creatieve ontwikkeling
hoog ambitieniveau Hurks Bouw & Vastgoed B.V. ontwikkelt en realiseert spraakmakende woning- en utiliteitsprojecten. Ons werkgebied is Zuid-Nederland. Ook winkelontwikkelingen behoren tot onze kernactiviteiten. Hurks Bouw & Vastgoed is een onderdeel van Hurks Bouwgroep B.V. te Eindhoven. Regelmatig zijn wij op zoek naar ambitieuze stagiairs. Informeer naar de mogelijkheden.
Eindhoven tel. (040) 2 62 62 00, e-mail
[email protected], vestiging Maastricht tel. (043) 364 68 00
[Colofon] Eindredactie & vormgeving: • Klaas Jong Advertenties: • BPF Bouwinvest (hoofdsponsor) • RO groep (hoofdsponsor) • Bouwkunde Bedrijven Dagen • Bouwgroep Moonen • Continu Engineering • DHV • Draaijer & Partners • Hurks Bouw & Vastgoed • Infocus • TU/e Innovation Labs • Stichting KTB • Trivoor bouw en infra Advertentieacquisitie: • John Heijmans, tel. 06-4230 20 88, e-mail
[email protected] Oplage: • 500 exemplaren Abonnement • Jaarabonnement !ntervisiE EUR 9,95 voor twee uitgaven, abonneren via
[email protected] Drukwerk: • de Witte, Eindhoven Foto’s inhoudsopgave: • Businessplan, foto: Klaas Jong • Dubai, Sheikh Zayed Road foto: T.v.Helmond en C.S.v.Montfort Bestuur of CoUrsE! 2006-2007: • Tim Kloet (Voorzitter) • Maarten Schäffner (Vice-voorzitter) • Suzanne Rijker (Secretaris) • Hans van der Liet (Penningmeester) • John Heijmans (Commissaris PR) Adresgegevens: of CoUrsE! Studievereniging voor CME TU/e Vertigo vloer 8 Postbus 513 5600 MB Eindhoven
[email protected] www.studievereniging.com
JOOP DAT 15 ONDERNEMERSPLAN: ZEKER BETER EN BETER ZEKER
[Inhoudsopgave] [Studievereniging of CoUrsE!] Voorwoord Agenda Nieuws & mededelingen Terugblik activiteiten Fotopagina Column Bert van Eekelen
[4] [4] [5] [7] [23] [34]
[Thema / achtergronden] Ondernemer worden? Gewoon doen! Ondernemersplan: zeker beter en beter zeker Student en ondernemen Ondernemen: variëteit en onzekerheid Communicatie door presentatie
[10] [15] [19] [21] [26]
Robin van Lieshout Joop Dat Marjoke Kortas John Goedee Jeroen Meijs
[Rapportages] Verslag VDCM Symposium 2006 CME: Bouwmanagers van de toekomst Urban Development and Economics in Dubai
[8] [30] [32]
Hans van der Liet 3TU: Mirjam Bult-Spiering Tim van Helmond & Bas van Montfort
DUBAI 32 URBAN DEVELOPMENT AND ECONOMICS
[Voorwoord] [Agenda] • 8 januari TU/e nieuwjaars receptie • Eerste week februari eindpresentatie CME-project ‘Navisto businessplan’ • Week 21 studiereis of CoUrsE! • Onder voorbehoud: excursies en lezingen in verband met het vak ‘besluitvorming ten behoeve van projecten’
!ntervisiE
• Nog veel activiteiten van of CoUrsE! zijn onder voorbehoud; houd daarom de website en de posters goed in de gaten!
4
Geachte lezer, Een ondernemende geest heeft ons doen besluiten om het nieuwe bestuur van of CoUrsE! te vormen. Vanuit diezelfde geest ligt nu voor u het themanummer ‘ondernemen’ van de !ntervisie. De niveaus waarop wij als mens ondernemend kunnen zijn liggen ver uiteen. In de studie Construction Management and Engineering zal er echter een duidelijke nadruk liggen op de ondernemende geest waarmee wij als startende ondernemers de innovatieve bouwwereld kunnen verrijken. Centraal staat daarom wat ondernemen nu eigenlijk is, hoe het op de TU/e gepraktiseerd en gestimuleerd wordt en hoe dit aansluit op de markt waar de vraag naar ondernemende karakters op een hoogtepunt is. De wil om te ondernemen is gestoeld op ambitie met een grote dosis lef. Wat als iemand had gezegd tegen de man die het tandwiel uitvond, dat hij eens met beide benen op de grond moest staan en zich moest bezig houden met zaken die er wel toe doen? Was er dan een andere innovatie geweest welke we nu nog niet ontdekt hebben? Of had de wereld lange tijd stil gestaan? Wie te geloven, waarin te geloven en vooral welke afwegingen te maken. Over de hele wereld staan mensen in tweestrijd met zichzelf, hun omgeving en een idee. De markt wacht niet en gaat in sneltreinvaart aan je voorbij. Waarom is er dan toch een wezenlijk gemis aan ondernemersdrang in de bouwwereld? In een eerder !ntervisienummer over innovaties in de bouw is al een poging gedaan te verklaren waarom innovaties het vaak niet redden. De bouw, op het punt om een aantal grote stappen in een nieuwe richting te nemen, eist een denkwijze die zoveel afwijkt van de status quo dat er nog steeds gesproken wordt over taboe’s en gebrande vingers. Een lichtpunt dat in de toekomst houvast gaat bieden is de start van de 3TU opzet van Construction Management and Engineering. Hierover, maar ook over de hulp van instanties als de KvK en andere ‘ondernemende’ onderwerpen gaat deze !ntervisie. Laat het een inspiratie zijn voor eenieder die dat laatste zetje in de rug nodig heeft om de wereld te bestormen met Het beste idee van CME…. Namens het gehele bestuur wens ik u allen naast veel leesplezier, een actief, ambitieus maar uiteraard ook een voorspoedig 2007.
Tim Kloet Voorzitter of CoUrsE! ’06-’07
[Nieuws & Mededelingen] maximale afstudeercijfer: een tien! Het vierde bestuur wenst alle afgestudeerden veel succes met hun carrière. [FutureSite studiereis] De CME afstudeerders organiseren gezamenlijk een reis naar Finland en Tallinn in Estland. Er zal ter plaatse kennisuitwisseling plaatsvinden, maar natuurlijk zullen de circa 35 studenten ook een leuke tijd beleven.
[Buitenlandse ervaring] Op dit moment studeren 8 CME studenten in het buitenland, te weten: Dubai (Bas van Montfort en Tim van Helmond), Hongkong (PuiYan Choi en Jeroen Olthof), Seattle (Jos van Boxtel), Praag (Matthijs Kuhlmann), Mumbai (Annette van den Broek) en Bristol (Petra Rovers). Hun foto’s hebben een mooie plek gekregen op de fotopagina.
[Erik Blokhuis; Organisatie van gebiedsontwikkeling] De organisatie van de wereldtentoonstelling in Lissabon in 1998 gaf de mogelijkheid om een groot gebied ten oosten van Lissabon duurzaam te herstructureren. Dit betrof een industrieel gebied dat al lange tijd leegstand, veroudering en vervuiling vertoonde. Omdat er sprake was van een zeer krap tijdschema, werd gekozen om een private organisatie in te richten (welke zeer snelle ontwikkelingen mogelijk maakte) met bevoegdheden om te onteigenen, zelfstandig planontwikkeling op te starten, vergunningen te verlenen,
gronduitgifte te realiseren en contracten te sluiten met investeerders en projectontwikkelaars. Het politieke bestel, in termen van betrokken ministeries en gemeenteraden, was bij dit bedrijf als enige aandeelhouder betrokken en hield toezicht op de processen van besluitvorming en de processen van bedrijfsvoering (bijvoorbeeld de vrije werving van investeringen op de private kapitaalsmarkt). Deze bedrijfsmatige aanpak voor de herontwikkeling van een stedelijk gebied heeft geleid tot een bijzondere inrichting van de openbare stedelijke ruimte. Een
[of CoURsE! studiereis] Studievereniging of CoUrsE! organiseert in het komende voorjaar een studiereis naar Roemenië en Bulgarije. Deze landen treden in 2007 toe tot de Europese Unie. Of CoUrsE! gaat de effecten uitzoeken die dit op de landen heeft gehad. Ook wordt bekeken wat er nog verbeterd kan worden
Links een tropisch uitzicht op het Burj-al-Arab hotel, welke in 2005 werd bekroond als het beste hotel ter wereld. Voor meer buitenlandse foto’s, zie pagina 23. Foto: Bas van Montfort en Tim van Helmond
recent bezoek aan Lissabon, inclusief interviews met betrokken partijen, heeft geresulteerd in een verslaglegging van het volledige ontwikkelingsproces van dit gebied, en de resultaten van de gekozen aanpak. Dit verslag kan volgens de auteurs dienen als een interessante en leerzame casestudy voor de stagnerende herontwikkeling van gebieden in Nederland, en zal worden ingezet bij het CME-projectonderwijs. [Wim van den Bouwhuijsen] Recentelijk is de opleiding CME versterkt met Wim van den Bouwhuijsen.
5
!ntervisiE
[Afgestudeerden] In de afgelopen periode zijn twee oud bestuursleden van CoUrsE! afgestudeerd: Jan-Joost Mestebeld (commissaris Onderwijs 2e bestuur) en Berry Temmink (Voorzitter 2e bestuur). Naast deze oud bestuurders dient speciale melding gemaakt te worden van Daan Vermeer. Zijn onderzoek over PPS en afstudeerperiode in het Verenigd Koninkrijk waren van zo’n hoge kwaliteit dat hij is beloond met het
[Nieuws & Mededelingen]
!ntervisiE
Wim is gepensioneerd en 40 jaar DGA (directeureigenaar), geweest van een regionaal opererend middelgroot familie bouwbedrijf met dezelfde naam wat al actief is sedert 1873. Na in contact te zijn gekomen met dhr. Ger Maas, ondersteunt hij hem en dhr. Frans van Gassel met projecten en is tevens bezig zich te oriënteren op een onderzoek, waar hij komend jaar mee hoopt te kunnen starten.
6
[7C501: Besluitvorming ten behoeve van projecten] Als verlenging op het vak “Project & Procesmanagement (PPM)” organiseert of CoUrsE! samen met dhr. Ad Den Otter het keuzevak “besluitvorming ten behoeve van projecten”. Voor veel CME-ers is het dit jaar moeilijk om met het college PPM de slag naar de realiteit te slaan en eventueel te kunnen reflecteren op een toekomstige baan. De workshops en excursies binnen dit vak bieden een nuttige blik op bestaande situaties. Meer informatie is te vinden op de internetpagina van of CoUrsE!
[Accreditatie CME] Afgelopen september heeft de visitatiecommissie groen licht gegeven aan de opleiding CME van de 3TU. Hierbij valt te denken aan universiteit-hopping (bijvoorbeeld voor andere specialisaties), en een verbeterd/nieuw vakkenpakket. Meer informatie is in deze !ntervisiE te lezen in het artikel “Bouwmanagers van de toekomst” van Mirjam BultSpiering (Universiteit Twente).
[Wijnproefavond, 14-juni-2006] Louis Hennekens (vinoloog en wijnspecialist Deli XL) had deze avond verzorgd. Louis had een wijnkeuze gemaakt onder verschillende wijnen: rood, wit, rosé en dessertwijn. Hij leidde of CoUrsE! door de wereld van wijn en introduceerde termen zoals bijvoorbeeld taninnes (looistoffen, geven wijn een
droge smaak) en kurk (wijn smaakt kartonachtig). Ook thema’s zoals het groeiproces van de druif en productie-alternatieven van wijn (bijvoorbeeld in stalen of houten vaten) kwamen aan bod.
[Symposium VDCM 2006] Voor de derde maal heeft studievereniging of CoUrsE! dit jaar op 8 juni symposium Value Development in Construction Management (VDCM) georganiseerd. Het thema was “waardecreatie door partijselectie”. Deze dag werd mogelijk gemaakt door samenwerking met NS Projectconsult, ING, Heijmans en AT Osborne. Meer informatie is te lezen in het artikel van Hans vd Liet.
installeren als het 4e bestuur van of CoUrsE! De hele maand september hebben zij zich verdiept in of CoUrsE! om van daaruit dat gevoel naar de leden en andere contacten uit te stralen. Tijdens de ALV werden zij officieel geïnstalleerd als het 4e bestuur van of CoUrsE!. Met een toast op het nieuwe jaar rondden Jeroen, Willem, Klaas en Jos (die op dat moment al in Amerika zat) hun jaar af. Tim, Maarten, Susanne, Hans en John zijn vastbesloten er dit jaar iets moois van te maken. Aansluitend aan de ALV werd er in de SkyBar! gedronken op het nieuwe jaar.
