Dotterbehandeling Percutane Coronaire Interventie (PCI) Informatie en voorbereiding
Dotterbehandeling
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
Inleiding Oproep Opname Wat is een dotterbehandeling Voorbereidingen thuis Voorbereidingen in het ziekenhuis De behandeling Na de behandeling Risico`s Weer thuis Wanneer een arts waarschuwen De uitslag Uitstel Contact
azM en UM werken samen onder de naam Maastricht UMC+
3 3 3 4 5 6 7 8 9 10 11 11 11 12
1. Inleiding Welkom in het academisch ziekenhuis Maastricht (azM). In overleg met uw cardioloog is besloten u op te nemen voor een dotterbehandeling. Deze folder geeft u informatie over de dotterbehandeling en welke voorbereidingen u als patiënt moet treffen.
2. Voorbereidend gesprek Om u goed te informeren en eventuele vragen te kunnen beantwoorden betreffende de dotterbehandeling nodigen wij u uit op het spreekuur van de hartkatheterisatieverpleegkundige. Tijdens dit gesprek wordt de gang van zaken rond de behandeling uitgebreid met u doorgenomen. U ontvangt ongeveer één week voor de behandeling een schriftelijke oproep met datum, tijdstip en de afdeling van uw opname. U wordt dus niet aansluitend aan het gesprek met de arts-assistent of hartkatheterisatieverpleegkundige opgenomen.
3. Opname Voor de drukmeting en/of dotterbehandeling nemen we u één of twee dagen op in ons ziekenhuis. De duur van de opname is afhankelijk van uw medische achtergrond. Dit wordt bekeken tijdens het eerder beschreven voorbereidend gesprek. Bij één opnamedag vindt het onderzoek in principe op dezelfde dag plaats. Bij twee opnamedagen starten we op dag twee met het onderzoek en wordt dag één gebruikt voor voorbereidend onderzoek. Hierop kan echter een uitzondering worden gemaakt. Uiteraard doen we er alles aan om u zo snel mogelijk te helpen, echter in verband met spoedprocedures kunnen we vooraf geen tijdstip aangeven. Na het onderzoek mag u in principe dezelfde dag of de dag daarna naar huis. Het kan zijn dat u als gevolg van de uitslag of mogelijke complicaties langer moet blijven.
3
4. Wat is een dotterbehandeling? De medische term voor wat in de volksmond dotterbehandeling heet, is Percutane Coronaire Interventie (PCI). Een dotterbehandeling (PCI) heeft als doel een vernauwing in het bloedvat op te heffen. Afhankelijk van de situatie zal de cardioloog met een ballon de kransslagader terplaatse van de vernauwing oprekken of meteen een stent plaatsen. Een stent is een cilindertje van gevlochten metaal. Door de stent blijvend in het bloedvat te plaatsen heft de cardioloog de vernauwing op. Momenteel wordt bij meer dan 95% van de PCI procedures een stent geplaatst. FFR/drukmeting Het kan zijn dat we bij u in plaats van of voorafgaand aan de dotterbehandeling een zogenaamde FFR doen. FFR is een drukmeting in de kransslagader om de ernst van de vernauwing vast te stellen. Op basis daarvan bepaalt uw arts de verdere behandeling. Bij een drukmeting (FFR) brengen we via de katheter in de lies een vloeistof in. Deze maakt de kransslagaders wijder. Dit kan wel eens pijn of een drukkend gevoel op de borst veroorzaken. Dit gevoel verdwijnt weer, zodra het toedienen van de vloeistof stopt. Tijdens het inbrengen van de vloeistof meten we met een sensor de bloedstroom voor en achter de vernauwing. De uitkomst van deze metingen kan de ernst van de vernauwing bepalen.
