Coronaire aandoening Vraag en antwoord
H e t l eve n ga
at vo o r t !
Hulpprogramma voor patiënten
www.infogezondheid.be
Belgische Cardiologische Liga
Inhoud M e e r we t e n . . .
1. Alles wat U moet weten om coronaire ziekte beter te begrijpen WAT IS ER MET ME GEBEURD ? 1. Wat is een acuut coronair syndroom ? Bestaan er meerdere soorten acute coronaire syndromen?
p. 8
2. Wat is angina pectoris? Welke zijn de tekenen van angina pectoris?
p. 9
3. Wat is een myocardinfarct (MI)? Welke zijn de meest voorkomende symptomen?
p. 10
4. Zijn er meerdere soorten hartinfarcten?
p. 11
DE MECHANISMEN VAN KRANSSLAGADERZIEKTE 5. Kransslagaderziekte, een klinische uiting van atherotrombose
p. 12
6. Van atherosclerose naar atherotrombose
p. 12
7. Wat is het verband tussen een verstopte slagader en de pijn?
p. 13
8. Komt atherotrombose enkel voor in het hart?
p. 14
9. Wat is een cerebrovasculair accident (CVA)?
p. 14
10. Wat is perifeer arterieel vaatlijden van de onderste ledematen (PAD)?
p. 15
WAAROM IS ME DAT OVERKOMEN ? 11. Wat is een cardiovasculaire risicofactor? Welke zijn de risicofactoren van coronaire ziekte?
p. 16
12. Waarom is het belangrijk mijn risicofactoren te evalueren?
p. 17
13. Werkt roken het ontstaan van coronaire ziekte in de hand?
p. 17
14. Werkt een verhoogd vetgehalte in het bloed coronaire ziekte in de hand?
p. 18
15. Werkt diabetes het ontstaan van coronaire ziekte in de hand?
p. 18
16. Is een verhoogde bloeddruk een gevolg of een oorzaak van coronaire ziekte?
p. 19
17. Is zwaarlijvigheid een risicofactor?
p. 19
18. Is onvoldoende lichaamsbeweging een risicofactor?
p. 20
19. Is coronaire ziekte erfelijk?
p. 20
20. Welke eetgewoonten kunnen het optreden van kransslagaderziekte in de hand werken ?
p. 21
Aanpak ...
2. De behandeling van de ziekte op lange termijn DE ONDERZOEKEN 21. Moet ik door de arts worden gevolgd en waarom?
p. 22
DE MEDISCHE BEHANDELINGEN 22. Moet ik op lange termijn een behandeling volgen?
p. 23
23. Wat is een antitrombotische behandeling? Wat is het nut daarvan ?
p. 24
24. Moet ik daarna op revalidatie?
p. 25
DE ANDERE MAATREGELEN 25. Moet ik aan lichaamsbeweging doen? Welke sport wordt aanbevolen?
p. 27
26. Moet ik de vasculaire risicofactoren bestrijden?
p. 28
27. Moet ik de vasculaire risicofactoren aanpakken?
p. 29
28. Gaan die maatregelen mijn levensgewoonten veranderen?
p. 29
H e t l eve n g a a t vo o r t . . .
3. Het leven na een cardiovasculair accident WANNEER IS ER REDEN TOT ONGERUSTHEID ? 29. Welke zijn de alarmtekenen?
p. 30
30. Wie moet ik roepen? Moet ik wachten tot de HULPDIENSTEN komen of moet ik me naar een spoedgevallendienst laten brengen?
p. 31
“HIJ / ZIJ HEEFT HET BEWUSTZIJN VERLOREN” 31. Wat moet er worden gedaan ?
p. 32
MINDER ERNSTIGE ALARMSITUATIES 32. Op welke symptomen (die opnieuw kunnen optreden) moet ik letten?
p. 33
33. Kunnen er nieuwe symptomen optreden waarop ik moet letten?
p. 34
U EN UW OMGEVING ? WAT U KUNT ERVAREN 34. Welke gevolgen kan de ziekte hebben voor mijn beroepsleven ?
p. 35
35. Welke gevolgen kan de ziekte hebben voor mijn seksuele leven ?
p. 36
36. Moet ik voorzorgsmaatregelen nemen in geval van een reis of lange verplaatsing?
p. 36
37. Moet ik voorzorgsmaatregelen nemen als ik moet rijden?
p. 37
38. Zullen die veranderingen leiden tot een onbehagen
p. 37
39. Tot wie kan ik me wenden om te praten over wat ik voel?
p. 38
DE ROL VAN DE OMGEVING 40. Hoe de patiënt ondersteunen ?
p. 39
4. Clubs voor Hartpatiënten Provincie Oost-Vlaanderen
p. 40
Provincie West-Vlaanderen
p. 42
Provincie Antwerpen
p. 42
Provincie Vlaams Brabant
p. 44
Provincie Limburg
p. 45
5. Adressen en nuttige links
p. 46
En savoir plus M e e r we t e n . . .
1.
Alles wat U moet weten om coronaire ziekte beter te begrijpen
WAT IS ER MET ME GEBEURD ? 1. Wat is een acuut coronair syndroom ? Bestaan er meerdere soorten acute coronaire syndromen ? We spreken van een acuut coronair syndroom als de hartspier plots onvoldoende bloed en dus onvoldoende zuurstof krijgt. Het hart lijdt dan aan “ischemie”. De ischemie kan het gevolg zijn van een verminderde bloedtoevoer door de kransslagaders (de slagaders die de hartspier van bloed voorzien), maar kan ook worden veroorzaakt door een verhoogde zuurstofbehoefte, bijvoorbeeld bij lichaamsbeweging. Een acuut coronair syndroom kan zich op twee manieren uiten: bepaalde vormen van angina pectoris of angor en een hartinfarct of myocardinfarct. Bij angina pectoris krijgt het hart onvoldoende zuurstof, wat zich uit in een typische pijn. De bevloeiing is echter nog voldoende zodat er geen hartweefsel afsterft. Bij een hartinfarct daarentegen sterft een gedeelte van het hart af door een plotselinge onderbreking van de bloedtoevoer.
