Crisisplan HAWB Huisartsenzorg West-Brabant
Kaderplan Continuïteit Huisartsenzorg bij Crises 1
Colofon
Versie:
2015-11-02 Zie voor meer info bijlage 12
Auteurs:
Erik Stevens
Huisartsenkring West-Brabant
Karin Kwekkeboom
Stichting Huisartsenposten West-Brabant
2
Inhoudsopgave Voorwoord............................................................................................................................... 4 Hoofdstuk 1 Van HaROP naar Crisisplan HAWB ............................................................................. 5 Hoofdstuk 2 De crisis. ............................................................................................................... 6 Hoofdstuk 3 De organisatie van de Huisartsenzorg West Brabant bij een crisis. ................................ 7 3.1
Het Crisisteam HAWB .................................................................................................... 7
3.2
Crisiscoördinatoren van de Hagro .................................................................................... 8
3.3
Individuele Huisartsen. .................................................................................................. 8
3.4
Managementteam Huisartsenposten ................................................................................ 9
Hoofdstuk 4 Procedure bij aanvang of melding crisis ................................................................... 10 Hoofdstuk 5 Communicatie ...................................................................................................... 11 5.1
Intern ........................................................................................................................ 11
5.2
Extern ....................................................................................................................... 11
5.3
Middelen .................................................................................................................... 12
5.4
Social Media ............................................................................................................... 12
Hoofdstuk 6 Werkwijze bij een Crisis ........................................................................................ 13 6.1
BOB........................................................................................................................... 13
6.2
Loggen en Plotten ....................................................................................................... 13
6.3
6xW .......................................................................................................................... 13
6.4
Personeel, middelen, ruimte en systemen ...................................................................... 14
6.5
Wim en Anna .............................................................................................................. 14
Hoofdstuk 7 Afschaling ............................................................................................................ 15 Hoofdstuk 8 Opleiden, trainen en oefenen ................................................................................. 16 Bijlagen ................................................................................................................................ 17
3
Voorwoord
Crises, incidenten en rampen1 doen zich regelmatig voor. Auto-ongelukken met meerdere auto’s in dichte mist; brand van chemische stoffen (zoals de brand bij Chemiepack in Moerdijk in januari 2011); of een grote uitslaande brand (zoals in ziekenhuis Lievensberg) waardoor de Huisartsenpost niet meer kon functioneren in november 2014. Maar ook een langdurige stroomstoring, zoals in Noord Holland, leidt tot verstoring in de zorgverlening. Evenals de gesprongen waterleiding in het VUMC te Amsterdam. Dit document is een vernieuwing, van het HaROP zoals dat tot nu toe gold. Na goedkeuring zal het HaROP worden vervangen door het Crisisplan HAWB. Het totale crisisplan bestaat uit dit Kaderplan en diverse scenario’s. Dit Crisisplan HAWB is door de Huisartsenkring West-Brabant en de Huisartsenposten West-Brabant gezamenlijk geschreven, vanuit de afspraak dat in het geval van crises, beide organisaties samenwerken in het zogeheten Crisisteam HAWB. Daarmee wordt de 7x24 uur huisartsenzorg zo goed mogelijk gecontinueerd. De gemeente Tholen maakt onderdeel uit van de Veiligheidsregio Zeeland. Ten tijde van een ramp of crisis volgt de huisartsenzorg in deze gemeente het Crisisplan HAWB van West-Brabant.
Huisartsenposten West Brabant Bredaseweg 169 4872 LA Etten-Leur Telefoon: 088-7763390 Huisartsenkring West Brabant Bredaseweg 169 4872 LA Etten-Leur Telefoon: 076-5025681
1
Omwille van de leesbaarheid zal in het vervolg in deze notitie gesproken worden over crises. 4
Hoofdstuk 1 Van HaROP naar Crisisplan HAWB In 2010 werd het Huisartsen Rampen Opvang Plan geschreven voor zowel de Flitsramp als de Infectieziekte ramp. De aanleiding was o.a. de Mexicaanse Griep. Inmiddels hebben er diverse oefeningen plaatsgevonden en is de SMS functie om de huisartsen te informeren ten tijde van een incident meerdere malen ingezet. Het HaROP en de inzet van het Crisisteam HAWB functioneerde daarbij naar behoren. Omdat het HaROP aan herziening toe was, hebben HAPWB en de Huisartsenkring West Brabant het HaROP naar het Crisisplan HAWB vanuit de filosofie van bedrijfscontinuïteit geactualiseerd. De gedachte is daarbij dat er niet voor elke ramp of crisis een aparte organisatie of apart plan moet worden gevolgd, maar aangesloten wordt op de normale gang van zaken. Het gaat om een kader dat eenduidig, eenvoudig en vanuit één filosofie wordt opgesteld. Bedrijfscontinuïteit Het laatste jaar is het denken over de ‘continuïteit van het bedrijf’ meer op de voorgrond getreden als uitgangspunt voor planvorming bij crises. De kern van het denken in termen van continuïteit in crisisbeheersing, spitst zich toe op het in kaart brengen van bedrijfsprocessen in een normale situatie, die gevaar lopen als zich een incident voordoet. Vervolgens wordt gekeken welke risico’s dit met zich meebrengt. Deze risico’s kunnen (grotere) schade veroorzaken. Door hiervoor vóóraf maatregelen te bedenken kan (het risico op) schade voorkomen dan wel gereduceerd worden. Ook ziekenhuizen en GHOR in Brabant nemen dit gedachtengoed over, en zijn ook gestart met het herzien van hun rampen-opvang-plannen. Het komt er op neer dat bij een bedrijfsproces gekeken wordt naar díe factoren die het proces kunnen verstoren, en daarmee ook schade kunnen toebrengen. Soms gaat het om heel eenvoudige maatregelen die genomen kunnen worden om dit proces te verbeteren en daarmee de schade bij een crisis te kunnen beperken. Schade kan divers zijn: schade aan gebouwen, personen, middelen, maar ook financieel of juridisch. Ook imagoschade kan een rol spelen. Als deze processen in een normale situatie al in kaart zijn gebracht, en verbeterd, dan is de filosofie vervolgens dat bij een crisis de kans groter is dat de bedrijfsprocessen door kunnen blijven lopen. Populair gezegd: iedere werknemer blijft zoveel als mogelijk functioneren als in normale situaties, maar bij een crisis ‘komt er een tandje bij’. Men hoeft