Combi Terminal Twente B.V.
Ruimtelijke onderbouwing voor buitenplanse afwijking bestemmingsplan oprichting CTT Almelo
Combi Terminal Twente B.V.
Ruimtelijke onderbouwing voor buitenplanse afwijking bestemmingsplan oprichting CTT Almelo
referentie
projectcode
status
AML162-5/15-008.937
AML162-5
definitief 04
projectleider
projectdirecteur
datum
ing. S.N.M. Swart
ing. G.J. Kregting
28 mei 2015
autorisatie
naam
paraaf
goedgekeurd
ing. S.N.M. Swart
Witteveen+Bos Van Twickelostraat 2 Postbus 233
Het kwaliteitsmanagementsysteem van Witteveen+Bos is gecertificeerd op basis van ISO 9001.
7400 AE Deventer
© Witteveen+Bos
0570 69 79 11
Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt in enige vorm, hetzij elektronisch, mechanisch dan wel met digitale technieken door fotokopieën, opnamen, internet of op enige andere wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Witteveen+Bos Raadgevende ingenieurs B.V. noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.
www.witteveenbos.nl
INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1. Aanleiding 1.2. Ligging van het plangebied 1.3. Huidige planologische situatie 1.4. Afwijkingen van vigerend bestemmingsplan 1.5. Leeswijzer
blz. 1 1 3 4 6 7
2. HUIDIGE SITUATIE 2.1. Inleiding 2.2. Cultuurhistorie en archeologie 2.3. Ruimtelijke structuur 2.3.1. Wegenstructuur 2.3.2. Water 2.3.3. Natuur en landschap 2.3.4. Leidingen 2.3.5. Laagvliegroute 2.4. Functionele structuur 2.5. Actuele werkzaamheden
9 9 9 9 9 9 9 10 10 10 10
3. BELEIDSKADERS 3.1. Inleiding 3.2. Rijksbeleid 3.2.1. Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) 3.2.2. SER-ladder 3.2.3. Besluit algemene regels omgevingsrecht (Barro) 3.2.4. Richtlijnen Vaarwegen 3.3. Provinciaal beleid 3.3.1. Omgevingsvisie Overijssel 2009 3.3.2. Omgevingsverordening 3.4. Regionaal beleid 3.4.1. Regionaal economisch ontwikkelingsplan Twente 3.4.2. Visie bedrijventerreinen Netwerkstad Twente 2011 3.4.3. Binnenhavenvisie Twente 3.5. Gemeentelijk beleid 3.5.1. Masterplan Almelo 3.5.2. Milieubeleidsplan Almelo 3.5.3. Bomenverordening 3.5.4. Beeldkwaliteitsplan
11 11 11 11 11 11 12 12 12 13 13 13 13 13 14 14 14 14 14
4. MILIEUASPECTEN 4.1. Algemeen 4.2. Ecologie 4.2.1. Toetsingskader 4.2.2. Huidige situatie 4.2.3. Effecten 4.3. Geluid 4.4. Lichthinder omwonenden
17 17 18 18 18 18 19 20
5. WATER
23
6. UITVOERBAARHEID
25
6.1. 6.2.
Economische uitvoerbaarheid Maatschappelijke uitvoerbaarheid
laatste bladzijde BIJLAGEN I Situatietekening
25 25 26 aantal blz. 1
1.
INLEIDING
1.1.
Aanleiding Oprichting CTT Almelo Combi Terminal Twente (CTT) is voornemens een containerterminal op te richten op het in ontwikkeling zijnde bedrijventerrein XL Businesspark Twente, aan de zijtak van het Twentekanaal in Almelo. De containerterminal maakt voor het laden en lossen van schepen gebruik van de openbare laad- en loskade bij het terrein. Daarnaast wordt er een kantoorpand gerealiseerd en worden er een portaalkraan en masten voor terreinverlichting aangebracht. Het voornemen is strijdig met de vigerende bestemmingsplannen. Regionaal bedrijventerrein Twente (RBT) De ontwikkeling van het regionaal bedrijventerrein Twente langs de A35 te Almelo, XL Businesspark Twente, moet ruimte bieden aan een hoogwaardig en grootschalig bedrijventerrein met een omvang van circa 130 hectare netto uitgeefbaar terrein. Hiervoor is in 2006 het bestemmingsplan Regionaal Bedrijventerrein Twente ‘RBT’ door de gemeenteraad van Almelo vastgesteld. In 2007 is het bestemmingsplan goedgekeurd door de Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel en onherroepelijk geworden. Wijzigingsplan locatie laad- en loskade Het bestemmingsplan Regionaal Bedrijventerrein Twente ‘RBT’ voorziet ter plaatse van een groenstrook aan de zijde van het Twentekanaal in een wijzigingsbevoegdheid voor een laad- en loskade. Het wijzigingsplan Locatie Laad- en loskade RBT van de gemeente Almelo (onherroepelijk 3 april 2013) voorziet inmiddels in de planologische kaders voor de ontwikkeling van de laad- en loskade. Afbeelding 1.1. Plangebied wijzigingsplan laad- en loskade
Uitwerkingsplan RBT tranche 3a Het bedrijventerrein wordt in verschillende fasen uitgegeven. Het bestemmingsplan Regionaal Bedrijventerrein Twente ‘RBT’ voorziet wat betreft het beoogde bedrijventerrein daarom in directe bestemmingen voor de hoofdstructuur (wegen en groen) en in nog uit te werken bestemmingen. Voor enkele fasen zijn al uitwerkingsplannen opgesteld.
Witteveen+Bos, AML162-5/15-008.937 definitief 04 d.d. 28 mei 2015, Ruimtelijke onderbouwing voor buitenplanse afwijking bestemmingsplan oprichting CTT Almelo
1
Aangrenzend aan de laad- en loskade geldt het Uitwerkingsplan Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT) Tranche 3a van de gemeente Almelo (onherroepelijk per 20 november 2014). Afbeelding 1.2. Plangebied uitwerkingsplan RBT tranche 3a (in geel weergegeven)
Bestemmingsplan Buitengebied Het bestemmingsplan Buitengebied Almelo ziet toe op het grootste deel van het buitengebied van de gemeente Almelo. In dit bestemmingsplan is onder meer een deel van de zijtak van het Twentekanaal opgenomen. Afbeelding 1.3. Plangebied deel van bestemmingsplan Buitengebied
2
Witteveen+Bos, AML162-5/15-008.937 definitief 04 d.d. 28 mei 2015, Ruimtelijke onderbouwing voor buitenplanse afwijking bestemmingsplan oprichting CTT Almelo
Strijdigheid voornemen met planologische kaders Het voornemen van CTT voor het oprichten van een containerterminal is strijdig met: Het uitwerkingsplan RBT Tranche 3A: 1. Het perceel is deels voorzien van de bestemming Bedrijf-1 van het uitwerkingsplan. Binnen deze bestemming geldt een maximale bouwhoogte voor gebouwen van deels 10 meter en deels 15 meter. De bouwhoogte van de portaalkraan wordt 31,2 meter en is hierdoor in strijd met de maximale bouwhoogte. Binnen de bestemming Bedrijf-1 is de maximale bouwhoogte van lichtmasten 8 meter. Er zijn in totaal vier lichtmasten van 18 meter hoogte gepland voor de containerterminal. Drie van deze lichtmasten zijn geprojecteerd binnen onderhavig uitwerkingsplan. NB: De vierde lichtmast is geprojecteerd binnen het wijzigingsplan Locatie Laad- en loskade RBT en is hiermee in overeenstemming. Bestemmingsplan Buitengebied Almelo De portaalkraan van de containerterminal reikt over een lengte van 8,8 meter over de gronden die in het bestemmingsplan Buitengebied Almelo zijn bestemd als WaterWaterweg met de dubbelbestemming Waterstaat. Binnen deze bestemming zijn alleen bouwwerken met een maximale bouwhoogte van 3 meter toegestaan. De portaalkraan heeft een hoogte van 31,2 meter. Daarnaast is het gebruik niet in overeenstemming met de gegeven bestemming, aangezien deze geen bedrijfsmatige activiteiten toestaat. Vanwege de strijdigheid met het huidige planologische kader, is voor de ontwikkeling van de containerterminal een omgevingsvergunning nodig voor het afwijken op het Uitwerkingsplan Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT) Tranche 3a en bestemmingsplan Buitengebied Almelo, op grond van artikel 2.1, lid 1 sub c en artikel 2.12, lid 1 sub a onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), waarmee het realiseren van de portaalkraan en de drie lichtmasten mogelijk wordt gemaakt. 1.2.
