politieke
standpunten
huisartsenzorg D Fotografie Peter Hilz, Hollandse Hoogte
32
LHV | De Dokter September 2012
e LHV vroeg tien zittende partijen en twee politieke nieuwkomers naar hun visie op huisartsenzorg. Wat vinden zij van marktwerking, eigen risico, flexibele openingstijden, verlenging van het akkoord en budgetgroei in de eerste lijn?
Stelling 1 Huisartsenzorg moet onder het eigen risico van verzekerden gaan vallen.
Stelling 2 Huisartsenzorg is geen markt; in de huisartsenzorg heeft de Nederlandse Mededingingsautoriteit daarom niets te zoeken.
Stelling 3 Het akkoord dat het kabinet met de huisartsen heeft gesloten geldt voor 2012-2013. Deze geldigheidsduur moet hierna met een periode van tenminste 4 jaar verlengd worden.
Stelling 4 Als de huisartsen niet zelf met flexibele openingstijden afgestemd op de eigen patiënten komen, moeten deze door de politiek worden afgedwongen.
Stelling 5 Zorg moet meer in de buurt plaatsvinden. In het regeerakkoord moet vastgelegd worden dat dit mogelijk wordt door meer budgetgroei in de eerste lijn dan in de tweede lijn.
‘De VVD wil dure zorg toegankelijk houden voor iedereen die dat nodig heeft. De rekening betalen we met zijn allen. Maar goede zorg is betaalbare zorg. Als we zelf iets meer betalen, kan de basispremie behapbaar blijven. Voor de huisarts moeten mensen zelf bijdragen, maar de eigen bijdragen voor de GGZ en voor ligdagen in het ziekenhuis vervallen.’
Nee, de huisarts moet laagdrempelig voor iedereen bereikbaar zijn. Bij een eigen risico gaan mensen of te laat of niet naar de huisarts. Dit kan leiden tot ernstigere gezondheidsproblemen en duurdere behandelingen, bijvoorbeeld bij de specialist.
‘Goede zorg staat of valt met samenwerking. Tussen huisartsen onderling, maar ook met gezondheidscentra of ziekenhuizen. Maar samenwerking is iets anders dan doelbewust tegenhouden dat een nieuwe huisarts zich vestigt in je wijk. En het is ook iets anders dan het kunstmatig opdrijven van de prijs van zorg. De patiënt moet voorop staan. De NMa waakt over zijn of haar belang.’
Eens met de stelling. Voor een goede gezondheidszorg op wijkniveau moeten huisartsen juist kunnen samenwerken en niet concurreren met andere huisartsen en zorgorganisaties.
‘De huisarts heeft een belangrijke functie als spil in de zorg, en is voor veel patiënten een vertrouwenspersoon. Het akkoord omarmt dit gegeven en maakt meer ruimte voor extra ondersteuning in de praktijk. De VVD staat daarom positief tegenover het afsluiten van een nieuw convenant tussen minister en zorgaanbieders, wanneer het huidige convenant afloopt.’
Het akkoord zorgt voor rust en schept de benodigde duidelijkheid. Het lijkt mij daarom goed dat dit akkoord voor de komende jaren wordt verlengd.
‘Het zou de gewoonste zaak van de wereld moeten zijn, dat je ook buiten kantooruren terecht kunt bij de huisarts. Veel huisartsen doen dat al. Maar de VVD is niet zo van dwang. Liever stimuleren wij een servicegerichter aanbod, dat tegemoet komt aan de wensen van patiënten. Waar het om gaat is dat de patiënt de best mogelijke zorg krijgt.’
De patiënt heeft vooral baat bij kwalitatief goede zorg en persoonlijke aandacht. De PvdA is van mening dat huisartsen verstandig genoeg zijn om goed in te springen op de behoeften van hun patiënten.
‘De VVD zet in haar verkiezingsprogramma vol in op zorg in de buurt van de patiënt. De huisarts is daarbij een belangrijke spil in de zorgverlening, ondersteund door praktijkondersteuners en verpleegkundigen. De VVD wil hierin investeren, zodat deze taken goed kunnen worden opgepakt.’
De PvdA is voorstander van regionale zorgbudgetten waarin financieringschotten tussen tweede en eerste lijn worden afgebroken. Hierbij is het de bedoeling dat de eerste lijn zoveel mogelijk klachten afhandelt. Patiënten worden alleen als het nodig isdoorverwezen naar de tweede lijn.
