Darpsproat
uut
september 2008
Garder
Van de redactie Het is een goede gewoonte een Darpsproat te beginnen met een stukje van de redactie. Niet dat het eenvoudig is de gedachten uiteen te zetten. Als redactieleden heb je namelijk ook een eigen mening. Deze mening mag echter nooit ‘botsen’ met die van het bestuur van Plaatselijk Belang. Het blad is immers van Plaatselijk Belang en verschijnt onder verantwoordelijkheid van het bestuur. Dit geeft ons als redactie, de plicht goed na te denken voordat we iets schrijven. De afspraak, die we onderling hebben gemaakt luidt, dat als we meningen hebben die haaks staan op het beleid van het bestuur, worden die meningen onder persoonlijke titel in het blad opgenomen. Hierbij geldt dan dat de inhoud de toets van de kritiek van de gehele redactie moet kunnen doorstaan. Op deze manier zullen bestuur van Plaatselijk Belang en redactie van Darpsproat altijd samen verantwoordelijk kunnen blijven voor de inhoud van hun blad! In een half jaar gebeurt er best wat in een dorp als Garderen. Het is niet doenlijk over al die zaken te schrijven. We proberen ‘de krenten uit de pap’ te pikken en de ene keer lukt dat beter dan de andere keer. We zijn immers allemaal amateurs, maar wel met liefde voor ons dorp. En dat trachten we naar voren te brengen. Vandaar dat kritiek ook mogelijk moet zijn. Kritiek, die vooral opbouwend gebracht moet worden en een alternatief moet bieden. Alleen kritiek uitoefenen zonder zelf met ideeën te komen, is zinloos. We blijven het als redactie erg jammer vinden dat tot nu toe nog nooit inwoners met reacties of een eigen inbreng zijn gekomen. Het blad is er buitengewoon geschikt voor en zo nu en dan eens een ‘steen in het water’ brengt leven in de brouwerij!
1
Van de voorzitter Heeft u dat nou ook? De zomer is net begonnen en hier en daar wordt al weer geoogst. De eerste snee gras is binnen, de kersen zijn al door de vogels opgegeten en de kalender zegt, dat het jaar voor de helft voorbij is. Gelukkig zijn er nog veel mooie gebeurtenissen in het verschiet. Laten we maar beginnen met een overzicht van de eerste helft 2008. We hebben een goed bezochte jaarvergadering gehad. Interessante vragen en opmerkingen hebben ons weer voldoende gesterkt: Plaatselijk Belang leeft en heeft een groot draagvlak onder de bevolking. In het kader van verantwoordelijkheid voor het verleden, heeft onze vereniging de graven van de drie doktoren, die de Garderense bevolking toentertijd geschonken heeft, weer hersteld. De penningmeester meldde mij, dat (nog) niet iedereen lid is. Eigenlijk is dat raar. Voor het geld van het lidmaatschap hoeft men het niet te laten. De zaken, die Plaatselijk Belang aanpakt, zijn in ieders belang. De verkoop van het boek ‘Darpsproat’ heeft ons inzicht gegeven, wie wel of (nog) geen lid is van onze vereniging. Mede door deze actie is het percentage van lidmaatschap van onze vereniging tot onge-
2
veer 75% van de Garderense bevolking gestegen. Piet van Bentum is de vervanger geworden van het bestuurslid Reinier Boeve. Reinier, die jarenlang ook voorzitter is geweest, kreeg een mooie dasspeld voor zijn grote inzet. Ook hebben wij afscheid genomen van de gemeentelijke contactman Gerard van der Bij. Hij heeft een andere functie in het gemeentelijk apparaat gekregen. Victor Waterreus is zijn opvolger. Wij hebben het vertrouwen, dat hij de relatie op dezelfde prettige voet voortzet. Toerisme Het toerisme heeft een flinke opsteker gekregen: de gemeente, provincie en ondernemers hebben veel geld in de nieuwe bewegwijzering gestoken. Het ziet er prachtig uit. Putbrink De Putbrink is op de schop geweest. Daar was in het begin enige commotie over. Moet dat nu, vroeg men zich af? Maar het resultaat mag gezien worden. De bomen aan de weg zijn vervangen door nieuwe bomen, de bestrating is vernieuwd, de nieuwe lantaarns passen beter in het plaatje van een dorpsgezicht. Aalt van de Kolk heeft een
bronzen beeldje aan onze gemeenschap geschonken. Dit is bovenop het al bestaande monument geplaatst. Het gehele monument heeft verder groot onderhoud gehad. Op dit monument en op de waterpomp is een spotje gekomen. Dat zal in de donkere dagen een mooi effect geven. De eerste serie leilinden is geplant. Er volgen er nog veel meer, maar voor dit seizoen was verder inplanten niet meer mogelijk. Het aanplanten van de leilinden is mede mogelijk gemaakt door het Fortis Fonds. Alle bewoners aan de doorgaande wegen van Garderen kunnen bij Plaatselijk Belang een aanvraag voor leilinden indienen. Deze worden dan gratis geplant. Het onderhoud blijft echter in ieders eigen beheer. ‘Garderen Live’ Dit gebeuren was weer een groot succes! De Commissaris van de Koningin, de heer C. Cornielje, bezocht het evenement. Hij nam de tijd om alles goed te bekijken. De ondernemers waren fantastisch: bijna iedereen deed mee. De rode loper lag uit, er was een draaiorgel, een dweilorkest, het treintje reed rond, de antieke bussen reden van de parkeerplaatsen buiten het dorp naar de bedrijven in de buitenste ring. De hangende bloemenmanden (‘hanging baskets’) met de vlaggen gaven het dorp een feestelijk aanzien. Op de Putbrink stonden 20 amateur levende-standbeelden (‘living statues’),
die er bijzonder mooi uit zagen. Al deze amateurs kregen een vliegtochtje boven Garderen aangeboden. Kortom: het was een geslaagde dag met ca. acht- tot tienduizend bezoekers. Jammer dat TV Gelderland, ondanks veel aandringen van onze kant, niet de moeite wilde nemen om sfeer-opnames te maken. Het was amusant om de kinderen als ‘levende-standbeelden’ te zien, leerzaam om te zien hoe ondernemers kunnen samenwerken, prachtig om te zien hoe wij met onze historie zijn omgegaan en jammer, dat de andere gemeenten op de Veluwe niet hebben kunnen zien, welke verwijzingsborden er in de toekomst over de gehele Veluwe geplaatst kunnen worden. We hebben een indringende brief naar Arnhem gestuurd, met de vraag waarom Garderen niet interessant voor TV Gelderland was. Ligt Garderen soms te ver van Arnhem? ‘Kruimelstaete’ De bouw vordert gestaag. Door aller lei omstandigheden niet zo snel als wij allen zouden willen, maar niet wanhopen: in 2009 kunnen de eerste bewoners erin. Het wordt bijzonder mooi. Een aanwinst voor ons dorp en een gerealiseerde droom van velen. In de ‘Kruimelstaete’ komen 28 appartementen in drie prijsklassen, waarvan er twee met huursubsidie, Een gesloten afdeling voor mensen met dementie, een zeer uitgebreide dokterspost, een soos, en een dagopvang voor ouderen.
3
De eerste spade!!
