Competentiekaarten voor duurzame ontwikkeling Concept, juni 2009 Niko Roorda,
[email protected]
VESTIA+D :
Beroepscompetenties voor duurzame ontwikkeling
Competentie V: Verantwoordelijkheid
Competentie E: Emotionele intelligentie
Een duurzame professional draagt verantwoordelijkheid voor het eigen werk.
Een duurzame professional leeft zich in in waarden en gevoelens van anderen.
Competentie S: Systeemgerichtheid
Competentie T: Toekomstgerichtheid
Een duurzame professional denkt en werkt vanuit een systeemvisie.
Een duurzame professional denkt en werkt vanuit een toekomstperspectief.
Competentie I: persoonlijke Inzet
Competentie A: Actievaardigheid
Een duurzame professional zet zich persoonlijk in voor duurzame ontwikkeling.
Een duurzame professional treedt besluitvaardig en handelingsbekwaam op.
Plus: Disciplinaire competenties voor duurzame ontwikkeling
Inhoud Het VESTIA+D model ............................................................................................................................ 1 Competentie V: Verantwoordelijkheid................................................................................................. 4 Competentie E: Emotionele intelligentie............................................................................................. 6 Competentie S: Systeemgerichtheid ................................................................................................... 8 Competentie T: Toekomstgerichtheid ............................................................................................... 10 Competentie I: persoonlijke Inzet ...................................................................................................... 12 Competentie A: Actievaardigheid ...................................................................................................... 14 Belofte met betrekking tot Duurzame Ontwikkeling ........................................................................ 16 Woordenlijst ......................................................................................................................................... 17
Niko Roorda: Competentiekaarten voor duurzame ontwikkeling
1
Het VESTIA+D model De beroepscompetenties voor duurzame ontwikkeling zijn samengevat in het VESTIA+D model.1 De competentiekaarten beschrijven de zes VESTIA-competenties op vier beheersniveaus. De disciplinaire competenties (D-competenties) worden niet beschreven, omdat die per opleiding of beroepsgroep verschillen. Het VESTIA+D model bestaat uit de volgende competenties:
VESTIA+D :
Beroepscompetenties voor duurzame ontwikkeling
Competentie V: Verantwoordelijkheid Een duurzame professional draagt verantwoordelijkheid voor het eigen werk. Dat wil zeggen: de duurzame professional kan …
Zie:2
Competentie E: Emotionele intelligentie Een duurzame professional leeft zich in in waarden en gevoelens van anderen. Dat wil zeggen: de duurzame professional kan …
Zie:
V1. Een stakeholderanalyse maken
§6.1.4
E1. Waarden van zichzelf en van andere mensen en culturen herkennen en respecteren
§3.3
V2. Persoonlijke verantwoordelijkheid dragen
§6.1.4
E2. Handelingsperspectieven van zichzelf en van andere mensen en culturen herkennen en respecteren
§4.2
V3. Persoonlijk verantwoording afleggen aan de samenleving
§6.2.2
E3. Luisteren naar meningen en emoties van anderen
§4.4
V4. Eigen handelen kritisch evalueren
§6.2.2
E4. Onderscheid maken tussen feiten, vermoedens en meningen
§6.2.2
Competentie S: Systeemgerichtheid Een duurzame professional denkt en werkt vanuit een systeemvisie. Dat wil zeggen: de duurzame professional kan …
Competentie T: Toekomstgerichtheid Een duurzame professional denkt en werkt vanuit een toekomstperspectief. Dat wil zeggen: de duurzame professional kan …
S1. Inter- en transdisciplinair samenwerken
§1.4.3
T1. Niet-lineaire processen herkennen en begrijpen
§1.3
S2. Denken in systemen, en daarbij in- en uitzoomen, d.w.z. beurtelings analytisch en holistisch denken
§5.2.2
T2. Denken in verschillende tijdschalen; onderscheid maken tussen korte en lange termijn aanpak
§3.1.2
S3. Functiegericht, innovatief, creatief, buiten kaders denken
§5.4.3
T3. Consequentiebereik en consequentieperiode van beslissingen inschatten
§4.5.3
S4. Ketengericht denken
§6.3.1
T4. Toekomstgericht denken, anticiperen
§5.4.3
Competentie I: persoonlijke Inzet Een duurzame professional zet zich persoonlijk in voor duurzame ontwikkeling. Dat wil zeggen: de duurzame professional kan …
Competentie A: Actievaardigheid Een duurzame professional treedt besluitvaardig en handelingsbekwaam op. Dat wil zeggen: de duurzame professional kan …
I1. Duurzame ontwikkeling consequent betrekken bij het eigen werk als professional (duurzame attitude)
§2.1.3
A1. Onafweegbare afwegingen maken en tot keuzes komen
§2.2.3
I 2. Eigen kennis en expertise actueel houden, ook buiten de eigen discipline
§2.3.3
A2. Handelen als de tijd rijp is, en niet tegen de stroom in: ‘doen zonder doen’
§4.4
I 3. Met passie aan dromen en idealen werken
§4.1
A3. Omgaan met onzekerheden
§4.5.3
I 4. Het eigen geweten als maatstaf hanteren
§6.1.4
A4. Besluiten nemen
§4.5.3
Plus: Disciplinaire competenties voor duurzame ontwikkeling (variëren per opleiding of beroepsgroep)
1
Zie: ‘Werken aan duurzame ontwikkeling’, Niko Roorda 2007. Uitg. Wolters-Noordhoff, Groningen, ISBN 978-90-01-40030-9. 2 De paragraafnummers verwijzen naar de paragrafen in ‘Werken aan duurzame ontwikkeling’ waarin de beroepscompetenties nader worden toegelicht.
2
Niko Roorda: Competentiekaarten voor duurzame ontwikkeling
De vier beheersniveaus De vier opklimmende beheersniveaus zijn toepassen, integreren, verbeteren en innoveren. Deze indeling wordt door verschillende hogescholen toegepast. Ze zijn voor deze set competentiekaarten beschikbaar gesteld door Fontys Hogeschool Verpleegkunde. Een algemene kenschets van de vier beheersniveaus is:
Algemene beschrijving van de vier beheersniveaus Toepassen
Integreren
Verbeteren
Innoveren
• Je verricht op uitvoerend niveau werkzaamheden die behoren tot de gebruikelijke eisen van je (toekomstige) beroep.
• Bij de uitvoering van je werkzaamheden combineer en integreer je een complexe samenstelling van onderwerpen, werkstijlen, mensen en/of culturen. Dat doe je bijvoorbeeld: o over de grenzen van je eigen discipline heen o met inachtneming van andere culturen, waardensystemen, tradities o buiten de gebruikelijke verwachtingen en werkmethoden van je (toekomstige) beroep
• Je overziet, zowel op detailniveau als op systeemniveau, je werk en het systeem waarin je je werkzaamheden verricht.
• Je past vernieuwende inzichten toe op je werk, bijvoorbeeld betreffende:
• Je visie, je opvattingen en je activiteiten beperken zich voornamelijk tot het gebied van je eigen discipline, je eigen werkomgeving en de gebruikelijke werkmethoden.