8
2. Wat is angina pectoris ? Welke zijn de tekenen van angina pectoris ? Angina pectoris of angor is de pijn die opkomt als de hartspier onvoldoende zuurstof krijgt door een slechte doorstroming van de kransslagaders. Onvoldoende bloedstroom door de kransslagaders kan meerdere oorzaken hebben : • een verhoogde zuurstofbehoefte, als het hart snel slaat, met name bij een inspanning of bepaalde ziekten zoals hyperthyroïdie (schildklierziekte), myocardhypertrofie enz. Dat is met name het geval bij stabiele inspanningsgebonden angor. • een verminderde doorbloeding door de kransslagaders en dus minder zuurstoftoevoer die ontstaat als de kransslagader vernauwd is door een atheroomplaat of een vaatspasme. Dat is het geval bij instabiele angor. • een combinatie van verhoogde zuurstofbehoefte en verminderde bloedtoevoer door de kransslagaders.
9
Alles wat U moet weten om kransslagaderziekte beter te begrijpen
M e e r we t e n . . .
Angineuze pijn is gewoonlijk zeer fel en beangstigend, maar kan ook weinig intens zijn. De pijn zit achter het borstbeen (“retrosternaal”), doet denken aan een staaf of een stang en straalt soms uit naar de onderkaak, de armen, de hals enz. De pijn verdwijnt enkele minuten na stopzetting van de inspanning of na inname van nitraten. Minder frequent zijn buikpijn of enkel een uitstralende pijn. Een crisis van angina pectoris evolueert doorgaans gunstig, maar op lange termijn bestaat er een gevaar op hartinfarct. Het grote gevaar bij hartinfarct is sterfte of evolutie naar hartdecompensatie (onvermogen van het hart om aan de bloed- en zuurstofbehoeften van het lichaam en van het hart zelf te voldoen). De ernst van de hartdecompensatie hangt af van de grootte van het hartinfarct. Als meer dan 40 tot 50 % van de hartspier afgestorven is, bestaat er kans op ernstige problemen doordat het bloeddebiet duidelijk onvoldoende is.
3. Wat is een myocardinfarct (MI) ? Welke zijn de meest voorkomende symptomen? Een hartinfarct is het gevolg van een verstopping van een kransslagader (er zijn er drie) of een van de vertakkingen ervan. Bij een verstopping van een kransslagader krijgen de hartspiercellen, die normaal door die kransslagader worden bevloeid, plots geen zuurstof meer ; ze kunnen zich dan niet meer samentrekken en sterven in enkele uren tijd af. De verstopping manifesteert zich doorgaans in een gebied van de kransslagader waar het lumen (centrale deel van de 10
slagader waar het bloed circuleert) reeds vernauwd was door een “atheroomplaat”.Ter hoogte van die zone vormt zich een trombus (stolsel), die het bloedvat helemaal afsluit. Een hartinfarct uit zich gewoonlijk in pijn in de borstkas: een gewicht of een druk op het borstbeen of een beklemmend gevoel in de borstkas. De intensiteit en de duur van de pijn zijn zeer wisselend, van miniem tot ondraaglijk, van enkele minuten tot enkele uren. De pijn kan uitstralen naar de kaak en gaat vaak gepaard met een vermoeidheidsgevoel, zweten, misselijkheid, duizeligheid en angst. Maar het gebeurt ook zeer vaak dat een hartinfarct enkel pijn in de linkerarm of een druk op de borstkas veroorzaakt. Sommige mensen, vooral diabetespatiënten, kunnen zelfs een hartinfarct krijgen zonder pijn.We spreken dan van een “stil infarct”.
4. Zijn er meerdere soorten hartinfarct ? We onderscheiden verschillende vormen van hartinfarct naargelang het elektrocardiografische beeld, het type patiënten (vrouwen, kinderen, diabetici...) en de daaruit voor tvloeiende verwikkelingen. Men kan spreken van myocardinfarct met of zonder Q-golf. Een hartinfarct kan sporen nalaten, maar dat is niet steeds zo. Als er sporen zijn, betreft het Q-golven, die op het ECG te zien zijn. De Q-golven zijn het “elektrische” litteken dat het infarct in het hart nalaat. Een Q-golf is dus een restletsel van een myocardinfarct. Met een elektrocardiogram (ECG) kan worden nagegaan welk gebied afgestorven is. 11
Alles wat U moet weten om kransslagaderziekte beter te begrijpen
M e e r we t e n . . .
DE MECHANISMEN VAN CORONAIRE ZIEKTE 5. Kransslagaderziekte, een klinische uiting van atherotrombose Coronaire ziekte is een van de gevolgen van atherotrombose, een diffuse ziekte die verschillende arteriële gebieden aantast. De locatie van de letsels van atherotrombose bepaalt de verschillende klinische symptomen zoals angina pectoris, myocardinfarct (MI), ischemisch cerebrovasculair accident (CVA of beroerte) en perifeer arterieel lijden van de onderste ledematen. Bij coronaire ziekte zijn de kransslagaders, die het hart van zuurstofrijk bloed voorzien, aangetast. De atherotrombose belemmer t of blokkeer t de bloedstroom in de kransslagaders en veroorzaakt zo de symptomen van coronaire ziekte: stabiele angor bij inspanning, instabiele angor en myocardinfarct.
6. Van atherosclerose naar atherotrombose Atherosclerose wordt veroorzaakt door een afzetting van vet in de wand van de slagader. Dat leidt tot de vorming van atheroomplaten, waardoor de slagader geleidelijk aan gaat dichtslibben. Dat proces kan worden verwikkeld met een trombose: als een atheroomplaat scheurt, kan zich daar een stolsel (trombus) vormen. 12
Dat mechanisme wordt atherotrombose genoemd en resulteert in een min of meer volledige afsluiting van de slagader zodat de weefsels die stroomafwaarts gelegen zijn, geen bloed meer krijgen.
7. Wat is het verband tussen een verstopte slagader en de pijn ? Atherosclerose vernauwt de slagaders, waardoor de stroomafwaar ts gelegen weefsels minder of geen bloed meer krijgen. Bij een lichamelijke inspanning zoals lopen hebben de spieren meer zuurstof nodig. Normaal past het lichaam zich aan die extra behoeften aan door het bloeddebiet te verhogen zodat de organen meer zuurstof krijgen. Als het lumen van een slagader vernauwd is door een atheroomplaat, kan het bloed niet meer goed stromen en zal de bloedtoevoer naar het verderop gelegen hartspierweefsel niet voldoende kunnen toenemen. De spier krijgt dan te weinig zuurstof en dat veroorzaakt de pijn. Als de slagader volledig verstopt is, krijgt het stroomafwaarts gelegen spierweefsel helemaal geen bloed meer en als de bloedstroom niet snel wordt hersteld, zal het weefsel afsterven.
