Checklist reken- en wiskundeomgeving Naam: Ingevuld door: Datum (eerste meting): Datum (tweede meting):
Kwaliteitsverbetering doe je zelf Vier stappen In beeld brengen van een kwaliteitsaspect Vul de lijst eerlijk en oprecht voor in: wees aardig voor jezelf, maar ook streng. Laat vervolgens ook een collega de lijst voor jou invullen: zorg voor ruimte voor ontwikkeling. Het gaat om het gesprek dat je met elkaar voert naar aanleiding van het invullen van de lijst. Focus op ontwikkelpunten Besteed de meeste tijd aan het gezamenlijk bespreken van de twee ontwikkelpunten. Het eerste ontwikkelpunt is altijd iets waar je al heel goed in bent breder en vaker inzetten. De coach / ib’er geeft feedback op het plan voor de ontwikkelpunten. Voer het plan uit zoals afgesproken Ga aan de slag met je plan. Spreek af met je collega / coach / ib’er dat je elkaar feedback geeft op je ontwikkelpunten. Zorg voor beeldmateriaal: film een activiteit, routine of speelmoment. Evalueer het plan Na de afgesproken periode volgt de tweede meting Bespreek de bevindingen samen met de coach / ib’er Illustreer het met een korte filmopname / beelden Maak nieuwe afspraken over eventuele nieuwe ontwikkelpunten
Ontwikkelingshoeken Rekenen en Wiskunde voor peuters en kleuters (Op basis van cursistenmateriaal Vversterk) De uiteindelijke keuze voor materialen en inrichting is afhankelijk van de leeftijd en groepssamenstelling. Hieronder volgen verschillende suggesties. De bouwhoek aanwezig
Vraagt om uitbreiding
In mijn groepsruimte is groot en klein bouwmateriaal en wereldspelmateriaal zoals auto’s en dieren. De materialen zijn ingedeeld met etiketten op kleur, afmeting en vorm waardoor kinderen leren rangschikken en ordenen. Er hangen bouwtekeningen en afbeeldingen: dit stimuleert kinderen tot nabootsen en levert gesprekken op. Materialen voor kinderen om zelf plattegronden te laten maken van een eigen bouwwerk voor of na het bouwen. De plattegronden van de kinderen krijgen een plaats in de bouwhoek en nodigen andere kinderen uit tot nabootsen.
Toelichting: • Aantallen: bij het vergelijken en nabootsen van bouwwerken worden aantallen voorwerpen geteld. De kinderen brengen ordening aan in de materialen en verdelen deze over het aantal personen in de hoek. • Meten: bouwen kan aanleiding geven tot meten wanneer bouwwerken op bepaalde kenmerken zoals hoogte, lengte of oppervlakte worden vergeleken. Kinderen vergelijken onderling. Ze willen nog hogere torens maken, allemaal verschillende torens maken. Ze bedenken een maat om de torens met elkaar te vergelijken. • Meetkunde: bouwwerken vragen om analyse van constructies: hoe zit een huis in elkaar? Hoe moet je een brug bouwen? Kinderen bepalen bijvoorbeeld welke vorm blokken je nodig hebt (pilaar, plank, vierkant, driehoek). Kinderen sorteren blokken op vorm. Ze leren meetkundige structuren kennen: wat is de structuur van een huis of stad? Ze lezen afbeeldingen en vertalen dit naar een eigen bouwwerk. Ze zien bouwwerken vanuit verschillende perspectieven en tekenen deze bijvoorbeeld na. Anderzijds wordt ook het zelf construeren, (na)bouwen, in de bouwhoek gestimuleerd. Ook hier doen kinderen meetkundige ervaringen op: het daadwerkelijk maken van vormen (Hoe maak je een schuin dak op een huis?). Ze moeten vormen afpassen en nagaan of de juiste vorm is gekozen (Is de plank geschikt voor het dak?). Kinderen bouwen bogen die niet in mogen storten. Ze moeten de blokken weer netjes in de kast opbergen. Ze bouwen een voorbeeld na van een foto, plattegrond of tekening en ze zoeken bijvoorbeeld gebouwen en plattegronden bij elkaar.
De zand-watertafel aanwezig
Vraagt om uitbreiding
Er zijn materialen zoals trechters, maatbekers, gieters, flessen, een stukje tuinslang, sponsen en dergelijke. De inhoud van de tafel wisselt regelmatig
Toelichting: • Aantallen: de kinderen brengen zelf enige ordening aan in de voorwerpen die ze betrekken in hun spel en houden goed in de gaten hoeveel er van elk is. • Meten: bij de zand- en watertafel houden kinderen zich bezig met allerlei meet- en weegactiviteiten: hoeveel- heden worden verdeeld, bakjes en flessen worden gevuld en kinderen ontdekken hoeveel of hoe weinig er in kan. Inhouden en materialen worden met elkaar vergeleken. Kinderen kijken of (zelfgemaakte) materialen kunnen blijven drijven of dat deze zinken. Ze ontdekken dat het materiaal en het gewicht van het voorwerp bepalend is. Ze proberen om in verschillende flessen dezelfde hoeveelheid water te gieten. • Meetkunde: bij de activiteiten die de kinderen uitvoeren, spelen begrippen als hoog en laag een belangrijke rol. Kinderen denken na over vormen die ze willen maken, ze denken na over structuren, zoals bij het aanleggen van rivieren en wegen. Kinderen denken na over verschijnselen. Ik heb een bakje vol met zand gedaan en toch kan er water bij.