• in wisselende rollen, bijvoorbeeld leidinggevend
• Je beoordeelt je eigen werk en dat van anderen met wie je samenwerkt kritisch en schat de effecten daarvan in de meest ruime zin in. • Op basis daarvan werk je continu of met regelmaat aan de verbetering van het werk waaraan je bijdraagt, en je behaalt daarbij aantoonbare resultaten.
o o
o
o
de doelen die gesteld zijn de middelen en methoden die gebruikt worden de effecten van het werk de reikwijdte van die effecten in ruimte en tijd
de achterliggende visie o de relaties binnen en buiten de eigen werkomgeving of de eigen discipline, bijvoorbeeld met de samenleving als geheel • Deze vernieuwingen komen aantoonbaar tot uitdrukking in je professionele activiteiten en in de resultaten daarvan. o
Niko Roorda: Competentiekaarten voor duurzame ontwikkeling
3
Toepassing van de competentiekaarten De competentiekaarten kunnen op verschillende manieren worden toegepast in onderwijsinstellingen. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat: 1. ... alle 24 competenties, elk met hun 4 niveaus, integraal en ongewijzigd worden toegevoegd aan de bestaande competenties van een opleiding in WO of HBO. Niet alleen zou dat waarschijnlijk leiden tot een forse overlap met de bestaande competenties, ook zou daardoor het totaal aantal competenties onbeheersbaar groot worden. 2. ... opleidingen gaan eisen dat studenten ten tijde van hun afstuderen voor elk van de 24 competenties kunnen aantonen het hoogst haalbare niveau te hebben behaald. Het creëren van zulke ‘wondermensen’ behoort niet, en zou niet moeten behoren, tot de taak van het hoger onderwijs. Wel kunnen de competentiekaarten gebruikt worden om: 1. ... te dienen als een bron van ideeën en inspiratie voor de verbetering van de bestaande competenties van een opleiding 2. ... voorzover een selectie uit de VESTIA+D competenties toegevoegd wordt aan de competentiebeschrijving van een opleiding, voor elk daarvan het voorgeschreven minimum eindniveau voor afgestudeerden vast te stellen, gebaseerd op het karakter, het niveau en de onderwijsvisie van de opleiding 3. ... een concrete uitwerking te creëren van een reeks duurzaamheidseisen voor stages, afstudeer- en andere praktijkprojecten van studenten, zoals die in ‘Werken voor duurzame ontwikkeling’ zijn afgeleid uit het VESTIA+D model:
Checklist voor duurzaamheidseisen voor een stage- of afstudeerproject Expliciete vooraf-eisen aan het project:
Rapport achteraf bovendien beoordelen op:
V1: Stakeholderanalyse maken
V4: Eigen handelen kritisch geëvalueerd
V3: Persoonlijk verantwoording afleggen voor eigen werk en conclusies
E1: Respect voor waarden van zichzelf en anderen
S2: In- en uitzoomen: zowel analytisch als holistisch kijken
E2: Idem: handelingsperspectieven E3: Meningen van anderen meegewogen
T3: Consequentiebereik en consequentieperiode bepalen van het project en de conclusies
S3: Functiegerichtheid, innovativiteit, creativiteit
T4: Toekomstoriëntatie maken, anticiperen A1: Afwegingen maken, keuzes maken
T2: Verschillende tijdschalen gehanteerd; onderscheid gemaakt tussen korte en lange termijn
A3: Mate van (on)zekerheid bepalen van informatie en conclusies
I1: Voldoende rekening gehouden met gevolgen voor mensen en natuur
T1: Niet-lineaire processen niet als lineair opgevat
I3: Eigen geweten als maatstaf gehanteerd A4: Besluitvaardigheid getoond
4
Niko Roorda: Competentiekaarten voor duurzame ontwikkeling
Competentie V: Verantwoordelijkheid V1. Een stakeholderanalyse maken Toepassen • Je benoemt alle mogelijke stakeholders van een bepaalde professionele activiteit die binnen je eigen discipline valt.1 • Je benoemt van al die stakeholders waaruit hun belang bestaat.2
Integreren Verbeteren Innoveren • Je benoemt alle mogelijke • Je betrekt de conclusies van • Je beschrijft mogelijke stakeholders en hun de stakeholderanalyse in de consequenties voor de belangen van een bepaalde opzet, uitvoering en stakeholders, inclusief de professionele activiteit die verantwoording van de mogelijke toekomstige over de grenzen van je eigen activiteit. stakeholders, op de lange discipline heengaat.3 termijn. • Je doet dat in samenwerking met de stakeholders of hun • Je beschrijft deze vanuit • Je deelt de stakeholders en belangenvertegenwoordigers meerdere mogelijke belangen in volgens de . categorieën ‘people’, ‘planet’ toekomstscenario’s. en ‘profit’ of ‘prosperity’. • Je draagt daarbij bij aan een evenwichtige belangenafweging volgens de categorieën ‘people’, ‘planet’ en ‘profit’ of ‘prosperity’.
V2. Persoonlijke verantwoordelijkheid dragen Toepassen • Je voelt en toont je verantwoordelijk voor je professionele activiteiten en de gevolgen daarvan.
Integreren Verbeteren Innoveren • Je voelt en toont je • Vanuit deze • Je professionele medeverantwoordelijk voor verantwoordelijkheid werk je verantwoordelijkheid hanteer de professionele activiteiten regelmatig aan verbetering je pro-actief, door er huidige die worden uitgevoerd door van professionele activiteiten en mogelijke toekomstige 4 de teams waarvan je deel en de doelen daarvan, ontwikkelingen en trends bij uitmaakt, en voor de gericht op een positieve te betrekken. gevolgen daarvan. bijdrage aan aspecten van • Daarbij plaats je de duurzame ontwikkeling. activiteiten, voorzover mogelijk en relevant, in een maatschappelijke, economische, wetenschappelijke, natuurlijke of andere bredere context. • Daar waar verschillende van je professionele verantwoordelijkheden onderling strijdig zijn, maak je een zorgvuldige afweging en handelt dienovereenkomstig.
1
Dat betreft bijvoorbeeld personen, groepen mensen, organisaties, landen, dieren, natuurlijke habitats etc., of representanten of belangenvertegenwoordigers daarvan. 2 Dat betreft zowel mogelijke positieve als negatieve belangen of combinaties daarvan. 3 Wanneer je alleen werkt gaat het om een multidisciplinaire benadering. Werk je in een team waarin andere disciplines vertegenwoordigd zijn, dan gaat het om een interdisciplinaire benadering. 4 Bijvoorbeeld een studentengroep, een afdeling, een bedrijf, een commissie.
Niko Roorda: Competentiekaarten voor duurzame ontwikkeling
5
V3. Persoonlijk verantwoording afleggen aan de samenleving Toepassen
Integreren
Verbeteren
• Je beschrijft je professionele • Je doet dat ook ten behoeve • Je zoekt en krijgt feedback activiteit, de doelen en van allerlei andere van degenen aan wie je op uitkomsten daarvan en de belanghebbenden2, op een deze wijze verantwoording gevolgen voor stakeholders voor elk van hen begrijpelijke aflegt en gebruikt die om je open en eerlijk ten behoeve en aansprekende wijze. handelen continu te van je directe collega’s, verbeteren. peers en leidinggevenden.1
Innoveren • Je organiseert zelf het geheel aan doelgroepen waaraan, en methoden waarmee je verantwoording aflegt.
V4. Eigen handelen kritisch evalueren Toepassen Integreren Verbeteren • Je evalueert je eigen • Je betrekt in deze evaluatie • Je voert deze evaluatie handelen in je professionele ook feedback van anderen, regelmatig uit, en je gebruikt activiteit systematisch.3 en weegt deze zorgvuldig af. de uitkomsten ervan om je functioneren continu te verbeteren.