Ontstaan van een atheroomplaque
13
Alles wat U moet weten om kransslagaderziekte beter te begrijpen
M e e r we t e n . . .
8. Komt atherotrombose enkel voor in het hart ? Atherotrombose tast hoofdzakelijk de grote en middelgrote slagaders aan : de kransslagaders (die het hart bevloeien), maar ook de aorta en de belangrijkste vertakkingen van de aorta, de arteriae carotis (grote slagaders van het hoofd en de hals) en hun vertakkingen, de hersenslagaders (de slagaders die de hersenen van bloed voorzien) en de slagaders van de benen. Naargelang hun locatie veroorzaken de letsels van atherotrombose angor en myocardinfarct (MI), cerebrovasculair accident (CVA of beroerte) en perifeer arterieel lijden van de onderste ledematen.
9. Wat is een cerebrovasculair accident (CVA) ? Een cerebrovasculair accident (CVA), vaak ook “hersentrombose” of “beroerte” genoemd, wordt veroorzaakt door een plotselinge afname van de doorbloeding van een gedeelte van de hersenen. Een CVA is in 80 % van de gevallen te wijten aan een herseninfarct en in 20 % van de gevallen aan een hersenbloeding. De symptomen verschillen naargelang het betrokken hersengebied. Men spreekt van een transitoir ischemisch accident of TIA indien de symptomen zeer snel verdwijnen zonder sequellen (zonder letsels van de hersenen).
14
10. Wat is perifeer arterieel vaatlijden van de onderste ledematen (PAD) ? Arterieel vaatlijden of atherotrombose van de onderste ledematen is een ziekte van de slagaders van de onderste ledematen die gekenmerkt wordt door stenosen (gelokaliseerde vernauwingen van de slagader) of verstoppingen (vorming van een stolsel dat het lumen van de slagader afsluit). Dat resulteert in een slechte doorbloeding of ischemie van de weefsels en de spieren die door de zieke slagaders worden bevloeid. Perifeer arterieel vaatlijden kan asymptomatisch (geen symptomen of stil) zijn of kan pijn veroorzaken bij het stappen (we spreken dan van claudicatio intermittens) of in rust (pijn die optreedt in liggende houding). In een verder stadium kan de ischemie leiden tot zweren (ulcera) van de benen of gangreen, waarvoor een amputatie noodzakelijk kan zijn.
15
Alles wat U moet weten om kransslagaderziekte beter te begrijpen
M e e r we t e n . . .
WAAROM IS ME DAT OVERKOMEN ? 11. Wat is een cardiovasculaire risicofactor ? Welke zijn de risicofactoren van coronaire ziekte ? Een “risicofactor” werkt het ontstaan van een ziekte in de hand. Wat hart- en vaatziekten betreft, onderscheiden we risicofactoren die verband houden met de omgeving, de erfelijkheide, ziekten en de levensgewoonten. Aan sommige risicofactoren kan niets worden gedaan : de leeftijd, het geslacht, persoonlijke of familiale antecedenten. Maar er bestaan risicofactoren waar wel iets aan kan worden gedaan, zoals roken, suikerziekte, verhoogde bloeddruk (hypertensie), afwijkingen van de cholesterol en onvoldoende lichaamsbeweging. Men kent reeds meer dan 200 risicofactoren van coronaire ziekte. Die zijn uiteraard niet allemaal even belangrijk. Enkele belangrijke risicofactoren kunnen wel worden aangepakt. Zo werd aangetoond dat men de kans op evolutie van de atherotrombose en dus op hartinfarct kan verlagen door hypertensie, diabetes (suikerziekte) en de cholesterolspiegel te controleren of door te stoppen met roken.
16
12. Waarom is het belangrijk mijn risicofactoren te evalueren ? Een combinatie van risicofactoren verhoogt de kans op coronaire ziekte en dus op hartinfarct en de verwikkelingen ervan in sterke mate. Het is belangrijk uw risicofactoren te evalueren. Als die risicofactoren onder controle worden gebracht, kan men de kans op evolutie van de atherotrombose en dus de kans op hartinfarct verkleinen.
13. Werkt roken het ontstaan van kransslagaderziekte in de hand ? Roken is een belangrijke cardiovasculaire risicofactor. Roken werkt de ontwikkeling van atherotrombose in de hand en verhoogt de kans op een hartinfarct. De schadelijke effecten van tabak hangen vooral af van de leeftijd waarop men ermee begonnen is, en van het aantal jaren dat men heeft gerookt. Ook passief roken verhoogt het vasculaire risico.
17
Alles wat U moet weten om kransslagaderziekte beter te begrijpen
M e e r we t e n . . .
14. Werkt een verhoogd vetgehalte in het bloed coronaire ziekte in de hand ? Cholesterol is het vet dat het hoogste risico inhoudt voor het hart en de bloedvaten. Er zijn twee soorten cholesterol in het bloed: LDL en HDL. Een verhoogde serumconcentratie van LDL-cholesterol, de “slechte” cholesterol, is een belangrijke coronaire risicofactor. Een stijging van de LDL-cholesterol met 10 % verhoogt de kans op kransslagaderziekte met 20 %. De HDL-cholesterol of “goede” cholesterol daarentegen verlaagt het coronaire risico: hoe hoger de HDL-cholesterol, des te kleiner is het coronaire risico. Omgekeerd is een lage HDL-cholesterolconcentratie een belangrijke coronaire risicofactor. Een stijging van de triglyceriden in het bloed samen met een stijging van de cholesterol gaat ook, hoewel in mindere mate, gepaard met een toename van het coronaire risico.
15. Werkt diabetes het ontstaan van kransslagaderziekte in de hand ? Diabetespatiënten lopen een duidelijk hoger cardiovasculair risico. Ongeveer 20% van de patiënten met coronaire ziekte lijdt aan diabetes (suikerziekte). Het risico is nog hoger als de diabetes slecht onder controle is.
18
16. Is een verhoogde bloeddruk een gevolg of een oorzaak van kransslagaderziekte ? Hypertensie (verhoogde bloeddruk) is een belangrijke oorzaak van atherosclerose en dus van kransslagaderziekte. Het is belangrijk de bloeddruk te laten controleren. Hypertensie moet absoluut worden behandeld, zeker als uw kransslagaders aangetast zijn.
17. Is zwaarlijvigheid een risicofactor ? Sommige zwaarlijvige mensen lopen kans op atherotrombose. Het risico stijgt snel met het gewicht. Obesitas kan een schadelijk effect hebben op vele cardiovasculaire risicofactoren. Het vasculaire risico verschilt naargelang de distributie van het vetweefsel. Een toename van de tailleomtrek gaat gepaard met een hoger risico (normaal: <94 cm bij mannen en: <80 cm bij vrouwen).