Plaatselijk Belang heeft een bestuurszetel in de dr. Kruimel-stichting. Ook in de stichting “Vrienden van Dr. Kruimel” hebben wij een zetel. Als iemand van de bewoners van Garderen een schenking wil doen aan deze stichting, dan kan dat belastingvrij plaatsvinden. Door uw gift krijgen de ouderen in de ‘Kruimelstaete’ meer mogelijkheden tot ontspanning. Een gift wordt zeer gewaardeerd en uiteraard goed besteed. Wegvernieuwing In 2009 zal er aan de wegen in Garderen groot onderhoud worden gepleegd. Vanaf de ingang van het dorp op de Hogesteeg en verder de Bakkerstraat, de Dorpsstraat en de
4
Koningsweg tot aan de begraafplaats wordt het wegdek vernieuwd, worden voet- en fietspaden aangelegd en wordt de snelheid tot normale proporties teruggebracht. Met de provincie zijn we in gesprek om ook de lantaarns meer aan de dorpssfeer aan te passen. De grote lantaarns, die er nu staan, passen meer op een snelweg dan in ons dorp. Het zal niet eenvoudig zijn om dit te realiseren, maar u weet, het eerste neen is niet interessant. Alleen het eerste ja… en daar gaan we voor. De Oud Milligenseweg wordt eerder aangepakt. Dit is absoluut noodzakelijk, als je ziet hoeveel mensen van
deze weg gebruik maken. De weg is onveilig door de hoge snelheid van het autoverkeer, het ontbreken van voeten fietspaden en dat alles versterkt door diverse bochten. Er gebeuren per jaar gemiddeld vijf ongelukken. ‘Plaatselijk Belang’ heeft het voor elkaar gekregen dat de herinrichting twee jaar naar voren is gehaald. Al in 2009 wordt de weg aangepakt. Alarmnummer 112 Twee jaar geleden is Plaatselijk Belang bij de centrale van het alarmnummer 112 geweest. Ook toen al wisten wij, dat een nood-oproep in Garderen niet optimaal beantwoord werd. Plaatselijk Belang constateerde, dat in dit centrum naast de diverse computers een briefje moest liggen, waarop staat hoe te reageren als er iemand vanuit Garderen belde. Garderen wordt aangestuurd vanuit Arnhem, maar de telefoon komt binnen via Apeldoorn. Toen al hadden we onze twijfels, maar deze werden zekerheid toen bij een alarm snelheid noodzakelijk was. Inmiddels hebben wij het opnieuw aangekaart en met hulp van Anton Heemskerk, raadslid van de SGP en met zijn partij is dit nu definitief en goed opgelost. Maas Boeve (ja, die bekende) heeft opgemerkt, dat er een houtwal verdwenen is. We hebben contact opgenomen met de eigenaar. In overleg heeft deze de houtwal verbeterd teruggeplaatst.
In de ‘E.C. de Greefhof’ zijn leuke speeltoestellen geplaatst. In deze kinderrijke buurt is dit een mooie toevoeging. Garderen doet mee aan de proef met inzamelen van plastic afval. Wij zijn verbaasd hoeveel plastic een mens gebruikt. Goed dat dit project er is, al functioneert het nog niet optimaal. We zullen bij de evaluatie onze stem laten horen. Vrijwillige molenaars De vrijwillige molenaars hebben we in het zonnetje gezet. Ieder weet, dat we trots zijn op onze molen. Minstens één dag in de week draait deze. De molenaars onderhouden de molen prima. Voor wie het niet weet, een molen moet draaien om in goede staat te blijven en daar zorgen deze mensen voor. Twee vrijwillige molenaars beoefenen hier al meer dan 18 jaar hun schitterende hobby. De ijsbaan was, zoals alle jaren, perfect aangelegd. Helaas, het ijs ontbrak. Jammer van alle moeite. Volgend jaar beter? Op ons verlanglijstje staan verder nog: • De lege winkels in Garderen Een bron van zorg. Helaas is het niet gelukt om de schoenenwinkel van de familie Bakker zo lang te gebruiken als kunstwinkeltje. De winkel van Waaijenberg heeft inmiddels een nieuwe eigenaar gekregen.
5
De monumenten of authentieke huizen in Garderen moeten bewaard blijven. We hebben contact met de gemeente opgenomen, maar het wordt een heel proces voordat we zekerheid hebben dat deze huizen voor de toekomst bewaard blijven. Volhouden is ons devies. • Buitenspelkasten Er is geld aanwezig om een buitenspelkast voor de kinderen te realiseren. We moeten dit goed beheren en er een mooie plaats voor zoeken. Ook hier geldt weer: wordt vervolgd. De twee graven naast de Hervormde kerk, waaronder die van schaapherder Klaas van Essen, moeten worden opgeknapt. Ook dit heeft onze aandacht en van de gemeente. • Oude foto’s en films Cees van Middendorp heeft veel foto’s en diverse films gedigitaliseerd. Zo blijven ze voor de toekomst bewaard.
Op stapel staan nog twee wensen: de eerste om een dvd te maken van die oude films en deze te verkopen. Het brengt voor Plaatselijk Belang een beetje inkomsten in de lade en het geeft mensen veel vreugde om iets van vroeger terug te zien. De tweede wens is nog steeds om bij de oude huizen een stukje geschiedenis leesbaar te maken. Leuk voor de toerist, goed voor de promotie van Garderen. De omgezaagde boom in de gletscherkuil achter de molen bij de Goudsberg: het lijkt, dat niemand dit gedaan heeft. Zou er een ‘geest’ ronddwalen met een motorzaag, die bomen zaagt? Ik kan het niet geloven. Er stonden vroeger zes forse bomen, er zijn er nu nog slechts twee (zieltogende) over, dus we weten wat ons te doen staat. Feit is, dat deze plaats volledig hersteld dient te worden, dus het blijft een aandachtspunt voor de komende maanden…! Dorpshuis ‘De Koepel’ De toekomst voor ‘De Koepel’ blijft onze belangstelling houden. We weten (nog) niet welke ontwikkelingen er plaats zullen vinden, maar we zullen het op de voet volgen. Misschien krijgt het een tweede (?) leven. Het zou jammer zijn als ook de disco gaat verdwijnen. Het voldoet immers aan een behoefte. Namens Bestuur Plaatselijk Belang CH
De zes bomen in de gletscherkuil in 1987.
6
Door het oog van de naald… ‘Dr. Kruimelstichting’ en ‘Kruimelhuisjes’ zijn een begrip in Garderen, evenals ‘Kruimelstaete’ een begrip gaat worden. We realiseren ons echter niet dat het ook heel anders had kunnen gaan. Op de laatste ALV van Plaatselijk Belang wees Henk Hooijer ons op dat feit. Wat was het geval? Toen Dr. Kruimel was overleden bleek uit zijn testament dat een aanzienlijk deel van zijn vermogen bestemd moest worden voor de bouw van kleinere woningen voor bejaarden in de gemeente Barneveld. De voorkeur moest hierbij echter uitgaan naar de bejaarden van Kruimels woonplaats, Garderen. De toenmalige burgemeester van Barneveld, Van Diepeningen, werd benoemd als executeur-testamentair van Kruimels nalatenschap. Hij legde de nadruk op ‘Barneveld’ en vond daardoor dat de huisjes in Barneveld moesten worden gebouwd. Wethouder Rebel deed daar, in een interview met de Barneveldse Krant, nog een schepje bovenop door te stellen dat er in Garderen maar één bejaarde was die voor een dergelijke woning in aanmerking zou komen. Dát schoot Henk Kamman, voorzitter van Plaatselijk Belang, finaal in het verkeerde keelgat en hij vertrok onmiddellijk uit Den Haag
om zich naar Garderen te begeven om daar de Kruimelkat eens stevig de bel aan te binden. Samen met een afvaardiging van Plaatselijk Belang toog hij naar Barneveld en begon daar een lans voor Garderen te breken. Er werd door de vroede vaderen geluisterd en er werd gesteld dat één en ander dan maar eens moest worden bewezen! En bewezen werd het! Een enquete werd gehouden onder de Garderense bevolking en er bleken meer dan twintig gegadigden te zijn. Tegen zoveel inzet en zoveel feiten konden noch Van Diepeningen, noch Rebel iets inbrengen. In 1983 werd de ‘Dr. Kruimelstichting’ geboren, Henk Kamman werd er voorzitter van en Garderen kreeg zijn welverdiende huisjes! Tenslotte wist Henk Hooijer nog te melden dat, in tegenstelling tot wat in het boek ‘Darpsproat uut Garder’ is geschreven, Goos Foppen gedurende 29 jaar lid is geweest van het bestuur van Plaatselijk Belang. Waarvan bij deze acte! PvdB
7