[ALV] Popelend van energie en enthousiasme stond het kandidaatsbestuur klaar om zich te laten
[Tafelvoetbaltoernooi] De eerste officiële activiteit van dit collegejaar was het tafelvoetbaltoernooi van 12 oktober j.l. Deze activiteit was bedoeld om de nieuwe instromers van CME te ontmoeten, en voor de huidige generatie om elkaar na de vakantie weer te spreken. Deze doelstelling is wat ons betreft ruim gehaald, er waren van beide generaties een groot aantal mensen aanwezig. Maar het was
[26 oktober 2006: Casino-avond] In de eerste week van de herfst was het weer tijd voor spel en vermaak in een gezellige ambience en een met lichtjes versierde gezellige ruimte, oftewel…. De knikkers moesten weer rollen in het Holland Casino. Met een gevulde portemonnaie en een winning mood werd met 16 man dit gokpaleis bestormd. Na lang wachten en een introductie te hebben gehad over het verleidelijke roulette werd het tijd om zelf aan de slag te gaan. De meeste mensen waren gekomen om zich te te voldoen met leedvermaak en verkwanselde een bijeengeraapte pot in 1 beurt aan de kleur rood. We
niet louter gezelligheid, er moest ook gestreden worden. Onder luide aanmoediging van het publiek, en onder het genot van een heerlijke lunch, vochten elf team voor alles wat ze waard waren. Zoals bij elke wedstrijd kon er maar één team de winnaar zijn. Charles en Thijs; nogmaals gefeliciteerd!
[Businessplan 2006] Dit jaar wordt het vak ‘ontwikkeling van bedrijfsfuncties’ door Leo Verhoef mede begeleid door studievereniging of CoUrsE! Vanuit de vereniging zijn Jeroen Meijs en Maarten Schäffner actief om het project tot een succesvol einde te brengen. Vanwege dit businessplan heeft Jeroen Meijs een artikel geschreven over presentatietechnieken, zie pagina 26.
[Excursie/workshop NRE] In het kader van het vak ‘besluitvorming ten behoeve van projecten’ vond op 24 november de eerste excursie plaats naar het NRE terrein te Eindhoven. Tijdens deze ochtend werd door Hylke Hellinga en Roland Sollinger van Draaijer en Partners het procesmanagement toegelicht. Aan de hand van een korte presentatie en een case
werd het eigen inzicht op de proef gesteld. In de rol van jonge procesmanagers werd een stappenplan opgesteld om de aanpak van de situatie een goede start te geven. Na de jurering werden Susanne, Marieke, Arief en Linda op basis van een overtuigende presentatie benoemd tot winnaars van de ochtend; nomaals gefeliciteerd! [College marktonderzoek]
hadden natuurlijk voor of CoUrsE!zwart moeten kiezen. Met champagne en toch enkele winnaars werd dit deel van de avond afgesloten en verplaatste het genot zoekende gezelschap zich naar Stratumseind om er nog een mooie donderdagnacht van te maken.
[Workshop pokeren] Studievereniging of CoUrsE! heeft op 4 december 2006 een workshop pokeren gegeven. Poker kan in vele varianten gespeeld worden, maar de variant “Texas Hold’em” is op dit moment veruit het populairst. Het heeft simpele regels en is snel te leren. Ondanks deze eenvoud is het een snel spel waar complexe strategieën op toegepast kunnen worden.
7
!ntervisiE
[Terugblik activiteiten]
[VDCM Symposium 2006: “Waardecreatie door partnerselectie] Donderdag 8 juni jongstleden vond het jaarlijkse of CoUrsE! VDCM symposium plaats. Het thema van dit jaar was “Waardecreatie door partnerselectie”. Oftewel, met welke bedrijven kan mijn bedrijf samenwerken om een meerwaarde te creëren. [door Hans van der Liet, voorzitter symposiumcommissie ’05-’06]
!ntervisiE
Omdat de hedendaagse bouwwereld steeds complexer wordt, en bedrijven vaak niet meer over voldoende kennis beschikken om alleen een project tot een goed einde te breng-en, is samenwerking steeds vaker noodzakelijk. Maar welke partners kunnen een meerwaarde creëren, en hoe kunnen deze geselecteerd worden? Deze en nog vele andere vragen werden beoordeeld tijdens het 4e symposium in de VDCM reeks.
8
De dag begon met de interactieve training: “Het UCB Busspel”, waarin men zich bewust werd gemaakt van keuzes die men (soms onbewust) maakt tijdens het partnerselectieproces. Uit deze training bleek wel dat mensen uitstekend in staat zijn om aan te geven over welke eigenschappen een partner moet beschikken, maar tevens dat er tijdens
het uiteindelijke selectieproces vaak op andere gronden keuzes worden gemaakt. Na afloop van de training volgden de lunch en het middagprogramma. De middag werd geopend door Prof.dr.ir. Wim Schaefer, en onder leiding van Prof.ir. Ger Maas spraken een viertal sprekers zich uit over het thema “partnerselectie”. Ing. Rinus Vader MFM CFM, Hoofd ontwikkeling en accounts van NS Project Consult, vertelde over de behoefte analyse van ondernemingen. Pas nadat duidelijk is welke competenties er bij de onderneming ontbreken, maar wel gewenst zijn, kan er gezocht worden naar een partner om deze competenties samen mee te kunnen ontwikkelen. Om een succesvolle samenwerking te creëren is kennisoverdracht noodzakelijk. Dominante factoren bij deze kennisoverdracht zijn het doel van beide partijen, het vertrouwen dat partijen in elkaar hebben en de ontvankelijk van de partijen.
Foto boven: Ger Maas
Foto boven: Dino Gaya Walters
Foto boven: Rinus Vader
De tweede spreker van de middag was ir. Peter Lapidaire, die naast zijn functie van Project Directeur bij de BAM, ook al 30 jaar basketbalcoach is. Hij sprak over het verschil tussen een groep mensen en een team. Indien er namelijk een partner is gevonden is, dient de samenwerking op gang te komen. Net als in een sportteam kan de samenwerking in het begin niet zijn wat men ervan had verwacht. Maar door te positief te denken en de schouders eronder te zetten, kan het in veel gevallen tot succes leiden. Het gaat om een manier van denken: “ wat kunnen we beter”, in plaats van “wat gaat slecht”.
Foto boven: UCB Busspel
Na een korte koffiepauze kreeg ir.drs. Dino Gayá Walters, Sectormanager commerciële zaken van Prorail, het woord. Hij vertelde over de Waardse alliantie, een nieuwe samenwerkingsvorm, en over het beoordelen van partners binnen deze alliantie. Het betoog sloot goed aan bij de vorige twee sprekers, omdat voor het slagen van de alliantie, de factoren vertrouwen en team-building belangrijke speerpunten bleken zijn.
De dag werd afgesloten met een borrel, waarbij er nog nagepraat kon worden omtrent het onderwerp “partnerselectie”. Al met al was het een leuke, interessante en leerzame dag.
Foto boven: Persoonlijke eigenschappen
9 Foto boven: Stemmen op beste presentaties
In juni 2007 zal naar alle verwachting weer een nieuw VDCM symposium georganiseerd worden. We houden u op de hoogte!
Foto boven: Publiek
!ntervisiE
Tenslotte sprak dr.ir. Paul Spierings, Rijkswaterstaat, over selectiemethoden. Hoe selecteren mensen en op welke wijze kan dit (soms) onbewuste selectieproces meetbaar gemaakt worden. Hierdoor kon verklaard worden, waarom mensen tijdens de training soms keuzes maakten, die in eerste instantie niet voor de hand lagen. Dit verschijnsel was te verklaren door de werking van het menselijk brein, en dan met name het gebied waar keuzes gemaakt worden, deze worden veelal door emoties geleid, wat in de natuur een goede overlevingstechniek is, maar is het bedrijfslevens soms verkeerd uit kan pakken.
[Ondernemer worden? Gewoon doen!] Robin van Lieshout (25) is student aan de Universiteit van Tilburg en heeft ruim 4 jaar een eigen bedrijf. In dit artikel verteld hij over zijn ervaringen op het gebied van ondernemerschap en geeft hij aan waarom juist studenten moeten kiezen voor ondernemerschap.
!ntervisiE
[door Robin van Lieshout, Universiteit van Tilburg]
10
Ondernemer zijn is eigenlijk een heel raar ‘beroep’. Je hebt geen vast inkomen, je moet constant innoveren en nieuwe dingen bedenken om niet achterop te raken, en je hebt nooit geen 9 tot 5 mentaliteit. Toch kiezen veel mensen voor het ondernemerschap. Recente prognoses van de Kamer van Koophalen geven aan dat eind 2006 maar liefst 85.000 ondernemers een nieuw bedrijf hebben gestart. Ook ik heb voor het ondernemerschap gekozen, en probeer daarnaast ook nog mijn studie af te ronden. Een goede combinatie?
technologie websites heeft ruim 3.000.000 unieke bezoekers per maand, en zo’n 250.000 geregistreerde bezoekers. Het business model is vooral gebaseerd op de verkoop van (online) advertenties. Het laatste jaar zijn we vooral bezig met het profesionaliseren. Zo hebben we onder andere een webdesign bureau ingeschakeld voor het website programmeren, een marketing bureau voor allerlei promotie en folder materiaal en inmiddels hebben we tevens ons eerste personeelslid aangenomen.
Wie ben ik?
Ondernemer & Student?
