CONGRES 20 JAAR FOS “NAAR EEN DYNAMISCHE OUDERENZORG IN 2020” 23 NOVEMBER 2012 – BRUSSEL TOESPRAAK LODE VAN DEN BRANDE, VOORZITTER FOS
Mijnheer de Eerste Minister en minister van Pensioenen, Mijnheer de Vlaamse Minister van Welzijn, Waarde professoren, Excellenties, Beste leden en bestuursleden, Dames en heren, Goede vrienden,
Allereerst wil ik jullie allen van harte bedanken voor jullie aanwezigheid vandaag. (…) Voor u staat een fiere voorzitter. Exact twintig jaar geleden is FOS ontstaan. Letterlijk aan een tafel, met een handvol beheerders. En hier – twintig jaar later - staan wij dan. En dat op een heus congres ter ere van ons vierde lustrum, met een uitgelezen publiek én indrukwekkende gastsprekers. Ik ben oprecht trots dat de oprichters van het eerste uur, met wie ik toen aan die tafel zat, tot op de dag van heden nog altijd trouwe leden zijn. Ik ben ook fier dat wij van dat clubje idealisten in twee decennia zijn uitgegroeid tot een sterke groep van 150 voorzieningen, die 11.500 bewoners en hun families, meer dan
1
6.000 geëngageerde medewerkers en de directies van 20% van de rusthuizen in Vlaanderen vertegenwoordigt.
Excellenties, dames en heren,
De Federatie Onafhankelijke Seniorenzorg is als organisatie sterk gegroeid de voorbije twintig jaar. Maar ook de ouderenzorg in het algemeen heb ik zien evolueren. Ook daar is het allemaal begonnen met kleinschalige en plaatselijke initiatieven, vaak gebaseerd op idealisme, naastenliefde en vrijwilligerswerk. Nu staat er een professioneel georganiseerde ouderenzorg, die internationaal gerenommeerd wordt voor haar hoogstaande kwaliteit. Wij halen hoge scores in zowat alle vergelijkende studies.
Toch horen we in eigen land vooral negatieve geluiden. Een uitstekend voorbeeld hiervan - weliswaar in negatieve zin dan - was de inmiddels beruchte uitzending van Panorama. Eén zinnetje in de inleiding en één zinnetje aan het eind van deze uitzending, moest duidelijk maken dat er toch ook goed werk werd geleverd. Voor de rest hoorden wij op de VRT over de sector niets dan miserie en onbegrip. Blijkbaar was het voor de reportagemakers een onmogelijke opdracht om positieve voorbeelden te vinden. Het was trouwens niet de eerste en enige keer dat onze sector onder vuur lag. Als beheerders moeten wij bijna elke dag opboksen tegen vooroordelen, negatieve percepties, halve waarheden en hele leugens. Die negatieve spiraal willen wij doorbreken met een positieve boodschap. Die boodschap kon u daarnet reeds zien in het filmpje. Wij zijn hier vandaag met
2
meer dan 150 verantwoordelijken die de ouderenzorg een warm hart toedragen. Ik nodig u allen uit, om waar en wanneer dat kan, ook anderen ervan te overtuigen dat onze stiel de schoonste is ter wereld!
Excellenties, dames en heren,
Een positieve boodschap over ouderenzorg betekent niet dat we blind mogen zijn voor de uitdagingen die voor ons liggen. Tot 2060 kleurt de horizon volledig grijs/wit. Tegen 2060 is één Vlaming op tien een 80-plusser. Tegen dan zullen er in ons land meer dan 175.000 mensen zijn met dementie (waarvan meer dan 100.000 in Vlaanderen). Willen wij tegemoetkomen aan de vraag naar residentiële zorg, dan zullen wij de komende veertig jaar één rusthuis per week moeten openen. Op dat moment zal bovendien één werkende Vlaming moeten instaan voor twee niet-werkende Vlamingen. Deze onthutsende cijfers spreken boekdelen. Ze zetten de betaalbaarheid van zorg voor de oudere, de financiering van de vergrijzing en de continuïteit van de zorgkwaliteit zwaar onder druk. Ik ben ervan overtuigd dat we op dit vlak veel beter kunnen.
