C
H
R
I
S
T
E
L
I
J
K
E
O
N
D
E
R
W
I
J
S
G
R
O
E
P
D
R
E
N
T
H
E
COGberichten
Nieuwsbrief van de Christelijke Onderwijsgroep Drenthe
Colofon Uitgave: COG Drenthe, Assen Productie: Comm’Art, Assen
COGberichten is bedoeld voor ouders en medewerkers van COG Drenthe, en daarnaast voor de donateurs van de stichting COG Drenthe.
Jaargang 8 • nr. 2 • december 2011
2011: het was een roerig jaar De jaarwisseling komt met grote stappen heel snel dichterbij. Voor onze financiële mensen zit het kalenderjaar er bijna op, terwijl we voor het onderwijs bijna halverwege het schooljaar zijn. 2011 laat op allerlei fronten veel bijzondere momenten achter zich.
Inhoud
Bezuinigingen Het afgelopen jaar stond bol van de gesprekken en de realisatie van allerlei bezuinigingen. Ons land heeft te maken met een financiële crisis en de gevolgen daarvan zijn inmiddels ook heel erg voelbaar in het onderwijs. We hebben gewoon minder geld te besteden, terwijl
de lasten zwaarder worden. Het antwoord van de regering hierop is heel kort en duidelijk: de besturen moeten met de beschikbare middelen het onderwijs aan kinderen verzorgen. Concreet betekent dit dat er op diverse terreinen gesprekken plaatsvinden over bezuinigingen. Investeringen worden uitgesteld, groepen worden groter, kleine scholen worden gesloten en de eisen aan leerkrachten worden ondertussen hoger. Deze spagaat zorgt ervoor dat veel medewerkers in het onderwijs zwaar teleurgesteld zijn in onze regering. Als bestuurders van COG Drenthe hebben wij te maken met een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Er is minder geld beschikbaar voor onderwijs en we moeten ons, net als andere sectoren, aanpassen aan de omstandigheden. Daarnaast willen we onze verantwoordelijkheid nemen om de beschikbare middelen op een adequate en verantwoorde wijze in te zetten voor de hele bedrijfsvoering van COG Drenthe. Overigens verwachten wij dat we de komende schooljaren nog meer te maken krijgen met bezuinigingen op de onderwijs-
2 Ouders moeten meer doen, scholen moeten kiezen
7
De Scharmhof verdient aan energiebesparing
4 Goed bereid kost even tijd
8
CBS Drijber: de school van de uitersten
9
Onze identiteit: een doordeseming van waarden en normen
10
Brengt Open Ochtend ons nieuwe leerlingen?
12
Zes COG-scholen gaan voor excellent onderwijs
5 Mentorcursussen gestart 6 Ook op De VeenSter worden derdejaars Pabo-studenten begeleid 7 De Boei is voorbeeldschool voor Noord-Nederland
begroting; vooral de bekostiging van de kleine scholen komt sterk onder druk te staan. Minder leerlingen Een ander belangrijk thema, waar de schoolbesturen en dus ook COG Drenthe in 2011 mee te maken hadden, is de sterke daling van de instroom van nieuwe leerlingen op de scholen. Lees verder op pagina 3
Opnieuw alle COG-scholen
GOEDGEKEURD Net als 2010 kunnen we 2011 afsluiten met basisarrangement van de Inspectie van Onderwijs voor al onze scholen. Met andere woorden: we scoren overal een voldoende.
Christelijke Onderwijsgroep Drenthe Postbus 167, 9400 AD Assen T 0592 409 865 F 0592 346 913 E
[email protected]
1
Bezoek minister Van Bijsterveldt aan Het Kompas en Het Krijt
Ouders moeten meer doen, scholen moeten kiezen Op maandag 21 november kreeg COG Drenthe hoog bezoek uit Den Haag: minister Marja van Bijsterveldt nam een kijkje op twee scholen en liet zich informeren door het College van Bestuur, de schooldirecteuren, leerkrachten, ouders en kinderen. De mist en kou stonden symbool voor de situatie in onderwijsland: gedwongen door bezuinigingen zullen ouders meer moeten doen en moeten scholen selectiever zijn in wat ze wel en niet oppakken.