19
Alles wat U moet weten om kransslagaderziekte beter te begrijpen
M e e r we t e n . . .
18. Is onvoldoende lichaamsbeweging een risicofactor ? Een sedentair leven is op zichzelf geen risicofactor, maar onvoldoende lichaamsbeweging verhoogt het overlijdensrisico in het algemeen en ook de sterfte aan hart- en vaatziekten. Lichaamsbeweging werkt in op vele risicofactoren : lichaamsbeweging houdt het gewicht normaal, verbetert de cholesterolspiegel en de bloeddruk. Mensen die regelmatig lichaamsbeweging nemen, roken minder en eten ook beter.
19. Is kransslagaderziekte erfelijk ? Als één of meer naaste familieleden op vrij jonge leeftijd een hart- en vaatziekte hebben gekregen, loopt men zelf een hoger risico. Daar kunnen twee verklaringen voor bestaan (die eventueel samen kunnen voorkomen): • slechte eetgewoonten in het gezin zoals te veel verzadigde vetten eten, • de overdracht van ongunstige genetische kenmerken. Maar een aanleg tot kransslagaderziekte komt meestal pas tot uiting in geval van een risicogedrag zoals roken en een slechte levenshygiëne in het algemeen.
20
20. Welke eetgewoonten kunnen het optreden van coronaire ziekte in de hand werken ? De voeding is een van de belangrijkste gedragsgebonden coronaire risicofactoren. De voeding heeft een effect op de vetten in het bloed, een verhoogde bloeddruk en zwaarlijvigheid. Slechte eetgewoontes zijn : inname van meer calorieën dan er calorieën worden verbruikt, een voeding die te veel vetten en vooral dierlijke vetten en te weinig koolhydraten bevat en snoepen tussen de maaltijden. De hoeveelheid vetten in de voeding moet worden beperkt en de consumptie van fruit, groenten, peulvruchten, deegwaren en volkorenbrood zou een belangrijk deel van de dagelijkse calorie-inname moeten vertegenwoordigen. Plantaardige vetten zoals olijf-, maïs-, koolzaad- en zonnebloemolie moeten de voorkeur krijgen boven dierlijke vetten. Ook verdient het aanbeveling regelmatig vis te eten: vis verbetert de cholestrolfracties in gunstige zin. En ten slotte wordt aanbevolen de alcoholconsumptie te verminderen. Aarzel niet om raad te vragen aan uw dokter of aan een diëtist(e).
21
Alles wat U moet weten om kransslagaderziekte beter te begrijpen
Aanpak ...
2.
De behandeling van de ziekte op lange termijn
DE ONDERZOEKEN 21. Moet ik door de arts worden gevolgd en waarom ? U moet absoluut regelmatig op controle komen opdat de arts de evolutie van uw coronaire ziekte zou kunnen volgen. Hij kan dan ook uw leefgewoonten en uw risicofactoren controleren. Als u een angioplastiek hebt ondergaan, zal de arts het eerste jaar regelmatig een klinisch onderzoek en een inspanningsproef uitvoeren en vervolgens eenmaal per jaar of als er nieuwe tekenen optreden. Hij doet dat om na te gaan of het letsel niet is teruggekomen.
22
DE MEDISCHE BEHANDELINGEN 22. Moet ik op lange termijn een behandeling volgen ? U moet op lange termijn worden behandeld. De behandeling omvat: • niet-farmacologische maatregelen : stresserende situaties mijden en een behandeling van de cardiovasculaire risicofactoren, • een antitrombotische behandeling, • een anti-ischemische basisbehandeling. De langetermijnbehandeling is tweeledig: 1. een basisbehandeling om atheromatose te bestrijden en de verwikkelingen ervan te voorkomen. Zoals niet-farmacologische maatregelen (dieet, een gezonde levenswijze). 2. de behandeling van de kransslagaderziekte met geneesmiddelen. In functie van het type pathologie, de risicofaktoren, de symptomen die U vertoont... zal uw arts U een aangepaste behandeling voorschrijven. Hij zal u ook een plaatjesaggregatieremmer voorschrijven om trombose te vermijden. Aarzel niet hem te vragen waarvoor een bepaald geneesmiddel dient.
23
De medische behandelingen
Aanpak ...
23. Wat is een antitrombotische behandeling ? Wat is het nut daarvan ? Antitrombotica voorkomen de vorming van bloedstolsels (trombi) en worden daarom gegeven aan patiënten met atherotrombose, bijvoorbeeld na een hartinfarct. Ze kunnen echter bloedingen veroorzaken. Door toediening van antitrombotica op lange termijn kan men een nieuwe trombose in het hart, de hersenen of elders in het lichaam voorkomen. De plaatjesaggregatieremmers, een recentere vorm van antitrombotische behandeling, verhinderen dat de bloedplaatjes gaan samenklonteren en verkleinen zo de kans op vorming van bloedstolsels (of trombi) in de slagaders. Men geeft deze geneesmiddelen aan personen met risico op atherotrombose, bijvoorbeeld aan patiënten met angorklachten, om een eerste infarct te vermijden en na een myocardinfarct om een recidief te vermijden of een ander ischemisch accident in de hersenen of in de periferie. De referentiemolecule die het meest gebruikt wordt is acetylsalicylzuur (Aspirine®). Vandaag bestaan er echter moleculen die doeltreffender zijn. Vergeet tijdens het bezoek bij uw arts niet te vermelden of U een maag- of darmzweer hebt of in het verleden hebt gehad. Gezien het risico op mogelijke bloedingen is het aangeraden bij personen die een chirurgische ingreep of een tandextractie moeten ondergaan te melden aan de anesthesist, de chirurg of de tandarts, dat ze plaatjesaggregatieremmers nemen. 24
DE ANDERE MAATREGELEN 24. Moet ik aan lichaamsbeweging doen ? Zijn er sporten die bijzonder aangewezen zijn ? De tijd waar de patiënt, die een myocardinfarct had overleefd, na een aantal weken in bed te hebben verbleven, definitief als invalide werd beschouwd, hebben we al lang achter ons. Vandaag de dag wordt de patiënt, van bij zijn opname in het ziekenhuis, begeleid door een team dat bestaat uit een revalidatiecardioloog, kinesitherapeut, psycholoog, maatschappelijk assistent, diëtist, ergotherapeut. Het doel van de begeleiding is de patiënt zo snel mogelijk te laten functioneren op fysiek, psychologisch en sociaal vlak. Eens de patiënt terug thuis is, heeft hij er alle belang bij mee te doen aan een “hartrevalidatie”-programma. Het voornaamste onderdeel is lichaamsbeweging - 3 tot 5 keer per week onder medische begeleiding - maar er wordt ook advies gegeven over voeding, omgaan met stress en risicofactoren, en het opnieuw opnemen van beroepsactiviteiten en vrijetijdsbesteding. Deze brede begeleiding omvat een aantal stappen, zoals: – evaluatie van de prognose van de te behandelen aandoening om type en bewaking van de fysieke revalidatie te kunnen bepalen; dit onderdeel is uiteraard essentieel voor het revalidatiegebeuren; – correctie van de cardiovasculaire risicofactoren (obesitas, arteriële hypertensie, stoornissen in het lipiden- en glucosemetabolisme, roken en stress); – evaluatie van de psychologische weerslag van de ziekte, houding tegenover werk/beroep, voorzien van de nodige ondersteuning; 25
De medische behandelingen
Aanpak ...