4
Dotterbehandeling
5. Voorbereidingen thuis Clopidogrel Tijdens uw bezoek aan de gespecialiseerd verpleegkundige krijgt u Clopidogrel tabletten. U neemt deze volgens voorschrift. Bloedverdunnende medicijnen • Met Sintrommitis (Acenocoumarol) stopt u drie dagen voor het onderzoek. • Met Marcoumar (Fenprocoumon) stopt u vijf dagen voor het onderzoek. • Andere bloedverdunnende medicijnen, zoals Ascal, carbasalaat calcium enzovoort, kunt u blijven innemen. Indien uw cardioloog met u andere afspraken heeft gemaakt ten aanzien van de bloedverdunnende medicatie dan dient u deze afspraken te volgen. Diabetici • Gebruikt u Metformine, dan stopt u hiermee op de dag van het onderzoek. • Andere diabetes medicijnen stopt u ook op de dag van het onderzoek. • Spuit u insuline, dan spuit u niet op de dag van het onderzoek. Volg verder de richtlijnen op als afgesproken met de arts-assistent of de gespecialiseerd verpleegkundige tijdens uw polikliniekbezoek voorafgaande aan het onderzoek.
Neem uw thuismedicatie mee naar het ziekenhuis. Op de afdeling neemt u de tabletten in zoals u thuis gewend bent. Neem voldoende mee, omdat u bij complicaties eventueel een dag langer in het ziekenhuis moet blijven. Mocht u niet in staat zijn de medicatie zelf in te nemen, meldt dit dan aan de verpleging. Allergie Bent u overgevoelig voor contrastvloeistof of medicijnen, meldt dit dan aan de katheterisatie-verpleegkundige.
5
Eten Op de dag van de behandeling mag u een licht ontbijt nemen (twee beschuiten en een kopje thee). Als u diabetes mellitus (suikerziekte) heeft, dan moet u volledig nuchter blijven. Diversen • Het is raadzaam om op de dag van de behandeling nachtkleding, een extra paar sokken en iets te lezen mee te nemen. • Tijdens de behandeling mag u geen sieraden of horloge dragen. Wij adviseren u deze zoveel mogelijk thuis te laten. • Het vervoer naar huis dient u vooraf te regelen. De behandeling kan uw rijvaardigheid zodanig beïnvloeden dat zelf terugrijden of fietsen absoluut onverantwoord is. Reizen per openbaar vervoer raden we u ten zeerste af.
6. Voorbereidingen in het ziekenhuis ’s Morgens meldt u zich op het tijdstip en de afdeling zoals vermeld in de schriftelijke oproep. Als u tijdens het middageten nog niet geholpen bent, dan mag u nog een beschuit met een kopje thee of bouillon. Tenzij u suikerziekte heeft, dan moet u nuchter blijven. U krijgt een ok-jasje om aan te trekken en u wordt verzocht eventuele sieraden af te doen (met uitzondering van bril of hoorapparaat). Ook een eventuele gebitsprothese dient u uit te doen. Op de onderzoekskamer is het vrij koud. Het is daarom raadzaam sokken te dragen. U krijgt een infuusnaaldje in uw arm, waardoor de arts zonodig medicijnen kan toedienen. Vlak voor het onderzoek vragen we u naar het toilet te gaan, zodat u tijdens het onderzoek niet hoeft. U wordt op bed naar de angiokamer van de hartfunctie invasief gereden. Daar kunt u kunt zelf overstappen op de behandeltafel.