1
Innoveren • Je gebruikt de uitkomsten van de evaluatie voor je persoonlijke toekomstplanning.4
Dat kan in de vorm van formele rapporten, presentaties, artikelen, boeken etc., en daarnaast (maar niet uitsluitend) op meer informele wijze door middel van bijvoorbeeld gesprekken, verhalen, columns, websites, deelname aan online forums, tv-programma’s. 2 Zoals: belangengroepen, burgers, gezinsleden, buren, journalisten, overheidsdienaren, scholen. 3 Daarbij kunnen bijvoorbeeld begrippen gehanteerd worden zoals: consequenties, respect, objectiviteit, ethisch handelen, betrokkenheid, onafhankelijkheid, zelfstandigheid, vermogen tot samenwerken, etc. 4 Denk bijvoorbeeld aan loopbaanplanning, ambities, levenslang leren, persoonlijkheidsontwikkeling, gezinsplanning, afweging werk- en privébelangen.
6
Niko Roorda: Competentiekaarten voor duurzame ontwikkeling
Competentie E: Emotionele intelligentie E1. Waarden van zichzelf en van andere mensen en culturen herkennen en respecteren Toepassen • Je brengt onder woorden vanuit welke waarden jij als professional denkt en handelt.1
Integreren • Je brengt onder woorden vanuit welke waarden anderen2 denken en handelen die betrokken of belanghebbend zijn bij je professioneel handelen. • Je beschrijft de verschillen en overeenkomsten tussen de waarden van jezelf en van deze anderen.
Verbeteren
Innoveren • Je verrijkt en versterkt de • Je werkt met deze anderen kwaliteit van je professionele samen, waarbij je de activiteit door de overeenkomsten én de samenwerking actief uit te verschillen in waarden benut breiden naar mensen of als verrijking en versterking culturen met andere van de kwaliteit van je waarden. activiteiten.
• Je communiceert respectvol met deze anderen over de onderlinge waardenverschillen.
E2. Handelingsperspectieven van zichzelf en van andere mensen en culturen herkennen en respecteren Toepassen • Je brengt onder woorden vanuit welk handelingsperspectief jij als professional handelt.3
Integreren Verbeteren Innoveren • Je brengt onder woorden • Je werkt met deze anderen • Je vergroot de kansen op vanuit welke samen, waarbij je de succes van je professionele handelingsperspectieven overeenkomsten én de activiteit door de anderen denken en verschillen in samenwerking actief uit te handelen die betrokken of handelingsperspectief benut breiden naar mensen of belanghebbend zijn bij je als kansen om langs diverse culturen met andere professioneel handelen. wegen de gewenste doelen handelingsperspectieven. • Je communiceert respectvol te bereiken. en effectief met deze anderen over de onderlinge verschillen in handelingsperspectieven. • Je beschrijft de verschillen en overeenkomsten tussen de handelingsperspectieven van jezelf en van deze anderen.4
1
Relevante begrippen zijn onder meer: culturele waarden, ethische normen, overtuigingen, levensfilosofie, tradities. Zie: ‘Werken aan duurzame ontwikkeling’, hoofdstuk 3. 2 Zoals: andere mensen, al dan niet in dezelfde cultuur of hetzelfde land als jij; families, bevolkingsgroepen, landen, etc. 3 Handelingsperspectief: het beeld dat iemand heeft over de eigen mogelijkheden en die van anderen om via handelingen bepaalde effecten te bereiken. Zie: ‘Werken aan duurzame ontwikkeling’, hoofdstuk 4. 4 Enkele voorbeelden van verschillen in handelingsperspectieven: mate van geloof in eigen kunnen; globalisering versus antiglobalisme; vooruitgangsdenken versus ‘terug naar vroeger’; revolutie of geleidelijkheid; nadruk op het collectief versus op het individu.
Niko Roorda: Competentiekaarten voor duurzame ontwikkeling
7
E3. Luisteren naar meningen en emoties van anderen Toepassen Integreren Verbeteren • Je neemt de tijd en de rust • Je ‘luistert actief’ naar • Samen met deze anderen om aandacht te besteden anderen.1 zet je de communicatie over aan de meningen en emoties • Je maakt onderscheid emoties en meningen in om van degenen met wie je als tussen emoties, meningen en de kwaliteit van de professional in contact bent. samenwerking en de rationele gedachten, zowel activiteiten te vergroten. • Je bent je bewust van je bij jezelf als bij anderen. eigen meningen en emoties betreffende je professionele activiteiten en de contacten in dat verband, en kunt deze los zien van die van anderen.
Innoveren • Je zorgt ervoor dat relevante meningen en emoties van alle belanghebbenden voldoende in je professionele activiteiten tot uitdrukking komen.
E4. Onderscheid maken tussen feiten, vermoedens en meningen Toepassen
Integreren
Verbeteren
Innoveren
• Je stelt van beweringen2 vast of het gaat om feiten, vermoedens of meningen.
• Je communiceert zo’n vaststelling zodanig dat met anderen, waaronder degene die de bewering deed, consensus ontstaat over de aard ervan.
• Je bepaalt op welk moment in je professionele activiteit een feit gewenst is, dan wel een vermoeden of een mening. Je richt je activiteiten daarnaar in.
• Je bedenkt desgewenst aanvaardbare en realistische manieren om een vermoeden om te zetten in een feit, of om anderszins de aard van een bewering te wijzigen.3
1
Actief luisteren is niet alleen horen wat de ander zegt, maar ook proberen te begrijpen wat de ander zegt. Bovendien stellen luistervaardigheden je in staat de ander te laten weten dat je luistert, de ander zijn verhaal te laten vertellen, en, wanneer dat nodig is, te laten verduidelijken. (Bron: http://www.rug.nl/noordster/mondelingevaardigheden/voorstudenten/luisteren, 2008) 2 Zowel beweringen van jezelf als van anderen. 3 Bijvoorbeeld door: nader onderzoek, voortgezette discussie, het betrekken van derden, het streven naar objectiviteit om te zetten in een streven naar intersubjectiviteit, herformulering van een vraag, onderzoek naar de betekenis van gehanteerde woorden.
8
Niko Roorda: Competentiekaarten voor duurzame ontwikkeling
Competentie S: Systeemgerichtheid S1. Interdisciplinair, transdisciplinair en intercultureel samenwerken Toepassen
Integreren
Verbeteren
Innoveren
• Je betrekt in je professionele activiteit aspecten van andere disciplines, dus in een multidisciplinaire1 aanpak.
• Je voert deze activiteit uit als lid van een interdisciplinair2 team.
• Je betrekt stakeholders, ook degenen die niet een bepaalde professionele discipline vertegenwoordigen, actief in de activiteit, waardoor een transdisciplinaire3 aanpak ontstaat.
• Je breidt het doelgebied van de activiteit uit naar nieuwe soorten stakeholders en/of culturen.
S2. Denken in systemen, en daarbij in- en uitzoomen, d.w.z. beurtelings analytisch en holistisch denken Toepassen
Integreren
• Je plant je professionele activiteit op basis van een systematische analyse van de afzonderlijke deelsystemen en aspecten van het systeem waarop je activiteit betrekking heeft.
• Je maakt een synthese van de gevolgen of uitkomsten van je activiteit, d.w.z. je brengt de uitkomsten van deze activiteit op een afgewogen, samenhangende manier met elkaar in verband.
1
Verbeteren • Je verricht zowel de analyse als de synthese herhaaldelijk gedurende de activiteit, waardoor je continu op alle systeemniveaus bewust handelt.
Innoveren • Je doet onderbouwde aanbevelingen voor toekomstige verdere activiteiten.
