Jaarverslag en jaarrekening 2014
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
bron
behandeld
Automatisering Financiën, Facilitair, Huisvesting Informatie en Communicatie Onderwijs Opleiden en Begeleiden Personeel en Organisatie Raad van Toezicht Directieberaad GMR
vastgesteld evaluatie
23 februari 2015 en 13 april 2015 5 februari 2015 21 april 2015
[datum] nvt
2
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
Inhoudsopgave 1
Voorwoord bestuurder.....................................................................................5
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.2 2.3
Inleiding ........................................................................................................6 Code goed bestuur primair onderwijs ................................................................6 Afleggen van verantwoording ...........................................................................6 Toezicht en medezeggenschap .........................................................................7 Bestuurlijke speerpunten 2014 .........................................................................7 Klachten en geschillen.....................................................................................7
3 3.1 3.2 3.3
Onderwijs ......................................................................................................9 Onderwijsprestaties ........................................................................................9 Passend Onderwijs ....................................................................................... 10 Voor- en vroegschoolse educatie .................................................................... 11
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10
Personeel .................................................................................................... 12 Nieuw personeelsbeleid ................................................................................. 12 Nieuwe CAO ................................................................................................. 12 Flexibel personeel ......................................................................................... 12 Professionalisering ........................................................................................ 12 Administratie ............................................................................................... 13 De cijfers over 2014 ..................................................................................... 13 Ontslagzaken ............................................................................................... 14 Functiemix................................................................................................... 14 Terugbrengen directieformatie ....................................................................... 15 Ziekteverzuim .............................................................................................. 15
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.8.1 5.8.2
Financiën..................................................................................................... 16 Groei/krimp leerlingaantal ............................................................................. 16 Resultaat begroting en gewenst resultaat ........................................................ 17 Verklaring van de verschillen aan de batenkant ................................................ 18 Verklaring van de verschillen aan de lastenkant ............................................... 19 Balans en kengetallen ................................................................................... 20 Treasury ..................................................................................................... 22 Subsidie ...................................................................................................... 22 Continuïteitsparagraaf ................................................................................... 23 Risico’s........................................................................................................ 23 Begroting 2015 ............................................................................................ 26
6
Bijlage 1 Overzicht scholen ............................................................................ 27
7 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5
Bijlage 2 Jaarverslag 2013-2014 GMR ............................................................. 28 Samenstelling van de GMR ............................................................................ 28 Overzicht besproken onderwerpen GMR .......................................................... 28 Communicatie met de achterban GMR ............................................................. 29 Overleg tussen GMR en het College van Bestuur............................................... 29 Besluitenlijst GMR......................................................................................... 30
3
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
8 8.1 8.2 8.3 8.4 8.4.1 8.5 8.6 8.7 8.8 8.9
Bijlage 3 Jaarverslag 2014 Raad van Toezicht .................................................. 31 Persoonlijke gegevens bestuurder(s) en toezichthouders ................................... 31 Werkzaamheden van de Raad van Toezicht ..................................................... 32 Professionaliteit en deskundigheid .................................................................. 35 Werkgeverschap ........................................................................................... 35 Evaluatie managementcontract 2014 .............................................................. 35 Inhoudelijk toezicht ...................................................................................... 36 Het toepassen van educational governanace .................................................... 36 Risicobeheersing en toezicht .......................................................................... 37 Beloning bestuur .......................................................................................... 38 Honorering raad van toezicht ......................................................................... 38
9
Bijlage 4 Meerjarenbegroting ......................................................................... 39
4
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
1 Voorwoord bestuurder Voor u ligt het jaarverslag en de jaarrekening van stichting Openbaar Onderwijsgroep (stichting OOG) van het jaar 2014. In dit verslag leggen wij verantwoording af aan ouders, personeel, gemeenten, overheid, samenwerkingspartners en alle anderen die willen weten wat er binnen stichting OOG gebeurt. Het jaar 2014 was weer een bijzonder jaar, waarin er door vele mensen hard gewerkt is aan mooi onderwijs. Helaas eindigde 2014 voor ons met het afbranden van obs de Brinck. Een droevig slot van het kalenderjaar. Gelukkig hebben de leerlingen van obs de Brinck, door de inzet van diverse betrokkenen, vanaf maandag 5 januari 2015 weer ‘gewoon’ onderwijs gehad. Ik wens u veel leesplezier. Veghel, februari 2015 Sandra Beuving College van Bestuur
5
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
2 Inleiding Stichting OOG bestaat uit achttien openbare basisscholen met elk hun eigen specialiteit, accent of onderwijsconcept. Deze scholen staan in de gemeenten Oss, Bernheze, Landerd, Uden, Boekel, Veghel en Sint-Oedenrode (in bijlage 1 staat en overzicht van de scholen). Iedereen is welkom op onze openbare scholen. Wij respecteren elkaar en hebben aandacht voor de verschillen en overeenkomsten tussen kinderen. Vanuit interesse in elkaars wereld dagen we uit om een kijkje te nemen in andere werelden. Onze scholen zijn een ontmoetingsplaats voor ouders, kinderen en betrokkenen bij het leren van kinderen. Wij werken aan kwalitatief goed onderwijs vanuit onze overtuiging: OOG voor Ontwikkeling, Kwaliteit en Elkaar! Meer informatie over stichting OOG is te lezen op: www.oogvoorelkaar.com
2.1
Code goed bestuur primair onderwijs
Stichting OOG onderschrijft de principes van ‘Good Governance’ en de Code Goed Bestuur Primair onderwijs. Wij passen deze principes toe in onze organisatie. De opdracht voor het schoolbestuur is conform de Code Goed bestuur: Het schoolbestuur en het intern toezichtsorgaan zijn er namens het bevoegd gezag in ieder geval verantwoordelijk voor dat: ieder kind het maximale rendement uit zijn of haar mogelijkheden kan halen, doordat hij of zij het best mogelijke onderwijs krijgt; de scholen adequate opbrengsten realiseren; de leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen als democratisch burger en lid van de samenleving (burgerschap); de leerlingen zich er van bewust worden dat leren positief bijdraagt aan hun ontwikkeling en een ‘leven lang’ aan de orde zou moeten zijn; de medewerkers zich optimaal kunnen ontwikkelen en onder optimale omstandigheden hun bijdrage aan deze processen kunnen leveren (goed werkgeverschap); de beschikbare middelen op een effectieve en verantwoorde wijze worden ingezet ter realisatie van deze opdracht. 2.1.1 Afleggen van verantwoording In dit jaarverslag legt het schoolbestuur verantwoording af over de wijze waarop deze opdracht is ingevuld. Dit jaarverslag wordt gepubliceerd op de website van stichting OOG. Hiermee is deze informatie voor iedereen toegankelijk. De informatie en verantwoording van de diverse scholen binnen de stichting is te vinden op de websites van de scholen en op www.scholenopdekaart.nl. Eenmaal per jaar legt het College van Bestuur verantwoording af aan de zeven gemeenten over de financiële situatie en de behartiging van de wezenskenmerken van openbaar onderwijs. In verband met de drukte bij ambtenaren en wethouders op het gebied van transitie jeugdzorg heeft deze verantwoording in 2014 niet plaatsgevonden.
6
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
2.1.2 Toezicht en medezeggenschap De medezeggenschap van ouders en medewerkers is geregeld in de medezeggenschapsraden per school en de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad op stichtingsniveau (GMR). In bijlage 2 is het jaarverslag van de GMR opgenomen. Dit is een verslag over schooljaar 2013-2014. De Raad van Toezicht houdt integraal toezicht op het beleid van het College van Bestuur. Het jaarverslag van de Raad van Toezicht is opgenomen in bijlage 3.
2.2
Bestuurlijke speerpunten 2014
De bestuurlijke speerpunten voor 2014 zijn opgenomen in het managementcontract dat afgesloten is tussen Raad van Toezicht en College van Bestuur. Deze bestuurlijke speerpunten sluiten aan bij het strategisch plan ‘met het oog op morgen’ (2012-2016). Een samenvatting van dit strategisch plan is opgenomen op de website van OOG. Een evaluatie van deze speerpunten is te vinden in bijlage 3. Thema
Doel 2014
Strategie
Beleid ontwikkelen met kleine scholen Inrichten van zorgstructuur binnen OOG Evaluatie strategische samenwerkingen Houden van 2 monitorgesprekken per jaar met alle directeuren Deelnemen aan bestuur Samenwerkingsverband 30.06
Onderwijs kwaliteit
Alle scholen van OOG eind 2014 basisarrangement Inzicht krijgen in uitstroom naar SBO/SO. Doel verwijzen conform landelijk gemiddelde
Continuïteit
Exploitatie 2014 binnen de begroting Opstellen risico-analyse en meerjarenbegroting (inclusief meerjaren formatieplan) Behoud marktaandeel (relatief leerlingaantal) Meerjaren onderhoudplanning voor alle scholen Tijdige en sluitende begroting 2015
2.3
Klachten en geschillen
Stichting OOG spant zich in om zaken voor leerlingen en ouders zo goed mogelijk te regelen. Echter, dit is geen garantie dat alles perfect verloopt. Daarom hebben wij een klachtenregeling, die onder andere vermeld staat in de schoolgidsen. Wij hechten er veel waarde aan dat we klachten zo dicht mogelijk bij de bron oppakken. Wij stimuleren leerlingen en ouders om klachten eerst te melden bij de leerkracht of directeur.
7
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
In 2014 zijn bij het College van Bestuur de volgende klachten ingediend: Ouders
Medewerkers
Aantal
Aard van de klacht
2
Groepsindeling
1
Begeleiding van een leerling
Enkelen
Wisseling van leerkrachten
1
Kwaliteit van invalleerkracht
1
Verstrekken van informatie aan co-ouder
1
Regels ten aanzien van mobiele telefoon
1
Mobiliteit
Enkelen
Wisseling leerkrachten
1
Communicatie vanuit directeur
1
Verandering van werkzaamheden
Alle genoemde klachten zijn naar tevredenheid afgerond of voorgelegd bij de onderwijsgeschillen commissie. In 2014 zijn er drie zaken door ouders voorgelegd bij de onderwijsgeschillen commissie. Twee zaken hadden te maken met groepsindeling. Een zaak liep door vanuit 2013 en had te maken met begeleiding van een leerling. In alle drie de zaken heeft de onderwijsgeschillen commissie geoordeeld dat de klacht ongegrond was. In een zaak heeft de onderwijsgeschillencommissie het advies gegeven om meer concreet afspraken te maken over evaluatie van de ontwikkeling van de leerling. Dit advies zullen wij ter harte nemen. De zaak die voortliep vanuit 2013 is ook voorgelegd bij de Commissie van de Rechten van de Mens. Daar is de klacht gedeeltelijk gegrond verklaard. Stichting OOG kan zich niet vinden in deze uitspraak, maar ziet af van verdere stappen.
