CHIRURGIE
Rondom uw Hipec-operatie
Inhoudsopgave Inleiding 3
De screeningsdag
3
De Hipec-operatie
4
4 4
De ingreep Wanneer zinvol?
Voor de operatie
4
Opname Privacy Voorbereidingen Niet eten, wel drinken PreOp SCD-kousen (Sequential Compression Device) Vóór vertrek Naar de operatieafdeling
4 5 5 5 5 5 6 6
De operatie
6
Begin van de operatie Beslismoment Vervolg Verwijdering tumorweefsel Chemospoeling Einde van de operatie
6 6 6 6 7 7
Eerste dag na de operatie
7
Intensive Care Terug op de afdeling Drinken Gesprek arts Uit bed Pijnstilling
7 7 7 7 8 8
De volgende dagen
8
Eten en drinken Artsenvisite
8 8
1
Bloedprikken Slangen Voorzorgsmaatregelen Pijnstilling
8 8 8 9
Verder herstel
9
Activiteiten Medicijnen Wondverzorging Uitslag weefselonderzoek
9 9 9 9
Complicaties en bijwerkingen
10
10 10 10
Algemene complicaties Specifieke complicaties Bijwerkingen cytostatica
Begeleiding
10
Ontslag Opnameduur Voorbereiding op ontslag Vervolgbehandeling
10 10 11 11
Tot slot
11
2
Rondom uw Hipec-operatie Binnenkort zult u (mogelijk) een Hipec-operatie ondergaan. In deze folder kunt u lezen hoe deze operatie in het St. Antonius Ziekenhuis wordt uitgevoerd en wat de verdere gang van zaken is rond deze operatie. De medewerkers van ons ziekenhuis zullen u steeds persoonlijk inlichten; deze folder is bedoeld als aanvulling hierop. Hoe uw opname precies zal verlopen, is niet van tevoren te zeggen. Mogelijk zal het iets anders gaan dan in deze algemene folder staat beschreven. Wij zullen altijd ons best doen om onze zorg zoveel mogelijk aan te passen aan uw individuele situatie en behoefte. Deze folder bevat veel informatie. Lees het op uw gemak door en aarzel niet de verpleegkundige of arts om uitleg te vragen als iets u niet duidelijk is. De informatie is ook bedoeld voor uw eventuele partner en naasten. Wij hopen dat uw verblijf in het St. Antonius Ziekenhuis zo prettig mogelijk zal verlopen
ook de folders toe over de onderzoeken die u op die dag zult ondergaan.
De screeningsdag Wanneer u instemt met de Hipec-operatie, nodigen wij u uit voor een screeningsdag. Op die dag krijgt u allerlei onderzoeken en gesprekken waaruit zal blijken of deze ingreep bij u ook echt mogelijk en zinvol is. Samen met de uitnodigingsbrief sturen wij
3
De Hipec-operatie De ingreep De Hipec-operatie is een grote ingreep. Hipec is de afkorting van Hypertherme IntraPeritoneale Chemotherapie. Tijdens de operatie verwijdert de chirurg tumorweefsel uit de buikholte. Daarna spoelt hij de buik met verwarmde cytostatica; dit zijn medicijnen die eventueel achtergebleven tumorcellen bestrijden. Uw chirurg zal de medische kanten van de operatie verder mondeling aan u uitleggen.
Het is belangrijk dat u en uw familie begrijpen wat het verloop van de ingreep en de opname is. Wilt u daarom deze brochure vóór de opname goed lezen? Hebt u nog vragen, dan kunt u die bij uw opname stellen.
Een Hipec-operatie wordt toegepast bij twee ziektebeelden: • dikke-darmkanker met uitzaaiingen in buik en buikvlies; • slijmvormende tumor die uitgaat van de blinde darm of de eierstokken.
Voor de operatie
In de meeste gevallen volgen in de maanden na de operatie nog aanvullende behandelingen met chemotherapie, via een infuus. Dit gebeurt niet bij goedaardige tumoren.
Wilt u naast nachtkleding, toiletspullen en pantoffels (zie de folder ‘Opname in het ziekenhuis’) de volgende zaken zeker niet vergeten naar het ziekenhuis mee te nemen? • Uw medicijnen; • eventuele hulpmiddelen, zoals een wandelstok of rollator. Neem verder zo min mogelijk waardevolle spullen mee!