– studie van gezinsomgeving, sociale omgeving ; ondersteuning bij weer opnemen van het werk. Het RIZIV heeft onlangs een conventie voorgesteld aan de ziekenhuizen die een dergelijke multidisciplinaire aanpak van hartrevalidatie organiseren. De revalidatie moet verplicht worden gestart tijdens de ziekenhuisopname (individuele sessies). De revalidatie wordt idealiter verder gezet wanneer de patiënt het ziekenhuis heeft verlaten (45 collectieve multidisciplinaire sessies). Een team van artsen, kinesitherapeuten, psychologen, maatschappelijk assistenten, diëtisten, ergotherapeuten staan in voor de uitwerking in de praktijk. De ziekenhuizen die zich ertoe verbinden aan de strikte voorwaarden te voldoen op vlak van omkadering, programma, materiaal en lokalen..., krijgen een forfaitair totaalbedrag per dag uitbetaald. De gevolgen van de multidisciplinaire hartrevalidatie voor de levenskwaliteit van de patiënten werd reeds voldoende aangetoond. Uit studies blijkt dat de mortaliteit op lange termijn met 20 tot 25 % wordt gereduceerd bij de patiënten met kransslagaderaandoeningen met revalidatie in vergelijking met de groep zonder revalidatie. De eerste groep kan ook vroeger en vaker terug aan het werk. De revalidatie bleek ook gunstige gevolgen te hebben voor de: – levenskwaliteit: een toename met 14 tot 50%; – verbetering van een aantal parameters : hart, ademhaling en hemodynamica; – toename van spiermassa en -kracht, vermindering van lichaamsgewicht, daling van cholesterolgehalte enz. 26
25. Moet de patiënt verder aan lichaamsbeweging blijven doen ? Welke sport wordt aanbevolen ? Na zware hartproblemen, zoals een myocardinfarct, mag de patiënt lichaamsbeweging blijven doen; lichaamsbeweging wordt zelfs aanbevolen, omdat dit een middel is om het risico op recidief of complicaties te doen dalen ; dit wordt “secundaire preventie” genoemd. Na de eerste periode van hartrevalidatie, is het altijd aan te bevelen door te gaan met lichaamsbeweging, en bijvoorbeeld oefeningen in groep te doen met andere hartpatiënten, zoals in “Coronary Clubs” of patiëntenverenigingen, waar lichaamsbeweging op een ludieke manier en zonder competitiegeest wordt gestimuleerd. De sessies worden geleid door gespecialiseerde monitoren en gebeuren onder medisch toezicht in aanwezigheid van een cardioloog of arts. In hoofdstuk 4 van deze brochure vindt u een lijst van deze clubs. Het doel is om, in een ziekenhuisomgeving, de fysieke conditie op peil te houden en te verbeteren. Dit gebeurt binnen het kader van de groepsdynamica en met de nodige psychologische ondersteuning. Mocht u aan dit soort activiteit niet kunnen meedoen, dan kunt u toch, door regelmatig aan een vorm van lichaamsbeweging te doen die aan uw mogelijkheden is aangepast, het werk, dat uw hart levert bij de dagelijkse activiteiten, verminderen, door de hartslag in rust en bij inspanning te doen dalen. Het hart heeft dan minder zuurstof nodig, zodat het risico op ischemie daalt. Uithoudingssporten, die de cardiovasculaire vermogens verbeteren zonder het hart te zwaar te belasten, worden sterk aan27
De medische behandelingen
Aanpak ...
bevolen. De fysieke activiteit moet steeds progressief worden verhoogd tijdens elke individuele sessie en naarmate de sessies elkaar opvolgen. Wandelen is zeer goed.Traag joggen, fietsen op een vlak terrein en zwemmen zijn toegelaten op voorwaarde dat geen inspanningen worden geleverd die kunnen leiden tot kortademigheid, en op voorwaarde dat de hartfrequentie vaak wordt gecontroleerd (zeker in het begin). Turnoefeningen zijn goed afgewisseld met uithoudingssporten, want uithoudingssporten ontwikkelen en onderhouden de spieren en de gewrichten. Oefeningen waarbij de ademhaling wordt geblokkeerd (gewichtheffen bijvoorbeeld) of die de hartfrewuentie sterk kunnen doen stijgen, zijn verboden.
26. Moet ik de vasculaire risicofactoren bestrijden ? De risicofactoren onder controle krijgen is een onderdeel van de behandeling van de coronaire ziekte.Van zodra ze zich voordoen (roken, arteriële hypertensie, lipidestoornissen of diabetes), moeten ze verplicht behandeld worden.
28
27. Moet ik de vasculaire risicofactoren aanpakken ? U dient bepaalde voedingsgewoonten aan te nemen, vooral wanneer u veranderlijke risicofactoren vertoont: – indien u overgewicht vertoont of een tailleomtrek heeft die hoger is dan 94 cm voor mannen of 80 cm voor vrouwen : u dient een caloriearmdieet te volgen; – indien u lipidestoornissen vertoont (cholesterol) : een dieet arm aan verzadigde vetten en rijk aan omega-3 is aangewezen; – indien u diabetes vertoont: let aandachtig op uw voeding dat evenwichtig moet zijn in suiker en arm aan vetten en alcohol; – indien u aan hypertensie lijdt: volg een dieet arm aan zout en alcoholische dranken. In ieder geval, uw arts of voedingsdeskundige /diëtist zal u helpen uw voedingsgewoonten aan te passen.
