wat zij sterk/zwak vinden, hoe we onze school kunnen verbeteren. Ouderhulp op onze school Wij vinden het heel fijn dat een groot aantal ouders zich actief wil inzetten voor de school. Er worden regelmatig activiteiten georganiseerd, waarbij de hulp van ouders onontbeerlijk is. Tweemaal per jaar ontvangt u een formulier waarop u zich kunt aanmelden voor ouderhulp.
26
Oudervereniging Waarom een OV (oudervereniging)? De oudervereniging behartigt het algemeen belang van de ouders. Want naast het contact dat iedere ouder met de school heeft over de eigen kinderen, zijn er een heleboel dingen van belang voor álle ouders en de kinderen. Die belangen kan een oudervereniging behartigen met ondersteuning van de ouders. Dus met uw medewerking en hulp. Het gaat hierbij niet om bestuurlijke zaken, want daarvoor is er de Medezeggenschapsraad. Een oudervereniging wil zeggen, dat alle ouders bij de activiteiten van de oudervereniging betrokken kunnen zijn: alle ouders kunnen meebepalen wat er gaat gebeuren en hoe. U kunt altijd bepaalde zaken bij het bestuur van de oudervereniging naar voren brengen. Er kan dan over gesproken worden, bijvoorbeeld op een ledenvergadering. Lidmaatschap OV U bent lid van de OV, wanneer uw kind(-eren) op 't Klòsterhûfke zitten. Als uw kind op school wordt ingeschreven, wordt u ook automatisch lid. Als uw laatste kind van school vertrekt, stopt uw lidmaatschap ook automatisch weer. Alle bepalingen rond de vereniging kunt u lezen in de statuten en het huishoudelijk reglement. Deze zijn bij het bestuur verkrijgbaar. Wat doet het bestuur van de OV? Het bestuur houdt zich bezig met de volgende zaken: In samenwerking met het team regelt het bestuur van de OV de ouderhulp op school. Er worden steeds afspraken gemaakt met het team bij welke activiteiten ouders mee kunnen werken. Dit kan dan hulp zijn bij de uitvoering, maar ook steeds meer worden ouders in de gelegenheid gesteld om mee te doen in de voorbereiding van de verschillende activiteiten, zoals uitstapjes, spelletjesdag, enz.
Ook helpen ouders mee bij verschillende onderwijsactiviteiten, zoals knutselen en spelletjes, speel-leermiddagen, handvaardigheid enz. Bij bijzondere activiteiten en vieringen is ouderinbreng mogelijk en vaak zelfs nodig. Ten slotte zijn ouders actief bij zogenaamde "verzorgende" activiteiten, zoals vervoer, klussen, schoonmaken van materiaal, enz. Aan het begin van het schooljaar krijgt u een ouderhulpformulier, waarop u kunt aangeven waarmee u het komende jaar wilt helpen. De hulp van iedere ouder wordt erg op prijs gesteld! Het bestuur van de OV voert regelmatig overleg met het team over allerlei schoolzaken: vieringen, planning van activiteiten, etc. Voor de MR kan het bestuur van de OV achterban fungeren. Wie zitten er in het bestuur van de oudervereniging? Alle groepscontactouders vormen samen het bestuur. Hij/zij heeft een zittingstermijn van drie jaar. Als er een vacature is, wordt u hiervan op de hoogte gebracht d.m.v. een oproep in de Nieuwsbrief. De samenstelling in 2014-2015 is al volgt: Voorzitter: Tot aan de jaarvergadering in september Daphne van de Pas. Daarna Henriëtte Willems Secretaris: Lorette Brouwer Penningmeester: Joyce Jilesen Leden/groepscontactouder: Anita Engelaar Ellis Verschuren Cendy Wijnia Noortje Tissen Nancy Peters Saskia Theunissen
27
Wat doet de groepscontactouder? De groepscontactouder levert een belangrijke bijdrage aan de school. Hij/zij is gekoppeld aan een groep en helpt de groepsleerkracht bij de organisatie en uitvoering van allerlei activiteiten. Aan de hand van de ingevulde ouderhulpformulieren coördineert de groepscontactouder de inzet van verschillende ouders bij de activiteiten. Hij/zij is voor vragen en suggesties het aanspreekpunt voor ouders en leerkracht. Ouderbijdrage De ouderbijdrage is géén contributie aan de oudervereniging. De ouderbijdrage wordt gebruikt voor het bekostigen van activiteiten voor de kinderen. Daaronder vallen: vieringen met Sinterklaas, Kerstmis, carnaval, spelletjesdag, schoolreisje, zwemmen, enz. Waarvoor wordt het geld gebruikt: Kosten van allerlei activiteiten op school, zoals boven al genoemd. Een gedeelte van de kosten van de culturele schoolactiviteiten. De kinderen krijgen hierdoor 1 á 2 keer per jaar een voorstelling met toneel, muziek, dans, enz. Het lidmaatschap van de N.K.O. We krijgen hiervoor informatie op het gebied van ouderparticipatie. Ook vertegenwoordigt de N.K.O. ouders op landelijk overleg. Een klein gedeelte van de bijdrage wordt besteed aan de verjaardag van de leerkracht. Dit wordt geregeld door de groepscontactouder. Niet ieder kind hoeft apart met een cadeautje te komen. Tekeningen en knutselwerkjes blijven natuurlijk altijd welkom. De totale leerlingbijdrage was voor 2013-2014 als volgt samengesteld: Groep 1 en 2: Leerlingbijdrage € 25,- + schoolreisje € 21,50 = € 46,50. Groep 3 t/m 7: Leerlingbijdrage € 25,- + schoolreisje € 20,50= € 45,50.
Groep 8: Leerlingbijdrage € 25,- + schoolreisje € 20,50 + kamp € 32,- = € 77,50.
Betaling van de ouderbijdrage is niet verplicht maar vrijwillig. Het is echter wel van essentieel belang voor het kunnen organiseren van bovengenoemde activiteiten! Niet betalen kan als gevolg hebben dat een activiteit niet door kan gaan of dat uw kind aan een bepaalde activiteit niet zal kunnen deelnemen. Heeft u vragen of problemen m.b.t. de betaling neemt u dan contact op met onze penningmeester of met de directeur van de school. Wellicht kunnen we in overleg kijken naar een oplossing. U ontvangt in het begin van het schooljaar een formulier waarop het te betalen bedrag staat. Het komende schooljaar wordt de ouderbijdrage in oktober geïnd. De ouderbijdrage wordt beheerd door het bestuur van de oudervereniging. In het financiële overzicht kunt u zien hoe het geld besteed is. Bij de jaarvergadering in september krijgt u dit overzicht. De hoogte van de ouderbijdrage wordt steeds op de jaarvergadering opnieuw vastgesteld.
28
Medezeggenschapsraad
Wat doet de MR (medezeggenschapsraad)? In de Wet Medezeggenschap op Scholen is de inspraak van zowel ouders als teamleden geregeld. De MR geeft op de school invulling aan deze wet. De MR komt in actie wanneer er sprake is van toestemming, instemming en/of van advies. Dit ligt per school vast in het reglement Medezeggenschapsraad, dat in goed overleg tussen MR en bestuur is vastgesteld. Deze is te vinden op onze website. De MR (medezeggenschapsraad) van ’t Klòsterhûfke bestaat uit een ouder- en personeelsgeleding, die evenredig zijn vertegenwoordigd. De directeur bezoekt als adviseur regelmatig de MR-vergadering.