Camposing en Chung Man De windkorenmolen ‘De Hoop’ is al sinds mensenheugenis een baken voor menig wandelaar die van de omgeving van ons mooie dorp geniet. Naast en bijna onder de molen bevindt zich het Chinees Specialiteiten Restaurant van de familie Man. ‘Camposing’ (betekent “Gouden Vesting) is in de jaren van haar bestaan een begrip geworden in Garderen en ook ver daarbuiten. Je kunt er geweldig eten voor een redelijke prijs en de bediening is uitstekend. Geen wonder dat menig Gardereen en toerist de weg naar het restaurant weet te vinden. Met de eigenaar ga ik een gesprek aan. Een gesprek over zijn heden en ver leden, over zijn familie, over zijn ideeën wat nog niet meer. Chung (spreek uit: Tjong) is een gezellige gesprekspartner en onderhoudend prater. We beginnen het gesprek met wat vragen over de betekenis van Chinese namen. Wat betekent bijvoorbeeld zijn eigen naam. “Chung zou je kunnen vertalen met ‘trouw’, met ‘royaal’ en Man betekent zoiets als ‘goede schrijver’ “ De laatste betekenis wordt duidelijk als we verderop in het gesprek het dorp behandelen waar hun familie oorspronkelijk vandaan komt. En Chung vertelt…
8
‘Mijn ouders komen oorspronkelijk uit Hong Kong. Mijn vader werkte daar zes dagen per week als kok in de in het dorp gelegen kazerne van de Engelsen. Mijn moeder oefende het zo belangrijke beroep van huisvrouw uit. Oorspronkelijk komt mijn familie uit een met Garderen vergelijkbaar dorp in Hong Kong, in de regio van Kanton (China), met de naam San Tin. Alle inwoners van San Tin heten Man en ze zijn, soms heel in de verte, familie van elkaar. Het is in dat dorp een goede traditie dat mensen met de familienaam ‘Man’ nooit met elkaar trouwen. Zoek je een partner dan
moet je verliefd worden op een vrouw uit een naburig dorp. Deze gewoonte is natuurlijk streekgebonden. Als je uit het noorden van China komt en je heet Man dan geldt dat ‘verbod’ niet’. (Aan het eind van het gesprek met Chung kom ik terug op San Tin en zijn interessante oude geschiedenis). ‘Mijn vader en moeder hebben vier kinderen waarvan ik de jongste ben. Toen er nog drie kinderen waren woonden mijn ouders in Hong Kong. Mijn vader verliet in 1964 Hong Kong om te werken in Nederland. Eind 1968 is hij daarheen terug gegaan om een huis te bouwen. Als resultaat van dat gelukkig weerzien werd ik in 1969 geboren! Tot mijn tweede jaar woonde ik in Hong Kong en in 1971 verhuisden we met het hele gezin naar Nederland, naar Utrecht, waar mijn ouders een restaurant begonnen. Tot mijn vierde sprak ik alleen Kantonees en toen ik op die leeftijd naar de kleuterschool ging verstond ik nog geen woord Nederlands. Als je me vraagt wanneer ik Nederlands ging verstaan en spreken dan moet ik je het antwoord schuldig blijven. Ineens sprak ik het! En het omschakelen van de ene taal in de andere gaf geen enkel probleem. Thuis sprak ik Kantonees en op school en op straat Nederlands’. ‘Toch wel geweldig als je tweetalig bent opgevoed’, onderbreek ik hem. ’t Kost je geen moeite en je neemt het
maar zo mee. Moet je zien hoeveel energie je moet investeren als je op latere leeftijd een taal moet leren!’ Chung is het volledig met me eens. ‘Ik spreek met mijn vrouw en de kinderen, we hebben een zoontje en een dochtertje, altijd Kantonees en ik heb het idee dat mijn zoontje het al echt begint te verstaan. De volgende tweetalige generatie!’ zegt Chung trots. ‘Ze vonden het op school best leuk ook eens een Chineesje te zien. ’t Kwam niet vaak voor en van discriminatie was geen sprake. Waarom ook, kinderen accepteren de dingen zoals ze zijn. Later werd ik nog wel eens geplaagd met mijn naam, zo in de geest van’ tjonge man…’. Maar dat was voor mij geen probleem. Op mijn zesde, ik was toen al volledig Nederlandstalig, ging ik naar de basisschool. Ik was een gemiddeld leerling, niet goed en niet slecht. Ik weet nog wel dat ik geschiedenis een prachtig vak vond. Vooral verhalen over de hunebedden interesseerden me enorm! Na de basisschool ging ik naar de HAVO en in de derde klas verhuisden we naar Ermelo waar mijn ouders een restaurant begonnen. De breuk in schoolgang bezorgde mij wel een doublure. De derde klas moest ik overdoen. Of dat nu kwam door de verhuizing of door mijn gebrek aan doorzettingsvermogen, ik weet het niet. Het gebeurde in ieder geval. Na de HAVO wilde ik graag naar de
9
ogere Hotelschool in Den Haag. Ik H werd helaas niet toegelaten, mijn schoolresultaten waren kennelijk te matig. Van leren kwam in die tijd niet veel meer terecht. Ik woonde in Ermelo en we hadden een buurvrouw wier zoon een restaurant in Davos had, in Zwitserland en daar kon ik wel komen werken. Voor mij een pracht uitdaging. Ik ging erheen, werkte in de Chinese afdeling van het restaurant en het beviel me geweldig. Ik leerde het vak, ik leerde Duits en een beetje Frans maar vooral leerde ik met mensen omgaan. Wat eerst leek op een Sabbatsjaar werd voor mij dus een belangrijke periode in mijn leven. Weer thuis werd mij door mijn vader het vuur na aan de schenen gelegd, ik moest en zou toch weer gaan leren. Ik ging naar Amsterdam, naar de HEAO maar eigenlijk beviel dat schoolleven me niet meer. Ik had teveel aan de vrijheid van het bestaan geroken, maar ik haalde mijn propedeuse nog wel. En weer verscheen ik voor mijn vader die zei: wat wil je, leren of werken? Wat je doet is niet belangrijk, wel dat je het met je hele hart doet en dat je er wat van maakt. Ik koos voor werken en begon als werknemer bij mijn zus in Garderen. Zij was toen de eigenaresse van Camposing. Dat was in 1991 en zo kwam ik in ons dorp terecht en daar heb ik nog nooit een seconde spijt van gehad.
10
Garderen heeft een speciale plek in mijn hart veroverd. Hier heb ik mijn vrouw ontmoet, ze kwam als vakantie hulp in het restaurant werken. Elke keer als wij van vakantie uit Hong Kong komen en we zijn zo in de buurt van Kootwijk of Stroe, dan begin ik het weer te voelen. Ik hoor thuis in Garderen! Toen ik hier nog maar net woonde kwam er iemand van de Veluwse Boys eens langs en vroeg me of ik geen zin had lid te worden van de voetbalclub. Maar, zei hij, daar zijn wel twee voorwaarden aan verbonden. Daar komt-ie weer, dacht ik, ze hebben zeker een sponsor nodig. Maar nee, geen sprake van. Kun je tegen je verlies, zei hij en daar had ik geen probleem mee. Later bleek waarom hij die vraag stelde. En kun je bier drinken, was de tweede vraag. Nou, dat was ook geen probleem en dus werd ik actief lid. Na de eerste wedstrijd begreep ik het eerste en het tweede deel van de vraagstelling. We verloren met 12-0 en dat was nog niet eens een slecht resultaat, bleek later. Ons verdriet dronken we weg met een pilsje en zo burgerde ik in en werd Gardereen. De afdeling ‘bier’ van Veluwse Boys is allang verdwenen maar ik ben nog steeds lid, alhoewel ‘niet-actief’… Ik doe eigenlijk veel te weinig aan sport. Helaas, maar je bent vaak te druk met werken. Net als mijn vader werk ook ik zes dagen per week. Wat dat betreft zijn we niet erg vooruit gekomen.
In 1997 werd ik compagnon van mijn zus en in 2001 heb ik het bedrijf overgenomen. En het loopt goed. Zeker niet in het minst door de inzet van de rest van ons team. Mijn broer beheert de keuken, is chef-kok en samen met twee assistenten doet hij daar geweldig goed werk. Weet je, zonder een goede kok kun je het wel vergeten in een restaurant. Mijn broer en zijn gezin wonen in Harderwijk. We hebben een heel goede verhouding en dus werken we goed samen. Naast een goede bereiding in de keuken is de inkoop van verse goederen heel belangrijk. Ik doe dat zelf en twee keer per week krijgen we verse groenten en vlees. Soms krijgen we inspectie van de Keuringsdienst van Waren en de
Arbeidsinspectie. Omdat we alles goed voor elkaar hebben geeft dat nooit problemen. Ik vind het persoonlijk ook een heel goede zaak dat restaurants en vooral de keukens regelmatig worden gecontroleerd! We praten verder over Chung’s familie en zijn eigen gezin. Zoals gezegd, hebben de Man’s twee kinderen, een zoontje en een dochtertje. Allebei hebben ze prachtige namen. Het dochtertje heet Wing Gi (spreek uit als ‘Wing Zjie’) en haar naam betekent ‘degene die moeite doet krijgt een mooi en krachtig leven’. Het zoontje heet Chun Yu (spreek uit als Tjun Juu) en dat betekent ‘goedheid en kracht tot in het heelal’.