Een 25 jarige student uit Tilburg. In 2000 begonnen met de opleiding bedrijfseconomie aan de Universiteit van Tilburg en inmiddels aan het afstuderen aan de master Strategic Management. Ondernemend zijn heeft me altijd wel gelegen. Prachtig vind ik de mannen en vrouwen die een succesvol bedrijf hebben opgebouwd en die daarmee later in de krant staan, naar de beurs gaan of het hebben verkocht aan een grotere partij. In 2002 ben ik samen met een vriend een bedrijf begonnen op het gebied van online community management. Wij beheren en exploiteren een aantal websites die een hoog interactief karakter hebben, en voor een groot deel steunen op user-generated-content. Zo’n 40 uur per week ben ik hier de laatste tijd mee bezig en we blijven groeien. Eén van onze bekende
Ondernemer & student, kan dit überhaupt wel? Ben je nou student of ben je ondernemer? Het maakt niet uit in welke branche je zit of wat voor product je hebt. Ondernemer zijn, of worden, brengt veelal dezelfde problemen en uitdagingen met zich mee, zeker als student zijnde. Het combineren van een eigen bedrijfje en een studie is soms wel lastig. Er wordt wel eens gezegd dat je een studie hebt naast je bedrijf, en niet een bedrijf hebt naast je studie. Ondernemer ben je niet twee voorgedefinieerde uurtjes per dag. Ondernemer ben je dag en nacht. Als je een goed idee hebt, dan ben je daar constant mee bezig. Op fiets naar de universiteit bedenk je nog even de oplossing voor het probleem waar je al weken tegenaan loopt. In de kroeg schrijf je
op een bierfiltje een nieuw idee wat je toevallig net te binnen schiet. Is dat lastig? Soms. Is dit leuk? Zeker! Je merkt vaak niet eens dat je met je bedrijf bezig bent en het kost je ook vrijwel geen moeite, het gaat bijna vanzelf. Maar toch moet je het combineren met je studie. Alle studenten die ik daarover spreek vinden dit soms lastig, maar over het algemeen vinden ze het zeer goed te doen. Juist het starten van een eigen bedrijf in je studententijd is een ideale situatie. Hiervoor wil ik een aantal punten aandragen: 1) NU ben je flexibel. Je hebt colleges en werkgroepen en je moet vaak op de universiteit zijn. Echter je zit niet vast aan een vaste werkdag op kantoor. Als student bent je over het algemeen vrij flexibel. Als je een keer niet aanwezig bent, is dat over het algemeen geen probleem. Een betere combinatie met een eigen bedrijf kan je eigenlijk niet hebben! Mocht je een keer een presentatie voor een klant moeten geven, dan kun je dit flexibel in je rooster inplannen. Probeer dat later maar eens als je een 9-tot-5 baan hebt! 2) NU loop je weinig risico. Je studeert nog, je hebt wellicht nog een bijbaantje, maar je krijgt in ieder geval studiefinanciering. Mocht je bedrijf uiteindelijk niets worden dan is er geen man overboord. Je kunt gewoon rustig afstuderen en
Foto links: Robin van Lieshout
3) NU heb je de kennis van je universiteit binnen handbereik. Uiteraard geldt dit alleen als je ook een bedrijf begint in de branche waarin je studeert. Op de universiteit lopen allerlei personen rond met de laatste kennis in jou vakgebied. Gebruik deze kennis ook! Voor buitenstaanders is het veel moeilijker om contacten te leggen met personen binnen je instelling. Ook kan je met mede studenten sparren over jou idee of product. 4) NU kan je dingen uitproberen. Je hebt de tijd, je bent flexibel, je loopt weinig risico, je bent jong en gedreven en je zit midden in de kennis wereld. Waarom zou je het niet gewoon uitproberen? Later wordt het alleen maar moeilijker om dingen opzij te zetten, terwijl je als student veel makkelijker dingen kunt proberen. Valkuilen Natuurlijk is het niet altijd even makkelijk. Het begint allemaal bij een idee of product. Hiervoor moet je potentiele klanten zien te vinden, maar hoe bereik je deze? En op welke manier? Als student zijnde loop je het risico minder serieus genomen te worden. Sommige bedrijven geven liever opdrachten aan een groot bedrijf met ervaren werknemers. Als jij als student daar aanklopt dan moet je je soms dubbel zo hard bewijzen. Echter, je kan het student zijn ook omschakelen naar een voordeel. Twee student ondernemers die een bedrijf aan het opzetten zijn in telecom advies, gebruiken juist het ‘studenten’ imago om bij de eerste klanten binnen te komen. Zij profileren zich als ‘jonge honden’ die veel meer kennis hebben over telecom, en die op ‘no-cure-no-pay’
basis bedrijven vrijblijvend willen adviseren. Klanten hebben wellicht hier meer vertrouwen in, dan de zoveelste mobiele operator die weer een spetterende aanbieding heeft. Een andere ondernemer die zich richt op het geven van organisatieadvies, gebruikt de universiteit als ‘bron van nieuwe kennis’. Hij profileert zich als een bedrijf die toegang heeft tot de laatste wetenschappelijke informatie en dus dichtbij de laatste kennis zit. Oudere en grotere bedrijven missen wellicht deze vernieuwende kennis omdat zij verder van de wetenschap en dichterbij de markt zitten. Ook moet je soms goed je tijd indelen. Als je, zoals ik, uiteindelijk 40 uur aan je bedrijf besteed en daarnaast ook nog eens moet afstuderen, is het lastig om prioriteit aan dingen te geven. Je vind het geweldig om voor je bedrijf te werken, maar de studie zou je ook graag willen afronden. Afgelopen week had ik een verplicht afsluitend discussie college. Helaas kon ik op het laatste moment toch niet aanwezig zijn omdat er een probleem was met een van onze websites. Hier kies je dan natuurlijk zelf voor en dat heb je ook zelf in de hand. Een van de laatste tentamens die ik heb gemaakt, heb ik vrijwel geheel geleerd in het vliegtuig terug vanuit Amerika. Ik was daar een aantal dagen voor een internationaal congres en had door allerlei voorbereidingen geen tijd gehad om het tentamen goed voor te bereiden. Ook hier had ik mijn tijd beter kunnen indelen. Overigens heb ik dat tentamen wel (net) gehaald, maar het had ook anders kunnen uitpakken. Leerzaam Naast dat het uitbouwen van een bedrijf in de toekomst geld op kan leveren is het vooral heel leerzaam en leuk. Bij het uitwerken van je idee en het daadwerkelijk opzetten van je bedrijf leer je ernorm veel (praktische) zaken die je in eerste instantie in je studie niet leert. Je moet je ineens in allerlei zaken
11
!ntervisiE
alsnog ergens gaan werken. Het (financiële) risico wat je loopt is veel minder dan wanneer je een hypotheek hebt en twee kinderen thuis hebt zitten die elke dag eten willen hebben. Als student heb je op dit gebied veel minder te verliezen als je het vergelijkt met bijvoorbeeld je ouders.
Links Bedrijf Robin: www.rankone.nl ABC: www.academicbusinessclub.nl Starterslift: www.starterslift.nl
!ntervisiE
verdiepen waar je waarschijnlijk nog nooit aan gedacht hebt. Je krijgt uiteraard te maken met wat administratie en regeltjes maar ook met hele succesvolle en leuke momenten. Als je weken of maanden aan je product of idee hebt gewerkt dan geeft het natuurlijk een enorme kick als je je eerste klant binnenhaalt! Maar wat ga je doen als die eerste klant daarna naar een concurrent overstapt? Daarnaast kom je met allerlei mensen in contact. Je kunt met veel mensen praten over jou idee en product. Dit kunnen medestudenten of professoren zijn, maar ook mensen van buiten de universiteit zoals andere ondernemers of potentiele investeerders.
12
Mocht nou uiteindelijk blijken dat je product of bedrijf het niet haalt, dan is er nog geen probleem. Je hebt het in ieder geval geprobeerd en je hebt je best ervoor gedaan. Je hebt een heleboel geleerd en een leuke periode gehad. Ook heb je een streepje voor bij je toekomstige werkgever. Je hebt immers laten zien dat je lef hebt, dat je dingen wilt ondernemen, dat je doorzettingsvermogen hebt en ergens voor wilt gaan! Welk bedrijf wil nou niet zulke werknemers?
ondernemer. Zo kun je ervaringen uitwisselen en van elkaar leren. In Tilburg heb ik twee jaar geleden mede de Academic Business Club (ABC) opgericht. Dit is een groep student ondernemers (inmiddels zo’n 40) op de universiteit die 1x per maand bijeenkomen. Op deze bijeenkomsten wordt meestal een presentatie gegeven van een (nieuw) idee of product waar we dan met de hele groep over kunnen discussieren en input over kunnen geven. Ook vinden er regelmatig thema bijeenkomsten plaats, zoals over presentatietechnieken en Internet marketing. Naast de bijeenkomsten worden er ook starterscafe’s en een symposium over ondernemerschap georganiseerd. Van al deze dingen kun je ook weer leren. Naast de ABC is er een een ondernemerscentrum op de universiteit waar startende bedrijven tegen gereduceerde kosten een kantoortje kunnen huren. Ook kan er via het Starterslift project extra ondersteuning gegeven worden, bijvoorbeeld op het gebied van coaching of financiering.
Ondersteuning
Mocht je nu nog twijfelen over het ondernemerschap, heb ik nog één advies: gewoon doen!
Om je goed op weg te helpen zijn er verschillende manieren om ondersteuning te krijgen. Het is goed om met mede-studenten te praten over de ideeen die je hebt en de problemen die je tegenkomt als student
Robin van Lieshout Student Ondernemer Universiteit van Tilburg
[email protected]
!ntervisiE
13
-ET RUST LATEN INPASSEN OF ONTWIKKELEN %EN PONYWEIDE MIDDEN OP EEN BEDRIJVENTERREIN (ET KAN EEN RUSTGEVEND ELEMENT ZIJN IN EEN HECTISCHE EN DYNAMISCHE OMGEVING $OOR HET TE LATEN ZOALS HET IS OF DOOR BIJVOORBEELD DE INPASSING NOG VERDER TE OPTIMALISEREN (ET KAN ECHTER OOK EEN KNELPUNT VORMEN VOOR EEN VERDERE ECONOMISCHE ONTWIKKELING VAN HET TERREIN $IVERSE RUIMTELIJKE INRICHTINGSSCENARIO´S ZIJN MOGELIJK :OALS DIT OOK GELDT VOOR REEDS BEBOUWDE OF BRAAKLIGGENDE KAVELS 6OOR ELKE BINNENSTEDELIJKE LOCATIE IS HET VAN BELANG DAT TOEKOMSTIGE PLANNEN VANUIT EEN GROTER GEHEEL WORDEN BEZIEN WAARBIJ ZOWEL RUIMTELIJKE ALS SOCIALE EN ECONOMISCHE ASPECTEN WORDEN MEEGEWOGEN $(6 RICHT ZICH OP ALLE FACETTEN TEN AANZIEN VAN
DHVNL
BEDRIJVEN TERREINEN %R WORDT GEWERKT AAN UITEENLOPENDE PROJECTEN VAN HAALBAARHEIDSSTUDIES TOT HERSTRUCTURERINGSPROJECTEN VAN BUSINESSPLANNEN TOT PARKMANAGEMENTPROJECTEN )N OPDRACHT VAN GEMEENTEN EN ONDERNEMERSVERENIGINGEN MAAR OOK VAN PROVINCIES EN PROJECTONTWIKKELAARS $(6 IS EEN INTERNATIONAAL ADVIES EN INGENIEURSBUREAU DAT DIENSTEN VERLEENT EN DUURZAME OPLOSSINGEN AANBIEDT IN DE MARKTEN "OUW EN )NDUSTRIE -OBILITEIT ,UCHTHAVENS 2UIMTELIJKE )NRICHTING EN -ILIEU EN 7ATER 2UIM PROFESSIONALS WERKEN VANUIT EEN INFORMELE OPEN ORGANISATIE AAN INNOVATIEVE MAATSCHAPPELIJK RELEVANTE PROJECTEN /NTMOET ONS OP ONZE SITE WWWDHVNL
!LTIJD EEN OPLOSSING VERDER
[Ondernemersplan: dat maakt het zeker beter en beter zeker] De risico’s die het opzetten van een nieuwe onderneming of business(plan) kennen, maakt een goede analyse noodzakelijk!
Ondernemingsplan en ondernemer Ondernemers, groot of klein (uiteindelijk zijn ze allemaal een keer klein begonnen) zijn een bijzondere groep mensen. Waarom? Zij ondernemen! Dat lukt lang niet altijd. Een succesvol bedrijf maakt als het goed gaat duurzame winst en is gericht op continuïteit. Een belangrijk ondernemerskenmerk is dat de ondernemer werkt voor eigen risico: het ondernemersrisico. Ondernemersrisico is de persoonlijke toekomst van de ondernemer en zijn “kindje de onderneming”. Dat heeft zowel harde waarden in de bedrijfseconomische sfeer als zachtere waarden in de persoonlijke en emotionele sfeer. Ondernemersrisico kan niet worden verzekerd bij een verzekeringsmaatschappij zoals wel voor veel andere risico’s. Als het goed gaat dan heeft de ondernemer de winst en als het niet goed gaat, bestaat het risico dat het bedrijf failliet gaat. Kijk eens hoe het pionierende TomTom management in de loop der jaren heeft gehandeld? Kritiek bij hun recente “cashen” na jarenlang de onderneming zelf te hebben gefinancierd werd op de beurs begin november 2006 ook niet echt gewaardeerd! Of wordt het management het risico van nieuwe toetreders zoals Nokia en Philips te risicovol in de privé sfeer en gaan ze nu toch voor de inmiddels in meerdere opzichten dik verdiende meer persoonlijke zekerheden? Het persoonlijk risico lopen is specifiek iets voor de ondernemer. Uiteraard kan risico met juridische constructies worden verkleind om niet zijn gehele vermogen in gevaar te brengen. Echter beginnende ondernemers moeten vaak hun huis in onderpand geven voor het verkrijgen van geld bij een bank. Een bank vraagt immers bijna altijd zekerheden. Zekerheden en risico’s zijn zodanig tegenstrijdige begrippen, waardoor een ondernemer moet denken aan risicobeheersing.