Wanneer zinvol? De Hipec-operatie is alleen zinvol als er geen uitzaaiingen in lever of longen zijn. Daarom krijgt u vooraf - op de screeningsdag - diverse onderzoeken, die moeten uitwijzen of de operatie in uw geval zinvol is of niet. Als besloten wordt om te opereren, dan volgt bij het begin van de operatie een tweede beslissingsmoment. De chirurg bekijkt dan hoeveel organen en weefsels in de buik door het tumorweefsel zijn aangetast en beslist of verder opereren zinvol is. De Hipec-operatie heeft alleen zin als niet te veel organen en weefsels zijn aangetast.
Opname Op de afgesproken dag komt u naar de verpleegafdeling. U kunt in de centrale hal van het ziekenhuis altijd de weg vragen. Een verpleegkundige verwelkomt u op de 4
Niet eten, wel drinken
afdeling en maakt u wegwijs op uw kamer. Hebt u nog vragen, dan kunt u deze stellen. U kunt ook uw wensen en/of verwachtingen met de verpleegkundige bespreken. Voor medische vragen kunt u terecht bij de afdelingsarts (arts in opleiding voor chirurg).
• De dag vóór de operatie mag u gewoon eten en drinken tot 17.00 uur. Vanaf 17.00 uur mag u niets meer eten. • Tot 06.00 uur ’s morgens mag u nog wel wat drinken, maar alleen heldere dranken, zoals thee of koffie zonder melk, water, appelsap en heldere bouillon. Vanaf 06.00 uur (twee uur vóór de operatie) mag u ook niets meer drinken.
Privacy Ter bescherming van uw privacy zullen wij tijdens uw opname alleen inlichtingen geven aan de contactpersonen die u tevoren hebt aangewezen.
PreOp De avond voor de operatie en twee uur voor de operatie drinkt u twee pakjes PreOp. Die krijgt u van de verpleegkundige. PreOp is een heldere drank met citroensmaak die voornamelijk bestaat uit suikers. Uit onderzoek is gebleken dat het drinken van PreOp voor de operatie bijdraagt aan het herstel na de operatie. Diabetespatiënten krijgen deze drank niet, vanwege de suikers.
Voorbereidingen • Als uw eventuele partner wil blijven logeren in het ziekenhuis, dan kunt u dit doorgeven aan de verpleegkundig specialist. Zij regelt een logeerkamer voor uw partner. • Op de dag van uw opname gaat u naar de Bloedafname om bloed te laten prikken. • Omdat u mogelijk een stoma zult krijgen, komt de stomaverpleegkundige bij u langs om op uw buik de plaats af te tekenen van het mogelijke stoma. • Voor de operatie moet uw buik worden geschoren. Op het spreekuur hebt u gehoord hoe dat moet. U kunt dit zelf doen en anders doet de verpleegkundige het voor u. • Uw darmen moeten leeg zijn voor de operatie. Daarom start u de dag voor de operatie om 17.00 uur met 2 liter van de laxeervloeistof Moviprep®. • Als u dat wilt, kunt u de avond voor de operatie een slaaptablet vragen aan de verpleegkundige.
SCD-kousen (Sequential Compression Device) Door de lange operatieduur hebt u een verhoogd risico op trombose (bloedstolsel in een ader) en longembolie (afsluiting van longslagader door bloedstolsel). Met behulp van de zogeheten SCD-kousen zorgen we voor een goede doorbloeding tijdens de operatie en beperken we het risico op trombose na de operatie. De dag voor de operatie meten we bij u de SCD-kousen (twee beenhoezen) aan. Vlak voor de operatie krijgt u deze aan. Ze worden gekoppeld aan een pomp die aan het bed bevestigd wordt. Zo worden uw benen voortdurend ‘gemasseerd’.
5
De operatie
Vóór vertrek ’s Morgens kunt u zich gewoon wassen, scheren en verzorgen. Wij vragen u om sieraden, make-up, nagellak en een eventuele gebitsprothese te verwijderen vóór vertrek naar de operatieafdeling. Van de verpleegkundige krijgt u een blauw operatiepak.
Begin van de operatie De chirurg maakt een snede in de lengterichting van de buik. Hij kan nu alle organen in de buik goed bekijken en zien of deze door de tumor zijn aangetast.
Beslismoment Op dat moment neemt de chirurg een beslissing of hij wel of niet verder gaat opereren. Als er te veel organen aangetast zijn, heeft verder opereren geen zin. Als verwijdering van het tumorweefsel wel mogelijk is, gaat de chirurg verder met opereren.