8
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
3 Onderwijs Elke basisschool van stichting OOG heeft haar eigen identiteit en legt haar eigen accenten op onderwijskundig gebied. De scholen werken vanuit verschillende onderwijsconcepten, zoals Jenaplan onderwijs en ervaringsgericht onderwijs. Alle scholen bewaken de kwaliteit van het onderwijs. Inspectie van onderwijs houdt toezicht op de scholen vanuit het landelijke inspectiekader. Vanuit het bestuur van stichting OOG wordt de onderwijskwaliteit van de scholen bewaakt met behulp van het managementinformatiesysteem Insula. Minstens twee maal per jaar heeft het College van Bestuur met de directeur van de school een monitorgesprek over de onderwijskwaliteit op de school. In 2014 zijn er op OBS Mettegeupel en OBS de Leeuwerik op verzoek van het College van Bestuur onafhankelijke audits uitgevoerd. Hiermee krijgt het College van Bestuur en de desbetreffende directeur meer zicht op de onderwijskwaliteit van de school.
3.1
Onderwijsprestaties
Ten aanzien van onderwijskwaliteit had stichting OOG het doel dat alle scholen eind 2014 een basisarrangement van de inspectie zouden hebben. Het is helaas niet gelukt om OBS de Leeuwerik voor eind 2014 op voldoende niveau te krijgen. Uit de Cito eindscores blijkt dat er binnen OOG een aantal scholen zijn die moeite hebben om boven de ondergrens van inspectie te scoren. Op basis van deze scores en de gesprekken met de directeuren is besloten om ook in 2015 op een aantal scholen een audit uit te voeren. Hiermee krijgen we beter zicht op de ontwikkeling die deze scholen door moeten maken. In onderstaande tabel zijn de cito-eindscores van alle scholen gedurende de afgelopen jaren te vinden. Deze cito-scores geven slechts een indicatie van de onderwijskwaliteit op de scholen. Wij hechten veel waarde aan brede ontwikkeling van kinderen. Ieder kind heeft zijn eigen talent, zijn eigen dingen waar hij of zij goed in is en plezier in heeft. Op onze scholen leren we kinderen daarom niet alleen schrijven, rekenen en lezen, maar leren we ze ook hun talenten ontdekken. Daarom besteden wij op de scholen naast aandacht voor taal en rekenen ook veel aandacht aan andere zaken, zoals gymnastiek, techniek, cultuur en met elkaar omgaan.
9
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
BRIN
School
Cito eind 2014
Cito eind 2013
Cito eind 2012
00DM
OBS de Bolderik
534,4
536,0
538,4
05ZG
OBS ‘t Ravelijn
539,2
537,4
538,8
06CU
OBS Delta
536,0
540,3
540,6
06DH
OBS De Telescoop
536,0
526,6
537,6
08IR
OBS De Uilenbrink
538,9
536,2
536,2
08IR-1
OBS De Tuimelaar
538,9
539,7
539,3
08IQ
OBS De Kleine Wereld
535,5
539,0
534
09HI
OBS De Leeuwerik
530,0
533,7
531,3
09IS
OBS Kompas
532,4
530,9
529,1
10CZ
OBS De Meent
532,3
526,6
532,4
10UP
OBS Camelot
532,3
533,7
536,5
18GH
OBS de Springplank
538,1
530,6
527,6
22JK
OBS de Brinck
536,3
537,7
535,3
23TP
OBS Uilenspiegel
535,1
531,2
535,0
23VU
OBS De Ieme
533,4
535,6
540,7
24BR
OBS De Cirkel
533,9
534,2
538,5
24NM
OBS Mettegeupel
531,6
533,1
533,0
27UE
OBS De Wizzert
534,9
535,2
Geen cito
De rode vakken bevatten scores die op of onder de ondergrens van inspectie zijn
3.2
Passend Onderwijs
Op augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs in gegaan. Dit betekent dat de Weer Samen Naar School samenwerkingsverbanden ophielden te bestaan. Stichting OOG heeft nu te maken met twee samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs, namelijk 30-06 en 30-08. Alleen de Uilenspiegel te Boekel zit in regio 30-08. Meer informatie over deze samenwerkingsverbanden is te vinden op: www.samenwerkingsverband3006.nl/ en www.swv-peelland.nl/ In de loop van 2014 is bij stichting OOG een trajectbegeleider Passend Onderwijs gestart. Deze heeft met name de rol om scholen te ondersteunen bij het zoeken naar juiste begeleiding en ondersteuning voor leerlingen. Daarbij kiezen we voor een handelingsgerichte werkwijze: wat heeft deze leerling, in deze groep, bij deze leerkracht nodig en wat kan de leerkracht of de school zelf bieden. Behalve op schoolniveau kijken we ook naar expertise en oplossingen binnen Stichting OOG. De besturen in het samenwerkingsverband hebben een niveau van basisondersteuning vastgesteld dat elke school minimaal moet kunnen bieden. Als de leerling meer nodig heeft dan de basisondersteuning kunnen we extra ondersteuning aanvragen bij het samenwerkingsverband in de vorm van een arrangement op de basisschool of een arrangement op speciaal (basis) onderwijs. Vanaf de start van Passend Onderwijs op 1 augustus 2014 tot 31 december 2014 is er 5 keer extra ondersteuning aangevraagd en toegekend.
10
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
Voor het jaar 2014 hadden wij ons tot doel gesteld om inzicht te krijgen in de plaatsingen en terugplaatsingen Speciaal Onderwijs (SO) en Speciaal Basisonderwijs (SBO). Daarnaast was het doel om het percentage verwijzingen te verminderen. In 2014 hebben we zicht gekregen op de plaatsingen en terugplaatsingen. Er is nog geen zicht of hiermee de percentages SO en SBO verminderd zijn. Geplaatst in SBO
Geplaatst in SO
Teruggeplaatst van SBO
Teruggeplaatst van SO
17
11
0
2
Met de komst van Passend Onderwijs zijn de rugzakken (leerlinggebonden financiering) feitelijk opgehouden te bestaan. Binnen de regio 30.06 is ervoor gekozen om de afgegeven beschikkingen te respecteren. In 2014-2015 zal er bekeken worden welke kinderen deze extra ondersteuning in de toekomst nodig hebben. Binnen OOG is daarom nu een afbouw van het aantal leerlingen met leerlinggebonden financiering te zien. Aantal in 2014
Aantal in 2013
Cluster 1
2
2
Cluster 2
11
12
Cluster 3
16
18
Cluster 4
28
37
3.3
Voor- en vroegschoolse educatie
Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) en onderwijsachterstandenbeleid (OAB) zijn bij de gemeenten belegd. Stichting OOG heeft te maken met zeven gemeenten en daarmee ook met een zeer diverse invulling van VVE en OAB. Stichting OOG zet zich actief in voor het tot stand brengen van doorlopende leerlijnen. Wij werken hierbij nauw samen met kinderopvang en peuteropvang organisaties. Op meerdere locaties zijn we actief bezig met de ontwikkeling van integrale kindcentra.
11
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
4 Personeel Uitgangspunt op het gebied van personeel is het behouden of verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs op de scholen door ervoor te zorgen dat de juiste persoon op de juiste plek werkt en hier de mogelijkheid heeft zich te ontwikkelen.
4.1
Nieuw personeelsbeleid
In 2014 zijn het mobiliteitsbeleid, de regeling gesprekkencyclus, het beleid functiemix en het demotiebeleid opnieuw beschreven. In de beleidsontwikkeling is dus met name de aandacht besteed aan ‘de juiste persoon op de juiste plek’. Daarnaast is er met de nieuwe gesprekkencyclus en het invullen van de bekwaamheidsdossiers door onderwijzend personeel meer aandacht besteed aan deskundigheidsontwikkeling.
4.2
Nieuwe CAO
Eind september 2014 hebben de bonden een akkoord bereikt over de CAO-PO met looptijd 1-7-2014 tot 1-7-2015. Formeel is de CAO-PO in december 2014 van kracht geworden en heeft het College van Bestuur de CAO-PO van toepassing verklaard voor Stichting OOG. Centraal in de CAO staat de professionalisering van medewerkers. Om deze professionalisering verder vorm te geven is de bapo afgeschaft per 1-10-2014, hiervoor in de plaats is een nieuwe regeling duurzame inzetbaarheid opgenomen. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt om de werkdruk te verlagen per 1-8-2015, en om de salarissen te verhogen. Dit laatste is reeds ingegaan op 1-9-2014.
4.3
Flexibel personeel
Stichting OOG had enkele jaren geleden te maken met een overschot aan personeelsleden. In dit kader is enkele jaren geleden een vacaturestop ingesteld. Per augustus 2014 is deze vacaturestop opgeheven. In schooljaar 2013-2014 was hier al een aanloop naartoe, dat wil zeggen dat in de loop van dit schooljaar tijdelijke contracten zijn aangegaan voor de periode tot 1-8-2014. Een aantal personeelsleden had bij aanvang van 2014 een contract via een payroll organisatie. Per augustus 2014 is deze payrollconstructie afgebouwd. Tevens is per 1-8-2014 inzet in de vervangerspool zoveel mogelijk gereduceerd, door de betreffende medewerkers te plaatsen in de vaste formatie van scholen.
4.4
Professionalisering
In het kader van de kwaliteit en de ontwikkeling van medewerkers is in 2014 het instrument assessment een aantal keren ingezet. Dit om ontwikkeltrajecten duidelijk vorm te geven en ook de mogelijkheid te hebben deze te evalueren. Dit heeft in bepaalde gevallen geleid tot verbetering van functioneren, maar in een enkel geval ook tot de constatering dat de kwaliteiten van de medewerker op een ander vlak liggen en het dienstverband bij OOG beëindigd is/wordt. Voor de coaching van studenten is een schoolcoach aangesteld, zodat de aansluiting van de PABO nog beter gemaakt kan worden.
12
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
4.5
Administratie
Per januari 2014 wordt de volledige personele en salarisadministratie door OOG zelf uitgevoerd. Een mooi proces dat veel inzichten oplevert. De eerste prioriteit lag bij de salarisbetaling. In de loop van 2014 is het verder inrichten van het systeem HR2day, het autoriseren van directeuren en administratieve krachten en dergelijke opgepakt. Door het zelf uitvoeren van deze administratie hebben we meer zicht op de stand van zaken binnen OOG.