Om risico’s te beheersen kan een risicoanalyse aangeven hoe groot de risico’s zijn, welke risico’s het eerst aangepakt moeten worden en wat minder belangrijk is. Vakmanschap, creativiteit, durf, doorzettingsvermogen, organisatievermogen, financieel inzicht en communicatie zijn basis vaardigheden voor een ondernemer. Is dat voldoende voor risicobeheersing? Heb en doe je dat zo maar even? Nee, hoewel sommige ondernemers wel denken gewoon ergens te kunnen beginnen en dan vervolgens maar te zien hoe het afloopt. Letterlijk en figuurlijk aflopen. Aflopen heeft veel betekenissen. Je hebt een goede afloop, waarop je natuurlijk hoopt en hoop doet leven, maar vaak loopt het anders en loopt het gewoon slecht af. Waarin zit het verschil bij veel ondernemers? De laatste jaren zie je op de televisie veel programma’s, waarin startende ondernemers worden gevolgd bij het “omgooien van het roer” of bij ”ik vertrek”. Uitermate boeiende en leerzame programma’s, omdat er vaak veel risico’s worden genomen, er veel durf is, men weet vaak ook niet waar men terecht komt met veel onverwachte gebeurtenissen. Wonderbaarlijk genoeg komt het vaak nog goed. Wat opvalt, dat veel ondernemers zich toch niet goed hebben gerealiseerd waaraan ze zijn begonnen. Het lijkt vaak op zelfkwelling met veel pijn. Waarom pijn lijden als het ook anders kan? Niet als je het alleen in je hoofd hebt! Je moet het kunnen delen met anderen voor overleg en overtuiging voor bijvoorbeeld het verkrijgen van geld en het aantrekken van mensen. Daarvoor is een ondernemingsplan nodig. De ondernemingsleiding, ongeacht de omvang van de onderneming heeft een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid en maakt haar werk eenvoudiger met een goed ondernemingsplan. Voorwaarde voor een ondernemingsplan en de toekomst van de onderneming is de integriteit, zorgvuldigheid en consistentie bij de opstelling en
15
!ntervisiE
[door Joop Dat, Directeur Stratecution b.v.]
!ntervisiE
16
uitvoering van het ondernemingsplan. Je hoeft niet bureaucratisch zoals in een centrale planeconomie alles tot in het detail uit te denken en te schrijven en vervolgens in pakken papier te stranden. Wat wel nuttig is, is een goed systematisch integraal ondernemingsplan met daarin voor de belangrijkste bedrijfsfuncties beschreven hoe de onderneming strategisch (op hoofdlijnen) en operationeel (in de dagelijkse uitwerking) zal werken. Het verschaft duidelijkheid aan belanghebbenden hoe de onderneming gedurende een bepaalde periode denkt zich te ontwikkelen. Het is een leidraad voor doordacht handelen. Je voorkomt op die manier veel problemen en beperkt ondernemersrisico’s. De ondernemer is vaak eenzaam ook als hij niet alleen is. Zij/hij alleen wordt eindverantwoordelijk gehouden door de belanghebbenden, ook als hij/zij CEO is van een grote multinational. Dat is een risico op zich. Misschien wel het grootste risico voor de onderneming wanneer controle mechanismen onvoldoende of in het geheel niet meer werken en de ondernemer/CEO verblind zijn wil doorzet. Wat gebeurde er allemaal ook weer bij AHOLD en ENRON? Een nog groter risico is de ondernemer/CEO met een houding van “wie niet voor is, is tegen mij en kan vertrekken”. Een zich van de onderneming vervreemdende ondernemer/CEO dient daarop fors te worden gecorrigeerd. Wie de krant goed leest, kan voor zichzelf vrijwel elke dag voorbeelden hiervan citeren. Een reden te meer om voor een goed draagvlak met voldoende letterlijk kritische massa te zorgen in een door betrokkenen gedragen ondernemingsplan. Zekerder en beter weten begint dus met een goed ondernemingsplan.
Het ondernemingsplan en specifieke risico’s Er zijn talloze publicaties over het verschijnsel ondernemingsplan. Eigenlijk komen ze allemaal neer op het in al zijn eenvoud het al in de jaren 1930 door Walter Shewhart en later door W. Edwards Deming ontwikkelde “Plan Do Check Act” begrip (zie rechts). Het voldoet aan alle voorwaarden voor het opstellen, uitvoeren en bijhouden van een goed ondernemingsplan. Het voortdurend en consequent doorlopen van deze cyclus kan veel risico’s beperken. Verfijnder methoden geven meer structuur en inzicht in de ontwikkeling van deelaspecten van de onderneming. In een toenemende complexe en mondiale . bedrijfsomgeving is dat van groot belang. Gewaakt moet echter worden voor te veel papier, te veel bureaucratie en een te mechanistische aanpak. Passie voor ondernemerschap en het gepast gehoor geven aan intuïtie moeten in het ondernemingsplan kunnen terugkomen. Een goed ondernemingsplan spiegelt gebalanceerd ambitie, intuïtie en passie aan de realiteit van rationeel integraal denken. In de praktijk wordt wel
vaak een goed plan in werking gesteld (Plan/Do), maar ontbreekt het aan controle en aanpassing (Check/Act). Het is verstandig vast te stellen in welke fase de onderneming zich bevindt. Bij geheel nieuwe ondernemingen wordt daarbij vaak een fase model gebruikt zoals bijvoorbeeld onderaan de pagina staat weergegeven (bron: Twynstra The Bridge) Per fase wordt vervolgens bepaald welke acties daarin moeten worden genomen om uiteindelijk tot een succesvolle marktintroductie te komen. Het goed uitwerken van iedere fase is essentieel voor het geheel. Wanneer je bijvoorbeeld nu nog in de markt voor PC’s of GSM zou willen toetreden, dan ben je veel te laat. Misschien is Philips
Het is belangrijk voor het gekozen product de positie op product-life cycle te bepalen. Het is namelijk van wezenlijk belang te weten of het toetredingsmoment door de onderneming niet te vroeg of te laat is. Voor bestaande ondernemingen is het een goede maatstaf om het portfolio nog eens na te gaan op zijn actualiteit. Misschien kom je er dan achter, dat de onderneming voor veel producten aan het eind van de product life cycle zit of juist in het prille begin. Voor de verschillende posities heb je een ander ondernemingsplan nodig variërend van “entry tot exit” strategie. In een ondernemingsplan is het noodzakelijk goede analyses te maken op een 4 tal deelniveaus: 1. Strategische analyse 2. Externe analyse 3. Interne analyse 4. Financiële analyse Deze 4 niveaus worden uiteindelijk integraal beoordeeld op haalbaarheid en risico’s. 1. In de strategische analyse is het van belang goed vast te stellen welke specifieke visie, missie, scope, doelstellingen, strategische fit, sterkte/zwakten en value drivers zijn te onderkennen. Het niet goed doordenken van deze aspecten vormt waarschijnlijk het grootste risico bij het formuleren van een business plan. Hier komt ook een menselijke factor van belang. Om wiens strategie gaat het? De CEO, het top management team, de management lagen eronder? Belangrijk is een breed draagvlak bij alle betrokkenen en juist geen er doorheen gejaagde strategie.Misschien is inderdaad wel het grootste risico de te dominante CEO zelf, die geen tegenspraak duldt?! Hier is waarschijnlijk een rol weggelegd voor de Raad van Commissarissen, de bank, of in kleinere ondernemingen voor zijn partner(s) en familieleden. In ieder geval moet worden gewaakt voor het te blindelings inslaan van de verkeerde paden. Voorbeeld van een dwaalweg lijkt de mislukte strategie van Laurus bij de ombouw naar Konmar onder leiding van Ole van der Straaten met een te groot niet meer te controleren risicofactoren
• Ombouw van zes supers tot één Konmar (Super de Boer, Edah, Groenwoudt, Konmar, Lekker & Laag en Nieuwe Weme) • Ole van der Straaten had geen retail ervaring, kwam van Ola-ijs bij Unilever. Het is algemeen bekend, dat een fabrikant niet zo snel retailer kan zijn en omgekeerd ook niet. • Frontale aanval op Albert Heijn tijdens de ombouwoperatie • Niet goed uitgedacht Konmar concept • Veel management wisselingen bij Laurus (te dominante leider misschien?) Van belang is goed te formuleren: • Welke kosten en prijsstrategie wordt overwogen gegeven de bedrijfstak: ga ik voor prijs of differentiatie? Spyker Cars differentieert extreem hoog en is duur, maar waar zit Fiat? • De plaatsbepaling in de waardeketen en de vraag of deze waardeketen kan worden georkestreerd: ben ik een geïntegreerd of kop/staart bedrijf ? Kijk eens hoe Nike en Philips Consumenten elektronica zijn georganiseerd: de risico’s op vaste kosten/ fabrieken zitten bij derden. • Welke krachten er optreden bij het werken in de markt en hoe men daarop inspeelt(je kunt er vergif op innemen, dat de concurrentie geen rode loper uitlegt voor een nieuwkomer en net zoals bij invasies zoals in Normandië in 1944 zullen proberen de aanvaller de zee in te drijven) • Scope: wat is het operatiegebied van de onderneming? Groningen, Nederland, Europa of de wereld. Het maakt heel wat uit of je zoals Microsoft Vista straks op dezelfde dag en uur wereldwijd introduceert of dat je alleen op Terschelling opereert. Je zou je in dit geval kunnen afvragen of de investeringen in de Joint Strike Fighter voor de B.V. Nederland ooit rendement opleveren. Misschien kan je beter het product gewoon “van de plank kopen”. Weinigen zullen zich afvragen of deze investeringssubsidie van Brussel wel mag? 2. In de externe analyse is een uitvoerige marktverkenning aan de orde, die veel onzekerheden moet wegnemen. Tevoren kan aan de hand van eerder gedane inventarisaties worden vastgesteld waar de belangrijkste prioriteiten liggen voor de te verzamelen informatie. De kwaliteit van Market Intelligence
17
!ntervisiE
destijds te vroeg uit navigatie gestapt en probeert het nu mogelijk te laat terug te komen net zoals Nokia mogelijk te laat is.
!ntervisiE
en customer insight resultaten dient gevalideerd en geverifieerd te worden. Risico’s kunnen hierdoor worden sterk worden beperkt. Vaak wordt ten onrechte bezuinigd op deze kennis verzameling. Marketing research moet in voldoende mate kunnen aangeven wat de marktomvang en marktgroei is, welke spelers van belang zijn en op welke wijze de onderneming zich kan positioneren. “Meten is weten en gissen is missen”. Als je een verkeerde marktschatting maakt, daarop ambities en verkoopdoelstellingen formuleert en fabriekscapaciteit bouwt is al gauw het leed niet te overzien. Je hebt of te kort of veel te veel. Zo maakten in het verleden Getronics, Numico, Philips en VNU belangrijke fouten in de beoordeling van de marktwerking in de Verenigde Staten.
18
3. In de interne analyse wordt vervolgens vastgesteld of men met deze onderneming en de aanwezige competenties, bronnen in staat is tot een succesvolle marktbenadering. Risico’s kunnen zijn een ongebreideld nergens op gebaseerd optimisme, zelfoverschatting en het toch niet tijdig kunnen realiseren van de gevraagde competenties. Een SWOT analyse met de bijbehorende confrontatie matrix kan hierbij zeer verhelderend werken. Uit de literatuur is bekend, dat een onderneming faalt bij het blijvend ontbreken of niet geheel op orde zijn van al 1 willekeurige kernwaarde/competentie uit het ondernemingsplan. Nevenstaande figuur is een voorbeeld (bron: Bell-Mason Diagnostic) Wanneer de deuken niet kunnen worden uitgedeukt faalt de onderneming onherroepelijk. Realisme in de bepaling hiervan is geboden. Doormodderen is dodelijk. Er zijn veel voorbeelden, waarbij
eindeloos is doorgewerkt aan producten, die het nooit hebben gehaald. Zie bijvoorbeeld de Sterling motor bij Philips. Denk bijvoorbeeld ook eens aan de huidige Airbus problemen. Overambitieus misschien? 4. In de financiële analyse wordt het voorgaande omgezet in waarden. De ambities in omzet en winst worden getoetst op de financiële doelstellingen. Pas hier kan worden bepaald, welke financiële risico’s de onderneming loopt of mag lopen. Controle mechanismen om de zaak met “beide benen” op de grond te houden zijn van levensbelang. Zo ging DAF destijds failliet door een verkeerd ondernemingsplan met levering uit voorraad i.p.v. op bestelling. Spyker Cars werkt uitsluitend op bestelling om o.a. de financiering veilig te stellen. Voor ondernemers blijft de basisvraag: hoe krijg ik het gefinancierd?