Ligging van het plangebied De containerterminal is gesitueerd op het westelijk deel van het XL Businesspark Twente, grenzend aan de zijtak van het Twentekanaal en is grofweg ten zuiden van de stad Almelo en ten noorden van het dorp Bornerbroek gelegen. Hierna volgt de situatietekening.
Witteveen+Bos, AML162-5/15-008.937 definitief 04 d.d. 28 mei 2015, Ruimtelijke onderbouwing voor buitenplanse afwijking bestemmingsplan oprichting CTT Almelo
3
Afbeelding 1.4. Situatietekening
1.3.
Huidige planologische situatie Het plangebied ligt binnen de grenzen van het Uitwerkingsplan Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT) Tranche 3a, wijzigingsplan Locatie Laad- en loskade RBT en bestemmingsplan Buitengebied Almelo van de gemeente Almelo.
4
Witteveen+Bos, AML162-5/15-008.937 definitief 04 d.d. 28 mei 2015, Ruimtelijke onderbouwing voor buitenplanse afwijking bestemmingsplan oprichting CTT Almelo
Uitwerkingsplan Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT) Tranche 3a De voorgenomen ontwikkeling heeft binnen het Uitwerkingsplan Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT) Tranche 3a de bestemming ‘Bedrijf-1’. Hiervoor gelden onder meer de volgende regels: - de gronden zijn bestemd voor het uitoefenen van bedrijven/bedrijvigheid die voorkomen/voorkomt in de milieucategorieën 3 tot en met 5; - de gronden zijn bestemd voor wegen, (ondergrondse) parkeervoorzieningen en fietsen voetpaden, groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, waterpartijen; - risicovolle inrichtingen, zelfstandige kantoren en kwetsbare objecten zijn niet toegestaan; - de maximale bouwhoogte is 10 meter of 15 meter (aangewezen op de verbeelding). Verlichtingsarmaturen mogen maximaal 8 meter hoog zijn. Wijzigingsplan Locatie Laad- en loskade RBT De voorgenomen ontwikkeling heeft binnen het Wijzigingsplan Locatie Laad- en loskade RBT de bestemming ‘Vaarweg’. Hiervoor gelden onder meer de volgende regels: - de gronden zijn bestemd voor een vaarweg, laad- en loskade en verhardingen met de daarbij behorende voorzieningen en andere bouwwerken; - de gronden zijn bestemd voor wegen, (ondergrondse) parkeervoorzieningen en fietsen voetpaden, groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, waterpartijen; - risicovolle inrichtingen, zelfstandige kantoren en kwetsbare objecten zijn niet toegestaan; - de maximale bouwhoogte voor kranen en silo’s bedraagt maximaal 45 meter; - de hoogte van andere bouwwerken bedraagt maximaal 20 meter; - het laden en lossen van schepen met gevaarlijke en/of licht ontvlambare stoffen op de kade is niet toegestaan. Bestemmingsplan Buitengebied De voorgenomen ontwikkeling heeft binnen het bestemmingsplan Buitengebied Almelo de bestemmingen ‘Water-Waterweg’, ‘Waterstaat- Waterstaatskundige functie’ en valt binnen de ‘gebiedsaanduiding Geluidzone - Industrie’. Voor de bestemming ‘Water-Waterweg’ gelden onder meer de volgende regels: - de gronden zijn bestemd voor water ten behoeve van de scheep- en recreatievaart, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen en/of duikers; - gebouwen mogen niet worden gebouwd; - de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde is maximaal 3 meter. Voor de bestemming ‘Waterstaat-Waterstaatkundige functie’ gelden onder meer de volgende regels: - de gronden zijn mede bestemd voor: de bescherming en het beheer van de watergang, met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde en met inachtneming van de keur van het waterschap; - er mag uitsluitend ten behoeve van de bestemming waterstaat worden gebouwd; - de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde is maximaal 3 m. Voor de gebiedsaanduiding Geluidzone geldt het volgende: er mag geen nieuw geluidsgevoelig gebouw worden gebouwd
Witteveen+Bos, AML162-5/15-008.937 definitief 04 d.d. 28 mei 2015, Ruimtelijke onderbouwing voor buitenplanse afwijking bestemmingsplan oprichting CTT Almelo
5
1.4.
Afwijkingen van vigerend bestemmingsplan Zoals beschreven in paragraaf 1.1, wijkt het voornemen af van het vigerende Uitwerkingsplan Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT) Tranche 3a en bestemmingsplan Buitengebied Almelo. Samengevat geldt dat het voornemen op de volgende punten afwijkt: - Het realiseren van een portaalkraan met een hoogte van 31,2 meter. Dit is nu niet mogelijk vanwege de maximale bouwhoogte in het Uitwerkingsplan RBT Tranche 3a en bestemmingsplan Buitengebied Almelo. De portaalkraan heeft de volgende afmetingen (zie afbeelding 1.4 en 1.5): lengte 72,5 meter (waarvan 35 meter in Uitwerkingsplan RBT Tranche 3a en 8,8 meter in bestemmingsplan Buitengebied Almelo), breedte op maaiveld 30 meter de dwarsligger (op hoogste niveau) is 7,2 meter breed. De kraan manoeuvreert over de kraanrails over een lengte van circa 215 meter. - Het aanbrengen van drie lichtmasten van 18 meter hoogte. Dit is nu niet mogelijk vanwege de aangegeven maximale bouwhoogte in het Uitwerkingsplan RBT Tranche 3a. De lichtmasten zijn aangegeven op de situatietekening, zoals toegevoegd in bijlage I. Specificaties van de toe te passen lichtmasten zijn als bijlage bij de vergunningaanvraag opgenomen. - Het realiseren van een portaalkraan betreft een bedrijfsmatige activiteit en is niet in overeenstemming met de doeleindenbestemming van de bestemming Water en de dubbelbestemming ‘Waterstaat-Waterstaatskundige functie’ van het bestemmingsplan Buitengebied Almelo. Afbeelding 1.5. Aanzicht kraan (1)
6
Witteveen+Bos, AML162-5/15-008.937 definitief 04 d.d. 28 mei 2015, Ruimtelijke onderbouwing voor buitenplanse afwijking bestemmingsplan oprichting CTT Almelo
Afbeelding 1.6. Aanzicht kraan (2)
1.5.
Leeswijzer Voorliggend rapport bevat de ruimtelijke onderbouwing voor het aanbrengen van een portaalkraan en lichtmasten behorende bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning waarmee van het vigerende bestemmingsplan kan worden afgeweken. Het rapport is als volgt opgebouwd: - in hoofdstuk 2 is de huidige situatie van het plangebied beschreven; - in hoofdstuk 3 is het vigerende en relevante ruimtelijke beleid beschreven; - in hoofdstuk 4 is ingegaan op de haalbaarheid van het voornemen ten aanzien van de relevante (milieu)thema’s; - in hoofdstuk 5 is de waterparagraaf opgenomen; - in hoofdstuk 6 is ingegaan op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.
Witteveen+Bos, AML162-5/15-008.937 definitief 04 d.d. 28 mei 2015, Ruimtelijke onderbouwing voor buitenplanse afwijking bestemmingsplan oprichting CTT Almelo
7
8
Witteveen+Bos, AML162-5/15-008.937 definitief 04 d.d. 28 mei 2015, Ruimtelijke onderbouwing voor buitenplanse afwijking bestemmingsplan oprichting CTT Almelo
2.
HUIDIGE SITUATIE
2.1.
Inleiding In dit hoofdstuk is de huidige situatie beschreven. Hierbij wordt inzicht gegeven in de ontstaansgeschiedenis, de bestaande ruimtelijke en functionele structuren in het gebied. Tot slot worden de actuele werkzaamheden op het bedrijventerrein XL Businesspark Twente beschreven. Dit hoofdstuk betreft een samenvatting van hoofdstuk 2 in de toelichting op het vigerende Uitwerkingsplan Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT) Tranche 3a. Voor nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting op dat bestemmingsplan.
2.2.