Wat is de GMR? Stichting SPOM heeft een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR), die onderwerpen bespreekt die voor alle MR-en van de afzonderlijke scholen van het bestuur van belang zijn. Het spreekt vanzelf dat ook de bevoegdheden van de GMR nauwkeurig in een reglement zijn vastgelegd. Zowel MR als GMR zijn bevoegd om voorstellen te doen, standpunten kenbaar te maken, adviezen te geven, instemming te verlenen of zich te onthouden van voorstellen van het bestuur. De vormgeving en uitvoering van het beleid van een school is steeds meer een taak van ouders, leerkrachten, directie en bestuur samen. Alle onderwerpen die op de school van belang zijn, komen in de MR aan bod. Mocht u een bepaald onderwerp graag behandeld willen zien, dan kunt u dat bij de MR aankaarten. De vergaderingen van MR en GMR zijn, tenzij anders vermeld, openbaar.
Wie zitten er in de MR? De MR op onze school bestaat uit vier leden. Twee leden worden gekozen uit en door de ouders, twee leden worden gekozen uit en door het personeel van de school. Er is een rooster van aftreden. Namens de ouders hebben zitting: Chantal Koot en Petra Ariens. Namens de leerkrachten hebben zitting: Mariska Dobbelstein en Daisy Joseph.
29
Klachtenregeling Als schoolorganisatie voelen wij ons verantwoordelijk voor een eerlijke en zorgvuldige omgang met allen die betrokken zijn bij het onderwijsproces. Wij streven naar een open communicatie tussen ouders, leerlingen, medewerkers en schoolleiding. Wij zijn erop gericht dat het onderwijs voor uw kind optimaal is, leerkrachten met vertrouwen en plezier kunnen werken, misverstanden vroegtijdig worden opgehelderd en klachten in onderling overleg op correcte wijze worden afgehandeld. De SPOM-scholen zien een klacht als een gratis advies om het beter te doen. Uw vragen, opmerkingen en klachten helpen ons de kwaliteit van het onderwijs continue te verbeteren. Schroomt u daarom niet om de leerkracht of de schoolleiding te benaderen, als u zorgen heeft over de kwaliteit van het onderwijs. Wacht niet te lang, want hoe sneller u met de direct betrokkenen communiceert, hoe sneller een probleem voorkomen of opgelost wordt. Als ouder/verzorger bent u altijd vrij om, afhankelijk van de situatie, te kiezen met wie u uw zorg of klacht bespreekt. Hoewel wij als organisatie de voorkeur geven aan het bespreken van de klacht met de direct betrokkenen, vaak is dat de leerkracht en/of de schoolleiding, staat het u als ouder altijd vrij om direct een klacht in te dienen bij het bevoegd gezag (de bestuurder van SPOM dan wel bij de landelijke klachtencommissie. SPOM is aangesloten bij drie klachtencommissies*).
De contactgegevens treft u hier aan: Voor het katholiek onderwijs: Klachtencommissies voor het Katholiek Onderwijs, postbus 82324, 2508 EH Den Haag, tel: 070-3925508, 9.00 – 12.00 uur bereikbaar www.geschillencies-klachtencies.nl; Voor het openbaar onderwijs: Landelijke Stichting Onderwijsgeschillen, Postbus 85191, 3508 AD Utrecht, tel: 030-2809590, www.onderwijsgeschillen.nl Voor het Christelijk Onderwijs: Landelijke Klachtencommissie Christelijk Onderwijs, postbus 82324, 2508 EH Den Haag, tel: 070-3861697, www.klachtencommissie.org *) Met ingang van 1 januari 2014 is SPOM alleen aangesloten bij de Landelijke Stichting Onderwijsgeschillen. Om klachten zo goed mogelijk op te lossen beschrijven wij hier: A) tips om uw zorg of klacht zo snel mogelijk gezamenlijk op te lossen; B) de mogelijkheden voor een nader onderzoek en klachtenbemiddeling; C) de meldplicht bij de vertrouwensinspecteur. A) Zorg of klacht gezamenlijk oplossen Een bepaalde situatie in de dagelijkse gang van zaken op school baart u zorgen c.q. keurt u af. U wilt de situatie toegelicht en opgehelderd hebben door de directe betrokkenen (veelal de groepsleerkracht en/of de schoolleiding). Hierbij enkele tips voor het voeren van een goed gesprek in ‘moeilijke’ situaties:
30
Voor het gesprek:
Tijdens het gesprek:
1.Welke situatie wilt u onder de aandacht bren-
1.Beschrijf de situatie vanuit uw standpunt,
gen?
breng uw gevoel onder woorden en stel uw vragen.
2.Welke gevoelens heeft u over de situatie? 3.Wat is uw feitelijke informatie en wat zijn in-
2.Geef aan of uw zorg weggenomen is c.q. of u
4.Welke vragen wilt u stellen om een compleet
opmerkingen wilt plaatsen of een klacht onder woorden wilt brengen.
beeld van de situatie te krijgen?
3.Geef aan of anderen erbij betrokken of geïn-
5.Wie kan/kunnen uw vragen het beste beant-
formeerd moeten worden?
woorden? Zie ook onderstaand schema.
4.Is er behoefte om het besprokene c.q. de
6.Maak een afspraak om rustig te kunnen pra-
afspraken schriftelijk vast te leggen?
ten.
5. Is er aan het eind van het gesprek nog spra-
7.Wat wilt u na het gesprek bereikt hebben? 8. Wilt u met betrekking tot de situatie in
ke van een klacht, die nader onderzocht c.q. zorgvuldig opgelost dient te worden? Zo ja, neem dan contact op met de contactpersoon (zie volgende paragraaf).
drukken die u wilt controleren?
hoofdzaak vragen, opmerkingen of klachten overbrengen? Bij wie brengt u uw zorg c.q. klacht onder de aandacht: Klacht van onderwijskundige aard, o.a.: methode aanpassing toetsing, beoordeling pedagogische benadering
Klacht over ongewenste gedragingen van kinderen o.a.:
Klacht van schoolorganisatorische aard (maatregelen, nalatigheid) o.a.: vakanties, vrije dagen schoolbijdrage inzetten toetscapaciteit schoonmaken functioneren van / samenwerking met medewerkers
Klacht over ongewenste gedragingen van volwassenen: - seksueel misbruik - (seksuele) intimidatie - fysiek- of geestelijk misbruik - racisme - discriminatie
agressie geweld
Gesprek met de groepsleerkracht
Interne contactpersoon
Indien geen bevredigend resultaat: gesprek met de
Gesprek met de schoolleiding
Indien geen bevredigend
Indien geen bevredigend resultaat, evt. via interne contactpersoon, doorverwijzing naar commissie van ver-
resultaat: (evt. via interne contactpersoon )
Onafhankelijke vertrouwenspersonen bespreken/geven advies/ bemiddelen of verwijzen door
(Indien geen bevredigend resultaat: )Klacht indienen bij bestuurder SPOM of landelijke klachtencom-
Bestuurder SPOM neemt passende maatregelen
Nader onderzoek en klachtenbemiddeling zie voor de procedure voor het indienen van een formele klacht bij de klachtencommissie de Klachtenregeling van SPOM.