Conclusie Alles zeker weten is onmogelijk, beter weten kan altijd. Daarvoor is een ondernemingsplan om de risico’s te beperken een ideaal middel om gedachten te ordenen, ordening te scheppen en structuur aan te brengen om ondernemersrisico te beperken. “Ondernemingsplan: Dat maakt het zeker beter en beter zeker” Bij de integrale beoordeling van het uiteindelijke ondernemingsplan ligt daarmee een zware last op de beslissers als doordenkertjes om in de afweging al dan niet in te stemmen met het plan. In geval van twijfel altijd: STOP! “Integrale doordenkertjes beperken daarmee toeval en risico’s”
[Student en ondernemen] Bij studenten bestaat een groeiende interesse in het starten van een eigen zaak. Veel mensen vinden ondernemen een kwestie van lef. Maar alleen lef is niet voldoende. Statistieken wijzen uit dat 52% van de starters binnen vijf jaar alweer is gestopt of failliet is gegaan. Waar moet je eigenlijk op letten als je een eigen bedrijf start? [door Marjoke Kortas, Kamer van Koophandel Oost-Brabant]
Aan de formele inschrijving van een onderneming bij de Kamer van Koophandel gaat voor de meeste starters een complex proces van oriëntatie en voorbereiding vooraf. Natuurlijk biedt ook de Kamer van Koophandel informatie en hulp. Dat gebeurt op diverse manieren. Zo verzorgen bedrijfsvoorlichters van de Kamer groepsvoorlichting en individuele voorlichting op maat. Iedere eerste zaterdag van november organiseert de Kamer van Koophandel de landelijke startersdag. Studenten van de TU/e kunnen tevens profiteren van de steun die de universiteit biedt. Zo is er het Innovation Lab, zijn er mogelijkheden voor Technostarters en zijn er colleges voor startende studentondernemers.
Ondernemingsplan “In de voorbereidende fase staat het schrijven van een ondernemingsplan centraal”, zegt John Wassink, bedrijfsadviseur bij de Kamer van Koophandel OostBrabant. “Starters die niet over voldoende eigen middelen beschikken om hun droom te realiseren moeten meestal ook even langs bij de bank. Bij een serieus gesprek over financiering wil de bank dan graag de plannen op papier uitgewerkt zien in de vorm van een ondernemingsplan. Ook als niemand erom vraagt is een ondernemingsplan van belang om jezelf te confronteren met je plannen en de haalbaarheid daarvan. Het is immers nogal een stap om een bedrijf te beginnen voor eigen rekening en risico.”
19
!ntervisiE
Foto: Netwerken is heel belangrijk voor ondernemers. Op de Startersdag zijn speciaal daarvoor een netwerkcafé en een ‘pas-gestart-straat’ ingericht.
Financiering In die eerste fase van oriëntatie heeft de Kamer van Koophandel verschillende producten, die behulpzaam kunnen zijn, zoals een Starterspakket, een leidraad voor het schrijven van een Ondernemingsplan en diverse seminars die met regelmaat worden georganiseerd. In zo´n ondernemingsplan komen alle zaken aan de orde die van belang zijn in het voorbereidingsproces, zoals het product of de dienst, de markt, doelgroepen, marketing, concurrentie, huisvesting, rechtsvorm, verzekeringen, maar ook of men met of zonder personeel het bedrijf wil starten. Ook vergunningen, diploma´s, contracten, merken, octrooien etc. verdienen volgens Wassink de nodige aandacht. Daarnaast is het uiterst belangrijk om zorgvuldige prognoses te maken van de noodzakelijke investeringen, de financieringsbehoefte en de toekomstige exploitatie.
“Het is in feite een film over de eerste fase na de start”, zegt de bedrijfsadviseur. “Daarbij worden alle aspecten doorgenomen waar je als startende ondernemer mee geconfronteerd wordt. Wees daarbij ook niet bang om hulp van anderen in te roepen. En probeer zelf al zoveel mogelijk informatie te verzamelen. Op de website van de Kamer (www.kvk.nl) is onder het kopje starters alle informatie verzameld die van belang kan zijn. Er is zelfs een compleet stappenplan dat doorlopen kan worden ter voorbereiding op de echte start van je bedrijf.” Als het ondernemingsplan vervolgens gereed is, doet de starter er goed aan het eens objectief door te praten met een specialist. De bedrijfsvoorlichters van de Kamer van Koophandel kunnen het plan op allerlei aspecten beoordelen en volledig doorspreken met de
toekomstige ondernemer. En gebeuren er nu ongelukken als men besluit om dat ondernemingsplan maar niet te schrijven? John Wassink: “Nee, natuurlijk niet. Althans, niet op korte termijn en niet als men voor de financiering de bank niet nodig heeft. Verstandig is het overigens niet, want risico nemen is één, maar in een zwart gat stappen is wel het andere uiterste. Als het eventueel mis gaat, lijd je namelijk niet alleen financiële, maar vooral ook emotionele schade. Daarom is het belangrijk altijd een goede kostenbatenanalyse te maken. Overigens stellen ondernemers hun omzet vaak te rooskleurig voor.”
!ntervisiE
Foto: De directeur van de Kamer van Koophandel Oost-Brabant, Ben Pollmann, is niet bang voor ‘beren op de weg’. Deze foto is op de High Tech Campus gemaakt op 4 november 2006 tijdens de Startersdag in Eindhoven. Het thema was dit jaar ´de beren op de weg´ die iedere startende ondernemer tegenkomt.
20
[Ondernemen: het hanteren van variëteit en het kunnen omgaan met onzekerheid] Dit artikel gaat in op de vraag waarom alleen ondernemerschap perspectief biedt op baanzekerheid voor studenten. Het geeft bovendien aan hoe de universiteit een essentiële rol kan spelen in de ontwikkeling en stimulering van de benodigde daarbij behorende competenties. [door John Goedee, Docent Organisatie Wetenschappen, Universiteit van Tilburg]
• Volgens de NRC van 24 februari 2006 gaapt er een kenniskloof tussen ondernemers en politici. Uit een onderzoek blijkt namelijk dat een meerderheid van directeuren die zijn aangesloten bij het centrum van directeuren en commissarissen, politici te weinig ondernemend en te bureaucratisch vindt. Dit leidt tot een onwenselijke vervreemding tussen het bedrijfsleven en de politiek. • Een trend die is waar te nemen is het toenemende aantal fusies en overnames ter voorbereiding op de Europese eenwording van bedrijven binnen en buiten de eurozone. • Naarmate onze samenleving individualistischer en instrumenteler wordt lijkt de roep om samenhang groter te worden. We hebben kennelijk te maken met tal van nieuwe en tegenstrijdige ontwikkelingen die vragen om onconventionele antwoorden. Ik noem het begrip ontwikkeling bewust, omdat we te maken hebben met trends die reeds sinds decennia bezig zijn en waarvan we niet weten waar deze uitkomen. Maar hoe bereiden we ons voor op onzekerheden die gepaard gaan met deze ontwikkelingen. Zonder dat ik hierop zelf het antwoord weet, ben ik er van overtuigd dat wij onze studenten kunnen voorbereiden door hen te leren om te gaan met variëteit en onzekerheid, competenties die met name behoren bij ondernemers. Youp van het Hek meldde het al in zijn oudejaarsconference “als we alle onzekerheid uitbannen, dan zijn we ten dode opgeschreven”.
Voor het stimuleren van het kunnen omgaan met variëteit en onzekerheid is de introductie van ondernemerschap op universiteiten van essentieel belang. Een onderwerp dat samenhangt met ondernemerschap is vraagsturing, of populairder gezegd “klantgerichtheid”. Dat wil zeggen dat degene die de rekening betaalt of de subsidie verstrekt ook het eindresultaat mag bepalen. Docenten hebben de verantwoording voor het geven van boeiend onderwijs, het doen van onderzoek en het begeleiden van studenten. Studenten voor het studeren en het behalen van hoogwaardige studieresultaten. Overigens wil ik hier melden dat studenten niet de klanten zijn van de docenten. De klant van de docenten is degene die het salaris betaalt van deze studenten. De klant van de studenten zijn degenen die voor financiering van de studie zorgdragen. Ik meen waar te nemen dat het geven van boeiend onderwijs of het doen van onderzoek evenals het gemotiveerd studeren geen vanzelfsprekendheid is. Het geven van boeiend onderwijs kan voor veel docenten niet de eerste prioriteit zijn. De druk die vanuit het universitaire systeem wordt uitgeoefend om publicaties te scoren is groot en niet publiceren betekent een snel einde van de wetenschappelijke loopbaan. Ik heb het een docent een keer beeldend horen zeggen ‘publish or perish’. Op zich jammer want door deze institutionele druk zou gemakkelijk middelmatigheid kunnen ontstaan. Instrumenteel publiceren en doceren is immers iets totaal anders dan vanuit het hart publiceren en doceren. Met betrekking tot studenten zie ik helaas te veel middelmatigheid. Het tijdens de studie afsc-
21
!ntervisiE
Zomaar een aantal berichten uit de krant en op het nieuws:
heid nemen van onder de maat presterende studenten is problematisch vanwege het feit dat iedere niet afgestudeerde student de universiteit en dus ook de samenleving veel geld kost. Hiervan lijken studenten zich onvoldoende bewust.
!ntervisiE
Gezien de toekomstige maatschappelijke ontwikkelingen zou op de universiteit geen plaats mogen zijn voor middelmatigheid. Immers steeds meer transformeert onze samenleving naar een dienstensamenleving waarin klanten het voor het zeggen hebben. Dit houdt in dat veel werk verdwijnt naar lage lonen landen en het hoogwaardige werk overblijft.
22
Door de globalisering ontstaan complexe internationale organisatorische netwerken. Binnen deze netwerken zal het met behulp van informatietechnologie relatief gemakkelijk worden hoogwaardige competenties te betrekken in de vraagsturingsketens. Dit is nodig om aan de steeds sneller wisselende klantvragen te kunnen voldoen. Het includeren en excluderen van mensen met de door de klant gevraagde competenties wordt steeds gemakkelijker, rationeler en instrumenteler gericht op degenen die betalen. Deze trend is reeds zichtbaar in economieën die in opkomst zijn. Genoemde ontwikkelingen houden tevens in dat aan de ene kant de baanzekerheid zal verdwijnen terwijl aan de andere kant het werkaanbod zal toenemen. De vraag zal frequenter wijzigen en zich richten op wisselende hoogwaardige competenties. Willen wij ons voorbereiden op de bovengenoemde ontwikkelingen dan zullen we niet alleen
moeten praten en schrijven over ondernemerschap dus het kunnen omgaan met variëteit en onzekerheid maar ook het tevens praktiseren. Immers in veranderingstermen krijgen we steeds meer te maken met krachtige ‘out side in’ veranderingen. Dit houdt in dat gevestigde institutionele routines (structuren) onder druk van deze beweging de komende decennia zullen veranderen. Onze huidige institutionele structuren zijn nog steeds gebaseerd op hiërarchie en functies, terwijl vraagsturing is gebaseerd op competenties, het leveren van toegevoegde waarde en rollen. Het is de taak van de universiteit om studenten voor te bereiden op deze toekomstige ontwikkelingen. De uitdaging ligt zowel bij docenten als studenten. Immers wil de universiteit studenten kunnen voorbereiden op de genoemde maatschappelijke ontwikkelingen dan vereist dat majeure inspanningen door zowel docenten als studenten. Met andere woorden; we hebben ook op de universiteit ondernemers nodig die bereidt zijn risico te nemen en geen bureaucraten en technocraten die bang zijn hun nek uit te steken. Met andere woorden het voorbeeld geven voor studenten. Willen studenten kunnen aansluiten op de trends dan zullen zij zich in plaats van consumerende en verwende klagers moeten ontwikkelen tot proactieve conceptuele organisatoren die kunnen omgaan met variëteit en onzekerheid. Dörner toont in zijn boek “The Logic of Failure” aan dat er een verschil bestaat tussen verbale intelligentie en operationele intelli-
gentie. Vertaald naar ondernemerschap betekent dit dat praten en schrijven over dit onderwerp nog wat anders is dan het te doen in de praktijk. Hier ligt dus een prachtige uitdaging voor zowel de docenten en de studenten..