Cultuurhistorie en archeologie Het plangebied vertoont resten van het oorspronkelijke kampenlandschap. Het plangebied kenmerkt zich door een kleinschalige verkaveling waarin essen, houtwallen, bosjes, laagten en boerenbedrijven elkaar afwisselen. In vergelijking met andere gebieden in Twente met een dergelijk kleinschalig kampenlandschap is het gebied één van de ‘minst’ waardevolle gebieden. Het microreliëf in het plangebied varieert tussen de 9,5 meter boven NAP en 11 meter boven NAP. In het plangebied is op verschillende plaatsen sprake van een middelhoge tot hoge trefkans op archeologische waarden.
2.3.
Ruimtelijke structuur
2.3.1.
Wegenstructuur Het plangebied is vanaf het rijkswegennet ontsloten via de afrit van de A35 en de Pastoor Ossestraat. In de huidige situatie is de Pastoor Ossestraat de belangrijkste ontsluitingsweg. Dit is de doorgaande weg van Bornerbroek naar Almelo. Het plangebied wordt in de huidige situatie tevens ontsloten door de Wolbes Landen, Columbus de Hoeselderdijk en de Geurntjesdijk.
2.3.2.
Water Oppervlaktewater Onderdeel van het plangebied is de zijtak van het Twentekanaal. Het gehele bedrijventerrein XL Businesspark Twente watert (deels via andere watergangen) af op de zijtak van het Twentekanaal. Grondwater De bodemopbouw is ingedeeld in een aantal goed doorlatende lagen, watervoerende pakketten en een aantal slecht doorlatende lagen, ofwel scheidende lagen. In een watervoerend pakket is de grondwaterstroom overwegend horizontaal en in een scheidende laag overwegend verticaal. Het grondwater in het plangebied stroomt, indien dit niet wordt beïnvloed door sloten of grondwateronttrekkingen, in westelijke richting.
2.3.3.
Natuur en landschap In het plangebied zijn restanten van het landschapstype ‘kampenontginningen met essen’ herkenbaar. Ten opzichte van de natuurwaarden in Twente heeft dit gebied in de loop der jaren al veel van haar oorspronkelijke natuurwaarden verloren. In het plangebied bevindt zich, langs het Twentekanaal, een doorgaande bomenrij. Deze bomenrij wordt door
Witteveen+Bos, AML162-5/15-008.937 definitief 04 d.d. 28 mei 2015, Ruimtelijke onderbouwing voor buitenplanse afwijking bestemmingsplan oprichting CTT Almelo
9
vleermuizen gebruikt als vliegroute. Daarom is deze bomenrij van belangrijke ecologische waarde. Het voornemen heeft geen (extra) effect op deze bomenrij. 2.3.4.
Leidingen In het bedrijventerrein XL Businesspark Twente zijn een aantal bestaande gastransportleidingen aanwezig. Zowel de regionale als de hoofdtransportleidingen worden verlegd naar de teen van het talud van de A35. Hiermee worden de veiligheidsafstanden tot de leidingen zoveel mogelijk buiten het bedrijventerrein geplaatst.
2.3.5.
Laagvliegroute Langs de zijtak van het Twentekanaal is een laagvliegroute. Dit kan beperkingen opleveren voor bijvoorbeeld hoge bouwwerken. Hierbij geldt dat de maximale bouwhoogte voor telecommunicatiemasten in het vigerend Uitwerkingsplan Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT) Tranche 3a 70 meter is. Deze hoogte is volgens de toelichting op dat bestemmingsplan geen belemmering voor de laagvliegroute. Hieruit volgt dat het voornemen (portaalkraan en lichtmasten) ook geen belemmering vormt voor de laagvliegroute.
2.4.
Functionele structuur Binnen het plangebied zijn enkele bedrijven gevestigd. De agrarische bedrijvigheid in het plangebied wordt beëindigd. De woonbebouwing en bedrijfsbebouwing, die ten dienste staan van de agrarische bedrijvigheid, worden geamoveerd.
2.5.
Actuele werkzaamheden De realisatie van de 1e tranche van het bedrijventerrein is in gang. Diverse bedrijven hebben zich op het bedrijventerrein gevestigd of treffen de voorbereidingen daarvoor. De hoofdontsluiting (hoofdas) is deels gerealiseerd en het viaduct over de Pastoor Ossestraat is eveneens gerealiseerd. De realisatie van tranche 3a van het bedrijventerrein is opgestart. Voor de bouw van de laad- en loskade zijn de relevante vergunningen aangevraagd en vergund. Het kadeterrein is reeds gebruiksklaar gemaakt.
10
Witteveen+Bos, AML162-5/15-008.937 definitief 04 d.d. 28 mei 2015, Ruimtelijke onderbouwing voor buitenplanse afwijking bestemmingsplan oprichting CTT Almelo
3.
BELEIDSKADERS
3.1.
Inleiding Voor de onderhavige omgevingsvergunning geldt in beginsel hetzelfde ruimtelijke beleid als voor het in 2013 vastgestelde vigerende Uitwerkingsplan Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT) Tranche 3a. Hieronder is het vigerende ruimtelijke beleid samengevat en is het voornemen getoetst aan het vigerende beleid.
3.2.
Rijksbeleid
3.2.1.
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) bevat het integrale beleid voor het ruimtelijk beleid en mobiliteitsbeleid op rijksniveau. In de structuurvisie schetst het Rijk de ambities voor concurrentiekracht, bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid tot 2040 (lange termijn) en doelen, belangen en opgaven tot 2028 (middellange termijn). Het Rijk heeft nationale belangen benoemd waarmee het aangeeft waarvoor het verantwoordelijk is en waarop het resultaten wil boeken. Voor alle nationale opgaven worden rijksinstrumenten ingezet, waarbij financiering slechts één van de instrumenten is. Ook decentrale overheden en marktpartijen dragen bij aan de realisatie van nationale opgaven. Op de ruimtelijke hoofdstructuurkaart is Netwerkstad Twente aangeduid als stedelijke regio met topsectoren. De ambitie voor de regio is om een excellent en internationaal bereikbaar vestigingsklimaat te bewerkstelligen met een concentratie van topsectoren. Voor de binnenvaart heeft het Rijk de ambitie om een vlot, betrouwbaar rijksvaarwegennetwerk te realiseren, waarbij gestreefd wordt naar een wachttijd van maximaal 30 minuten voor schepen bij sluizen en bruggen. Dit betekent dat het Rijk bij het beheer en onderhoud van het rijksvaarwegennetwerk prioriteit geeft aan de belangrijkste achterlandverbindingen (maatregelen bij sluizen en bruggen en voor betere bevaarbaarheid). In de structuurvisie is voor het Twentekanaal een ruimtelijke reservering opgenomen voor een toekomstige aanpassing van het vaarwegprofiel. Het voornemen conflicteert niet met het beleid in de SVIR.
3.2.2.
SER-ladder Om zorgvuldig ruimtegebruik te bevorderen geldt op grond van het rijksbeleid de SERladder. De SER-ladder is niet relevant voor het voornemen (plaatsing portaalkraan en lichtmasten).
3.2.3.
Besluit algemene regels omgevingsrecht (Barro) Het kabinet heeft in de SVIR vastgesteld dat voor een beperkt aantal onderwerpen de bevoegdheid om algemene regels te stellen moet worden ingezet. Het gaat om de volgende nationale belangen: Rijksvaarwegen, Project Mainportontwikkeling Rotterdam, Kustfundament, Grote rivieren, Waddenzee en waddengebied, Defensie, Ecologische hoofdstructuur, Erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde, Hoofdwegen en hoofdspoorwegen, Elektriciteitsvoorziening, Buisleidingen van nationaal belang voor vervoer van gevaarlijke stoffen, Primaire waterkeringen buiten het kustfundament en IJsselmeergebied (uitbreidingsruimte).