bijna geen nieuwe of andere procedures te volgen dan de eigen werkzaamheden. Die kent men immers al goed. Een voorbeeld verduidelijkt bovenstaande wellicht: als men tijdens normale werkzaamheden telefoonnummers al gestructureerd bij de hand heeft, dan hoeft men tijdens een crisis niet nog eens op zoek naar de juiste nummers. Eenvoudiger Het HaROP is vanuit ‘bedrijfscontinuïteit’ herschreven naar één Crisisplan HAWB met een Kaderplan en meerdere Scenario’s. Een HaROP pandemie, en een HaROP flitsramp, worden dan scenario’s in het kader van het Crisisplan HAWB. Daarbij komt als scenario de tot nog toe onderbelichte ‘langdurige uitval van NUTS voorzieningen’ ook aan de orde. Het doel van dit nieuwe Kaderplan met Scenario’s is erop gericht om: 1. Voor de huisartsenpraktijk of huisartsenpost overstijgende scenario’s een eenduidige crisisorganisatie te presenteren; 2. Pragmatisch en concreet risico’s en mogelijke maatregelen in beeld te brengen zowel voor de huisartsenzorg overdag als voor de HAP in de ANW-uren; 3. Met het aanbieden van eenvoudige instrumenten kan iedere huisartsenpraktijk of –post zich voorbereiden op een crisis, of een kleinschaliger incident. Daarmee komt het in de plaats van de huidige HaROP’pen (Pandemie en Flitsramp), waarmee de crisisorganisatie eenduidiger en overzichtelijker wordt voor alle huisartsen en betrokkenen. 5
Hoofdstuk 2 De crisis. In dit Kaderplan willen we ook beschrijven wat onder crisis of ramp wordt verstaan. Daar zijn boeken over vol geschreven. We willen in dit Kaderplan niet alle vormen van crises volledig behandelen, maar beperken we ons tot een definitie, en een opsomming. In de scenario’s wordt de vorm van een crisis of ramp uitgebreider beschreven. We hanteren de volgende definitie van een crisis: Een ernstige bedreiging van de basisstructuren of van de fundamentele waarden en normen van een sociaal systeem, welke bij een geringe beslissingstijd en bij een hoge mate van onzekerheid noopt tot het nemen van kritieke beslissingen. Een crisis is een heftige noodsituatie waarbij het functioneren van het stelsel wordt verstoord. Bij een crisissituatie is er sprake van een gebrek aan informatie, een gebrek aan tijd, en moeten beslissingen worden genomen die een bepalende invloed hebben op de toekomst. Kenmerken Een crisis heeft kenmerken die de situatie voor zorgverleners en de organisatie lastig maken: • Er is altijd sprake van schade, zowel in materiële als immateriële zin; • Er moet (heel) snel worden beslist, en gehandeld; • Als er niets gedaan wordt, heeft dit ernstige gevolgen; • Elke beslissing kan weer vérgaande gevolgen hebben; • Er zijn weinig tot geen keuzemogelijkheden; • Een ramp is nieuws voor de media; • De informatie over de crisis is vaak gebrekkig en diffuus. Onderverdeling Crises zijn in de loop der jaren onderverdeeld in: 1. Infectieziekterampen (bijvoorbeeld de Mexicaanse Griep, EBOLA) 2. Flitsrampen (een groot treinongeval, of een grote brand bijvoorbeeld ‘Moerdijk’) 3. Uitval van NUTS-voorzieningen (elektra, gas, water, ICT) 4. CBRN-E rampen, Chemisch, Biologisch, Radiologisch/Nucleair, Explosief, en Terrorisme 5. Paniek (bijvoorbeeld bij grote publieksevenementen) 6. Milieu en Natuur (stijging water in rivieren, heide- of bosbranden) 7. (Minder zichtbare rampen zoals juridische, financiële rampen, of negatieve berichtgevingen) 8. Op kleinere schaal: agressie in de praktijk, uitval personeel. De kenmerken en de onderverdeling geven, enerzijds de grote verscheidenheid aan, en anderzijds de behoefte om de organisatiestructuur van de crisisorganisatie eenvoudig maar snel inzetbaar te maken. Dat betekent ook dat in geval van een crisis, incident of ramp een structuur moet bestaan waarmee duidelijk is wat er moet gebeuren, hoe medewerkers worden ingelicht en hoe beslissingen genomen én opgevolgd worden. Daarmee wordt ook gestreefd naar het zoveel als mogelijk voorkomen van schade: het continuïteitsdenken. Daarom is gekozen om één crisisorganisatie van de Huisartsenzorg West Brabant voor de meeste scenario’s in dit Kaderplan te beschrijven.
6
Hoofdstuk 3 De organisatie van de Huisartsenzorg West Brabant bij een crisis.
In de wetgeving2 is de verplichting opgenomen voor zorginstellingen en zorgaanbieders (waaronder huisartsen) om de continuïteit van zorg zo veel mogelijk te waarborgen en om ‘de nodige maatregelen te treffen met het oog op hun taak bij de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en crises en de voorbereiding daarop’. Gezien de aard van de zorg bij een crisis, is er geen onderscheid tussen zorg overdag enerzijds en avond-nacht-weekend anderzijds. We praten in dat geval over 7x24 uur continue huisartsgeneeskundige zorg.
3.1
Het Crisisteam HAWB
Ten tijde van een crisis activeren beide organisaties gezamenlijk één Crisisteam Huisartsen West Brabant (Crisisteam HAWB). De contacten met de huisartsen verlopen gestroomlijnd via de (secretariële) systemen van de huisartsenorganisaties (Huisartsenkring en Huisartsenposten). Verantwoordelijkheid Het Crisisteam HAWB heeft als belangrijkste verantwoordelijkheid om de huisartsgeneeskundige zorg te coördineren en om alle relevante informatie vanuit de GHOR of de betrokken andere organisaties af te stemmen en door te geven aan de huisartsen en vice versa. Het doel is daarmee om de continuïteit van de huisartsgeneeskundige zorg zoveel mogelijk te waarborgen. Taken Het Crisisteam HAWB heeft de volgende kerntaken: 1. Het onderhouden van het contact met GHOR als trait-d’union tussen GHOR en overheid enerzijds en de huisartsen, c.q. de interne organisatie van HAPWB anderzijds. 2. Afhankelijk van het type incident, crisis of ramp: het onderhouden van contacten met ketenpartners, zoals ziekenhuis en V&V. 3. Het doorgeven van relevante informatie aan Crisiscoördinatoren van de Hagro’s, de huisartsen, het MT van HAP WB, de GHOR en ketenpartners, en vice versa. 4. Het afvaardigen van een lid in het Actiecentrum van de GHOR indien relevant en/of noodzakelijk. 5. Het zorg dragen voor de coördinatie van de continuïteit van de Huisartsenzorg (primaire en overige bedrijfsprocessen). Bevoegdheid Gezien de mogelijke impact en het waarborgen van een effectieve en efficiënte organisatie van de huisartsenzorg, heeft het Crisisteam HAWB de bevoegdheid om maatregelen af te kondigen die door de individuele huisartsen en hun medewerkers, en medewerkers van HAP WB worden opgevolgd. In de Ledenraad van de Huisartsenkring West Brabant van 13 oktober 2015 is deze afspraak bekrachtigd. De Huisartsenraad van HAPWB heeft de directeur/bestuurder positief advies gegeven m.b.t. dit Crisisplan HAWB. Samenstelling Het Crisisteam HAWB bestaat uit de volgende deelnemers: 1. één (of twee) bestuurder(s) van de Huisartsenkring West Brabant; 2. de directeur/bestuurder van HAP WB; 3. de beleidsmedewerker Huisartsenkring West Brabant;
2
Kwaliteitswet Zorginstellingen, de Wet Veiligheidsregio’s, Wet BIG, WTZI
7
4. 5. 6. 7. De
een lid van de Huisartsenraad van de HAP WB; de directiesecretaris van HAP WB; en secretariële ondersteuning; waar nodig adviseurs zoals PR/PERS, locatiemanagers. samenstelling kan wisselen, afhankelijk van het incident of de crisis.
