Nederlandse mode Fashion at Arnhem is een internationale manifestatie op het gebied van modevormgeving die voor het eerst in 2005 zal plaatsvinden. Nederlandse mode is ‘hot’. Zijn artistieke en economische potentie komt onvoldoende uit de verf. Bij de Raad voor Cultuur liggen momenteel diverse plannen op modevormgevingsgebied te wachten op beoordeling. Bundeling van initiatieven om de Nederlandse modecultuur te bevorderen lijkt gezien de omvang van de sector wijs. Willemien van Aalst en Petra Remmen
Het artistieke niveau van modevormgeving in Nederland is hoog. Met fameuze modeontwerpers als Viktor & Rolf en Alexander van Slobbe staat Nederland sinds een aantal jaren ook op de internationale modekaart. Nederlanders zijn (inter-)nationaal in brede zin actief: van ontwerper, stylist en kapper tot topconfectiemerken. Ondanks het feit dat de publieke interesse voor mode in Nederland toeneemt, is de marktpositie van zowel Nederlandse modevormgeving als die van de Nederlandse modeontwerpers niet substantieel verbeterd. De internationale aandacht voor de Nederlandse modevormgeving heeft weliswaar een positief effect gehad op de belangstelling van de Nederlandse media voor mode van eigen bodem, maar een podium voor de presentatie van en discussie over modevormgeving in Nederland ontbreekt. Producten van Nederlandse modeontwerpers zijn niet of nauwelijks te koop. Nederlands modeklimaat Nederlandse modeontwerpers kiezen voor verschillende carrièrelijnen: eigen label, werken voor een ander label, confectie-industrie, modeperformances, een eigen winkel et cetera. Binnen de verschillende carrièrelijnen zijn diverse routes te kiezen, zoals: een eigen label opzetten via Parijs (met óf zonder show) of klein in Nederland beginnen (met óf zonder eigen winkel). De wijze waarop Nederlandse ontwerpers zich presenteren doet vermoeden dat de artistieke kwaliteit van hun ontwerpen het hoogste streven is en dat erkenning van musea, galeries en critici belangrijk wordt gevonden. In sommige gevallen is dit een bewuste keuze. Talentvolle Nederlandse modeontwerpers presenteren zich vooral op de
117
internationale podia en zoeken hun heil bij buitenlandse persagenten. Het vestigen van een naam is een belangrijk doel. Het hebben van een naam zou vervolgens de deur naar financiers moeten openen en de mogelijkheid bieden om een rendabele productie te starten. Het lukt echter weinigen een blijvend rendabele beroepspraktijk op te zetten. Productie en distributie vormen een groot probleem. De sector ontbeert vooralsnog voldoende kennis en financiering om in Nederland een artistiek en economisch succesvolle modevormgevingsketen op te zetten. Wel draagt de internationale zichtbaarheid van talentvolle Nederlandse ontwerpers ertoe bij dat Nederlandse ontwerpers steeds vaker gerekruteerd worden door buitenlandse bedrijven. Modeontwerpers kunnen in Nederland een beroep doen op verschillende financiële regelingen:
presentatiesubsidies en projectsubsidies van de Mondriaan Stichting1 startstipendia en projectsubsidies, werkbeurzen en investerings-
subsidies, praktijksubsidies van het Fonds voor Beeldende Kunst Vormgeving en Bouwkunst 2
regelingen gericht op economisch rendement van het ministerie van
Economische Zaken 3. Daarnaast zijn er de particuliere prijzen zoals de Robijn Fashion Award,
Impuls ontwerpers
Frans Molenaar Couture Prijs en de Bodyfashion Design Award. Het lukt echter weinig ontwerpers vanuit deze regelingen een rendabele
Platform voor kennisuitwisseling
beroepspraktijk op te bouwen.
Plaats waar Nederlandse mode getoond wordt (hoog ambitieniveau en internationale uitstraling)
Ontwikkeling netwerk
In de periode 2002/2003 heeft AEF een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd
Combinatie van kennis en geld; alleen beurzen/subsidies is niet genoeg
naar de mogelijke totstandkoming van een modepresentatiepunt.