11
‘In het Chinees zijn de namen al van heel oude oorsprong. Er bestaat ook een voornamenboek waaruit je kunt putten. Omdat de Chinese namen altijd uit twee delen bestaan kun je ook nieuwe combinaties maken. Ook (in Nederlandse oren) heel typische zoals ‘zestiende maart’… In de Chinese cultuur zijn voorouders heel belangrijk. Een bekende spreuk die op de voorouders slaat, luidt ‘drink water en gedenk de bron’. Zonder je voorouders was je er immers niet geweest!
Twee keer per jaar komen Chinese families bij elkaar om de graven van hun voorouders schoon te maken en aan hen te denken en voor hen te offeren. Die familiebijeenkomsten zijn ook heel gezellig, er wordt gegeten en gedronken en gepraat over de voor ouders. Veel Chinezen hebben ook een altaartje thuis waar een wierookstokje wordt gebrand voor die voorouders. Ik doe dat niet in Garderen maar als ik in Hong Kong ben doe ik aan die halfjaarlijkse bijeenkomst zeker mee. Goed voor de familieverhoudingen. Familie
De Manfamilie in China De Manfamilie (of Manclan), is een van de vijf hoofdclans in Hong Kong. Alhoewel het niet de eerste clan was die zich in de streek vestigde, woont de Manfamilie al vanaf de 15e eeuw in San Tin en Tai Hang. Het voorouderhuis Tai Fu Tai bevindt zich in San Tin en werd meer dan 200 jaar geleden
Buitenaanzicht voorouderhuis
12
gebouwd (1865 gedurende de Qing dynastie (1644-1911)) als gedenkplaats van de familie-voorouders Man Lunfung. Het gebouw volgt de traditionele stijl met zijn drie hallen en twee ingebouwde open binnenpleinen. Het werd in 1987 volledig hersteld dank zij giften van de Hong Kong Jockey Club en in 1995 nogmaals gerestaureerd met fondsen verstrekt door de Chinese regering. Het is een rijk versierde woning met een grote open ruimte aan de voorzijde en een tuin aan de achterzijde. Het gehele huis wordt omringd door een groenstenen muur en is een fraai voorbeeld van de traditionele Chinese woning in de stijl van de door de hogere ambtenaren bewoonde herenhuizen.
is nu eenmaal zeer belangrijk in de Chinese cultuur. Eerst komt je familie, dan nog een keer je familie en dan je vrienden en kennissen’. Chung vertelt me het verhaal over zijn voorouderlijk dorp San Tin. Over de hoge ambtenaar die werd afgevaardigd door de keizer. Die ambtenaar had zes zonen en onder hen verdeelde hij zijn land. Uit deze oorspronkelijke verdeling ontstonden zes dorpen waarvan de inwoners allemaal Man heten en dus familie van elkaar zijn.
Detail op binnenplein
Geschiedenis Het gebied dat we nu kennen als San Tin, werd hoofdzakelijk door de clan met de achternaam ‘Man’ ontwikkeld. Volgens genealogische documenten wordt aangenomen dat zij de nakomelingen zijn van de jongere broer van de volksheld Man Tin Cheung of Wen Tianxiang, die in het eind van de Song Dynastie leefde. Hij kwam met de jonge keizer naar de regio van Hong Kong toen deze moest vluchten voor de Mongoolse binnenvallers.
En dus zijn we nu weer terug bij het begin van het verhaal. Chung vertelt me dat ik nadere bijzonderheden van Internet kan plukken en dat doe ik. De resultaten daarvan volgen hier direct na! De afgesproken anderhalf uur zijn volgepraat, het is halfvijf en ik ga met een tevreden gevoel over dit prettig en vooral leerzaam onderhoud naar huis… PvdB
Rond San Tin bevinden zich laaggelegen gronden waarin de tijd dat het nog een landbouwcoöperatie was, vooral kool werd verbouwd en eenden werden gehouden. Het gebied is verdeeld in negen dorpen. Elk dorp heeft zijn eigen dorpsoverste die door de bevolking wordt gekozen. Hij vertegenwoordigt het dorp bij officiële zaken en heeft een belangrijke stem bij veranderingen in het dorp. San Tin is beroemd vanwege zijn schotel, de ‘Poon Choi’, wat betekent ‘gekookt in de pot’. Het bestaat uit verschillende soorten vlees en groenten die in een ijzeren pot samen met geconcentreerde sojasaus, worden gekookt. Eenmaal per jaar wordt het Poon Choi festival gehouden waarbij iedereen welkom is, zowel bewoners als gasten en toeristen!
13
De Putbrink Als er íets in de Garderense harten een grote plek heeft gekregen in de loop der jaren dan is het wel de Putbrink. Vaak hoor je van inwoners terugkomend van vakantie, dat ze zich pas weer helemaal thuis voelen als ze over de Putbrink zijn gekomen. Goed, niet alles was even mooi, het gras was mossig, het weggetje langs de brink zag er niet uit, vóór de oude school waren al wat bomen gesneuveld en nog niet herplant maar het geheel zag er nog steeds uit zoals we waren gewend en zoals we het prettig vonden. Aan beide kanten van de weg rijen hoge bomen waaronder-door het verkeer zich door het dorp wrong. Dank zij al die bomen had het geheel een parkachtig karakter en waren de gebouwen langs de weg niet zo opvallend. De eerste klap werd uitgedeeld toen de boerderij van Teus Bouwman sneuvelde en niet werd herbouwd. De Putbrink was voorgoed een belangrijk deel van zijn uitstraling kwijt. De volgende klap kwam even hard aan: de oude gezichtsbepalende kastanjeboom bij de fa. Burger werd met de grond gelijk gemaakt en niet herplant. Dit was toch wel even slikken. We wisten nu pas hoe mooi deze boom het beeld bepaalde en we merkten hoe de aloude Putbrink langzaam maar zeker zijn karakter aan het verliezen was. Maar het ergste moest nog komen. Plotseling werden de drie rijen bomen langs de weg gekapt. Eén rij verdween voorgoed om meer ruimte voor het (door ons ongewenste drukke) verkeer te maken en één rij werd gedeeltelijk herplant. Aan
14
de overkant van de Putbrink kwamen ook geen opgaande bomen meer maar werden leilinden geplaatst. De Putbrink is voorgoed van gedaante veranderd en het oude vertrouwde komt nooit weer terug. Echter… er zijn natuurlijk ook positieve ontwikkelingen. De brink zelf werd danig opgeknapt, het weggetje werd ontdaan van asfalt en werd bestraat en dat gedeelte ziet er dan ook fraai uit! Maar… net als heel veel dorpsgenoten mis ik mijn oude Putbrink zeer… Wat ik echter nog het meeste gemist heb is het ontbreken van inspraak! Waarom is er nooit een plan gemaakt dat met de Garderenen had doorgenomen kunnen worden? Iedereen had daar dan zijn zegje kunnen doen. Nu blijven velen met de kater van het niet-gehoordworden zitten! Een gemiste kans voor het bestuur van Plaatselijk Belang en de gemeente Barneveld en hopelijk een leer voor de volgende keer. PvdB
Dialect Oud inwoonster en nog immer sterk meelevend met het wel en wee in Garderen, Lize Berns-de Greef de dochter van meester De Greef, beheerst het dialect nog altijd. Zij was evenals haar moeder één van de medewerkers aan de woordenboeken van de Gelderse dialecten. Hieronder een e-mail in het Garderens dialect wat zij schreef aan een vriendin:
“
Hallo Speedy, Gister hek elezun da jie zo allebastens goed dialect kun proat’n en schrieve. Das iezig moeilijk en dur bin der nog mer weinig die dat kunne. Plat proat’n is eigeluk A.B.N. mer dan in ut kort. Hei jie dat wellus uheurd? De leste joaren hek heel veel udoan met dialect uut mien vroggere woenploats Garderen. Ik het twee joar lang mee uwarkt aan ut Dialect Woordenboek van de Veluwe. Da was wark veur de universiteit in Nijmegen. Jie was toch ok op ons feesje veur ons trouwe? Nou krek op die dag mos ik eigeluk noar ut Openlucht Museum, want doar werd mien boek en van nog meer volluk, die ok wat dejen, gepresenteerd. Ut was sunt dat ik doar niet bie kon weze. Mer vandaag bin ik dan noar de Universiteit uweest om mien boek op te hoale. Dat was me wat!!