3.2
Crisiscoördinatoren van de Hagro
Van elke Hagro wordt verwacht dat er een Crisiscoördinator Hagro is benoemd. Hij/zij vormt de spin in het web binnen de eigen Hagro. De Crisiscoördinator is degene die op de hoogte is van de situatie in de Hagro wat betreft de gang van zaken en de inzetbaarheid van huisartsen. Hij/zij is voor het Crisisteam HAWB de contactpersoon voor overleg als de continuïteit van de zorg onder druk staat (of komt te staan). Verantwoordelijkheid 1. Is verantwoordelijk voor het bijhouden van de gegevens van de huisartsen binnen de hagro (mailadressen, GSM nummers etc.); 2. Is verantwoordelijk voor de communicatie binnen de hagro (relevante informatie, etc.). Taken 1. Is namens de Hagro het aanspreekpunt voor het Crisisteam-HAWB; 2. Bij afwezigheid zorgt hij/zij voor een vervanger die op de hoogte is van alle informatie; 3. Stelt zich op de hoogte van de mate waarin de praktijken operationeel zijn ten tijde van een crisis; 4. Zorgt ervoor dat de GSM nummers en Mailadressen van de collegae (inclusief de HIDHA’s en waarnemers) van de hagro bij iedereen binnen de hagro bekend zijn, en stelt dit overzicht ter beschikking aan het Crisisteam-HAWB; 5. Rapporteert aan het Crisisteam-HAWB wat betreft de beschikbaarheid en inzetbaarheid van huisartsen en personeelsleden binnen de Hagro ten tijde van een crisis; Bevoegdheden. 1. Is bevoegd om in samenspraak met de hagroleden plannen te maken en draagt zorg voor de uitvoering in het kader van de crisis, binnen de hagro. 2. Is bevoegd om besluiten te nemen in het belang van de continuïteit van de huisartsenzorg binnen de hagro. Toevoeging m.b.t. Scenario Infectieziekte (Pandemie): 1. Geeft opdrachten van het Crisisteam-HAWB door aan de huisartsen, zoals de opdracht om op de huisartsenposten en de vooraf vastgestelde Zorgmeldpunten (locaties) hun werk te doen; 2. Is in stadium 1 en 2 verantwoordelijk voor het monitoren van de inzet van de praktijkassistenten en praktijkondersteuners en adviseert de collegae in deze; 3. Is verantwoordelijk voor het invullen van het monitoringsinstrument, waarmee de werkdruk binnen de praktijken wordt geregistreerd; 4. Bereidt met de collegae uit de hagro, de overgang voor naar het volgende stadium; 5. Overlegt binnen de Hagro welke praktijkruimten in stadium 2 gebruikt kunnen worden. NB: in eerste instantie zorgt het Crisisteam-HAWB voor de communicatie en berichtgeving richting de voorzitters en de Crisiscoördinator Hagro.
3.3
Individuele Huisartsen.
De daadwerkelijke uitvoering van de zorg is en blijft altijd een verantwoordelijkheid van de individuele huisartsen(praktijken) en de HAP als zorginstelling. Als gevolg van wet- en regelgeving zijn zij er zelf verantwoordelijk voor dat zij kwalitatief goede zorg leveren onder alle omstandigheden. De 8
zorgverzekeringswet maakt daarbij geen onderscheid tussen dagelijkse hulpverlening en grootschalige hulpverlening bij crises. We praten dan over reguliere spoedeisende en niet-spoedeisende huisartsgeneeskundige zorg. Voor de huisartsen betekent dit dat de somatische en psychosociale zorg die zij in hun praktijk verlenen aan eigen patiënten, en aan ‘passanten’ (ongeacht of zij slachtoffer zijn van een ramp), onder de reguliere contractafspraken met de zorgverzekeraars vallen. Hetzelfde geldt voor de behandeling van patiënten in de avond, nacht en het weekend door de huisartsenpost. De huisarts is dus verplicht om onderstaande zorg te verlenen: 1. Hulp aan eigen patiënten. Zowel reguliere zorg als spoedeisende huisartsgeneeskundige zorg 2. Psychosociale nazorg bij patiënten die mogelijk het gevolg zijn van betrokkenheid bij een ramp. Het betreft zowel eigen patiënten als passanten. De huisartsen worden bij een crisis of ramp verondersteld minimaal twee maal per dag de mail op ontvangen berichten van het Crisisteam HAWB te controleren.
3.4
Managementteam Huisartsenposten
Het managementteam van HAP WB bestaat uit 5 locatiemanagers, het hoofd P&O, het hoofd EAD, en het directiesecretariaat. Ten tijde van een crisis heeft het tot taak het crisisteam te adviseren, en is daarnaast de linkin-pin tussen het primaire proces en het crisisteam. In schema:
Huisartsen
Crisisteam HAWB
Adviseurs
Crisiscoördinatoren Hagro
Managementteam Huisartsenposten WB
Medewerkers Huisartsenpraktijken
Medewerkers HAP WB
9
Hoofdstuk 4 Procedure bij aanvang of melding crisis Als een ramp of crisis zich voordoet, is het van belang dat er een procedure is van melding, en de vervolgstappen. De communicatie, en vooral de tijdigheid ervan is dan van belang. Daarmee kan ieder zich voorbereiden op de eventuele vervolgstappen. De procedure in het begin is als volgt vastgelegd: 1. De Algemeen Commandant Geneeskundige Zorg van de GHOR (ACGZ)informeert op het moment dat zich een ramp of grootschalig incident voordoet, de Huisartsenzorg: a. Huisartsenkring West Brabant, zijnde de beleidsmedewerker, en; b. Huisartsenposten West Brabant, zijnde de directeur/bestuurder (of vervanger) 2. Er is dan sprake van een GRIP2 situatie. 3. De beide huisartsenorganisaties zullen direct het Crisisteam HAWB inrichten, dat vervolgens alle organisatie en informatievoorziening richting huisartsen op zich neemt. Afhankelijk van de ernst worden verdere stappen ondernomen. De 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. De
ACGZ geeft in zijn berichtgeving aan: Soort crisis Aard, locatie, omvang Evt. gevaarlijke stoffen Mogelijke slachtoffers Evt. maatregelen die huisartsenzorg kan nemen Verwachtingen Etc. ACGZ mailt het bericht naar
[email protected]
De directeur/bestuurder (of diens vervanger) en de beleidsmedewerker nemen gezamenlijk besluit over: 1. Het informeren dan wel bijeen roepen van het Crisisteam HAWB 2. Het inzetten van secretariële ondersteuning 3. Het opstellen en uitsturen van SMS 4. Het inlichten van betrokkenen binnen de organisaties zoals managers 5. Etc. Op 13 juni 2012 is het Samenwerkingsconvenant getekend waarin de samenwerking en de communicatie is vastgelegd tussen de GGD/GHOR en de Huisartsenzorg. Hierin zijn o.a. de telefoonnummers opgenomen. Bijlage ……
10
Hoofdstuk 5 Communicatie Ingeval van een crisis is goede communicatie essentieel. Ervaring leert dat een goede communicatie de onrust reduceert, en de organisatie beter laat functioneren tijdens een crisis. Het vereist dat nagedacht is over de soort en inhoud van informatie, wie met wie communiceert, op welk tijdstip en vooral wat ieders taak hierin is. Informatie en Communicatie over de situatie is van groot belang voor belanghebbenden. Denk hierbij aan de te nemen maatregelen, wat de verwachtingen zijn, hoe lang een situatie gaat duren, wat de gevolgen zijn voor diverse doelgroepen, onrust en onzekerheid zoveel mogelijk voorkomen, informeren over contactpersonen en waar informatie te halen valt, om duidelijkheid te verschaffen, etc. Tussen de GHOR/GGD en het Crisisteam HAWB zal onderling de communicatie plaats vinden over de ontwikkelingen en de door te sturen informatie.