Witteveen+Bos, AML162-5/15-008.937 definitief 04 d.d. 28 mei 2015, Ruimtelijke onderbouwing voor buitenplanse afwijking bestemmingsplan oprichting CTT Almelo
11
Op grond van het Barro gelden vrijwaringszones langs rijksvaarwegen. De Twentekanalen zijn rijksvaarwegen. Op grond van artikel 2.1.3 van het Barro geldt dat bij de vaststelling van een bestemmingsplan dat betrekking heeft op gronden binnen de begrenzing van een rijksvaarweg of op een vrijwaringszone én dat een wijziging inhoudt ten opzichte van het ten tijde van inwerkingtreding van deze titel geldende bestemmingsplan, wordt rekening gehouden met het voorkomen van belemmeringen voor: - de doorvaart van de scheepvaart in de breedte, hoogte en diepte; - de zichtlijnen van de bemanning en de op het schip aanwezige navigatieapparatuur voor de scheepvaart; - het contact van de scheepvaart met bediening- en begeleidingsobjecten; - de toegankelijkheid van de rijksvaarweg voor hulpdiensten; - het uitvoeren van beheer en onderhoud van de rijksvaarweg. De breedte van de vrijwaringszone is afhankelijk van de CEMT-klasse van de vaarweg. De CEMT-klasse van Twentekanaal, zijtak Almelo is IV of V. Dit betekent dat een vrijwaringszone geldt van 25 meter aan weerszijden van de vaarweg, gemeten vanaf de begrenzingslijn van de rijksvaarweg zoals opgenomen in de legger. Bovenstaande regels vormen geen belemmering voor het voornemen. 3.2.4.
Richtlijnen Vaarwegen De Richtlijn Vaarwegen van Rijkswaterstaat geldt voor vaarwegen tot en met CEMT-klasse V en beschrijft de normen voor de afmeting en vormgeving van de vaarwegen in Nederland, inclusief sluizen, bruggen en binnenhavens. De richtlijn heeft geen wettelijke status en kan beschouwd worden als afwegingskader voor vaarwegbeheerders van vaarwegen om te komen tot technisch en nautisch verantwoorde en optimale oplossingen, als het gaat om vaarwegen en de daarbij behorende voorzieningen. Vaarwegbeheerders hebben de mogelijkheid om in specifieke situaties van de richtlijnen af te wijken, zolang afwijkingen goed gemotiveerd worden en de vaarweggebruiker goed geïnformeerd wordt. Bovenstaande richtlijn vormt geen belemmering voor het voornemen.
3.3.
Provinciaal beleid
3.3.1.
Omgevingsvisie Overijssel 2009 De omgevingsvisie is op 1 juli 2009 vastgesteld. In de omgevingsvisie zijn het provinciaal belang en het beleid voor de fysieke leefomgeving van de provincie Overijssel uiteengezet. De omgevingsvisie bevat de visie, beleidskeuzes en de uitvoeringsstrategie op het hele ruimtelijke domein en is opgesteld met een doorkijk tot 2030. De hoofdambitie van de provincie is om een vitale samenleving tot ontplooiing te laten komen in een mooi en vitaal landschap (ruimtelijke kwaliteit). De centrale beleidsambitie hierbij is een toekomstvaste groei van welvaart en welzijn met een verantwoord beslag op de beschikbare natuurlijke voorraden (duurzaamheid). De provincie heeft deze ambities vertaald in generieke beleidskeuzes en ontwikkelingsperspectieven. Voor het plangebied geldt het ontwikkelingsperspectief ‘bedrijventerrein’. Dit betreffen bestaande bedrijventerreinen en plannen voor bedrijventerreinen. De voorgenomen ontwikkeling van het bedrijventerrein XL Businesspark Twente is in lijn met het beleid uit de Omgevingsvisie.
12
Witteveen+Bos, AML162-5/15-008.937 definitief 04 d.d. 28 mei 2015, Ruimtelijke onderbouwing voor buitenplanse afwijking bestemmingsplan oprichting CTT Almelo
Het beleid in de omgevingsvisie vormt geen belemmering voor het voornemen. 3.3.2.
Omgevingsverordening De Omgevingsverordening is een provinciale verordening als bedoeld in artikel 4.1 van de Wro. In de Omgevingsverordening moet elk inhoudelijk thema geregeld zijn, waar de provincie de mogelijkheid wenst om juridische instrumenten in te kunnen zetten. Het beleid is erop gericht dat geen aanleg van nieuw bedrijventerrein mag plaatsvinden als op bestaande terreinen nog voldoende ruimte beschikbaar is of naar verwachting door optimalisering van de bouw- en gebruiksmogelijkheden en herstructurering beschikbaar komt. In titel 2.1 is verder bepaald dat gemeenten uitsluitend mogen voorzien in de lokale behoefte aan bedrijventerrein. Een uitzondering daarop wordt onder andere gemaakt voor stedelijke netwerken, die mogen voorzien in een bovenregionale behoefte. Almelo maakt onderdeel uit van een dergelijk stedelijk netwerk. Het bedrijventerrein XL Businesspark Twente voorziet in een bovenregionale behoefte. De regels in de omgevingsverordening vormen geen belemmering voor het voornemen.
3.4.
Regionaal beleid
3.4.1.
Regionaal economisch ontwikkelingsplan Twente Het dagelijks bestuur van de Regio Twente heeft voor de periode 2005-2010 een Regionaal Economisch Ontwikkelingsplan (REOP) opgesteld. Mede door de ruimtenood binnen de eigen gemeente hebben Enschede, Hengelo, Almelo en Borne, in samenwerking met de provincie Overijssel, het plan voor een groot regionaal bedrijventerrein uitgewerkt, zijnde het XL Businesspark Twente. Ook wordt het bedrijventerrein XL Businesspark Twente meer en meer als een ‘Unique Selling Point’ gezien, hetgeen de regionale concurrentiepositie van Twente kan versterken. Het voornemen past binnen dit plan.
3.4.2.
Visie bedrijventerreinen Netwerkstad Twente 2011 De visie bedrijventerreinen Netwerkstad Twente 2011 is door de gemeenten Almelo, Borne, Enschede, Hengelo en Oldenzaal opgesteld en vormt een analyse van de vraag en het potentiële aanbod aan bedrijventerreinen voor de periode 2010-2030 in deze gemeenten. Uit de analyse blijkt dat voor de genoemde periode een grote vraag is naar bedrijventerreinen voor transport, logistiek en distributie en dat deze behoefte het grootste is in de gemeenten Almelo, Oldenzaal en Enschede. Ook na 2020 wordt nog in Almelo en Oldenzaal ruimtevraag verwacht. Het voornemen past binnen deze visie.
3.4.3.
Binnenhavenvisie Twente De Binnenhavenvisie Twente is een uitgave van Regio Twente en is in 2008 verschenen. Ten aanzien van het bedrijventerrein XL Businesspark geeft de visie aan dat het bedrijventerrein is opgezet om grootschalige bedrijvigheid een plek te geven in de regio Twente. Het bedrijventerrein biedt de mogelijkheid tot het ontwikkelen van een openbare laad- en loskade. Het is de bedoeling dat deze kade enkel gebruikt gaat worden door bedrijven, die op het bedrijventerrein XL Businesspark gevestigd zijn. De ontwikkeling van de kade hangt dan ook nauw samen met de vestiging van havengebonden bedrijvigheid op het terrein. Het openbare karakter van de kade is belangrijk, zodat meerdere bedrijven op
Witteveen+Bos, AML162-5/15-008.937 definitief 04 d.d. 28 mei 2015, Ruimtelijke onderbouwing voor buitenplanse afwijking bestemmingsplan oprichting CTT Almelo
13
het terrein gebruik kunnen maken van vervoer over water. Het uitgeven van kade aan bedrijven is vooralsnog geen optie. Het voornemen past binnen deze visie. 3.5.
Gemeentelijk beleid
3.5.1.
Masterplan Almelo Het Masterplan Almelo is in oktober 2004 vastgesteld. Dit Masterplan is een raamwerk voor afzonderlijke plannen. Het laat de samenhang tussen die plannen zien en langs welke structuren de stad zich wil ontwikkelen. Het bedrijventerrein XL Businesspark Twente is in het gemeentelijk beleid opgenomen. Het bedrijventerrein vormt de locatie voor de ruimtevraag van grootschalige bedrijvigheid uit de regio. Het gaat hierbij vooral om grootschalige bedrijvigheid, transport en distributie. Het voornemen past binnen deze visie.
3.5.2.