• Daarbij betrek je bovendien de omgeving van het betrokken systeem.4
Multidisciplinair: aanpak waarbij een project of probleem wordt belicht vanuit meerdere disciplines, waardoor verschillende soorten invalshoeken en methoden een kans krijgen. De deskundigen zijn niet intensief met elkaar in contact, waardoor oplossingen gebaseerd op combinaties van disciplines niet snel bedacht zullen worden. 2 Interdisciplinair: wijze van samenwerken in een team waarin experts van uiteenlopende disciplines intensief met elkaar samenwerken aan een project of een probleem, waardoor rijke, creatieve en innovatieve strategieën en methoden bedacht en uitgevoerd kunnen worden. 3 Transdisciplinair: wijze van samenwerken in een interdisciplinair team, waarin ook personen zijn opgenomen die niet deelnemen vanwege een bepaalde discipline maar om hun praktijkervaring of om een andere vorm van betrokkenheid. 4 Ieder systeem, wellicht met uitzondering van het gehele universum, maakt deel uit van meerdere grotere systemen waarmee het in wisselwerking is, bijvoorbeeld een land, een bedrijfstak, een natuurlijke habitat, een continent, de gehele Aarde etc.
Niko Roorda: Competentiekaarten voor duurzame ontwikkeling
9
S3. Functiegericht, innovatief, creatief, buiten kaders denken Toepassen • Je leidt uit de direct zichtbare functie van een dienst, product of proces de onderliggende behoeften of verwachtingen af.
Integreren • Je bedenkt bij een dienst, product of proces vanuit de onderliggende behoefte alternatieve manieren om aan deze behoefte te voldoen.
Verbeteren • Je stelt van elk van de gevonden alternatieven de voornaamste consequenties voor duurzame ontwikkeling vast.
Innoveren • Je voert de functieanalyse uit in complexe situaties waarin nogal wat tegenstrijdige belangen bestaan die moeilijk onderling afweegbaar zijn.
• Je voert deze functieanalyse uit in een reeks van lagen of stappen.1
• Je vindt niet alleen bestaande manieren maar ook nieuwe zelf bedachte oplossingen.
• Op basis van een beredeneerde afweging kom je tot innovatieve en tegelijk realistische aanbevelingen of besluiten.2
• Al dan niet samen met anderen breng je je aanbevelingen of besluiten in praktijk.
Integreren • Je brengt de consequenties voor duurzame ontwikkeling van deze diensten, producten of processen in kaart4, en relateert die aan de totale consequenties voor duurzame ontwikkeling van de gehele keten of levenscyclus.
Verbeteren
Innoveren
• Op basis van de uitkomsten van deze analyse doe je aanbevelingen om tot duurzame verbeteringen te komen in de gehele keten.5
• Je ontwerpt originele nieuwe ketens om dezelfde functies en behoeften te vervullen, en stelt vast of deze ten aanzien van duurzame ontwikkeling gunstiger zijn dan de bestaande.
S4. Ketengericht denken Toepassen • Je benoemt van de diensten, producten of processen waarop je professionele activiteit betrekking heeft, op welke manier zij deel uitmaken van een langere keten of levenscyclus3.
• Je werkt daarbij samen met anderen die andere delen van de keten beheren of beïnvloeden.
1
Het betreft hier dikwijls behoeften of verwachtingen waarvan de betrokkene zich zelf niet bewust is. Bij de afwegingen worden aspecten betrokken zoals: duurzaamheid, financiën, functionele eisen, haalbaarheid, aanvaardbaarheid enz. 3 Dat kan gaan om de levenscyclus van een industrieel product, van een mens of een dier, een natuurlijke habitat, een bedrijf, etc. 4 Kwalitatief of kwantitatief, in woorden, schema’s, formules, tabellen, kunstzinnige uitingen of anderszins, al naar gelang de situatie, je discipline en de aard van de activiteit. 5 Een voor de hand liggende verbetering is het sluiten van de kringlopen (als dat niet al gedaan is), door middel van hergebruik, hoog- of laagwaardige recycling dan wel energieterugwinning door verbranding. 2
10
Niko Roorda: Competentiekaarten voor duurzame ontwikkeling
Competentie T: Toekomstgerichtheid T1. Niet-lineaire processen herkennen en begrijpen Toepassen • Je herkent en benoemt situaties die betrekking hebben op je professionele activiteiten waarin ontwikkelingen op een nietlineaire manier door oorzaken opgewekt of beïnvloed worden.
Integreren Verbeteren Innoveren • Je beschrijft de mogelijke • Je beschrijft de mogelijke • Je beschrijft de mogelijke niet-lineaire, wellicht niet-lineaire, wellicht niet-lineaire, wellicht onverwachte ontwikkelingen onverwachte ontwikkelingen onverwachte ontwikkelingen en gevolgen op korte en gevolgen van je eigen en gevolgen van je eigen termijn1 van je professionele professionele activiteiten en professionele activiteiten en activiteiten. die van de teams weaarvan die van de teams weaarvan je deel uitmaakt op de je deel uitmaakt op de lange • Je doet dat ook voor de middellange termijn. termijn. activiteiten van de verschillende teams2 waarvan je deel uitmaakt.
• Je gebruikt deze inzichten op een aanwijsbare manier om het werk van jou en je team vorm te geven of te verbeteren.
• Je gebruikt deze inzichten op een aanwijsbare manier om het werk, de doelen, de methoden en de werkomgeving van jou en je team fundamenteel te (her)ontwerpen.
T2. Denken in verschillende tijdschalen; onderscheid maken tussen korte en lange termijn aanpak Toepassen Integreren • Je herkent en beschrijft in • Je herkent en beschrijft bij concrete werksituaties concrete werkgerelateerde operationele3 methoden voor problemen de verschillen werkuitvoering en -bijstelling. tussen korte termijnmethoden gericht op • Je draagt bij aan de symptoombestrijding en uitvoering van deze lange termijn-methoden methoden, en draagt aldus gericht op het wegnemen bij aan korte termijnvan oorzaken. verbeteringen.
• Je draagt bij aan de uitvoering van symptoombestrijdende methoden op basis van het operationeel beleid van de organisatie of van het team waarvan je deel uitmaakt.
1
Verbeteren • Bij werkgerelateerde problemen draag je bij aan het ontwerp van een oplossingsstrategie gebaseerd op een passend gekozen combinatie van korte- en lange termijn methoden. • Je draagt bij aan het ontwerp van symptoombestrijdende methoden op basis van het tactisch4 beleid van de organisatie of van het team waarvan je deel uitmaakt. • Je draagt bij aan de uitvoering van oorzaak wegnemende methoden op basis van het strategisch5 beleid van de organisatie waarvan je deel uitmaakt.
Innoveren • Je geeft leiding aan het ontwerp en de uitvoering van genoemde oplossingsstrategieën. • Je betrekt daarbij huidige en verwachte toekomstige trends in je werkveld en in de samenleving die van invloed kunnen zijn op je werk en je organisatie. • Je draagt bij aan de uitvoering en de (her)definiëring6 van de strategische doelen en van de missie7 van de organisatie waarvan je deel uitmaakt.
Korte, middellange en lange termijn: enigszins afhankelijk van de context. In veel situaties kan als richtlijn gelden: Korte termijn: tot circa 1 of 2 jaar. Middellange termijn: tot circa 5 of 10 jaar. Lange termijn: tot circa 25 of 100 jaar of meer. 2 Bijvoorbeeld een studentengroep, een afdeling, een bedrijf, een commissie. 3 Operationele methoden zijn methoden die direct of op korte termijn uitgevoerd kunnen worden, mogelijk maar niet noodzakelijk op basis van tactische of strategische plannen. 4 Tactisch beleid: beleid op middellange termijn, waarbij gestreefd wordt naar realisatie van concrete doelen van de organisatie, mogelijk maar niet noodzakelijk afgeleid uit het strategisch beleid. 5 Strategisch beleid: beleid op lange termijn, waarbij gestreefd wordt naar realisatie van fundamentele doelen, gebaseerd op de missie van de organisatie, of waarbij deze doelen en missie openstaan voor herdefiniëring. 6 Herdefiniëren van de missie: Bestaande denkbeelden over de missie van een bedrijf loslaten en geheel opnieuw bepalen waarom en waartoe het bedrijf bestaat. Zie ‘Werken aan duurzame ontwikkeling’, §6.2.1. 7 Missie: diepste wezen van een organisatie, de reden waarom die bestaat. Vaak vastgelegd in een ‘mission statement’
Niko Roorda: Competentiekaarten voor duurzame ontwikkeling
11
T3. Consequentiebereik en consequentieperiode van beslissingen inschatten Toepassen • Je beschrijft de consequenties op de korte termijn, voor de direct betrokkenen, van je eigen professionele acties en besluiten.
