CALAMITEITENBESTRIJDINGSPLAN VERSTORING AFVALWATERZUIVERINGSPROCES
WATERSCHAP DE DOMMEL
Onderdeel van het Handboek Calamiteitenzorgsysteem
Proces Calamiteitenzorg (CZ) Procesmanager Auteur Betrokkenen
: Jo van de Griend : Dries van Roosmalen (Adviseur crisisbeheersing) : Leden werkgroep Calamiteitenzorg
Zaaknummer : Z32077 Documentnummer : I31786 Versie Datum Status Vastgesteld door In werking op
: 4.0.0. : 23 november 2015 : Definitief : Dagelijks bestuur, 8 december 2015 : 1 januari 2016
‘Handboek Calamiteitenzorgsysteem’ Waterschap De Dommel
Leden werkgroep Calamiteitenzorg Wijzigingen in dit plan leiden tot een nieuw versienummer. De meest actuele versie is beschikbaar via intranet, Ibabs (‘gedeelde folder’ Calamiteitenzorg) en voor derden via www.dommel.nl. Mutaties en besluitvorming Versienummer
Beschrijving van de wijzigingen en besluitvormingsprocedure
Datum
1.0.0 2.0.0 3.0.0 4.0.0
Definitieve versie Definitieve versie Definitieve versie Definitieve versie
2004 2008 2012 2016
Aanpassingen: Tekstueel Functiebenamingen (o.a. adviseur crisisbeheersing) Figuur organisatiestructuur bij calamiteiten Minimale opschaling naar coördinatiefase 1 bij persleidingbreuken is aangepast in ‘situatieafhankelijk: o.a. van impact, duur e.d. wordt wel of niet opgeschaald’. Toevoegingen: Proces ‘Water- en scheepvaartzorg (veiligheidsregio’s) WCPI / CPI Protocol gasalarm slibgisting RWZI Tilburg en Boxtel Vervallen: “Coördinatiefase 0”: verantwoordelijkheid reguliere bedrijfsvoering RWOT en RWBT: vervangen door proces Water- en scheepvaartzorg
Calamiteitenbestrijdingsplan Verstoring Afvalwaterzuiveringsproces, versie 4.0.0.
2
‘Handboek Calamiteitenzorgsysteem’ Waterschap De Dommel
INHOUDSOPGAVE 1
Inleiding .............................................................................................................................. 4
2
Kaders ................................................................................................................................. 5
3
Coördinatiefasen en opschaling...................................................................................... 6
4
Netwerk bestrijdingsmaatregelen.................................................................................... 7 4.1 4.2
5
Ondersteuning ................................................................................................................... 9 5.1 5.2
6
Meten en monitoren ................................................................................................. 9 Middelen ................................................................................................................... 9
Bijzondere risico’s, gevolgen en te nemen maatregelen ........................................... 10 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7
7
Intern ........................................................................................................................ 7 Extern ....................................................................................................................... 7
Algemeen ............................................................................................................... 10 Handboeken en processchema’s .......................................................................... 10 Verstoring door een persleiding- of vrijvervalleidingbreuk .................................... 11 Verstoring zuiveringsproces .................................................................................. 12 Verstoring door uitval of afschakeling rioolgemaal of pompcapaciteit .................. 16 (Dreigende) sliboverstort ....................................................................................... 17 Gasalarm slibgisting RWZI Tilburg en Boxtel ........................................................ 19
Afstemming watersysteem ............................................................................................. 21
Bijlage A: Afkortingenlijst ..................................................................................................... 22 Bijlage B: Verzendlijst .......................................................................................................... 23 Bijlage C Handreiking bij lozing verschillende stoffen ................................................... 24 Bijlage D: Overzicht rioolgemalen en persleidingen ......................................................... 26
Calamiteitenbestrijdingsplan Verstoring Afvalwaterzuiveringsproces, versie 4.0.0.
3
‘Handboek Calamiteitenzorgsysteem’ Waterschap De Dommel
1
Inleiding Dit door het dagelijks bestuur van Waterschap De Dommel vastgestelde Calamiteitenbestrijdingsplan Verstoring afvalwaterzuiveringsproces1, maakt onderdeel uit van het ‘Handboek Calamiteitenzorgsysteem’ van Waterschap De Dommel. Het plan is afgestemd op relevante plannen van netwerkpartners, zoals de veiligheidsregio’s. Doel Het plan geeft een nadere (multidisciplinair relevante) uitwerking van de handelswijze bij het risico ‘verstoring afvalwaterzuiveringsproces’ zoals dat in het Calamiteitenplan is benoemd. Monodisciplinaire detailmaatregelen zijn beschreven binnen de reguliere processen (bijv. in proceshandboeken) en maken geen deel uit van het ‘Handboek Calamiteitenzorgsysteem’. Leeswijzer Hoofdstuk 2 beschrijft de kaders van dit calamiteitenbestrijdingsplan. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 ingezoomd op de procedures van melding, alarmering en opschaling in relatie tot verstoringen in zuiveringsproces. Het in- en externe netwerk wordt kort beschreven in hoofdstuk 4, waarna in hoofdstuk 5 wordt ingegaan op algehele ondersteuning bij de calamiteitenbestrijding. In hoofdstuk 6 zijn voor een aantal specifieke scenario’s concrete bestrijdingsmaatregelen genoemd hoofdstuk 7 wordt tot slot kort ingegaan op de mogelijke interactie met het watersysteem (oppervlaktewater). In dit Calamiteitenplan wordt veelvuldig verwezen naar allerlei supplementen en werkwijzers. Deze zijn voor de interne organisatie te vinden op dommelstroom/calamiteitenzorgsysteem en in de gedeelde folder ‘Calamiteitenzorgsysteem’ in Ibabs. Contactgegevens van mensen en organisaties zijn (omwille van privacy gevoelige informatie), opgenomen in het supplement ‘Informatiegids’, dat enkel voor de eigen organisatie beschikbaar is.
1
Het algemeen bestuur van Waterschap De Dommel heeft hiertoe in de vergadering van 25 november 2015 mandaat verleend aan het dagelijks bestuur. Calamiteitenbestrijdingsplan Verstoring Afvalwaterzuiveringsproces, versie 4.0.0.
4
‘Handboek Calamiteitenzorgsysteem’ Waterschap De Dommel
2
Kaders Het calamiteitenbestrijdingsplan bevat geen concrete oplossingen voor ieder knelpunt van een calamiteit. Het geeft kaders en spelregels en biedt houvast voor correct, praktisch en succesvol handelen bij een ernstige gebeurtenis, waarbij coördinatie van de bestrijdingsmaatregelen noodzakelijk is. Improvisatie speelt hierbij altijd een grote rol. Die ruimte moet er altijd zijn. Uiteindelijk vormen het gezond verstand en de kennis en vaardigheden die binnen het waterschap of zijn netwerk aanwezig zijn de belangrijkste middelen voor een succesvolle bestrijding.
In dit calamiteitenbestrijdingsplan wordt veelvuldig verwezen naar personen, diensten en partners, zonder dat daarbij de concrete contactgegevens genoemd zijn. Al deze gegevens zijn opgenomen in de ‘Informatiegids’, zodat aanpassing van het calamiteitenbestrijdingsplan als gevolg van regelmatige wijzigingen in die gegevens niet nodig is.
Calamiteitenbestrijdingsplan Verstoring Afvalwaterzuiveringsproces, versie 4.0.0.
5
‘Handboek Calamiteitenzorgsysteem’ Waterschap De Dommel
3
Coördinatiefasen en opschaling Voor een uitgebreide beschrijving van de wijze van melden, alarmeren en opschalen wordt verwezen naar het Calamiteitenplan. Daarin zijn ook de algemene taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden bij de diverse coördinatiefasen beschreven. In dit hoofdstuk wordt op hoofdlijnen de coördinatiestructuur bij verstoring van het afvalwaterzuiveringsproces genoemd.