LHV | De Dokter September 2012
33
Stelling 1 Huisartsenzorg moet onder het eigen risico van verzekerden gaan vallen.
Stelling 2 Huisartsenzorg is geen markt; in de huisartsenzorg heeft de Nederlandse Mededingingsautoriteit daarom niets te zoeken.
Stelling 3 Het akkoord dat het kabinet met de huisartsen heeft gesloten geldt voor 2012-2013. Deze geldigheidsduur moet hierna met een periode van tenminste 4 jaar verlengd worden.
Stelling 4 Als de huisartsen niet zelf met flexibele openingstijden afgestemd op de eigen patiënten komen, moeten deze door de politiek worden afgedwongen.
Stelling 5 Zorg moet meer in de buurt plaatsvinden. In het regeerakkoord moet vastgelegd worden dat dit mogelijk wordt door meer budgetgroei in de eerste lijn dan in de tweede lijn.
34
LHV | De Dokter September 2012
Nee de huisartsenzorg moet optimaal toegankelijk blijven, zonder financiele remmingen. Als mensen afzien van een bezoek naar de huisarts uit kostenoverwegingen dan betaalt zich dat later in duurdere zorg terug. De huisarts is als poortwachter de spil van ons zorgsysteem en moet overbehandeling en onnodige verwijzingen naar de duurdere tweedelijn voorkomen. Daarom wil de PVV ook geen eigen bijdragen voor huisartsenzorg.
Nee, het CDA wil de huisarts als poortwachter versterken. De huisarts neemt 90% van de zorg voor zijn rekening voor 10% van de kosten. Het is zorg dichtbij mensen. Op deze manier hoeven mensen de zorgvraag niet te rekken omdat de huisarts geld kost en gaan mensen pas een eigen bijdrage betalen/eigen risico wanneer zij zorg ontvangen die verder gaat dan de huisarts (bijv ziekenhuis of fysiotherapeut).
De zorgsector is natuurlijk een marktsector. Iedereen verdient aan de zorg, de huisartsen, de specialisten, de ziekenhuizen, de apothekers, de farmaceuten en de hulpmiddelenleveranciers. Samenwerking in deze markt is belangrijk en de NMa zou de rol van de huisarts als zorgcoördinator moet ondersteunen en niet verhinderen.
Huisartsenzorg wordt voor een groot deel bekostigd via het inschrijftarief, daarom is geen sprake van een markt. Wel is voor bepaalde innovatieve zorg en andere initiatieven sprake van een gereguleerde markt. Wanneer de NZa de resultaten van samenwerking beoordeelt op basis van toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid, volgt de NMa dat advies. Zo worden ongewenste ontwikkelingen geblokkeerd en blijven zorginnovaties mogelijk.
Nee want we moeten eerst de uitwerking van het akkoord evalueren. Als het goed heeft uitgepakt, kan er over een langere periode gesproken worden. Die evaluatie ziet de PVV overigens met vertrouwen tegemoet.
Het is goed dat iedereen de handen ineen slaat en gezamenlijk de verantwoordelijkheid oppakt voor goede zorg, maar ook zeker voor betaalbare zorg. Het akkoord is daarin een belangrijke stap voorwaarts. Het is te vroeg om nu al in te zetten op een verlenging van het akkoord. Het is juist zaak om veel breder de handen ineen te slaan. Een sterke eerstelijnszorg is een mooie vervolgstap op het akkoord van de huisartsen.
Het zou niet zover moeten komen dat de overheid dat gaat afdwingen. Laten we meer artsen opleiden, de numerus fixus loslaten, dan komt er een einde aan de schaarste van artsen. Zodra er genoeg aanbod is zullen er vanzelf flexibele openingstijden komen, kleinere praktijken en meer aandacht voor de patient inclusief meer service. Daarnaast kunnen zorgverzekeraars huisartsen die flexibele spreekuren hebben daarvoor belonen!
Het is van belang dat eerstelijnszorgverleners ook buiten kantooruren reguliere zorg verlenen. Dit voorkomt veelal een beroep op de duurdere acute zorg en geeft mantelzorgers en vrijwilligers betere mogelijkheden om zorg en werk te combineren. Voorkeur heeft het dat deze ontwikkeling vanuit de artsenpraktijken zelf tot stand komt.