Ik bin dat niet meer uwent in zoo’n iezig groot gebouw te lope. Twientig hoog, ut leek New York wel. Wel zes lift’n op un rie. Ut was doar mer iezig ongezellig. Ik was kats de weg kwiet. Mer, mien boekje lei kloar. Ut ziet er bar best uut. Ik was blie da’k weer thuus was. En ken jie dat Keizer Karelplein? Noe, dat was krek Paries, zo allemassies druk. Ik vund ut iezige toeval dat jie gister dat uschreve had en daorum schrief ik joe noe disse brief. Doe um mer deur noar die auwehoer van un Coenen, die houd op zien ouwe dag ok wel van un beetje plat proaten, mer veural van feest’n!! Dat kan mu wat worre denk je ok nie? Doe je veul groet’n an Marie? Jie ok de beste wensen en tot gauw. Un smakkerd van die deern van de meester uut Garderen.
”
15
Schoolfoto Voor de eerste maal plaatsen we een schoolfoto met silhouettekening in ons blad. Indien u mensen op deze foto herkent wilt u dan zo vriendelijk zijn dit door te geven aan Cees van Middendorp aan de H.C. Bosstraat nr. 10? (e-mailadres
[email protected], tel.nr. 0577-461401). Wilt u een kopie van de foto dan kan Cees dat ook voor u regelen. Voor één euro bent u eigenaar! (Onderstaand zijn al enige namen ingevuld. Bent u het ermee eens?) PvdB
1. Meester Verhei 2. Maas van den Hoorn 3. Steven van Milligen 4. ? de Ruiter 5. Henk Bakkenes 6. ? de Ruiter 7. ? van de Brug 8. ? van de Brug 9. Meester van Os 10. ? 11. Garrie Morren 12. ? Zevenbergen
16
13. Eef Beekhuizen 14. Juffrouw Zoet 15. ? Bakkenes 16. Mientje de Wit 17. Stien Morren 18. ? Bakkenes 19. ? 20. Meester van Donkersgoed
21. Heintje van den Hoorn 22. Frans Bakkenes 23. Zoontje van meester Van Donkersgoed 24. 35. ? 24. Aaltje van den Hoorn 25. Riekje de Wit 26. Cees Morren 27. Willem Bakkenes 28. ?
29. Mina van de Brug 30. Eef Hoegen 31. Zoontje van meester Van Donkersgoed 32. Bartje Hoegen 33. Aaltje Hoegen 34. ? 35. ?
17
De zomermarkten Ruim 30 jaar geleden, in 1977 organiseerde de winkeliersvereniging in juni een openluchtmarkt op het terrein bij molen “De Hoop”. Dat werd een groot succes, veel Garderense winkeliers en veel verenigingen deden mee. Het succes was zo groot dat besloten werd om in het hoogseizoen nog twee keer markt te houden. De kinderen konden een ritje maken op een pony, de Boerenkapel van TOG speelde, er waren oliebollen, het was beregezellig ! Dat bleef een aantal jaren zo, maar de markt groeide uit zijn jasje. Onder leiding van marktmeester Cees van
18
Middendorp, werd toen markt gehouden op de Mazenhofstraat, de Dorpsstraat en de Oudmilligenseweg en alle pleintjes daartussen. Ook dat was zeer succesvol en gezellig. De markt viel toen onder de verantwoordelijkheid van Plaatselijk Belang en de GOV. De markt veranderde wel van karakter, er waren steeds minder Garderense kramen en het aantal verenigingen dat meedeed, liep ook terug. Maar er waren zoveel kooplui van buiten, dat het een gevarieerde, gezellige markt bleef. Vanwege onduidelijke redenen werd de markt later verplaatst naar de
Dr. H.C. Bosstraat en een lang lint van kraampjes sierde de Beumelereng. De commissie die ook het Zomerfeest organiseert, trok een aantal jaren de kar. Maar eigenlijk verlangden alle Garderenen terug naar de markt onder de toren. Op de markt waren toen bijna geen Garderense kramen meer te krijgen, wat de organisatoren ook probeerden. De markt werd in die tijd ook nog vaak geplaagd door storm, hoosbuien en overstromingen. Er kwamen wel mooie plaatjes in de krant, maar leuk was het niet. Gelukkig werd twee jaar geleden de markt weer verplaatst naar het centrum van het dorp, onder de oude toren en de klanken van het nieuwe carillon. Er is een kleedjesmarkt op het grasveld voor de kerk, alleen voor Garderense
kinderen. De Plattelandsvrouwen hebben een kraam en zijn de enige vereniging die al die jaren aanwezig bleef. De EHBO is present voor standhouders en bezoekers en de winkels in de Dorpssstraat doen iets. Dat is de Garderense inbreng. Het heimwee naar de vroegere markten blijft. Daarom, Garderenen, als we die gezellige markt weer willen hebben, moeten we ook iets doen Misschien moeten we terug naar het begin en houden we vóór het vakantieseizoen een Garderense markt met alle verenigingen, hobbyisten, kinderen, winkeliers en een optreden van TOG. In het seizoen kunnen we dan altijd nog een paar gewone markten houden. Is dat een goed idee ? HvdB-R
19
Bomen en lanen Een laan is een straat met aan beide kanten bomen. In ons dorp hebben we verscheidene straatnamen, waarin het woord ‘laan’ voorkomt. Hier en daar rechtvaardigt de beplanting het gebruik van de naam: ‘laan’. Toch kan er best wat aan verbeterd worden. Er verdwijnen de laatste tijd veel bomen en dat verandert het dorp. Het wordt er niet mooier van, vinden veel plaatsgenoten. Er is de laatste tijd menig woord over gewisseld. Enkele voorbeelden: Het laantje tussen de Mazenhofstraat en de Eikenlaan ligt er maar kaal bij. Alle struiken zijn verdwenen. Ook al zijn de bermen van het paadje nu
‘De elf apostelen’.
20
weer beplant met fris, maar misschien laagblijvend, groen, daar verandert op dit ogenblik weinig aan. De bomengroep in het weiland tegenover Huize ’t Sol (in de volksmond: ‘De elf apostelen’!) is voorgoed verdwenen. Eerst gingen enkele bomen dood en werden verwijderd. Toen werd op bescheiden schaal opnieuw beplant, maar de jonge boompjes haalden het niet. Nu kun je al bijna niet meer zien, waar de bomen gestaan hebben. Komen er weer nieuwe bomen voor terug? Laten we het hopen! Het lijkt wel of hetzelfde lot de hoge bomen bij de gletscherkuil op de kruising van de Koesteeg en de Garderense-molenweg treft. Er waren altijd zes bomen, nu zijn het er nog twee. Die laatste twee zien er buitengewoon noodlijdend uit, dus gaat het niet goed. (zie apart kadertje!) Ook uit verschillende tuinen in ons dorp zijn beeldbepalende bomen verwijderd. Vaak zie je pas, als er gerooid is, hoe mooi het was! Laten we toch zuinig zijn op onze bomen! Gelukkig zijn daar ook voorbeelden van. Langs de Paleisweg staat een rij hoge bomen die onlangs gerestaureerd is. Vorig jaar waaide één van
de bomen om en daarom zijn alle bomen nagekeken en gesnoeid. Er zijn zelfs een paar nieuwe bomen bij geplant. Dankzij mevrouw Koster en de gemeente Barneveld, eigenaars van de bomen, kunnen we weer jaren genieten van deze karakteristieke erfbeplanting.
geheel geworden is. Beheerder Piet van Bentum heeft eer van zijn werk, het ziet er heel mooi uit. Trouwens, de drie bonte esdoorns, die tot voor kort voor het kerkelijk centrum ”De Rank” stonden, hebben ook een plaatsje op de begraafplaats gekregen en ze doen het voortreffelijk.