6
Dotterbehandeling
7. De behandeling Voor de behandeling verdooft de cardioloog uw lies en brengt hier een dun buisje in. Vervolgens schuift hij, door dit buisje, een katheter via een bloedvat in de lies naar uw hart. Het inbrengen van het buisje kunt u voelen, maar het mag geen pijn doen. Als dit toch het geval is, kunt u dit aan de cardioloog melden. Dan kan hij de lies extra verdoven. Zodra de katheter in het bloedvat komt voelt u deze niet meer. Bloedvaten hebben aan de binnenkant geen gevoelszenuwen. Tijdens een dotterbehandeling wordt contrastvloeistof ingespoten. Hierdoor kunt u een warm gevoel krijgen of een vieze smaak in uw mond. Mogelijk voelt u drang om naar het toilet te gaan. Al na circa vijftien seconden zakt dat gevoel weg. Soms veroorzaakt contrastvloeistof misselijkheid. Het inspuiten van contrastvloeistof in de kransslagaders kan pijn op de borst veroorzaken. Als dat zo is, moet u dat meteen zeggen. Dan krijgt u een tabletje of een spray onder de tong en vervolgt de cardioloog het onderzoek als de pijn voorbij is. De cardioloog vraagt u regelmatig om diep in te ademen en de adem vast te houden. Als de cardioloog het aangeeft kunt u weer rustig door ademen. Als de ballon op de plaats van de vernauwing is, wordt hij een aantal seconden opgeblazen. Hierdoor is de kransslagader tijdelijk afgesloten. Ook nu kunt u last krijgen van druk op de borst. Meldt dit aan de cardioloog. Wanneer de cardioloog het ballonnetje weer leeg laat, verdwijnt de druk ook snel. De kans is groot dat de cardioloog ook een stent plaatst in de kransslagader. Dit om te voorkomen dat het bloedvat opnieuw gaat vernauwen. Gedurende de dotterbehandeling ligt u op een smalle tafel waar röntgenbuizen omheen draaien. Soms komen de buizen kort bij u in de buurt, om uw bloedvaten goed in beeld te brengen. Dit kan geen kwaad. De dotterbehandeling duurt, afhankelijk van de complexiteit, gemiddeld anderhalf uur.
7
8. Na de behandeling Na de behandeling gaat u weer terug naar de verpleegafdeling. Er zijn twee mogelijkheden hoe de insteekopening in uw lies gesloten kan worden: 1. Uw lies is op de hartkatheterisatiekamer gesloten met een collageen sponsje. De lies is als het ware met een ‘plug’ gesloten. Voordeel van deze methode is dat u over het algemeen na drie uur alweer uw bed uit kunt. 2. U gaat met het buisje in de lies weer terug naar de afdeling. U moet dan uw been - waarin het buisje in de lies zit - goed gestrekt houden. Vier tot zes uur na de behandeling controleren we via een bloedprik of uw bloed weer dik genoeg is. Als het bloed dik genoeg is, wordt het buisje verwijderd. De arts drukt tien minuten op de insteekopening om het bloedvat te sluiten. Dit is niet prettig maar wel noodzakelijk. Vervolgens krijgt u een drukverband. Daarmee moet u nog eens vier uur bedrust houden. Het been waar het drukverband zit moet u zo stil mogelijk houden. De eerste twee uur plat op uw rug; de volgende twee uur maximaal in halfzittende houding (40 graden). Om nabloedingen in de lies te voorkomen, is het belangrijk dat u zich aan deze richtlijnen houdt. De verpleegkundige controleert regelmatig uw bloeddruk, de lies en enkel/ voetpulsaties in verband met eventuele nabloedingen. Na de benodigde bedrust verwijdert de verpleegkundige uw drukverband. Hierna mag u rechtop gaan zitten op de rand van het bed. Als u zich goed voelt, mag u zich aankleden. Ook mag u voorzichtig een stukje lopen op de afdeling. Als u na de behandeling pijnklachten krijgt of houdt, meldt dit dan aan de verpleegkundige.
8
Dotterbehandeling
Eten / drinken: Na de behandeling mag u weer gewoon eten en drinken. Het is verstandig veel te drinken zodat de contrastvloeistof snel uit uw lichaam verdwijnt. Medicijnen: Medicijnen neemt u in overleg met de verpleegkundige van de afdeling of de zaalarts.
9. Risico’s Een dotterbehandeling verloopt meestal zonder problemen. Soms kunnen complicaties optreden. Mogelijke complicaties zijn: • Overgevoeligheidsreactie op contrastmiddel; • Kramp van een kransslagader; • Afwijking van het hartritme; • Lekken van de insteekopening in de lies; • Bloeduitstortingen bij de insteekopening in de lies.
Zeer zelden treden ernstige complicaties op. Zo kan stolselvorming in de bloedbaan en/of een scheurtje in de binnenwand van het bloedvat leiden tot een hartinfarct of herseninfarct. Over het algemeen hangt de ernst van de complicatie samen met de ernst van de hartziekte.