Milieubeleidsplan Almelo Almelo wil een duurzame stedelijke ontwikkeling bevorderen. Dit is omschreven als 'het ordenen, inrichten en beheren van de leefomgeving op een ecologische verantwoorde wijze, zodat de huidige maar ook de komende generatie, daar graag willen en kunnen leven'. De duurzame stedelijke ontwikkeling van het bedrijventerrein XL Businesspark wordt gewaarborgd door de basisprincipes in het stedenbouwkundig plan, behorende bij de vigerende bestemmingsplannen voor het bedrijventerrein. Het voornemen past daarmee binnen het milieubeleidsplan.
3.5.3.
Bomenverordening Op grond van de Bomenverordening van de gemeente Almelo is het verboden zonder omgevingsvergunning van het bevoegd gezag te vellen of te doen vellen van: - monumentale houtopstand; - bijzondere houtopstand - structurele houtopstand; - gemeentelijke houtopstand waarvan de stamdoorsnede op 1.30 meter boven het maaiveld meer is dan 30 cm; - gemeentelijke houtopstand die deel uitmaakt van een groep of rij van minimaal zes bomen. Het vigerend bestemmingsplan biedt een beschermingsregeling voor waardevolle bomen in het plangebied. Toetsing aan de bomenverordening vindt plaats bij de omgevingsvergunningaanvraag voor het kappen van bomen. In het kader van het voornemen (plaatsing portaalkraan en lichtmasten) is er geen sprake van bomenkap. De Bomenverordening is daarmee niet relevant.
3.5.4.
Beeldkwaliteitsplan Om te komen tot een landschappelijke inpassing en de gewenste stedenbouwkundige uitstraling is een beeldkwaliteitsplan opgesteld1. Dit plan geldt voor het gehele XL-business park en kent tevens uitwerkingen voor deelgebieden. Voor bouwwerken in het deelgebied loskade geldt dat ‘silo’s, kranen en andere bouwwerken met aandacht ontworpen dienen te worden. Er dient een harmonisch ensemble van andere bouwwerken te ontstaan.’
1
Beeldkwaliteit op hoofdlijnen september 2013 en beeldkwaliteit op kavelniveau Tranche 03a, specifiek voor Kavel 25.
14
Witteveen+Bos, AML162-5/15-008.937 definitief 04 d.d. 28 mei 2015, Ruimtelijke onderbouwing voor buitenplanse afwijking bestemmingsplan oprichting CTT Almelo
De kraan en de lichtmasten zijn vanwege hun grootte duidelijk andere bouwwerken en afwijkend van de rest van het bedrijvenpark. De maatvoering van de kraan en de hoogte van de masten is noodzakelijk voor het functioneren van de containerterminal (om de containers onder de kraan vier hoog te kunnen stapelen met één container daarover te hijsen (1 over 4)) en voor optimaal ruimtegebruik. De breedte van de portaalkraan (en hiermee ook de oversteek van 8,8 meter over de zijtak van het Twentekanaal) is noodzakelijk voor het overslaan van containers vanaf schepen van klasse Va. Om tot een harmonieus ensemble te komen is gezocht naar eenheid en gelijkvormigheid. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is het daarom wenselijk om te kiezen voor lichtmasten van gelijke hoogte. Hierbij is uitgegaan van de functionele hoogte van 18 meter. Dit geeft het meest rustige beeld. In het donker, als de lichten aan zijn, ontstaat een gelijkmatige verlichting van het terrein. Overdag zullen de grijze masten wegvallen tegen de lucht en tegen de achtergrond van opgeslagen containers. De kraan is met bijna 32 meter beduidend hoger dan de lichtmasten. De kraan zal dan ook gezien worden als land-mark en oriëntatiepunt, omdat het door zijn hoogte al van verre zichtbaar is. De hoogte van de kraan is fors lager dan de maximale hoogte van 45 meter die in het wijzigingsplan ‘Locatie laad- en loskade RBT’ is toegestaan (betreft een breedtestrook van 31 meter). Hiermee draagt het ontwerp bij aan de inpassing in de omgeving. Omwonenden merken de doorloop van de kraan in twee andere bestemmingsplannen (naast wijzigingsplan ‘Locatie laad- en loskade RBT’) niet omdat de kraan een beperkt volume heeft en je erlangs en doorheen kunt kijken (zie ook de aanzichten zoals in afbeelding 1.4 en 1.5 zijn opgenomen). Vanwege de hoogte die reeds toegestaan is in wijzigingsplan ‘Locatie laad- en loskade RBT’ van 45 meter treedt er geen verslechtering van het uitzicht op. De maatvoering en de vormgeving van de lichtmasten en de kraan zijn door de supervisor landschapsarchitect van de gemeente goedgekeurd. Ook de Welstand heeft reeds een positief advies afgegeven in het kader van het ontwerpbesluit.
Witteveen+Bos, AML162-5/15-008.937 definitief 04 d.d. 28 mei 2015, Ruimtelijke onderbouwing voor buitenplanse afwijking bestemmingsplan oprichting CTT Almelo
15
16
Witteveen+Bos, AML162-5/15-008.937 definitief 04 d.d. 28 mei 2015, Ruimtelijke onderbouwing voor buitenplanse afwijking bestemmingsplan oprichting CTT Almelo
4.
MILIEUASPECTEN
4.1.
Algemeen Voor het vigerende Uitwerkingsplan Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT) Tranche 3a is uitgebreid onderzoek uitgevoerd naar de relevante milieuaspecten. In het kader van deze ruimtelijke onderbouwing voor het aanbrengen van een portaalkraan en lichtmasten is eerst getoetst wat de potentiële reikwijdte is van de effecten als gevolg van de afwijkingen op de vigerende bestemmingsplannen. Hiervoor geldt het volgende: - De wijzigingen omvatten verhoging van de maximale hoogten voor lichtmasten en bouwwerken, specifiek een portaalkraan. Daarnaast heeft de portaalkraan niet als doel de bescherming en beheer van de watergang. Aangezien Rijkswaterstaat reeds een watervergunning heeft afgegeven voor de reikwijdte van de portaalkraan, is er vanuit de waterbeheerder geen belemmering. Het gebruik binnen Uitwerkingsplan RBT Tranche 3a wijzigt niet. - Effecten op de volgende thema’s zijn bij voorbaat uitgesloten: ⋅ bodemkwaliteit: er vinden geen (extra) ingrepen in de bodem plaats; ⋅ luchtkwaliteit: de (hogere) lichtmasten en portaalkraan hebben geen invloed op de luchtkwaliteit; ⋅ bedrijven en milieuzonering: er is geen sprake van de realisatie van een (extra) bedrijfsmatige inrichting of een gevoelig object. Daardoor is nader onderzoek naar bedrijven en milieuzonering niet nodig; ⋅ geurhinder: de (hogere) lichtmasten en portaalkraan hebben geen invloed op de geurbelasting; ⋅ archeologie: er vinden geen (extra) ingrepen in de bodem plaats; ⋅ cultuurhistorie: er vinden geen (extra) ingrepen plaats ter plaatse van monumenten en/of cultuurhistorische waarden of in de nabijheid daarvan; ⋅ explosieven: er vinden geen (extra) ingrepen in de bodem plaats; ⋅ veiligheid en hulpverlening: Langs de vaarweg is ruimte vrijgehouden voor de bereikbaarheid van de hulpdiensten. Via calamiteitenpoorten aan de noord- en zuidzijde is het terrein toegankelijk voor hulpverleners. Deze poorten staan op de inrichtingstekening en is tevens een onderdeel van de aanvraag voor het plaatsen van een hekwerk rond het terrein. Op aangeven van de beheerders is het terrein altijd bereikbaar voor onderhoudswerkzaamheden. De (hogere) lichtmasten en portaalkraan hebben geen invloed op de veiligheid en hulpverlening; ⋅ infrastructuur: de ontsluiting van het terrein vindt plaats via de hoofdpoort (zie inrichtingstekening). Deze route wordt ook gebruikt om de parkeerplaatsen te bereiken. De (hogere) lichtmasten en portaalkraan hebben geen invloed op de infrastructuur; ⋅ landschap: de lichtmasten en portaalkraan worden aangebracht op een deel van een groot (toekomstig) bedrijventerrein. Aangenomen is daarom dat de lichtmasten en portaalkraan geen hinderlijke onderbreking(en) of zichtbeperking(en) vormen in het landschap. Het enige potentiële effect betreft een rommelig(er) beeld vanwege de hogere lichtmasten en portaalkraan. Daarbij geldt dat het aangrenzende bestemmingsplan ‘Locatie Laad- en loskade RBT’ bouwwerken mogelijk maakt tot maximaal 20 meter en kranen en silo’s mogelijk maakt tot maximaal 45 meter. Dit betekent dat de verstorende invloed van de lichtmasten en portaalkraan op het landschap niet onderscheidend zal zijn. - De wijzigingen hebben potentiële invloed op het thema ecologie, vanwege lichtverstoring door de lichtmasten en/of verstoring van eventuele vliegroutes. Naar dit thema is nader onderzoek uitgevoerd. De onderzoeksresultaten zijn beschreven in paragraaf 4.2.