Figuur 1: crisisorganisatie in perspectief van de samenwerking in de waterkolom en met de veiligheidsregio's (GRIP). De getoonde structuur gaat vooral over de gezamenlijke beeld-, oordeel en (in beperkte mate) besluitvorming. Voor uitgebreidere toelichting op de interne organisatiestructuu r en samenwerking met partners wordt verwezen naar het Calamiteitenplan.
Coördinatiefase 1
(Lokale) verstoring in het zuiveringsproces of dreiging daartoe, waarbij behoefte is aan coördinatie in het veld.
Coördinatiefase 2
(Bovenlokale) ernstige verontreiniging verstoring in het zuiveringsproces, waarbij sterke behoefte is aan coördinatie, of waarbij zowel watersysteem als waterketen betrokken zijn. Mogelijke risico’s voor de volksgezondheid, bedrijvigheid en
Coördinatiefase 3
Calamiteiten met een groot (bestuurlijk) effectgebied, binnen één gemeente en/of waterbeheerder en/of waarbij zowel watersysteem als waterketen in gezamenlijkheid optreden.
Coördinatiefase 4
Calamiteiten als bij coördinatiefase 3, maar meerdere gemeenten en/of waterbeheerders zijn betrokken.
Nazorg en evaluatie Nadat de calamiteit (al dan niet trapsgewijs) is afgeschaald, vindt nazorg plaats conform het Calamiteitenplan en wordt de calamiteit geëvalueerd.
Calamiteitenbestrijdingsplan Verstoring Afvalwaterzuiveringsproces, versie 4.0.0.
6
‘Handboek Calamiteitenzorgsysteem’ Waterschap De Dommel
4
Netwerk bestrijdingsmaatregelen In dit hoofdstuk is het belangrijkste netwerk weergegeven dat, in meer of mindere mate, betrokken is bij de bestrijdingsmaatregelen van een verstoring in het afvalwaterzuiveringsproces. Voor een volledig netwerk en de typen netwerken, een methode voor de netwerkanalyse wordt verwezen naar hoofdstuk 4 van het Calamiteitenplan. Voor contactgegevens wordt verwezen naar de Informatiegids. 4.1
Intern Het intern waterschapnetwerk bestaat naast de processen en vakgroepen die in de calamiteitenteams vertegenwoordigd zijn (zie hoofdstuk 7 Calamiteitenplan), uit overige processen, vakgroepen en individuele medewerkers die diverse maatregelen treffen of ondersteuning beiden. Veelal gaat het om: Betrokken proces/afdeling
Functies
Rol in bestrijding
Beheer en onderhoud waterketen
Procesoperators B en C
In opdracht uitvoeren van procesmaatregelen In opdracht uitvoeren van technische maatregelen Gebouwenbeheer, receptiebezetting, catering Uitvoeren kwaliteitsmetingen
Frontoffice en facilitymanagement Monitoring waterbeleid
4.2
Mechanisch / elektromonteurs Algehele ondersteuning
Vergunningen
Medewerkers meetnetten waterkwaliteit en kwantiteit Vergunningverleners
P&O
ARBO-adviseur
Bijzonderheden
Onderzoek of een lozing in een vergunning past. Ondersteunen in borgen ARBO-omstandigheden
Extern Bij een verstoring in het afvalwaterzuiveringsproces krijgt het waterschap te maken krijgen met een uitgebreid extern netwerk. Hieronder zijn de belangrijkste partners 2 uit het netwerk voor de bestrijding schematisch in kaart gebracht. Netwerkpartner Ministerie Veiligheid en Justitie
Ministerie Infrastructuur en Milieu Ministerie Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Ministerie Defensie
Provincie Noord-Brabant Rijksinstituut voor Volksgezondheid 2
Bijzonderheden Nationaal Crisis Centrum (NCC), Landelijk Operationeel Coördinatie centrum (LOCC) Openbaar Ministerie (OM) Inspectie Veiligheid en Justitie (IVJ) Directie Zuid Regionaal Militair Commando Zuid: verleent bijstand (via aanvraag LOCC / Officier Veiligheidsregio (ROT)). In de Catalogus ‘Nationale Operaties’ is concreet aangegeven waaruit de bijstand bestaat. Milieuklachten centrale, CdK Adviesrol
Een aantal daarvan zijn met name relevant, indien de calamiteit binnen de waterketen gevolgen heeft voor het watersysteem, of mogelijk een oorzaak in het watersysteem heeft. Calamiteitenbestrijdingsplan Verstoring Afvalwaterzuiveringsproces, versie 4.0.0. 7
‘Handboek Calamiteitenzorgsysteem’ Waterschap De Dommel
en milieu (RIVM) Rijkswaterstaat: Waterdienst nucleaire calamiteiten Vuilwaterwacht Water Crisis Managementcentrum Nederland (WCMN) Veiligheidsregio’s: Brabant-Noord Midden- en West Brabant Brabant-Zuidoost Politie Brandweer GHOR
Landelijke Coördinatiecommissie Milieuverontreiniging Water (LCM)
CoPI, ROT, GBT, RBT (coördinatie bij ramp/crisis) CoPI, ROT, GBT, RBT (coördinatie bij ramp/crisis) CoPI, ROT, GBT, RBT (coördinatie bij ramp/crisis) Adviseur Gevaarlijke Stoffen Geneeskundig Adviseur gevaarlijke Stoffen
Waterschappen: Aa en Maas Brabantse Delta Peel en Maasvallei AQUON Unie van Waterschappen
Gemeenschappelijk laboratorium voor metingen en analyses t.b.v. eventuele landelijke beeldvorming
Omgevingsdienst Brabant-Noord Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant Omgevingsdienst Midden- en WestBrabant
Alphen-Chaam Baarle-Nassau Bergeijk Best Bladel Boxtel Cranendonk Eersel Eindhoven Geldrop-Mierlo Goirle Haaren
Waterverontreiniging kanalen
Omgevingsdiensten Gemeenten en provincies hebben toezicht en handhaving soms aan omgevingsdiensten uitbesteed. Gemeenten en provincies hebben toezicht en handhaving soms aan omgevingsdiensten uitbesteed. Gemeenten en provincies hebben toezicht en handhaving soms aan omgevingsdiensten uitbesteed.
Gemeenten Heeze-Leende Helmond ’s-Hertogenbosch Heusden Hilvarenbeek Laarbeek Loon op Zand Nuenen Oirschot Oisterwijk Reusel de Mierden Schijndel
Sint-Michielsgestel Sint-Oedenrode Someren Son en Breugel Tilburg Udenhout Valkenswaard Veghel Veldhoven Vught Waalre Waalwijk
3
België NV de Scheepvaart Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij Provincie Antwerpen Dienst Waterbeleid Provincie Limburg
Vlaamse Landmaatschappij Vlaamse Milieumaatschappij Watering De Dommelvallei
3
De waterschappen in België zijn geen uitvoerende organisaties zoals de Nederlandse waterschappen. Het zijn overlegorganen waarin de waterbeheerders (VMM, provincie, gemeenten, wateringen maar ook de Vlaamse Landmaatschappij) met elkaar om tafel gaan.
Calamiteitenbestrijdingsplan Verstoring Afvalwaterzuiveringsproces, versie 4.0.0.
8
‘Handboek Calamiteitenzorgsysteem’ Waterschap De Dommel
5
Ondersteuning Processtoringen als gevolg van bijvoorbeeld leidingbreuken of procesvreemde stoffen, zijn de meest voorkomen calamiteiten binnen de afvalwaterketen bij Waterschap De Dommel. 5.1
Meten en monitoren Het proces Monitoring waterbeleid verzamelt meetgegevens en verwerkt deze tot risicobeelden. Belangrijkste taak is het leveren van data over waterkwaliteit en -kwantiteit en in overleg met kwaliteit- en kwantiteitadviseurs het interpreteren van de gevolgen daarvan voor het zuiveringsproces, mens, dier en milieu. In specifieke en complexe situaties, zal voor de interpretatie van gevolgen hulp worden ingeroepen van externe deskundigen. Bijvoorbeeld het RIVM of (Geneeskundig) Adviseurs Gevaarlijke Stoffen van de veiligheidsregio)’s).