4.6
De cijfers over 2014
In 2014 zijn we over gestapt op een nieuw HR-systeem. Dit heeft tot gevolg dat de personele kengetallen niet helemaal vergelijkbaar zijn met de kengetallen van de voorgaande jaren. Vanuit ons nieuwe systeem zijn de personeelsleden exclusief vervangingen op te vragen. Dit geeft een licht vertekend beeld. Op dit moment vindt er nog overleg plaats om deze rapportage te verbeteren. In onderstaande tabellen de personele gegevens vanuit 2013 en 2014. Deze zijn niet rechtstreeks vergelijkbaar met elkaar. 31-12-2013 Aantal Personeelsleden
288
Aantal fte
197 fte
waarvan tijdelijk:
3,4 fte 01-01-2014
31-12-2014
Aantal Personeelsleden (exclusief vervangingen)
274
272
Aantal fte
190 fte
188 fte
Waarvan tijdelijk personeel
5,8 fte
13,7 fte
Waarvan functie leerkracht
156,6 fte
151,8 fte
Waarvan functie directie
16,9 fte
16,0 fte
Waarvan functie ondersteuning
16,6 fte
19,8 fte
Het aantal personeelsleden en het aantal fte van de stichting is in 2014 gedaald. Dit heeft mede te maken met de krimp van het leerlingaantal. Daarnaast is het aantal fte met een tijdelijk contract gestegen. Op dit moment betreft ruim 7% van het aantal fte een tijdelijke uitbreiding of een tijdelijke aanstelling. Zoals in de meeste organisaties in primair onderwijs is de verdeling man/vrouw binnen de stichting scheef. Van de 272 personeelsleden zijn er 46 mannen en 226 vrouwen. Er werken verhoudingsgewijs veel vrouwen in het onderwijs. Qua leeftijd zit er een redelijke verdeling in de stichting. Door het al enkele jaren werken met flexibele arbeidscontracten is het aantal 20-30 jarige leerkrachten in de formatie wel aan de lage kant.
13
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
Leeftijdsopbouw met daarin de verdeling man/vrouw:
Leeftijdsopbouw op 31-12-2014 4.7
Ontslagzaken
Het inzetten op kwaliteit van onderwijs betekent ook gericht kijken naar de kwaliteiten van medewerkers. Voor een aantal medewerkers levert dit de conclusie dat hun capaciteiten niet (meer) passen bij wat gevraagd wordt in hun functie. In de gesprekken die het College van Bestuur hierover heeft gevoerd met de betreffende medewerkers heeft zij aangegeven te willen komen tot een einde van het dienstverband. Dit heeft in één situatie geleid tot gebruik maken van het ABP-keuze pensioen per januari 2015 en het tot die tijd uitvoeren van passende werkzaamheden. In de andere situaties heeft het geleid tot een ontbinding van de arbeidsrelatie met een vaststellingsovereenkomst. In totaal zijn er in 2014 ontslagvergoedingen uitgekeerd ter waarde van € 99.831,--. Naast deze zaken is er ook van een aantal medewerkers met een tijdelijk contract het contract niet verlengd. Natuurlijk zijn er ook medewerkers die vanuit eigen beweging afscheid hebben genomen van stichting OOG. In totaal hebben 16 personeelsleden Stichting OOG in 2014 verlaten.
4.8
Functiemix
In 2014 is er bij stichting OOG ingestemd met het beleid ten aanzien van functiemix. Belangrijk in dit beleid is de heldere procedure voor het benoemen van LB-leerkrachten. Stichting OOG kent de landelijke doelen ten aanzien van functiemix, maar heeft een aantal knelpunten bij het uitvoeren. De percentages zijn op kleine scholen lastig te behalen, door de personeelsstop, krimpend leerlingaantal en interne mobiliteit kan het percentage sterk wisselen, de financiële middelen om deze doelen waar te maken zijn ontoereikend. Wel streeft OOG het doel van de functiemix na, dus het bieden van ontwikkelmogelijkheden voor medewerkers en hiermee doorgroeimogelijkheden in functie leerkracht. Door het in beeld brengen van de bekwaamheden van medewerkers en het op de juiste wijze uitvoeren van de gesprekkencyclus hebben zowel medewerkers als directeuren zicht op de ontwikkelmogelijkheden en -wensen van mensen.
14
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
Bovenstaande zal in schooljaar 2014-2015 moeten gaan leiden tot een verdere professionalisering van medewerkers en uiteindelijk ook tot het benoemen van meer leerkrachten in de functie van leerkracht B. Percentages LB-functies Landelijk streefcijfer
Realisatie OOG
01-10-2010
6%
01-10-2011
12%
16,1%
01-10-2012
18%
18,2%
01-10-2013
24%
19,0%
01-10-2014
24%
19,3%
4.9
Terugbrengen directieformatie
Door de krimp van het leerlingaantal had stichting OOG in de afgelopen jaren te maken met een overschot aan medewerkers met managementtaken. Per school is, op basis van de grootte van de school een norm gesteld voor de directieformatie. Het gaat hierbij om werkelijke inzet op de scholen, dus wtf exclusief verlof (BAPO) en exclusief directeuren die staftaken uitvoeren. Op basis van genormeerde groepen was op 31-12-2013 de norm 13,1 fte directie en op 31-12-2014 was de norm 12,8 fte directie. In werkelijkheid was er in 2013 14,5 fte directie. Deze directie is in 2014 teruggebracht naar 13,4 fte. Hiermee wordt nog niet voldaan de norm. Dit is echter een bewuste keuze, aangezien er een aantal scholen is waar gericht in onderwijskwaliteit geïnvesteerd moet worden.
4.10 Ziekteverzuim Het ziekteverzuim bij stichting OOG is al een aantal jaren te hoog. Het streefcijfer is 6%. Wanneer we kijken naar het verzuim blijkt dat er vooral sprake is van langdurig ziekteverzuim. Het verzuim is stichting breed in 2014 gemiddeld 7,39 %. Dit was in 2013 6,47%. Voor het schooljaar 2014-2015 is de taak van de verzuimcoördinator voor één dag per week ondergebracht bij één van de schooldirecteuren. De verzuimcoördinator heeft in het overleg met de bedrijfsarts en de schooldirecteuren een kritische houding aangenomen ten aanzien van de adviezen van de bedrijfsarts èn ten aanzien van de rol van de leidinggevenden. Per januari 2015 stappen we over naar een nieuwe arbodienst, namelijk Bedrijfspoli. Naast het terugdringen van het verzuim staat preventie van verzuim hoog op de agenda bij OOG.
15
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
5 Financiën 5.1
Groei/krimp leerlingaantal
De bekostiging van primair onderwijs is gebaseerd op het leerlingaantal van de stichting. In de afgelopen jaren is er sprake geweest van krimp van het aantal leerlingen. Deze krimp heeft ook in 2014 doorgezet.
Prognose 2015
1-10-2014
1-10-2013
1-10-2012
Uden
760
779
850
873
Veghel
926
902
887
870
Oss
506
533
596
627
Bernheze
182
206
199
204
Landerd
106
121
147
168
Sint-Oedenrode
146
149
156
163
Boekel
105
116
132
131
Totaal
2731
2806
2967
3036
Aantal krimp
-85
-161
-69
-98
Percentage krimp
-2,7%
-5,4%
-2,3%
-3,1%
Wij hebben binnen de stichting scholen die al een aantal jaren kleiner zijn dan de opheffingsnorm van de gemeente. Tot nu toe hielden we deze kleine scholen in stand op basis van de gemiddelde schoolgrootte van alle scholen van stichting OOG. Op basis van de leerlingaantallen per 1 oktober 2014 lukte dit niet meer. Wij hebben daarom besloten om over te gaan tot een administratieve fusie tussen twee scholen. Hierdoor leveren we een BRIN-nummer in en stijgt de gemiddelde schoolgrootte van de stichting. Op basis van de leerlingaantallen in de gemeenten waar stichting OOG zit hebben we gekeken naar het marktaandeel van stichting OOG. Hierbij is te zien dat het marktaandeel van de scholen van stichting OOG de afgelopen jaren rond de 14% is geweest. Bij de uitwisseling van leerlingaantallen met DUO zijn er door administratieve oorzaken 16 leerlingen niet correct aangeleverd. Deze leerlingen waren op 1 oktober 2014 wel aanwezig zijn binnen de stichting maar worden niet bekostigd. We hebben een bezwaarschrift ingediend en de afhandeling daarvan loopt op dit moment nog. In de overzichten met leerlingaantallen zijn deze leerlingen wel meegeteld. Op officiële websites zoals www.scholenopdekaart.nl worden deze leerlingen niet meegenomen in de telling.
16
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
5.2
Resultaat begroting en gewenst resultaat
De begroting voor 2014 is vastgesteld op € 300.000 negatief. Dit zou worden opgevangen door de te vormen bestemmingreserve op 31-12-2013. Uiteindelijk zijn er na het vaststellen van de begroting voor 2014 in december 2013 nog een aantal belangrijke wijzigingen geweest: Een deel van de bijzondere bekostiging jonge leerkrachten die we ontvingen in december 2013 mocht ondanks eerdere berichtgeving toch gedeeltelijk in 2014 geboekt worden, het gaat daarbij om een bedrag van ruim €93.500 Eind december 2013 is er al een flinke uitgave geweest in verband met vertrek van personeel in 2014. Uiteindelijk heeft dit geleid tot een bestemmingsreserve op 31-12-2013 van € 125.000. En daarmee hebben we in 2014 gestuurd op een resultaat van € 125.000 negatief.