5.1
Intern
Hieronder het schema over de communicatie intern, binnen de huisartsenzorg, na de directe melding:
Crisisteam HAWB
Huisartsen Huisartsenkring
Management Team Huisartsenposten WB
Medewerkers Huisartsenpraktijk
Medewerkers Huisartsenpost
RampenCoördinatoren HAROP
Alle communicatie wordt door het Crisisteam HAWB verzonden vanuit een herkenbare situatie. In een situatie dat direct informatie nodig is, zal in eerste instantie een SMS bericht worden verstuurd. Deze SMS zal vooral een attentiewaarde hebben. Daarna zal via één E-mail adres informatie worden gegeven.
5.2
Extern
Om te zorgen dat de informatie eenduidig is, en om wildgroei van informatie te voorkomen, zullen de contacten met Pers en derden (Meditaxi, ziekenhuizen en ketenpartners), namens de huisartsen worden uitgevoerd door (een lid van) het Crisisteam HAWB. Individuele huisartsen wordt dringend geadviseerd om geen journalisten te woord te staan, en de pers te verwijzen naar het Crisisteam HAWB. Informatie voor het publiek wordt door GHOR/GGD of overheid georganiseerd.
11
5.3
Middelen
Om de communicatie goed te vormen beschikt het Crisisteam HAWB over de volgende methoden. Deze worden gebruikt om de huisartsen zo snel als mogelijk op de hoogte te stellen van een ramp en het verloop. SMS De SMS zal in eerste instantie gebruikt worden om alle huisartsen te attenderen. De aanname hierbij is dat de meest huisartsen hun GSM/smartphone bij zich hebben en via een SMS gemakkelijk gealarmeerd kunnen worden. SMS is van belang voor betrokkenen die ‘en route’ zijn en niet direct de beschikking hebben over e-mailfaciliteiten. Dit laatste zal overigens met de toename van het gebruik van Smartphones steeds minder vaak voorkomen. Het is dan immers mogelijk om via de Smartphone E-mails ‘binnen te halen’ en te lezen. E-mail Dit medium zal veelvuldig worden gebruikt. E-mail biedt de mogelijkheid om actief aan betrokkenen een bericht te versturen, al dan niet met belangrijke bijlagen. Wel is van belang dat iedere betrokkene minimaal een aantal keren per dag zijn Email opent. Het mailadres wordt door het secretariaat beheerd namens het Crisisteam HAWB:
[email protected] Website Het spreekt voor zich dat een website wordt gebruikt om uitgebreider informatie te verstrekken en de mogelijkheid te bieden om ‘door te linken’ naar andere informatiebronnen. Bijvoorbeeld www.crisis.nl of www.rivm.nl. Het Crisisteam HAWB heeft weliswaar een eigen domeinnaam, maar tijdens een crisis is de kans groot dat de tijd ontbreekt om de inhoud van de site bij te houden. Het is dan verstandiger om te verwijzen naar de sites die hiervoor al bestaan en ingericht zijn.
5.4
Social Media
In geval van een ramp zullen de sociale media berichten en daarmee ook de geruchten snel doen rondgaan. Het is dan lastig om het waarheidsgehalte vast te stellen. Dit vereist een zorgvuldige planning over de wijze van communiceren zowel intern als extern. O.a. de GHOR en GGD zullen zich bezig houden met de sociale media. Ook grotere organisaties hebben hiervoor functionarissen die vervolgens de sociale media gebruiken om informatie te versturen. Vaak is dat bedoeld om de informatie sneller bij de burgers te krijgen. Facebook, Twitter gaan nu eenmaal heel snel en het is zaak hier snel op te reageren. Het Crisisteam HAWB zal wel de sociale media volgen, maar er zijn geen plannen om zelf berichten te verspreiden. Dat wordt overgelaten aan GGD, GHOR, gemeenten.
Huisartsen en medewerkers worden geadviseerd geen pers te woord te staan, maar voor vragen door te verwijzen naar het Crisisteam HA WB.
12
Hoofdstuk 6 Werkwijze bij een Crisis Binnen de huisartsenzorg in West Brabant hebben HAP WB en Huisartsenkring West Brabant er voor gekozen om geen uitgebreide procedures te beschrijven. Dat past ook in het continuïteitsdenken: alles wat in de normale situatie goed functioneert, levert een positieve bijdrage in geval van een crisis. Waar wel aandacht voor is, zijn de eenvoudige checklist’s die gebruikt kunnen worden om zo min mogelijk over het hoofd te zien, en om de gedachten te stroomlijnen.
6.1
BOB
Het crisisteam HAWB zal gebruik maken van de zogeheten ‘BOB-systematiek’. Dit is een methode die binnen de crisisbeheersing algemeen wordt gebruikt. De afkorting staat voor: Beeld: wat is er feitelijk aan de hand? Wat weten we exact? Oordeelsvorming: Wat kunnen we hiermee? Wat zijn (negatieve) gevolgen? Wat weten we niet? Besluit: Welke besluiten nemen we?
6.2
Loggen en Plotten
Het loggen en plotten wordt vooral door het secretariaat uitgevoerd. Loggen is het bijhouden van het Logboek. Letterlijk beschrijven van de datum, tijd, wie gaat wat doen, en wanneer is het afgehandeld. Dit kan zowel digitaal als op papier (flipovers). Zo behoudt men het overzicht. Het Plotten is het maken van een grafische voorstelling van een crisis. Bijvoorbeeld op een geografische kaart aangeven waar de crisis zich voordoet, en welke (huisarts)voorzieningen in de buurt zijn. Daarvoor is een grote landkaart van West Brabant aanwezig.