5.2
Middelen Voor de bestrijding van een verstoring in het afvalwaterproces zijn diverse middelen beschikbaar. Hierbij kan gedacht worden aan monsternameapparatuur, noodpompen en dergelijke. Voor een overzicht van deze middelen en de locatie(s) waar deze beschikbaar zijn, wordt verwezen naar het supplement ‘Facilitaire voorzieningen’. Voor de inzet van noodpompen wordt eveneens verwezen naar dit supplement. Met name voor de inzet van mens en materieel in het veld, spelen naast het WAT ook de Assetcoördinatoren een belangrijke rol in de coördinatie van de inzet. Daarnaast beschikt het waterschap over een aantal afspraken met zogenaamde ‘waakvlamaannemers’, op wie 24 uur per dag een beroep gedaan kan worden en zijn afspraken gemaakt met een gemeenschappelijk waterschapslaboratorium voor monstername en analyses.
Calamiteitenbestrijdingsplan Verstoring Afvalwaterzuiveringsproces, versie 4.0.0.
9
‘Handboek Calamiteitenzorgsysteem’ Waterschap De Dommel
Bijzondere risico’s, gevolgen en te nemen maatregelen
6
Zie ook deel 4 van het handboek Calamiteitenzorgsysteem: supplementen procesbeschrijvingen waterbeheer, waterkwaliteit. Daarin is een supplement opgenomen met een specifiek draaiboek naar aanleiding van de ervaringen met een sliblaag op de nabezinktanks van rwzi Eindhoven in 2007. In de navolgende paragrafen worden voor diverse calamiteitenscenario’s maatregelen beschreven vanuit de calamiteitenbestrijding. Binnen het proces Beheren waterketen wordt hierin tevens het eigen proceshandboek betrokken.
6.1
Algemeen De kerntaken van het proces Beheer waterketen kunnen beknopt als volgt worden weergegeven: transporteren van afvalwater; zuiveren van afvalwater; verwerken en afzetten van zuiveringsslib; optimaliseren van de (afval)waterketen. Het zuiveren van het afvalwater vindt plaats op de zuiveringsinstallaties. Om het afvalwater naar de rioolwaterzuiveringsinstallaties te transporteren zijn er persleidingen gelegd vanaf de hoofdrioolgemalen, het punt waar de gemeenten hun afvalwater afleveren (het zogenaamde overnamepunt). Het is de taak van het proces Beheer waterketen om vanuit waterkwaliteitsbeheer het door de gemeenten aangeboden afvalwater (influent) via de daarvoor bestemde afvalwatertransportleidingen af te voeren naar de rioolwaterzuiveringsinstallaties. Daar wordt het influent gezuiverd en als het gezuiverde water (effluent) voldoet aan de daarvoor gestelde eisen, wordt het geloosd op het oppervlaktewater.
6.2
Handboeken en processchema’s Binnen het proces Beheren waterketen zijn onder andere de volgende handboeken en processchema’s beschikbaar: Proceshandboek Beheren waterketen; Handboek gemalen en leidingen; Processchema voor inschakelen rioolbeheerder (gemeente). Daarin zijn meer in detail concrete procesmaatregelen beschreven zijn voor verschillende scenario’s. Vertegenwoordigers in de crisisorganisatie namens het proces Beheren waterketen (onder andere procesoperator en zuiveringstechnoloog) betrekken genoemde handboeken en schema’s zo nodig in de advisering en bestrijding van de calamiteit.
Calamiteitenbestrijdingsplan Verstoring Afvalwaterzuiveringsproces, versie 4.0.0.
10
‘Handboek Calamiteitenzorgsysteem’ Waterschap De Dommel
6.3
Verstoring door een persleiding- of vrijvervalleidingbreuk Let op: Genoemde acties zijn aanvullend op de acties zoals genoemd in het Calamiteitenplan.
Verstoring door een persleidingbreuk.
Ervaring heeft geleerd dat breuken in persleidingen kunnen ontstaan doordat er: in de loop van de tijd ingesloten H2S-gassen de niet volledige gevulde leidingdelen hebben aangetast, waardoor de leiding is verzwakt; waterslag (acute drukverhoging) is opgetreden, met als gevolg dat de minst sterke buis het begeeft (geldt niet voor vrijvervalleidingen); werken nabij de persleiding zijn uitgevoerd die de veilige en ongestoorde ligging hebben ondermijnd; diepgewortelde beplantingen door de verbindingen van de leidingen zijn gegroeid en deze uit elkaar splijten (geldt niet voor vrijvervalleidingen). Is er sprake van een breuk in een persleiding, dan moet het betreffende rioolgemaal worden stopgezet. Het afvalwater van de betreffende gemeente c.q. bemalingsgebied kan dan niet worden afgevoerd naar de waterzuivering. Het gevolg daarvan is gevaar voor overstort op het oppervlaktewater als de berging is opgesoupeerd. Vanwege dit gevaar worden binnen de waterketenregio direct repressieve maatregelen genomen om erger te voorkomen Sommige leidingbreuken zijn snel verholpen en hebben slechts een beperkte impact op de omgeving. Per gebeurtenis wordt binnen het proces Beheer waterketen gekeken of opschaling (coördinatie) nodig is en (ook bij twijfel) hierover afgestemd met de dienstdoende piketmedewerker en/of –manager. Coördinatiefase Coördinatieteam(s)
: Situatie afhankelijk : n.t.b.
Coördinator acties Procesoperator A
Uit te voeren acties - Stemt de wederzijdse belangen en gevolgen van de verstoring af en onderneemt zo nodig acties of verzoekt de gemeente zo nodig acties in het gemeentelijk rioleringsysteem te nemen. - Stuurt zo nodig werkzaamheden in het veld aan (onder leiding van de CPI). - Schakelt zo nodig de waakvlamaannemer in. - Organiseert de inzet van een Opzichter Assetmanagement voor technische assistentie. - Doet melding van ongewoon voorval op grond van hoofdstuk 17 van de Wet milieubeheer bij het Wm-bevoegde gezag (Provincie of gemeente). Bronbestrijdingmaatregelen - Direct verhelpen van de stagnatie of breuk van de persleiding, zo nodig met behulp van de ‘waakvlamaannemer’. - Het benutten van de beschikbare berging in het gemeentelijke stelsel of in stroomopwaarts gelegen gemeentelijk stelsel. - Het stopzetten van rioolgemalen, compartimenteren van de breuk door in het getroffen leidingdeel de afsluiters dicht te draaien (bij vrijvervalleidingen compartimenteren door het plaatsen van afsluiters), benutten van de berging in andere bemalingsgebieden waarop kan worden afgevoerd, bypassen via andere leidingen of afvoer per as. - Het treffen van veiligheidsmaatregelen naar de directe omgeving, medewerkers en milieu, in netwerkpartners en belanghebbenden. - Indien persleidingen (of vrijvervalleidingen) in het grondwater zijn gelegen zal ten behoeve van de herstelwerkzaamheden bronnering toegepast dienen te worden. Vrijkomend bronneringswater bij voorkeur lozen op oppervlaktewater. Calamiteitenbestrijdingsplan Verstoring Afvalwaterzuiveringsproces, versie 4.0.0.