Rijksbijdragen OCW (3.1.1) Ontvangen doorbetalingen SWV (3.1.4) Totaal: Rijksbijdragen Gemeentelijke bijdragen (3.2.1) Totaal: Overige overheidsbijdragen Baten verhuur (3.5.1) Baten detachering (3.5.2) Baten ouderbijdragen (3.5.5) Overige baten (3.5.6) Totaal: Overige baten Lonen en Salarissen (4.1.1.1) Sociale Premies (4.1.1.2) Pensioenpremies (4.1.1.3) Dotaties personele voorzieningen (4.1.2.1) Personeel niet in loondienst (4.1.2.2) Overige personele lasten (4.1.2.3) Af: uitkeringen personeel (4.1.3) Totaal: Personeelslasten Afs materiele vaste activa (4.2.2) Totaal: Afschrijvingen Huurlasten (4.3.1) Onderhoud (4.3.3) Energie en water (4.3.4) Schoonmaakkosten (4.3.5) Heffingen (4.3.6) Dotaties onderhoudsvoorziening (4.3.7) Overige huisvestingslasten (4.3.8) Totaal: Huisvestingslasten Administratie en beheer (4.4.1) Leermiddelen, inventaris en app (4.4.2) Overige lasten (4.4.4) Totaal: Overige lasten Rentebaten (5.1) Totaal: Rentebaten Rentelasten (5.2) Totaal: Rentelasten Resultaat
Realisatie 2014 13.914.438,02 268.916,22 14.183.354,24 172.902,16 172.902,16 52.216,77 56.500,00 70.376,91 594.154,82 773.248,50 9.226.167,49 1.919.699,51 1.312.985,02 18.808,73 426.701,42 634.815,78 -909.976,75 12.629.201,20 398.864,64 398.864,64 57.936,30 134.442,71 237.496,53 300.421,89 37.224,87 120.000,00 148.843,89 1.036.366,19 215.958,69 631.212,57 244.183,24 1.091.354,50 30.572,41 30.572,41 2.805,98 2.805,98 1.484,80
Begroting 2014 13.715.400,00 0 13.715.400,00 55.175,00 55.175,00 32.530,00 0 14.000,00 589.374,00 635.904,00 9.602.918,00 1.660.780,00 949.017,00 374.312,00 658.648,00 -850.000,00 12.395.675,00 377.947,00 377.947,00 38.132,00 130.105,00 234.482,00 280.212,00 39.000,00 120.000,00 76.050,00 917.981,00 215.375,00 580.889,00 245.523,00 1.041.787,00 30.000,00 30.000,00 2.650,00 2.650,00 -299.561,00
17
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
Het resultaat over 2014 is € 1.484,50 positief. De voornaamste verklaringen voor dit resultaat zijn: De verhoging van de personele budgetten 2014: In het najaar 2014 is een nieuwe cao afgesloten dit heeft geleid tot een toename van de rijksbijdrage. Deze budgetten zijn begin februari 2015 bekend gemaakt en moeten volgens de regels rondom de jaarverslaggeving voor 5/12 verwerkt worden in het boekjaar 2014. Het opheffen van de oude samenwerkingsverbanden Weer samen naar School: Bij deze opheffing zijn de middelen verdeeld over de aangesloten besturen, voor OOG betekende dit in 2014 € 84.372 extra. De brand bij OBS de Brinck: Voorlopige schade van de brand bij OBS De Brinck van € 40.000. Inhaalslag gemeente Veghel ten aanzien van nutsvoorzieningen: De inhaalslag bij de gemeente Veghel in het doorrekenen van de nutsvoorzieningen bij de Hintel (OBS De Tuimelaar), waardoor we in dit boekjaar behalve voor 2014 ook nog eens voor 2012 en 2013 een bedrag van ruim € 21.000 hebben betaald. De aanloopkosten voor de OOG-dag op 29 januari 2015 van ruim € 23.000.
5.3
Verklaring van de verschillen aan de batenkant
Rijksbijdragen, personele budgetten: In het najaar 2014 is een nieuwe cao afgesloten dit heeft geleid tot een toename van de rijksbijdrage. Begin februari zijn de personele budgetten voor het schooljaar 2014-2015 verhoogd. Hiervan is 5/12 verantwoord in de jaarrekening 2014. Dit betekent in totaal een verhoging van de Rijksbedrage met terugwerkende kracht van € 116.785. Rijksbijdrage, Passend Onderwijs: In augustus 2014 is Passend Onderwijs van start gegaan. Tot 1 augustus 2014 ontvingen we LGF (Leerling Gebonden Financiering) via de Rijksbijdragen OCW. Daarnaast ontvingen we geld vanuit de (oude) samenwerkingsverbanden en dat werd geboekt onder ‘overige baten’. Met de start van Passend Onderwijs is vastgelegd dat de inkomsten vanuit de nieuwe samenwerkingsverbanden geboekt moeten worden als ontvangen doorbetalingen Rijk. Vanuit het oude samenwerkingsverband in Uden krijgen we voor schooljaar 2014-2015 een tegemoetkoming voor de taalcoördinator die bij stichting OOG in dienst is. Bovendien hebben de oude samenwerkingsverbanden hun middelen verdeeld over de aangesloten besturen. Volgens afspraak zetten we deze middelen voorlopig apart als bestemmingsreserve. Gemeentelijke bijdragen: De gemeentelijke bijdragen zijn in 2014 hoger dan begroot. Van een aantal gemeenten krijgen we facturen voor het gebruik van de gymzaal, maar tegelijkertijd worden we hiervoor gesubsidieerd. Daarmee is deze post aan de batenkant fors hoger dan begroot en tegelijkertijd zien we aan de lastenkant dat de post overige huisvestingslasten fors hoger is dan begroot. Het effect op het resultaat is nihil.
18
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
Overige baten, detacheringen: We hebben in 2014 een aantal medewerkers gedetacheerd. Ook hiervoor geldt dat aan deze extra baten ook extra lasten gekoppeld zijn via de werkgeverslasten. Het effect op het resultaat is ook hierbij nihil. Overige baten, ouderbijdragen: De extra inkomsten via de ouderbijdragen zorgen op hun beurt ook weer voor extra lasten via de post ‘overige lasten’. Het gaat dan om tussenschoolse opvang, excursies, schoolkamp en schoolreisjes. Hiervan is het niet mogelijk om vast te stellen dat het effect nihil is.
5.4
Verklaring van de verschillen aan de lastenkant
Personeelslasten: Binnen stichting OOG begroten en sturen we op de werkgeverslasten. De werkgeverslasten omvatten de posten ‘lonen en salarissen’, ’sociale premies’en ‘pensioenpremies’. De verdeelsleutel waarmee de werkgeverslasten zijn verdeeld in de begroting 2014 blijkt niet te kloppen. Het aandeel van de ‘sociale premies’ en ‘pensioenpremies’ is hoger dan begroot. In het najaar van 2014 is een nieuwe cao van kracht geworden, daarin zat onder andere een loonsverhoging die we niet begroot hadden. Zoals eerder genoemd zijn er extra werkgeverslasten gemoeid met werknemers die tijdelijk gedetacheerd zijn. Ook hadden we in 2014 te maken met een aantal langdurig zieke medewerkers in de vervangerspool. Daarnaast is er wel degelijk meer inzet van personeel geweest in 2014 dan begroot. Behalve extra inzet op enkele scholen, hebben we in 2014 geïnvesteerd in de volgende taken: trajectbegeleider passend onderwijs, verzuimmanager en basisschoolcoach. De post ‘personeel niet in loondienst’ is hoger dan begroot. Dit heeft onder andere te maken met afspraken die met WSN Veghel gemaakt zijn over verplichte afname van uren van Circum. Circum was de onderwijsbegeleidingsdienst van WSNS Veghel. Gedurende schooljaar 2013-2014 bleek dat er te weinig gebruik gemaakt werd van de diensten van Circum. Er zijn toen afspraken gemaakt waarbij er sprake was van gedwongen winkelnering. Circum is per 1-8-2014 opgeheven. Daarnaast zit er in deze post een vervanging (deze is ten laste gebracht van het vervangingsfonds) die door een externe is ingevuld. De post ‘overige personele lasten’ is lager dan begroot omdat we een kostenpost in verband met vertrek van een medewerker in 2014 toch al in kalenderjaar 2013 betaald en geboekt hebben. Daar tegenover staan dan weer extra uitgaven vanwege aanloopkosten in het kader van de OOG-dag op 29 januari 2015 en extra kosten inzake WGA-uitkeringen. De post ‘uitkeringen personeel’ omvat zowel de WAZO-uitkeringen voor zwangerschapsverlof, een beperkt aantal vangnetuitkeringen en de vervangingen die we declareren bij het Vervangingsfonds. Als deze uitkeringen hoger zijn dan begroot dan zijn hiermee ook direct de werkgeverslasten hoger dan begroot.
19
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
Afschrijvingslasten: De post ‘afschrijvingslasten’ wordt negatief beïnvloed door het feit dat een van onze scholen, OBS De Brinck in Uden, op oudjaarsavond 2014 is afgebrand. Daarmee werden we gedwongen om het overgrote deel van de inventaris vervroegd af te schrijven. Het gaat hierbij om een tegenvaller van € 40.000,- die we in 2014 ten laste van de exploitatie brengen. Huisvestingslasten: De huurlasten zijn hoger door afspraken die gedurende het jaar gemaakt zijn over integraal kindcentrum Sirius. In de begroting van obs de Telescoop waren diverse posten opgenomen ten aanzien van onderhoud en exploitatie. Uiteindelijk is afgesproken dat deze bedragen als een post afgerekend worden met SKBO. De overschrijding op de post ‘energie en water’ hangt samen met de nafacturering van de gemeente Veghel voor de Hintel (OBS De Tuimelaar), voor 2012 en 2013 gaat het om een bedrag van ruim € 21.000,De overschrijding op de post ‘schoonmaak’ is opgebouwd uit diverse kleine overschrijdingen per school. De scholen hebben de neiging om schoonmaakkosten positiever in te schatten dan ze in werkelijkheid zijn. De overschrijding op de post ‘overige huisvestingslasten’ hangt samen met de facturering van het gebruik van de gymzalen door een aantal gemeenten, dit wordt gecompenseerd aan de batenkant door de toename van de gemeentelijke bijdragen. We hebben in 2014 flink geïnvesteerd in huisvesting, er is veel tijd gestoken in het op orde krijgen van alle schoolgebouwen. Vanaf 2015 worden we namelijk zelf verantwoordelijk voor het zogenaamde groot onderhoud en daarmee zijn we gebaat bij een goede staat van onderhoud van de schoolgebouwen op 1 januari 2015. Daarnaast hebben we meer geld uitgegeven aan onderhoud CV-installaties dan begroot, dit hebben we echter op andere onderdelen grotendeels kunnen compenseren. Overige lasten: Bij overige lasten valt vooral de post ‘leermiddelen, inventaris en apparatuur’ op. In het jaar 2014 waren de lasten van reproductie op een aantal scholen te laag ingeschat.