6.3
6xW
Zowel in de BOB, de uitvoering en de communicatie kan onderstaand lijstje worden gebruikt. Het crisisteam HAWB en alle andere betrokkenen kunnen dit gebruiken. • Wie : wie voert een taak uit? • Wat : om welke taak gaat het? Wat moet worden uitgevoerd? Wat ga je doen? • Waar : op welke locatie, of waar haal je de informatie op? • Waarom : waarom worden deze werkzaamheden uitgevoerd? Dit onderdeel wordt nog wel eens vergeten. In een crisis echter, is zorgvuldigheid van groot belang. • Wanneer : dit gaat uiteraard over tijd, maar ook over de prioritering in taken. • Welke Wijze : hoe, en met welke middelen worden taken uitgevoerd? Wat is er nog nodig? Communicatie is cruciaal. Echter, het is nagenoeg onmogelijk om vooraf al plannen te maken of teksten voor te bereiden. Daarom is er voor gekozen om dezelfde checklist te gebruiken waarbij de leden van het Crisisteam HAWB de verantwoordelijkheid hebben om de communicatie zorgvuldig uit te voeren. Het crisisteam HAWB zal bij de communicatie deze checklist gebruiken om kritisch te blijven op de berichten. Elke boodschap wordt getoetst met de volgende vragen: • • •
Wie Wat Waar
: wie geeft informatie aan wie? : welke informatie wordt gegeven, wat is de inhoud? : waar wordt de informatie gegeven, bv. vanuit een virtueel centrum? 13
• • •
Waarom Wanneer Welke Wijze?
6.4
: waarom wordt de informatie gegeven, met welk doel? : op welk tijdstip, afgestemd met anderen? : welk middel wordt gebruikt?
Personeel, middelen, ruimte en systemen
In elke organisatie hebben we te maken met personeel, middelen, ruimte en systemen. De idee is dat alles daar toe te herleiden is. Zonder mensen geen taken, en zonder middelen kunnen taken niet worden uitgevoerd. Daarnaast zijn de locatie en grootte van een ruimte van belang. Elke verandering heeft invloed op de personen, de middelen, de ruimte en de systemen. Een incident (klein of groot)kan worden gerubriceerd op deze vier items. Bijvoorbeeld: Als een personeelslid door griep uitvalt, betekent dat een probleem. Niet dramatisch, maar in de ochtend wel vervelend als de telefoon voor patiënten aangenomen moet worden. Dat is op de korte termijn lastig. Uitval van een HIS voor meerdere dagen, grijpt daarentegen direct in op de continuïteit van de huisartsenzorg. Ook tijdens een crisis is het zinvol om deze vier begrippen te gebruiken. Het is een geheugensteun. 1. Personeel (Staf) 2. Middelen (Stuff) 3. Ruimte (Space) 4. Systemen en procedures (System)
6.5
Wim en Anna
Tot slot nog twee afzonderlijke begrippen die als hulpmiddel worden gebruikt: WIM: Waardevolle Informatie Meegeven. ‘Wat heeft de ander aan informatie van mij nodig zodat hij zijn werk goed kan doen?’ ANNA: Altijd Navragen Nooit Aannemen. ‘Klopt de informatie die ik heb en die doorgegeven moet worden?’
14
Hoofdstuk 7 Afschaling Bij het einde van de acute fase worden alle praktijken en huisartsenposten door het crisisteam HAWB geïnformeerd over de ‘afschaling’ van de hulpverlening. Huisartsen kan worden gevraagd nieuwe slachtoffers die zichzelf melden te blijven doorgeven. Evaluatie Na de afschaling zal de werkwijze en de effectiviteit van het Crisisteam HAWB door de beleidsmedewerker van de Huisartsenkring en de directiesecretaris van de Huisartsenpost worden geëvalueerd door middel van het evaluatieformulier. Vervolgens worden zo nodig aanpassingen gemaakt in dit Kaderplan en / of een van de scenario’s. Psychosociale hulp aan medewerkers Door de gebeurtenissen rondom een crisis of ramp kunnen medewerkers geconfronteerd worden met mensen of gebeurtenissen die door de medewerkers als schokkend worden ervaren. De leidinggevenden en huisartsen hebben hierin een belangrijke regisserende en ondersteunende rol. Ook het Crisisteam HAWB zal aandacht moeten hebben voor de hulp en eventueel maatregelen moeten nemen. Bijvoorbeeld het bieden van mogelijkheden om ervaringen te delen, dan wel met een psycholoog te spreken.
15
Hoofdstuk 8 Opleiden, trainen en oefenen Een crisis komt nagenoeg altijd onverwacht. De ervaring heeft geleerd dat tijdens een crisis toch weer leerpunten naar boven komen drijven. Hoe klein ook, als men geregeld bewust wordt gemaakt, traint en oefent, dan is de kans groter dat tijdens een crisis beter wordt gehandeld. Daarom is het OTO van groot belang. Binnen de mogelijkheden, zowel financieel als personeel, wordt jaarlijks een OTO plan opgesteld. De activiteiten in het kader van opleiden, trainen en oefenen worden opgenomen in de OTOjaarplannen, die samen met de GHOR jaarlijks worden besproken. Voor het actuele OTO-beleid verwijzen we naar deze jaarplannen.