31
B) Nader onderzoek en klachtenbemiddeling Een bepaalde situatie in de dagelijkse gang van zaken op school baart u zorgen c.q. keurt u af. U wilt de directe betrokkenen (nog) niet confronteren met uw zorg of klacht: - omdat u niet precies weet, wie u het beste kan helpen; - gezien de aard van de situatie; - gezien de behoefte aan nader onafhankelijk onderzoek. U neemt daarom contact op met de contactpersoon van de school. Deze kan u helpen de betrokkenen te benaderen, de vertrouwenscommissie te laten bemiddelen of een formele klachtenprocedure in gang te zetten. Ook als u tevergeefs geprobeerd heeft met betrokkenen een oplossing te vinden kunt u contact opnemen met de contactpersoon. Als schoolorganisatie voelen wij ons verantwoordelijk voor een eerlijke en zorgvuldige omgang met allen die betrokken zijn bij het onderwijsproces. In het geval van klachten streven wij dan ook zoveel mogelijk naar het principe van ‘hoor en wederhoor’ zoals dat in ons rechtssysteem gebruikelijk is.
De contactpersoon begeleidt u bij het inschakelen van een vertrouwenspersoon en zal achteraf bij u nagaan of de klacht naar tevredenheid is opgelost.
1) Contactpersoon Op elke school is een medewerker als contactpersoon benoemd (geen schoolleiding). Voor onze school is dat Igni Bergers. De contactpersoon luistert naar uw verhaal en stelt vragen om helder te krijgen wat de juiste plek is om uw klacht te behandelen. Hij/zij heeft geen bevoegdheid om klachten inhoudelijk te onderzoeken, te beoordelen of te behandelen. De contactpersoon zal in eerste instantie nagaan of en hoe alle mogelijkheden benut zijn/ worden, om de klacht binnen school, met de groepsleerkracht en de schoolleiding, op te lossen. Indien dit niet gelukt is of wenselijk is, dan wordt met u besloten waar de klacht voor nader onderzoek c.q. behandeling voorgelegd wordt.
3) Landelijke klachtencommissie Indien een klacht binnen- of bovenschools niet naar tevredenheid is of kan worden opgelost, kan een beroep worden gedaan op de wettelijke klachtenregeling. Op grond van deze regeling is elk schoolbestuur verplicht om een klachtencommissie in te stellen of aan te sluiten bij een landelijke klachtencommissie. Het bestuur van de stichting SPOM is aangesloten bij drie landelijke klachtencommissies: Voor het katholiek onderwijs: de landelijke klachtencommissie voor het Katholiek onderwijs. Voor het algemeen christelijk onderwijs: de landelijke klachtencommissie voor het Christelijk onderwijs. Voor het openbaar onderwijs: Commissie voor Onderwijsgeschillen.
2) Commissie van Vertrouwenspersonen De commissie begeleidt, geeft bijstand en verwijst de klager naar gelang de situatie en de behoefte van de klager. Zij kan naar eigen inzicht bemiddelen tussen klager en aangeklaagde en functioneert daarbij binnen de kaders van de klachtenregeling. De commissie verheldert en bemiddelt, maar oordeelt niet. De klachtenregeling ligt voor u op school ter inzage en is tevens na te lezen op de website:www.spommaasenwaal.nl onder de keuze “Organisatie”. De leden van de commissie van vertrouwenspersonen zijn onafhankelijk, d.w.z. zijn niet aan SPOM verbonden, en komen uit de regio: Mevr. A. Goeman-Goselink: 0487-589387 of 06-53177670 (werk) en 024-6751156 of 0623773057 (privé) Dhr. C. Bartholomeus: 0487-506001(privé) of 0344-656741(werk)
32
Betrokken partijen worden (afzonderlijk) gehoord en binnen twee maanden kunt u een uitspraak verwachten. Wendt u zich tot de klachtencommissie, dan kunt u zich laten adviseren door (één van de leden van) de commissie vertrouwenspersonen.
Heeft u een klacht, maar twijfelt u of een onderzoek door de klachtencommissie een geëigende weg is, dan kunt u bij de commissie vertrouwenspersonen terecht voor informatie en advies.
C) Vertrouwensinspecteur Ieder schoolbestuur is wettelijk verplicht bij een vermoeden van seksueel misbruik contact op te nemen met de vertrouwensinspecteur van de Inspectie van het Onderwijs. Onderwijsinstellingen en ook leerlingen kunnen eveneens contact opnemen met de vertrouwensinspecteur als zich situaties van ernstig fysiek en geestelijk geweld hebben voorgedaan. De vertrouwensinspecteurs zijn te bereiken via het centraal meldpunt vertrouwensinspecteurs via telefoonnummer: 09001113111.
U kunt uw klacht schriftelijk indienen bij de secretaris van één van de klachtencommissies. Zie hiervoor de richtlijnen en contactadressen. De klachtencommissie onderzoekt een klacht, doet een uitspraak over de (on)gegrondheid van de klacht en kan in haar advies tevens een aanbeveling doen over de door het schoolbestuur te treffen maatregelen. Het onderzoek door de klachtencommissie verloopt volgens een vast omschreven klachtenprocedure.
33
Advies- en meldpunt Kindermishandeling Wanneer een heel sterk vermoeden is dat kinderen in aanraking komen met een bepaalde vorm van kindermishandeling, moeten wij dit melden bij het bureau Advies en Meldpunt Kindermishandeling. Dit geldt trouwens voor iedereen die zich zorgen maakt over kinderen in zijn of haar omgeving. U kunt contact met dit bureau opnemen en uw zorgen met hen bespreken. Het landelijk telefoonnummer is 09001231230.
Meteen na de vierde verjaardag bezoekt het kind vier dagen per week onze school. In overleg met ouders kan anders besloten worden. Als uw kind vier wordt kort voor de zomervakantie, wordt in overleg gekeken of uw kind beter na de grote vakantie kan starten. Dit ligt ook aan de grootte van de kleutergroep op dat moment. Als een kind enkele weken op school zit, ontvangt u een uitnodiging van de groepsleerkracht voor een uitgebreider intakegesprek. Kinderen die van een andere school op ’t Klòsterhûfke komen, krijgen de ruimte om aan de nieuwe situatie te wennen. Na bestudering van het onderwijskundig rapport van de vorige school, eventueel aangevuld met eigen toetsen, bepalen we het niveau van het kind en zetten we, indien nodig, gerichte begeleiding in. Na enkele weken maakt de leerkracht een afspraak met de ouders voor een uitgebreider intakegesprek.
Aanmelding, toelating en intake Afgelopen schooljaar was er voor alle scholen van SPOM een gelijktijdige datum voor aanmelding van nieuwe leerlingen. Op dit moment is nog niet duidelijk of dat voor het komende schooljaar ook weer het geval zal zijn. U wordt daarover nog geïnformeerd. Na inschrijving wordt u door de directeur uitgenodigd voor een aanmeldgesprek. Dit geldt ook bij plaatsing van kinderen vanuit een andere basisschool. Uw kind mag in principe vijf dagdelen vóór zijn of haar vierde verjaardag op ‘t Klòsterhûfke meedraaien om aan de school en de groep te wennen. Dit m.u.v. periodes waarin de wenperiode vlak voor een vakantie valt.