Ja we moeten inzetten op meer zorg in de buurt. In het regeerakkoord moet daarom substitutie van de tweede naar de eerste lijn bevorderd worden. Hier is niet meer budgetgroei voor nodig. De tweede lijn moet gekort worden op handelingen die in de eerstelijn thuishoren. Hierbij kun je denken aan tariefaanpassingen in de tweedelijn of de zorgverzekeraars moeten eerstelijnszorg die in de tweedelijn geleverd niet langer contracteren.
Zorg dichtbij huis is veel goedkoper. Het CDA wil de budgettaire schotten tussen 1elijn en 2elijn opheffen. Dit gezamenlijke budget kan in samenspraak tussen overheid, zorgverzekeraars en zorgverleners toekomstgericht beheerst worden. Kwaliteit, efficiency en patiëntgerichte samenwerking moeten beloond worden, niet het aantal verrichtingen.
Mee oneens. Als mensen denken iets te mankeren, moeten zij onbelemmerde toegang tot de huisarts hebben. De huisarts is de poortwachter van de zorg. Het is zeer onverstandig om hier remgelden te gaan invoeren, met het risico dat vooral mensen met een laag inkomen niet of te laat naar de huisarts gaan.
D66 laat de huisartsenzorg buiten het eigen risico, omdat de huisarts poortwachter dient te zijn voor de zorg. Huisartsen spelen een cruciale rol op het gebied van preventie, het voorkomen van onnodig ziekenhuis bezoek en waar nodig, het helpen vinden van goede specialistische zorg. Daarom moeten we drempels vermijden.
Nee. Een bezoek aan de huisarts kan een beroep op duurdere zorg voorkomen. Daarom moet de drempel tot de huisarts zo laag mogelijk zijn. GroenLinks wil daarom dat de huisarts uitgesloten blijft van het eigen risico.
De Nederlandse Mededingingsautoriteit moet de zorg met rust laten. Marktwerking en marktwaakhonden horen in de zorg niet thuis. In de zorg moet niet worden geconcurreerd, maar intensief samengewerkt. Dat zorgt voor betere, efficiëntere zorg.
De kwaliteit van de zorg en het belang van de patiënt staat voorop. Hiervoor zijn goede afspraken over samenwerking tussen medische schakels noodzakelijk. Daarnaast is het van belang dat iedereen een goede huisarts in de buurt heeft. Spreiding van huisartsen mag de vestiging van nieuwe huisartsen niet belemmeren. Waar geen sprake is van markten heeft de NMA zich er buiten te houden.
Eens. Een huisartsenpraktijk is geen supermarkt. Huisartsen moeten juist goed met elkaar samenwerken, denk bijv. aan vervanging. Concurrentie als doel op zich in de huisartsenzorg is dus een slechte zaak.
Het is aan een nieuwe regering om in samenspraak met de huisartsen te beoordelen wat nodig is voor goede huisartsenzorg. Een akkoord is geen doel maar een middel. De SP wil de huisartsenzorg versterken. Tariefkortingen en onrust horen daar niet bij.
Ook D66 vindt het akkoord van grote betekenis. Het is nog te vroeg om nu al te stellen dat de geldigheidsduur moet worden verlengd. Als blijkt dat iedereen zich goed aan de afspraken houdt en de resultaten naar wens zijn, kan het akkoord worden verlengd.
GroenLinks zou het liefst zien dat er niet meer per sector (huisartsen, ziekenhuizen, etc) gekeken wordt hoeveel er uitgegeven kan worden, maar dat er juist met alle sectoren gekeken wordt wie wat het best kan doen. Het huisartsenakkoord is een goed begin, maar het beste zou dus zijn als er 1 akkoord komt met alle sectoren.
Huisartsen moeten vooral meer ruimte krijgen om de best mogelijke zorg te verlenen. De SP wil meer huisartsen opleiden, praktijken verkleinen, meer ondersteuning in de praktijk bieden en huisartsen financiële zekerheid bieden door hen te financieren via een abonnementensysteem. De SP ziet de huisarts als de vertrouwde gezinsdokter in alle fasen van het leven.
D66 is voorstander van ruimere openingstijden in de samenleving, zodat mensen hun werk en privéleven beter kunnen combineren. Huisartsen zouden ook flexibele openingstijden moeten hanteren om goede toegankelijkheid te garanderen. Aandachtspunt daarbij is de economische haalbaarheid voor de huisartsenpraktijk.
Je ziet dat in deze tijden veel huisartsen zelf al kiezen voor flexibele openingstijden. Patiënten kunnen daarvoor kiezen. Opleggen door de overheid is dus niet nodig.