16
Bijlagen
Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1 Betrokken organisaties en taken 2 Definitie en indeling GRIP 3 Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden overheid bij GRIP 4 Actiecentrum GHOR 5 Afspraak communicatie bij (dreigende) ramp van GHOR richting Huisartsenzorg 6 Operationaliteit Crisisteam HA WB 7 Jaarlijkse controles 8 Contactpersonen 9 Telefoonnummers bij Crisis 10 Triage, Urgentiebepaling, Indeling urgentie slachtoffers 11 Verklarende Woordenlijst 12 Status en Onderhoudsprocedure Crisisplan HAWB
17
Bijlage 1 Betrokken organisaties en hun taken Als sprake is van een crisis dan heeft de huisartsenzorg in principe te maken met de volgende organisaties: 1. GHOR 2. Overheden zoals gemeenten 3. Ziekenhuizen Daarnaast kunnen uiteraard meerdere organisaties van belang zijn. Dat zal mede afhangen van de aard en soort crisis. Denk aan: 1. GGD 2. V&V instellingen 3. Politie
18
Bijlage 2 Definitie en indeling GRIP In een rampsituatie moeten vele mensen en organisaties samenwerken, onder hoge druk. Eenduidige aansturing is dan essentieel. Er moet één persoon zijn die de situatie als geheel overziet en de beslissingen neemt. Zonder eenduidige gezagsstructuur is er zeker bij bovenlokale rampen een groot risico voor stagnatie in de besluitvorming en miscommunicatie in de bevelslijnen naar betrokken organisaties. Wie de leiding heeft hangt af van het ‘opschalingsniveau’. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde Gecoördineerde Regionale IncidentenbestrijdingProcedure (GRIP), die wordt opgesteld door de veiligheidsregio en vastgelegd in het crisisplan. Middels GRIP kan, afhankelijk van de behoefte aan multidisciplinaire sturing op een incident, door de coördinerende functionarissen of de meldkamer worden opgeschaald naar vier verschillende regionale sturingsniveaus. Binnen deze sturingsniveaus worden de monodisciplinaire leiding- en coördinatiestructuren van brandweer, politie, gemeenten en geneeskundige keten aan elkaar gekoppeld en daar waar nodig aangevuld met liaisons/adviseurs van andere crisispartners (zoals Defensie en waterschappen). De dagelijkse hulpverlening wordt ook wel GRIP 0 genoemd. Er is dan geen sprake van opschaling, maar er kan wel multidisciplinaire afstemming tussen de hulpdiensten nodig zijn. Dat vindt dan plaats in een zogenaamd ‘motorkapoverleg’. GRIP 0 Dit betreft bijvoorbeeld ‘normale’ verkeersongevallen. Als bij een incident meerdere ambulances tegelijk worden ingezet, heeft in beginsel de ‘eerste ambulance’ (herkenbaar aan een groen zwaailicht) de coördinatie over de ambulancehulpverlening en stemt deze met de andere diensten af binnen het motorkapoverleg. Veelal zal dan echter een speciale coördinerende functionaris worden opgeroepen, de Officier van Dienst Geneeskundig (OvD-G). GRIP 1 Als de hulpdiensten veel eenheden hebben ingezet of de coördinerende functionarissen van de diensten (waaronder de OvD-G) behoefte hebben aan centrale multidisciplinaire sturing ter plaatse, dan kan worden opgeschaald naar GRIP 1. In dat geval wordt de operationele sturing ter plaatse onder eenhoofdige leiding gebundeld in een Commando Plaats Incident (CoPI), waarin de vier disciplines zitting hebben. Namens de GHOR is dit de OvD-G ofwel de Commandant van Dienst Geneeskundig (CvD-G). GRIP 2 Is daarnaast ook ondersteuning nodig van actiecentra of moeten er activiteiten worden verricht buiten de plaats van het incident (bijvoorbeeld het waarschuwen van bevolking of het opvangen van slachtoffers), dan kan door het CoPI of de leidinggevende van de meldkamer worden besloten tot opschaling naar GRIP 2. In dat geval wordt de tactisch-strategische sturing onder eenhoofdige leiding van de Operationeel Leider gebundeld in een Regionaal Operationeel Team (ROT), waarin de vier disciplines zitting hebben. Elke discipline zal voorts eigen actiecentra inrichten, voor zover nodig geacht. Voor de GHOR is dit het Actiecentrum GHOR, van waaruit onder andere de ambulancebijstand, gewondenspreiding, de slachtofferregistratie en de eventuele inzet van huisartsen worden gecoördineerd. Afhankelijk van het soort incident zal het ROT sturing geven aan een of meerdere CoPI’s (‘klassieke’ rampen zoals branden, explosies en grote verkeersongevallen), dan wel zonder instelling van een CoPI direct leiding geven aan processen die niet op één incidentlocatie zijn gecentreerd (‘moderne’ crises zoals wateroverlast, stroomuitval of grieppandemie). GRIP 3 Is een incident van een dergelijke aard dat de burgemeester besluit zijn rol als opperbevelhebber te vervullen, dan wordt opgeschaald naar GRIP 3. In dat geval wordt voor de advisering van de burgemeester een gemeentelijk beleidsteam (crisisstaf) geformeerd, waarin leidinggevenden van brandweer, politie, GHOR en gemeente zitting hebben, alsmede (doorgaans) de Officier van Justitie. Binnen het beleidsteam worden door het ‘bevoegde gezag’ strategische beleidsbeslissingen genomen over de bestrijding van het incident. Het bevoegde gezag is de burgemeester voor wat betreft het optreden van de hulpdiensten en de Officier van Justitie voor wat betreft het optreden van de politie ten behoeve van de opsporing en rechtshandhaving. De feitelijke tactisch-strategische sturing ligt ook 19
bij GRIP 3 bij het ROT, onder eenhoofdige leiding van de Operationeel Leider. Deze stemt zijn operationele leiding af met de burgemeester als opperbevelhebber. Indien van toepassing blijft ook het CoPI (of meerdere CoPI’s) actief. GRIP 4 Speelt een incident zich af in meerdere gemeenten, of heeft een incident in de ene gemeente gevolgen voor omliggende gemeenten, dan wordt opgeschaald naar GRIP 4. De operationele organisatie (ROT en eventuele CoPI’s) blijft dan in stand als bij GRIP 2 en 3, maar de strategische beleidsbepaling vindt dan niet meer plaats in het gemeentelijk beleidsteam, maar in een regionaal beleidsteam. Binnen dit beleidsteam heeft de voorzitter van de veiligheidsregio het opperbevel over de bestrijding, in nauwe afstemming met de burgemeesters van de getroffen gemeenten. Bij incidenten met gevaarlijke stoffen van chemische, biologische, radiologische, nucleaire en explosieve aard (CBRNe) draagt de GHOR in samenwerking met de GGD en het RIVM zorg voor advisering aan de burgemeester over te treffen maatregelen en aan de betrokken zorgverleners (ambulancezorg en ziekenhuizen, maar ook huisartsen) over ontsmetting en behandelwijze. Hiervoor beschikt de GHOR over een Gezondheidskundige Adviseur Gevaarlijke Stoffen (GAGS)
20
Bijlage 3
Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden overheid bij GRIP
Deze gelden in geval van de indeling van de GRIP Gemeentebestuur Rampenbestrijding en crisisbeheersing: • Het College van Burgemeester en Wethouders is verantwoordelijk voor de rampenbestrijding en crisisbeheersing (Wet Veiligheidsregio’s). • De burgemeester heeft bij rampen en crises het opperbevel over de hulpverlening (Wet Veiligheidsregio’s). • De burgemeester heeft de bevoegdheid om aanwijzingen te geven en vrijheidsbeperkende maatregelen op te leggen (Gemeentewet). Infectieziektebestrijding • Het College van Burgemeester en Wethouders is verantwoordelijk voor de infectieziektebestrijding (Wet Publieke Gezondheid). • De burgemeester heeft de leiding over de infectieziektebestrijding (Wet Publieke Gezondheid). • De burgemeester heeft de bevoegdheid om aanwijzingen te geven en vrijheidsbeperkende maatregelen op te leggen (Gemeentewet). Openbare orde • De burgemeester is verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde (Politiewet). • De burgemeester heeft de leiding over de handhaving van de openbare orde (Politiewet). Openbaar Ministerie • De (Hoofd)Officier van Justitie heeft de leiding over de politie voor wat betreft de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde. Directeur GGD • De directeur GGD is verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering van de GGD-taken in de opgeschaalde situatie. Directeur GHOR • De directeur GHOR is verantwoordelijk voor de regie en coördinatie van de totale ‘witte kolom’. • Per 1-1-2012 zijn de directeur GHOR en de directeur GGD samengevoegd in 1 persoon: de directeur Publieke Gezondheid
21
Bijlage 4
Actiecentrum GHOR
Actiecentrum GHOR Het Actiecentrum GHOR (AC GHOR) heeft tot doel het coördineren en uitvoeren van ondersteunende taken ten behoeve van de grootschalige geneeskundige hulpverlening bij (zware) ongevallen en rampen, formeel vanaf procedure GRIP 2, maar indien nodig ook eerder. De Directeur Publieke Gezondheid van dienst of de Algemeen Commandant Geneeskundige Zorg (ACGZ) kan besluiten tot het activeren van het AC GHOR. Het AC GHOR is een niet-beleidsbepalend, uitvoerend orgaan dat de voorwaarden schept om de GHOR organisatorisch zo soepel mogelijk te laten functioneren. Het AC GHOR voert besluiten en beleidsmaatregelen uit van de Directeur Publieke Gezondheid van dienst en de Algemeen Commandant Geneeskundige Zorg. Specifieke taken Actiecentrum GHOR Taken zijn gericht op de informatievoorziening aan en afstemming met ziekenhuizen, huisartsen, verpleeg-/verzorgingshuizen en de multidisciplinaire hulpverleningsdiensten. Personele bezetting Het aantal benodigde personen in het actiecentrum wordt afhankelijk van de complexiteit van de inzet, bepaald door het Hoofd AC (HAC) in samenspraak met de Algemeen Commandant Geneeskundige Zorg. Bij een normale bezetting van het AC GHOR kan worden uitgegaan van: • 1 x Hoofd AC GHOR (HAC) • 2 x Operationeel Medewerker AC GHOR (OMAC) Bij een specifieke inzet van het Actiecentrum kan het wenselijk zijn om de normale bezetting uit te breiden met bijvoorbeeld: • Arts infectieziekten • Medisch Adviseur • Medisch Milieukundige • Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen (GAGS) • Huisarts • Liaisons van andere betrokken instanties b.v. Rode Kruis / Gemeente / Defensie etc. • Overige beschikbare (niet-dienstdoende) OMAC’s Locatie Voor de regio Midden- en West-Brabant is het actiecentrum gehuisvest in het kantoor van de GHOR aan de Doornboslaan 225-227 te Breda (GGD en Veiligheidsregio zijn hier ook gehuisvest).