5.5
Balans en kengetallen 31-12-2014
31-12-2013
Materiële vaste activa
1.801.153
1.935.082
Vorderingen
1.095.783
1.019.794
Liquide middelen
2.472.336
2.573.315
5.396.272
5.528.191
3.065.298
3.063.813
840.967
881.492
ACTIVA
PASSIVA Eigen Vermogen Voorzieningen
20
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
Kortlopende schulden
1.463.007
1.582.886
5.369.272
5.528.191
De balans in combinatie met de winst- en verliesrekening leidt tot de volgende kengetallen: 2014
2013
Inspectie PO
Liquiditeit
2,44
2,27
Ondergrens 0,5
Solvabiliteit
0,73
0,71
Ondergrens 0,2
Rentabiliteit
0,0 %
0,8 %
3 jaar boven nul
Personele lasten/totale baten
83,5 %
82,6 %
Kapitalisatiefactor
0,35
0,34
Bovengrens 0,35
Weerstandsvermogen PO
9%
8%
Bovengrens 5 %
Beoordeling van het vermogensbeheer: We gebruiken hiervoor de kengetallen solvabiliteit, kapitalisatiefactor en weerstandsvermogen. Solvabiliteit Deze berekenen we als volgt: (eigen vermogen + voorzieningen)/ totaal passiva Dit kengetal geeft aan hoe afhankelijk een bedrijf is van vreemd vermogen. De solvabiliteit van stichting OOG is ruim boven de bovengrens zoals inspectie die stelt. Kapitalisatiefactor Deze berekenen we als volgt: (totaal activa – gebouwen/terreinen)/ totale baten Volgens commissie Don geldt een bovengrens van 0,35. De kapitalisatiefactor van stichting OOG is (naar boven) afgerond 0,35. Dit kengetal geeft aan in hoeverre kapitaal wordt ingezet. Weerstandsvermogen PO Dit kengetal is onderdeel van de kapitalisatiefactor. Het feit dat deze hoger is dan de bovengrens betekent dat stichting OOG extra kapitaal in kan zetten zonder dat er daarmee financiële risico’s gelopen worden. Conclusie: de vermogenspositie van stichting OOG is zeer ruim. Beoordeling van het budgetbeheer We gebruiken hiervoor de kengetallen liquiditeit, rentabiliteit en personele lasten/totale baten. Liquiditeit Deze berekenen we als volgt: vlottende activa / kortlopende schulden Dit kengetal geeft aan of er voldoende middelen beschikbaar zijn om aan de lopende verplichtingen te voldoen. Bij stichting OOG is dit ruimschoots het geval. Het advies in dit geval zou zijn om liquide middelen voor langere tijd vast te leggen. Echter omdat het op dit moment, met inachtneming van de regeling beleggen en belenen, geen aantrekkelijke optie is om bijvoorbeeld obligaties te kopen staan de ’overtollige’ liquide middelen op een spaarrekening.
21
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
Rentabiliteit Deze berekenen we als volgt: exploitatieresultaat / totale baten 100 % Dit kengetal geeft aan in welke mate baten en lasten met elkaar in evenwicht zijn. Stichting OOG heeft nu voor het 2e jaar een positieve rentabiliteit. Personele lasten / totale baten (exclusief financiële baten) Aangezien de personele lasten grotendeels structureel van aard zijn is het van belang dat dit kengetal niet te hoog wordt. In 2014 is er sprake van een grote flexibele schil. Er zijn verhoudingsgewijs meer tijdelijke contracten dan in 2013. Ook is er m.n. in de eerste 7 maanden van 2014 gemaakt van diverse payroll-contracten. Conclusie: de budgetten binnen stichting OOG zijn ruim toereikend.
5.6
Treasury
Het treasurystatuut van Stichting OOG is gebaseerd op de regeling Beleggen en Belenen Onderwijs uit 2010. In 2014 is er besloten om naast de rekeningen bij de Rabobank ook rekeningen te openen bij de ABN AMRO. Dit wordt geïnitieerd in januari 2015. De rentes bij de ABN AMRO zijn iets hoger dan deze bij de Rabobank. Daarnaast is het hiermee mogelijk om de salarisbetaling via beide banken te laten verlopen. Dit maakt de salarisbetaling minder afhankelijk van het wel/niet functioneren van de internetsites van een van de banken.
5.7
Subsidie
Stichting OOG ontvangt op meerdere gebieden subsidies. Vaak zijn dit gemeentelijke subsidies waarover richting gemeenten verantwoording wordt afgelegd. In deze paragraaf wordt verantwoording over meer algemene subsidies afgelegd. Ten eerste de subsidie voor professionalisering van schoolleiders, schoolleiders kunnen bij het indienen van de begroting aangeven welke opleiding zij zelf willen gaan volgen. In 2015 is de subsidie o.a. ingezet voor een master in ‘public and non-profit management’ (TiasNimbas), spreken met impact (Great Communicators), succesvol veranderen in het onderwijs (Dyade), opleiding spiritueel leiderschap (Levensboom), masterclass ‘lichtvoetig zwaarwichtig organiseren’ (Meestersadvies). Daarnaast zijn er individuele coachingstrajecten gevolgd. Ten tweede de prestatiebox, deze is vooral ingezet om de onderwijskwaliteit bij stichting OOG te verbeteren. Wij hebben hiermee de externe deskundigheid van INSULA ingehuurd, maar ook de stafmedewerker Onderwijs en adviseur Begrijpend Lezen bekostigd. Cursusaanvragen lopen via de schoolbegrotingen maar worden bekostigd vanuit een gezamenlijk budget. Ook dit jaar zijn er weer vele opleidingen gevolgd, zowel op team- als op individueel niveau. Ten derde zijn er een groot aantal scholen die gebruik maken van de regeling Cultuur met Kwaliteit. Op basis van deze middelen zijn er mooie projecten op het gebied van dans, cultuur en muziek opgezet. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met de marktplaatsen cultuur in onze regio. Deze marktplaatsen zorgen ook voor de verantwoording van deze middelen.
22
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
5.8
Continuïteitsparagraaf
5.8.1 Risico’s Krimp leerlingaantal De krimp op basis van de 1-oktober-telling van 2014 was groter dan de afgelopen jaren en ook groter dan geprognotiseerd. De daling van het leerlingaantal heeft onder andere invloed op de mogelijkheid om alle (kleine) scholen van de stichting in stand te houden. Krimp noodzaakt de scholen om met name in de personele bezetting bij te sturen. In de begrotingen werken we met normen per groep en kijken we kritisch naar de verdeling van de leerlingen over de groepen. Daarmee is het bijsturen in de formaties in de begrotingen verwerkt. Dit vraagt om flexibiliteit van het personeelsbestand. We hebben op dit moment een flexibele schil op basis van een aantal tijdelijke contracten. Daarnaast zal de krimp opnieuw vragen om flexibiliteit op het gebied van mobiliteit van personeel. Krimp heeft ook invloed op het aantal vierkante meters die wij nodig hebben om ons onderwijs vorm te geven. Op dit moment zijn er meerdere gebouwen dit té groot zijn voor het aantal leerlingen. Wij zijn met diverse gemeenten in gesprek over onderwijshuisvesting, eventuele nieuwbouw en verdeling van de vierkante meters. Kwaliteit van onderwijs Op een aantal scholen van stichting OOG is de onderwijskwaliteit nog niet van voldoende stabiel niveau. Dit betekent dat wij een extra impuls moeten geven aan onderwijskwaliteit, tot het moment waarop alle scholen ruim voldoen aan het basisarrangement van inspectie. Op korte termijn speelt dit in de gemeente Uden. Hier investeren wij in 2015 extra in de onderwijskwaliteit. Mobiliteit directeuren Met de directeuren van de stichting vinden regelmatig gesprekken plaats over de ontwikkeling van de scholen en over de persoonlijke ontwikkeling van de directeur. Aangezien het niet plezierig is voor scholen om veel wijzigingen gedurende het schooljaar door te voeren wordt geprobeerd tussentijds wisselen van directeuren te beperken. Dit betekent wel dat per 1 augustus 2015 vermoedelijk meerdere directeuren van plaats zullen verwisselen. Daarnaast zijn eind 2014 voor enkele urgente knelpunten tijdelijke oplossingen gezocht, deze tijdelijke oplossingen duren tot 1 augustus 2015. Dit soort wisselingen zijn lastig te vatten in begrotingen, daarnaast weten we dat werktijdfactoren niet altijd perfect aansluiten bij de grootte van de scholen. Daarnaast staat de norm van directie onder druk op het moment dat er sprake is van bijvoorbeeld nieuwbouw/renovatie of onvoldoende onderwijskwaliteit. In de schoolbegrotingen kan dit soms reden zijn voor het toestaan van een overschrijding. Doordecentralisatie onderhoud De extra materiële middelen die we ontvangen i.v.m. de doordecentralisatie van het zgn. buitenonderhoud van de schoolgebouwen zijn al wel verwerkt in de begroting. Deze bedragen zijn immers al wel bekend en dus ook opgenomen in de begroting. De afgelopen jaren is er vooral hard gewerkt om de staat van de schoolgebouwen op orde te krijgen. Voorlopig kiezen we ervoor om het totale onderhoud (zowel binnen- als
23
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
