Chirurgie | Oncologie
HIPEC operatie
Verwarmde cytostaticaspoeling in de buik
Chirurgie | Oncologie
Met uw arts heeft u gesproken over een HIPEC operatie. In deze folder vindt u meer informatie over de operatie en de gang van zaken rondom de ingreep.
HIPEC HIPEC is de afkorting van Hypertherme Intra Peritoneale Chemo therapie, ofwel: verwarmde cytostaticaspoeling in de buik. Tijdens de HIPEC-operatie probeert de chirurg al het tumorweefsel uit de buikholte te verwijderen. Daarna wordt de buik gespoeld met verwarmde chemotherapie. De chemotherapie blijft in de buikholte en komt dus niet in de bloedsomloop. Daarom is het mogelijk een hoge dosis chemotherapie te geven. De spoel vloeistof wordt verwarmd tot 41˚C. Door de hoge dosering en temperatuur kan de chemotherapie effectiever werken. Organen De HIPEC operatie is een grote ingreep. Afhankelijk van de omvang en ligging van de tumor(en) kan het nodig zijn verschillende organen of delen van organen te verwijderen. U kunt hierbij denken aan het vetschort, het buikvlies of delen van de dikke of dunne darm of maag. Bij vrouwen kan het nodig blijken de baarmoeder en/of eierstokken te verwijderen. Als het nodig is worden ook milt of galblaas verwijderd. Dit is echter van te voren niet exact vast te stellen. Het kan zijn dat de chirurg tijdens de operatie moet besluiten om meer te verwijderen dan in eerste instantie gedacht werd. Stoma Vaak is het nodig een stoma aan te leggen. Voor uw opname heeft u een afspraak met de stomaverpleegkundige op de polikliniek. Zij legt u uit wat er gaat gebeuren. Verder bepaalt zij samen met u wat
1
HIPEC operatie
op uw buik de beste plaats is voor een stoma. De stomaverpleeg kundige komt ook tijdens uw opname bij u langs. Meer informatie over stoma’s kunt u vinden op www.stoma.umcg.nl Genezingskans De HIPEC operatie is zinvol bij patiënten met enkel tumoren in de buikholte, zonder uitzaaiingen daarbuiten. De HIPEC behandeling is op dit moment de enig mogelijke curatieve (genezende) behandeling van uw aandoening. In zijn algemeenheid is niet te zeggen wat de genezingskans bij deze behandeling is. Dat is afhankelijk van het type kanker en het stadium van de aandoening.
Voorafgaand aan uw opname Voordat u opgenomen wordt voor de operatie, vindt er een verpleegkundige screening plaats en een anesthesiologisch onderzoek. De verpleegkundige screening vindt plaats op de polikliniek. Het houdt in dat een verpleegkundige u vragen stelt over uw gezondheid, bijvoorbeeld over uw medische voorgeschiedenis, medicatiegebruik, mobiliteit, algemene conditie, enz. Verder bespreekt ze met u alvast de situatie na uw ontslag. Het anesthesiologisch onderzoek vindt plaats op de preoperatieve polikliniek Anesthesiologie (POPA). Hier krijgt u alle informatie over de verdoving en pijnbestrijding. De anesthesioloog onderzoekt uw gezondheidstoestand en uw conditie. Afhankelijk van uw situatie is het mogelijk dat u eerst verder onderzocht moet worden door bijvoorbeeld een internist, cardioloog of longarts. De oncologisch chirurg bespreekt het behandelplan met u. Bij iedere operatie is de kans op complicaties aanwezig, zoals nabloeding of infectie. De arts zal u ook hierover uitleg 2
Chirurgie | Oncologie
geven. De vragen die u heeft, kunt u in dit gesprek ook stellen. Het is raadzaam de vragen van te voren op te schrijven.