22
Bijlage 5
Afspraak Melding Communicatie bij (dreigende) ramp van GHOR richting Huisartsenzorg
Deze afspraak is in 2012 gemaakt door de GHORn de Huisartsenkring West Brabant, en de Huisartsenposten West Brabant (HAP WB). De afspraak is tot stand gekomen na overleg en enkele mailwisselingen. Herzien juni 2013 en op actualiteit gecontroleerd in september 2015 1. Afgesproken is dat bij GRIP 2 of hoger, indien de Algemeen Commandant Geneeskundige Zorg (ACGZ) het voor de huisartsenzorg relevant acht, er altijd gebeld wordt door de ACGZ met het crisisteam huisartsenzorg. Mocht de ACGZ kunnen voorzien dat een incident (GRIP 0 of 1) verder opgeschaald zou kunnen worden en dat dit relevant is voor de huisartsenzorg, dan zal de ACGZ voorinformeren. 2. Huisartsenkring West Brabant en HAP WB worden beiden telefonisch geïnformeerd. 3. Voorinformeren en alarmeren gebeurt volgens de gegevens in de ingesloten werkinstructie, waarbij relevante informatie z.s.m. wordt gemaild naar
[email protected] 4. Genoemde aanvulling op de Brabantbrede afspraken geldt voor West-Brabant en Midden-Brabant 5. Jaarlijks in november wordt deze procedure tussen ACGZ en huisartsenzorg geëvalueerd. Mogelijke casussen dienen dan als hulpmiddel
Hieronder het door de GHOR te hanteren schema om de informatie te structureren. INFORMATIEBERICHT aan het Crisisteam Huisartsenzorg West-Brabant T.b.v. voorinformeren en alarmeren Afzender GHOR Midden- en West-Brabant 1
GHOR belt crisisteam Huisartsen (bij twee organisaties beiden bellen)
2 3 4 5
Mailadres van de huisartsenzorg vragen Informatie over soort incident Locatie, tijdstip en aard van het incident Informatie over de gevaarlijke stoffen (indien van toepassing) Aard van verwondingen of symptomen van slachtoffers die zich bij de huisartsen (post) kunnen melden De te verwachten belasting van de ambulancezorg en de ziekenhuizen waarbij huisartsen rekening moeten houden bij triage en doorverwijzing van patiënten Adviezen die huisartsen kunnen opvolgen Aanwijzingen over het doorgeven van informatie over slachtoffers aan de GHOR Het crisisteam huisartsenzorg stuurt deze informatie direct door naar de individuele huisartsen (met afschrift aan de GHOR) De melding van afschaling vindt door de GHOR zowel telefonisch als schriftelijk plaats aan het crisisteam huisartsenzorg Bij infectieziekten verloopt de communicatie via de GGD
6 7
8 9 10
11
12
GHOR medewerker:
DATUM: Tijdstip Incident:
[email protected]
ACGZ (=Algemeen Commandant Geneeskundige Zorg) Stafmedewerker sectie GHOR in het ROT
23
Bijlage 6 Operationaliteit Crisisteam HA WB Ruimte (space): 1. vergaderzaal op de derde verdieping van De Poort, Bredaseweg 169, 4872 LA, in Etten-Leur. Dit staat ook bekend als het SHL gebouw, omdat het eigendom is van de SHL en de SHL hier in is gehuisvest. 2. Toegang tot het gebouw, en na 20.00 uur met het alarm Middelen (stuf): Middelen in de vergaderzaal: 1. Beamer 2. Flipover met werkende stiften 3. Laptop of meerdere 4. Tafels, stoelen etc. 5. Geografische Landkaart op de Gang In ‘crisisdoos’: 6. Geografische regiokaarten op papier 7. Plattegronden van elk HAP gebouw 8. Schrijfpapier en pennen 9. Whiteboard stiften, whipers etc. 10. Telefoonlijsten. 11. Catering Systemen (systems): 1. Radio en TV verbinding 2. Internetverbinding 3. Eén telefoonlijn. Het secretariaat zal de overige lijnen in de kantoren verzorgen 4. Adressenlijsten huisartsen met Telefoonnummers en Emailadressen (systeem Superoffice en/of Excelbestand) Personen (staf): 1. Het Crisisteam 2. Indien noodzakelijk: meerdere personen op basis van expertise
24
Bijlage 7 Controles op operationaliteit Onderwerp ‘Crisisdoos’ Lijsten Huisartsen
Controle toegang tot De Poort en Vergaderzaal Beamer Messagebird voor SMS Kaderplan en Scenario’s
Actie Controle op inhoud Controle op actualiteit gegevens (minimaal GSM en Email) Controle Codes, tags en sleutels
Door Secretariaat BM en secretariaat
Secretariaat
Frequentie Eenmaal per jaar Doorlopend, met minimum 2 maal per jaar Tweemaal per jaar
Controle op functioneren met Laptop Controle op actualiteit gegevens in Messagebird Lezen en indien nodig bijwerken (Bijzonder op namen, adressen, telefoonnummers etc.)