Een tweede voorbeeld is de nieuwe beplanting van de begraafplaats. De hoge coniferen, die langs de middenlaan van de begraafplaats stonden, waren niet meer stormvast en moesten vervangen worden. Er staan nu aan weerszijden, van het oude gedeelte tot aan het einde van het nieuwe gedeelte, prachtige rode beuken. Het is een indrukwekkende laan geworden, een verbinding tussen het oude en het nieuwe deel, waardoor het echt een
Bomen zijn, net als oude huizen, ook monumenten. Ze horen bij onze leefomgeving, ze geven schaduw en verkoeling in hete zomers aan mens en dier. Elk seizoen zijn ze weer anders. Natuurlijk valt in de herfst ook hun blad, maar dat hoort er nu eenmaal bij. Misschien moeten we ook eens een lijst aanleggen van waardevolle, beeldbepalende bomen. HvdB-R
De vondsten op de Beumelerberg De meeste bewoners van het nieuwe gedeelte van de Dr. H.C. Bosstraat hebben eigenlijk niet te klagen over het uitzicht vanuit hun woonkamer: grazige weiden, begrensd door een langgerekte wal, begroeid met eikenbomen, de Beumelerberg. Ze zullen er wel niet dagelijks bij stilstaan dat op en bij die heuvel in 1869 bijzondere vondsten zijn gedaan.
Op 9 maart van dat jaar meldde het Leidsch Dagblad vanuit Uddel dat men de vorige week ten noorden van het fraaie dorp Garderen bij het omspitten van een heideveld tot een voor oudheidkundigen belangrijke ontdekking was gekomen: een begraafplaats uit de voor-christelijke tijd (althans volgens die krant). Door het verwerken van de grond en het slechten van grafheuvels
21
was men tot die ontdekking gekomen. Het bericht was misschien afkomstig van de heer A. Aarsen, die in die tijd schoolhoofd was in Uddel en een grote belangstelling had voor geschiedenis en taalkunde. Een andere mogelijkheid is dat de correspondent A.H. de Klerck was, van 1866 tot 1873 predikant in Garderen en ook geïnteresseerd in archeologie. De grond was eigendom van Teunis van Zomeren, die er een bos wilde laten planten. Van Zomeren was niet alleen de plaatselijke molenaar, maar ook kerkvoogd en lid van de Barneveldse gemeenteraad. In 1870 schonk hij – toeval of niet – aan de plaatselijke kerk een terrein voor de aanleg van een nieuwe begraafplaats.
22
Van Zomeren had volgens de overlevering een prettige relatie met C.A. Nairac, die in de periode 1841-1883 burgemeester van Barneveld was en bovendien een geestdriftig amateurarcheoloog. Hij stelde zich op de hoogte van de vondsten en zal deze waarschijnlijk hebben gemeld aan het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Een deel van de daarop volgende correspondentie is bewaard gebleven. De burgemeester deed in 1882 ook nog verslag van het een en ander in zijn boekje “Nog een oud hoekje der Veluwe”, met een beknopte opsomming van de vondsten. In een van zijn brieven meldde Nairac dat de vindplaats ongeveer 1⁄4 hectare groot was en dat alles bijeen lag “aan de Zuid westerzijde van een bergje ten Noorden van Garderen (1⁄4 uur van daar)”. Dat is geen aanduiding waar we veel wijzer van worden. Na de werkzaamheden zijn er vier primitieve en daardoor verwarrende kaartjes gemaakt van het vondstgebied. Wel is op twee van deze tekeningen een grenspaal aangegeven, die de grens aanduidde tussen de gemeenten Barneveld en Apeldoorn. Zo’n paal werd in 1953 door de heer J. Wibbelink aangetroffen in een eikenbosje. Wibbelink was de voormalig conservator van het museum “Nairac” in Barneveld en woonde aan de Roeëkamperweg. Toen kort daarna de heren J.D. van der Waals (Wibbelinks opvolger) en W.J. de Boone (ook archeoloog) vlak daarbij botresten en een potscherf aantrof-
Versierde urn uit de periode 525-700 na Chr., die is gevonden op de Beumelerberg en nu is te zien in het Veluws museum “Nairac” in Barneveld.
soorten zijn te verdelen: waarschijnlijk plaatselijk, met de hand vervaardigd aardewerk en uit het gebied van Maas en Moezel geïmporteerd steengoed, dat op de draaischijf is gemaakt en veel harder gebakken. Ondanks het waarschijnlijk vrij grove graafwerk van de betrokken arbeiders zijn veel urnen heel gebleven, vooral uit de tweede categorie. De crematieresten uit de urnen zijn grotendeels verloren gegaan. Met grote waarschijnlijkheid is een van de ooit beschreven urnen kwijt geraakt. Deze moet door burgemeester Nairac in zijn oudheidkamer zijn gebruikt als een pot om zijn sigaren in te bewaren. Het ontbrak er maar aan dat de edelachtbare het erfgoed, opnieuw, als asbak gebruikte.
De gevonden voorwerpen werden verdeeld over de musea in Barneveld en, vooral, Leiden. Van sommige werden door gemeentesecretaris A. van den Bogert, schoonzoon van Nairac, tekeningen gemaakt. Door deze verdeling werden de vondsten ook beschreven in verschillende catalogi, wat het overzicht niet bevorderde. Pas rond 1970 lukte het de heer De Boone om alles te inventariseren. In het museum “Nairac” staan 29 urnen, die in twee
Er zijn ook veel glazen kralen gevonden. De mooiste zijn te vinden in Leiden. De kralen waren deels wel en deels niet door brand beschadigd, wat erop wijst dat er op het terrein niet alleen is gecremeerd, maar ook gewoon begraven. In Leiden worden ook de op de Beumelerberg (ook wel Bemelerberg en volgens Nairac Bommelerberg – “dat is duivelsberg” – genoemd) gevonden bronzen sieraden, als gespen en broches, en ijzeren wapens bewaard. De op het terrein aangetroffen munten (Romeins en vroeg-
fen, viel alles op zijn plek, zeker toen Steven Boeve in hetzelfde bosje nog meer scherven van een vroeg-middeleeuws kruikje vond.
23
middeleeuws) waren tot 2004 in het Koninklijk Penningkabinet in Leiden te zien, dat daarna is opgegaan in het Geldmuseum in Utrecht. Het is voor deskundigen niet moeilijk om aan de hand van de vondsten het grafveld te dateren: het moet van de vierde tot de negende eeuw na Christus in gebruik zijn geweest en dan vooral in de zevende en achtste eeuw. Weliswaar zijn er ook Romeinse munten en broches gevonden, maar dergelijke kostbaarheden bleven vaak lang in gebruik en in de familie en kunnen dus voor de datering van het veld geen beslissende rol spelen. Volgens De Boone wijst het materiaal erop dat de bewoners van de omgeving contact hadden met noordelijk en zuidelijk gelegen gebieden. Vreemd genoeg hebben er nooit offi ciële opgravingen plaats gehad. De werkzaamheden maken achteraf op ons een nogal onwetenschappelijke en ongeorganiseerde indruk. Misschien was het omploegen van de heide – en daarmee het vernietigen van interessante wetenschappelijke gegevens – al te ver gevorderd. Van de oppervlakte van het grafveld, het type en de omvang van de graven, het aantal gecremeerde en begraven mensen, enzovoort, is door de simpele manier van ‘opgraven’ weinig meer bekend. Nairac schreef al in eerste brief van 15 maart 1869 aan Leiden dat er op de nog niet “opgespitte” heide vele scherven van urnen aanwezig waren.
24
In de loop van de eeuwen moeten er dus vele tientallen of honderden mensen op deze plek zijn bijgezet of begraven. De bijbehorende nederzetting is echter nooit gevonden, zoals dat bij Kootwijk wel is gebeurd. Bij het delven van een graf op de huidige begraafplaats, dus op zo’n 400 meter afstand, is in 1960 een Romeinse schaal gevonden. Zou daar het centrum van het oude Garderen hebben gelegen? In een lijvig opstel, dat door de heer De Boone aan dominee De Klerck werd toegeschreven, vroeg de schrijver zich af: “Had G. zooveel bewoners, dat het zulk een schatting aan de Beumelerberg kon opbrengen, want oneindig groot is het getal der daar verbruizelde urnen, ook bij de laatste opgravingen, ofschoon ik het zeer vriendelijk had verzocht na te laten”. Als ik het goed begrijp, had de aarde op de Beumelerberg al eerder oudheden vrijgegeven en waren de Garderenen daarmee niet bepaald voorzichtig omgegaan. Dick Veldhuizen
Literatuur: W.J. de Boone, An early mediaeval grave field on the Beumelerberg near Garderen, province of Gelderland. Amersfoort, [1972]. Jaap Manssen, Toen Garderen nog niet bestond. In: Garderen, baken in het groen. Barneveld, 2001. C.A. Nairac, Nog een oud hoekje der Veluwe. Barneveld, 1882.