De opname Ongeveer twee weken tevoren ontvangt u een afspraakbrief met uw opnamedatum. Op de afgesproken dag en tijd meldt u zich bij de opnamebalie in de ontvangsthal van het UMCG. Hier wordt u ingeschreven. Als u medicijnen gebruikt vragen we u om deze in hun originele verpakking mee te nemen. Nadat u bent ingeschreven gaat u eerst naar het laboratorium voor bloedafname, als dit in uw geval nodig is. Als dit niet nodig is, kunt u direct naar de verpleegafdeling. U kunt door een gastvrouw of gastheer begeleid worden naar de verpleegafdeling. U krijgt dan eerst een opnamegesprek met de verpleegkundige. Daarna zal de co-assistent uw ziektegeschiedenis opnemen en een lichamelijk onderzoek doen. Uw pols, bloeddruk, lengte en gewicht worden genoteerd. Dezelfde middag komt de chirurg, die u gaat opereren, om de operatie nogmaals met u te bespreken. Als u nog vragen heeft over de ingreep, is het verstandig deze van tevoren op te schrijven. Voorbereiding Na de operatie wordt u kortdurend opgenomen op de Chirurgische Intensive Care. Als u, eventueel samen met uw partner, op de avond van de opnamedag hier alvast even wilt kijken, dan kan de verpleegkundige hiervoor een afspraak maken. Rond 17.00 uur krijgt u een injectie ter voorkoming van trombose.
3
HIPEC operatie
In de loop van de avond krijgt u medicatie toegediend die bedoeld is om uw darmen voor de operatie zo schoon mogelijk te krijgen (darmvoorbereiding). ’s Avonds krijgt u een soort sportdrank (Pre-op), te drinken. Hiermee blijft uw vocht- en bloedsuikergehalte op peil. Vanaf 24.00 uur mag u niet meer eten of drinken. Om 6.00 uur krijgt u uw pre-medicatie en nog twee pakjes Pre-op.
De operatie Op de dag van de operatie krijgt u ’s morgens speciale operatie kleding aan. Een verpleegkundige brengt u rond 7.30 uur op uw bed naar de operatieafdeling. U komt eerst op de ‘holding’. Hier worden alvast voorbereidingen getroffen voor de operatie. U krijgt een infuus ingebracht waardoor later de narcose wordt toegediend. U krijgt antibiotica toegediend om infecties te voorkomen. Daarna wordt u gevraagd om op de operatietafel te gaan liggen. U krijgt de narcosemiddelen toegediend, waardoor u onder narcose raakt en niets van de ingreep merkt. Om uw buikholte helemaal te kunnen overzien, maakt de chirurg de buik in het midden, vanaf het borstbeen tot aan het schaam been open. Alle verklevingen van eventuele eerdere operaties in de buik worden vrijgemaakt. Daarna wordt geprobeerd al het herkenbare tumorweefsel en/of slijmweefsel in de buikholte en in het buikvlies te verwijderen. Na het verwijderen van het tumorweefsel wordt van de buikholte een bassin gemaakt. Met behulp van een aantal slangen en een pomp wordt het bassin gevuld met vloeistof die kan worden rondgepompt en verwarmd.
4
Chirurgie | Oncologie
Als de vloeistof op temperatuur gekomen is, wordt de chemo therapie toegevoegd. De chemotherapie kan tumorcellen, die na de operatie achtergebleven zijn, effectief bestrijden. Omdat de chemotherapie niet in de bloedsomloop komt, kan een hele hoge dosering gegeven worden. Door de hoge temperatuur werkt de chemotherapie ook beter. Het spoelen duurt ongeveer 90 minuten. Na het spoelen blijven de slangen (drains) in de buik holte om het overtollige vocht te laten aflopen. De slangen zullen geleidelijk aan op de verpleegafdeling verwijderd worden. De duur van de operatie varieert; de gehele operatie kan 6 tot 16 uur duren.
Na de operatie Na de operatie wordt u naar de Intensive Care gebracht, waar u goed bewaakt zult worden. Vaak ligt u nog een tijdje aan het beademingsapparaat. Hier merkt u niets van, omdat u op dat moment nog slaapt. Uw contactpersoon wordt door de chirurg op de hoogte gebracht van het verloop van de operatie. Afhankelijk van het verloop van uw herstel zult u één of meerdere dagen op de Intensive Care blijven. Na de operatie functioneert de maag meestal nog niet goed. Dit kan dagen tot weken na de operatie duren. Om u toch te kunnen voeden is tijdens de operatie een neus-maagslang via uw neus ingebracht. Deze slang heeft meerdere openingen. Eén daarvan ligt in de dunne darm; hiermee wordt u gevoed met sondevoeding. Zo krijgt u voldoende calorieën binnen. Een andere opening in de slang dient om het teveel aan maagsappen af te voeren. Verder zult u verschillende infusen in uw armen hebben voor vochttoediening en medicatie. Voor de pijnbestrijding hebt u een slangetje (catheter) in uw rug met continue pijnmedicatie. Ook is bij u een urine catheter ingebracht, voor het spontaan afvoeren van de urine.