28. Gaan die maatregelen mijn levensgewoonten veranderen ? Een dieet, rookstop en lichaamsbeweging veranderen inderdaad uw levensgewoontes. Maar de voordelen die daaruit voortvloeien, ook in het dagelijkse leven, kunnen helpen om die beperkingen te aanvaarden.
29
De medische behandelingen
H e t l eve n g a a t vo o r t . . .
3.
Het leven na een cardiovasculair accident
WANNEER IS ER REDEN TOT ONGERUSTHEID ? 29. Welke zijn de alarmtekenen ? Een hartinfarct kan ineens, spontaan toeslaan en uit zich dan in: • een toesnoerende pijn, een zeer intens en lang aangehouden brandend gevoel in het midden van de borstkas, achter het borstbeen, over een breedte van ongeveer twee open handen, • bleek worden en uitgesproken angst. Maar een infarct kan ook atypisch en misleidend zijn met bijvoorbeeld symptomen van pijn in de bovenbuik, oprispingen en misselijkheid. Een har tinfarct kan worden voorafgegaan door angina pectoris. De pijn kan optreden bij een inspanning of een emotie, maar kan ook zonder duidelijke oorzaak optreden. De pijn is drukkend of beknellend en kan uitstralen naar de kaak en de linkerarm. De pijn verdwijnt enkele minuten na stopzetting van de inspanning of spontaan. In geval van herhaalde minder intense, maar tijdelijke angorpijn zoals hierboven beschreven, hetzij spontaan hetzij bij een inspanning, moet snel de huisarts of de cardioloog worden geraadpleegd. 30
30. Wie moet ik roepen ? Moet ik wachten tot de HULPDIENSTEN komen of moet ik me naar een spoedgevallendienst laten brengen ? In geval van symptomen die doen denken aan een myocardinfarct, moet dringend een ziekenwagen of MUG (112) worden geroepen, zelfs in het midden van de nacht. U moet op de hulpdiensten wachten, want er kunnen zich verwikkelingen voordoen tijdens het transport en de behandeling moet thuis worden gestart. Blijf ondertussen zo kalm mogelijk.
31
Het leven na een cardiovasculair accident
H e t l eve n g a a t vo o r t . . .
“HIJ / ZIJ HEEFT HET BEWUSTZIJN VERLOREN” 31. Wat moet er worden gedaan ? Een malaise met een gevoel van flauwte is niet steeds ernstig, maar een plotseling en volledig bewustzijnsverlies kan een teken zijn van de zwaarste cardiale verwikkeling : plotse dood. De plotse dood kan zich voordoen in het begin van een infarct na een pijn in de borststreek, maar ook plotseling zonder dat de patiënt voordien enig symptoom heeft gehad. In afwachting van de komst van de hulpdiensten moet iedereen die noties van EHBO heeft, de volgende handelingen verrichten bij bewustzijnsverlies van het slachtoffer : 1. het slachtoffer stevig, maar niet te brutaal schudden. Als het slachtoffer niet reageert, controleren of het ademt en de kin wat optrekken om de lucht gemakkelijker in de longen te laten stromen. 2. als de ademhaling normaal is (de borstkas gaat regelmatig op en neer), het slachtoffer op zijn kant leggen, namelijk in de veiligheidshouding. 3. als het slachtoffer niet of zeer abnormaal ademt, mondop-mondbeademing starten met 2 trage mond-op-mondbeademingen. 4. als het slachtoffer reageert, zijn ademhaling verder ondersteunen zolang de ademhaling niet normaal is. 5. als het slachtoffer niet reageert, niet beweegt en niet ademt, is het een hartstilstand. U kunt de pols nemen om te bevestigen of de bloedsomloop inderdaad is stilgevallen, maar die controle is niet absoluut noodzakelijk. 32
Men moet beginnen met hartmassage (met de handen op de borstkas drukken) : 15-maal snel (met een frequentie van 100 per minuut) op de borstkas drukken en daarna 2 trage mond-op-mondbeademingen. 6. de cardiopulmonale reanimatie voortzetten tot de hulpdiensten aankomen die het dan van u zullen overnemen. Door hartmassage en mond-op-mondbeademing kunt u de stilgevallen bloedsomloop en ademhaling gedeeltelijk en tijdelijk vervangen. Als u dat gedurende enkele minuten doet vooraleer het reanimatieteam arriveert, kunt u de gevolgen van de hartstilstand beperken. Een hartstilstand is het ergste wat er kan gebeuren.
33
Het leven na een cardiovasculair accident
H e t l eve n g a a t vo o r t . . .
MINDER ERNSTIGE ALARMSITUATIES 32. Op welke symptomen (die opnieuw kunnen optreden) moet ik letten ? De volgende tekenen moeten uw aandacht trekken: abnormale kortademigheid en pijn in de borst (dat zijn de twee frequentste symptomen), maar ook duizeligheid, verwardheid, misselijkheid, braken, krampen in de benen, een onregelmatige hartslag en hartkloppingen.
33. Kunnen er nieuwe symptomen optreden waarop ik moet letten ? Een hartinfarct kan worden verwikkeld door hartfalen en/of hartritmestoornissen. Ademhalingsproblemen, verwardheid, geheugenstoornissen, zwakte en hinder bij het uitvoeren van de gewone activiteiten, een gewichtstoename met 1 kg of meer in 2 tot 3 dagen, (verergering van het oedeem), verminderde eetlust, een onregelmatige hartslag (een hartslag van minder dan 60 per minuut of meer dan 100 minuut) zijn alarmtekenen. Als u dergelijke alarmtekenen vertoont, moet u uw arts raadplegen.
34
U EN UW OMGEVING ? WAT U KUNT ERVAREN 34. Welke gevolgen kan de ziekte hebben voor mijn beroepsleven ? In de mate van het mogelijke moet het vroegere werk zo snel mogelijk worden hervat. Dat is uiteraard gemakkelijker als daarvoor geen belangrijke lichamelijke inspanningen moeten worden geleverd. In dat laatste geval kan de arbeidsgeschiktheid worden beoordeeld met een inspanningsproef. Als een hervatting van de vroegere activiteit onmogelijk is gezien de toestand van het hart, moet een verandering van functie of een omscholing worden overwogen. Bij een infarct zonder verwikkelingen met een normale hartfunctie kan de patiënt het werk reeds na 1 maand hervatten als het een zittend beroep betreft waarbij geen lichamelijke inspanningen moeten worden geleverd, en na 2 tot 3 maanden als beroepshalve wel lichamelijke inspanningen moeten worden geleverd. Het kan nuttig zijn het werk eerst halftijds te hervatten om na te gaan in welke mate de vroegere beroepsactiviteit kan worden hervat. Neem alleszins contact op met de bedrijfsarts als de werkplek moet worden aangepast.