11
‘Handboek Calamiteitenzorgsysteem’ Waterschap De Dommel
Effectbestrijdingsmaatregelen - Bij een storing in het transport van afvalwater zullen de te nemen acties zich niet beperken tot de storing zelf, stagnatie c.q. leidingbreuk (bron), maar zullen in het verlengde daarvan ook acties worden ondernomen om (dreigende) overstort te voorkomen c.q. te beperken (effect): - Indien er bij de persleidingbreuk afvalwater is vrijgekomen waardoor er op de betreffende locatie aanzienlijke overlast dan wel milieuschade kan ontstaan, kan het vrijgekomen afvalwater afhankelijk van de locatie waar de lekkage zich heeft voorgedaan, worden teruggepompt in het rioleringsstelsel of opgeruimd c.q. afgevoerd worden met tankwagens. - Indien de breuk zich heeft voorgedaan op een locatie waarbij afvalwater terecht is gekomen in het oppervlaktewater, zal de betreffende watergang in overleg met de meest betrokken beheersopzichter worden gecompartimenteerd. - Het is essentieel het afvalwater c.q. de mogelijk verontreinigde grond op de lozingsplaats ‘vast te houden’ (immobiliseren) en niet te verspreiden. Het afvalwater zo mogelijk indammen en afvoeren naar een naburige riolering of rioolwaterzuiveringsinstallatie. Daarnaast een representatief monster nemen van het vrijgekomen afvalwater en het ter analysering aanbieden aan AQUON (analysepakket: macro-parameters + NEN-pakket grondwater). In de rapportage van het voorval een risicobeoordeling bodemverontreiniging opstellen op basis van de analyseresultaten en de ingeschatte hoeveelheid vrijgekomen afvalwater. - Visuele verontreinigingen van de grond, door vaste delen uit het afvalwater, worden direct verwijderd. Aandachtspunten - Naar gelang de aard van het incident wordt ingeschat of zo nodig coördinatie van de bestrijding moet plaatsvinden onder aansturing van één of meerdere calamiteitenteams (op basis van communicatiebehoefte, juridische risico’s, grootte van het getroffen gebied en dergelijke) zie ook het Calamiteitenplan, waarin de coördinatiebehoefte nader is uitgewerkt; - Daarnaast worden er naar aanleiding van relevante wijzigingen in het tracé of materiaalgebruik, revisietekeningen door Ontwikkelen afvalwaterketen, opgesteld; - Slechts in het uiterste geval is het verplaatsen van het verontreinigd water (afhankelijk van de weersomstandigheden een in meer of mindere mate verdund influent) in de watergang, een aanvaardbare oplossing. Het verplaatsen of doorspoelen van de verontreiniging mag alléén, als alle andere mogelijke maatregelen praktisch niet mogelijk zijn! De beslissing hiertoe dient te worden genomen door de betrokken WAT-voorzitter. Deze stemt hierover af met de piketmanager / operationeel leider; - Verwijder eventuele asbesthoudende materialen conform bestaande richtlijnen; - Leg contact met de Nutsbedrijven met betrekking tot de ligging van kabels en leidingen.
6.4
Verstoring zuiveringsproces Let op: Genoemde acties zijn aanvullend op de acties zoals genoemd in het Calamiteitenplan.
Verstoring zuiveringsproces
Een rioolwaterzuiveringsinstallatie kan door een defect of een calamiteuze lozing (stoffen die de werking van de zuivering negatief beïnvloeden), geheel of gedeeltelijk uit bedrijf zijn, waardoor deze geen of in mindere mate afvalwater kan innemen uit de aanvoerende rioolstreng(en) en of persleiding(en). Veelal wordt het functioneren van de afvalwaterzuivering verstoord door een elektrotechnische- of mechanische storing van essentiële procesonderdelen. Vanwege de afnameverplichting enerzijds en de vereiste effluentkwaliteit anderzijds, dient het defect van met name de essentiële procesonderdelen in korte tijd te zijn hersteld. Bij een lange hersteltijd kunnen er calamiteiten ontstaan. Verstoring Er is sprake van verstoring van het zuiveringsproces indien: Calamiteitenbestrijdingsplan Verstoring Afvalwaterzuiveringsproces, versie 4.0.0.
12
‘Handboek Calamiteitenzorgsysteem’ Waterschap De Dommel
-
de procesomstandigheden sterk afwijken van de normale omstandigheden; de influentstroom langer opgehouden dient te worden dan normaal mogelijk is; de influentsamenstelling een sterke afwijking t.o.v. normale omstandigheden vertoont; de kwaliteit van het effluent (onaanvaardbaar) nadelig beïnvloedt wordt / kan worden.
Externe oorzaken zoals: een afwijkende samenstelling van het binnenkomend afvalwater door: o lozing als gevolg van bijvoorbeeld een grote brand of een ongeluk met een tankwagen, waarbij giftige stoffen in het rioolstelsel terecht kunnen komen; o lozingen van industriële oorsprong; o doelbewuste illegale lozingen van substanties in het riool (bv. XTC-lab). weersinvloeden met als gevolg een hydraulische belasting hoger dan waarvoor de installatie is ontworpen. Interne oorzaken zoals: elektrotechnische en/of mechanische storingen waardoor essentiële procesonderdelen langer dan normaal buiten bedrijf zijn (bij de meeste storingen kan het afvalwater gedurende een lange periode nog grotendeels of gedeeltelijk gezuiverd worden); besturingstechnische problemen, waardoor essentiële procesonderdelen niet meer op de juiste manier worden aangestuurd; procestechnologische omstandigheden waardoor de mogelijke wisselingen in de samenstelling van het afvalwater dan wel in de hydraulische belasting, een groter effect kunnen hebben op de werking van de installatie dan normaal (bv. langdurige regenval, MKZ-crisis). Signalering verstoring De zuiveringsinstallaties zijn verdeeld in twee regio’s. Elke regio heeft één centrale locatie die binnen kantoortijden altijd bemensd is. Een storing op de installaties wordt direct of indirect via het SCADA-systeem (Supervising Controlling and Data Acquisition), 24 uur per dag 7 dagen per week waargenomen. Buiten de normale werktijden wordt bij een urgente storing de dienstdoende procesoperator 24-uurs gealarmeerd via het SMS-Alertsysteem. De storing zal zich in principe beperken tot onderdelen van de installatie. De kans dat de rioolwaterzuiveringsinstallatie bij normale omstandigheden geheel uit bedrijf geraakt, is zeer gering. Vanwege de kans op een langdurige verstoring van de biologische omzettingsprocessen door een afwijkende influentsamenstelling, is het noodzakelijk het verloop van het zuiveringsproces regelmatig te beoordelen via het procesbesturingssysteem (SCADA): aan de hand van het verloop van de waarden van diverse procesparameters (onlinemeetapparatuur); door middel van visuele waarneming op de rwzi; aan de hand van de analyseresultaten van het laboratorium. Afwijkend influent op een rioolzuiveringsinstallatie kan worden geconstateerd aan de hand van afwijkingen in de diverse online meetwaarden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen acute grote lozingen en langdurige kleine lozingen. Grote lozingen: omdat het grote hoeveelheden betreft wordt dit veelal snel geconstateerd aan de hand van afwijkingen in de diverse online meetwaarden, de geur, de kleur en/of reuk. Tijdens de rondes over de rwzi en/of bij het ledigen van de 24 uurs monstervaatjes, kunnen veel zaken ontdekt worden. Met name de 24 uurs monstervaatjes kunnen een goede indicatie geven van een eventuele lozing die in de afgelopen uren is binnen gekomen. Kleine lozing: omdat het kleine hoeveelheden betreft wordt dit veelal minder snel geconstateerd. Visueel is er dan ook vaak weinig opvallends waar te nemen. In deze gevallen is het belangrijk alert te zijn op de afwijkingen in de combinaties van parameters. Hierbij geldt dat de combinatie van afwijkingen in de pH-graad en afwijkingen in de zuurstofopname, signalen kunnen zijn m.b.t. een afwijking in de samenstelling van het influent. Calamiteitenbestrijdingsplan Verstoring Afvalwaterzuiveringsproces, versie 4.0.0.
