Cultuurhistorie en toerisme in Holland Rijnland Presentatie tijdens de Conferentie Toerisme in Holland Rijnland op 11 oktober 2003, door Marca Bultink, bestuurslid Cultuur-Historisch Genootschap Duin- en Bollenstreek De regio Holland Rijnland omvat 16 gemeenten: Alkemade, Hillegom, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnsburg, Sassenheim, Valkenburg, Voorhout, Voorschoten, Warmond en Zoeterwoude.
Wat is Cultuurhistorie? Cultuurhistorie omvat drie aspecten: 1. Archeologie: het bodemarchief geeft een beeld van vroegere menselijke samenlevingen. 2. Landschap: de wordingsgeschiedenis van stad en land en hun ruimtelijke samenhang. 3. Nederzettingen: de gebouwen, bouwstijl en bouwhistorie.
Inventarisatie Een snelle inventarisatie van de schatten van de regio Holland Rijnland Archeologie Resten van bewoningsgeschiedenis uit vroeger eeuwen(b.v. brons- en ijzertijd, Romeinen) a. bewaard in musea (RMO Leiden, Museum Rijnsburg, Teylingen, Dever etc.) en: b. bewaard in het landschap: b.v. reconstructie Romeinse weg (Leiden, Valkenburg, Katwijk). Landschappen -Zee, strand en duinen -Strandwallen en strandvlaktes (landgoederenzones) -Zanderijenlandschap (= afgegraven strandwallen: bollenvelden, hoge wegen, zandvaarten) -Rivieren en kanalen (Rijn, Vliet, Leidse- en Haarlemmer Trekvaart) -Veenweide- en polderlandschap (dijken, weideland, sloten) -Meren- en plassengebied, droogmakerijen. Door het landschap heen lopen historische wegen en waterlopen. Nederzettingen -Landgoederenzone: kastelen, burchten, buitenplaatsen, landgoederen, kasteelruïnes, torens, donjons, etc. -Stads- en dorpscentra: pleinen, markten, kerken, kloosters, gemeentehuizen, woningen, villa’s, hofjes, parken, winkels, herbergen, scholen, badplaatshistorie, klederdracht, schutterij, ziekenhuizen/inrichtingen, (historische) musea, oudheidkamers, etc. -Industrieel en ambachtelijk erfgoed: fabrieken, visserij, veenderij, turfwinning, vuurtorens, vliegveld, bunkers. -Agrarisch erfgoed: boerderijen, molens, bollenschuren, kwekerijen, veilinggebouwen, kaasmakerij, paardenmarkt, etc. -Water-erfgoed: bruggen, sluizen, gemalen, veerponten, historische trek-, duw-, zeil- en motorvaart.
Marca Bultink, Cultuur-Historisch Genootschap Duin- en Bollenstreek, okt. 2004
Uitwerking kastelen, landgoederen en buitenplaatsen Kastelen, landgoederen en buitenplaatsen, waarvan tuin en/of huis nog bestaan of die archeologisch interessant zijn: -Alkemade: -Hillegom Het Hof van Hillegom. -Katwijk ’t Sant. -Leiden De Burcht, het Gravensteen, Buitenzorg, Rhijnhof, Vreewijk, restanten Cronesteyn en kasteel Paddenpoel, bos van Bosman (Nieuweroord). -Leiderdorp Agthoven, restant kasteel Ter Does. -Lisse ’t Huys Dever, Kasteel Keukenhof, Wassergeest en Ter Specke. -Noordwijk Offem, Calorama. -Noordwijkerhout Leeuwenhorst, Oud-Leeuwenhorst, Dijkenburg. -Oegstgeest Oud Poelgeest, Endegeest, Rhijngeest, Klein Curium (Duinzicht). -Rijnsburg -Sassenheim Ter Leede, Het oude Koningshuis, Park Rusthoff. -Valkenburg -Voorhout Ruïne van de burcht Teylingen. -Voorschoten Kasteel Duivenvoorde, Adegeest, Berbice, Ter Wadding, Beresteyn, Bijdorp, Rosenburch, De Horsten (ged,) -Warmond Huis te Warmont, Leerust, Oostergeest, Vroenhof, Middendorp, Leevliet, resten Lokhorst of Oud Teylingen. -Zoeterwoude terrein Huis te Zwieten.