De buurt is de schaal van de toekomst. Een nieuwe regering moet de maatregelen nemen die daarvoor nodig zijn. Afspraken over budgetgroei kunnen een van de middelen zijn, maar het is geen wedstrijdje.
D66 wil basiszorg zich zo dicht mogelijk bij mensen in de buurt. Huisartsen zijn hierin cruciaal. D66 wil een nieuwe vorm van zorginstellingen die meer toegespitste zorg bieden zoals behandeling van chronisch zieken en servicepunten waar mensen terecht kunnen met vragen over dingen als welzijn en ouder worden. Zo worden huisartsen ontlast en kan duur ziekenhuisbezoek worden voorkomen.
Zorg dichtbij is voor GroenLinks heel belangrijk. Daarom investeren we in wijkverpleegkundigen, pgb’s en huisartsen en kijken we kritisch naar grote zorginstellingen en ziekenhuizen. Eens dus.
LHV | De Dokter September 2012
35
Stelling 1 Huisartsenzorg moet onder het eigen risico van verzekerden gaan vallen.
Stelling 2 Huisartsenzorg is geen markt; in de huisartsenzorg heeft de Nederlandse Mededingingsautoriteit daarom niets te zoeken.
Stelling 3 Het akkoord dat het kabinet met de huisartsen heeft gesloten geldt voor 2012-2013. Deze geldigheidsduur moet hierna met een periode van tenminste 4 jaar verlengd worden.
Stelling 4 Als de huisartsen niet zelf met flexibele openingstijden afgestemd op de eigen patiënten komen, moeten deze door de politiek worden afgedwongen.
Stelling 5 Zorg moet meer in de buurt plaatsvinden. In het regeerakkoord moet vastgelegd worden dat dit mogelijk wordt door meer budgetgroei in de eerste lijn dan in de tweede lijn.
36
LHV | De Dokter September 2012
Tegen. De huisartsenzorg is de zorg dichtbij. Een hoge financiële drempel hiervoor kan leiden tot het mijden van zorg wat op een later moment zal leiden tot een veel duurdere vorm van zorg bij de specialist.
De SGP wil de huisarts een nog belangrijkere rol geven. Er komt daarom geen eigen bijdrage voor de huisarts om de toegang tot de huisartsenzorg laagdrempelig te houden. Wel wil de SGP een eigen bijdrage vragen voor een bezoek aan de huisartsenpost, omdat die duurder is en te vaak onnodig gebruikt wordt.
Voor. Voor de ChristenUnie is huisartsenzorg geen markt. Marktwerking in de zorg ontspoort snel, omdat niet de zorg centraal staat, maar geldstromen en verdiensten. Daarom moet samenwerken tussen artsen goed mogelijk zijn, dit komt de kwaliteit van zorg ten goede.
De afgelopen jaren is de positieve trend ingezet dat verschillende zorgverleners, zoals huisartsen, wijkverpleegkundigen en fysiotherapeuten, meer met elkaar samenwerken. Om discussies te voorkomen of dit in strijd is met de Mededingingswet (waar de NMa toezicht op houdt), wil de SGP verhelderen wat de mogelijkheden van samenwerkingsverbanden in de zorg zijn.
Neutraal. De ChristenUnie staat achter het akkoord dat is gesloten. Het is goed dat er afspraken zijn gemaakt over betere zorg in de buurt en het doelmatig voorschrijven van medicijnen. Of het akkoord ook verlengd moet worden hangt van de resultaten af.
Het door de huisartsen en de overheid gesloten akkoord over de huisartsenzorg bevat mooie afspraken, zoals meer en betere zorg in de buurt. De SGP wil daarom dat na 2013 een nieuw akkoord volgt, waarin de nieuwe regering dezelfde speerpunten voor de huisartsenzorg opneemt, maar ook nieuwe speerpunten die een verdere impuls geven aan de huisartsenzorg.
Tegen. De ChristenUnie heeft vertrouwen in de samenleving. Flexibele openingstijden moeten niet door de politiek worden afgedwongen. Wij gaan bij de inrichting van de samenleving niet uit van regels en bureaucratie, maar van burgers en hun verbanden. Zij bepalen de kracht van de samenleving.
Als huisartsen hun service willen verbeteren door het instellen van flexibele openingstijden, vindt de SGP dat een goede zaak. In het akkoord dat de overheid met huisartsen gesloten heeft, zijn daar ook afspraken over gemaakt. De SGP gaat er van uit dat huisartsen daar gevolg aan geven.