Secretariaat
Tweemaal per jaar
BM en secretariaat
Tweemaal per jaar
BM en DS
Eenmaal per jaar
25
Bijlage 8 Contactpersonen De GHOR is ten tijde van een ramp of crisis bereikbaar via de Algemeen Commandant Geneeskundige Zorg zie convenant. Organisaties Contactpersonen GHOR Toine van Peer Mariëlle Holthus ACGZ (GHOR) Toine van Peer Mariëlle Holthus Lianne van Driel Caspar van den Brandt Beheerders van de Ziekenhuis Rampen Opvangplannen (ZiROP) Amphia ziekenhuis: Ted v.d. Heijden Bravis ziekenhuis: Peter d'Haens Patrick van Dijk Frans van Geel Contacten namens Huisartsen Karin Kwekkeboom Erik Stevens
Regulier Telefoon
088 7763390 088-7763386 076-5025681
26
Regulier Mail
[email protected] [email protected]
Bijlage 9 Bereikbaarheid bij Crises
2015-11-02
Bereikbaarheid bedoeld bij Crisis.
1.
2.
3.
ACGZ van GHOR/GGD belt bij Crisis in eerste instantie naar de volgende twee(drie) personen: Erik Stevens en Peter Aben, telefoonummers bekend bij ACGZ. Erik en Peter (of Karin bij waarneming) nemen contact met elkaar op en bellen vervolgens de leden van het Crisisteam HA WB, en indien relevant, medewerkers van HAP WB of overigen. Op basis van de gegevens die worden verstrekt wordt het Crisisteam geïnformeerd en mogelijk bijeen geroepen.
ACGZ (Algemeen Coördinator Geneeskundige Zorg) Dienst door mogelijk:
Alleen in geval van Crisis Bereikbaar via Meldkamer MKA
Toine van Peer
013 516 1400
Mariëlle Holthus
013 516 1400
Lianne van Driel
013 516 1400
Caspar van den Brandt
013 516 1400
27
GSM backup
Bijlage 10
Triage, Urgentiebepaling, Indeling urgentie slachtoffers
Bij Crises en Rampen worden slachtoffers als volgt ingedeeld: • • •
•
T1 slachtoffers moeten binnen een uur geholpen worden, dus bijvoorbeeld mensen met hartklachten, ademhalingsproblemen of ernstige bloedingen. T2 slachtoffers dienen binnen acht uur medische hulp te hebben gekregen, denk aan mensen met botbreuken die niet direct in levensgevaar verkeren. T3 slachtoffers zijn de licht gewonden en zij mogen nadat hun verwondingen verzorgd zijn, al weer vrij snel door naar de locatie voor centrale opvang en verzorging van de slachtoffers T4 slachtoffers, zijn helaas overleden, of zijn niet meer te redden.
De indeling bij de HAP vindt plaats volgen de NHG Triagewijzer/NTS (juni 2011): Urgentiecode
U0 U1
Urgentienaam Reanimatie Levensbedreigend
Omschrijving Uitval vitale functies Instabiele vitale functies
Respons Onmiddellijk Zo snel mogelijk
U2 U3 U4 U5
Spoed Dringend Niet Dringend Advies
Bedreiging vitale functies Reële kans op schade Verwaarloosbare kans op schade Geen kans op schade
Binnen een uur Binnen enige uren Dezelfde dag Volgende werkdag
28
Bijlage 11 Verklarende woordenlijst
Actiecentrum GHOR
Centraal operationeel coördinatiepunt bij rampen en crisis
Afschaling
Overgang naar een lager stadium:
ANW
Avond- Nacht- en Weekenduren en erkende feestdagen
Crisisteam HAWB Flitsramp
Ten tijde van een infectieziekte-uitbraak wordt een Crisisteam HAWB ingericht, bestaande uit vertegenwoordigers van de Huisartsenpost en de Huisartsenkring West Brabant. Een ramp of crisis die zich onverwacht en heftig voordoet: voorbeeld: de vuurwerkramp in Enschede
GGD
Gemeentelijke of gewestelijke gezondheidsdienst
GHOR
Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio: verantwoordelijk voor de coördinatie van de medische ketenzorg bij rampen en crises
GRIP
Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure
Crisiscoördinator Hagro (RCH)
Per Hagro wordt een persoon aangewezen die tijdens de crisis of de infectieziekteuitbraak de contactpersoon is voor het Crisisteam HA WB
HAP
HuisArtsenPost
HBC
Hoofd Behandel Centrum
IGZ
Inspectie voor de Gezondheidszorg
LHV
Landelijke Huisartsen Vereniging
NHG
Nederlands Huisartsen Genootschap
Operationeel team HA WB
Team van medewerkers, dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van de maatregelen op tactisch en operationeel niveau (bestaat vooral uit medewerkers van HAP WB)
Opgeschaalde fase
Zogenaamde ‘warme’ fase: periode van ramp of crisis
Opschaling
Overgang naar een hoger stadium:
OTO
Opleiden, trainen, oefenen
Preparatieve fase
Zogenaamde ‘koude’ fase: periode dat er geen sprake is van een (dreigende) ramp of crisis; inclusief de voorbereidingsperiode
PSHOR
psychosociale hulpverlening bij ongevallen en rampen
RAV
Regionale Ambulance Voorziening
Regionaal Ketenoverleg
Overlegstructuur onder regie van de GHOR met vertegenwoordigers van de sectoren uit de zorgketen
SEH
Spoedeisende hulp
Veiligheidsregio Midden- en WestBrabant
Samenwerking van besturen en diensten ten aanzien van taken op het terrein van rampen, crisis, ambulance, GHOR, handhaving van de openbare orde, en veiligheid.
VHN
Vereniging Huisartsenposten Nederland
WB
West-Brabant
Wet BIG
Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg Stichting Werkgroep Infectie Preventie: een samenwerkingsverband van drie wetenschappelijke verenigingen op het gebied van infectiepreventie en ziekenhuishygiëne: de Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie, de Vereniging voor Infectieziekten en de Vereniging voor Hygiëne en Infectiepreventie in de Gezondheidszorg Door de gemeente en GHOR aangewezen en ingerichte locaties ten behoeve van de 1e lijns zorgverlening in stadium 3 en 4
WIP
Zorgmeldpunten WTZi
Wet Toelating Zorginstellingen
29
Bijlage 12 Status en Onderhoudsprocedure van Crisisplan HAWB. Een Kaderplan en de Scenario’s zijn alleen zinvol als er ook afspraken worden gemaakt over het bijhouden van de plannen en de procedures. De verantwoordelijkheid hiervoor is belegd bij de directiesecretaris van de HAP WB en bij de beleidsmedewerker van de Huisartsenkring West Brabant. Jaarlijks wordt het document op actualiteit getoetst en indien noodzakelijk, bijgesteld en onder de aandacht van betrokkenen gebracht. Versie nummer 2015-11-02
Opleverdatum
Wijziging t.o.v. vorige versie
Acties
November 2015
Volledige herschrijving van HaROP Flitsramp en HaROP Infectieziekte
Gereed d.d. 2 november 2015
30