Naar de operatieafdeling Als u aan de beurt bent, brengt de verpleegkundige of een vrijwilliger van de vervoersdienst u in uw bed naar de operatieafdeling. Daarna wordt u naar de operatiekamer gereden. Daar brengt de anesthesioloog bij u een infuus in, in uw arm. Bovendien plaatst de anesthesioloog een epidurale katheter. Hij prikt met een naald tussen uw onderste ruggenwervels en brengt daar een dun slangetje in. Via dit slangetje krijgt u na de operatie pijnstilling toegediend. Als de epidurale katheter goed zit, krijgt u via uw infuus de narcose toegediend. Vervolgens begint de operatie.
Zodra de chirurg besloten heeft tot wel of niet verder opereren, belt hij uw contactpersoon om dit besluit mee te delen.
Vervolg Patiënten die niet verder worden geopereerd, gaan vervolgens naar de uitslaapkamer en later terug naar de verpleegafdeling. Hieronder kunt u lezen hoe het verloop is als u wel een Hipec-operatie zult ondergaan.
Verwijdering tumorweefsel De chirurg verwijdert al het zichtbare kanker- en/of slijmweefsel uit de buik. Afhankelijk van de hoeveelheid en de plaats van het kankerweefsel kan het nodig zijn delen van de darm of andere organen (milt,
6
worden regelmatig gecontroleerd. Zodra uw situatie stabiel is en de pijn onder controle, komen de verpleegkundigen van de afdeling u weer ophalen. Dit is meestal op de dag na de operatie.
galblaas, maag, vetschort, baarmoeder, eierstokken) weg te nemen. Als het nodig is, legt de chirurg een tijdelijk of permanent stoma aan.
Chemospoeling Terug op de afdeling
Na het verwijderen van het tumorweefsel legt de chirurg drie slangen (drains) door de buikwand in de buikholte. Via dit spoelsysteem spoelt de arts de buikholte met een cytostatica-oplossing. Deze oplossing is geconcentreerd en warm, voor een betere werking. Het spoelen duurt anderhalf uur.
De verpleegkundige informeert uw contactpersoon zodra u terug bent op de verpleegafdeling. Verder zal de verpleegkundige regelmatig uw hartslag, bloeddruk, urineproductie en wond controleren. U hebt een infuus in uw arm waardoor u vocht en eventuele medicijnen krijgt. Verder hebt u een slangetje dat via uw neus naar uw maag loopt, om maagsap af te voeren en zo misselijkheid en braken te voorkomen. Uw urine loopt vanzelf af via een slangetje dat in uw blaas is ingebracht (urinekatheter). Via het slangetje in uw rug (de epidurale katheter) krijgt u pijnstilling. Zoals al genoemd, zorgen drie drains voor afvoer van wondvocht. Mocht de chirurg ook in de borstholte geopereerd hebben, dan zorgt een slangetje (thoraxdrain) in de borstholte voor de afvoer van lucht en/of vocht.
Einde van de operatie Als de operatie klaar is, hecht de chirurg de buik. De drie slangen laat hij op hun plaats om het wondvocht te laten aflopen. De gehele operatie neemt 5-10 uur in beslag.
De chirurg belt na afloop van de operatie naar uw contactpersoon om te vertellen hoe de operatie is verlopen.
Drinken Als u voldoende wakker bent, mag u een slokje water drinken. Dat helpt tegen een droge mond. Ook kunt u uw lippen en mond nat maken met natte gaasjes.
Eerste dag na de operatie Intensive Care
Gesprek arts
Na de operatie wordt u naar de afdeling Intensive Care (IC) gebracht, waar u wakker wordt. Hier houden artsen en verpleegkundigen u doorlopend in de gaten. U krijgt pijnstilling toegediend en uw lichaamsfuncties (hartslag, bloeddruk, urineproductie)
Op de verpleegafdeling krijgt u van de afdelingsarts te horen hoe de operatie is verlopen. Meestal gebeurt dat op de dag na de operatie.
7
Uit bed
Artsenvisite
De dag na de operatie zal de verpleegkundige u helpen om even uit bed in de stoel te komen. De fysiotherapeut komt dagelijks bij u langs om ademhalings- en bewegingsoefeningen met u te doen.
De afdelingsarts komt dagelijks bij u langs om de genezing van de wond en uw algehele herstel te beoordelen. Tijdens deze visites kunt u ook vragen stellen over uw ziekte en behandeling.
Pijnstilling
Bloedprikken
Via het slangetje in uw rug krijgt u voortdurend pijnstillende middelen toegediend. Als dat niet voldoende is, kunt u extra pijnstilling krijgen.