Bevlogen verhalen, aangrijpende indrukken Om half zeven al op pad naar Drenthe: de minister moest er wel wat voor over hebben. Maar daar kreeg ze dan ook wat voor: bevlogen verhalen en aangrijpende indrukken van twee COG-scholen. Dit moest wel uitlopen. Met een vol uur, zo konden we na vertrek van Het Krijt vaststellen. De rondleiding van directeur Dennis Assink op Het Kompas gaf de minister een leerzaam kijkje in de keuken. Ze was onder de indruk van de bibliotheek, die dankzij actieve ouders een bloeiend bestaan leidt: iedere week nemen kinderen van de onderbouw boeken mee naar huis om samen met hun ouders te lezen. Ook van de markt voor duurzame energie was ze onder de indruk: kinderen maakten kennis met de mogelijkheden om energie te besparen in het kader van “Klus je rijk!” van RTL 4. Het Kompas is een van de zes scholen in het land waar kinderen, en via hen hun ouders, spelenderwijs leren hoe ze zo zuinig mogelijk kunnen omgaan met energie. De ideeën worden concreet toegepast in één gezin per school, dat zijn huis energievriendelijk maakt onder toeziend oog van RTL 4. Hoe, dat is iedere zaterdag op TV te zien van 17 december tot in februari 2012.
2
Wanneer is goed goed genoeg? Na een voorleesles in groep 4 door de minister herself was er tijd om met leerkrachten en ouders te praten over de stand in het onderwijs. Assink betoogde
aan de hand van een filmpje dat de goede resultaten van de school niet zomaar uit de lucht zijn komen vallen, maar te danken zijn aan keihard werken. ‘Soms lijkt het wel op zwemmen tegen de stroom in: met budgetten die steeds krapper worden en eisen die steeds hoger worden lesgeven in klassen met relatief veel kinderen die een beetje extra aandacht en zorg nodig hebben.’ De minister was onder de indruk van het aangrijpende verhaal. ‘Ik vind dat de school een forse klus heel goed oppakt. Binnen de altijd beperkte mogelijkheden doet de school wat hij kan. De resultaten van opbrengstgericht werken zijn duidelijk zichtbaar.’ Maar volgens Assink zit de school aan de grens van zijn mogelijkheden: ‘We werken in klassen van dertig kinderen. Het is alle hens aan dek met rekenen, taal en lezen; voor dingen als creativi-
teit, toneel, techniek en muziek hebben we nauwelijks nog tijd. Ik vraag me af wanneer goed nu eens goed genoeg is. Doordat veel scholen hun prestaties verbeteren, gaat de norm omhoog en moeten we morgen nóg beter presteren. Zo worden we een leerfabriek, terwijl de kinderen toch ook behoefte hebben aan andere zaken dan rekenen, taal en lezen?’ Samen door de crisis De minister beaamde het belang van “soft skills”. ‘Kinderen moeten, zeker de eerste jaren, de ruimte hebben om zich te ontwikkelen. Het is een kwestie van balans, van goed organiseren en kiezen dus. En van ouders er nóg meer bij betrekken.’ De aanwezige ouders doen dit al. Zij constateerden een toenemende druk, helemaal nu de conciërges langzaam verdwijnen. Ger de Vos deed de minister een idee aan de hand: ‘Probeer de afstand tussen de ministeries van OCW en Sociale Zaken te verkleinen en spoor ze aan om samen creatieve oplossingen te bedenken. Het is toch te gek dat wij straks geen conciërges meer hebben terwijl er thuis mensen achter de geraniums zitten weg te kwijnen.’ De minister beloofde om de suggestie mee te nemen naar het Haagse, maar
gaf ook aan dat zij de realiteit niet kan veranderen. ‘We moeten achttien miljard euro bezuinigen en dat betekent: roeien met de riemen die we hebben. Slim organiseren dus en keuzes maken. Het onderwijs moet zich beperken tot de kern en zijn eigen grenzen duidelijk markeren. Er zit nog vet op de botten als ze kritisch naar de tijdsbesteding kijken: zo zouden ze de administratieve en de vergaderlast kunnen verminderen. En voor de vele taken, die op het bordje van de scholen liggen, zouden ook de ouders meer in beeld kunnen komen, zeker voor de vormende activiteiten. We zullen ons samen door de crisis heen moeten slaan.’ Ouderbetrokkenheid Niet helemaal onverwacht waren opbrengstgericht werken en ouderbetrokkenheid ook op Het Krijt onderwerpen die bovenin de hoofden van leerkrachten en ouders spelen. Ook op deze school klonk het signaal dat ouderbetrokkenheid een noodzaak is, maar dat ouders moeilijk in gang zijn te krijgen. En ook op deze school werd de zorg uitgesproken dat door de bezuinigingen en hoge eisen de werkdruk wel erg hoog wordt. Vooral het werken met individuele handelingsplannen vergt veel energie. Nu is COG Drenthe stichtingbreed bezig met de omschakeling van individuele naar groepshandelingsplannen. Het Krijt zit middenin dit proces; er daagt dus hoop. Maar dan is er nog het probleem dat de Inspectie in de regio nogal streng in de leer is. ‘We doen er alles aan om uniform te werken’, zo betoogde de minister, ’ik neem het signaal mee.’ Op de vraag of de “best practices” van opbrengstgericht werken ook ergens worden bijgehouden, wees de minister op de PO-raad (primair onderwijs): ‘Die houdt de resultaten van de verschillende projecten bij op de website www.schoolaanzet.nl. Maar COG Drenthe heeft met negentien scholen natuurlijk ook voldoende volume om ervaringen te delen en te leren van elkaar.’ Ruimte voor soft skills Ten slotte wees de minister er nog maar eens op dat taal, lezen en rekenen primaire vakken zijn, maar dat er daarnaast ruimte moet zijn voor andere dingen. ‘De Inspectie beoordeelt de scholen op taal, lezen en rekenen en op de pedagogischdidactische aanpak. Is alles op orde, dan kunnen de scholen alle ruimte nemen voor soft skills. Al zijn deze moeilijk meetbaar, herkenbaar zijn ze toch echt wel.’ De minister besloot haar bezoek met een optreden als quizmaster voor een grote groep kinderen in het spel “Ren je rot”. De winnende kinderen werden prompt tot burgemeester en wethouders gebombardeerd. Uit handen van Albert Velthuis kreeg zij bij vertrek een boek over “De gouden eeuw van China”, de pas geopende tentoonstelling over de Tangdynastie in het Drents Museum in Assen. Een verleidelijke uitnodiging om snel weer naar het Drentse af te reizen….
vervolg ‘2011: het was een roerig jaar’
Met name op het platteland hebben we tussen nu en 2018 te maken met een gemiddelde terugloop van 25% van het leerlingenaantal, terwijl Assen als groeigemeente maar een gemiddelde groei van ongeveer 4% zal tellen. Het totale leerlingenaantal van COG Drenthe bedraagt nu ongeveer 3.700 leerlingen. De plattelandsscholen hebben samen ongeveer 1.300 leerlingen en op de Asser scholen tellen we ongeveer 2.400. COG Drenthe kan op basis van de verwachtingen een daling van ongeveer 200 leerlingen tegemoet zien. Dit zijn met elkaar minstens 8 groepen minder; op het platteland komt dit uit op 13 à 14 groepen minder. Het aantal klaslokalen krimpt helaas niet mee, dus de kosten blijven gelijk. Het voorbeeld van de gemeente Midden-Drenthe spreekt boekdelen….
Prognose aantal kinderen tussen 4 en 12 jaar gemeente Midden-Drenthe
Terugloop
2010
2011
2015
2020
2025
3169
3070
2653
2335
2275
99
516
834
894
-3%
-16%
-26%
-28%
COG Drenthe zal goed vooruit moeten kijken en inschatten wat de consequenties zijn van de daling van leerlingen op het platteland en de bezuinigingen op het onderwijs. Het College van Bestuur van COG Drenthe is daarom over de toekomst van het onderwijs op het platteland, de toekomst van het christelijk onderwijs en de keuzevrijheid van ouders in gesprek met het openbaar onderwijs in de gemeente Midden-Drenthe. Samen bekijken we hoe we voor onze kinderen en voor ons onderwijs antwoord kunnen geven op de vraagstukken, die op ons af komen. Lees hierover verderop in deze nieuwsbrief. Beste kansen voor de kinderen Gelukkig is er ook nog goed nieuws. Bijvoorbeeld een goede inspectiescore voor alle scholen van COG Drenthe die in 2011 te maken hadden met inspectiebezoeken. In de afgelopen jaren hebben wij een kwaliteitsslag op onze scholen gemaakt. Met als gevolg dat al onze scholen nu een goede beoordeling hebben. Het College van Bestuur spreekt dan ook zijn dank uit aan alle medewerkers, die zo samen zorgen voor goede onderwijsresultaten met en voor de kinderen die bij ons naar school gaan. We zijn de onderwijskundige weg ingeslagen van opbrengstgericht werken en opbrengstgericht leiderschap. Dit geeft een sterke stimulans aan het onderwijs en levert steeds betere resultaten op. De scholen werken in verschillende samenwerkingsvormen aan deze uitdaging. Ze zijn samen in gesprek over het werk in de groepen, ze delen samen met de collega’s van andere scholen kennis en passen samen de nieuwe kennis van de hedendaagse onderwijskundige