35
Het leven na een cardiovasculair accident
H e t l eve n g a a t vo o r t . . .
35. Welke gevolgen kan de ziekte hebben voor mijn seksuele leven ? U mag opnieuw vrijen als u in staat bent twee verdiepingen te doen zonder symptomen. Maar elk geval is anders en de arts zal een beslissing nemen op grond van de resultaten van een inspanningsproef, die gewoonlijk binnen 2 maanden na het infarct zal worden uitgevoerd. Als u daarbij een goede inspanning kunt leveren zonder spontane hartritmestoornissen of hartritmestoornissen bij inspanning, mag u zonder probleem opnieuw vrijen. Het is goed dat uw huisarts ook uw partner inlicht opdat hij /zij niet te ongerust zou zijn.
36. Moet ik voorzorgsmaatregelen nemen in geval van een reis of lange verplaatsing ? Een vliegtuigreis gaat gepaard met veranderingen van de luchtdruk, die het hart belasten en de hartfrequentie en het hartdebiet verhogen.Vliegreizen zijn dan ook verboden in geval van een hartfaal die dat niet onder controle is, tijdens de acute fase van hartfaal die, bij instabiele angor en bepaalde ritmestoornissen. In de andere gevallen verdient het aanbeveling bij het opstijgen en landen een nitraat-tablet onder de tong te nemen. Als u ooit hartfalen hebt gehad, is het goed een diureticum bij zich te houden. Ook kan het raadzaam zijn voor een vertrek een kalmeermiddel in te nemen.
36
37. Moet ik voorzorgsmaatregelen nemen als om te rijden ? U mag autorijden als u geen residuele angor, hartritmestoornissen of een uitgesproken hartfalen vertoont. Indien dit het geval is mag u niet autorijden. U moet zelf uw verantwoordelijkheid nemen (er bestaat geen wetgeving terzake) en er met uw arts over spreken. Sommige geneesmiddelen kunnen de rijvaardigheid verminderen. Aarzel niet om raad te vragen aan uw arts of bij CARA (Afdeling van de I.B.V.V.): Haechtsesteenweg, 1405 1130 Brussel - Tel.: 02 /244.15.11.
38. Zullen die veranderingen aanleiding geven tot een onbehagen ? Het zou kunnen dat u zich wat ongemakkelijk voelt als u uw levensgewoonten moet aanpassen. Stoppen met roken kan in het begin zeer moeilijk zijn. U kunt zich angstig of vermoeid voelen, u kunt zich misschien niet goed concentreren enz. Als u dan ook nog een dieet moet volgen wegens te veel cholesterol, suiker of overgewicht, kunt u de indruk krijgen dat uw levenskwaliteit erop achteruitgaat ! U kunt zich angstig en depressief voelen en negatieve gevoelens krijgen. De verschillende maatregelen die tot doel hebben uw levenswijze te verbeteren, zijn in het begin inderdaad moeilijk, maar u zult er snel het effect van voelen en u zult zich dan ook “beter in uw vel” voelen. Maar als u het er toch te moeilijk mee hebt of als het te lang duurt, moet u daar zeker met uw arts over spreken. 37
Het leven na een cardiovasculair accident
H e t l eve n g a a t vo o r t . . .
39. Tot wie kan ik me wenden om te praten over wat ik voel ? Negatieve gevoelens moet u niet opkroppen. U moet uw emoties en gevoelens steeds uitdrukken, naar buiten brengen om ze beter te kunnen aanvaarden. Het is normaal dat u zich wat verloren voelt als u hoort dat u een ziekte hebt, als u bang bent voor de evolutie ervan en als u uw gedrag en levenswijze ingrijpend moet aanpassen. Stappen als men geen zin heeft, stoppen met roken als men zich volledig afhankelijk voelt, vermageren als men reeds moet stoppen met roken... Men zou zich voor minder triest, angstig, woedend of depressief voelen. Maar laat vooral de moed niet zakken. U zult progressief, stapje voor stapje, het doel bereiken. Als u daar nood aan hebt, kunt u uw gevoelens, twijfels, angsten en vragen delen met uw familie, uw vrienden en ook uw huisarts of de specialist die u volgt (cardioloog, vaatspecialist, revalidatiearts). Ze zullen u raad geven. Zo nodig, kan psychologische ondersteuning u helpen om die moeilijke momenten door te komen.
38
DE ROL VAN DE OMGEVING 40. Hoe de patiënt ondersteunen ? Het gezin speelt een essentiële rol. De gezinsleden moeten de patiënt eraan herinneren dat hij zijn geneesmiddelen moet nemen, dat hij op controle moet gaan en dat hij op een gezonde manier moet leven. Als de patiënt moet stoppen met roken, kan zijn omgeving hem helpen, steunen en aanmoedigen. Als het zou mislukken, mag men de patiënt zeker niet met schuldgevoelens opzadelen, maar moet men hem aanmoedigen om opnieuw te proberen. Als een dieet noodzakelijk is, moet men ervoor zorgen dat het zo aangenaam mogelijk is: kleine, maar goede en smakelijke gerechten bereiden met minder vet en suiker. Ook kan de omgeving de patiënt stimuleren bij de gangrevalidatie door bijvoorbeeld samen met hem te gaan wandelen.
39
Het leven na een cardiovasculair accident
Clubs ...
4.