buitenonderhoud) te betalen vanuit zowel de exploitatie als vanuit de voorziening onderhoud. De dotatie aan de voorziening is dan ook in 2015 flink opgehoogd Voor enkele schoolgebouwen waarbij de staat van onderhoud in onze ogen onvoldoende is, is intensief overleg met de betrokken gemeenten om dit in gezamenlijkheid op te lossen. Daarbij verwachten we geen extra financiële risico’s voor stichting OOG. Passend Onderwijs Stichting OOG zit in twee regio’s Passend Onderwijs. De meeste scholen zitten in regio 30.06, slechts 1 school (OBS Uilenspiegel) zit in regio 30.08. In beide regio’s is sprake van verevening. We zullen dus met minder geld meer ondersteuning moeten bieden. Per 1 augustus 2014 is de LGF-regeling via DUO gestopt. Deze middelen gaan nu naar de nieuwe samenwerkingsverbanden. Binnen zowel 30.06 als 30.08 is gekozen voor een overgangsregeling. Dit betekent dat die scholen met veel gelden vanuit LGF nog even de tijd krijgen om bij te sturen. Voor een aantal van onze scholen betekent dit op termijn een forse bezuiniging. In regie 30.08 is er gekozen voor een andere manier van verdeling van de middelen. We zullen een bestemmingsreserve opnemen voor de school in Boekel, aangezien er in 30.08 gewerkt gaat worden met een malus voor leerlingen die verwezen worden naar speciaal onderwijs. In 30.06 wordt er meer gekeken naar de ondersteuning die een leerling nodig heeft. In het verleden werden op basis van rugzakmiddelen soms extra groepen geformeerd. Dat zal in de toekomst lastiger zijn. Dit heeft geen invloed op de meerjarenbegroting aangezien we daar uitgaan van het genormeerd aantal groepen. In de afgelopen jaren is er binnen OOG sterk gestuurd op de normen ten aanzien van IB en directie. Met de invoering van passend onderwijs voorzien wij dat er op sommige scholen toch meer IB nodig is dan de norm. Dit kan bij een enkele school leiden tot een overschrijding van de schoolbegroting. Verzuim en uitstroom De kosten die gepaard gaan met begeleiding ziekteverzuim en uitstroom liggen op bestuursniveau. Vanaf 2015 vergoedt het Vervangingsfonds niet langer de vervanging rechtspositioneel verlof, deze kosten zijn voortaan voor bestuur. Dit betekent dat de premie per werknemer daalt met 1,2%.Tegelijkertijd stijgt de premie voor het Participatiefonds per werknemer met 1%. In 2015 is bovendien de premie voor het WGA eigenrisicodragerschap fors gestegen. Ten aanzien van participatiefonds is er voor stichting OOG afgerekend tot en met 2011. Naar verwachting zal er nog een afrekening komen voor de jaren 2012, 2013 en 2014. De hoogte van dit risico is op dit moment onbekend. We hebben AON verzocht dit risico in kaart te brengen. De noodzaak om meer en sneller te kunnen sturen op verzuim en uitstroom heeft in 2014 onder andere geleid tot het benoemen van een verzuimcoördinator bovenschools. Sectorrisico De overgrote meerderheid van de baten in onze begroting is afkomstig vanuit de overheid. De volledigheid van de baten wordt vaak pas achteraf duidelijk. Zo worden vaak personele budgetten na afloop van een schooljaar alsnog bijgesteld. We kiezen er bij stichting OOG om op eenzelfde wijze om te gaan met de opbouw van de GPL. Dus we
24
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
gaan uit van de kennis van dat moment. We lopen daarmee bewust een risico, dit omdat we van mening zijn dat buffers opbouwen niet onze primaire taak is. Wel kiezen we met de huidige meerjaren begroting voor het labelen van middelen voor bepaalde risico’s. Claims en klachten We hebben de afgelopen jaren ervaren dat ouders sneller de stap maken naar de onderwijsgeschillencommissie. Deze juridisering zien we ook op andere gebieden, zoals inkoop en personeel. Dit betekent dat wij er rekening mee moeten houden dat we meer geld kwijt zijn aan juridische ondersteuning. Op dit moment zijn we bezig met een herziening begroting. Vooruitlopend daarop is al wel de meerjarenbegroting aangepast met daarin verwerkt de op dit moment (maart 2015) bekende bekostigingsgegevens. We zijn daarbij uitgegaan van de volgende leerlingaantallen en bijbehorend genormeerd aantal groepen: 2014
2015
2016
2017
Leerlingaantal
2806
2731
2648
2569
Groepen
137
139
134
131
De ontwikkeling van het aantal groepen is de optelsom van alle individuele scholen. Op 1 oktober 2015 verwachten we 75 leerlingen te krimpen en toch stijgt het aantal genormeerde groepen met 2. Het jaar daarop is de geprognotiseerde daling 83 leerlingen en dan daalt het aantal genormeerde groepen met 5. Het mag echter duidelijk zijn dat in beide jaren de personele baten dalen! In bijlage 4 is het meerjarenperspectief en het toetsingskader PO terug te vinden. meerjarenperspectief Het begrotingstekort loopt in de komende jaren op. Dit is het gevolg van verdergaande krimp. Deze krimp leidt tot vermindering van de (tijdelijke) formatie, maar leidt bijvoorbeeld niet tot verlaging van huisvestingslasten. Kortom een aantal gebouwen is qua onderhoud te duur t.o.v. de baten die we hiervoor ontvangen, immers de baten zijn gekoppeld aan het aantal leerlingen en niet aan de grootte van het gebouw. De ambitie van stichting OOG op dit vlak de komende jaren is dan ook het investeren in onderhoud waarbij tegelijkertijd de exploitatiekosten verlaagd worden. Dit zal in 2015 nader financieel worden uitgewerkt en is dus nog niet zichtbaar in de huidige meerjarenbegroting. Op dit moment vinden er tevens gesprekken plaats met diverse gemeenten over het ‘op maat’ maken van het aantal vierkante meters. Het meerjarenperspectief wat hier gepresenteerd wordt toont aan dat er nog bijgestuurd zal moeten worden om het risico te verkleinen/elimineren. Het daadwerkelijke tekort zal dan ook kleiner zijn dan wat nu in het perspectief geschetst wordt. toetsingskader De kapitalisatiefactor kent een signaleringsbovengrens van 35 %, op dit moment zitten we daar nog net onder. In die zin is het dan op dit moment ook gerechtvaardigd om juist wel te investeren in onderwijs en/of onderhoud omdat stichting OOG de financiële middelen hiervoor ruimschoots heeft. Als de stichting boven deze grens uitkomt dan moet er juist verantwoording afgelegd worden of er geen sprake is van oppotten van middelen.
25
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
Zowel solvabiliteit als liquiditeit blijven zelfs bij het negatief geschetste meerjarenperspectief ruim boven de signaleringsgrenzen. Alleen voor het weerstandsvermogen geldt dat deze bij ongewijzigd beleid in 2017 onder de grens van 5 % zakt. De signalering voor weerstandsvermogen is afhankelijk van de grootte van de onderneming en ligt bij stichting OOG dan ook op 5%. 5.8.2 Begroting 2015 Dit is de begroting zoals die is goedgekeurd eind 2014. Hierin waren nog niet de nieuwe budgetten en de nieuwe cao verwerkt. Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan de herziening begroting 2015.
Rijksbijdragen OCW (3.1.1) Ontvangen doorbetalingen rijksbijdrage SWV (3.1.3) Totaal: Rijksbijdragen Gemeentelijke bijdragen (3.2.1) Totaal: Overige overheidsbijdragen Baten verhuur (3.5.1) Baten detachering (3.5.2) Baten ouderbijdragen (3.5.5) Overige baten (3.5.6) Totaal: Overige baten Lonen en Salarissen (4.1.1.1) Personeel niet in loondienst (4.1.2.2) Overige personele lasten (4.1.2.3) Af: uitkeringen personeel (4.1.3) Totaal: Personeelslasten Afs materiele vaste activa (4.2.2) Totaal: Afschrijvingen Huurlasten (4.3.1) Onderhoud (4.3.3) Energie en water (4.3.4) Schoonmaakkosten (4.3.5) Heffingen (4.3.6) Dotaties onderhoudsvoorziening (4.3.7) Overige huisvestingslasten (4.3.8) Totaal: Huisvestingslasten Administratie en beheer (4.4.1) Leermiddelen, inventaris en app (4.4.2) Overige lasten (4.4.4) Totaal: Overige lasten Rentebaten (5.1) Totaal: Rentebaten Rentelasten (5.2) Totaal: Rentelasten Resultaat
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
13.273.780 602.874 13.876.654 48.291 48.291 40.500 60.862 13.330 139.131 253.823 11.780.411 134.918 619.975 -650.000 11.885.304 372.347 372.347 56.115 89.500 219.951 272.530 34.500 250.000 199.532 1.122.128 165.507 539.866 225.005 930.378 -30.000 -30.000 2.450 2.450 -103.839
26
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
6 Bijlage 1 Overzicht scholen Brin
Schoolnaam
Straat
Postcode/Plaats
00DM
OBS de Bolderik
Het Geleer 33
5473 ZG Heeswijk-Dinther
05ZG
OBS ‘t Ravelijn
Stationssingel 7
5371 BB Ravenstein
06CU
OBS Delta
Herderstraat 2
5384 BS Heesch
06DH
OBS De Telescoop
Verdistraat 79
5343 VC Oss
08IR
OBS De Uilenbrink
Melisselaar 1
5467 BM Veghel
08IR1
OBS De Tuimelaar
Vlasven 79
5464 PN Veghel
08IQ
OBS De Kleine Wereld
Rusheuvel 75
5346 JH Oss
09HI
OBS De Leeuwerik
Leeuweriksweg 10
5402 XD Uden
09IS
OBS Kompas
De Leest 43
5463 JA Veghel
10CZ
OBS De Meent
Vaaldriessenstraat 3
5402 HA Uden
10UP
OBS Camelot
Germenzeel 600
5403 XD Uden
18GH
OBS de Springplank
Wilhelminastraat 19
5491 JL Sint-Oedenrode
22JK
OBS de Brinck
Runmolen 104
5404 KT Uden
23TP
OBS Uilenspiegel
Parklaan 10
5427 AL Boekel
23VU
OBS De Ieme
Lavasveld 32
5467 KR Veghel
24BR
OBS De Cirkel
Wislaan 221
5406 AC Uden
24NM
OBS Mettegeupel
Litherweg 4
5346 JD Oss
27UE
OBS De Wizzert
Kerkstraat 57-59
5411 EA Zeeland
27
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
7 Bijlage 2 Jaarverslag 2013-2014 GMR De (G)MR stelt ieder jaar een jaarverslag op waarin onder meer een overzicht van de werkzaamheden is opgenomen. Het jaarverslag wordt bekend gemaakt aan alle betrokkenen, dat wil zeggen aan het College van Bestuur, de directies van de verschillende scholen, het personeel en de ouders van de Stichting Openbaar Onderwijsgroep. In dit jaarverslag zijn de volgende onderwerpen opgenomen: 1. 2. 3. 4. 5.
7.1
Samenstelling van de GMR en taakverdeling leden Overzicht van de besproken onderwerpen Overzicht communicatie met achterban Overleg met het bevoegd gezag Besluitenlijst
Samenstelling van de GMR
De GMR van Stichting Oog bestaat uit de volgende leden: Ouder/Personeel
Rol
Marcel Kanters
Ouder
Voorzitter
Murat Elmas
Ouder
Lid
Edwin Schotman
Ouder
Lid
Renesta Hol
Personeel
Secretaris
Carla Geurts
Personeel
Lid
Mieke Nuijten
Ouder
Lid
Henriëtte van der Vaart
Ouder
Lid
Tamara Smits-Vloet
Personeel
Lid
Carola Franke
Personeel
Lid
Judith Bergevoet
Personeel
Lid
7.2
Overzicht besproken onderwerpen GMR
Naast de gebruikelijke vast terugkerende onderwerpen op de agenda, zoals notulen, stand van zaken op de scholen, ingezonden stukken en praktische mededelingen, zijn er tal van onderwerpen behandeld en besproken. Hieronder een aantal onderwerpen die besproken zijn in willekeurige volgorde Passend onderwijs Jaarverslag GMR Begroting 2014/2015 Jaarcijfers OOG Personeelsbeleid Norm jaartaak Krimp en Groei OOG scholen Mobiliteitsplan Nevenwerkzaamheden Medezeggenschapsreglementen Huishoudelijk reglement GMR
28
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
-
Vakantierooster 2014/2015 Functiemix Demotiebeleid Bestuursformatieplan OOG KMPO resultaten Schoolveiligheidsplannen Bestuursreglementen Leerlingendossiers en hun privacy Persoonlijke ontwikkelingsplannen Beoordelingsgesprekken Klachten en juridische procedures cao Werkkostenregelingen Functieomschrijvingen Werksystemen op diverse scholen
Natuurlijk zijn sommige van deze zaken vaker aan bod gekomen dan andere, en is er voor een aantal zaken meer tijd besteed dan aan ander. Een duidelijk inhoudelijk overzicht is te vinden in de verschillende notulen.