ontwikkelingen toe. Daar gaat het om: wij willen met elkaar elk kind de beste onderwijskundige kansen bieden. Bezoek minister Niet alleen waren de scholen met elkaar in gesprek over opbrengstgericht werken. Ook op een ander niveau stond dit onderwerp in de aandacht. Op 21 november hadden wij de unieke kans om hierover te praten met onderwijsminister Van Bijsterveldt. Zij bracht werkbezoeken aan twee van onze scholen in Assen: Het Kompas en Het Krijt. De minister heeft bewust gekozen voor deze twee scholen in Assen, vanwege de goede kwaliteit van onderwijs en de behaalde resultaten in de afgelopen tijd. Op Het Krijt kreeg de minister een indruk van de bijzondere huisvesting in de Kloosterveste waarbij onderwijs, voorschoolse opvang, kinderopvang, brede school, wijkgebouw, winkels en wonen onder één dak zijn gehuisvest. De minister was vooral geïnteresseerd in de wijze waarop de beide scholen ouders betrekken bij de school. Volgens Van Bijsterveldt zijn betrokken ouders, zowel op school als thuis, erg belangrijk. Het doel van dit werkbezoek was om vooral veel te zien en te horen van zowel leerlingen, leerkrachten als ouders over ervaringen met opbrengstgericht werken en ouderbetrokkenheid. Meer hierover leest u verderop in COG Berichten.
Gelukkig kunnen we naast de waan van de dag soms ook nog even stil staan bij ons geloof. De advents- en kerstperiode is hiervoor een goede gelegenheid. Wat zegt de advent mij? Wat betekent Kerstmis in het leven van alledag op school en thuis? Sfeer? Ja,natuurlijk! Een familiegebeuren? Uiteraard! Maar ook een teken van hoop en geloof in de toekomst, ook voor het onderwijs! Een gebeuren dat ons eraan herinnert dat God ook vandaag in ‘kleine dingen’ en ‘kleine mensen’ aanwezig wil zijn. Wij wensen u alvast een gezegende kersttijd toe! Namens het College van Bestuur, Albert Velthuis
3
Ingrijpen voordat het te laat is COG Drenthe en OBOMD praten al een tijd met elkaar om te zien of de beide stichtingen kunnen komen tot enige vorm van samenwerking. Zo’n samenwerking kan van alles inhouden, van kennis delen tot het samenvoegen van de bestuursbureaus. Samenwerken is geen doel, maar een middel. Het doel van de beide stichtingen is om ouders kwalitatief goed onderwijs te garanderen, met de keuzemogelijkheid tussen openbaar en christelijk onderwijs, zo dicht mogelijk bij huis. Niet alleen nu, maar vooral ook in de toekomst. ‘Daar zijn wij als bestuurders voor ingehuurd’, betoogt Albert Velthuis. ‘Wij zijn er niet om op de winkel te passen, maar om vooruit te kijken. Ons houdt dan ook bezig de vraag: hoe staan we er over 15 jaar voor? We ervaren een enorme druk door de krimp en de bezuinigingen op het onderwijs. Van goede bestuurders mogen ouders en medewerkers verwachten dat die met een verhaal komen dat perspectief biedt. Als we niets doen, lopen we hopeloos vast en gaan er straks ongecontroleerd scholen dicht. We willen niet met de rug tegen de muur komen te staan, maar ingrijpen voordat het te laat is.’ Gedeeld probleem, gedeelde drive In Hijken hebben het openbaar en het christelijk onderwijs al ervaring op het gebied van samenwerken. CBS De Kiemstee en openbare basisschool De Bongerd besloten drie jaar geleden om hun krachten te bundelen in één gebouw. Sterker nog: De Kiemstee vertrok vorig jaar uit COG Drenthe. De nieuwe fusieschool Basisschool Hijken staat onder bestuurlijke verantwoordelijkheid van OBOMD. Met de garantie dat de kinderen onderwijs krijgen met een humanistisch of een christelijk accent. Aan het proces om te komen tot één school hielden Velthuis en OBOMDdirecteur Jos van Kimmenaede een positief gevoel over. Zo positief dat ze besloten om verder te praten. ‘We hebben allebei te maken met een terugloop in de aantallen kinderen en een afname in de bekostiging van de rijksoverheid’, aldus Van Kimmenaede. ‘We hebben dus een gedeeld probleem. Daarnaast een gedeelde drive: staan voor kwalitatief goed onderwijs, of dit nu christelijk is of openbaar. Vanuit deze uitgangspunten zijn we gaan praten. Hoe kunnen we kennis delen, hoe gaan we om met de bezuinigingen, hoe voeren we de functiemix in, hoe gaan we om met krimpende scholen? We ervaren elkaar niet als concurrenten, wat niet wegneemt dat je je eigen school best mag positioneren, móet positioneren zelfs.’