De Wilde Kamp De eerste keer dat ik de naam Wilde Kamp ben tegen gekomen is in een acte van 1831. Heimen Evers van Blankers huwt op 20 februari 1820 met Teunisje Blankers van ’t Sol in de kerk te Garderen. Zij gaan wonen in Voorthuizen Cornelis Aertsen is geboren en gedoopt in Garderen in 1814 en over leden in januari 1841 Heimen Evers van Blankers, landbouwer, en Teunisje Janse van Sol wonend te Voorthuizen, verkopen aan Cornelis Aartsen van Someren, molenaar te Garderen twee bunders, tien roeden, dertig ellen hakhout of bosch kadastraal bekend sectie B. nummer honderd acht en tachtig. Teunisje verklaart dat zij dit perceel verkregen heeft als erfgename van haar overleden moeder Marretje Klaassen, in leven huisvrouw van Jan van Sol. Zij en haar moeder hebben dit reeds langer dan dertig jaar in bezit. Deze verkoop geschiedt voor een som van drie Honderd Guldens Nederlandsch Geld. De acte van deze koop is gepasseerd ten kantore van H.G. van Dijk, openbaar notaris te Voorthuizen op 28 november 1839
Op 4 maart 1840 verschijnen opnieuw voor notaris H.M. Mettenbrinck te Barneveld Heymen Evertsen van Blankers en Teunisje Jans van ’t Sol wonende te Voorthuizen en Cornelis Aartsen van Zomeren, korenmolenaar te Garderen. Ze verklaren dat ze een perceel Bosch en heidegrond met houtgewassen bekend onder de naam van De Wilde Kamp verkocht hebben. In de acte van 28 november is niet vermeld dat hiertoe ook behoren de volgende gronden: kadastraal nummer 189: heide, tien roeden, zeventig ellen; nr 190 heide: twaalf roeden, zestig ellen; nr. 191: hakhout, zes roeden; nr. 192: heide, een en zestig roeden, twintig ellen; nr. 194: heide, zes roeden, tien ellen en nr. 195: hakhout, zeven en twintig roeden, negentig ellen. Door deze akte wordt deze vergissing hersteld. Op 21 februari 1842 verzoekt de ontvanger der registratie te Nijkerk de burgemeester van Barneveld mee te delen waaruit genoemd perceel De Wilde Kamp nu bestaat. Op 16 november 1878 schrijft G. van de Pol, de diender, een antwoord op vragen die burgemeester Nairac gesteld heeft.
25
De burgemeester vraagt: wat heeft Hendrik van de Pol gezien van het jagen van Witte en Van den Broek op 17 oktober en waaraan zag hij dat? Hoe ver was Van de Pol, van hen af? Heeft hij ook met Pabst gesproken en wat? De diender antwoordt: Hendrik van de Pol verklaart dat hij het wel heeft gezien dat Witte en Van den Broek hebben gejaagd in een bosje hakhout dat in eigendom toebehoort aan de weduwe Klaas Schuiteman. Het bosje ligt achter De Wilde Kamp van Van Zomeren aan het paadje dat uit het dorp loopt naar de Tol nr. 10. Zij hebben daar eerst in het veld
26
gejaagd en toen zoo voort in het bosje, ongeveer wel twee honderd pas afstand. Van de Pol is twintig jaar en dagloner. Volgens zeggen van Van de Pol heeft hij weinig met Papst gesproken als alleen dat hij Witte en Van den Broek bedoelde. De diender maakt ook een schets van het terrein waar gejaagd werd en waarop de put van Schuiteman staat en de schaapskooi. Terwijl Hendrik van de Pol op de heide werkte zag hij Van de Broek en Pabst lopen in de buurt van het voetpad dat naar de Tol loopt.
1938 en 1939 In de Nijkerker Courant van 2 december 1938 leest men de uitslag van de door notaris Bok te Barneveld in Garderen gehouden veiling van ongeveer 103 ha. grond ten behoeve van de erfgenamen van de heer C. van Voorthuizen. Aan dr. Oudemans te Putten wordt voor de stichting “Het Geldersch Landschap” verkocht percelen heidegrond met hakhout voor een bedrag van f 21.700. Op de vergadering van de V.V.V., die begin maart 1939 in de school wordt gehouden, spreekt de voorzitter, de heer J. Wibbelink, woorden van dank tot burgemeester J. Westrik en dr. Th.C. Oudemans voor hun bemoeiingen van de koop van de “Wilde Kamp” en de “Mazenkamp” door de Vereniging Geldersch Landschap wier behoud in niet geringe mate tot Garderens aantrekkelijkheid bijdraagt. In de door Th.C. Oudemans samengestelde bundel van artikelen van zijn zuster J.J. Hacke-Oudemans staat ook iets over De Wilde Kamp op bladzijde 233. Zij schrijft daar op 3 november 1938: “De Wilde Kamp bij de Hoge Steeg onder Garderen is nog een zuivere boskern van het verdwenen eikenhaag-beukenbos met een prachtige natuurlijke bodembedekkende flora. De Wilde Kamp bij Garderen is uniek, omdat hier door geologische, historische en planten-sociologische
gegevens de oude toestand van dit gebied nog volledig was af te lezen”. In het tijdschrift ‘Levende Natuur’ van januari 1940 schrijft J.D. Moerman over de Wilde Kamp bij Garderen op bladzijde 307-313: “De Kamp blijkt een complex dicht akkermaalshout te zijn, hoofdzakelijk zomereik, met enkele wintereiken, door wallen omringd en hier en daar nog onderverdeeld. De eikenstobben op en binnen de wallen kunnen wel ouder dan een eeuw zijn, enige gedeelten in het N.W. zijn jonger”. “Uit de ‘Oorspronkelijke aanwijzende tafel der grondeigenaren’ blijkt het volgende: de randpercelen aan de Zuid en Zuid-Oost kant zijn nog marke grond van de Maalschap Garderen, deels heide, deels heide met struiken. De terreinen aan de westzijde van het Tolpad, dat in de lengte door het kreupelhout loopt, behoorden aan R. van Putten, onderwijzer in Wesop; de rest, aan de oostzijde, aan Hermen Evertse Blanken. Deze gronden zijn grotendeels hakhout, maar bevatten ook grote stukken heide. Merkwaardig is dat een gedeelte toen dennenbos was”. Moerman schrijft verder: “Men weet dus nu, dat er niets anders dan de gewone vegetatie der kampwallen blijkt te groeien”. Dr. Th.C. Oudemans schrijft in het ‘Gedenkboek ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van Schovenhorst
27
1848-1948’ over De Wilde Kamp: Wat betreft de omgeving van Garderen, geven de onderzoekingen van het in 1938 door de Stichting Het Gelders Landschap aangekochte natuurmonument, nieuw inzicht. Een groene gordel van heggen, wallen en bosjes bleek samen te vallen met de oude buurtschapsgrens, waarbinnen de raaitiende (wat dus duidt op het rooien van bos) werd geheven. De groene gordel en speciaal de gespaarde bosjes zoals De Wilde Kamp en de oude heggen om de erven bleken te behoren tot het eikenhaagbeukenbos. Hier was dus door de mens bewust het bos gerooid en de grond tot bouwland gemaakt. In ‘Complete Gids Natuur- en Wandel gebieden in Nederland’ van de Vereniging Natuurmonumenten 1996 staat als eigenaar vermeld: “Van het Geldersch Landschap. Heideveld met eikenbos. Het grootste deel is begroeid met heidestruiken vliegdennen en enkele jeneverbessen. Daartussen zijn ook stekelbrem en kraaiheide te vinden. Op de Wilde Kamp liggen zes grafheuvels. Het terrein wordt gedeeltelijk omgeven door vakantiecentra”. Dwars door De Wilde Kamp liep vroeger het karrepad of kerkepad naar Tol 10 en verder naar Stroe. Het begon net achter de ‘Deeres Poater’ (herberg ‘De Roskam’), bij Gart de Mots, waar later de A&O was en nu mevrouw Ter Harmsel woont. Het tolpad liep via wat nu
28
de Esdoornlaan is rechtdoor langs het voetbalveld naar De Wilde Kamp. In de zestiger jaren hebben we daar met onze kinderen wel vaak gewandeld. We liepen dan door het prachtige bosje naar de heide en weer terug langs de boerderij van Dirk Schut. De laatste jaren is er gesproken over de meer dan duizend jaar oude eiken op “De Wilde Kamp”. In 2007 is dit mysterie ontrafeld. De omvangrijke groepen van eikenbomen die eerder zijn aangemerkt als “duizendjarige eiken”, blijken te stammen uit de tweede helft van de 18e eeuw. Hoewel ze geen duizend jaar oud zijn, kunnen deze merkwaardige bomen aangemerkt worden als onderdeel van het natuurlijk cultureel erfgoed. Dit is de conclusie van de onderzoekers van de Wageningen Universiteit en de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurland-schap en Monumenten. De Wilde Kamp is dus ontstaan door het eeuwenlang kappen van de stammetjes op de eikenstobben en door de begrazing van de schapen waardoor er geen echt bos kon ontstaan . HEvdV
‘De Mollenvangers’ In de Barneveldse Courant van 3 oktober 1951 vonden we onderstaande artikel.