De huishoek aanwezig
Vraagt om uitbreding
Er zijn materialen die het imiteren van de volwassenen mogelijk maken, zoals keukengerei Materialen voor rollenspel als verkleedkleding, telefoonboek en een telefoon, spiegel en dergelijke Kleine kleding voor de pop, een bedje, een stoel etcetra
Toelichting: • Aantallen: kinderen verdelen de materialen over het aantal personen dat in de hoek speelt. Als je met vier kinderen gaat eten, hoeveel bordjes moet ik dan neerzetten? Hoe zie je of er van alles voldoende is? Hoeveel appels moet ik in de winkel gaan kopen? • Meten: in de keuken wordt het eten bereid. Dit vraagt om sorteren, tellen en wegen. De kinderen kunnen koken met de kookwekker, anders brandt het eten aan. De kinderen streven er bijvoorbeeld ook naar om elkaar evenveel limonade te geven. Bij het opruimen maken de kinderen
onderscheid: de kleine kleding voor de pop in de kast en de grote verkleedkleding aan het kledingrek. • Meetkunde: kinderen verkleden zichzelf, de poppen en de beer in de huishoek. Wanneer kinderen zelf een trui aantrekken voor de spiegel, zien ze ineens dat de trui verkeerd om zit. Hoe draai je de trui? Hoe kan dat? Na afloop van het spel moet alles weer netjes worden opgeruimd, de schoenen bij elkaar en de kleding aan het kledingrek. Hoe zou dat nu heel netjes kunnen? De rekenhoek aanwezig
Vraagt om uitbreiding
In de rekenhoek worden kinderen uitgenodigd tot ‘echte’ reken/wiskundeactiviteiten. Er zijn dobbelstenen, rekenmachine, een rekenhek Er zijn cijfers van hout, cijfers op stempels of op kaarten gedrukt Een weegschaal of andere meetinstrumenten zoals een liniaal en een meetlaat Bakjes met materialen om te ordenen op kleur, vorm of materiaal Een spiegel, mozaiek-, figuren, een vormenvoeldoos en een lamp
Toelichting: • Aantallen: in de hoek liggen allerlei materialen die leiden tot telsituaties, zoals dobbelstenen, een rekenmachine, een rekenrek, maar ook echte cijfers van hout, cijfers op stempels of op kaarten afgedrukt. Er liggen pennen en papier om de cijfers zelf op te schrijven. Er hangt een grote kalender of een poster waarin allerlei hoeveelheden te ontdekken zijn. Er liggen materialen die de kinderen kunnen tellen en cijferkaarten die ze bij de juiste aantallen kunnen leggen. • Meten: in de hoeken liggen materialen om mee te wegen, zoals een weegschaal en materialen om mee te meten, zoals touw, een liniaal en een meetlat. Er kunnen verschillende materialen liggen waarmee de kinderen gaan sorteren, vergelijken en ordenen op vorm, kleur of eigenschap. In de hoek kunnen verschillende bakjes een plaats hebben waarmee de kinderen hoeveelheden kunnen afpassen. • Meetkunde: in de hoek liggen spiegels waar de kinderen mee kunnen experimenteren. Ze experimenteren met vormen als zij een vorm op de spiegel zetten, en symmetrie ontdekken. Ze doen houdingen van elkaar na in de spiegel, ze kunnen zichzelf in lepels bekijken, of om een hoek kijken met een spiegel. Er liggen bouw- tekeningen of plattegronden waar de kinderen mee kunnen spelen, bijvoorbeeld door op zoek te gaan naar de schat of door zelf een plattegrond te maken en op een eenvoudige manier de weg van huis naar school te tekenen. Er liggen verschillende materialen waarvan zij de eigenschappen kunnen ontdekken (buigen, vouwen, vervormbaar). Er liggen materialen om ervaringen op te doen met vormen en figuren, zoals mozaïek- figuren, een vormenvoeldoos en een lamp om ervaringen met schaduwen op te doen
De komende periode verander ik in mijn speel-leeromgeving: 1. Wat ga ik veranderen?
Hoe pak ik dat aan?
Wat heb ik daarvoor nodig?
Wanneer ben ik tevreden?
2. Wat ga ik veranderen?
Hoe pak ik dat aan?
Wat heb ik daarvoor nodig?
Wanneer ben ik tevreden?