9
10. Weer thuis Wel en niet doen: • Na 24 uur mag u weer gewoon douchen. Het wondje moet u voorzichtig droogdeppen. • Drie tot vier dagen na ontslag uit het ziekenhuis verschoont u dagelijks de pleister in de lies, totdat de huid genezen is. • Als de lies gesloten is met een angioseal (collageen sponsje), mag u de eerste vier dagen niet in bad of in de sauna. • De eerste week na de dotterbehandeling adviseren wij u om het rustig aan te doen. Dit betekent niet zwaarder dan vijf kilo tillen en niet intensief bewegen (traplopen, stofzuigen, ramen zemen, fietsen, zwemmen). Autorijden raden we af. Door plotselinge rembewegingen kan er druk in de lies komen te staan. • U kunt vanaf de vijfde dag na de ingreep weer seksueel contact hebben. Dit is absoluut ongevaarlijk.
Als u deze richtlijnen volgt, is de kans op een bloeding in de lies klein. Mogelijk krijgt u wel last van uw lies. Mogelijke klachten • Uw lies kan dik en blauw zijn. De blauwe plek kan zich verspreiden over het hele been. Hierover hoeft u zich niet ongerust te maken. Dit verdwijnt binnen twee weken. • Mogelijk verliest u een paar druppels uit de prikplaats in uw lies. Dit is onschuldig. • Een beetje trekkend gevoel in de lies is normaal.
10
Dotterbehandeling
11. Wanneer een arts waarschuwen Neem onmiddellijk contact op met uw huisarts of in uiterste nood bel 112, wanneer: • De wond in uw lies pomp- of golfsgewijs gaat bloeden. Dit kan namelijk duiden op een slagaderlijke bloeding. Raak niet in paniek. Druk, tot er hulp arriveert, met uw vingers of vuist de slagader dicht, één à twee cm boven de bloeding. Een huisgenoot kan dit ook doen. • Een plotselinge, toenemende zwelling in de lies optreedt. Druk tot er hulp arriveert stevig met een vuist op de ontstane bobbel. Een huisgenoot kan dit ook doen. • Gevoelloosheid, pijn of huiduitslag optreedt in de lies. • U koorts krijgt.
12. De uitslag Als u onder behandeling bent bij een cardioloog in het azM, dan krijgt u binnen één à twee weken na de dotterbehandeling een brief met datum voor een vervolgafspraak. Uw cardioloog bespreekt daarin met u de verdere behandeling. Bent u verwezen vanuit een ander ziekenhuis dan wordt een afspraak gemaakt bij uw eigen cardioloog.
13. Uitstel Het is ons streven u zo snel mogelijk te helpen. Er is een kleine kans dat we uw behandeling in verband met het grote aantal spoedbehandelingen of technische problemen moeten uitstellen. Als dit het geval is, plannen we u zo spoedig mogelijk opnieuw in. Wij realiseren ons dat dit voor u erg vervelend is. Helaas hebben wij hier geen invloed op. Wij doen dan ook ons uiterste best uw behandeling te laten doorgaan.
11
14. Contact Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, dan kunt u deze stellen tijdens het spreekuur. Noteer alle vragen op een briefje of in deze folder zodat u niets vergeet. Als er na uw polikliniekbezoek toch nog vragen of onduidelijkheden zijn, dan kunt u tijdens kantooruren bellen met: Katheterisatieverpleegkundige: 043-387 15 92 Planbureau Vaatkamer: 043-387 52 02 Aanvullende informatie over dotterbehandelingen is onder meer te vinden op de website van de Nederlandse Hartstichting, www.hartstichting.nl. Hier vindt u ook informatie op het gebied van gezonde leefstijl, te hoog cholesterol, hoge bloeddruk, overgewicht, et cetera. De folder van de hartstichting is ook verkrijgbaar op de verpleegafdeling.
12
Dotterbehandeling
Noteer hier uw aantekeningen en vragen
13
Noteer hier uw aantekeningen en vragen
14
Dotterbehandeling
Noteer hier uw aantekeningen en vragen
15
Bezoekadres: P. Debyelaan 25 6229 HX Maastricht Postadres: Postbus 5800 6202 AZ Maastricht T: (043) 387 65 43 I: www.azm.nl Patiëntencommunicatie: E:
[email protected] Uitgave: mei 2013
23683-0513