Knelpunten bij benutting Cultuurhistorie in Toerisme en Recreatie 1. Eigendom De eigendomsverhoudingen belemmeren de openstelling van cultuurhistorisch erfgoed. Particulieren, overheden, bedrijven en instellingen die eigenaar zijn van een stuk land (landgoed, weide, bollenvelden) of een gebouw (kasteel, buitenplaats, boerderij, bollenschuur etc.) hebben geen belang bij openstelling voor toeristen en recreanten. Bij recreatief medegebruik zijn eigenaren bang voor overlast, schade aan het pand of aan de natuur (bos of gewas), problemen met verkeer, beveiliging en privacy etc. 2. Planologie De bestemming van veel cultuurhistorische panden laat toeristisch en recreatief gebruik vaak niet toe: b.v. geen bed & breakfast in bollenschuur. Herbestemming van waardevolle panden (b.v. bollenschuren, boerderijen etc) tot recreatieve of toeristische voorziening is niet eenvoudig. 3. Faciliteiten Bij veel cultuurhistorisch interessante locaties zijn geen (openbare) faciliteiten voor horeca, logies etc. terwijl dat voor toerisme en recreatie wel interessant is. 4. Gebrek aan geld, menskracht en professionalisering Cultuurhistorie is voor toerisme en recreatie zeer interessant, maar dit wordt nog erg weinig bedrijfsmatig uitgebuit. De meeste cultuurhistorische organisaties (verenigingen, stichtingen, musea) in de regio draaien geheel op vrijwilligerswerk. Zowel de historische verenigingen als de kastelen en musea hebben geen (groot) budget voor beheer, onderhoud en openstelling. Marca Bultink, Cultuur-Historisch Genootschap Duin- en Bollenstreek, okt. 2004
De inzet en coördinatie van vrijwilligers is moeilijk te verenigen met toeristische en recreatieve eisen aan openstelling, etc. Dit heeft tot gevolg dat de cultuurhistorische organisaties niet bij machte zijn mee te draaien in overleg met professionele instanties (overheden, Erfgoedhuis, toerisme-organisaties etc.). 6. Regiovorming nog in kinderschoenen De regio Holland Rijnland is nog geen geheel; de samenwerking is nog erg nieuw, ook op toeristisch gebied is de samenwerking nog pril. Bovendien strekken de thema’s zich verder uit dan de grenzen van Holland Rijnland. Erfgoed van de bollencultuur is ook te vinden in ZuidKennemerland, agrarisch erfgoed ook in het veenweidegebied buiten de regio (Jacobswoude) en het Groene Hart. 7. Informatie en publiciteit Er gebeurt op lokaal niveau op cultuurhistorisch gebied heel veel in de regio (lezingen, excursies, exposities etc) maar dat is vaak alleen lokaal bekend. Brede groepen in de gehele regio worden niet bereikt door gebrek aan informatiekanalen en PR. 8. Onvoldoende samenwerking De regio biedt een schat aan cultuurhistorische zaken; er zijn veel organisaties en veel initiatieven, maar ieder zit op zijn eigen goudmijn. Er is onvoldoende samenwerking tussen de cultuurhistorische organisaties onderling: in de Duin- en Bollenstreek is wel een overkoepelend platform van historische verenigingen en musea (het Cultuur-Historisch Genootschap), maar in de Leidse regio ontbreekt zoiets. Er is ook onvoldoende samenwerking van cultuurhistorische organisaties met overheden en de toerisme-sector etc.