Arbo Onze school kent een Arbo-werkgroep waarin leerkrachten zitting hebben. Jaarlijks maken zij een plan van aanpak, waarin zaken worden opgenomen die de veiligheid voor iedereen in school nog beter kunnen waarborgen. Ook zijn enkele leerkrachten geschoold als bedrijfshulpverlener. Op onze school zijn dat: Carolien Braam Mariska Dobbelstein Eveline Sutmuller Zij weten hoe te handelen indien zich gevaarlijk situaties in school voordoen. In alle klassen hangt een ontruimingsplan en jaarlijks worden er ontruimingsoefeningen gehouden door de hele school. In de medezeggenschaps-raad wordt het arbo-beleidsplan besproken en vastgesteld.
34
Buitenschoolse opvang Sinds augustus 2012 heeft SPOM met de bouw van Integraal Kindcentrum De Kubus (IKC) in Druten een eigen voorziening voor BSO en KDV. Behalve de kinderen van basisschool De Kubus, kunnen ook kinderen van andere scholen in Druten en omgeving van deze mogelijkheid gebruik maken. Aanmelding is mogelijk via de site: www.ikcdekubus.nl
Fietsen op school Alle kinderen komen zoveel mogelijk te voet naar school. Moet uw kind toch met de fiets naar school, dan moet de fiets in de fietsenstalling geplaatst worden. Fietsen op de speelplaats mag niet. De school kan op geen enkele manier aansprakelijk gesteld worden voor diefstal of vernielingen van fietsen.
Voor de andere scholen van SPOM wordt het zgn. makelaarsmodel gehanteerd. Dat betekent concreet dat SPOM de organisatie voor BSO heeft neergelegd bij twee aanbieders voor kinderopvang in onze regio: Catalpa en Le Papillon. SPOM heeft de scholen geclusterd om op deze wijze voldoende aanmeldingen te hebben om BSO op te starten. Dat betekent dat de aanbieders in een paar grotere dorpen een BSO hebben opgestart en dat vanuit andere dorpen kinderen door de aanbieders naar de BSOvoorziening vervoerd worden.
Gevonden voorwerpen In de aula staat een houten kist met gevonden voorwerpen. Checkt u deze regelmatig als u iets kwijt bent. Na verloop van tijd worden de spullen die niet opgehaald worden aan een goed doel gegeven.
Voor onze school heeft SPOM het volgende geregeld: IKC de Kubus in Druten biedt in Druten, Afferden, Deest en Puiflijk kinderopvang van 0 tot 4 jaar aan en voor – en naschoolse opvang van 4 t/m 12 jaar. Ouders zijn vrij in de keuze van de aanbieder. Het kan zijn dat zij liever met de andere aanbieder in zee gaan. Hiervoor kunnen zij zelf contact opnemen met de betreffende organisatie.
Hoofdluis Na elke vakantie controleren de “kamouders” alle kinderen op hoofdluis. Wij proberen het probleem rondom hoofdluis hierdoor zo goed mogelijk te beheersen. Nog geregeld komt het voor dat er bij kinderen hoofdluis wordt geconstateerd. Het is een vervelends iets, wat iedereen kan krijgen en niets te maken heeft met een slechte hygiëne. Hoofdluis is uitsluitend door regelmatige controle te bestrijden. Ons beleid is erop gericht om op vaste controlemomenten, die steeds gepland zijn na een vakantie, alle kinderen te controleren op hoofdluis.
Fruit op school Voorgaande jaren namen de kinderen op dinsdag t/m donderdag alleen fruit en/of groenten als tussendoortje ‘s ochtends mee naar school. Met ingang van dit schooljaar 2014-2015 is dit voor alle dagen verplicht (dus van maandag t/ m vrijdag). Daarnaast zien wij het liefst, conform de richtlijnen van de GGD, dat uw kind gewoon water als drinken meeneemt. Dit laatste is echter niet verplicht. Wilt u het fruit voor uw kind in groep 1/2 en 2/3 in een bakje meegeven en het drinken in een beker. Graag voorzien van naam.
35
Huiswerk Tijdens de lessen leren kinderen hoe je moet studeren, hoe je taken over een bepaalde tijd kunt verdelen en hoe je dat het beste kunt aanpakken. In incidentele gevallen wordt in de middenbouwgroepen huiswerk (maak– of leerwerk) meegegeven. Ter voorbereiding op het maken van huiswerk in het voortgezet onderwijs wordt in groep 7 1 x per week en in groep 8 2 x per week huiswerk meegegeven. Dit kan zowel leer- als maakwerk zijn. Jaarkalender Deze wordt ieder jaar aan het begin van het schooljaar meegegeven. Hierin staat aanvullende informatie van de schoolgids en zaken die ieder jaar wijzigen zoals groepsbezetting, vakanties, leden MR en OR etc. Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling Sinds januari 2012 is het voor het primair onderwijs verplicht om de Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling te hanteren. De meldcode is een stappenplan dat de school ondersteunt in de omgang met signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Het formeel vastleggen van die stappen zorgt voor een zorgvuldige proces vanaf het moment dat signalen worden opgevangen tot het moment dat een beslissing over een eventuele melding moet worden genomen. De meldcode is op de website van de school in te zien.
Medische handelingen op school. Soms komt het voor dat uw kind tijdens schooltijd ziek wordt. Wij willen u graag op de hoogte brengen van de handelwijze die de school op dat moment hanteert. Allereerst zullen wij proberen telefonisch contact met u als ouder/verzorger op te nemen om met u te overleggen wat er moet gebeuren. Wanneer u als ouder niet bereikbaar blijkt te zijn zullen wij als school afwegen of wij voor uw kind de huisarts zullen raadplegen. Als school/leerkracht van uw kind mogen wij geen medicijnen verstrekken zonder dat daarvoor uw schriftelijke toestemming is gegeven. Dat betekent dat wij zonder die toestemming ook geen kinderparacetamol of andere huismiddelen aan uw kind zullen geven. Een andere situatie doet zich voor als uw kind medicijnen door de huisarts of specialist voorgeschreven heeft gekregen die op regelmatige basis moeten worden ingenomen en dus ook tijdens schooluren. U kunt daarbij denken aan pufjes voor astma, antibiotica of zetpillen bij toevallen. Wanneer u wilt dat de leerkracht deze medicijnen tijdens schooluren toedient, dan is daarvoor uw schriftelijke toestemming nodig. De school beschikt over een formulier dat daarvoor kan worden gebruikt. De leerkracht van uw kind is echter niet verplicht om aan uw verzoek gehoor te geven. Als hij/zij zich niet bekwaam genoeg acht om de medicijnen toe te dienen dan kan dit geweigerd worden. U zult dan een andere oplossing moeten zoeken door bijvoorbeeld zelf op te school te komen om de medicijnen toe te dienen. Voor het verrichten van medische handelingen, bijvoorbeeld het toedienen van een injectie, is behalve uw schriftelijke toestemming ook een bekwaamheidsverklaring nodig van de leerkracht. Een arts of andere deskundige zal na een gedegen instructie bepalen of de leerkracht bekwaam kan worden verklaard voor het verrichten van die handeling.