13
‘Handboek Calamiteitenzorgsysteem’ Waterschap De Dommel
Onbedoelde industriële lozingen worden vaak gemeld bij het proces Toezicht en handhaving en worden vervolgens doorgemeld aan de rwzi. Deze lozingen dienen tevens te worden gemeld aan de toezichthouders VOH in verband met eventuele heffingen van de geloosde stoffen. Lokaliseren verstoring Het SCADA-systeem geeft aan in welk procesonderdeel de technische storing zich voordoet. De (interne) storing is daardoor snel te lokaliseren. Vanwege de kans op een verstoring van de biologische omzettingsprocessen door toxische stoffen, die niet worden gesignaleerd door het procesbesturingssysteem, blijft het van belang het verloop van het zuiveringsproces regelmatig te beoordelen. Via het procesbesturingssysteem aan de hand van het verloop van de waarden van diverse procesparameters of visueel op de rwzi. Hiermee kan worden vastgesteld of er sprake is van een externe verstoring door afwijkend influent. Coördinatiefase Coördinatieteam(s)
: minimaal 1 : minimaal WAT
Coördinator acties Procesoperator 24 uurs
Informeren van Uit te voeren acties Indien de storing mogelijk een negatieve invloed op de effluentkwaliteit kan hebben, dient altijd een monster genomen te worden van het effluent. Indien maatregelen noodzakelijk zijn om het influent op te houden dan beslist de procesoperator-A. Procesoperator A In het geval dat de influentstroom opgehouden moet worden, dan wordt direct (na afstemming met de piketmanager) opgeschaald naar coördinatiefase 1. Stemt de wederzijdse belangen en gevolgen van de verstoring af en onderneemt zo nodig acties of verzoekt de gemeente zo nodig acties in het gemeentelijk rioleringsysteem te nemen. Stuurt zo nodig werkzaamheden in het veld aan (onder leiding van de CPI). In geval gebruik gemaakt moet worden van bergingsvolume in het gemeentelijk rioolstelsel, dan in overleg treden met de gemeentelijke rioleringsdienst (na afstemming met Adviseur stedelijk water en Adviseur waterketen). Zo nodig in overleg met de ‘waakvlamaannemer’ afvalwater of slib per as laten afvoeren. Adviseur waterketen Adviseren over mogelijk maatregelenpakket ter minimalisering van de (riolering en/of mogelijke negatieve effecten op de effluentkwaliteit c.q. de zuiveringstechwaterkwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater. noloog) De zuiveringstechnoloog treedt als intermediair op voor het te hanteren analyseprogramma in overleg met de handhaver en als intermediair voor het transport van de monsters in overleg met AQUON en de betrokken procesoperator A. Afhankelijk van het type lozing kunnen in overleg met de begeleidend technoloog mogelijke tijdelijke acties met betrekking tot de biologische procesvoering worden doorgesproken. Bronbestrijdingmaatregelen Direct verhelpen van de verstoring. Het benutten van de beschikbare berging in het gemeentelijke stelsel of in stroomopwaarts gelegen gemeentelijk stelsel. Het stopzetten van rioolgemalen, benutten van de berging in andere bemalingsgebieden waarop kan worden afgevoerd, bypassen via andere leidingen of afvoer per as. Het treffen van veiligheidsmaatregelen naar de directe omgeving, medewerkers en milieu, netwerkpartners en belanghebbenden. Effectbestrijdingsmaatregelen Bij een storing in het transport van afvalwater zullen de te nemen acties zich niet beperken tot de storing zelf, stagnatie c.q. leidingbreuk (bron), maar zullen in het verlengde daarvan ook acties worden ondernomen om (dreigende) overstort te voorkomen c.q. te beperken (effect): Calamiteitenbestrijdingsplan Verstoring Afvalwaterzuiveringsproces, versie 4.0.0. 14
‘Handboek Calamiteitenzorgsysteem’ Waterschap De Dommel
-
-
Indien hierdoor vast komt te staan dat een bedrijf de veroorzaker is van een lozing, dan kan de lozing stopgezet worden en het maakt de inschatting van effecten op de biologie en het uitvoeren van extra analyses gemakkelijker. In vele situaties blijft het onduidelijk waar de verontreinigingen vandaan komen. Dit blijft dan een zaak van ‘try en error’ bij de extra analyses en het zoeken van overeenkomsten met eerdere lozingen. Indien de storing langer gaat duren dan de installatie in een normale situatie uit bedrijf kan, dan zullen zich dezelfde problemen voordoen zoals beschreven bij verstoring door een persleidingbreuk. Dit plan treedt dan ook direct in werking bij dreigende overstorten. Met andere woorden: het afvalwater zal vanuit het aanvoersysteem overstorten op het oppervlaktewater als de berging in het stelsel is opgesoupeerd.
Aandachtspunten Bij indirecte lozingen is de gemeente of provincie bevoegde gezag. In overleg daarmee een onderzoek instellen naar de herkomst van de lozing. Het Wm-bevoegde gezag is bevoegd om bestuursrechtelijk op te treden in geval van een overtreding bij indirecte lozing. Indien een keuze gemaakt moeten worden welke gemeentelijke rioolgemalen moeten worden stilgezet, is veelal regionale afstemming binnen de veiligheidsregio van belang. In dat geval via de piketmanager contact laten leggen met de veiligheidsregio en laten nagaan of opschaling naar GRIP 2 niveau nodig is ROT, waarin deze belangenafweging gemaakt kan worden (welke gemeente heeft de voorkeur boven een andere). In geval van bluswater is vaak afstroming naar oppervlaktewater en/of (gemeentelijk) rioleringsstelsel van toepassing. Vaak wordt het waterschap door de brandweer gevraagd of het bluswater op de riolering mag. Nadrukkelijk dient de brandweer, zo nodig via de meldkamer, benadrukt te worden dat de gemeentelijke riolering een gemeentelijke taak is. In een GRIPopschaling betekent dit dat binnen het proces Bevolkingszorg, deelproces Omgevingszorg, subprocessen Ruimte- en Milieubeheer aandacht voor die riolering moet zijn (onder leiding van de Officier van Dienst Bevolkingszorg (OvD-Bz) en afstemming met het waterschap voor de gevolgen/risico’s voor het zuiveringsproces. In een niet-GRIP situatie betekent dit dat rechtstreekse afstemming met de gemeente(lijke rioolbeheerder) moet plaatsvinden. Voorkomen moet worden dat het waterschap op de stoel van de gemeente plaatsneemt). Naar gelang de aard van het incident wordt ingeschat of zo nodig coördinatie van de bestrijding moet plaatsvinden onder aansturing van één of meerdere calamiteitenteams (op basis van communicatiebehoefte, juridische risico’s, grootte van het getroffen gebied en dergelijke) zie ook het Calamiteitenplan, waarin de coördinatiebehoefte nader is uitgewerkt. In het ‘Handboek Bedrijfsvoering’ van de betreffende rwzi staat nader beschreven hoe opgetreden moet worden bij uitval van essentiële procesonderdelen, bijvoorbeeld een voorbezinktank. Bij een verslechtering van de effluentkwaliteit treedt het Calamiteitenbestrijdingsplan Verontreiniging Oppervlaktewateren in werking. Indien de calamiteit in het zuiveringsproces veroorzaakt wordt door een calamiteit bij een grote industriële lozer, dient zo snel mogelijk het proces Belastingheffing en invordering (de adviseur bedrijven en bij afwezigheid de toezichthouder) te worden betrokken. Indien bluswater afkomstig is van een BRZO-bedrijf, loopt de rwzi mogelijk extra risico als gevolg van gevaarlijke stoffen die op een dergelijk bedrijf mogelijk aanwezig is. Voor dergelijke bedrijven zijn door de veiligheidsregio/gemeente rampbestrijdingsplannen opgesteld. Zo snel mogelijk moet bij de betrokken hulpdiensten worden opgevraagd wat de stoffen zijn die door de brand mogelijk vrijkomen en afstromen naar oppervlaktewater of riolering.
Calamiteitenbestrijdingsplan Verstoring Afvalwaterzuiveringsproces, versie 4.0.0.
15
‘Handboek Calamiteitenzorgsysteem’ Waterschap De Dommel
6.5
Verstoring door uitval of afschakeling rioolgemaal of pompcapaciteit Let op: Genoemde acties zijn aanvullend op de acties zoals genoemd in het Calamiteitenplan. Verwezen wordt ook naar de beschrijving van de risico van een persleiding- of vrijvervalleidingbreuk.