Afstuderen met KTB De grote uitdaging voor de brede bouw- en vastgoedsector ligt voor de komende decennia in de stedelijke vernieuwing. Dit betreft zowel de kwaliteit van wonen, werken en leven als de kwantiteit van de te realiseren woningen, kantoren en dergelijke. Stedelijke vernieuwingsprojecten kennen een grote mate van complexiteit door het grote aantal betrokken partijen en de verscheidenheid aan belangen die daarbij spelen. Het vraagt specifieke kennis en kunde van projectmanagers om hiermee om te kunnen gaan. KTB wil hierbij helpen. Doelstelling KTB KTB is een hecht samenwerkingsverband tussen het wetenschappelijk en Hoger Beroepsonderwijs en publieke en private partijen in de bouw-, infra- en vastgoedsector. Doel van KTB is het bevorderen van nieuwe opleidingen die een continu en adequaat antwoord geven op de toenemende vraag van de markt naar sociaal vaardige professionals. Deze professionals moeten leiding kunnen geven aan integrale gebiedsontwikkelingen en complexe stedelijke vernieuwingsprojecten. Zij organiseert en stimuleert uitwisseling van kennis en ervaring tussen partijen, door actieve participatie van het publieke en private bedrijfsleven in het onderwijsproces.
!ntervisiE
Afstudeerprojecten Om CME-ers de gelegenheid te bieden zich zo goed mogelijk voor te bereiden op de problematiek van stedelijke vernieuwing, wil KTB meehelpen om geschikte afstudeerplaatsen te vinden. Studenten van de opleiding CME kunnen hiertoe een verzoek indienen bij KTB. Belangrijk is zich te realiseren dat bedrijven tijd nodig hebben om een plek en begeleider te vinden. Ook moet er ruimte zijn om een sollicitatieprocedure te doorlopen. Advies is daarom om op tijd te beginnen met het zoeken van een afstudeerplek. Dit moet tenminste drie maanden voor het begin van je afstuderen zijn.
24
NAVIgation System Technology Opportunities (NAVISTO) [door Ir. Bart de Jong, Coördinator starters bij Innovation Lab, en Jeroen Meijs, oud-voorzitter of CoUrsE! en medeorganisator masterproject “Ontwikkeling bedrijfsfuncties”]
NAVISTO is een project met een looptijd van 1 jaar. Het doel is het bieden van ondersteuning aan de deelnemers van dit project bij het identificeren en oppakken van kansen op het gebied van Global Navigation Satellite System (GNSS) toepassingen.
Logo: NAVISTO south
Het project NAVISTO omvat een grondige analyse van de bestaande kennis van satellietnavigatie en de toepassingen ervan, het opsporen van mogelijkheden voor transregionale kennisuitwisseling en samenwerking, de ontwikkeling van een demonstratieopstelling, en het verspreiden van al deze informatie naar geïnteresseerde partijen. NAVISTO is een samenwerkingsproject van de regio’s Catalonië (Spanje), Lombardije (Italië) en Noord-Brabant. Het project moet concrete en duurzame resultaten
opleveren in de vorm van commerciële GNSS kansen, business cases en plannen, hightech start-ups, technologieoverdracht en R&D samenwerking. Dit alles moet leiden tot activiteiten die ook na afloop van dit project blijven lopen.
versiteit bedrijfsontwikkeling en techniek bij elkaar. Het daagt de studenten uit creatief te zijn in het verzinnen van mogelijkheden, maar tegelijkertijd realistisch te zijn met betrekking tot markt- en financieringsvraagstukken.
Wie kunnen profiteren van de resultaten van NAVISTO? Profiteren van NAVISTO zal vooral het MKB in de partnerregio’s, die technologie ontwikkelen op het gebied van satellietnavigatie. Door het organiseren van bijeenkomsten (brokerage events) worden lokale bedrijven in de gelegenheid gesteld om kennis te maken en samen te gaan werken met soortgelijke bedrijven in de andere regio’s.
Het project wordt, naast het Europese karakter van NAVISTO, op verscheidene manieren breder getrokken dan de TU/e. Meer marktgerichte partijen, zoals het Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR) en Innovation Lab, ondersteunen de studenten bij vragen over bijvoorbeeld technische mogelijkheden of vraagstukken met betrekking tot het daadwerkelijk oprichten van hun onderneming. Daarnaast worden de studenten ondersteund in het opstellen van hun businessplan door studenten bedrijfseconomie van de Universiteit van Tilburg.
Contact voor Noord-Brabant In de regio Noord-Brabant is TU/e Innovation Lab projectpartner. Voor meer informatie over NAVISTO kunt u contact opnemen met: Ir. A.J.M. (Bart) de Jong Tel. 040-2474822 Email
[email protected] NAVISTO op de TU Eindhoven Een onderdeel van de masteropleiding Construction Management and Engineering aan de TU Eindhoven is het schrijven van een businessplan voor een eigen product of dienst binnen een bepaald kader. Dit jaar wordt dat kader gedefinieerd door het NAVISTO project. De studenten moeten een businessplan maken gebaseerd op een toepassing van navigatiesatellieten. In deze wederkerige relatie tussen NAVISTO en de TU/e biedt het commercieel benutten van navigatiesatellieten de studenten een enorme uitdaging. Maar ook de TU/e heeft NAVISTO heel wat te bieden. Studenten hebben vaak een geheel andere kijk op bepaalde vraagstukken waardoor zij vaak creatieve oplossingen verzinnen. NAVISTO brengt via de uni-
Wat voorgaande jaren vaak ontbrak aan de ontknoping van het project waren daadwerkelijke resultaten in de vorm van bedrijven. Er werden businessplannen met veel potentie geschreven, maar daar werd uiteindelijk niets meer mee gedaan door de studenten. Om dit te ondervangen worden de studenten gestimuleerd om met een ondernemer samen te werken, zodat zoveel mogelijk ideeën ook daadwerkelijk de markt bereiken. Het Europese kader van NAVISTO vroeg eigenlijk om een grootse en brede opzet van het project. Dit resulteerde ondermeer in de ondersteuning door de Universiteit van Tilburg en de nauwe samenwerking met een aantal ondernemers. Een andere in het oog springende ontwikkeling is de samenwerking tussen opleiding en studievereniging. Studievereniging of CoUrsE! participeert in de organisatie van het project. Op deze manier is geprobeerd om het project dichter bij de studenten te brengen en de studenten nog meer betrokken te krijgen bij new ventures. NAVISTO brengt dus niet alleen bedrijfsontwikkeling en techniek bij elkaar, maar heeft ook of CoUrsE! en de opleiding CME dichter bij elkaar gebracht.
25
!ntervisiE
Wat zijn de voordelen die NAVISTO biedt? Door het uitvoeren van haalbaarheidsstudies, het opstellen van ondernemingsplannen en het organiseren van technologiebijeenkomsten kunnen de betrokken lokale bedrijven hun voordeel doen met regionale partners die hen helpen om technologische- en marktkennis te verzamelen en samenwerking tot stand te brengen met commerciële partners uit andere regio’s.
[Communicatie door presentatie] Als je communiceert over je bedrijf, informeer je niet, je presenteert… Je moet je bedrijf verkopen en anderen overtuigen van de kracht van je plannen. Een onderzoeksrapport schrijf je voor een opdrachtgever. Deze zal aan het eind van het onderzoek een korte presentatie willen over de inhoud van het rapport. In een dergelijke presentatie probeer je de opdrachtgever kort te informeren over je onderzoeksresultaten. [door Jeroen Meijs, oud-voorzitter of CoUrsE! en medeorganisator masterproject “Ontwikkeling bedrijfsfuncties”]
!ntervisiE
Bij het opzetten van een bedrijf werkt het niet zo. Je bent je eigen opdrachtgever, met naar eigen mening een fantastisch idee. Je bent echter ook de enige met de mening dat jouw plan fantastisch is. Je zult de partijen die je nodig hebt voor het opzetten van je bedrijf, zoals investeerders, met een knallende presentatie moeten overdonderen en overtuigen.
26
Alles wat je naar buiten brengt over je bedrijf is onderdeel van je marketingmix, zowel je geschreven businessplan als presentaties voor potentiële doelgroepen. En vergeet vooral niet dat jij als ondernemer ook een deel van de marketingmix bent, die jouw bedrijf zo uniek maakt. Recentelijk werd een workshop gegeven over het houden van een elevator pitch bij de Academic Businessclub in Tilburg. Een elevator pitch staat voor een minipresentatie van ongeveer 30 seconden, waarin je bijvoorbeeld een potentiële investeerder voor jouw bedrijf probeert te interesseren. Het principe is gestoeld op het in de lift tegenkomen van de persoon die je wilt bereiken en hem geïnteresseerd maken voordat hij zijn etage heeft bereikt.
Figuur boven: Perfect Elevator Pitch
Een dergelijke confrontatie in de lift is een sprekend voorbeeld van een situatie waarin de tijdsdruk maximaal is. Maar er zijn veel meer situaties waarin je maar een zeer beperkt tijdsbestek krijgt om je verhaal te houden. Eigenlijk geldt het principe voor elke presentatie, in welke vorm dan ook. Ook al krijg je een uur de tijd om je verhaal te houden en heb je een fantastisch betoog voorbereid dat in dat uur naar een geweldige climax toewerkt, de eerste 30 seconden bepalen het succes van je presentatie. Als je de aandacht
van het “publiek” niet in die eerste halve minuut hebt weten te pakken ben je eigenlijk al verloren. De toehoorder weet niet waar jouw verhaal naartoe leidt en zal in eerste instantie maar met een half oor luisteren. Het is de taak van degene die de presentatie houdt om de zwakke plek van de luisteraar te vinden. In de eerste 30 seconden moet er iets verteld worden wat hem specifiek aanspreekt of wakker schudt.
Prikkeling
Vraag Opening Voorbeeld
Waarom beter dan concurrentie? Meerwaarde Markttendens
Opbouw Elevator Pitch
Boodschap
Geen details
Klantentaal
Een (uitgebreide) presentatie zou dus opgevat kunnen worden als een elevator pitch waaraan direct een vervolggesprek is gekoppeld. In de eerste 30 seconden van je presentatie heb je de aandacht van de toehoorder gewekt en deze nodigt je als het ware uit om verder te vertellen over jouw plannen of bedrijf. Natuurlijk dient dit niet letterlijk genomen te worden. De elevator pitch heeft eenzelfde opbouw als een gewone presentatie, maar de bondigheid is in veel situaties toepasbaar. Denk bijvoorbeeld eens aan dat gesprek dat je laatst hebt gevoerd over je businessidee met dat bedrijf dat je verder kon helpen. Hoe goed, en vooral hoe snel, heb je die mensen duidelijk kunnen maken wat je nu precies wilde? Heel veel mensen willen alles over hun plan vertellen in een zo kort mogelijke tijd en verliezen zichzelf in eindeloze details en bijkomende factoren. Het is juist zaak om als antwoord op de vraag “Vertel even kort waar jullie mee bezig zijn” binnen een minuut een algemeen beeld te schetsen van je plan. Dit kan alleen als je van te voren hebt nagedacht over de kern van je idee en de aspecten die daadwerkelijk zorgen dat je plan uniek is. Dit brengt de twee belangrijkste lessen van de elevator pitch naar voren. Ten eerste: zorg dat je altijd een voorbereid verhaal hebt, je weet namelijk nooit wanneer je iemand over je plannen moet vertellen. En ten tweede: zorg dat je je in je uitleg alleen tot de kern van je idee beperkt, alle details zijn irrelevant in dit stadium. Opbouw van de elevator pitch Een elevator pitch is in feite een minipresentatie en volgt dezelfde principes als de “traditionele” presentatie, zij het dat het gefocused is op het verkopen van een idee. Je zult een elevator pitch dan ook niet
Je doel
Bron: Academic Business Club
letterlijk als eerste deel van je presentatie kunnen gebruiken, maar de boodschap achter de elevator pitch is altijd toepasbaar. Zoals elke presentatie bestaat een elevator pitch in principe uit drie delen. Een opening, de boodschap en het slot. De opening is bij een elevator pitch natuurlijk anders dan in een gewone presentatie, omdat je de toehoorder onverwacht aanspreekt. Een elevator pitch zal dan ook vaak beginnen met een luchtige opmerking om de aandacht van de toehoorder te trekken, zoals elk gesprek eigenlijk begint. Het is zaak om hierna direct de persoon tegenover je te prikkelen. Dit kan vaak door een vraag of stelling die de toehoorder direct aanspreekt in zijn persoonlijke situatie. Een belangrijk aandachtspunt binnen de elevator pitch is het persoonlijke karakter. Je spreekt direct tot één persoon, waardoor je je hele verhaal precies op zijn interesses af kan stemmen. Een ander aspect van het persoonlijke is dat ook jijzelf een belangrijk onderdeel van de presentatie bent. Niet alleen je boodschap, maar ook jouw persoonlijkheid, zal de toehoorder aan moeten spreken. Dit is ook een belangrijk verschil met een geschreven presentatie zoals een businessplan. Om dit gemis in het businessplan op te vangen wordt vaak aandacht besteed aan de persoon achter het bedrijf in een apart onderdeel van het plan. Zorg in beide gevallen dat je gebruik maakt van je persoonlijkheid. Focus vooral de aandacht op aspecten waarvan jij denkt dat die de ander aan zullen spreken. De persoonlijkheid van de ondernemer is een zeer belangrijk onderdeel van de marketingmix.