4
Goed onderwijs, dichtbij huis Volgens Velthuis gaat het maar om één ding. ‘De garantie van goed onderwijs dichtbij huis, met een mogelijkheid voor de ouders om te kiezen voor openbaar of christelijk onderwijs, al dan niet op
Onderzoek samenwerking christelijk en openbaar basisonderwijs
Goed bereid kost even tijd De krimp slaat de komende jaren hard toe in Drenthe. In de gemeente Midden-Drenthe is de aanwas van kinderen over twintig jaar nog maar de helft van nu. Doen we niets, dan weten we zeker dat er scholen langzaam wegkwijnen, ook al omdat we te maken hebben met bezuinigingen van het Rijk. Voor de besturen van COG Drenthe en Openbaar Basisonderwijs Midden-Drenthe (OBOMD) een goede reden om te bekijken of en hoe christelijk en openbaar onderwijs samen de golven kunnen trotseren.
COG Drenthe heeft 19 scholen met 3.700 leerlingen. Bij OBOMD gaan 2.000 kinderen naar een van de 14 scholen.
Albert Velthuis (links) en Jos van Kimmenaede
één school. En afgeleid daarvan de vraag: hoe kunnen we dat zo efficiënt mogelijk organiseren? Het is buitengewoon belangrijk dat de kinderen in het dorp, voor zover leerlingenaantallen en middelen dit toe laten, naar school kunnen en zich daar thuis voelen. Wij als bestuurders moeten hiervoor zorgen.’ Identiteit is een belangrijk bespreekpunt. ‘We hebben het niet alleen over “openbaar” of “christelijk”. Het gaat ons
ook om de gehele cultuur, hoe je met elkaar omgaat, om waarden en normen, hoe je met elkaar werkt en hoe je organiseert dat je de kinderen onderwijs kunt bieden met een humanistische of een christelijke achtergrond. We komen historisch gezien vanuit een periode van verzuiling. Maar de komende jaren vragen om een bredere kijk op onderwijs; het onderwijs moet een afspiegeling zijn van de samenleving. Het is allang niet
meer zo dat christelijke kinderen niet spelen met openbare kinderen. Dit vraagt om een nieuwe benadering en nieuwe invullingen. Je komt in verschillende dorpen straks uit op één school die kwalitatief goed onderwijs biedt dichtbij huis en die ruimte biedt voor het beleven van een openbare of een christelijke identiteit!’ Ruimte voor beleven identiteit De Raad van Toezicht van COG Drenthe en het bestuur van OBOMD hebben toestemming gegeven om te onderzoeken of er samenwerkingsmogelijkheden zijn, hoe die eruit zien en welke voordelen die opleveren. De gemeenteraad van Midden-Drenthe is hierover in juni 2011 uitgebreid geïnformeerd en heeft vervolgens geen blokkade neergelegd. Van Kimmenaede: ‘In de verschillende geledingen praten we nu over samenwerken. Iedere week worden we wijzer. Iedereen denkt en praat erover mee. We informeren uiteraard de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden, de directies, de ouders en de leerkrachten. De besturen bereiden uiteindelijk de besluitvorming voor, waarna de gemeenschappelijke medezeggenschapsraden en de gemeenteraad van Midden-Drenthe advies of instemming geven.’ Als het tot samenwerken komt, lopen COG Drenthe en OBOMD voorop in Noord-Nederland. ‘Er komt een moment dat we de knop omzetten. Ik verwacht dat dit in 2012 gebeurt. We worden niet moe om erop te hameren dat hoe dan ook er ruimte blijft voor identiteitsbeleving en dat we de school in de buurt overeind willen houden. Samen besturen is niet hetzelfde als scholen laten fuseren; dit is niet de doelstelling van dit onderzoek. Maar we willen er wel klaar voor zijn als de situatie zich aandient dat als gevolg van krimp en bezuinigingen een school kopje onder dreigt te gaan.’ Het onderzoek vordert gestaag. Een harde datum voor de oplevering is er niet. ‘Goed bereid kost tijd, het is allemaal net iets te belangrijk om op een achternamiddag in elkaar te knutselen. We willen iedereen meenemen in het proces van bewustwording, zodat ouders en kinderen in 2030 kunnen zeggen: dat hebben ze twintig jaar geleden toch maar goed geregeld.’ Velthuis en Van Kimmenaede benadrukken ten slotte allebei dat de gesprekken plezierig verlopen. Met waardering en respect over en weer en volop ruimte om emoties te uiten.