7.3
Communicatie met de achterban GMR
De GMR leden zitten zonder last en zonder ruggespraak in de GMR. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat er geen overleg met de achterban is. Alle MR-en hebben een GMR contactpersoon. Deze GMR contactpersonen hebben toegang tot het deel van SharePoint ( op www.stichtinoog.nl) waarop de GMR haar informatie heeft staan. Denk aan de agenda’s en notulen van onze vergaderingen, alle bijlagen en eventueel andere relevante stukken. In SharePoint zit ook de mogelijkheid je per email een melding te laten sturen wanneer er een nieuw document aan SharePoint is toegevoegd. Hiermee is alle GMR-informatie beschikbaar en wordt op deze manier ook actief aangereikt aan alle MR-en. Als er naar aanleiding van onze stukken op SharePoint vervolgens vragen, op/aanmerkingen of adviezen zijn, of er behoefte is aan meer informatie, kan er een e-mail gestuurd worden aan de secretaris Renèsta Hol (
[email protected]) Zij beantwoordt de vragen wanneer mogelijk direct, of legt de zaken voor aan de hele GMR in de eerst volgende vergadering. De gezamenlijke GMR-MR avond vond in 2014 niet plaats, wegens gebrek aan belangstelling.
7.4
Overleg tussen GMR en het College van Bestuur
Inhoudelijk is de GMR over alle bestuursaangelegenheden, personele zaken, financiële zaken en huisvestingszaken zowel schriftelijk als mondeling geïnformeerd door het College van Bestuur (CVB). De GMR leden bevragen het CvB op deze onderwerpen en hierna volgt uitleg en (soms pittige) discussie. Sandra Beuving is het gehele jaar als CvB aanwezig geweest bij de vergaderingen van de GMR. Officieel maakt het CvB geen deel uit van de GMR, maar we zijn wel belangrijke partners. De GMR wil de informatiestroom graag vers en goed op gang houden en dus graag tijdig geïnformeerd worden. Het CvB is daarom bij elke vergadering van de GMR uitgenodigd
29
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
en ook aanwezig geweest om de GMR te informeren en op de hoogte te houden van actuele zaken. De GMR volgt de activiteiten van het CvB en heeft inzage in de notulen van de vergaderingen en de GMR kan dan ook om opheldering vragen als er zaken onduidelijk zijn.
7.5 -
Besluitenlijst GMR
Werkkostenregeling is vastgesteld en wordt in 2015 herzien Instemmingen met functiemix en functieomschrijvingen Besluiten inzake invulling GMR avond Instemming privacy-beleid leerlingen Instemming functiemix Instemming demotiebeleid Instemming meerjaren formatieplan Instemming mobiliteitsbeleid Instemming payroll stop Vaststelling medezeggenschapsbeleid Advies nevenwerkzaamheden Evaluatie statuten en begroting
30
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
8 Bijlage 3 Jaarverslag 2014 Raad van Toezicht Dit jaarverslag van de Raad van Toezicht maakt integraal onderdeel uit van het jaarverslag van stichting OOG. Hiermee is dit jaarverslag voor alle betrokkenen inzichtelijk. Via SharePoint hebben directeuren en GMR-leden inzicht in de agenda’s en notulen van de Raad van Toezicht. Hiermee kunnen alle belanghebbenden zich op de hoogte stellen van de manier waarop het toezicht bij OOG wordt ingevuld. Het toezicht van stichting OOG wordt ingevuld conform de Code Goed Bestuur PO Raad. Er wordt bij stichting OOG niet afgeweken van deze code. Het managementstatuut is opgenomen in het OOG-handboek en hiermee inzichtelijk voor alle personeelsleden van stichting OOG.
8.1
Persoonlijke gegevens bestuurder(s) en toezichthouders Bestuurder:
Naam
Leeftijd
Nevenfuncties
Datum benoeming
Datum einde dienstverband
Sandra Beuving
1975
Lid OPR PO de Kempen (30.09) Lid bestuur SWV 30.06
01-03-2013
01-03-2017
Toezichthouders: Naam
Leeftijd
Functie, commissies
Nevenfuncties
Wouter Smits
1979
Voorzitter (profiel: overheid)
Hoofd Afdeling Onderwijs-ArbeidsmarktParticipatie gemeente ‘s-Hertogenbosch
Philip de Koning
1960
Vicevoorzitter (profiel: vastgoed)
Ontwikkelaar BrabantWonen
Anneke Buursink Niessink
1948
Lid (profiel: onderwijs)
Coördinator WSNS Vught Ondersteuningsmanager SWV Passend onderwijs de Meierij regio Vught
Ria van Doorn
1968
Lid (profiel: financiën)
Directeur Bedrijfsvoering St. Eindhovens Christelijk Voortgezet Onderwijs Voorzitter Raad van Toezicht Udens College
Nanda Michielsen – de Wilde
1978
Lid (profiel: juridisch)
Advocaat Michielsen ı Opsteen Vastgoedadvocaten Lid Raad van Commissarissen AREA
31
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
Naam
Datum benoeming
Datum herbenoeming
Termijn
Wouter Smits
1-1-2012
1-1-2015
2e
Philip de Koning
1-1-2014
1-1-2018
1e
Anneke Buursink Niessink
1-1-2013
1-1-2017
1e
Ria van Doorn
1-1-2013
1-1-2017
1e
Nanda Michielsen – de Wilde
1-1-2014
1-1-2018
1e
8.2
Werkzaamheden van de Raad van Toezicht
De Raad is zesmaal bijeengeweest en heeft het op begin 2014 vastgestelde toezichtkader gevolgd. Het toetsingskader bestaat uit de thema’s strategie, onderwijskwaliteit, continuïteit, werkgeverschap en horizontale verantwoording. Per thema zijn de doelstellingen inzichtelijk, de indicator bekend en het tijdstip van bespreken gekoppeld aan de P&C jaarkalender. In onderstaand overzicht zijn de onderwerpen die behandeld zijn weergegeven. Het thema van de gezamenlijke bijeenkomst met CvB-directie-DB-beleidsmedewerkers op 19 februari was onderwijskwaliteit. Aan de hand van 2 presentaties van scholen is inhoudelijk gediscussieerd. De oogst van die avond is onder meer dat er op praktisch vlak (bijvoorbeeld draaiboek bezoek onderwijsinspectie) scholen nog veel van elkaar kunnen leren. In september heeft er een overleg met een delegatie van de Raad van Toezicht van SKBO plaatsgevonden. Onderwerp van gesprek was de samenwerking tussen OOG en SKBO in Oss. Datum
Onderwerpen
3 februari 2014
-
14 april 2014
-
Aanwezig
Strategisch beleid Opbrengsten en door- en uitstroomgegevens leerlingen Uitputting begroting Personeelsgegevens incl. verzuim Tevredenheid medewerkers, leerlingen en ouders Externe samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs Managementcontract CvB
Raad van Toezicht: voltallig
Jaarrekening en jaarverslag 2013
Raad van Toezicht: Philip de Koning Ria van Doorn Anneke Buursink
College van Bestuur: Sandra Beuving
32
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
-
-
16 juni 2014
-
-
22 september 2014
-
-
Meerjaren bestuurs formatieplan incl.risicoanalyse Netwerk en profiel RvT Passend Onderwijs Aanpassen documenten (bestuursreglement, managementcontract, statuten) Ontwikkeling LGF en verwijzingen SO/BSO Proces keuze accountant Onderwijsresultaten Tevredenheidsonderzoek
Nanda Michielsen
Uitputting begroting 2014 Overzicht meerjaren onderhoudsprogramma gebouwen Afstoten/toevoegen vastgoed in kaart gebracht Overzicht personeelsgegevens incl. verzuim Monitorrapportages LinkedIn Pagina Passend Onderwijs Keuze accountant Jaarrekening 2014 Gesprekcyclus personeel Inleveren brinnummer Treasury Nieuwe systemen
Raad van Toezicht: voltallig
Evaluatie strategisch beleid Inspectie toezichtarrangementen Jaarverslagen WSNS / Passend Onderwijs Klachten en juridische procedures Uitputting begroting, incl. analyse tot 01-08-2014 Overzicht personeelsgegevens incl. verzuim en analyse tot 0108-2014 Advies keuze accountantsbureau
Raad van Toezicht: Wouter Smits Ria van Doorn Anneke Buursink Nanda Michielsen
College van Bestuur: Sandra Beuving
College van Bestuur: Sandra Beuving
College van Bestuur: Sandra Beuving
33
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
-
10 november 2014
-
-
-
15 december 2014
-
Risicoanalyse doorcentralisatie huisvesting Uitgangspunten begroting 2015 Toelichting op inrichting staf Ontwikkeling leerlingaantallen en marktaandeel Begroting 2015 Monitorrapportage LinkedIn pagina Functioneringsgesprek CvB Verdiensten Raad van Toezicht Lidmaatschap VTOI Meerjarenbeleid leerlingaantallen, kleine scholen, fusie Verslag bestuursgesprek inspectie incl. terugkijken toezichtarrangementen afgelopen jaren Managementcontract CvB 2015 Toelichting op sturing op onderwijskwaliteit Passend Onderwijs – presentatie stafmedewerker Meerjaren onderhoudbegroting Uitputting begroting 2014
Raad van Toezicht: Wouter Smits Ria van Doorn Anneke Buursink Nanda Michielsen
Begroting incl. risicoanalyse 2015 Overzicht inkooptrajecten 2014 en 2015 Managementrapportage accountant Jaarverslag 2015 Raad van Toezicht
Raad van Toezicht: Philip de Koning Ria van Doorn Anneke Buursink Nanda Michielsen
College van Bestuur: Sandra Beuving Bestuurskantoor: Stafmedewerker Passend Onderwijs – Margriet Meijer
College van Bestuur: Sandra Beuving Namens BDO: mevrouw Ingeborg Blom
34
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
8.3
Professionaliteit en deskundigheid
Bij de werving van leden van de Raad van Toezicht wordt vooraf een profiel opgesteld. Zoals te zien is in het overzicht van leden van de Raad van Toezicht hebben de diverse leden verschillende profielen. Hiermee wordt geborgd dat er van diverse vakgebieden voldoende kennis is in de Raad van Toezicht. Eens per jaar voert de Raad van Toezicht een zelfevaluatie uit. Hierin wordt stilgestaan bij het functioneren van de Raad van Toezicht. Dit is ook het moment om governance aspecten te verbeteren. Het afgelopen jaar investeerden we bijvoorbeeld in de eigen toezichtkalender en toezichtkader. De Raad van Toezicht is eind 2014 lid geworden van de VTOI. In 2015 zal de Raad van Toezicht aan de eigen professionalisering werken door het volgen van opleiding/cursus bij VTOI.