27
!ntervisiE
Slot
!ntervisiE
“Als je de core business van je onderneming niet in één zin kan omschrijven besef je niet waar je mee bezig bent.”
28
De opening van je verhaal moet de aandacht trekken van degene die je aanspreekt. Bondigheid staat hierbij centraal. Wat je niet in twee zinnen kan vertellen komt niet over. Datgene wat je daadwerkelijk wilt vertellen aan de toehoorder komt aan de orde in de boodschap. Vertel hierin heel bondig wat je te bieden hebt. Treed hierin vooral niet in detail. Details zijn vaak moeilijk te volgen en blijven zeker niet hangen. Probeer voor jezelf de kern van jouw product of dienst te vinden en breng dit over naar de klant. Veel mensen hebben moeite om op een dergelijke wijze hun product of idee te bekijken. Het omschrijven van je bedrijfsconcept in één of twee zinnen helpt je de kern te vinden en zorgt ervoor dat je je eigen plan beter doorziet. Een voorbeeld van een toepassing kan ook hier het verhaal verlevendigen en de boodschap persoonlijker maken. Hoe jouw oplossing daadwerkelijk in elkaar steekt hoef je niet direct te vertellen. Dit kan juist een mooi aanknopingspunt zijn voor een toehoorder die daadwerkelijk in je plan geïnteresseerd is. Het slot van een pitch dient voornamelijk om aan te geven wat je daadwerkelijk wilt bereiken met het aanspreken van de desbetreffende persoon. Je kunt bijvoorbeeld vragen of je een keer contact met hem of haar mag opnemen.
Aandachtspunten Een uitgebreide voorbereiding zorgt ervoor dat je een goed doordachte presentatie kan geven. Het aanhouden van de juiste opbouw en het op de juiste wijze hieraan invulling geven is de basis voor een goede presentatie of pitch. Er zijn daarbij een aantal specifieke aandachtspunten waarmee je rekening moet houden bij het opstellen en oefenen van je verhaal. Een pitch bedenk je niet ter plekke, maar het moet wel overkomen alsof het een spontaan verhaal is. Doordat je van te voren je verhaal bedenkt kan je hoofdzaken van bijzaken scheiden. Tevens kan je een duidelijke structuur in je verhaal aanbrengen. Als je spontaan een pitch wilt verzinnen zal je snel
bedrogen uitkomen. Ondanks de tijdsdruk zal je toch vaak zo veel mogelijk over je businessplan willen vertellen. Dit leidt al gauw tot een onsamenhangend verhaal, waarbij je van de hak op de tak springt om maar zo veel mogelijk voordelen van je plan te kunnen benoemen. Zorg dus voor het opzetten van je verhaal dat je voor jezelf duidelijk hebt wat nu precies de kern van je bedrijfsconcept is. Stel jezelf de vraag “Wat is mijn core business?” en verwerk dat in je boodschap. Alle bijkomende voordelen of precieze invulling van je plan zijn niet relevant voor je pitch.
Do - Automatisme (zonder dat je dat uitstraalt) - Non-verbaal: o Open houding o Aankijken o Enthousiasme - Oefenen, Oefenen, Oefenen - Keep it simple; Beperk je tot de kernwaarde van je product of dienst. Door te veel in detail te treden verlies je de aandacht van de toehoorder. Vertel je verhaal in een taal die je toehoorder begrijpt en aanspreekt. Don’t - Automatisme, waardoor het een opgezegd verhaaltje lijkt - Details - Teveel eeuh… Je verhaal moet niet overkomen als een volledig uit je hoofd geleerd opzegrijmpje, maar te veel aarzeling zorgt ervoor dat je heel onzeker overkomt. Bron: Academic Business Club
Als je verhaal compleet is en voldoet aan je eisen moet je het uit ten treure oefenen. Je verhaal moet zo goed in je hoofd zitten dat je het zonder nadenken kan vertellen. Waak er echter wel voor dat je het verhaal niet zo uit je hoofd leert dat het een opgedreund riedeltje wordt. Zorg dat je de balans vindt tussen automatisme en spontaniteit. Waak er echter voor dat je niet gaat improviseren. Door improviseren wordt de kans erg groot dat je de draad van je verhaal kwijt raakt en terugvalt in onsamenhangend gezwets. Ook hier zal veel oefenen een belangrijke rol spelen. Oefen voor de spiegel om ook aan je nonverbale communicatie te werken. Oefen voor familie of kennissen om commentaar te krijgen op je manier van presenteren en om uit te testen of je boodschap begrijpelijk is en over komt. Voorbereiding De belangrijkste boodschap achter de elevator pitch is dat je altijd voorbereid moet zijn. Zorg dat je je verhaal klaar hebt als je het onverwacht nodig hebt. Wees ook voorbereid op vragen van de toehoorder.
Een geïnteresseerde toehoorder zal zeker vragen naar wat je precies doet. Zorg dat je hier een antwoord op hebt of dat je weet wat je moet doen als je het antwoord niet weet op die vraag. Je hoeft je niet te schamen als je het antwoord schuldig moet blijven, als je maar geloofwaardig over blijft komen. Geef aan dat je erachter aan gaat en dat je er nog op terug zult komen. Als je goed voorbereid bent kan je enthousiast en zeker van je zaak overkomen. Dat zijn zeer belangrijke kenmerken van een goede ondernemer. Bedenk dat een ondernemer continu afgerekend wordt op hetgeen hij over zijn bedrijf vertelt en op welke manier hij die boodschap brengt. Als een ondernemer communiceert over zijn bedrijf presenteert hij zijn productenarsenaal. Bij of CoUrsE! kunnen we je extra informatie of tips leveren die je kunnen helpen een pitch voor je bedrijf of voor jou als persoon voor te bereiden. Als je meer wilt weten over het voorbereiden van een pitch, zijn er op internet heel wat sites te vinden. Kijk bijvoorbeeld eens op: www.scottberkun.com/essays/essay38.htm www.annedienhoen.nl/img/02zelfpresentatie.pdf
29
!ntervisiE
Een pitch houdt je niet voor jezelf maar voor een specifieke persoon of doelgroep. Zijn kennis van zaken staat centraal in je pitch. Heel veel termen die voor jou vanzelfsprekend zijn, zijn voor een ander volkomen onbekend. Dit geldt ook voor bepaalde onderwerpen of voor volgens jou “algemeen bekende feiten”. Zo zal de achtergrond van het probleem waar jij een oplossing voor hebt voor jou volkomen bekend zijn. De persoon die je wilt overtuigen is hier misschien helemaal niet van op de hoogte. Ga dus nooit uit van wat jij weet of waar jij bekend mee bent, maar wees heel duidelijk en specifiek in het omschrijven van jouw geniale vinding. Zorg er dus altijd voor dat je doelgroep weet waar je het over hebt. De meest veilige optie om dit te bereiken is het aanhouden van lekentaal die in principe iedereen kan begrijpen en het vertellen van een volledig verhaal. Alleen als je echt zeker weet dat je doelgroep bekend is met een bepaalde term of onderwerp kan je daarvan afwijken.
[Bouwmanagers van de toekomst, 3TU Master: Construction Management and Engineering -CME-] Stilstaan is achteruitgaan. Waar je als student druk bezig bent met je studie en je toekomst, zijn er andere mensen ook druk bezig met de studie van de toekomst. Zonder dat wij als studenten daar direct zicht op hebben zit onze opleiding in een proces van verandering en internationalisering. Als studievereniging vinden wij het belangrijk ook de studenten van deze ontwikkelingen op de hoogte te houden. Wat staat er te gebeuren met de opleiding die wij op dit moment volgen? Wij hebben mevrouw Bult-Spiering van de Universiteit Twente gevraagd hier wat duidelijkheid in te scheppen. [door Mirjam Bult-Spiering, Universiteit Twente]
!ntervisiE
In september 2007 gaat een nieuwe Masteropleiding van start: Construction Management & Engineering. Deze opleiding is in velerlei opzichten bijzonder, niet in de laatste plaats omdat het gaat om een internationale Master die door de drie technische universiteiten in Nederland gezamenlijk wordt ontwikkeld én verzorgd.
30
Ontwikkelingen in de Bouwsector De bouwsector staat voor een grote veranderopgave. Complexe, innovatieve en multidisciplinaire projecten vragen om een andere aanpak dan de sector gewend was. Bovendien dwingen misstanden uit het verleden partijen om hun samenwerking, de te realiseren projecten en hun eigen organisaties anders vorm te geven. Deze veranderopgave betreft niet alleen de Nederlandse markt, maar de sector wereldwijd. Het vernieuwen van de bouwsector staat hoog op de politieke en maatschappelijke agenda’s.
Bouwbedrijfsleven, overheid en wetenschap doen grote investeringen om de wensen van samenleving en markt te vertalen om zo de noodzakelijke vernieuwing in de bouw aan te jagen. Voorbeelden van deze investeringen zijn kenniscentra als PSIBouw en de Regieraad Bouw in Nederland en Rethinking Construction in het Verenigd Koninkrijk. Managers van de toekomst Vernieuwingen in de sector vragen om een nieuw soort managers. Deze managers moeten in staat zijn technische en management kennis en vaardigheden te combineren. Zij moeten monodisciplinaire technische benaderingen kunnen ombouwen tot procesbenaderingen waarin beleidsaspecten, maatschappelijke aspecten en management methoden geïntegreerd zijn met technologie. In navolging van deze behoeften is de Master CM&E ontwikkeld.
Deze Master biedt studenten een breed programma dat zowel proces als ontwerp, als project georiënteerd is. 3TU Graduate School De drie technische universiteiten in Nederland, TU Delft, TU Eindhoven en Universiteit Twente, willen door meer samen te werken hun betekenis voor de Nederlandse kenniseconomie vergroten. In 2003 is daarom gestart met het harmoniseren en coördineren van hun inspanningen op het gebied van onderzoek en onderwijs. In deze samenwerking is overeenstemming bereikt over het ontwikkelen en aanbieden van zes gezamenlijke Masteropleidingen rondom speerpunten van de Nederlandse kennis-economie. De Master CME is één van deze zes Masters.
De laatste cornerstone is een vak waarin het geleerde in de vier andere cornerstones wordt gecombineerd en gepraktiseerd in een real life case, ontwikkeld in nauwe samenwerking met publieke en private actoren in de bouwsector. Bovendien is de 5de cornerstone bedoeld om de studenten voor te bereiden op hun keuze voor het specialisatiedeel van de Master. Dit gemeenschappelijke deel van de opleiding wordt op de drie locaties aangeboden en heeft overal dezelfde eindtermen, studiemateriaal en beoordelingswijze. Studenten kunnen kiezen waar ze dit deel van de opleiding volgen. De 5de cornerstone wordt door alle Master studenten van de drie locaties samen gevolgd op een centrale locatie, mede bepaald door de real life case. De onderwerpen in het specialisatiedeel van de Master CME zijn verbonden met de onderzoeksspecialiteiten op de drie verschillende locaties. Kortweg zijn dat het living building concept in Delft, complex construction assignments in relation to urban site development in Eindhoven en market dynamics, planning & development and design processes & engineering in Twente. De afstudeerscriptie maakt ook onderdeel uit van de specialisatie.