Eind november hebben de besturen en de schooldirecteuren de visie en de missie van het onderzoek tot samenwerking besproken. Nu zijn de gemeenschappelijke medezeggenschapsraden en de gemeenteraad aan de beurt om advies dan wel instemming te geven.
Jeanet Sprong
Intensieve begeleiding stagiaires
Mentorcursussen gestart Eerste-, tweede- en derdejaarsstudenten van de Pabo worden op de COG-scholen begeleid door mentoren. Doorgaans zijn dit leerkrachten, die de stagiaires dan onder hun hoede nemen. Om de studenten goed te begeleiden, krijgen zij een speciale mentorcursus. Eerste- en tweedejaarsstudenten De mentorcursus is nieuw. Het afgelopen najaar hebben twee groepen van ongeveer vijftien mentoren de cursus gevolgd; in de loop van 2012 volgen er meer. Het is de bedoeling dat in totaal 180 leerkrachten meedoen aan de cursus, die wordt gegeven door Jeanet Sprong en Gea Hoekzema. Sprong is stafmedewerker van COG Drenthe en Hoekzema geeft vanuit Stenden Hogeschool (Pabo Groningen) onder meer studieloopbaanbegeleiding aan eerstejaarsstudenten. Sprong vertelt: ‘We willen dat de scholen zoveel mogelijk profijt hebben van de stagiaires én andersom. Hoe beter de stageperiode, hoe beter voor de studenten en voor onze kinderen. Vandaar dat we onze mentoren willen toerusten om hun stagiaires goed te kunnen begeleiden. Want hoe beter de begeleiding, hoe beter de studenten uit de verf komen.’ En dus gaan mentoren van alle COG-scholen in groepen van vijftien op cursus. ‘De cursus duurt ongeveer drie maanden’, vertelt Hoekzema. ‘Om de drie weken komen de mentoren een dagdeel bij elkaar. Dat kan in werktijd: op hun lessen krijgen ze vervanging.’ De cursus gaat onder meer over begeleidingsgesprekken voeren, interventietechnieken, het pedagogisch klimaat, reflectie, de ontwikkelingsfasen, veilig begeleidend gedrag enzovoorts. De cursus is gericht op het begeleiden van eerste-, tweede- en derdejaarsstudenten, maar de mentoren kunnen de stof ook goed gebruiken bij het begeleiden van hun kinderen en in oudergesprekken. Ervaringen delen en leren van elkaar Voor de begeleiding van de mentoren zorgen de zogenoemde Opleiders in de School (OIDS’ers). Omdat die coach zijn op meerdere scholen, kunnen ze de ervaringen op de verschillende scholen met elkaar vergelijken en de scholen laten leren van elkaar. Sprong: ‘Niet voor niets worden de mentorcursussen dan ook niet per school georganiseerd, maar juist in een gemixte groep vanuit verschillende scholen. Dan kun je elkaar leren kennen, van daaruit ervaringen delen en zo leren van elkaar.’ De eerste reacties van de mentoren zijn volgens Sprong positief. ‘Ze zijn enthousiast en geven aan dat ze de stof heel goed kunnen toepassen in de dagelijkse praktijk. Op de stagiaires en op de kinderen. De competenties van onze leerkrachten worden erdoor verhoogd en dat is goed voor de kwaliteit van ons product en dus voor het niveau van onze kinderen.’
5
Van links naar rechts: Mirjam van Wijk, Marike Faber en Ellen Sonnemans.
Van links naar rechts Kelly Schapelhouman, Gillian Schaafsma en Yvonne Lubben.