Witteveen+Bos, AML162-5/15-008.937 definitief 04 d.d. 28 mei 2015, Ruimtelijke onderbouwing voor buitenplanse afwijking bestemmingsplan oprichting CTT Almelo
17
-
-
De wijzigingen hebben potentiële invloed op geluid, vanwege de plaatsing van de kraan en de hoogte van de kraan. In paragraaf 4.3 wordt nader ingegaan op de geluideffecten. De wijzigingen hebben potentiële invloed op lichthinder, vanwege de realisatie van vier hoge lichtmasten en de verlichting onder de portaalkraan. In paragraaf 4.4 is nader ingegaan op lichthinder.
Voor alle thema’s, uitgezonderd ecologie en landschap, wordt verder verwezen naar de toelichting op het vigerende Uitwerkingsplan Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT) Tranche 3a. Voor deze thema’s geldt dat relevante wet- en regelgeving en beleidskaders geen belemmering vormen voor de realisatie van het voornemen. 4.2.
Ecologie
4.2.1.
Toetsingskader De bescherming van soorten is in Nederland geïmplementeerd in de Flora- en faunawet (hierna Ffw). Op grond van de Ffw is een groot aantal dier- en plantensoorten aangewezen als beschermde inheemse soort. Ten aanzien van de beschermde inheemse diersoorten kent de Ffw een verbod op het verontrusten, vangen en doden van soorten en het verstoren, vernielen en beschadigen van hun nesten, voortplantings-, rust- en verblijfplaatsen (artikel 9 tot en met 12). De beschermde diersoorten, die zijn opgenomen in de Ffw, zijn verdeeld in beschermingsregimes of de tabellen. Tabel 1 geeft de algemene soorten weer, die licht beschermd zijn. Tabel 2 geeft de minder algemene, middelzwaar beschermde soorten weer. In tabel 3 staan soorten die worden genoemd in bijlage I van de AMvB Ffw en soorten vermeld in bijlage IV van de Habitatrichtlijn en deze zijn zwaar beschermd.
4.2.2.
Huidige situatie Uit ecologisch onderzoek [Ecogroen Advies, Ecologisch onderzoek ten behoeve van Tranche 3A XL Businesspark, 21 mei 2012, opgenomen als bijlage 5 bij de toelichting op het vigerende uitwerkingsplan] blijkt dat er in het plangebied soorten voorkomen die door de Flora- en faunawet beschermd zijn. Uit de inventarisatie van beschermde soorten blijven alleen vleermuizen over die mogelijk negatieve effecten kunnen ondervinden door het plaatsen van lichtmasten. Vleermuizen vallen onder de tabel 3, bijlage IV categorie in de Ffw en zijn daarmee zwaar beschermd. Hieronder worden de effecten van het plaatsen van lichtmasten op vleermuizen beschreven waarbij gekeken is naar de verschillende functies van het gebied voor de aanwezige vleermuissoorten.
4.2.3.
Effecten Het plaatsen van lichtmasten en verlichting aan de portaalkraan leidt tot een toename van lichtverstoring. Verlichting kan verschillende delen van het leefgebied van vleermuizen beïnvloeden en hierdoor kan verstoring optreden. Binnen het beïnvloedingsgebied van de lichtmasten en verlichting van de portaalkraan bevinden zich vliegroutes van vleermuizen. Het gaat om een vliegroute van de gewone dwergvleermuis, laatvlieger en de ruige dwergvleermuis die langs de beplanting (dubbele eikenrij) gelegen langs het Twentekanaal ligt en een vliegroute van de meervleermuis die over het Twentekanaal zelf loopt [bron: Ecogroen Advies, 2012].
18
Witteveen+Bos, AML162-5/15-008.937 definitief 04 d.d. 28 mei 2015, Ruimtelijke onderbouwing voor buitenplanse afwijking bestemmingsplan oprichting CTT Almelo
De gemeente Almelo heeft in het kader van het verwijderen van houtopstanden dubbele eikenrij) om de laad- en loskade mogelijk te maken een ontheffing verkregen voor het verstoren van vleermuizen. Door de aanwezigheid van een alternatieve vliegroute in de vorm van een bomenrij ten westen van het Twentekanaal heeft het plaatsen van lichtmasten en verlichting van de portaalkraan geen negatief effect op de vliegroute van de gewone dwergvleermuis, laatvlieger en ruige dwergvleermuis. Meervleermuizen zijn gevoelig voor licht. In de nieuwe situatie wordt een deel van het kanaal verlicht en hierdoor wordt dit deel van het kanaal minder functioneel als vliegroute voor deze specifieke vleermuissoort. Als vuistregel geldt dat de waterweg nooit in zijn geheel verlicht mag raken, maar dat altijd een zone aanwezig moet zijn waar de meervleermuizen langs kunnen blijven vliegen, waar niet meer lichtverstrooiing op valt dan in de huidige situatie het geval is. Zoals ook uit de lichtberekeningen blijkt wordt hieraan voldaan. In het Activiteitenplan behorende bij de verleende ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet aan de gemeente Almelo is opgenomen dat de functionaliteit van de vliegroute van de meervleermuis niet verloren gaat, als slechts één zijde van het Twentekanaal verlicht wordt. Zie de lichtberekeningen met kenmerken: 18-5-2015 Lichtberekening 213.7076 kraan positie 1 pseudo kleuren, 18-5-2015 Lichtberekening 213.7076 kraan positie 2 pseudo kleuren, en 18-5-2015 Lichtberekening 213.7076 kraan positie 3 pseudo kleuren. De meervleermuis heeft met bovenstaande vuistregel voldoende ruimte om uit te wijken naar het andere deel van het kanaal om de functionaliteit van de vliegroute te garanderen. Na het passeren van de kraan kan de meervleermuis weer van het gehele kanaal gebruik maken als vliegroute. Door de aanwezigheid van een alternatieve vliegroute heeft het plaatsen van lichtmasten en verlichting van de portaalkraan geen negatief effect voor de meervleermuis. 4.3.
Geluid Het plaatsen van een kraan met een hoogte van 31,2 meter kan effecten hebben op de geluidsbelasting in de omgeving. Enerzijds zullen de motoren voor het heffen en zwenken hoger boven het maaiveld liggen, waardoor deze vrijer uitstralen. Dit kan tot een hogere geluidsbelasting leiden in de omgeving. Anderzijds wordt met een hogere kraan hoger gestapeld tussen de poten van de kraan, waardoor er meer afscherming plaatsvindt van de activiteiten laag bij de grond, zoals het rijden van de kraan en de vrachtwagens. Verwacht wordt dat de plaatsing van de hogere kraan tot een mix leidt van toe- en afnamen van geluid. Ongeacht de uitkomst, wordt de omgeving beschermd door de in het bestemmingsplan Regionaal Bedrijventerrein Twente ‘RBT’ (2007) vastgestelde geluidzone. Door goed zonebeheer is een goed woon- en leefklimaat gewaarborgd. Ten behoeve van de aanvraag voor de omgevingsvergunning voor de realisatie van CTT, inclusief portaalkraan, is een akoestisch onderzoek uitgevoerd (Akoestisch onderzoek, oprichting CTT Almelo, 19 februari 2015, kenmerk AML162-5-P/15-003.010 Witteveen+Bos in opdracht van CTT B.V.). Het doel van dit onderzoek is het bepalen van de geluidsbelasting op de omgeving als gevolg van de te ontwikkelen activiteiten. Uit de berekeningen blijkt dat de geluidsbelasting ter plaatse van de zone maximaal 38 dB(A) bedraagt.