Verstoring door uitval of afschakeling rioolgemaal of pompcapaciteit (of deel van de pompcapaciteit) met risico op overstort. Het betreffende rioolgemaal verpompt het afvalwater vanuit het aangesloten rioleringsgebied via de persleiding naar de rioolwaterzuiveringinstallatie. Veelal is de storing of het defect van elektrotechnische- of mechanische aard. Vanwege de aanwezige reservecapaciteit in het pompsysteem, leidt uitval van één van de pompen veelal niet of slechts tot een beperkte vermindering van de afvoercapaciteit. Indien de aanvoer van afvalwater naar het rioolgemaal niet groot is, zal zich in het algemeen geen groot probleem voordoen. Er is voldoende tijd voor herstel van het defect. Vanwege de afnameverplichting is het gewenst over de volledige pompcapaciteit van het rioolgemaal te beschikken. Hierdoor is de noodzaak aanwezig zo spoedig mogelijk repressieve maatregelen te nemen binnen de betreffende waterketenregio. Signalering Storingssignaal van uitval pomp(en) van het betreffende rioolgemaal; Storing in de energievoorziening van het rioolgemaal; Algehele gecontroleerde afschakeling van een rioolgemaal, als gevolg van een storing in de energievoorziening op de achterliggende rwzi. Oorzaken Ervaring bij Waterschap De Dommel heeft geleerd dat uitval van de (gehele of gedeeltelijke) pompcapaciteit ontstaat door: Elektrotechnisch: uitvallen van de voeding naar de pomp(en) door een storing in de elektrotechnische installatie; storing in de energievoorziening. Mechanisch: uitvallen pomp(en) of andere onderdelen van het gemaal. Besturingstechnisch: storing in de (softwarematige) aansturing van het gemaal (PLC, meet- en regelapparatuur). Proces: de kans op verstopping van (één van) de pomp(en) door aanvoer todden, hout, plastic e.d.; het rioolgemaal is gecontroleerd afgeschakeld als gevolg van het feit dat er problemen zijn met de energievoorziening bij de achterliggende rwzi en/of rioolgemaal. Coördinatiefase Coördinatieteam(s) Coördinator acties Procesoperator A
: minimaal 1 : minimaal WAT Uit te voeren acties Stemt de wederzijdse belangen en gevolgen van de verstoring af en onderneemt zo nodig acties of verzoekt de gemeente zo nodig acties in het gemeentelijk rioleringssysteem te nemen. In geval gebruik gemaakt moet worden van bergingsvolume in het gemeentelijk rioolstelsel, dan in overleg treden met de gemeentelijke rioleringsdienst (na afstemming met Adviseur stedelijk water en Adviseur waterketen).
Calamiteitenbestrijdingsplan Verstoring Afvalwaterzuiveringsproces, versie 4.0.0.
16
‘Handboek Calamiteitenzorgsysteem’ Waterschap De Dommel
-
Stuurt zo nodig werkzaamheden in het veld aan (onder leiding van de CPI). Schakelt zo nodig de waakvlamaannemer in. Bronbestrijdingmaatregelen Direct verhelpen van de verstoring. Het benutten van de beschikbare berging in het gemeentelijke stelsel of in stroomopwaarts gelegen gemeentelijk stelsel. - Het stopzetten van rioolgemalen of pompcapaciteit, benutten van de berging in andere bemalingsgebieden waarop kan worden afgevoerd, bypassen via andere leidingen of afvoer per as. Effectbestrijdingsmaatregelen Bij een storing in het transport van afvalwater zullen de te nemen acties zich niet beperken tot de storing zelf, stagnatie c.q. leidingbreuk (bron), maar zullen in het verlengde daarvan ook acties worden ondernomen om (dreigende) overstort te voorkomen c.q. te beperken (effect): - Indien de storing langer gaat duren dan de installatie in een normale situatie uit bedrijf kan, dan zullen zich dezelfde problemen zich voordoen zoals beschreven bij verstoring door een persleidingbreuk. Dit plan treedt dan ook direct in werking bij dreigende overstorten. Met andere woorden het afvalwater zal vanuit het aanvoersysteem overstorten op het oppervlaktewater als de berging in het stelsel is opgesoupeerd.
Aandachtspunten -
-
-
6.6
Naar gelang de aard van het incident wordt ingeschat of zo nodig coördinatie van de bestrijding moet plaatsvinden onder aansturing van één of meerdere calamiteitenteams (op basis van communicatiebehoefte, juridische risico’s, grootte van het getroffen gebied en dergelijke) zie ook het Calamiteitenplan, waarin de coördinatiebehoefte nader is uitgewerkt; In het ‘Handboek Bedrijfsvoering’ van de betreffende rwzi staat nader beschreven hoe opgetreden moet worden bij uitval van essentiële procesonderdelen; Bij een verslechtering van de effluentkwaliteit treedt het Calamiteitenbestrijdingsplan Verontreiniging Oppervlaktewateren in werking; Indien een keuze gemaakt moeten worden welke gemeentelijke rioolgemalen moeten worden stilgezet, is veelal regionale afstemming binnen de veiligheidsregio van belang. In dat geval via de piketmanager contact laten leggen met de veiligheidsregio en laten nagaan of opschaling naar GRIP 2 niveau nodig is ROT, waarin deze belangenafweging gemaakt kan worden (welke gemeente heeft de voorkeur boven een andere).
(Dreigende) sliboverstort Let op: Genoemde acties zijn aanvullend op de acties zoals genoemd in het Calamiteitenplan. Verwezen wordt ook naar de beschrijving van de risico van een persleiding- of vrijvervalleidingbreuk.
(Dreigende) sliboverstort Signalering Verhoogde slibspiegel in de nabezinktank(s); Verhoogd drogestofgehalte in het effluent. Een (dreigende) sliboverstort kan op verschillende manieren worden gesignaleerd: door middel van meetapparatuur (slibspiegelmeter in nabezinktank en/of drogestofmeter in effluentgoot) en natuurlijk ook visueel; bij aanwezigheid van online-meetapparatuur wordt bij (dreigende) sliboverstort een melding gedaan naar de semafoon. Bij het constateren van een (dreigende) sliboverstort worden eerst de heersende procesomstandigheden Calamiteitenbestrijdingsplan Verstoring Afvalwaterzuiveringsproces, versie 4.0.0.