Integreren Verbeteren • Je beschrijft de • Je onderzoekt en beschrijft consequenties op de korte de consequenties en het tot middellange termijn, voor bijbehorende direct en minder direct consequentiebereik en de betrokkenen, van je eigen consequentieperiode van je professionele acties en professionele werk, dat van besluiten en die van het de teams, de organisatie en team of de organisatie de branche waarvan je deel waarvan je deel uitmaakt. uitmaakt. • Voor elk van deze • Je betrekt de uitkomsten consequenties beschrijf je de daarvan bij het verbeteren omvang ervan in ruimte en van je werk en dat van de tijd, dus zowel het teams en de organisatie consequentiebereik1 als de waarvan je deel uitmaakt. consequentieperiode2.
Innoveren • Je doet dit mede op basis van wisselwerkingen tussen je werk, je organisatie, je branche en de samenleving. • Je betrekt de uitkomsten bij het herinrichten van het werk, de doelen en de methoden van jezelf, je organisatie en je branche.
T4. Toekomstgericht denken, anticiperen Toepassen • Je gebruikt toekomstverwachtingen omtrent je werk op de korte termijn op basis van gangbare verwachtingen en trends bij de voorbereiding en uitvoering van je werk.
Integreren
Verbeteren Innoveren • Je draagt bij aan de • Je draagt methodisch bij aan • Je gebruikt ontwikkeling van de ontwikkeling van toekomstverwachtingen toekomstverwachtingen toekomstverwachtingen op omtrent je werk, organisatie, omtrent je werk, organisatie, de korte, middellange en discipline en branche3 op de discipline en branche op de lange termijn met betrekking middellange termijn op basis middellange termijn. tot je professionele activiteit, van gangbare verwachtingen je discipline, organisatie en en trends bij de • Je draagt eraan bij dat zulke branche.4 voorbereiding en uitvoering toekomstverwachtingen van je werk en dat van de bijdragen aan het continu • Je hanteert daarbij het teams en de organisatie verbeteren van je werk en voorzorgbeginsel5. Je houdt waarvan je deel uitmaakt. dat van je teams en derhalve rekening met de organisatie. mogelijkheid van onvoorspelbare ontwikkelingen en trendbreuken6.
1 Consequentiebereik: totale omvang van de mensen, de organisaties, de natuur en het milieu die de consequenties ondervinden van een beslissing, een handelwijze of een leefstijl. Zie: ‘Werken aan duurzame ontwikkeling’, §4.5.1. 2 Consequentieperiode: de tijdsduur die er overheen gaat voordat de gevolgen van een beslissing zijn verdwenen. Zie: ‘Werken aan duurzame ontwikkeling’, §4.5.2. 3 Discipline: het vak waarin je werkt en (vermoedelijk) expertise bezit, bijvoorbeeld: werktuigbouwkundige, econoom, leraar, verpleegkundige. Branche: de werksector waarin je een baan hebt, bijvoorbeeld: metaalindustrie, accountancy, beroepsonderwijs, gezondheidszorg. 4 Methoden daarvoor zijn onder meer: trendanalyse, trendextrapolatie, scenario-denken, simulaties, backcasting. 5 Voorzorgbeginsel: principe dat beleidskeuzen en beslissingen mede worden gebaseerd op het voorkómen van bepaalde nadelige gevolgen, ook als het optreden van die gevolgen zonder deze keuzen en beslissingen niet zeker zijn. 6 Trendbreuk: plotselinge sterke verandering in wat tot dan toe een trend was
12
Niko Roorda: Competentiekaarten voor duurzame ontwikkeling
Competentie I: persoonlijke Inzet I1. Duurzame ontwikkeling consequent betrekken bij het eigen werk als professional (duurzame attitude) Toepassen Integreren Verbeteren Innoveren • Je omschrijft het begrip • Je bent expert met • Je betrekt • Je gebruikt ‘duurzame ontwikkeling’. betrekking tot duurzame duurzaamheidsafwegingen duurzaamheidsoverwegingen ontwikkeling binnen je • Je noemt en verduidelijkt bewust en aantoonbaar bij je consequent bij de discipline en/of branche, en een reeks van onderwerpen professionele activiteiten en verbetering van het werk, de toont dat door middel van in relatie tot kernbegrippen besluiten. doelen en de inzet van onderzoek, publicaties en/of van duurzame ontwikkeling middelen en methoden van openbare presentaties. zoals ‘people’, ‘planet’, profit jou en van de organisatie / prosperity’1, ‘plaats’ en waarvan je deel uitmaakt. • Je draagt bij aan de ‘tijd’.2 vernieuwing van inzichten en methoden binnen je • Je benoemt in organisatie, discipline en praktijksituaties oorzaken branche op basis van van onduurzaamheid. duurzaamheidsoverwegingen.
I2. Eigen kennis en expertise actueel houden, ook buiten de eigen discipline Toepassen • Je onderneemt activiteiten3 om je expertise te actualiseren, wanneer je constateert4 dat recente ontwikkelingen binnen je werkveld hebben geleid tot een tekort in je expertise5.
1
Integreren Verbeteren Innoveren • Je onderzoekt, over welke • Je herhaalt dat onderzoek • Bij het onderhouden van je professionele expertise je met regelmaat, en stelt je persoonlijk ontwikkelingsplan zou willen beschikken, en persoonlijk ontwikkelingsplan houdt je rekening met welk gedeelte daarvan je je steeds consequent bij. Je verwachte en mogelijke niet of onvoldoende6 bezit. betrekt daarbij de ideeën en onverwachte ontwikkelingen Op basis daarvan ontwerp je wensen die je hebt binnen je buiten je werkomgeving, een persoonlijk persoonlijke, nietdiscipline en branche, dus in ontwikkelingsplan (POP) professionele leven, en de samenleving als geheel, voor de eerstkomende jaren, maakt daarmee een op de lange termijn. Je en voert dat uit. zorgvuldige afweging. beheert je persoonlijk ontwikkelingsplan vanuit een • Bij het onderzoek ten • Bij het onderhouden van je behoeve van je persoonlijk persoonlijk ontwikkelingsplan lange termijnvisie op je eigen loopbaan en privéleven. ontwikkelingsplan betrek je houdt je rekening met te de huidige en te verwachten verwachten ontwikkelingen ontwikkelingen binnen je binnen je werkomgeving, discipline en branche.7 discipline en branche op middellange termijn.