Witteveen+Bos, AML162-5/15-008.937 definitief 04 d.d. 28 mei 2015, Ruimtelijke onderbouwing voor buitenplanse afwijking bestemmingsplan oprichting CTT Almelo
19
De maximale geluidsniveaus blijken in de nachtperiode hoger te zijn dan de norm voorschrijft. Om dit te reduceren is een aantal locaties aangegeven waar in de nachtperiode geen containers geplaatst mogen worden. Hiermee wordt wel voldaan aan de voorgeschreven norm. De indirecte hinder bedraagt maximaal 36 dB(A) etmaalwaarde terwijl hiervoor een voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) geldt. Aan deze waarde wordt ruimschoots voldaan. Het aspect geluid vormt geen belemmering. Er is geen strijd met een goede ruimtelijke ordening. 4.4.
Lichthinder omwonenden In de lichtberekeningen: 18-5-2015 Lichtberekening 213.7076 kraan positie 1, 18-5-2015 Lichtberekening 213.7076 kraan positie 2 en 18-5-2015 Lichtberekening 213.7076 kraan positie 3 is de lichthinder berekend die veroorzaakt wordt door de vier lichtmasten en de verlichting aan de kraan. De lichtinstallatie bestaat uit 4 masten lph. 18 en 11 schijnwerpers Aerolux type Egalux 2000. Tevens zijn 12 armaturen Schmitt-Strahl PSH-26506 400W gemonteerd aan een verrijdbare kraan. Vanwege de verrijdbaarheid is de kraan op 3 posities berekend (de 2 uiterste posities en de middenpositie). De gehele lichtinstallatie is gesimuleerd met het lichtberekeningsprogramma Relux. Ter beoordeling van de mate van lichthinder is de richtlijn Lichthinder van de NSVV gevolgd. Hiertoe zijn voor een aantal relevante woningen de verticale verlichtingssterkte (Ev) in lux en de lichtsterkte (I) in candela berekend. De omgeving van CTT is geclassificeerd als een industriegebied (E4). Dit betreft de adressen Hoeselerdijk 5 en 7, Breesegge 1, 3 en 3a, Wolbeslanden 15 en 17 en Derksweg 1b. Alleen Hoeselerdijk 9 valt hierbuiten en ligt in landelijk gebied (E2). Naar aanleiding van de eerste berekening is besloten om de armaturen met de meeste directe uitstraling te voorzien van zogenaamde afschermranden. Dit betreft de Egalux 2000 armaturen 2 tot en met 4, 7, 8, 10 en 11. Vervolgens is voor de bovengenoemde adressen de lichtsterkte berekend. Telkens is de armatuur met hoogste lichtsterkte voor die positie weergegeven in kcd (=1000 Cd). Daarnaast is op deze adressen op verschillende gevels de verticale verlichtingssterkte berekend.. De gevels waarop geen licht valt (0,00 lux) zijn niet weergegeven. De maximale toegestane verticale verlichtingssterkte voor zone E4 bedraagt 5 lux. De maximale lichtsterkte bedraagt 2.500 Cd. Al deze waarden gelden gedurende 24 uur. Voor zone E2 zijn deze waarden 1 lux en 500 Cd. De hoogste lichtsterkte is op Breesegge 3 en bedraagt 2.175 Cd. De hoogste verticale verlichtingssterkte is op Hoeselerdijk 5 en bedraagt 0,08 lux. Op alle overige locaties is de lichtsterkte lager en verticale verlichtingssterkte is zelfs verwaarloosbaar laag (<0,03 lux). Zoals gezegd ligt Hoeselerdijk 9 in zone E2. De berekende waarden op deze woning zijn Ev=0,0 lux en I=392 Cd. Hiermee wordt dus eveneens voldaan aan de eisen van zone E2 landelijk gebied.
20
Witteveen+Bos, AML162-5/15-008.937 definitief 04 d.d. 28 mei 2015, Ruimtelijke onderbouwing voor buitenplanse afwijking bestemmingsplan oprichting CTT Almelo
Conclusie is dat de lichtinstallatie voldoet aan de criteria voor lichthinder van de NSVV voor zone E4 gedurende 24 uur. De lichthinder op Hoeselerdijk 9 voldoet aan zone E2 gedurende 24 uur. Er is geen sprake van hinder voor omwonenden en daarmee geen strijd met een goede ruimtelijke ordening.
Witteveen+Bos, AML162-5/15-008.937 definitief 04 d.d. 28 mei 2015, Ruimtelijke onderbouwing voor buitenplanse afwijking bestemmingsplan oprichting CTT Almelo
21
22
Witteveen+Bos, AML162-5/15-008.937 definitief 04 d.d. 28 mei 2015, Ruimtelijke onderbouwing voor buitenplanse afwijking bestemmingsplan oprichting CTT Almelo
5.
WATER De portaalkraan bevindt zich deels boven het Twentekanaal om schepen klasse Va te kunnen lossen. Voor de reikwijdte van de portaalkraan is reeds een watervergunning verkregen (kenmerk RWS-2014/14304, d.d. 25 maart 2014) waaruit blijkt dat Rijkswaterstaat (waterbeheerder) geen bezwaar heeft tegen de realisatie van de portaalkraan. De wijzigingen (hogere lichtmasten en een portaalkraan) hebben verder geen invloed op het thema water alsook het waterhuishoudkundig plan dat is opgesteld in het kader van het vigerende Uitwerkingsplan Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT) Tranche 3a. Daarom geldt dat op deze plaats integraal wordt verwezen naar hoofdstuk 5 van de toelichting op het vigerende Uitwerkingsplan.
Witteveen+Bos, AML162-5/15-008.937 definitief 04 d.d. 28 mei 2015, Ruimtelijke onderbouwing voor buitenplanse afwijking bestemmingsplan oprichting CTT Almelo
23
24
Witteveen+Bos, AML162-5/15-008.937 definitief 04 d.d. 28 mei 2015, Ruimtelijke onderbouwing voor buitenplanse afwijking bestemmingsplan oprichting CTT Almelo
6.
UITVOERBAARHEID
6.1.
Economische uitvoerbaarheid De kosten van de plaatsing van de portaalkraan en de hogere lichtmasten worden betaald door de initiatiefnemer. De wijzigingen hebben geen invloed op de economische uitvoerbaarheid van het plan. Daarom geldt dat op deze plaats integraal wordt verwezen naar hoofdstuk 8 van de toelichting op het vigerende Uitwerkingsplan Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT) Tranche 3a. Alle kosten voor de gemeente worden verhaald middels de leges.
6.2.
Maatschappelijke uitvoerbaarheid Op de te doorlopen procedure voor de omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Het ontwerpbesluit zal gedurende zes weken ter inzage liggen. Gedurende deze periode kan een ieder zienswijzen op het plan indienen. Binnen zes weken na beslissing op de vergunningaanvraag kunnen belanghebbenden die een zienswijze op het ontwerpbesluit hebben ingebracht, een beroepschrift indienen bij de rechtbank.
Witteveen+Bos, AML162-5/15-008.937 definitief 04 d.d. 28 mei 2015, Ruimtelijke onderbouwing voor buitenplanse afwijking bestemmingsplan oprichting CTT Almelo
25
26
Witteveen+Bos, AML162-5/15-008.937 definitief 04 d.d. 28 mei 2015, Ruimtelijke onderbouwing voor buitenplanse afwijking bestemmingsplan oprichting CTT Almelo
BIJLAGE I
SITUATIETEKENING
Witteveen+Bos, bijlage I behorende bij rapport AML162-5/15-008.937 d.d. 28 mei 2015
Witteveen+Bos, bijlage I behorende bij rapport AML162-5/15-008.937 d.d. 28 mei 2015
+.