5
HIPEC operatie
Terug op de verpleegafdeling Terug op de verpleegafdeling zult u de neus-maagslang nog hebben, een infuus in uw arm, een urine catheter en verschillende drains. Elke morgen komen de zaalarts en één van de chirurgen bij u langs. De stand van zaken en de vervolgstappen in de behandeling worden dan met u besproken. Ook zal uw behandelend chirurg regelmatig bij u langs komen. De verpleegkundige op de verpleegafdeling ondersteunt en begeleidt u bij de algehele dagelijkse lichamelijke verzorging en stomazorg. Het traag op gang komen van de maag en/of de darmen is zoals gezegd normaal na de HIPEC-operatie. Hierdoor kan het soms enkele dagen tot weken duren voordat u weer op een normale manier kunt eten. De infusen, catheters en drains zullen zodra ze niet meer nodig zijn verwijderd worden. Op de verpleegafdeling zult u vrij snel gestimuleerd worden om, stap voor stap, weer in beweging te komen.
Complicaties en bijwerkingen Net als andere operaties kan een HIPEC ingreep gepaard gaan met complicaties zoals bloedingen, infectie, lekkage van de darmnaad of problemen bij de wondgenezing. Omdat het een grote ingreep is, waarbij vaak meerdere organen zijn betrokken, is de kans op complicaties relatief groter. • Lekkage van de darmnaad (de verbinding van twee darm uiteinden) is een ernstige complicatie, die gelukkig weinig voorkomt. Soms wordt een stoma aangelegd om de nieuwe naad tijdelijk te ontlasten. Als er toch lekkage optreedt, is een nieuwe operatie nodig om dit op te heffen. 6
Chirurgie | Oncologie
•
Om wondinfecties te voorkomen wordt antibiotica toegediend. Als toch een wondinfectie ontstaat, vertraagt de wondgenezing. Soms wordt de wond dan weer opengemaakt (door enkele hechtingen te verwijderen), zodat wondvocht eruit kan en de wond gespoeld kan worden. • Om trombose te voorkomen krijgt u na de operatie dagelijks een antistollingsmiddel ingespoten. Bijwerkingen van de gebruikte chemotherapie zijn meestal heel beperkt. U wordt niet kaal van de chemotherapie.
Ontslag De meeste patiënten kunnen twee tot drie weken na de operatie weer naar huis. Daar herstelt u verder van de ingreep. Het is verstandig om goed naar uw lichaam te luisteren en niet te forceren. Uw conditie is verminderd en u zult eerder moe zijn. In de loop van de tijd zal uw conditie verbeteren. Het kan echter soms wel enkele maanden duren tot u weer ‘de oude’ bent.
Nazorg Als u naar huis gaat, krijgt u een afspraak mee voor controle op de polikliniek (meestal na twee tot vier weken). De definitieve uitslagen van de operatie, weefselonderzoek en de eventuele nabehandeling worden met u besproken tijdens opname of op de polikliniek. Een aantal dagen na uw ontslag wordt u gebeld door een verpleeg kundige van het verpleegkundig spreekuur. We horen dan graag van u hoe het met u gaat. Als u voor of na dit telefoongesprek met vragen zit, of als u klachten heeft waar u graag medisch advies over wilt , dan kunt u uiteraard ook zelf contact met ons opnemen. 7
HIPEC operatie
Het verpleegkundig telefonisch spreekuur is bereikbaar op werk dagen van 8.30 tot 12.00 uur. U belt dan met de telefooncentrale van het UMCG via telefoonnummer (050) 361 61 61 en vraagt naar zoemer 55833.
Meer informatie Op het internet is meer informatie over de HIPEC procedure te vinden. De manier van werken verschilt echter van ziekenhuis tot ziekenhuis, en is ook afhankelijk van het type aandoening. Daar door levert deze informatie vaak meer vragen op dan antwoorden. We adviseren u dan ook om contact met ons op te nemen als u (nog) vragen heeft. U kunt uw vragen stellen aan de verpleeg kundigen van het verpleegkundig telefonisch spreekuur (zie hierboven). Als het nodig is kan de verpleegkundige overleggen met een arts. Als de verpleegkundige uw vraag niet direct kan beantwoorden belt zij u later terug.
8
Patiënteninformatie vlc 238/1004