Bijvoorbeeld ten aanzien van people: toegang tot onderwijs, alfabetisme, gezondheidszorg, hygiëne, veiligheid, democratie, participatie, mensenrechten, gendergelijkheid, consumptiepatronen, millenniumdoelen, etc. Ten aanzien van planet: klimaatverandering, energiegebruik, ozonlaag, biodiversiteit, natuurbehoud, fijn stof, afval, verontreiniging, etc. Ten aanzien van profit of prosperity: winstgevendheid, (groen) bruto nationaal product, groen investeren, inkomensverdeling, welvaart, armoede, beschikbaarheid van grondstoffen, etc. 2 Bijvoorbeeld ten aanzien van plaats: mondiale welvaartsverdeling, afwenteling, internationale organisaties, verdeling van invloed, oorlog en vrede, terrorisme, vluchtelingen, allochtonen, ontwikkelingssamenwerking, etc. Ten aanzien van tijd: lessen uit het verleden, toekomstverwachtingen, afwenteling op toekomstige generaties, duurzaamheid van de samenleving, backcasten, etc. 3 Activiteiten: bijvoorbeeld deelname aan een formele cursus, individueel onderzoek (zoals literatuuronderzoek, interviews, internetzoekacties), opzoeken van leervolle praktijksituaties, coaching. 4 Dat betekent een reactieve houding, waarbij de ontwikkelingen sturend zijn voor je gedrag. 5 Expertise: Geheel van kennis, inzichten, vaardigheden, attitude (samen afgekort tot ‘KIVA’). Kan gebaseerd zijn op theoretische scholing en op praktijkervaring. 6 Naar je eigen oordeel, of (mede) naar dat van anderen wiens oordeel je van waarde acht. 7 Dat betekent een proactieve houding, waarbij je anticipeert op toekomstontwikkelingen, en daarvoor al klaar bent als ze zich voordoen.
Niko Roorda: Competentiekaarten voor duurzame ontwikkeling
13
I3. Met passie aan dromen en idealen werken Toepassen Integreren Verbeteren Innoveren • Je beschrijft de wensen, • Je betrekt je professionele • Met je dromen en idealen • Je dromen en idealen leiden dromen en idealen die je dromen en idealen inspireer je anderen in je tot originele, innoverende koestert ten aanzien van het aantoonbaar bij de werkomgeving. ideeën en projecten met werk dat je beoefent en de doelformulering en de betrekking tot je • Daarmee oefen je een resultaten en effecten uitvoering van je werk. professionele activiteiten, je aantoonbare positieve daarvan. werkomgeving, je discipline • Je brengt een balans aan invloed uit op het werk en de of je branche. tussen je dromen en idealen • Je komt binnen je direct resultaten en effecten ervan ten aanzien van je werkomgeving openlijk uit van jou en de teams waarvan • Met je passie voor je professionele activiteiten en voor deze dromen en je deel uitmaakt. dromen en idealen geef je je privéleven. idealen. bezielend leiding1 aan een team of organisatie waarvan je deel uitmaakt.
I4. Het eigen geweten als maatstaf hanteren Toepassen • Je onderzoekt de doelen, methoden, taken en opdrachten van je professionele activiteiten op basis van je eigen waarden en ethische normen. • Je brengt voor jezelf de uitkomsten daarvan onder woorden.
Integreren • Je bespreekt de uitkomsten met andere belanghebbenden in je directe professionele omgeving2.
Verbeteren Innoveren • Doelen, opdrachten of • Bij de keuze van activiteiten die je niet in werkzaamheden, opleiding, overeenstemming acht met baan of carriëreplanning je geweten, voer je niet uit, houd je consequent en bij of je wijzigt ze, zo mogelijk in voorbaat rekening met wat je goed overleg, totdat ze wel ethische normen toelaatbaar • Indien je dat op basis van in overeenstemming zijn met en wenselijk maken.4 deze uitkomsten nodig acht, 3 je geweten. • Indien nodig, kom je met overleg je met hen over creatieve en vernieuwende wijzigingen in de • Je bent standvastig in je methoden om professionele professionele activiteiten van besluiten. Weliswaar sta je doelen te realiseren, op jou en van de teams waarvan bij zulke besluiten open voor zodanige wijze dat deze je deel uitmaakt. redelijke argumenten van volledig of meer dan anderen, maar niet voor voorheen overeenstemmen pressie van hen. met wat je ethisch toelaatbaar acht. • Bij de doelbepaling, planning, uitvoering en beoordeling van je werk toon je voorbeeldgedrag en leiderschap door middel van je openlijke gewetensvolle aanpak daarvan.
1
Leiding: zowel formeel leiderschap, voortvloeiend uit een organisatorische positie als manager, docent, coach of bestuurder, als informeel leiderschap. 2 Bijvoorbeeld collega’s, leidinggevende, opdrachtgever, klanten, docent, studenten 3 Denk bijvoorbeeld aan werkzaamheden die bestaan uit, of als gevolg hebben: discriminatie, uitbuiting, aantasting van de natuur, milieuvervuiling, afwenteling, criminaliteit, omkoping, aantasting van menselijke waardigheid, schade aan cultureel erfgoed, geweld, onveiligheid. 4 Je kunt daartoe een belofte doen aan jezelf en eventueel aan anderen, vergelijkbaar met de Eed van Hippocrates die afstuderenden in de geneeskunde afleggen. Een voorbeeld van zo’n belofte is te vinden in paragraaf 3 (zie onder).
14
Niko Roorda: Competentiekaarten voor duurzame ontwikkeling
Competentie A: Actievaardigheid A1. Onafweegbare afwegingen maken en tot keuzes komen Toepassen • Je beschrijft situaties in je professionele activiteiten waarin belangen tegen elkaar afgewogen moeten worden die niet op een eenduidige manier met elkaar vergeleken kunnen worden.1
Integreren Verbeteren Innoveren • Je overlegt met de betrokken • Je onderzoekt of er • Je vervangt de methoden, belanghebbenden of hun mogelijkheden zijn om de technieken of locaties van je vertegenwoordigers over de strijdige belangen minder professionele werk door te maken keuzes. Mede op onderling strijdig te maken. andere, waardoor de basis daarvan maak je belangenconflicten geheel of • Je onderzoekt of er beredeneerde afwegingen grotendeels verdwijnen. manieren zijn om degenen en komt tot keuzes. Indien bestaande methoden, die nadelige gevolgen van je technieken of locaties • Je licht je keuzes toe aan de keuzes ondervinden te daartoe niet geschikt zijn, belanghebbenden of hun compenseren.2 Op basis ontwikkel en implementeer je vertegenwoordigers. daarvan stel je je keuzes bij geheel nieuwe. of wijzig je de doelen, de methoden en de uitvoering • Daarbij houd je rekening met van je professionele nieuwe belangenconflicten activiteiten. die daardoor zouden kunnen ontstaan.
A2. Handelen als de tijd rijp is, en niet tegen de stroom in: ‘doen zonder doen’ Toepassen
Integreren
Verbeteren
• Je maakt een inschatting • Je onderneemt activiteiten van de weerstanden3 die je om te bevorderen dat de tijd kunt oproepen met je rijp is voor de uitvoering van professionele activiteiten (of je professionele activiteiten. die van je organisatie). Je Je doet dat in overleg of bepaalt, op welk moment samenwerking met de deze weerstanden klein belanghebbenden. geacht kunnen worden4, en richt je tijdsplanning daarnaar in. Daarbij houd je ook rekening met positieve krachten, die de geplande activiteiten kunnen versterken. 5
1
• Indien je gebleken is dat weerstanden niet of te langzaam te verkleinen zijn of draagvlak te vergroten, ontwerp je je professionele activiteiten opnieuw, gericht op een meer acceptabel proces en resultaat. Je betrekt daarbij de belanghebbenden.
Innoveren • Indien je gebleken is dat ook het herontwerp van je activiteiten niet tot een betekenisvolle vermindering van weerstanden leidt, heroverweeg je de achterliggende doelen van deze activiteiten6. • Indien je na zorgvuldige heroverweging vasthoudt aan je doelen, communiceer je daarover met de betrokkenen. Indien je de doelen wel herformuleert, stel je bijpassende methoden, procedures en tijdplanning vast in goed overleg met de betrokkenen.