Opleiden in de School
Ook op De VeenSter worden derdejaars Pabo-studenten begeleid Vorig jaar is Opleiden in de School in een nieuwe vorm van start gegaan. COG Drenthe werkt hierin samen met twee Pabo-opleidingen van Stenden Hogeschool aan de verbetering van het opleiden in de school en daardoor ook aan de kwaliteit van het onderwijs. Dit gebeurt door studenten en beginnende leerkrachten intensief te laten begeleiden door coaches. Daarvan zijn er nu vijf, die verschillende scholen onder hun hoede hebben. Investeren in stagiaires Opleiden in de School is een samenwerkingsproject van COG Drenthe en Stenden Hogeschool. Een Coördinatiegroep is er verantwoordelijk voor. Hierin zitten naast Jeanet Sprong, stafmedewerker van COG Drenthe, Gea Hoekzema van Pabo Groningen en Eeltje Geugies van Pabo De Eekhorst in Assen. Sprong vertelt: ‘We willen nu en in de toekomst de kwaliteit van ons onderwijs continu verbeteren. De komende jaren hebben we nieuwe leerkrachten nodig omdat er veel ouderen met pensioen gaan. Door nu te investeren in stagiaires werken we aan goed gekwalificeerde leerkrachten voor straks. En dus hebben we vijf collega’s geschoold tot opleider in de school. Zij begeleiden de derdejaarsstagiaires op onze scholen en coachen de mentoren die de eerste- en tweedejaarsstudenten onder hun hoede hebben. Daarnaast coachen zij startende leerkrachten. We noemen ze Opleiders in de School: OIDS’ers.’ Lees over mentoren meer in het artikel ‘Intensieve begeleiding stagiaires’.
6
Professioneler en intensiever OIDS’ers zijn leerkrachten die een dag in de week werken als opleider. Ze hebben hiervoor een speciale coachopleiding gehad. De OIDS’ers hebben 2, 3 of 4 COG-scholen onder hun hoede. Een van hen is Yvonne Lubben. Zij staat voor de klas in groep 2 van De Scharmhof in Assen en is sinds vorig jaar OIDS’er. ‘Ik heb een dag in de week voor coaching op De Scharmhof en De VeenSter in Veenhuizen. Coachen is heel leuk om te doen. Het is voor mij een nieuwe taak. Ik heb veel geleerd van mijn vier ervaren collega-opleiders. Ik heb eerst op mijn beide scholen gekeken hoe het eraan toe gaat en wat ze van me verwachten. Met de studenten heb ik hun persoonlijke ontwikkelingsplannen doorgenomen en afspraken gemaakt. Ik heb regelmatig contact met ze. Af en toe ga ik bij ze langs, eventueel met de camera.
Die gebruik ik dan voor video-interactie. Daarnaast overleggen we op Pabo De Eekhorst. ‘Op De VeenSter coach ik twee derdejaars Pabo-stagiaires. Die zijn geweldig. Ze hebben bijvoorbeeld in de Kinderboekenweek een heel leuk brandweerproject georganiseerd, compleet met een bezoekje van de brandweer op school.’ Vergeleken met twee jaar geleden is de coaching erop vooruit gegaan. ‘Het gebeurt allemaal veel professioneler, veel intensiever. We zoeken elkaar vaker op en de communicatie verloopt veel soepeler. Omdat de studenten van De VeenSter en De Scharmhof via mij met elkaar in contact staan, is de intervisie beter en kunnen zij van elkaar leren.’
Nieuwe impulsen, nieuwe ideeën Directeur Ellen Sonnemans van De VeenSter is tevreden met de nieuwe aanpak. ‘Toen ik zeven jaar geleden hier begon, hadden we nauwelijks stagiaires. Nu wel, en mijn ervaring is dat het je wat kost, maar nog meer oplevert. Ik hou nu tijd over, die ik kan besteden aan leerlingen met een eigen leerlijn of een handelingsplan. Daarnaast brengen stagiaires nieuwe impulsen en nieuwe ideeën mee. Ze geven ons een frisse kijk op de dingen.’ Tot voor kort coachte de directeur of een leerkracht de stagiaires. ‘Dat kostte ons de nodige tijd; nu neemt de OIDS’er deze taak voor haar rekening. Yvonne Lubben neemt ons werk uit handen en voor de stagiaire is het helder dat er een speciaal iemand voor hen is die ze coacht. Ik heb regelmatig overleg met Yvonne over de stand van zaken en de plannen.’ Vanuit de Pabo worden de stagiaires uiteraard ook begeleid. ‘Ik heb bij De Eekhorst goede contacten met Ruud Hendriksen. Hij verzorgt de Dalton-opleidingen voor ons team en geeft lessen Pedagogiek en Dalton op De Eekhorst.’ De ervaringen met stagiaires worden ten slotte op De VeenSter gedeeld tijdens teamvergaderingen. Daar is altijd een kwartier voor kennisdeling ingeruimd. ‘Onlangs hield een vierdejaarsstudent hier een presentatie over haar afstudeerscriptie “Meervoudige Intelligentie”. Die heeft hier een aantal maanden zelfstandig groep 6/7 gedraaid. Daar heb je dus echt wat aan! Nóg beter Sprong benadrukt het belang van bewustwording voor de studenten. ‘Studenten kunnen bij hun OIDS’er terecht voor vragen over dingen waar ze tegenaan lopen. Niet de alledaagse schoolse zaken; daar zijn de stagecoödinator en de COG-mentor voor. De OIDS’ers zijn er speciaal voor het leer- en ontwikkeltraject, voor het persoonlijk ontwikkelingsplan. Zij moeten stimuleren dat de studenten zich bewust worden waar ze voor staan en hoe ze zich ontwikkelen tegen de achtergrond van hun leerdoelen.’ Sinds vorig jaar is de positie van de OIDS’ers veranderd. Dat komt doordat ze meerdere scholen bedienen en zich een hele dag in de week kunnen richten op coaching, waar dit tot voor kort een halve dag was. ‘De leerkrachten, de studenten en de opleiders zijn enthousiast. Het kan niet anders dan dat de kinderen er ook beter van worden, nóg beter!’