Individueel/persoonlijk advies over eigen bedrijf, marktstrategie; eventueel ook ondersteuning en
Het idee voor een presentatiepunt voor mode en kostuum werd geïnitieerd vanwege de bijzondere kwaliteit van de bestaande mode- en kostuum-
praktische begeleiding
Verkooppunt
collecties van het Gemeentemuseum Den Haag, het Rijksmuseum Amsterdam en het Centraal Museum Utrecht. Maar ook musea als het Historisch Museum Rotterdam, het Fries Museum, het Openluchtmuseum, het Amsterdams Historisch Museum en het Museum Boijmans van Beuningen hebben belangrijke collecties. Musea zijn veelal gericht op het kledingstuk zelf en geven geen volledig beeld van de ontwikkeling van de mode. Modevormgeving krijgt in de musea meestal ook relatief weinig aandacht aangezien het een onderdeel van een grote collectie is. Op dit moment is er in Nederland geen plaats waar mode in museale context in enige omvang permanent te zien is. Er is geen plaats om de kwaliteit en diversiteit van de museale collecties in samenhang te tonen. Kansen zijn er in Nederland, mits initiatieven gebundeld worden ten aanzien van:
presentatie, uitwisseling en kennisoverdracht verkoop van producten van Nederlandse ontwerpers een centrale documentatie/informatie.
Het is om die reden te betreuren dat het modepresentatiepunt niet van de grond is gekomen en de plannen vooralsnog in de ijskast zijn gezet. Mogelijk was het modepresentatiepunt anno 2003 een stap te ver. Alhoewel bedoeld als een innovatief centrum met het accent op
118
permanente activiteiten en debat werd het toch teveel als wéér een activiteit van ‘gevestigde’ musea gezien. Den Haag, Utrecht, Arnhem en Amsterdam zagen het belang in van een dergelijk modecentrum. Door onvoldoende steun kwam het initiatief echter niet van de grond. Fashion at Arnhem Fashion at Arnhem is een gezamenlijk initiatief van de stad Arnhem en de befaamde modeopleidingen van ArtEZ, Hogeschool voor de Kunsten Oost-Nederland. Het doel is een bruisend internationaal topevenement waarbij een breed en divers publiek kennis kan maken met de modevormgeving. Het evenement brengt (inter)nationale ontwerpers, producenten, distributeurs, kenners, liefhebbers en bezoekers bij elkaar in Arnhem en omgeving. Fashion at Arnhem vindt voor het eerst in juni 2005 plaats en zal vervolgens om de twee jaar worden georganiseerd. Fashion at Arnhem is voor Arnhem een instrument om zich nationaal en internationaal te positioneren als dé modestad van Nederland. Internationaal staan de Arnhemse modeopleidingen hoog aangeschreven. Veel talent dat in Arnhem is opgeleid heeft in de vakwereld internationaal aandacht getrokken, met als belangrijkste boegbeelden Viktor & Rolf, die hun werk in de winter van 2003/2004 in een overzichtstentoonstelling in het Louvre exposeerden. De Arnhemse academie vormt de kern van het succes. Nauw verbonden aan de moederopleiding zijn de tweede fase opleidingen van de Academie, het Fashion Institute Arnhem (FIA) en Mode Vormgeving & Strategie (MV&S). Ook de bijzondere leerstoel voor mode, het lectoraat dat aan Arnhem is toegekend, draagt bij aan de naam en faam van ArtEZ als centrum van modevormgeving. Fashion at Arnhem wil de resultaten van deze combinatie beter zichtbaar maken. Fashion at Arnhem is daarmee de eerste modebiënnale in deze beeldende discipline, want er is, zoals eerder aangegeven, in Nederland nergens een veelomvattend evenement waar modeontwerpers hun product kunnen presenteren en in discussie kunnen treden met de branche en het publiek. Fashion at Arnhem profileert zich nadrukkelijk als een internationale manifestatie van hoge kwaliteit. Het is de beste manier om ook in Nederland de modevormgeving onder de aandacht te brengen van een breed en divers publiek. Ook wil Fashion at Arnhem jonge ontwerpers een bijzonder podium verschaffen om zich te presenteren en in aanraking te brengen met diverse publieksgroepen en wil het de economische potentie van de modevormgeving stimuleren. Uitgangspunt van formule en concept van Fashion at Arnhem is dat elke editie gebaseerd is op een centraal thema en bestaat uit een hoofdprogramma en een nevenprogramma. Het hoofdprogramma bevat drie nauw samenhangende componenten:
artistiek inhoudelijk (shows/presentaties) theoretisch (symposia, lezingen, discussies, conferenties, publicaties) markt (matching bedrijven – ontwerpers, producenten – fabrikanten).