36
Deze handeling wordt dan in opdracht van de arts uitgevoerd. De betreffende formulieren zijn op school beschikbaar. De hierboven weergegeven regels zijn vastgelegd in een protocol Medisch handelen, dat is opgesteld door de GGD Nijmegen en dat door onze school wordt gehanteerd. Voor de tekst verwijzen wij u naar de website van de school.
Wat kan de Schoolmaatschappelijk werkster u bieden? advies en informatie bemiddeling tussen ouders en school gesprekken over uw kind of over de thuissituatie bijv. op school of bij u thuis verwijzing, indien nodig en in overleg bijvoorbeeld; SPD, Bureau Jeugdzorg, CJG etc.
Ondersteunende instellingen Schoolmaatschappelijk werk Onze schoolmaatschappelijk werksters kunnen deel uit maken van het team van zorg en begeleiding bij ons op school (naast de intern begeleider, schoolbegeleider etc.). De schoolmaatschappelijk werkster kan zowel leerkrachten als ouders ondersteunen. Op verzoek van de school kan de schoolmaatschappelijk werkster een afspraak met u maken en/of op huisbezoek komen. Wanneer kunt u een beroep op de Schoolmaatschappelijk werkster doen? Als u vragen heeft over opvoeding zoals: mijn kind wil niet luisteren mijn kind heeft moeite met eten en/of slapen mijn kind zit niet lekker in zijn vel. Als er in de thuissituatie zich problemen voordoen zoals: scheiding ruzie met ouders overlijden of ziekte van een dierbaar persoon. Als uw kind problemen heeft vanuit zichzelf of in de schoolsituatie zoals: in omgang met vriendjes/vriendinnetjes last heeft van angsten zoals bijv. faalangst depressie concentratieproblemen pesten of gepest worden.
Privacy De schoolmaatschappelijk werker heeft een beroepsgeheim. Alles wat besproken wordt, is strikt vertrouwelijk. Alleen met toestemming van ouders kan er informatie worden doorgegeven aan derden. Voor meer informatie kunt u zich wenden tot de intern begeleider van de school.Suzan Greutink en Fikriye Horuz-Aslan zijn als maatschappelijk werker verbonden aan WSNS Maas en Waal. Zij zijn te bereiken via de intern begeleider van onze school. Als u hen buiten de school om wilt benaderen kunt u het algemeen nummer van SBO De Dijk bellen (0487-512694) op maandag- en woensdagochtend tot 12 uur. Uw gegevens worden genoteerd en u wordt uiterlijk binnen 4 dagen door een maatschappelijk werkster teruggebeld. U kunt ook via e-mail vragen of zij contact met u opnemen:
[email protected] (vermeld dan uw naam, telefoonnummer en de school). Uiterlijk binnen vier dagen wordt door de maatschappelijk werker die de aanvraag in behandeling neemt, contact opgenomen. Voor verdere informatie verwijzen wij u naar de schoolgids.
37
Logopedie op school ’t Klòsterhûfke wordt elk jaar vanuit de gemeente bezocht door een logopedist. Tot het takenpakket van de logopedist behoort het screenen van kinderen van groep 2 en adviseren van ouders en leerkrachten. Kinderen die een behandeling nodig hebben, worden doorverwezen naar een logopedist in de regio. Deze verwijzing geschiedt altijd via de huisarts. De behandeling wordt meestal vergoed door het ziekenfonds. Van de GGD Gelderland-Zuid De GGD biedt jeugdgezondheidszorg op maat. Dat wil zeggen dat we de zorg afstemmen op de behoeften van ouders en kind. Aanbod 2014-2015 Speciale aandacht voor 5-,8– en 11-jarigen. Wij screenen alle kinderen van 5,8 en 11 jaar. Ze worden gewogen (met kleren aan) en gemeten. Bij de kinderen van 5 en 11 jaar testen we ook de ogen. De ouders ontvangen hierover tijdig bericht en kunnen aangeven of zij bij de screening van hun kind aanwezig willen zijn. Ouders ontvangen een lijst met vragen en aandachtspunten. Daarop kunnen zij aangeven welke vragen er leven rond hun kind, en of zij een afspraak met een medewerker van de Jeugdgezondheidszorg willen maken. Na de screening krijgen de kinderen een brief mee naar huis met de uitkomsten. Iedereen kan een afspraak maken De GGD wil bereikbaar zijn (ouders van ) alle leerlingen op school. Heeft u als ouder vragen over opvoeding, groei, en/of ontwikkeling van uw kind? Dan kunt u altijd een gesprek aanvragen met een van de medewerkers van de GGD. Tijdens dit gesprek zoeken we samen naar mo-
gelijkheden om de gezondheid en het welzijn van uw kind (verder) te verbeteren. U kunt bellen met het bedrijfsbureau (024)3297111, bereikbaar op werkdagen tussen 8.30 uur en 14.00 uur. Zij zullen een medewerker vragen contact met u op te nemen. Individuele aandacht via het intern zorgteam Medewerkers van het Jeugdgezondheidsteam nemen indien mogelijk deel aan de zorgstructuur op school. In dit overleg bekijken we samen met andere professionals welke extra ondersteuning een kind mogelijk nodig heeft. Aandacht voor gezondheid voor alle leerlingen Behalve op individueel niveau geeft de GGD ook “schoolbreed” aandacht aan de gezondheid van leerlingen. Zo wordt er op verschillende manieren aandacht gegeven aan thema’s als: gezonde voeding, beweging, mondgezondheid, roken, alcohol, relaties en seksualiteit, veilige schoolomgeveing en omgaan met elkaar. Samenstelling Schoolgezondheidsteam. Schoolarts: Gerda Teunissen van Manen Doktersassistent: Marion van Beuningen Sociaalverpleegkundige: Warden Wolfert Team Jeugdgezondheidszorg Bureau Jeugdzorg Op het moment dat een kind en/of gezin hulp nodig heeft die buiten de mogelijkheden van het onderwijs ligt, kan Bureau Jeugdzorg ingeschakeld worden. Leerkrachten kunnen Bureau Jeugdzorg om advies vragen en ouders kunnen Bureau Jeugdzorg daadwerkelijk om hulp vragen. Een vertegenwoordiger van Bureau Jeugdzorg participeert ook binnen het zorgplatform van ons WSNS samenwerkingsverband.
38
Overblijven/Tussenschoolse opvang (TSO) Onze overblijfmedewerkers staan weer klaar om tussen 12.00 uur en 13.00 uur het overblijven op school te verzorgen. Aanmelden voor het overblijven kunt u, uiterlijk 1 dag van tevoren, via de mail:
[email protected]. Of u kunt bellen of smsen naar: Bernadette Mulders: 06-21860691. De kosten voor de strippenkaarten zijn als volgt: 5 x € 8,75 / 10 x € 17,50 / 20 x € 33,- / 40 x € 65,- . Graag via de mail aangeven welke kaart u heeft betaald. Het geld kunt u overmaken op rekeningnr. 1599.68.909 tnv. Stichting SPOM Deest. Wanneer de kaart bijna vol is, krijgt u via de mail of sms een bericht. Zo kunt u op tijd geld overmaken voor een nieuwe kaart. Let u er wel op, i.v.m. zoekraken e.d., dat de kaart uw eigen verantwoordelijkheid is. Voor de afspraken tijdens het overblijven verwijzen we u naar de jaarkalender en de website: www.klosterhufke.nl. Overgang van groep 2 naar groep 3 Op ’t Klòsterhûfke wordt in de kleutergroepen het leerlingvolgsysteem “Kijk” gebruikt, met de daarbij horende ontwikkelingslijnen. Dit leerlingvolgsysteem en de observatie van de leerkracht zijn uitgangspunt voor de overgang van groep 2 naar groep 3. De volgende criteria worden gehanteerd: Een kind gaat naar groep 3 als de basiskenmerken voldoende zijn en het kind voldoende op zijn/haar ontwikkelingslijn zit. Een kind blijft een jaar langer in groep 2 als een aantal basiskenmerken onvoldoende zijn, in combinatie met een achterstand in de ontwikkelingslijnen van een half jaar. Een kind dat ruim voorloopt op zijn/haar ontwikkeling, te zien aan een voorsprong van een half jaar op de ontwikkelingslijnen, en waarbij alle basiskenmerken voldoende zijn, kan in augustus vervroegd naar groep 3.