STROE. UITVOERING HARMONIE-ORKEST Vrijdagavond gaf het harmonie-orkest van het 2e Voertuigenpark (de huidige Majoor Mulderkazerne, red.) zijn eerste uitvoering in de cantine. Het was een gezellig avondje, waarop iedereen zijn best deed, het zo goed mogelijk te doen slagen. Met de heer J. Donderwinkel als dirigent brachten zij een vlot programma. Negen nummers werden ten gehore gebracht, waaronder “En Avant”, “HollandJubelt” en “Tiroler Landler”. Na dit optreden kregen we iets te horen van “De Mollenvangers”. De vijf gebroeders Gerritsen uit Garderen
Bijna 57 jaar later weten we nog steeds welke vijf gebroeders Gerritsen het orkestje “De Mollenvangers” vormden. We belden Gerard, de enige van de broers die nog leeft en we vroegen hem naar het bovenstaande berichtje. Gerard kon het zich nog heel goed herinneren. Hij vertelde dat ze met zijn allen met een drietonner werden opgehaald. Majoor Walta, de baas van Kamp Stroe, zorgde voor dit vervoer. Samen vormden ze ‘De Mollenvangers’ band waarbij Marinus de bas, Bertus
vormden hiermee een aardig orkestje, dat een viertal door hun zelf bewerkte stukjes ten gehore bracht. In de pauze werd nog een verloting gehouden, waaraan aardige prijzen waren verbonden, o.a. een levende gans. Na de pauze bracht een cabaret-gezelschap uit Apeldoorn onder leiding van de heer Schaftenaar een leuk en vlot programma. Aan het einde van de avond werden bloemstukken aangeboden door majoor Walter aan de dames van het gezelschap. Het was een geslaagde avond.
de bariton, Hannes de trombone, Jan de alt en Gerard de bugel speelde. Gerards vrouw, Frida zorgde voor de vocale opluistering en zong voor een zaal gevuld met militairen en burgers uit Stroe. Uit Garderen was de belangstelling niet groot, weet de tweeëntachtigjarige Gerard zich te herinneren. Stel dat er nog mensen zijn met een foto van ‘De Mollenvangers’, dan houden we ons aanbevolen!! DV en PvdB
29
Erosie Een prachtig stukje Garderen, dat onherkenbaar veranderd is, ligt op de kruising van de Garderensemolenweg en de Koesteeg vlak bij de Goudsberg. In het (nog niet zo verre) verleden was de grond tussen molen en Koesteeg opgedeeld in verschillende akkertjes. Ze werden verschillend bebouwd en geploegd, de grond bleef rul, er waren dwarsgreppels en het aanstromende water kon voor een groot deel al weg zakken in de grond. Er was wel eens wat erosie maar nooit veel. Volgens Henk van der Vlist stroomde vroeger het water vanaf de Oud Milligenseweg via de Waterakker bij Huisman aan de Hulakkerweg richting Solse Poel en vandaar langzaam maar zeker naar de Beek bij Uddel. Door de asfaltering van veel wegen en de bestemmingsverandering van veel akkers is die natuurlijke loop verdwenen. Tussen molen en Goudsberg ligt nu een grote akker volgeplant met buxusboompjes en rododendron. De akkergrond wordt met onkruidverdelgers kaal gehouden, zware tractoren pletten de bodem en er wordt (erg dom!) mèt de helling meegeploegd… en zie het resultaat. Een immer toenemende stroom water slijpt diepe sporen in de bodem en verandert een mooi stukje Garderen in een woestenij. Houtwallen langs de Koe steeg worden gerooid en diepe gaten gegraven om het aanstormende water op te vangen… wat natuurlijk nooit lukt. De eigenaar van de grond verderop, waar ook de gletscherkuil in ligt, krijgt nu de volle laag van al dat water. Hij neemt (terecht) zijn maatregelen, werpt een aarden wal op langs de weg en vult zo
30
langzaam maar zeker de toegang naar de gletscherkuil op. Het eens zo mooie landschap verloedert onder onze ogen. Ik weet heel goed dat een eigenaar baas is over zijn eigen grond maar er is toch ook nog zoiets als ‘maatschappelijk belang’ en natuurschoon? Moeten we als inwoners van Garderen dit alles maar over onze kant laten gaan? Ik denk het niet. Laten we samen met Plaatselijk Belang de Koe(steeg) eens bij de horens vatten en actie gaan ondernemen. Een berichtje naar het bestuur van onze vereniging, dat we dit probleem graag opgelost willen zien, stimuleert de bestuursleden om te gaan praten met gemeente, Geldersch Landschap en uiteraard, de eigenaren van de grond. Gezamenlijk moeten we zeker tot betere resultaten kunnen komen! HvdB-R en PvdB
Vijf vragen aan Jannes van Blotenburg Vraag 1: Waar ben je geboren? Ik ben geboren in Garderen en op drie maanden na heb ik daar mijn hele leven gewoond. Dat is nu bijna vijftig jaar en het bevalt nog steeds prima. Vraag 2: Hoe kwam je erbij om beheerder van “de Koepel” te worden? Och, je hoort wel eens wat. Toen ik hoorde dat de vorige beheerder er mee stopte heb ik gelijk gebeld en gevraagd of ik de boel kon overnemen. Dat is gelukt, het kale gebouw is van de gemeente. Ook de sportafdeling en de peuterspeelzaal worden beheerd door de gemeente. De rest, alles wat er in staat, is van mij en van mijn dochter Jacqueline. Zij wil over een paar jaar
het beheer van mij overnemen. Nu wordt het gebouw klaargemaakt voor het nieuwe seizoen. Er is heel wat schoon te maken en te repareren. Vraag 3: Wat zijn je plannen met “De Koepel”? Het moet weer gezellig worden in “De Koepel”, het verenigingsleven kan wel een steuntje in de rug gebruiken. Ik probeer zelf altijd aanwezig te zijn in “De Koepel”. Als het nodig is, springt mijn familie bij. Zo kun je een band opbouwen met de mensen. Vraag 4: Ga je nog speciale dingen doen in ”De Koepel”? De disco blijft natuurlijk, jongeren zijn hartelijk welkom in “De Koepel”. Ik denk erover om ook iets te doen met “Goud van Oud” en “Back to the sixties”, voor de wat ouderen. Verder wil ik graag onze Garderense bejaarden ontvangen in “De Koepel”. Ik hoop, dat die het hier echt naar de zin hebben. Vraag 5: Kun je in “De Koepel” ook een familiefeest vieren? Natuurlijk kan dat, een verjaardag of een jubileum. We zijn er klaar voor en zo kan “De Koepel” weer een echt Dorpshuis worden voor alle Garderenen. Tenslotte, ik ben bereikbaar op tel. nr. 06 2246 4081 of per e-mail
[email protected] HvdB-R
31
Colofon Darpsproat is een uitgave van de Vereniging Plaatselijk Belang Garderen en Omgeving.
Redactie: Peter van den Born (
[email protected]) Hennie van den Born-Reitsma (
[email protected] ) Cees van Middendorp (
[email protected] ) Dick Veldhuizen (
[email protected] ) Henk van der Vlist (
[email protected] ) Correspondentie/secretariaat: Evelien van de Langemeen-Bronkhorst Wilgenlaan 4 3886 AV Garderen Website: www.plaatselijkbelanggarderen.nl
AANMELDINGSFORMULIER
voor lidmaatschap ‘Plaatselijk Belang Garderen e.o.’
Ondergetekende geeft zich voor 3 euro per jaar op als lid van Paatselijk Belang Garderen e.o.
Naam: Adres: Handtekening:
(Inleveren bij of opsturen naar 32 E. v.d. Langemeen-Bronkhorst, Wilgenlaan 4, 3886 AV Garderen)