Zoals: het opzetten van een bedrijf dat goed is voor de lokale economie, maar slecht voor het lokale milieu. Extra zorg bieden aan leerlingen of patiënten, ten koste van andere leerlingen of patiënten of van de eigen gezondheid. Een product ontwikkelen dat minder uitstoot van CO2 veroorzaakt maar meer schaars materiaal vergt. Activiteiten uitvoeren voor kansarme jongeren waar omwonenden niet blij mee zijn. 2 Bijvoorbeeld: bomen planten als CO2-compensatie of ter compensatie van verloren natuur. Schadevergoeding betalen. Teamuitbreiding om aan iedereen voldoende zorg te kunnen geven. Een geluidswal of een muur plaatsen. Alternatieve materialen kiezen, bijvoorbeeld biologisch afbreekbare. 3 Dat kunnen weerstanden zijn bij personen of groepen. Maar ook weerstanden veroorzaakt door de timing van systemen, bijvoorbeeld industriële processen, leveringstijden, biologische of meteorologische systemen. 4 Echter zonder misbruik te maken van omstandigheden, bijvoorbeeld op momenten dat betrokkenen afwezig zijn (bijvoorbeeld door vakantie) of zwak zijn (bijvoorbeeld door ziekte, vermoeidheid of verdeelde aandacht). Wel, bijvoorbeeld: wachten tot het draagvlak onder de betrokkenen is gegroeid, of tot de betrokkenen in een passende stemming of situatie verkeren om de activiteiten goed te overwegen. 5 Bijvoorbeeld: informatie verschaffen. Misverstanden wegnemen. Actief luisteren naar bezwaren. Samen zoeken naar alternatieven. Voorbereidende activiteiten opzetten (‘het land ploegen voordat je gaat zaaien’), zodanig dat weerstanden niet vergroot maar juist verkleind worden.. 6 Daarbij gebruik je de methode van functie-oriëntatie, zie “Werken aan duurzame ontwikkeling” § 5.4.1.
Niko Roorda: Competentiekaarten voor duurzame ontwikkeling
15
A3. Omgaan met onzekerheden Toepassen
Integreren
• Je maakt een weloverwogen • Je plant je professionele inschatting van de mate van activiteiten zodanig, dat je onzekerheid van de rekening houdt met informatie die je bij je onzekerheden, en daarvoor professionele activiteiten eventuele maatregelen in betrekt1. petto hebt.2
Verbeteren
Innoveren
• Je kiest je plannen en • Je kiest je doelen en methoden zodanig dat, waar strategie zodanig dat, waar mogelijk, onzekerheden die mogelijk, onzekerheden die van vitaal belang zijn worden van vitaal belang zijn worden geminimaliseerd. geminimaliseerd.
A4. Besluiten nemen Toepassen • Je neemt besluiten met betrekking tot je professionele activiteiten op het juiste moment, op basis van expliciet geformuleerde argumenten.3
1
Integreren Verbeteren Innoveren • Je onderzoekt achteraf altijd • Bij de besluitvorming maak • Je neemt besluiten met of een door jou of door de je expliciet hoe de betrekking tot de groep waarvan je deelt achterliggende visie op je professionele activiteiten van uitmaakt genomen besluit activiteiten en je organisatie jou en je organisatie op het juist en tijdig was. je besluiten vorm geeft. juiste moment, op basis van • De uitkomsten van deze expliciet geformuleerde • Waar de situatie dat vraagt, evaluatie gebruik je voor argumenten, en op basis van pas je onorthodoxe systematische verbetering consensus van jou en de methoden toe om tot van je besluitvaardigheid. anderen die bij de besluitvorming te komen, besluitvorming zijn waarbij je je ervan gewist dat • De uitkomsten gebruik je betrokken. de overige betrokkenen deze bovendien om eventuele methoden begrijpen en negatieve gevolgen van je aanvaarden. besluiten, zeker wanneer die onverwacht zijn, zo mogelijk te verminderen of op te heffen.
Dat kan gaan om de onzekerheid van meetgegevens, die in veel gevallen kwantitatief bepaalbaar is. Of om de mate van betrouwbaarheid van getuigenverklaringen of herinneringen; de mate waarin toegepaste hypothesen en theorieën wetensachappelijk geaccepteerd zijn; of de mate waarin gehanteerde modellen de werkelijkheid vereenvoudigen. Maar ook: onzekerheid omtrent levertijden, inkoopprijzen, afzetmarkten, wettelijke regelingen, eigen productiekwaliteit. Zie: “Basisboek duurzame ontwikkeling”, § 5.3. 2 Denk aan de kans op tegenvallers of zelfs rampen, maar ook meevallers: op het gebied van geld, tijd, menskracht, leveringen, resultaten. Maatregelen kunnen onder meer bestaan uit het aanleggen van reserves (in geld, tijd, menskracht enz.), het afsluiten van verzekeringen, flexibiliteit in planning. 3 Dus: je aarzelt niet, stelt besluiten niet nodeloos uit, maar neemt ze ook niet roekeloos of hals-over-kop. Je weet waarom je het besluit genomen hebt, en kunt dat aan anderen uitleggen. Je realiseert je dat het uitstellen of niet nemen van een besluit óók een besluit is.
16
Niko Roorda: Competentiekaarten voor duurzame ontwikkeling
Belofte met betrekking tot Duurzame Ontwikkeling De onderstaande tekst is een voorbeeld van een belofte met betrekking to duurzame ontwikkeling voor afstudeerders van alle disciplines, die vergeleken kan worden met de Eed van Hippocrates. Er wordt naar verwezen bij competentie I4: “Het eigen geweten als maatstaf hanteren”, niveau 4 (Innoveren), voetnoot.
Ik beloof dat ik bij mijn werk consequent zal nadenken over de gevolgen daarvan voor de samenleving en het milieu, zowel nu als in de toekomst. Ik zal voor en tijdens het nemen van beslissingen gewetensvol afwegingen maken. Ik zal geen werk uitvoeren dat erop gericht is om mensen of de natuur schade te doen. Ik zal mijn opleiding, talenten en ervaring inzetten om bij te dragen aan de totstandkoming van een betere wereld door middel van duurzame ontwikkeling. Ik accepteer dat ik persoonlijk verantwoordelijk ben voor mijn keuzen en daden, en ik beloof dat ik openlijk verantwoording zal afleggen van mijn werk aan iedereen voor wie dat werk gevolgen heeft. Ik zal mij niet beroepen op het feit dat ik heb gehandeld in opdracht van anderen. Ik beloof dat ik mij in mijn werk niet alleen zal inzetten voor mijn eigen belangen en mijn carrière, maar ook voor mijn dromen en mijn idealen. Ik zal daarbij de waarden en belangen van anderen respecteren. Ik besef dat er in de loop van mijn carrière momenten zullen zijn waarop het moeilijk zal zijn om wat ik nu beloof vol te houden. Ook dan zal ik mij aan deze belofte houden.
In het Engels:
I pledge that, in my work, I will consistently consider the present and future consequences for society and the environment. Before and while making decisions, I will conscientiously make considerations. I will not perform work that is aiming at harming people or nature. I will use my education, my talents and my experience in order to contribute to the realization of a better world through sustainable development. I accept my personal responsibility for my decisions and my actions, and I pledge that I will openly give account of my work to everyone for whom this work has consequences. I will not appeal to the fact that I have acted following instructions of others. I pledge that I will not just dedicate my work to my own interests and my career, but also to my dreams and ideals. Doing so, I will respect the values and interests of others. I realize that, in the course of my career, there will be moments on which it will be hard to persist in what I promise now. Even then I will keep this promise.
Bron: Niko Roorda: ‘Werken aan duurzame ontwikkeling’, p. 273, Wolters-Noordhoff, Groningen 2007, ISBN 978-90-01-40030-9. Zie: www.duurzaam.wolters.nl. Contact informatie:
[email protected].