8.4
Werkgeverschap
De Raad van Toezicht beoordeelt één keer per jaar het functioneren van de bestuurder. Dit gebeurt aan de hand van het Managementcontract en de afspraken uit het vorige functioneringsgesprek en beoordelingsgesprek. Op een ander moment in het jaar vindt een functioneringsgesprek plaats. Beide gesprekken worden door de raad voorbereid en gevoerd door de voorzitter en vicevoorzitter. Er wordt altijd een verslag gemaakt en vastgesteld door beide partijen. Voor de beoordeling is in 2014 gebruik gemaakt van 360 graden feedback binnen en buiten de organisatie. Wij werken met vier categorieën beoordelingen: zeer goed – goed – voldoende – onvoldoende 8.4.1 Evaluatie managementcontract 2014 Thema
Doel 2014
Stand van zaken
Strategie
Beleid ontwikkelen met kleine scholen
Besluit tot administratieve fusie genomen. Nog geen beleid ontwikkeld.
Inrichten van zorgstructuur binnen OOG
Ingericht aansluitend bij regio 30.06.
Evaluatie strategische samenwerkingen
Evaluatie aangeleverd bij RvT. Specifiek actie genomen ten aanzien van samenwerking SKBO
Houden van 2 monitorgesprekken per jaar met alle directeuren
Gerealiseerd
Deelnemen aan bestuur Samenwerkingsverband 30.06
Gerealiseerd
Alle scholen van OOG eind 2014 basisarrangement
December 2014 is een en inspectiebezoek uitgevoerd bij Leeuwerik. Arrangement zwak wordt waarschijnlijk verlengd
Inzicht krijgen in uitstroom naar SBO/SO. Doel landelijk gemiddelde
Eerste inzicht gereed
Onderwijs kwaliteit
35
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
Continuïteit
8.5
Exploitatie 2014 binnen de begroting
Zie jaarverslag
Opstellen risico-analyse en meerjarenbegroting (inclusief meerjaren formatieplan)
Meerjaren begroting is samen met begroting 2015 opgesteld
Behoud marktaandeel (relatief leerlingaantal)
Zie jaarverslag
Meerjaren onderhoudplanning voor alle scholen
Gereed
Tijdige en sluitende begroting 2015
Gerealiseerd
Inhoudelijk toezicht
De Raad van Toezicht heeft de volgende besluiten genomen c.q. goedkeuringen verleend: Besluiten 2014 03-02-2014
De RvT stelt het toetsingskader vast als werkdocument
03-02-2014
De RvT stemt in met het managementcontract 2014
03-02-2014
De RvT stelt het concept jaarverslag RvT 2013 vast.
14-04-2014
De RvT keurt het meerjarenbestuursformatieplan goed.
14-04-2014
14-04-2014
De RvT stemt in met de aanpassingen in het bestuursreglement, waarmee het document opnieuw is vastgesteld. De RvT is het eens met de voorgestelde aanpassingen in het managementstatuut. De RvT is het eens met de voorstelde aanpassingen in de statuten.
14-04-2014
Voorgestelde vergaderdata worden vastgesteld.
16-06-2014
De RvT benoemt Philip de Koning als vice-voorzitter
16-06-2014
De RvT stelt de jaarrekening 2013 vast en alle leden ondertekenen het vaststellingsformulier De RvT stemt in met het voorstel tot fusie van Mettegeupel en De Kleine Wereld.
14-04-2014
16-06-2014 22-09-2014
De RvT gaat akkoord met het voorstel van de keuze van BDO als accountant voor de komende 2 jaar.
10-11-2014
De wijze van honorering van de leden van de RvT wordt gehandhaafd. De bijbehorende bedragen worden nog gecontroleerd.
15-12-2014
De RvT stelt de begroting 2015 vast.
8.6
Het toepassen van educational governanace
De Code Goed Bestuur PO Raad alsmede wijzigingen Code Goed Bestuur (juni 2012) worden toegepast binnen Stichting OOG en de Raad van Toezicht. Hiervan wordt niet (wezenlijk) afgeweken. Het geeft een richtlijn hoe te handelen als lid Raad van Toezicht. De verschillende onderwerpen worden nageleefd. De regelgeving wordt gevolgd en er is voortdurend aandacht op het sturen op kwaliteit. Dit onderwerp komt elke bijeenkomst aan de orde. De diversiteit van de Raad van Toezicht is goed en er heerst een klimaat
36
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
waarin advies en kritiek op de organisatie en op elkaar kan worden gegeven. De werkgeversrol wordt goed ingevuld en er is ruimte voor sturing daar waar nodig. Daarnaast bestaat er een managementstatuut dat door de Raad van Toezicht op onderdelen is aangepast en goedgekeurd op 14 april 2014. Daarnaast is er is een managementcontract tussen RvT en de bestuurder. Het bestaande bestuursreglement is ook in 2014 op onderdelen aangepast en opnieuw vastgesteld. Deze stukken voldoen aan de Code Goed Bestuur PO Raad. Op intranet zijn deze stukken te vinden. Een aanvraag voor aanpassing van de statuten is in 2014 naar de WGR gestuurd. De wijzigingen zijn in 2014 niet besproken.
8.7
Risicobeheersing en toezicht
De RvT heeft in samenspraak met de bestuurder een toezichtskader vastgesteld waarin onder andere de risicogebieden van OOG zijn beschreven. In het managementcontract dat jaarlijks met de bestuurder wordt afgesloten worden tevens de doelstellingen voor het komende jaar gedefinieerd. Op basis van de door de bestuurder aangereikte rapportages is met de bestuurder gediscussieerd over de risico’s die de organisatie loopt alsmede de beheersingsmaatregelen die hierop zijn ingezet. Daarnaast heeft de RvT met sleutelfunctionarissen in de organisatie zoals de medewerkers financiën, facilitair en passend onderwijs gesprekken gevoerd omtrent de wijze waarop zij invulling geven aan onder andere de risico’s op het vakgebied waarin zij werkzaam zijn. In 2014 heeft de RvT een nieuwe extern accountant, BDO, benoemd die inmiddels haar interim controle heeft afgerond. Op basis van de interim-rapportage kan worden geconstateerd dat de organisatie een groeiproces doormaakt waarbij de administratieve organisatie en interne controle zodanig zijn ingericht dat de belangrijkste risico’s worden beheerst. De RvT volgt kritisch de ontwikkelingen op onderwijskundig gebied op basis van de (eind) cito uitslagen, de uitstroom naar speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs en het hoge percentage leerlingen met een LGF op onze basisscholen. Zij heeft deze gegevens vergeleken met de norm van de inspectie en de landelijke deelnamepercentages Sbao, SO en LGF. De onderwijskwaliteit is zeker niet overal op een optimaal niveau, terwijl de deelname percentages hoog zijn in vergelijking met landelijke cijfers. De RvT is tevreden met de acties die daarop door de CvB zijn en worden gedaan en zal ook in de nabij toekomst de ontwikkelingen zeer kritisch volgen. De raad fungeerde op velerlei thema’s als klankbord voor het College van Bestuur. In 2014 was specifieke aandacht voor de invulling van de functie van schoolleiders en onderwijskwaliteit.
37
datum 31 maart 2015 onderwerp jaarverslag 2014
8.8
Beloning bestuur
De beloning van het bestuur is conform de daarvoor geldende wet- en regelgeving in primair onderwijs. Het College van Bestuur is aangesteld conform de cao bestuurders PO. Naam en functie
Totaal vast inkomen
Variabel inkomen (bonus)
Inkomen op termijn
Vergoedi ng en werkgeve rslasten
Uitkering einde dienstverband
Bruto arbeidskosten
Sandra Beuving College van Bestuur
€ 81.169,60
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Onkosten op jaarbasis
Totaal
8.9
Honorering raad van toezicht
Naam
Functie en werkzaamheden
Bruto honorering
Wouter Smits
Voorzitter
€ 3450,-
€ 3450,-
Philip de Koning
Vicevoorzitter
€ 1725,-
€ 1725,-
Ria van Doorn
Lid
€ 1725,-
€ 1725,-
Anneke Buursink – Niessink
Lid
€ 1725,-
€ 1725,-
Nanda Michielsen – de Wilde
Lid
€ 1725,-
€ 1725,-
38
9 Bijlage 4 Meerjarenbegroting
MEERJARENPERSPECTIEF 2014 - 2017 Stichting Oog
teldatum 1 oktober directie onderwijsgevend personeel onderwijsondersteunend personeel FTE totaal totaal aantal leerlingen
2014 1-10-2014 16,04 152,27 19,79 188,10 2.806
2015 1-10-2015 16,50 156,09 20,00 192,59 2.731
2016 1-10-2016 16,00 150,55 20,00 186,55 2.648
2017 1-10-2017 15,70 147,23 20,00 182,93 2.569
2014
2015
2016
2017
1. Activa 1.1 Immateriële vaste activa 1.2 Materiële vaste activa 1.3 Financiële vaste activa Vaste activa
1.801.153 1.801.153
1.921.560 1.921.560
1.865.484 1.865.484
1.811.394 1.811.394
1.4 Voorraden 1.5 Vorderingen 1.6 Effecten 1.7 Liquide middelen Vlottende activa
1.095.783 2.472.336 3.568.119
1.095.783 1.956.996 3.052.779
1.095.783 1.840.208 2.935.991
1.095.783 1.577.838 2.673.621
Totale Activa
5.369.272
4.974.339
4.801.475
4.485.015
2. Passiva 2.1 Eigen vermogen waarvan publiek eigen vermogen waarvan privaat eigen vermogen 2.2 Voorzieningen 2.3 Langlopende schulden 2.4 Kortlopende schulden
3.065.298 3.021.888 43.410 840.967 1.463.007
2.920.613 2.880.613 40.000 590.719 1.463.007
2.643.247 2.608.247 35.000 695.221 1.463.007
2.214.325 2.184.325 30.000 807.683 1.463.007
Totale Passiva
5.369.272
4.974.339
4.801.475
4.485.015
3. Baten 3.1 Rijksbijdragen 3.2 Overige overh.bijdragen en -subs. 3.3 Coll-,cursus-,les-en examengeld. 3.4 Baten werk i.o.v. derden 3.5 Overige baten totaal baten
14.183.354 172.902 773.249 15.129.505
14.081.648 148.291 253.823 14.483.762
13.602.551 148.291 253.823 14.004.665
13.204.377 148.291 253.823 13.606.491
4. Lasten 4.1 Personeelslasten 4.2 Afschrijvingen 4.3 Huisvestingslasten 4.4 Overige lasten totaal lasten
12.629.201 398.865 1.036.366 1.091.355 15.155.787
12.145.788 327.347 1.222.128 960.378 14.655.641
11.779.733 346.986 1.222.128 960.378 14.309.225
11.560.101 345.000 1.222.128 935.378 14.062.607
Saldo baten en lasten
26.282-
171.879-
304.560-
456.116-
Saldo financiële bedrijfsvoering Saldo buitengewone baten en lasten
27.766 -
27.194 -
27.194 -
27.194 -
1.484
144.685-
277.366-
428.922-
Netto resultaat