Om die bewering te staven, geef ik graag één concreet voorbeeld. Al jaren stelt de Federatie Onafhankelijke Seniorenzorg dat het duurder is om een rusthuis te bouwen met overheidssubsidiëring dan zonder. Een recente studie van de KU Leuven geeft ons nu – voor zover nodig – overschot van gelijk. De studie spreekt over een gemiddelde kostprijs van ongeveer 1.400 euro per vierkante meter voor bouwen zonder subsidies en ongeveer 1.800 euro per
3
vierkante meter voor bouwen mét subsidies. Dat is een verschil in kostprijs van maar liefst 30 procent! En toch… FOS maakt zich sterk dat het onderzoek van de KU Leuven het verschil in kostprijs nog onderschat. In plaats van een verschil van 30% in kostprijs, bewijzen onze eigen berekeningen dat het om een verschil in kostprijs gaat van maar liefst 70%! FOS vindt het onverantwoord dat er in tijden van crisis honderden miljoenen euro per jaar worden verspild op een moment dat in begrotingsbesprekingen elk dubbeltje drie keer moet worden omgedraaid en oudere mensen het moeilijk hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. Toch is dit – vreemd genoeg – voor de Vlaamse overheid blijkbaar geen prioriteit.
Excellenties, dames en heren,
We staan aan de vooravond van de regionalisering van de ouderenzorg. Dit biedt enorme kansen. Nu is het moment aangebroken om met de mensen van op het terrein te gaan spreken. Alleen zie ik niet veel bewegen. En als ik dan de huidige manier van beleid voeren doortrek naar de toekomst – dan hou ik eerlijk gezegd mijn hart vast.
Politieke moed is in dit land soms ver zoek als het gaat om het in vraag stellen van zogenaamd verworven rechten en tradities. De Federatie Onafhankelijke Seniorenzorg heeft nochtans enkele vernieuwende recepten klaar liggen. Ik noem de drie belangrijkste:
1. Geef het overheidsgeld rechtstreeks aan de bewoner
4
In de gehandicaptenzorg kan het al: een persoonsgebonden assistentiebudget. FOS pleit voor hetzelfde systeem in de ouderenzorg. Om te beginnen, willen wij dat die honderden miljoenen euro per jaar - die nu aan bakstenen worden gegeven - rechtstreeks naar de ouderen gaan. Of waarom niet, in de vorm van een verzekeringssysteem – ouderen hoeven zich dan geen zorgen te maken over het kostenplaatje van hun oude dag en kunnen zo de erfenis intact houden die ze hun hele leven lang voor hun kinderen hebben bijeengespaard.
2. Een andere personeelsmix in het rusthuis De kwaliteit van de zorg staat of valt met hen die de zorg verlenen. Een professioneel en gemotiveerd team van medewerkers dat de oudere omringt, is van onschatbare waarde. De continuïteit van die kwaliteit komt in het gedrang op het moment dat we niet voldoende getalenteerde medewerkers kunnen aantrekken. Het is geen geheim dat het op dit moment voor de meeste voorzieningen niet gemakkelijk is om bepaalde vacatures snel in te vullen. Met de wit/grijze horizon voor ogen hoeft het niet veel uitleg dat het er in de toekomst niet eenvoudiger op zal worden. 70.000 bijkomende werkkrachten hebben wij nodig in de residentiële zorg tussen nu en 2050! In de thuiszorg zijn er nog eens 47.000 bijkomende werkkrachten nodig. Dat lijkt een hopeloze zaak. Maar dat hoeft niet zo te zijn: niet als wij het slimmer aanpakken en de noden aan medewerkers in het rusthuis op een andere manier invullen.
5
In dit kader heeft FOS overigens al de nodige contacten gelegd met Philips Turnhout en Ford Genk. We werken actief mee aan de omscholing van de getroffen medewerkers daar. De ouderenzorg verwelkomt alle mensen met de goede attitude en de juiste competenties met open armen! Dat dit voor deze medewerkers geen stap terug hoeft te zijn, blijkt uit de vele getuigenissen die we in het filmpje daarnet zagen, maar ook uit diverse artikels in de media.