Niko Roorda: Competentiekaarten voor duurzame ontwikkeling
17
Woordenlijst De codes tussen haakjes (zoals ‘W4’) verwijzen naar de boeken van Niko Roorda: B = ‘Basisboek duurzame ontwikkeling’, W = Werken aan duurzame ontwikkeling. Het cijfer verwijst naar het hoofdstuknummer. Actief luisteren
Niet alleen horen wat de ander zegt, maar ook proberen te begrijpen wat de ander zegt. Bovendien stellen luistervaardigheden je in staat de ander te laten weten dat je luistert, de ander zijn verhaal te laten vertellen, en, wanneer dat nodig is, te laten verduidelijken.
Afwenteling
Het afschuiven van de negatieve effecten van een leefstijl op anderen, bijvoorbeeld milieuschade of uitputting van resources. Dat kan gaan om afschuiving in de richting van mensen in andere landen, om mensen in toekomstige generaties, of mensen in de eigen omgeving in een andere sociale groep. (B4)
Anticiperen
Ver vooruit in de toekomst kijken en daarnaar handelen teneinde daarop voorbereid te zijn (B5, W6)
Backcasting
Tegengestelde van forecasting (voorspellen). Methode om systematisch acties voor het heden af te leiden uit duurzame wensbeelden voor de toekomst (W5)
Branche
Werksector waarin je een baan hebt, bijvoorbeeld: metaalindustrie, accountancy, beroepsonderwijs, gezondheidszorg
Consequentiebereik
Totale omvang van de mensen, de natuur en het milieu die de consequenties ondervinden van een beslissing, een handelwijze of een leefstijl (W4)
Consequentieperiode
De tijdsduur die er overheen gaat voordat de gevolgen van een beslissing zijn verdwenen (W4)
Discipline
Het vak waarin je werkt en (vermoedelijk) expertise bezit, bijvoorbeeld: werktuigbouwkundige, econoom, leraar, verpleegkundige
Disciplinair
Vanuit of door een bepaald vakgebied (discipline) (W1)
Duurzaam
Geschikt om lang te blijven bestaan (B1)
Duurzame ontwikkeling
Ontwikkeling die ertoe leidt dat een steeds groter deel van de mensen een behoorlijk bestaan hebben, in een wereld waarin dat steeds langer kan worden volgehouden (B1)
Expertise
Geheel van kennis, inzichten, vaardigheden, attitude (samen afgekort tot ‘KIVA’). Kan gebaseerd zijn op theoretische scholing en op praktijkervaring
Habitat
Natuurlijk leefgebied van een plant of dier of een samengesteld geheel daarvan (B4)
Handelingsperspectief
Beeld dat iemand heeft over de eigen mogelijkheden en die van anderen om via handelingen effecten te bereiken (W4)
Interdisciplinair
Wijze van samenwerken in een team waarin experts van uiteenlopende disciplines intensief met elkaar samenwerken aan een project of een probleem, waardoor rijke, creatieve en innovatieve strategieën en methoden bedacht en uitgevoerd kunnen worden. (W1)
Lineair
Letterlijk: rechtlijnig. Lineaire gevolgen zijn recht evenredig met de oorzaken ervan. (zie: niet-lineaire gevolgen) (W1)
Missie
Diepste wezen van een organisatie, de reden waarom die bestaat. Vaak vastgelegd in een ‘mission statement’
Multidisciplinair
Aanpak waarbij een project of probleem wordt belicht vanuit meerdere disciplines, waardoor verschillende soorten invalshoeken en methoden een kans krijgen. De deskundigen zijn niet intensief met elkaar in contact, waardoor oplossingen gebaseerd op combinaties van disciplines niet snel bedacht zullen worden. (W1)
Niet-lineaire gevolgen
Gevolgen waarvan de omvang niet recht evenredig zijn met de oorzaken, en die onverwachte effecten kunnen hebben (W1)
18
Niko Roorda: Competentiekaarten voor duurzame ontwikkeling
Operationele methoden
Methoden die direct of op korte termijn uitgevoerd kunnen worden, mogelijk maar niet noodzakelijk op basis van tactische of strategische plannen
Participatie
Actieve deelname of betrokkenheid (W4)
People
Een van de drie hoofdaspecten van duurzame ontwikkeling: Mensen. (B1)
Plaats
Een van de twee voornaamste dimensies van duurzame ontwikkeling. Wordt ook wel aangeduid met ‘hier en daar’. Heeft te maken met de verdeling van welvaart en welzijn over steeds grotere delen van de wereld. (B1)
Planet
Een van de drie hoofdaspecten van duurzame ontwikkeling: Milieu. (B1)
Profit
Een van de drie hoofdaspecten van duurzame ontwikkeling: Economie. (B1)
Prosperity
Alternatief voor de term ‘profit’, met een ruimere betekenis, ook betrekking hebbend op de welvaart van individuen. (B1)
Scenario
Een scenario van een toneelstuk of film is een beschrijving van de scènes waaruit het verhaal is opgebouwd. Een toekomstscenario is een beschrijving van de gebeurtenissen die in een mogelijke toekomst zouden kunnen gaan plaatsvinden. (B5)
Simulatie
Letterlijk: nabootsing. In het toekomstdenken is het een nabootsing van de werkelijkheid in de vorm van een model dat doorgaans als een computerprogramma is ingebouwd. Met behulp daarvan kunnen scenario’s door de computer worden doorgerekend. (B5)
Stakeholder
Belanghebbende persoon of groep bij een bepaalde discussie, gebeurtenis, ontwikkeling enz. (W4)
Stakeholderanalyse
Onderzoek naar wie er allemaal belang heeft bij een bepaald project, proces of bedrijf, zowel in positieve als in negatieve zin (W6)
Strategisch beleid
Beleid op lange termijn, waarbij gestreefd wordt naar realisatie van fundamentele doelen, gebaseerd op de missie van de organisatie, of waarbij deze doelen en missie openstaan voor herdefiniëring
Tactisch beleid
Beleid op middellange termijn, waarbij gestreefd wordt naar realisatie van concrete doelen van de organisatie, mogelijk maar niet noodzakelijk afgeleid uit het strategisch beleid
Transdisciplinair
Wijze van samenwerken in een interdisciplinair team, waarin ook personen zijn opgenomen die niet deelnemen vanwege een bepaalde discipline maar om hun praktijkervaring of om een andere vorm van betrokkenheid. (W1)
Trend
Richting waarin zich iets gedurende een langere periode ontwikkelt (B5)
Trendbreuk
Plotselinge sterke verandering in wat tot dan toe een trend was (B5)
Trendextrapolatie
Het doortrekken van een trend tot in de toekomst, vanuit de veronderstelling dat de trend zich nog wel enige tijd zal voortzetten (B5)
Tijd
Een van de twee voornaamste dimensies van duurzame ontwikkeling. Wordt ook wel aangeduid met ‘nu en later’. Heeft te maken met toekomstige ontwikkelingen, die hopelijk zo verlopen dat steeds minder roofbouw gepleegd wordt op natuur en milieu, en de welvaartsverdeling steeds eerlijker wordt, waardoor de samenleving steeds stabieler (duurzamer) wordt. (B1)
VESTIA+D
Schema van zes algemene beroepscompetenties voor duurzame ontwikkeling, elk met vier deelcompetenties, plus disciplinaire competenties die per opleiding of beroepsgroep variëren (W6)
Voorzorgbeginsel
Principe dat beleidskeuzen en beslissingen mede worden gebaseerd op het voorkómen van bepaalde nadelige gevolgen, ook als het optreden van die gevolgen zonder deze keuzen en beslissingen niet zeker zijn (W4)