17
‘Handboek Calamiteitenzorgsysteem’ Waterschap De Dommel
bekeken (influentdebiet, retourslibdebiet, actiefslibgehalte, SVI, functioneren online drogestof/slibspiegelmeters). Mogelijk wordt hieruit de oorzaak en wellicht ook de oplossing van het probleem snel duidelijk. Oorzaken De situatie van een (dreigende) sliboverstort kan ontstaan door: ontoereikend retourslibonttrekking; te hoge hydraulische belasting in combinatie met het actiefslibgehalte en SVI (slibvolume-index); verslechtering van de SVI (mogelijke oorzaken: toxische lozingen, procesinterne oorzaken). Coördinatiefase Coördinatieteam(s)
: situatieafhankelijk : situatieafhankelijk
Coördinator acties Procesoperator A
Uit te voeren acties In geval gebruik gemaakt moet worden van bergingsvolume in het gemeentelijk rioolstelsel, dan in overleg treden met de gemeentelijke rioleringsdienst (na afstemming met Adviseur stedelijk water en Adviseur waterketen). Stuurt zo nodig werkzaamheden in het veld aan (onder leiding van de CPI). Schakelt zo nodig de waakvlamaannemer in. Handhaver In geval van een externe oorzaak het instellen van onderzoek. In samenwerking met de gemeentelijke rioolbeheerder. In overleg met de gemeente de milieuoverlast bepalen. Leggen contact met bedrijven om na te gaan of er ergens in een proces iets mis is gegaan. Het Wm-bevoegde gezag is bevoegd om bestuursrechtelijk op te treden bij een overtreding bij een indirecte lozing. Bronbestrijdingmaatregelen Direct verhelpen van de verstoring. Het verminderen van de hydraulische aanvoer naar de rwzi. - Het benutten van de beschikbare berging in het gemeentelijke stelsel of in stroomopwaarts gelegen gemeentelijk stelsel. Effectbestrijdingsmaatregelen Bij een storing in het transport van afvalwater zullen de te nemen acties zich niet beperken tot de storing zelf, stagnatie c.q. leidingbreuk (bron), maar zullen in het verlengde daarvan ook acties worden ondernomen om (dreigende) overstort te voorkomen c.q. te beperken (effect) Indien de storing langer gaat duren dan de installatie in een normale situatie uit bedrijf kan, dan zullen zich dezelfde problemen voordoen zoals beschreven bij verstoring door een persleidingbreuk. Dit plan treedt dan ook direct in werking bij dreigende overstorten. Met andere woorden het afvalwater zal vanuit het aanvoersysteem overstorten op het oppervlaktewater als de berging in het stelsel is opgesoupeerd. In overleg met specialisten van waterketen en –systeem nagaan bij welke streng(en) de aanvoer in welke mate kan worden geknepen. Hierbij zijn buffermogelijkheden en waterkwaliteitsdoelstellingen factoren die meegenomen moeten worden in de afweging. Aandachtspunten Naar gelang de aard van het incident wordt ingeschat of zo nodig coördinatie van de bestrijding moet plaatsvinden onder aansturing van één of meerdere calamiteitenteams (op basis van communicatiebehoefte, juridische risico’s, grootte van het getroffen gebied en dergelijke) zie ook het Calamiteitenplan, waarin de coördinatiebehoefte nader is uitgewerkt. In het ‘Handboek Bedrijfsvoering’ van de betreffende rwzi staat nader beschreven hoe opgetreden moet worden bij uitval van essentiële procesonderdelen. Bij een verslechtering van de effluentkwaliteit treedt het Calamiteitenbestrijdingsplan Verontreiniging Oppervlaktewateren in werking. - Indien keuze gemaakt moeten worden welke gemeentelijke rioolgemalen moeten worden stilgezet, is veelal regionale afstemming binnen de veiligheidsregio van belang. In dat geval via de piketmanager contact laten leggen met de veiligheidsregio en laten nagaan of opschaling naar GRIP 2 niveau nodig is ROT, waarin deze belangenafweging gemaakt kan worden (welke gemeente heeft de voorkeur boven een andere). Calamiteitenbestrijdingsplan Verstoring Afvalwaterzuiveringsproces, versie 4.0.0.
18
‘Handboek Calamiteitenzorgsysteem’ Waterschap De Dommel
6.7
Gasalarm slibgisting RWZI Tilburg en Boxtel Let op: Genoemde acties zijn aanvullend op de acties zoals genoemd in het Calamiteitenplan.
Verstoring door methaangasalarm met risico op emissie naar omgeving en uitval slibgisting of onderdelen hiervan. RWZI Tilburg (Energiefabriek) en RWZI Boxtel beschikken over een slibgistingsinstallatie waar methaangas wordt opgewekt, opgeslagen en verwerkt. Op kritische punten en in bepaalde ruimten wordt het systeem door middel van een vast opgestelde gasdetectie bewaakt. Indien een gaslek optreedt wordt dit in eerste instantie als een vooralarm gasdetectie op het SCADA systeem gemeld aan operators. Loopt het methaangehalte op, dan wordt er een alarm gegenereerd via een sms-bericht naar de dienstdoende operator. Voor Tilburg en Boxtel is een EVD (explosieveiligheidsdocument) volgens de ATEX 137 richtlijn opgesteld. Hierin is de gevarenzone indeling weergegeven. Tevens is een schematisch overzicht weergegeven met: Aanwezige gevarenbronnen. De klasse van de gevarenbron (continu, primair of secundair). Het maximale lekdebiet van de gevarenbron. De ventilatieomstandigheden ter plaatse van de gevarenbron. Signalering: Alarmering via gasdetectiesysteem naar dienstdoende operator RWZI Door middel van organoleptische waarneming. Oorzaken: Een gasalarm kan verschillende oorzaken hebben: Uitval ventilatie. Defecte leiding. Bedieningsfout. Alarm tijdens onderhoudswerkzaamheden. Niet goed functionerende veiligheid. Gevolgen: Na optreden van een gasalarm wordt afhankelijk van waar deze optreedt een deel of de gehele installatie uitgeschakeld. De gasproductie gaat door, deze kan niet snel worden stilgelegd. Het gevolg is dat de gashouder versneld vol raakt en dat de veiligheden aan spreken. Hierdoor kan weer emissie naar de omgeving optreden. De dienstdoende operator ontvangt als eerste het alarm en dient een eerste inschatting te maken van de situatie. Het SCADA systeem geeft aan in welk procesonderdeel het gasalarm is opgetreden. Coördinatiefase Coördinatieteam(s) Coördinator acties Procesoperator
(PO) 24 uurs
Procesoperator A
24 uurs
: 1 (bij langdurige uitval installatie) : WCPI / WAT Uit te voeren acties Informeren van: o procesoperator A o hulpdiensten (via 112): het wel of niet direct inschakelen van hulpdiensten gebeurt op basis van eerste inschatting PO. Beoordeling van de ernst van de storing en de te nemen procesmatige en/of technische maatregelen. Eventuele inschakeling van een elektrotechnische – en/of een mechanische monteur. Registratie incident in Waterpro en Decos. Indien maatregelen noodzakelijk zijn in waterlijn waardoor effect naar buiten optreedt of inname influent stil valt, dan beslist de POA. Informeren van: o Piketmedewerker, Regio- en/of gebiedbeheerder watersysteem van het getroffen gebied, Reliability engineer, ATEX verantwoordelijke, Adviseur milieutechnologie; o Gemeentelijke rioleringsdienst. In het geval dat de installatie langdurig uitvalt dan wordt direct (na afstemming met piketmanager) opgeschaald naar coördinatiefase 1 Stemt de wederzijdse belangen en gevolgen van de storing af en
Calamiteitenbestrijdingsplan Verstoring Afvalwaterzuiveringsproces, versie 4.0.0.
19
‘Handboek Calamiteitenzorgsysteem’ Waterschap De Dommel
onderneemt zo nodig acties of verzoekt de gemeente zo nodig acties in het gemeentelijk rioleringsstelsel te nemen. Stuurt zo nodig werkzaamheden in het veld aan. Bronbestrijdingsmaatregelen Direct verhelpen van de storing mits dit veilig kan gebeuren. Het treffen van veiligheidsmaatregelen naar de directe omgeving, medewerkers en milieu, netwerkpartners en belanghebbenden. Ingrijpen in het proces: o Voeding slibgisting stoppen o Eventueel aanvoer slib van Mierlo stopzetten en dit direct af laten voeren naar SNB (alleen van toepassing op Tilburg). Eventueel aanvoer slib van overige locaties stopzetten (alleen van toepassing op Tilburg) Effectbestrijdingsmaatregelen Indien de storing effect heeft op de inname van influent of de waterkwaliteit van het effluent, dan zullen zich de zelfde problemen voordoen zoals beschreven bij het scenario ‘verstoring zuiveringsproces’. Dit plan treedt dan ook direct in werking. Aandachtspunten Melden van het incident aan het bevoegd gezag (provincie of gemeente). Indien de storing een emissie van gas naar de omgeving veroorzaakt, dan dient dit gemeld te worden bij de handhaver omgevingsvergunning door de adviseur milieutechnologie. Naar gelang de aard van het incident wordt ingeschat of zo nodig coördinatie van de bestrijding moet plaatsvinden onder aansturing van één of meerdere calamiteitenteams (op basis van communicatiebehoefte, juridische risico’s, grootte van het getroffen gebied en dergelijke) zie ook het Calamiteitenplan, waarin de coördinatiebehoefte nader is uitgewerkt. In het ‘Handboek Bedrijfsvoering’ van de betreffende rwzi staat nader beschreven hoe opgetreden moet worden bij uitval van essentiële procesonderdelen. Bij invloed op de waterlijn en bij een verslechtering van de effluentkwaliteit treedt het Calamiteitenbestrijdingsplan Verontreiniging Oppervlaktewateren in werking. - Indien keuze gemaakt moeten worden welke gemeentelijke rioolgemalen moeten worden stilgezet, is veelal regionale afstemming binnen de veiligheidsregio van belang. In dat geval via de piketmanager contact laten leggen met de veiligheidsregio en laten nagaan of opschaling naar GRIP 2 niveau nodig is ROT, waarin deze belangenafweging gemaakt kan worden (welke gemeente heeft de voorkeur boven een andere).