Voor. Eerstelijnszorg wordt steeds belangrijker. Er zal steeds meer zorg plaatsvinden in een thuissituatie en eigen leefomgeving. De ketenzorg voor chronische ziekten kan nog verder verbeterd worden zodat de zorg dicht bij de patiënt kan worden geleverd en ongewenste toestroom naar de duurdere tweedelijn kan worden afgeremd.
De SGP wil dat zorg zoveel mogelijk in de buurt plaatsvindt. De SGP wil met het wegnemen van de financiële schotten tussen de eerste en de tweede lijn de ontwikkeling in de richting van meer samenhangende zorg in de buurt afdwingen.
De Partij voor de Dieren is voorstander van afschaffing van het eigen risico van patiënten. Gezondheidszorg moet geen drempels kennen. Daarnaast wil de Partij voor de Dieren geen eigen bijdragen, dus ook niet voor de huisarts.
Oneens, er moeten geen drempels komen om naar de huisarts te gaan, huisarts is poortwachter voor preventie of voorkomen van ziekte.
50PLUS is daar geen voorstander van. Huisartsen zijn een eerste aanspreekpunt bij medische en zelfs sociale problemen. De drempel moet zo laag mogelijk blijven.
Huisartsenzorg is inderdaad geen markt, maar de Partij voor de Dieren wil voorkomen dat marktwerking de kans krijgt op te rukken in de huisartsenzorg. In dat opzicht hoeft de bemoeienis van de NMA niet a priori afgewezen te worden.
Alhoewel huisartsen eigen ondernemers zijn is inmenging van de Nederlandse mededingingsautoriteit, Nma, niet gewenst. Een huisarts levert geen product als een radio, maar zorg gebaseerd op vertrouwen. De Nederlandse zorgautoriteit, Nza, houdt toezicht samen met ministerie en dat moet voldoende zijn.
Eens. De laatste jaren is – op vele terreinen – te enthousiast gepleit voor meer marktwerking. Dat heeft zelden positieve resultaten opgeleverd.
Het is van het grootste belang voor rust en stabiliteit voor huisarts en patiënt, en in het belang van continuïteit dat er langlopende afspraken gemaakt worden tussen huisartsen en kabinet. De Partij voor de Dieren vindt dat de verschralingen van de afgelopen jaren geen verdere aantasting mogen vormen voor de positie van huisarts en patiënt.
Het akkoord bevat een inspanningsverplichting van de LHV, het ministerie en de Nza. Door de kabinetscrisis moet die afspraak enigszins verlengd worden.
In elk geval moeten partijen zo snel mogelijk aan tafel om de resultaten te bespreken, te evalueren, aan te scherpen en liefst in verbeterde vorm te verlengen.
Het is van groot belang dat artsen meewerken aan flexibele spreekuren, zodat patiënten gemakkelijker van hun diensten gebruik kunnen maken, maar de Partij voor de Dieren voelt niet voor overheidsdwang op dit punt. Stimulering is meer op zijn plaats.
Huisartsen moeten dat zelf regelen door onderlinge afspraken in regioverband. Als blijkt dat het niet goed geregeld is in een regio dan zal de overheid mogen ingrijpen.
Afdwingen is een laatste redmiddel. Artsen zijn zich goed bewust van hun verantwoordelijkheid. Het is goed dat er meer geëxperimenteerd wordt met flexibele openingstijden, maar laten artsen eerst zelf met werkbare, klantvriendelijke oplossingen komen. Lukt dat niet dan is pas daarna de politiek aan zet.
Kleinschaligheid van de zorg in de nabijheid van de patiënt vindt de Partij voor de Dieren inderdaad van groot belang. Het is belangrijk dat eerstelijnszorg voorrang krijgt en in de buurt kan plaatsvinden. Dit punt zou volgens de Partij voor de Dieren zeker opgenomen moeten worden in het regeerakkoord.
Zorg moet meer in de buurt worden gegeven, in de WMO is daar op gerekend met een budgetverhoging. Het is verstandig om naast een eerste hulppost een huisartsen post te installeren, omdat hulp in de eerste lijn veel goedkoper door een huisarts kan worden gegeven dan in een volledig ingerichte eerste hulp post in een ziekenhuis. Dat is een besparing in de zorg met behoud van kwaliteit.
Zorg hoort inderdaad meer thuis in de buurt. Op de overhead van de zorg en de vele instanties die naast elkaar werken kan nog fors worden bezuinigd.
LHV | De Dokter September 2012
37