Peuterspeelzaal (PSZ) In een van onze lokalen is de peuterspeelzaal “Harlekijn” gevestigd. Dit is een zelfstandige organisatie die valt binnen de samenwerkende stichting van peuterspeelzalen. Voor informatie of vragen kunt u terecht bij Bianca van Aanholt. De PSZ heeft een eigen telefoonnummer: 0487 – 517467. Schoolreis Groep 1,2 en 3 gaan gezamenlijk naar een locatie en groep 4,5,6 en 7 gaan op die dag naar een andere locatie. Het vervoer vindt plaats met de bus. Een werkgroep van ouders en leerkrachten zal bepalen waar de reis naar toe zal gaan. Schoolspullen Uw kind krijgt op school 1 vulpen, 1 gum, 1 potlood, liniaal, setje kleurpotloden, schaar en een grote klapper. Kleurpotloden zijn er ook voor algemeen gebruik. Vanaf groep 5 krijgen zij ook een setje met een eigen oortelefoontje. Dit zijn kostbare spullen, wanneer uw kind iets kwijtraakt, of opzettelijk kapot maakt (of bijt), dan moet dat vergoed worden. Vulpennen: In de loop van het schooljaar in groep 3 krijgen alle kinderen eenmalig een kwalitatief zeer goede vulpen van school. Het is de bedoeling dat de kinderen dit de hele schoolperiode (dus t/m groep 8) gebruiken en er dus zuinig op zijn. Vergoeding van deze vulpen is € 7,-. Bij verlies of vernieling is men verplicht een nieuwe pen à € 7,- aan te schaffen. Balpennen of fineliners zijn dus niet toegestaan. Indien de motoriek van uw kind dat vereist, krijgt hij/zij van school een aangepaste vulpen/potlood. Schooltijden De lessen starten op de volgende tijden: 's Morgens van 8.30 uur - 12.00 uur 's Middags van 13.15 uur - 15.15 uur 's Woensdags van 8.30 uur - 12.15 uur.
39
De bel gaat 5 minuten vóór het begin van de lessen. Uw kind dient dus ‘s ochtends om 8.25 uur en ‘s middags om 13.10 uur op school te zijn. De groepen 2 t/m 4 hebben op vrijdagmiddag géén school. Groep 1 heeft de hele vrijdag géén school. In incidentele gevallen, als er bijv. bijzondere vieringen zijn, zijn de leerlingen van groep 1 echter welkom op school. Indien dit voorkomt, wordt u hiervan op de hoogte gebracht d.m.v. de Nieuwsbrief. Schoolverlaterskamp en afscheidsavond De kinderen van groep 8 sluiten hun basisschoolperiode af met een schoolverlaterskamp. Zij gaan onder begeleiding van de leerkracht en ouders een aantal dagen naar een blokhut. In de laatste week nemen zij met een optreden (musical, film, o.i.d.) voor de kinderen van onze school en de ouders van groep 8, afscheid van onze school. Schorsing/verwijdering en grenzen aan de zorg Op ’t Klòsterhûfke willen we zoveel mogelijk tegemoet komen aan de onderwijsbehoeften van de individuele kinderen. Toch stuiten we daarbij soms op een grens; de mogelijkheden van de school om tegemoet te komen aan die onderwijsbehoeften van een kind zijn dan uitgeput. De school kan dan, ondanks een eerder toegekende leerling-gebonden financiering (LGF), ambulante begeleiding en andere vormen van hulp, niet meer in staat blijken te zijn de leerling te handhaven op de onze school. Het kan hierbij gaan om: De school kan niet meer tegemoetkomen aan de onderwijsbehoeften van een kind en er is sprake van een duidelijke stagnatie in de ontwikkeling. Het belang van het kind wordt geschaad bij langer verblijf op de school. Een kind doet zo’n groot beroep op de mogelijkheden van een school en/of de individuele leerkracht dat daarmee de onderwijs-
behoeften van andere kinderen in gevaar komen. De gedragsproblemen van een kind zijn dermate ernstig dat hetzij de veiligheid van het betreffende kind, hetzij de veiligheid van andere kinderen in gevaar komt.
Wanneer na alle zorg zou blijken dat we niet in staat zijn het kind bij zijn of haar ontwikkeling verder te helpen, wordt gezocht naar een passende oplossing op een andere school. Ouders spelen daarbij een belangrijke rol. Bij iedere stap wordt met hen overlegd en om toestemming gevraagd. Weigeren ouders echter om samen met ons een passende oplossing te zoeken, dan kan uiteindelijk een schorsings- en verwijderingsprocedure worden gestart. De Stichting SPOM heeft een protocol opgesteld waarin de voorwaarden en procedures bij schorsing en verwijdering zijn vastgelegd. Deze procedure is in te zien op de website van SPOM: www.spommaasenwaal.nl. Soms is het bestuur genoodzaakt een leerling te schorsen en/of van school te verwijderen. Meestal gebeurt zoiets alleen als er sprake is van ernstig wangedrag van kind of ouders. Beslissingen tot schorsing of verwijdering worden met de uiterste zorgvuldigheid genomen, volgens de wettelijke regels die hiervoor gelden. Speelplaats De speelplaats is toegankelijk vanaf 8.15 uur en 13.00 uur, laat uw kind dus niet te vroeg komen (bij regenachtig weer wat later van huis, dan staat uw kind niet buiten in de regen!). Op de speelplaats mag niet gefietst worden. De speelplaats is verboden terrein voor honden. Plaats de fietsen in de fietsenrekken. Groep 8 bij de hoofdingang, alle andere
40
groepen bij de ingang Trefpuntplein. Afval hoort in de afvalbakken. Bomen en struiken willen we graag heel houden. Groep 7/8 houdt periodiek de speelplaats bij, zodat deze er netjes en verzorgd uit blijft zien. Op de speelplaats houden we ons ook aan de omgangsafspraken. Er mag alleen gevoetbald worden met een zachte bal. Als het hek van de speelplaats geopend is mag er na schooltijd door de kinderen van de school op de speelplaats gespeeld worden. Als het hek dicht is, is de speelplaats verboden terrein.