Calamiteitenbestrijdingsplan Verstoring Afvalwaterzuiveringsproces, versie 4.0.0.
20
‘Handboek Calamiteitenzorgsysteem’ Waterschap De Dommel
7
Afstemming watersysteem In geval van verstoring in het afvalwaterzuiveringsproces hebben afvalwaterketen en watersysteem mogelijk afhankelijkheden van elkaar. Gedacht kan worden aan: overstorten van ongezuiverd afvalwater op het oppervlaktewater; afstroom van vrijkomend afvalwater bij een persleidingbreuk naar een nabij gelegen oppervlaktewater; een lozing van verminderd / onvolledig gezuiverd afvalwater door een rwzi. Bij iedere situatie waarbij verstoring van het afvalwaterzuiveringsproces mogelijk van invloed is op de kwaliteit van oppervlaktewater en vice versa, dient afstemming tussen de betreffende procesoperator A en de meest betrokken opzichter plaats te vinden. Daarbij worden afspraken gemaakt om elkaar blijvend op de hoogte te houden van de ontwikkelingen en zo nodig passende maatregelen te nemen. Zo nodig wordt de opzichter uitgenodigd deel te nemen in een WAT, om op die manier geïnformeerd te blijven. Buiten kantoortijden vindt de afstemming in begin plaats tussen de dienstdoende Procesoperator 24-uurs en de dienstdoende piketmedewerker.
Calamiteitenbestrijdingsplan Verstoring Afvalwaterzuiveringsproces, versie 4.0.0.
21
‘Handboek Calamiteitenzorgsysteem’ Waterschap De Dommel – deel 3
Bijlage A: Afkortingenlijst AB ATEX BRZO CBP CP CT CZ CZS CoPi DB EVD (G)AGS GBT GHOR GIV GRIP IOOV LOCC MKZ Mw NCC OM OvD-Bz PHO ABBZ RBT RIVM ROT RWBT RWOT RWZI SCADA SVI WAT WBT WCPI WOT WM
Algemeen bestuur Atmosferisch Explosiegevaar Besluit risico’s zware ongevallen Calamiteiten Bestrijdings Plannen Calamiteitenplan Calamiteitenteam Calamiteitenzorg Calamiteitenzorgsysteem Commando Plaats Incident Dagelijks Bestuur Explosie Veiligheid Document (Geneeskundig) Adviseur Gevaarlijke Stoffen Gemeentelijk Beleids Team Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Geografische Informatievoorziening Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijding Procedure Inspectie Openbare Orde en Veiligheid Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum Mond- en klauwzeer ziekte Medewerker Nationaal Coördinatiecentrum Openbaar Ministerie Officier van Dienst Bevolkingszorg Portefeuillehouder Algemeen Beleid- en Bestuurlijke Zaken Regionaal Beleids Team Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu Regionaal Operationeel Team Regionaal Waterbeheer Beleids Team Regionaal Waterbeheer Operationeel Team Rioolwaterzuiveringsinstallatie Supervising Controlling and Data Acquisition Slibvolume-index Waterschap Actie Team Waterschap Beleids Team Waterschap Coördinatieteam Plaats Incident Waterschap Operationeel Team Wet Milieubeheer
Calamiteitenbestrijdingsplan Verstoring afvalwaterzuiveringsproces, versie 3.0.0
22
‘Handboek Calamiteitenzorgsysteem’ Waterschap De Dommel – deel 3
Bijlage B: Verzendlijst INTERN: Voor waterschapsmedewerkers en de leden van het dagelijks bestuur is het calamiteitenplan digitaal ontsloten via Decos, Intranet, IBABS en calamiteitenlaptops. In de calamiteitenkasten zijn analoge versies opgenomen.
EXTERN: Voor alle externe relaties, burgers en bedrijven is het calamiteitenplan digitaal ontsloten via www.dommel.nl. De partijen in onderstaande tabel worden hierover geïnformeerd. Algemeen bestuur van Waterschap De Dommel Brabant Water Defensie, Regionaal Militair Commando Zuid Departementaal Coördinatie centrum Gemeenschappelijke Meldkamer Veiligheidsregio Brabant-Noord Gemeenschappelijke Meldkamer Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost Gemeenschappelijke Meldkamer Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant Veiligheidsregio Brabant-Noord Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant
Landelijk Operationeel Coördinatie centrum Nationaal Crisis Centrum Provincie Noord-Brabant, CdK Provincie Noord-Brabant, GS Rijkswaterstaat Zuid-Nederland
Gemeente ’s-Hertogenbosch Gemeente Alphen-Chaam Gemeente Baarle-Nassau Gemeente Bergeijk Gemeente Best Gemeente Bladel Gemeente Boxtel Gemeente Cranendonk Gemeente Eersel Gemeente Eindhoven Gemeente Geldrop-Mierlo Gemeente Goirle Gemeente Haaren Gemeente Heeze-Leende Gemeente Helmond Gemeente Heusden Gemeente Hilvarenbeek
Gemeente Laarbeek Gemeente Loon op Zand Gemeente Nuenen Gemeente Oirschot Gemeente Oisterwijk Gemeente Reusel de Mierden Gemeente Schijndel Gemeente Sint-Michielsgestel Gemeente Sint-Oedenrode Gemeente Someren Gemeente Son en Breugel Gemeente Tilburg Gemeente Valkenswaard Gemeente Veghel Gemeente Veldhoven Gemeente Vught Gemeente Waalre
Unie van Waterschappen Waterschap Aa en Maas Waterschap Brabantse Delta Waterschap Peel en Maasvallei Waterschapsbedrijf Limburg
Calamiteitenbestrijdingsplan Verstoring afvalwaterzuiveringsproces, versie 3.0.0
23
‘Handboek Calamiteitenzorgsysteem’ Waterschap De Dommel – deel 3
Bijlage C Handreiking bij lozing verschillende stoffen Zie ook het proceshandboek voor Beheren waterketen.
Calamiteitenbestrijdingsplan Verstoring afvalwaterzuiveringsproces, versie 3.0.0
24
‘Handboek Calamiteitenzorgsysteem’ Waterschap De Dommel – deel 3
Calamiteitenbestrijdingsplan Verstoring afvalwaterzuiveringsproces, versie 3.0.0
25
‘Handboek Calamiteitenzorgsysteem’ Waterschap De Dommel – deel 3
Bijlage D: Overzicht rioolgemalen en persleidingen Decos: Z7643/I5769
Calamiteitenbestrijdingsplan Verstoring afvalwaterzuiveringsproces, versie 3.0.0
26
‘Handboek Calamiteitenzorgsysteem’ Waterschap De Dommel – deel 3
Calamiteitenbestrijdingsplan Verstoring afvalwaterzuiveringsproces, versie 3.0.0
27
‘Handboek Calamiteitenzorgsysteem’ Waterschap De Dommel – deel 3
Calamiteitenbestrijdingsplan Verstoring afvalwaterzuiveringsproces, versie 3.0.0
28
‘Handboek Calamiteitenzorgsysteem’ Waterschap De Dommel – deel 3
Calamiteitenbestrijdingsplan Verstoring afvalwaterzuiveringsproces, versie 3.0.0
29
‘Handboek Calamiteitenzorgsysteem’ Waterschap De Dommel – deel 3
Calamiteitenbestrijdingsplan Verstoring afvalwaterzuiveringsproces, versie 3.0.0
30