Gemeente
••
• ••• AI melo Raadsvergadering: 30 juni 2015
Aan de raad Onderwerp: Verklaring van geen bedenkingen voor de realisatie van een containerterminal op het XL Businesspark Twente Programma: Aantrekkelijke stad Portefeuillehouder: I.A.M. ten Seldam-Even Auteur, sector/team/teamonderdeel: E.R. Jasper SE AO en B. Tapper SE RH
Samenvatting raadsvoorstel Voor de realisatie van een containerterminal op het XL Businesspark Twente, grenzend aan de zijtak van het Twentekanaal is een omgevingsvergunning aangevraagd. Deze ontwikkeling is deels in strijd met het geldende bestemmingsplan door een grotere omvang van de portaalkraan en drie hogere verlichtingsarmaturen. Het ontwerpbesluit hiervoor heeft al eerder ter inzage gelegen, maar dient nogmaals ter inzage te worden gelegd. Voorafgaand zal uw raad eerst worden verzocht een ontwerp verklaring van geen bedenkingen af te geven. 1. Waarom naar de raad: Uw raad is bevoegd om een verklaring van geen bedenkingen (VVGB) af te geven, die voor het college nodig is om op basis van artikel 6.5 lid 1 Besluit ruimtelijke ordening, juncto artikel 3.11 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van het bestemmingsplan. 2. Argumentatie: Aanleiding Voor de realisatie van een containerterminal op het XL Businesspark Twente aan de zijtak van het Twentekanaal heeft Combi Terminal Twente (CTT) een omgevingsvergunning aangevraagd (kenmerk: DCS-1430574). De containerterminal maakt voor het laden en lossen van schepen gebruik van de openbare laad- en loskade bij het terrein. Er worden een kantoorpand, een portaalkraan en masten voor terreinverlichting aangebracht. De ruimtelijke ontwikkeling past niet binnen het geldende planologische regime. De gronden zijn deels gelegen in het uitwerkingsplan 'RBT Tranche 3A', het wijzigingsplan 'Locatie Laad- en Loskade RBT' en het bestemmingsplan 'Buitengebied'. Op de volgende pagina is een situatietekening van de aanvraag om omgevingsvergunning opgenomen. Strijdigheid met het bestemmingsplan De strijdigheid met het bestemmingsplan heeft betrekking op de omvang van de portaalkraan om containers vanaf het schip op de kade te tillen en de hoogte van de terreinverlichting.
Portaalkraan In het wijzigingsplan mag een portaalkraan worden gerealiseerd met een hoogte van 45 meter. De te realiseren portaalkraan heeft 'slechts' een hoogte van bijna 32 meter, maar is breder dan is toegestaan en is hierdoor in strijd met het bestemmingsplan. De reikwijdte ligt voor 8,8 meter verder over de zijtak van het Twentekanaal, en 35 meter verder over de gronden van het naastgelegen uitwerkingsplan en is verrijdbaar over een lengte van 215 meter. Op de volgende pagina is een schematische verbeelding weergegeven van de portaalkraan.
Pagina 1 van 4 Raad - 1502863
J
I
-
~ ~~ ~ --==---=---~ /
.~~
-==.. ----=- -== -=. ---=- -=- --;'~ ~=- -=:--;p-~
~.
I
.
I ·'
- - -. - - - .-~- :- -- -:- - - --;- - - - - - ~---· ---- : -f-::';:::':: - O -;- -- -;
-- - - - - -
. .... ."
)
Figuur 1 Situatietekening containerterminal
.......
Figuur 2 Zijaanzicht portaalkraan
Verlichtingsarmaturen In totaal worden vier verlichtingsarmaturen gerealiseerd met een hoogte van 18 meter. Deze hoogte is toegestaan binnen het wijzigingsplan, echter drie van deze verlichtingsarmaturen worden op de naastgelegen gronden gerealiseerd en zijn hierdoor in strijd met het bestemmingsplan. Ruimtelijke onderbouwing Om de strijdigheid met het bestemmingsplan op te kunnen heffen dient een uitgebreide voorbereidingsprocedure te worden doorlopen op basis van de Wet algemene bepalingen (Wabo) . Onderdeel hiervan is een goede ruimtelijke onderbouwing en de terinzage legging van een ontwerpbesluit.
Pagina 2 van 4
Aangezien de aan het kanaal grenzende gronden voor een groot deel door eTT in gebruik worden genomen, is een bredere portaalkraan vereist om op deze wijze zo optimaal mogelijk gebruik te maken van de ruimte door containers vier hoog te kunnen stapelen en daaroverheen nog een container te kunnen hijsen (lover 4). Door de bredere kraan kan immers het gehele terrein van eTT worden bediend, zonder extra vervoersbewegingen of een extra kraan. Het 'verder' overhangen van de portaalkraan over de zijtak van Twentekanaal levert geen problemen op voor de beroepsvaart, aangezien de kraan deze ruimte alleen wordt benut om te laden/lossen van een reeds aan de kade liggend vrachtschip. Het verder overhangen aan beide kanten van de portaalkraan is daarbij eveneens geen stedenbouwkundige belemmering. Er is reeds een kraan van 45 meter hoogte toegestaan, daarbij is er zicht onder en langs de kraan heen. Op de naastgelegen gronden is reeds bebouwing mogelijk van 10-15 meter hoog. Dat de kraan een grotere omvang krijgt, wordt gezien als een land-mark en oriëntatiepunt. Adviesbureau Witteveen en Bos heeft namens de aanvrager een ruimtelijke onderbouwing aangeleverd . Deze is als bijlage toegevoegd. Uit deze ruimtelijke onderbouwing blijkt dat er geen stedenbouwkundige, milieuhygiënische of verkeerskundige belemmeringen zijn. Verklaring van geen bedenkingen De ruimtelijke ontwikkeling voldoet niet aan de door uw raad op 18 december 2012 vastgestelde categorieën van gevallen waarvoor geen VVGB noodzakelijk is. Dit omdat de portaalkraan 8,8 meter verder over de zijtak van het Twentekanaal is gelegen en hiermee voor een klein deel in het bestemmingsplan Buitengebied ligt. Hierom wordt uw raad om een afzonderlijke verklaring van geen bedenkingen (VVGB) verzocht. Deze ontwerp verklaring dient gelijktijdig met het ontwerpbesluit van de omgevingsvergunning ter inzage te worden gelegd. Tegen het ontwerpbesluit kunnen zienswijzen worden ingediend en aan uw raad worden verzonden. Indien geen zienswijzen worden ingediend, zal tot definitieve besluitvorming worden overgegaan. Eerdere terinzage legging va het ontwerpbesluit Het ontwerpbesluit voor de omgevingsvergunning heeft vanaf 26 november 2014 voor een periode van zes weken ter inzage gelegen. Pas naderhand is gebleken dat de portaalkraan eveneens deels in het bestemmingsplan Buitengebied is gelegen. Hierdoor wordt niet meer voldaan aan de vastgestelde categorie van gevallen waarvoor geen VVGB nodig is en is een ontwerpverklaring van geen bedenkingen van de raad noodzakelijk. Het eerdere ontwerpbesluit hebben wij ingetrokken en vervangen door een nieuw ontwerpbesluit van de omgevingsvergunning. Nadat uw raad de ontwerpverklaring heeft gegeven, zal het nieuwe ontwerpbesluit (gelijktijdig met uw verklaring) ter inzage worden gelegd. De reeds ingediende zienswijzen op het eerdere ontwerpbesluit zijn meegenomen in het nieuwe ontwerpbesluit. Indien men het alsnog niet eens is met het ontwerpbesluit, kan men alsnog een zienswijze indienen. De indieners van de zienswijzen worden hierover ingelicht.
3. Middeleninzet: nvt Wij stellen u voor te besluiten conform het bijgevoegde ontwerp-raadsbesluit.
Burgemeester en Wethouders van Almelo, de secretaris,
de burgemeester,
mr. G.A. de Haan
J.H.M. Hermans-Vloedbeld
Bijlagen: - aanvraag om omgevingsvergunning, ruimtelijke onderbouwing en situatietekening, kenmerk INT-
45764; Nr. begrotingswijziging:
Pagina 3 van 4 Raad - 1502863
De Raad van de Gemeente Almelo; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
besluit: te verklaren geen bedenkingen te hebben tegen de aanvraag om omgevingsvergunning (kenmerk: DCS-1430574) voor de realisatie van een containerterminal op het XL Businesspark Twente en daartoe een ontwerp verklaring van geen bedenkingen af te geven, als bedoeld in artikel 2.27 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; de ontwerp verklaring van geen bedenkingen tevens aan te merken als een definitieve verklaring van geen bedenkingen, indien tijdens de ter inzage termijn geen zienswijzen ingediend worden; geen exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12, lid 1 en 2 van de Wet ruimtelijke ordening vast te stellen;
Gedaan ter openbare vergadering van 30 juni 2015, de griffier,
drs.
e.M.
Steenbergen
Pagina 4 van 4 R""ri _ 1 ~()?l=!ç;-:j