Zorgt u er ook voor dat uw kind niet te vroeg naar school komt. Uiterlijk een kwartier voor aanvang van de lessen mogen de kinderen op de speelplaats zijn. Als het regent mogen de kinderen om tien voor half negen en om vijf over één naar binnen. Sport en spel Voor de bovenbouw hebben we elk jaar een sportdag in het najaar. Dit jaar is deze gekoppeld aan het thema van de Kinderboekenweek: “Sport en Spel”. Ook neemt de school neemt deel aan enkele regionale toernooien, zoals bijv. het Trivianttoernooi voor groep 8 en het schoolvoetbaltoernooi ( in april voor jongens en meisjes van groep 8, eventueel groep 7). Wij hopen dat wij voor het vervoer een beroep op u kunnen doen. Tandartsbezoek Halfjaarlijkse controles kunnen in principe na schooltijd of op woensdagmiddag plaatsvinden. Voor speciale behandelingen of behandelingen buiten de gewone bezoeken om, is het niet altijd mogelijk een afspraak buiten de schooluren te maken. Wanneer dit het geval is, zal de school dan ook vrijaf geven. Graag hiervoor even een berichtje naar de school.
Vakantierooster Voor het actuele vakantierooster en de vrije dagen verwijzen we u naar de jaarkalender. Verlof en Leerplicht Leerplicht en kwalificatieplicht Uw kind mag vanaf het vierde levensjaar naar school. Veel kinderen gaan voor hun vierde al een tijdje naar een kinderdagverblijf of een peuterspeelzaal. De leerplicht begint op de eerste schooldag van de maand volgende op die waarin een kind de leeftijd van vijf jaar bereikt. Een kind dat bijvoorbeeld op 14 maart 2012 zijn vijfde verjaardag viert, is vanaf 1 april 2012 leerplichtig. Leerplicht is ook leerrecht want ieder kind in Nederland heeft recht op onderwijs. De volledige leerplicht eindigt aan het einde van het schooljaar waarin: De jongere de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt; of Aan het einde van het schooljaar na afloop waarvan de jongeren ten minste twaalf volledige schooljaren één of meer scholen heeft bezocht. Daarna volgt een kwalificatieplicht tot 18 jaar. Vrijstelling van geregeld schoolbezoek. Artikel 11 a Leerplichtwet 1969 Soms is een volledige schoolweek te lang voor vijfjarigen. Daarom biedt de Leerplichtwet een mogelijkheid tot vrijstelling. U mag uw vijfjarig kind, in overleg met de schooldirecteur, maximaal 5 uur per week thuis houden. Als dit niet genoeg is, mag een directeur nog vijf extra uren vrijstelling per week verlenen. Deze vrijstelling is uitsluitend bedoeld om overbelasting van de leerling te voorkomen. Zodra uw kind zes jaar is, vervalt deze mogelijkheid. Uw kind moet dan het volledige onderwijsprogramma volgen. Verlof o.g.v. artikel 11 f Leerplichtwet 1969 (extra vakantie verlof) Extra vakantieverlof buiten de schoolvakanties is alleen mogelijk in gevallen waarin de specifieke aard van het beroep van (één van) de ou-
41
ders het onmogelijk maakt om in de schoolvakanties als gezin vakantie te hebben. Bedoeld verlof kan eenmalig voor maximaal tien (aaneengesloten) schooldagen per schooljaar worden verleend door de schooldirectie. Het mag niet plaatsvinden in de eerste twee schoolweken van het schooljaar. Bij het begrip´specifieke aard van het beroep´ moet voornamelijk worden gedacht aan seizoensgebonden werkzaamheden, respectievelijk werkzaamheden in bedrijfstakken die een piekdrukte kennen, waardoor het voor het gezin feitelijk onmogelijk is om in die periode een vakantie op te nemen. Het moet redelijkerwijs te voorzien zijn (en/of worden aangetoond) dat een vakantie in de schoolvakanties tot onoverkomelijke bedrijfseconomische problemen zal leiden. Slechts het gegeven dat gedurende de schoolvakanties een belangrijk deel van de omzet wordt behaald is onvoldoende. Het feit dat ouders simpelweg geen vrij kunnen krijgen van hun werkgever(s) is in het kader van de Leerplichtwet geen reden voor extra verlof, zelfs niet als hiervoor een verklaring van de werkgever wordt verstrekt. Als ouder(s) geen vrij van hun werk kunnen krijgen gedurende de schoolvakanties dienen zij hierover met hun werkgever te onderhandelen. Het probleem kan echter niet op school en/of leerplicht worden afgewenteld. De aanvraag moet minimaal 2 maanden voorafgaand aan het gewenste verlof schriftelijk worden ingediend bij de schooldirectie. Deze termijn is nodig om tijd te creëren voor overleg en/of een eventuele bezwaarprocedure. De school dient het besluit schriftelijk en gemotiveerd aan de ouders mee te delen. De ouders kunnen bezwaar aantekenen bij de schooldirectie tegen het genomen besluit. Wordt de aanvraag afgewezen en uw kind gaat niet naar school dan is de schooldirectie verplicht dit te melden aan de leerplichtambtenaar en riskeert u daarmee rechtsvervolging.
Voor verdere richtlijnen m.b.t. het toekennen van verlof, verwijzen wij u naar de website: www.klosterhufke.nl. Verjaardagen Kinderen Natuurlijk vieren we dit feest ook op school. Voor de kinderen van groep 1 en 2 wordt een muts gemaakt en overal wordt flink gezongen. De traktatie die de jarige uitdeelt wordt mee naar huis gegeven. Dit is onderdeel van ons beleid t.a.v. `De Gezonde School`. U als ouder kunt zien wat uw kind eet en ook zelf bepalen wanneer. Uw kind krijgt een verjaardagskaart van de school, met daarop alle namen van de leerkrachten. De ouders van groep 1 en 2 hebben ’s ochtends de mogelijkheid om een half uur bij het feest op school aanwezig te blijven. Leerkrachten De verjaardagen van de leerkrachten vieren we op dezelfde dag, het zogenaamde Meester– en juffenfeest (zie kalender). Door de groepscontactouder wordt een gezamenlijk cadeautje voor de leerkracht gekocht. Via de ouderbijdrage heeft u daarvoor al betaald. Ouders Voor de verjaardagen van vader en moeder van de kinderen van groep 1 en 2, maken de kinderen een presentje. De kinderen van groep 3 kunnen eventueel een wensje kleuren. Vervanging van een leerkracht Soms komt het voor dat een leerkracht wegens ziekte of studiedagen niet op school kan zijn. Wij zullen dan natuurlijk proberen een vervanger te regelen voor deze groep. Vervanging kan ooit een probleem zijn. Als er geen vervanging mogelijk is, proberen we de leerlingen in de andere groepen op te vangen. Als dat niet mogelijk is, wordt in dat uiterste geval de ouders op de hoogte gebracht van het feit dat zij de kinderen thuis moeten houden.