119
Het nevenprogramma bestaat uit culturele en educatieve activiteiten die thematisch aanhaken bij Fashion at Arnhem en die door diverse instellingen, binnen en buiten Arnhem, onder eigen verantwoording worden georganiseerd. Randvoorwaarden voor succes Fashion at Arnhem heeft de potentie in zich om een succesvol evenement te worden. De tijd is er rijp voor. Arnhem is bij uitstek de stad waar de Nederlandse modevormgeving zich kan manifesteren. Arnhem draagt daarmee bij aan de landelijke spreiding van belangrijke culturele evenementen. Niet toevallig zegt de Staatssecretaris van Cultuur en Media dan ook in een interview in de Volkskrant 4 dat ze kiest voor kwaliteit op de beste plek en noemt zij expliciet de modevormgeving als dé (culturele) kracht van Arnhem. Bovendien heeft Arnhem, anders dan de grote andere steden, tot op heden geen kunstvorm waarmee ze zich nadrukkelijk manifesteert. Het wordt tijd voor de Nederlandse modevormgeving een plaats te creëren waar de Nederlandse modevormgevingswereld periodiek samenkomt, analoog aan het Boekenbal voor de Nederlandse schrijvers, het Nederlands Film Festival voor de Nederlandse filmmakers et cetera. De potentie voor succes is aanwezig, maar wel of niet succesvol hangt af van een aantal randvoorwaarden. Als deze randvoorwaarden niet ingevuld worden zal ook dit initiatief vroegtijdig eindigen. De belangrijkste randvoorwaarden voor succes zijn:
krachtig (artistiek) leiderschap met een heldere visie en sterke
programmering
financiële en morele support (politiek/ ambtelijk) van rijk, gemeente
en provincie
financiële steun van sponsors en (particuliere) fondsen professionele organisatie groot nationaal en internationaal draagvlak veel media-aandacht samenwerking tussen ontwerpers en diverse (mode)partners op lokaal,
regionaal, nationaal en internationaal niveau. Vliegwiel voor toekomst Aan een aantal randvoorwaarden is, in deze startfase, reeds voldaan. Gemeente en provincie ondersteunen de plannen krachtig, een heldere visie is geformuleerd, de contouren voor een sterke programmering zijn gereed, het draagvlak is groeiende en de basis voor een krachtige organisatie en sterk (artistiek) leiderschap is gelegd. Cruciaal wordt de beslissing van de Staatssecretaris van Cultuur en Media over de subsidieaanvraag die is ingediend in het kader van de Cultuurnota-advisering 2005-2008. Deze subsidie moet, samen met de bijdragen van gemeente en provincie, de financiële basis vormen waarop verder gebouwd kan worden. De artistieke en zakelijke uitwerking is vervolgens in hoge mate bepalend voor de mate van succes. Van echt succes kan pas gesproken worden als Fashion at Arnhem in staat blijkt te zijn als vliegwiel te dienen voor
120
nieuwe artistieke en economische ontwikkelingen in de sector en mede daardoor een impuls kan geven aan een professionele en kwalitatief hoogwaardige Nederlandse modevormgevingssector.
1 De Mondriaan Stichting is een overeenkomst met de ABN-AMRO aangegaan waardoor zelfproducerende vormgevers (w.o. modevormgevers) iets gemakkelijker een lening kunnen afsluiten om een ontwerp in productie te brengen. De Mondriaan Stichting staat daarbij garant voor de helft van het kredietrisico. De bank kijkt of iemand kredietwaardig is en de Mondriaan Stichting bekijkt, middels extern advies, of het ontwerp haalbaar is om in productie te kunnen nemen. 2 Het Fonds BKVB verstrekt naast startstipendia en projectsubsidies diverse subsidies, waarmee modevormgevers in de gelegenheid worden gesteld de productie van hun werk voort te zetten en verder te ontwikkelen zoals werkbeurzen, investeringssubsidies en praktijksubsidies. 3 Het ministerie van EZ heeft regelingen gericht op startende ondernemers en economisch rendement. Vraag is in hoeverre deze algemene regelingen goed toepasbaar zijn voor ontwerpers. 4 2 juli 2003.