De eerste vier dagen na de operatie wordt er in de ochtend bloed bij u afgenomen om uw algehele lichamelijke toestand goed in de gaten te houden.
Slangen Het slangetje naar uw maag houdt u nog één tot twee dagen; dit voert de maagsappen af, ter voorkoming van misselijkheid en braken. De urinekatheter houdt u nog drie dagen. Eventuele wonddrains blijven zitten totdat er geen wondvocht meer uit komt. Meestal worden ze verwijderd na één tot drie dagen. Dit geldt ook voor een eventuele thoraxdrain.
Goede pijnstilling is heel belangrijk. Laat het ons weten als u pijn hebt. Wanneer u pijnvrij bent, beweegt en slaapt u beter. Daardoor geneest u sneller.
Voorzorgsmaatregelen Ziekenhuismedewerkers moeten voorzichtig omgaan met cytostatica (medicatie tegen kanker). Daarom dragen zij de eerste twee dagen na uw operatie handschoenen en een schort als ze u verzorgen of de kamer schoonmaken. Na deze twee dagen zijn deze maatregelen niet meer nodig. Voor uw bezoek gelden deze maatregelen niet. Zij hoeven geen schort aan als ze bij u op bezoek komen.
De volgende dagen Eten en drinken U begint met het drinken van kleine slokjes water en thee. Als dat goed gaat, kunt u dit uitbreiden. Later kunt u ook weer gaan eten. Uw infuus zorgt dat u voldoende vocht binnen krijgt. Als u een advies van de diëtist nodig hebt, dan komt deze bij u langs.
8
Medicijnen De afdelingsarts bepaalt welke medicijnen u na de operatie gaat gebruiken. Het kan zijn dat u stopt met medicijnen die u eerder gebruikte, of dat u er andere voor in de plaats krijgt.
Het is belangrijk om vanaf het begin regelmatig uit bed te komen, ter voorkoming van complicaties als trombose en longontsteking.
Wondverzorging De verpleegkundige verzorgt dagelijks uw wond en verschoont het verband. Als de wond geen bloed of wondvocht meer lekt, is afdekken met een verband niet meer nodig. U mag met de hechtingen ook gewoon gaan douchen. Gebruik geen zeep direct op de wond en dep de wond voorzichtig droog met een schone handdoek. Na ongeveer tien dagen verwijdert de verpleegkundige de hechtingen (nietjes). Mocht u voor die tijd al thuis zijn, dan gebeurt dit door de huisarts.
Pijnstilling Voldoende bewegen is belangrijk na de operatie. Dit kan in het begin nog pijnlijk zijn. Daarom is ook in deze periode pijnstilling zeer belangrijk. Op de derde dag na de operatie verwijdert de verpleegkundige het slangetje uit uw rug (de epidurale katheter). U krijgt vanaf dat moment pijnstillers in de vorm van tabletten of zetpillen. Deze werken het beste wanneer u ze op vaste tijden gebruikt.
Uitslag weefselonderzoek Het weefsel dat de chirurg tijdens de operatie heeft weggenomen, wordt in het laboratorium onderzocht op aanwezige kankercellen. Dit onderzoek duurt ruim een week. Zodra de uitslag bekend is, zal de chirurg deze met u en uw naasten bespreken. Dit gesprek vindt plaats op de verpleegafdeling (als u nog in het ziekenhuis bent) of op de poli (als u al thuis bent), in aanwezigheid van de verpleegkundig specialist MDLkanker. Als u na afloop van dit gesprek nog vragen hebt, kunt u altijd vragen om een vervolggesprek met de chirurg of de verpleegkundig specialist.
Verder herstel Activiteiten Uw dagelijkse activiteiten kunt u geleidelijk verder uitbreiden. In het begin zal de verpleegkundige nog taken van u overnemen en u helpen met bijvoorbeeld de wasbeurt en het uit bed komen, maar gaandeweg zult u steeds meer dingen zelf kunnen doen. Eerst wast u zich op het bed, later kunt u naar de badkamer - eerst met hulp, later zelfstandig.
9
Complicaties en bijwerkingen
aantal witte bloedlichaampjes in het bloed kan daardoor verminderen, met als gevolg een verhoogde vatbaarheid voor infecties. Deze bijwerking is meestal niet ernstig en herstelt zich na enige tijd vanzelf.