42
Voor ouders die aangeven hierdoor in ernstige opvangproblemen te komen, wordt samen met de directeur van de school naar een oplossing gezocht. Verzekering Verzekeringen tijdens schooltijden, schoolreisjes, excursies en schoolkamp Om duidelijkheid te verschaffen over de verzekeringen die door SPOM zijn afgesloten en die gelden zowel tijdens schooltijden als tijdens schoolreisjes en andere evenementen die door de school zijn georganiseerd volgt hier een overzicht: Aansprakelijkheidsverzekering Deze verzekering geldt eveneens voor alle medewerkers, stagiaires, vrijwilligers en kinderen indien er schade aan derden wordt toegebracht. Bijvoorbeeld de schade die door een kind wordt toegebracht aan speeltuinattributen tijdens een schoolreisje. Er moet dan sprake zijn van onvoldoende toezicht (van leraren op de leerlingen) of de leraar/vrijwilliger is zelf verwijtbaar. (heeft schuld aan het veroorzaakte maar zonder dat er opzet in het spel is). Hierop is echter een uitzondering: wanneer leraren en vrijwilligers (ouders) deelnemen aan sport en spelactiviteiten dan nemen zij hiermee bewust een risico. Schade tijdens deze sport en spelactiviteiten wordt dan ook niet vergoed. Het eventueel verhalen van de schade op de veroorzaker, indien deze bekend is, via de persoonlijk afgesloten aansprakelijkheidsverzekering particulieren (of die van de ouders) is dan nog wel mogelijk. Schade inzittendenverzekering Voor (letsel)schade van de bestuurder van een motorrijtuig en de inzittenden is deze verzekering afgesloten en geldt voor de zakelijke reizen van de medewerker (en de vrijwilliger) als deze
voor de werkgever met zijn privémotorrijtuig onderweg is. De verzekering is eveneens van toepassing als op een andere manier voor de werkgever wordt gereisd (per trein, per fiets of wandelend bijvoorbeeld). Daarnaast is het cascorisico (schade aan het voertuig bij “zelf veroorzaakte schade” ) verzekerd voor zover dit niet door de eigen verzekering wordt vergoed. (secundaire dekking). Onder voorwaarden (nl. maximaal drie jaar) is ook no-claim verlies gedekt. Er hoeft dus niet bij ouders die voor de school kinderen meenemen tijdens een uitstapje te worden geïnformeerd of men een inzittendenverzekering is afgesloten. Ongevallenverzekering Deze verzekering geldt voor alle medewerkers, stagiaires, vrijwilligers en kinderen van de scholen van SPOM en keert uit als er sprake is van een ongeval voor bijvoorbeeld de geneeskundige kosten voor zover die niet door de zorgverzekeraar van de betrokkene worden betaald, maar ook bij blijvende invaliditeit en bij overlijden. Belangrijk! Eigendommen van kinderen, leraren, stagiaires en vrijwilligers zijn niet verzekerd. Niet tijdens de schooluren en ook niet tijdens evenementen, excursies en reisjes. Voor de kinderen geldt dat er door de ouders een aanvullende eigendommenverzekering kan worden afgesloten. Zie hiervoor de website: www.leerlingenverzekeringen.nl De eigendommen van de kinderen (denk hierbij aan MP3 spelers, (merk)kleding, telefoons etc) zijn dan tot een maximum van 500 euro verzekerd tegen een jaarpremie van € 26,00 (2012) tijdens schooluren, van en naar school en tijdens door school georganiseerde evenementen.
43
Verwijsindex Onze organisatie is vanaf januari 2010 aangesloten bij de Verwijsindex Regio Nijmegen. Vanaf februari 2011 zijn alle intern begeleiders van onze stichting geautoriseerd om een signaal af te geven in de Verwijsindex. De Verwijsindex is een digitaal systeem waarin professionals, zoals bijvoorbeeld intern begeleiders in het onderwijs, begeleiders en hulpverleners, een signaal kunnen afgeven wanneer zij zich zorgen maken over een kind of jongere. Middels de verwijsindex kunnen wij als school andere hulpverleners die ook betrokken zijn bij uw kind sneller vinden. Hierdoor zijn wij in staat om sneller in contact te komen en als het nodig is de hulp aan uw kind beter op elkaar af te stemmen. Uitgangspunt blijft dat we u als ouder/verzorger altijd als eerste betrekken wanneer wij als school zorgen hebben over uw kind. In de Verwijsindex worden alleen algemene gegevens vermeld: naam, geboortedatum en burgerservicenummer (BSN). De reden van signalering van uw kind wordt niet opgenomen. Op de school is een algemene folder beschikbaar. U kunt ook terecht op www.verwijsindexgelderland.nl
hebben in het kader van onze identiteit. Op maandagavond in de laatste schoolweek hebben wij de Jaarafsluiting. Deze wordt gehouden in het Trefpunt en begint om 18.30u -
± 20.00u. Ook andere belangstellenden uit het dorp zijn hierbij welkom. Deze houden we, als dat financieel mogelijk is, in het Trefpunt, zodat ook andere belangstellenden uit het dorp uitgenodigd kunnen worden. Verder zijn er nog enkele bijzondere activiteiten, zoals excursies, een sportdag voor de groepen 5 t/m 8, een schoolvoetbaltoernooi, creatieve ochtenden etc. Voortgezet onderwijs De kinderen en ouders krijgen in groep 8 van de leerkracht informatie over de verschillende mogelijkheden m.b.t. het voortgezet onderwijs. Aan het begin van elk kalenderjaar hebben bijna alle scholen van het voortgezet onderwijs open avonden, die u samen met uw kind kunt bezoeken. In februari wordt het advies van de school opgesteld en met u besproken. U moet uw kind dan ook aanmelden bij de nieuwe school. Het komen tot een keuze voor het vervolgonderwijs is afhankelijk van verschillende factoren.
Vieringen en bijzondere activiteiten Wij vinden het belangrijk om regelmatig in het schooljaar bepaalde gebeurtenissen met kinderen, ouders en leerkrachten samen te vieren. Deze bijzondere vieringen zijn vaak op school. Heel soms vinden ze in het dorpshuis ’t Trefpunt of in de kerk plaats. Naast de traditionele feesten van Sinterklaas, Kerstmis en Carnaval kunnen we ook vieringen
44
De leerkrachten van groep 8 hebben een goed inzicht in de mogelijkheden van het kind. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de leerprestaties, maar ook naar de belangstelling van het kind, de zin in studeren, de inzet en de behoefte aan hobby's en vrije tijd. Ook geeft de Citoeindtoets een aanwijzing over de te maken schoolkeuze. Met deze toets worden de kennis en het inzicht van de leerlingen onderzocht op verschillende gebieden. Op basis van dit alles komen we tot een advies dat we met u bespreken tijdens een oudergesprek, waarbij ook uw kind aanwezig is. Ziekte van een leerling Wanneer uw kind wegens ziekte of een bezoek aan een dokter de school niet kan bezoeken, of misschien wat later komt, hebben wij graag een berichtje van u. Dit kan telefonisch of schriftelijk. Als u wilt bellen, doet u dat dan vóór schooltijd en niet tijdens de les. Van alle groepen worden absentielijsten bijgehouden. Hierop wordt elke dag genoteerd welke kinderen wegens ziekte of andere oorzaken niet aanwezig zijn. Uw kind kan natuurlijk ook tijdens de schooluren ziek worden. Als dat gebeurt, proberen we de ouders van het kind te bereiken. Dit gebeurt telefonisch. We vragen u dan het kind op school te komen ophalen. Als we geen gehoor krijgen, blijft het kind op school. Als het zodanig ziek is dat verzorging onmiddellijk nodig blijkt, schakelen we medische hulp in. Als uw kind meteen naar de dokter of het ziekenhuis moet en we kunnen u niet bereiken, gaat iemand van de school als begeleider mee.
45