3. Strak en slank overheidsbeleid Een strak en slank overheidsbeleid klinkt misschien als een open deur intrappen, maar in de ouderenzorg is het echt een aandachtspunt. Met maar liefst elf betrokken ministers op alle mogelijke overheidsniveaus en zeer gedetailleerde, voortdurend veranderende maar ook vaak verouderde en elkaar tegensprekende wetten, is het een wonder dat er nog mensen zijn die aan een rusthuis willen beginnen. Misschien is ook de overheid volop bezig met vereenvoudiging, maar alleszins niet in de ouderenzorg. Welke weg wij ook kiezen, de ouderenzorg zet sowieso al een grote stap vooruit met simpele en betere wetgeving, efficiënte en doelmatige regels, en een strak en slank overheidsapparaat.
Ik zou nog meer ideeën kunnen opsommen, maar dat ga ik niet doen. Ik wil het voor vandaag houden bij een oproep naar de overige spelers in de sector om op zijn minst een open, eerlijk en transparant debat te houden over waar we willen dat deze sector staat in 2020. Samenwerken, over de zuilen en partijgrenzen heen, is een absolute voorwaarde om deze aartsmoeilijke opdracht tot een goed einde te brengen.
6
Want wat deze sector nodig heeft, is niet minder dan een Copernicaanse revolutie. Wat wil de oudere? Wat is er haalbaar? En op basis van de antwoorden op beide vragen moeten we een nieuwe ouderenzorg uittekenen. De huidige manier van werken kunnen wij in de toekomst onmogelijk aanhouden. Dat is mathematisch onmogelijk. En dan kan je, zoals het orkest op de Titanic, gewoon blijven verder spelen en doen alsof er niets aan de hand is. Of je kan ook de uitdaging aangaan en versterking vragen. Want zoals een slim man ooit zei: “Je kan niet verwachten dat de uitkomst anders is, als je altijd hetzelfde blijft doen.” (Het was Albert Einstein.)
Waarom niet over de grenzen kijken om nuttige inspiratie op te doen? In een land als Duitsland bestaat geen vestigingswet zoals wij die kennen. Automatisch krijg je hierdoor meer concurrentie tussen de voorzieningen. Het levert de oudere een enorm voordeel op: zijn keuzerecht is groot. Of kijk naar Oostenrijk, daar krijgt iedereen een bepaald bedrag dat naar believen gebruikt kan worden. In Israël is de aanpak nog anders. Wie met pensioen gaat, wordt verplicht een verzekering af te sluiten om de latere kosten te dekken. U hoort mij niet zeggen dat er zoiets bestaat als één model dat we kunnen overnemen. We kunnen er ons wel door laten inspireren, maar daarvoor moet de politieke wil aanwezig zijn.
Excellenties, dames en heren,
7
De ouderenzorg in Vlaanderen staat voor de grootste uitdaging in haar bestaansgeschiedenis. Tegen 2020 moet onze ouderenzorg er staan, klaar om de vergrijzing op te vangen. De Federatie Onafhankelijke Seniorenzorg heeft in deze een belangrijke rol te spelen. (…) Het is natuurlijk logisch dat ik dat zeg als voorzitter. (…) Maar ik zal u ook uitleggen waarom. De Federatie is de enige beroepsfederatie voor de ouderenzorg in Vlaanderen die de vinger op de wonde durft te leggen, die de luis in de pels durft te zijn, die de begane paden durft te verlaten. Soms strijken wij daarmee tegen de haren en zijn wij – volgens sommigen althans - de spreekwoordelijke olifant in de porseleinwinkel. Maar wij zeggen zo’n dingen recht vanuit het hart, vanuit de dagelijkse ervaring en vanuit dat bevlogen idealisme waar het twintig jaar geleden op dat terras van het rusthuis mee begon. Net daarom ook hebben wij dit congres georganiseerd. Als niet te missen signaal aan de beleidsmakers, omdat wij die passie - waarmee het ook voor onze leden allemaal begon - intact willen houden.
Ik hoop daarom oprecht dat onze sector en zijn beleidsmakers de moed zullen hebben om fundamentele stappen te zetten naar een structureel vernieuwde en dynamische ouderenzorg in 2020. De Federatie Onafhankelijke Seniorenzorg is alvast bereid om mee de schouders onder dat project te zetten.
8
Ik dank u voor uw aandacht.
* * *
9