Kansen voor benutting Cultuurhistorie in Toerisme en Recreatie Algemeen -Landschappen toegankelijk maken en openstellen (landgoederen openstellen, routes door weiden en bollenland etc). (Goed voorbeeld: openstelling ZH Landschap). -Barrières in het landschap opheffen (oversteekplaatsen maken van water, spoor- en verkeerswegen etc). -Landschappen en gebouwen met elkaar verweven en de samenhang tussen landschap en bebouwing benadrukken. -Juist de verscheidenheid tussen de dorpen onderling blijven benadrukken, juist bij bestuurlijke fusies is identiteit van kleinschalige kernen van belang. -Monumenten, musea en oudheidkamers beter toegankelijk maken/houden, openstelling verruimen; monumenten niet alleen voor de happy few! (Goed voorbeeld: kasteel Keukenhof. -Kennis benutten van historische verenigingen en musea, bij de opzet van toeristische en recreatieve routes. Bestaande rondwandelingen meer toeristisch benutten en promoten. -Een speciale cultuurhistorische toeristische kaart maken waarop alle belangrijke plekken staan (die kaart ontbreekt nu).
-Recreatieve knooppunten maken rond cultuurhistorische plaatsen: b.v. horeca, fietsenverhuur etc. Van daaruit kan een erfgoedroute gevolgd worden: een ‘kralensnoer’ van kleinere cultuurhistorische elementen in meerdere dorpen. -Relatie stad en land uitbuiten: (Goed voorbeeld: koppeling bollenteelt aan Leidse Hortus, Idee: schilderlocaties van Rembrandt in de regio). -Klein beginnen met samenwerking door thema’s regionaal aan te pakken. Als dit succes heeft, komt er vanzelf meer samenwerking en verbreding.
Marca Bultink, Cultuur-Historisch Genootschap Duin- en Bollenstreek, okt. 2004
-Maak cultuurhistorische arrangementen: geef bestaande dingen een thema en een naam. -Bedenk doelgroepen: verjaardagen, partijtjes, jubilea, bedrijfsfeesten, reünies, congresgangers etc. -Cultuurhistorie is voor toerisme en recreatie zeer interessant. Als ondernemers hiervan overtuigd raken en ze erop inhaken, kan cultuurhistorie meer bedrijfsmatig worden aangepakt en uiteindelijk geld gaan opleveren. -Zorg voor bredere regionale promotie van huidige cultuurhistorische activiteiten. Dat kan door een website over de cultuurhistorie in de regio, waarop alle evenementen, lezingen, excursies exposities etc. staan. Wandelen -Landgoedwandelingen, natuur- en vogelwandelingen (Goed voorbeeld: Leeuwenhorst). -Wandelroutes dwars door landschappen: speurtocht, GPS-route, ruige route (lieslaarzen, hekjes etc), -lange afstands- of trektocht met overnachtingen: stopplaatsen, picknickplek etc verbeteren. Fietsen -Nieuwe fietsroute langs erfgoed van de bloembollencultuur (bollenschuren e.d.) maken. -Fietstocht langs boerderijen en molens (Goed voorbeeld: Vier pontentocht). -Fietsen van NS-station naar station (b.v. Voorhout-Hillegom in bollentijd): fietsenverhuur bij kleine stations opzetten. -Relatie strand-achterland: strandganger laten parkeren en dwars door de streek naar zee laten fietsen. Varen -Beter benutten van historische vaarroutes (Rijn, kanalen, trekvaart): door b.v. verhuur van ‘narrow boats’, roeiboten, kano’s, fluisterboten etc. -spelevaren in vijvers, meer aanlegsteigers bij uitspanningen etc. -Bevaarbaar maken van zanderijsloten voor kano’s, fluisterboten (uitbaggeren). -Vaarroutes voor kano, roeien etc, uitzetten. Andere activiteiten -Schaatsen (natuurijs, sloten, vijvers in parken). -Skeeleren, paardrijden, huifkartocht, etc. Horeca -Meer logies- en horecamogelijkheden in historische omgeving: b.v. (tijdelijke) camping, kamperen bij de boer, bed & breakfast, hotel, restaurant, pannenkoekhuis, theehuis, terras, theetuin, uitspanning, picknickmanden, etc. Educatie (kennis én beleving) -Meer cursussen, lezingen en rondleidingen op cultuurhistorische locaties (rondleidingen op kastelen en buitenplaatsen, wandelingen met gids op landgoederen, uitleg op borden en in routekaartjes, etc.) -Ervaren hoe vroeger (en nu) gewerkt werd: b.v. door workshops bij boer, kweker, tuinder of door activiteiten als pluktuin, landgoedwinkel, boerenwinkel. -Cultuur en monumenten combineren: b.v. theater in een ruïne, toneel in een boerderij, muziek in een kasteel etc. -Levende geschiedenis folklore, life roleplaying.