Clubs voor Hartpatiënten
Provincie Oost-Vlaanderen S.U.S.T. (Samen Uit Samen Thuis) Burg.Van Gansberghelaan, 57 9820 Merelbeke Contact: Dhr. Norbert De Vlaminck Tel. : 09/324 06 32 E-mail :
[email protected] Website: www.sust.be CATO vzw (CARDIO-TONICA) Weggevoerdenstraat, 48 9200 Dendermonde Contact: Dhr Constant Vermeulen Tel. : 052 / 22 54 77 - GSM: 0479/39 78 03 E-mail :
[email protected] Website: www.vzwcato.org CENTRUM VOOR EVALUATIE & REVALIDATIE VAN HARTLIJDERS Universitair Ziekenhuis De Pintelaan 185, 10K12 IE 9000 Gent Contact: Dr. H. Boudrez Tel. : 09/240 33 32 E-mail:
[email protected]
40
CENTRUM VOOR CARDIALE REVALIDATIE O.L.Vrouw Ziekenhuis Moorselbaan 164 9300 Aalst Contact: Willy Timmermans Tel. : 053 /72 41 11 E-mail :
[email protected] CORDA Vereniging voor hartpatiënten (A.S.Z.) Merestraat, 80 9300 Aalst Contact: Jo Vlasschaert Tel. : 053 /21 31 03 E-mail :
[email protected] Website: www.a.s.z.be HARTVERENIGING AALST Kruisabeelstraat 62 9310 Aalst Contact: Andre Van Eycken Tel. /Fax : 053 /70 29 09 - GSM: 0498/72 73 54 E-mail :
[email protected] Website: http://users.pandora.be/harva HARVA HARTVERENIGING AALST Wichelsesteenweg, 89 9340 Lede Contact: René Van Caelenberg Tel. : 053 /80 28 12 E-mail :
[email protected] Website: http://users.pandora.be/harva
41
Clubs voor Hartpatiënten
Clubs ...
Provincie West-Vlaanderen VLAAMSE HARTPATIENTEN VERENIGING vzw AZ Sint Jan Ruddershove 10 8000 Brugge Contact: M. Gilbert Hilderson Tel. : 050 /33 88 75 E-mail :
[email protected] Website: www.hartpatienten.be COR UNUM vzw K. Boudewijnlaan 27 8370 Blankenberge Contact: Thérèse Vanderstraeten Tel. : 050 /41 41 15 E-mail :
[email protected]
Provincie Antwerpen CENTRUM VOOR REVALIDATIE VAN HARTPATIENTEN St-Vincentius Ziekenhuis St-Vincentiusstraat 20 2018 Antwerpen Tel. : 03/285 29 61 E-mail :
[email protected] VRIENDENKRING CARDIALE REVALIDATIE ANTWERPEN vzw (V.C.R.A.) Laaglandweg, 68 2610 Wilrijk Contact: Joseph Berrens Tel. : 03/830 16 98 - GSM: 0475/44 55 15 E-mail :
[email protected]
42
HARTVRIENDENKRING KLEIN BRABANT Omgangstraat 116 2880 Bornem Contact: Louis Van Dam Tel. : 052 /33 24 44 - GSM: 0479/65 10 26 E-mail :
[email protected] Website: www.hartvriendenkring.be CENTRUM VOOR REVALIDATIE VAN CARDIOLOGISCHE PATIENTEN A.Z. Sint-Jozef Steenweg op Merksplas 44 2300 Turnhout Contact: Dr. Ivan Bekaert Tel. : 014 /44 40 03 COR-DAAD Vuurmolenstraat 43 2610 Wilrijk Contact: M.Willy Bergmans Tel. : 03/827 25 35 - GSM: 0475/28 05 03 E-mail :
[email protected] CORONAIRE FITNESS CLUB (C.F.C.) Berkenlaan, 47 2610 Wilrijk Contact: Dr. Paul Beckers Tel. : 03/829 03 64 - GSM: 0479/55 04 32 E-mail :
[email protected] CARDIALE REVALIDATIE - AZ- ST-MAARTEN Leopoldstraat 2 2800 Mechelen Contact: M. Stefaan Vleeschouwers Tel. : 015 /40 96 05 E-mail :
[email protected] 43
Clubs voor Hartpatiënten
Clubs ...
CAREPIM vzw Rijmenamseweg 30 2820 Bonheiden Contact: Karel Vanderwallen Tel. : 015 /51 19 88 Website: http://www.carepim.be CENTRUM VOOR CARDIALE REVALIDATIE Imelda Ziekenhuis Imeldalaan 9 2820 Bonheiden Contact: Koenraad Kerremans, Diensthoofd Cardiale Revalidatie Tel. : 03/482 38 31 - GSM: 0476/354 143 E-mail :
[email protected] HALO Elshoutlaan 39 2960 Brecht Contact: Agnes Van den Wijngaert Tel. : 03/663 69 81
Provincie Vlaams Brabant HARPA vzw Sportvereniging voor Hartpatiënten Koetsweg, 66 3010 Leuven Contact: Jo Beyen Tel. : 016 /46 22 45 - GSM: 0479/26 53 94 E-mail :
[email protected] Website: www.harpa.be
44
HARTPATIENTENGROEP GROOT-BERTEM Tervuursesteenweg 395 3061 Leefdaal Contact: William De Munter Tel. : 02 /767 63 82 - GSM: 0476/50 67 48 E-mail :
[email protected]
Provincie Limburg HAVALI vzw Hart- en Vaat Liga Sint Leonardusstraat, 37 3530 Houthalen Contact: Antoon Moons Tel. : 011/52 31 49 HARTPATIENTEN REGIO ZUTENDAAL vzw Asserweg 124 3690 Zutendaal Contact: Alfons Dolmans Tel. : 089/61 19 09 - GSM: 0479/67 50 78 HARTPATIENTENVERENIGING OVERPELT vzw Biezenstraat 9 3900 Overpelt Contact: Frans Vaes Tel. : 011/64 93 96
45
Clubs voor Hartpatiënten
A d re s s e n e n n u t t i ge l i n k s
5.
Adressen en nuttige links
BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA Elyzeese-Veldenstraat, 43 1050 Brussel Tel. : 32 (0) 2 649 85 37 Fax: 32 (0) 2 649 28 28 Email :
[email protected] Website: www.cardiologischeliga.be BELGISCHE FEDERATIE VAN CENTRA VOOR CARDIALE REVALIDATIE Voorzitter : Prof. Christian Brohet Elyzeese Veldenstraat, 43 1050 Brussel Tel. : 02 /649.85.37 FONDS VOOR HARTCHIRURGIE Tenboschstraat, 11 1000 Brussel Tel. : 02/ 644 35 44 Fax: 02/ 640 33 02 Website: www.hart-chirurgie-cardiaque.org INFO GEZONDHEID / BIHE Louis Schmidtlaan, 24 1040 Brussel Email : ww.infogezondheid.be E-GEZONDHEID Uw dagelijkse gezondheidsgids Website: www.e-gezondheid.be 46
N o t a ’s
47
Nota’s
H e t l eve n ga
at vo o r t !
Hulpprogramma voor patiënten
Belgische Cardiologische Liga
www.infogezondheid.be