Algemene complicaties Geen enkele operatie is zonder risico’s. Bij deze operatie is er een kans op algemene complicaties zoals trombose, longontsteking, nabloeding, wondinfectie en vorming van een abces. Tevens kan er een zogenoemde naadlekkage optreden. Hierbij lekken darmsappen naar de buikholte op de plaats waar twee delen van de darm aan elkaar gehecht zijn. Om dit te herstellen is meestal een tweede operatie noodzakelijk. Deze complicaties komen weinig voor en zijn meestal goed te behandelen.
Begeleiding Het ondergaan van een Hipec-operatie is ingrijpend. Naast de lichamelijke gevolgen kunnen ook allerlei gevoelens zoals onzekerheid en angst een rol spelen, bij u en bij uw naasten.
Specifieke complicaties Bij een aantal patiënten komt de maag na de operatie moeizaam op gang. De maagsappen vloeien dan niet door naar de dunne darm. Hieraan is weinig tot niets te doen; de maag komt uiteindelijk wel weer op gang. Aan de maagsonde die u in uw neus hebt, wordt in dit geval een zakje bevestigd dat het overtollig maagsap opvangt, om misselijkheid en braken te voorkomen. Als het te lang duurt voordat uw maag op gang komt, krijgt u voeding op een andere manier, bijvoorbeeld via een infuus (in een groot bloedvat bij uw sleutelbeen), of via een neussonde die tot in de dunne darm opgeschoven wordt.
Aarzel niet om een beroep te doen op de verpleegkundigen, de maatschappelijk werker, de pastor of de verpleegkundig specialist MDL-kanker als u steun nodig hebt. De verpleegkundige op de afdeling kan u met de juiste persoon in contact brengen.
Ontslag Opnameduur Als u voldoende bent hersteld, gaat u met ontslag. Bij een verloop zonder complicaties kunnen Hipec-patiënten na gemiddeld acht tot tien dagen weer naar huis. Als er wel complicaties optreden, kan de opname uiteraard langer duren. Thuis zult u nog ruim de tijd moeten nemen om verder aan te sterken.
Bijwerkingen cytostatica De kans is groot dat u geen last krijgt van bijwerkingen van de chemospoeling. Bij sommige patiënten komen er echter zoveel cytostatica in het bloed dat deze tijdelijk het beenmerg aantasten. Met name het 10
Voorbereiding op ontslag Als u na uw ontslag hulp in huis nodig hebt, vragen wij thuiszorg voor u aan. Verder krijgt u van de verpleegkundige uitleg en instructies over de periode thuis, bijvoorbeeld over wat u wel en niet mag doen, over de verzorging van uw wond en over medicijnen. U krijgt van de verpleegkundige de folder ‘Richtlijnen na een Hipec-operatie’, waarin u adviezen en tips kunt lezen voor deze herstelperiode. Ook vindt u daarin antwoorden op de meestgestelde vragen.
U kunt contact opnemen met de verpleegkundig specialist MDL-kanker via: 088 - 320 57 05.
Vervolgbehandeling In de meeste gevallen volgt er na de operatie nog een poliklinische behandeling met chemotherapie. Deze behandeling houdt in dat u gedurende twee weken eenmaal cytostatica krijgt toegediend via een infuus en dat u daarnaast cytostatica in tabletvorm gebruikt. Na deze twee weken volgt een week rust, waarna u dezelfde kuur nog zeven keer krijgt. Voordat deze vervolgbehandeling start, krijgt u hierover uitgebreide informatie. De behandeling kan plaatsvinden in het ziekenhuis in uw eigen woonplaats.
Tot slot Als u na het lezen van deze folder nog met vragen zit, of behoefte hebt aan een ondersteunend gesprek, neem dan contact op met de verpleegkundig specialist. Wij wensen u een voorspoedig herstel toe!
11
St. Antonius Ziekenhuis T 088 - 320 30 00 E
[email protected] www.antoniusziekenhuis.nl
Spoedeisende Hulp 088 - 320 33 00 Chirurgie 088 - 320 19 00
Locaties en bezoekadressen
Ziekenhuizen
Poliklinieken
St. Antonius Ziekenhuis Utrecht Soestwetering 1, Utrecht (Leidsche Rijn)
St. Antonius Polikliniek Utrecht Overvecht Neckardreef 6, Utrecht
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein Koekoekslaan 1, Nieuwegein
St. Antonius Polikliniek Houten Hofspoor 2, Houten St. Antonius Spatadercentrum Utrecht-De Meern Van Lawick van Pabstlaan 12, De Meern
12
Meer weten? Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl
CHI 51/01-’10
Dit is een uitgave van St. Antonius Ziekenhuis