Voor het specialisatiedeel kunnen studenten dus opnieuw kiezen voor een locatie. Overstappen naar een andere locatie is mogelijk, maar niet noodzakelijk. Op elk van de drie locaties wordt de Master CME georganiseerd als één coherent programma, maar per student is maatwerk mogelijk. Dat betekent bijvoorbeeld dat er voor studenten in hun individuele programma’s mogelijkheden zijn voor het volgen van keuzevakken op een van de andere locaties. Schematisch ziet het nieuwe programma er uit zoals hierboven staat weergegeven. Toets De aanvraag voor en toets van deze nieuwe opleiding bij de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie en het ministerie van OC&W loopt. Zodra deze procedures succesvol zijn afgerond, is de nieuwe Master CME definitief. De bestaande afstudeerrichtingen CME in Eindhoven en Twente gaan in principe op in de nieuwe Master. Dat betekent dat met ingang van 2007 bestaande programma’s worden vervangen door het nieuwe programma, uiteraard met zorgvuldige overgangsregelingen daar waar nodig en gewenst.
31
!ntervisiE
Programma Master CME De Master is een tweejarige Engelstalige opleiding die bestaat uit een gemeenschappelijk en een specialisatiedeel. Het gemeenschappelijke deel bestaat uit 5 basisvakken, de zogenaamde ‘cornerstones’: 1. Project management 2. Process management 3. Legal and governance aspects 4. Collaborative design and engineering 5. Integration and orientation
[Urban Development and Economics in Dubai] We are Master Students Construction Management and Engineering from the University of Technology Eindhoven. For our graduation project we are in Dubai till April 2007 to do research about urban development and economics. The choice for Dubai is based on what we heard and read about it on the news and our personal interest. Besides, Dubai is also known as the biggest construction place in the world, and its fascinating Palm Islands on the coast.
!ntervisiE
[Tim van Helmond and Bas van Montfort, 2nd board of study association of CoUrsE!]
32
We started the preparation of our graduation project in March with contacting different parties in the Netherlands and Dubai who are interested and willing to participate in our research. After two months we had arranged the basic things like housing, a cooperating university in Dubai and sponsoring. From this point we knew we could do our graduation project in Dubai and get started with the preparation of our graduation. At this moment we have four companies who are participating in our research; they are the University of Technology Eindhoven, the British University in Dubai, AT Osborne and CB Richard Ellis, Dubai. Dubai is one of the seven Emirates comprising the United Arab Emirates (UAE), which is strategically positioned on the North-Eastern tip of the Arabian Peninsula, south of the Arabian Gulf. Dubai is the most libeall Emirate of all. This is because of the present building developments and expansion drift of the Emirate. The knowledge, manpower and experience for establishing these projects has been supported by professionals
from outside the Emirates. Individuals from the Asian Subcontinent do most of the labour work in the Emirates. One layer above the labour workers are the consultants and managers. Most of them are Europeans, Australians or Americans. Most of the decisionmakers at the top are ‘family members’ and they are leading the country. Dubai lies on a natural creek Khor Dubai which runs inland for about 10 kilometres and was the nucleus from which the city was developed. The 1960s were years of massive political and economical growth for Dubai. Oil was discovered in 1966 and the city began to reap the benefits from the hard work of the previous decades. In 1990 Sheikh Rashid bin Saeed died and his son Sheikh Maktoum bin Rashid Al Maktoum became ruler. He instigated his own ambitious plans to make Dubai a modern city, ready for the 21st century. In the last ten years Dubai became a modern city with high-rise buildings, hotels, shopping malls and the only 7-star hotel in the world, the Burj al Arab. They created the
artificial island the Palm Jumeirah and three other islands the Palm Jebel Ali, the World and the Palm Deira, which are under construction. Also under construction is the world largest tower, the Burj Dubai, with an estimated height of around 750 meters. Two major projects that are under development at this moment in Dubai are: Dubailand, Dubai Festival City, Dubailand will be the largest entertainment project, with theme attractions divided over six main areas. Dubai Festival City is a mixed used development with hotels, leisure, living, working and shopping facilities. And further there are four international business projects; Dubai Internet City, Dubai Media City, Business Bay and Jumeirah Lake Towers. During our literature study we will focus on four different aspects of urban development and economics in Dubai. These main aspects are: 1. Macro economical developments; 2. Property market; 3. Role of investors and 4. Organisation of development and exploitation.
These four aspects are chosen from the research of ir.Erik Blokhuis, who is doing his admit to the degree of doctor at our university. His research is about restructuring of industrial estate in the Netherlands. The results of our study in Dubai can be a supplement to his research. In our literature study phase we have more than one aspect to collect data and information. That is because we have to ‘check’ the local references in practice on readiness and availability. Research is an underdeveloped item in Dubai and information is, most of the time, difficult to obtain. In the interviews* that we have had so far we were warned of that. Sometimes people are not allowed to share information they have, or the information is simply not written down in a report or essay. After our literature study we plane to make a demarcation and focus on one of the main aspects.
Beside our graduation we have enough time for relaxation and cultural visits. In the first month we were in Dubai we visited the old city districts Deira and Bur Dubai with their souks. A souk is a place where businessmen sell their commodities. Here in Dubai there are some major souks; the gold souk, spice souk and the Dubai old souk. Further we also visited some very good bars and discotheques and we played golf. In the first week of November a good friend visited us and we went to Oman for a vacation. For us it was also necessary to cross the boarder because we had to extend our visa. In Oman we went to Khasab where we took a beautiful Dhow cruise and did some snorkelling. For all other things we have done as well as up-to-date information about our graduation, you can visit www.TimenBasinDubai.com. Here you can also view some pictures or leave a message in our guestbook!
33
Please feel free to visit us at www.timenbasindubai.com!
* Interviews in October 2006 with Van Oord Gulf FZE, Arup Major projects and British University in Dubai.
!ntervisiE
In spite of the diversity in urban development projects planned in Dubai and the lack of research data about strategy and the process organisation, we try to give insight about the construction management processes and the investment climate in Dubai. The development which is going on in the Gulf Region is very interesting for investment companies, the Dutch government, consultancy companies, and Dubai is becoming the new global hub. Let’s find out what we in the Netherlands can learn from Dubai’s urban development and economical processes.
[Column: procesmanagement in de bouw] [Bert van Eekelen, PRC & Visiting Professor Construction Management]
Wat is er bijzonder aan het managen van processen in de bouw? Daar hebben we sinds jaar en dag toch het (bouw)projectmanagement voor? Op zichzelf zijn de beginselen van het projectmanagement nog steeds valide. Althans voor die projecten die aan de daarbij behorende criteria voldoen. Met een duidelijk omschreven eenduidig doel waar meerdere van de betrokkenen belang aan hechten. En met vastomlijnde kaders die gedurende de ontwikkeling van het project bewaakt kunnen worden.
!ntervisiE
Dergelijke projecten kennen we nog steeds. Maar tegenwoordig gaat er vaak een fase aan vooraf. En dan gaan de wetmatigheden van het projectmatig werken niet meer op. Omdat veel processen die uiteindelijk tot projecten leiden doelzoekend starten. Omdat kaders gedurende het proces ontwikkeld moeten worden en er sprake is van voortschrijdend inzicht. Met veel betrokkenen die allemaal invloed uit willen oefenen.
34
Het is voor studenten in onze opleiding van belang te begrijpen over welke processen het gaat en hoe ze gemanaged moeten worden. Omdat ze daar straks in de praktijk direct mee te maken krijgen. Veel van de hedendaagse bouwopgave is complex. Veel nieuwe concepten moeten ontwikkeld worden alvorens projecten gedefinieerd, ontwikkeld en uitgevoerd kunnen worden. Het ontwikkelen van concepten in een omgeving met voortschrijdend inzicht vraagt om bijzonder management van dat proces. Over het procesmanagement is voldoende geschreven door ten Heuvelhof en in ’t Veld. Dat behoeven we niet dunnetjes over te doen. Wel is het van belang een aantal aspecten belichten die te maken hebben met de veranderende bouwopgave en de toegenomen complexiteit. Wat voor procesmanagement is er nodig in de bouw? Gaan we slimmere manieren vinden om “Betuweroutes” aan te leggen?. De 160 kilometer spoor “van zee naar Zevenaar”, maar dan zonder kostenover-
schrijding? Of beseffen we ons dat projecten als de Betuweroute maar voor een klein beetje over de fysieke opgave van het realiseren van 160 kilometer spoor gaan. Ze gaan vooral over 20 kilometer met buren”. Over de tientallen gemeenten die worden aangedaan, over de talloze bovengrondse en ondergrondse kruisingen met wegen, waterwegen, kabels en leidingen. Over meer dan 2000 procedures die doorlopen moesten worden. En over de vele aspecten die bij het project blijken te behoren als je alle betrokkenen mag geloven. Die in de oorspronkelijke ramingen niet zijn voorzien. Maar waar je niet omheen kunt als je in Nederland tot besluitvorming wil komen. Procesmanagement manifesteert zich omdat we zelden nog in de groene weide bouwen. We bouwen in binnensteden, we bouwen op en boven elkaar. Voordat we kunnen bouwen moeten bestaande functies worden beëindigd of verplaatst. Met heel veel belanghebbenden die niet altijd even positief staan ten opzichte van het project. Dat vraagt om een andere aanpak dan het traditionele projectmanagement. Een aanpak waarbij bouwproces en projectomgeving goed op elkaar worden afgestemd. Als je niet weet wat er in de verschillende fasen van een project moet gebeuren, binnen de kaders van het project en erbuiten, dan speel je niet echt meer mee. Als je geen idee hebt wie er allemaal een rol spelen in het voortbrengingsproces wat we bouwen noemen, dan blijft het allemaal erg ingewikkeld. Je moet risico’s kunnen identificeren, beheersmaatregelen kunnen ontwikkelen. Nieuwe aanpak, echt denkwerk over de totstandkoming van het bouwproject, altijd ver voor het feitelijke uitvoeringsproces. Daarom is het van belang te weten wat er verandert in de beroepspraktijk. Weten wat waardecreatie is. Weten wie er allemaal betrokken moeten zijn en waarom. Weten hoe je samenwerking organiseert. Daarom is kennis over procesmanagement cruciaal bij de voorbereiding op de beroepspraktijk.
7E; 7djl^ckZhi ^h YZ kVhi\dZYdcYZgcZb^c\ kVc ]Zi 7ZYg^_[heZch^dZc[dcYh kddg YZ 7djlc^_kZg]Z^Y 7E; 7djl# 7E; 7djl^ckZhi WZaZ\i YZ eZch^dZcegZb^Zh ^c ldc^c\Zc! `VcidgZc! WZYg^_[h\ZWdjlZc! l^c`ZaXZcigV Zc \gdcYedh^i^Zh# 7ZaZ\\Zc! dcil^``ZaZc Zc WZ]ZgZc/ lZ YdZc ]Zi bZi \gdcY^\Z `Zcc^h kVcoV`Zc#BZi\ZkdZakddgc^ZjlZWZ]dZ[iZc ^c YZ bVg`i# BZi deZc k^o^Zg cVVg dcoZ hVbZclZg`^c\h"eVgicZgh# BZi ZZc hX]Zge dd\ kddg `lVa^iZ^i# BVVg kddgVa! bZi ZZc lVgb ]Vgi kddg YZ bZchZc Y^Z ^c YZ Yddg dch dcil^``ZaYZ \ZW^ZYZc ldcZc! lZg`Zc! gZXgZ
gZc# I %'% *-( &+ %% · lll#We[Wdjl^ckZhi#ca
bpfA5.indd 1
10-05-2005 16:20:50
RO groep ondersteunt en adviseert marktpartijen, instanties en overheden bij vraagstukken rond stedelijke herstructurering en ruimtelijke inrichting. De herinrichting van stedelijke ruimte is ingewikkeld. Samenwerking tussen ruimtegebruikers, overheden, maatschappelijke ondernemers en investeerders is daarbij cruciaal. RO groep kan die samenwerking tot een succes maken vanuit een onafhankelijke positie, door integer te handelen en vertrouwen te scheppen. Wij preken de passie voor ons vak: het versnellen van processen, het creëren van toekomstwaarde en het beheersen van risico’s. Onze kennisgebieden zijn wonen, werken, zorgen, leren en beleven. Onze specialisaties zijn strategische (huisvestings-)visies, binnenstedelijke gebiedsontwikkeling en directievoering bij complexe bouwwerken. Onze missie is opdrachtgevers te laten excelleren.
De kunst van het verstaan
RO groep www.rogroep.nl