Marca Bultink, Cultuur-Historisch Genootschap Duin- en Bollenstreek, okt. 2004
Wat moet er gebeuren en wie moet het doen? Hamvraag tijdens de discussie was: -Wat moet er gebeuren om het toeristisch bestemmen beter van de grond te krijgen? -Welke inzet is daarbij gewenst van: de regio Holland Rijnland en de 16 gemeenten, de provincie Zuid-Holland, de VVV Holland Rijnland, het bedrijfsleven en organisaties. Opmerkingen en conclusies: -De regio is de plek waar het moet gebeuren; de regio is rijk aan cultuurhistorie, maar er is veel in particuliere handen en het aanbod is zeer versnipperd. Kennis en kunde dienen ontsloten te worden, gemeenschappelijk gemaakt, en het is de taak van de regio om de gemeenten te stimuleren over de eigen grenzen heen te kijken. -De regio moet dat zelf oppakken en gaan uitbouwen. Om dat van de grond te krijgen zouden de beleidsmedewerkers toerisme, recreatie en cultuurhistorie van de 16 gemeenten elkaar moeten leren kennen, overleg instellen en informatie met elkaar uitwisselen. -De culturele en cultuurhistorische projecten van de provincie Zuid-Holland (zoals ZandWater-Veen, Atlas Mobiel en Geest & Grond) blijken te weinig bekend. Die projecten zijn goed bedoeld, maar hebben in de regio onvoldoende draagvlak gekregen. De afstand tussen provincie en inwoners van de regio is daarvoor te groot, men voelt zich niet betrokken. Over het algemeen vindt men dat de provincie zich beter kan beperken tot subsidie verstrekken en faciliteiten bieden, maar uitvoering overlaten aan organisaties in de regio. -Overheden moeten zich realiseren dat zij voor hun ambities afhankelijk zijn van de particuliere organisaties, die vaak gedreven worden door vrijwilligerskrachten. Hen betrekken bij de processen is van zeer groot belang. -Er moet veel breder informatie worden gegeven over cultuurhistorische thema’s en over cultuurhistorische evenementen die overal in de regio georganiseerd worden, zodat dit bij een groter publiek bekend wordt (b.v. opzet website). -De historische verenigingen kunnen hier een rol bij spelen, maar dan moeten zij meer faciliteiten krijgen om de benodigde professionalisering ook waar te maken.
Bronnen: -Provinciale Cultuurhistorische Hoofdstructuur: Duin- en Bollenstreek, Delfland en Schieland (2002). -Landschapsbeleidsplan Duin- en Bollenstreek (1997). -Landschapsbeleidsplan Warmond en Leidse Regio (2002). -Actieplan Toerisme Provincie ZH 2001-2005: Kust, Cultuur, Bloemen en bollen (2001). -Masterplan Aaneenschakeling Landgoederen (2003). -Visie ‘Erfgoed voor toerisme (visie van erfgoedkoepels, 2003). -Bonte Loper Plan Duin- en Bollenstreek (2001). -Websites: www.erfgoedhuis-zh.nl, www.zhbt.nl, www.kustgids.nl.
Marca Bultink, Cultuur-Historisch Genootschap Duin- en Bollenstreek, okt. 2004