De Boei is voorbeeldschool voor Noord-Nederland Het is nog maar een paar jaar geleden dat De Boei werd verlost van het predicaat “zeer zwak” en in één keer van de Inspectie een voldoende kreeg. Nu, tweeënhalf jaar later, is de Asser COG-school voor speciaal basisonderwijs door het landelijke SBO Werkverband uitgeroepen tot “portretschool”. Hiermee is De Boei dé voorbeeldschool voor speciaal basisonderwijs in Noord-Nederland. Zelf opvangen De Boei telt 109 leerlingen en 25 medewerkers, waaronder leerkrachten, onderwijsassistenten, een maatschappelijk werker, een logopediste, een dramatherapeut, een vakleerkracht gymnastiek en een eigen Intern Begeleider. De Ria’s vormen de directie: Ria Ottens is adjunct-directeur en Ria Ton directeur. Volgens Ton is het aantal leerlingen goed in balans. ‘De school is geëquipeerd voor 100 à 110 leerlingen. Toen we een paar jaar geleden bijna 130 telden, was dat écht teveel. We krijgen steeds minder kinderen van onze COG-scholen. Die vangen relatief veel kinderen zelf op. Steeds meer kinderen komen van het speciaal onderwijs, clusters 2, 3 en 4.’ Unieke volgsystematiek Het speciaal basisonderwijs is al lang niet meer de pamperschool die het vroeger was, maar richt zich ook op opbrengstgericht werken. ‘Toen we een paar jaar geleden onze voldoende kregen, hadden we een enorme inhaalslag gemaakt. We presteerden op niveau, we zaten in een winning mood. Die wilden we vasthouden. Hiervoor hebben we
een unieke systematiek ontwikkeld waarmee we de ontwikkelingsperspectieven, de leerlijnen en de opbrengsten van onze kinderen goed kunnen volgen. De opbrengsten worden gemeten voor de vakken begrijpend lezen, rekenen en spelling. We meten de vorderingen aan de hand van de gangbare Cito-toetsen.’ De toetsen vinden twee keer per jaar plaats; er wordt dan vastgesteld of de leerlingen presteren volgens het ontwikkelingsperspectief dat in het begin van de schoolcarrière is vastgesteld. Als het kind goed scoort, dan is de vraag: kan het meer? Bij onderprestatie stelt de school een plan op dat erop is gericht om het kind tóch op niveau te houden. ‘We proberen alles om te blijven werken binnen het perspectief. Als het écht niet anders kan, stellen we het perspectief bij, naar boven of naar beneden.’ Scholen bij De Boei op bezoek De Boei is aangesloten bij het landelijke SBO Werkverband dat de belangen behartigt van de scholen voor speciaal basisonderwijs. De volgsystematiek van De Boei is vorig jaar gepresenteerd tijdens een landelijke bijeenkomst van dit Werkverband. ‘Dat viel blijkbaar in goede aarde, want we werden uitgenodigd om mee te doen aan de verkiezing van zogenoemde “portretscholen”. In totaal deden vijftien scholen daaraan mee. Wij zijn afgelopen voorjaar gekozen als portretschool voor Noord-Nederland. Daar zijn we natuurlijk apetrots op.’ Van de portretscholen, en dus ook van De Boei, zijn beschrijvingen gemaakt van hoe ze werken. Deze beschrijvingen staan op de website www.sbowerkverband.nl. Het is de bedoeling dat andere scholen een voorbeeld nemen aan de portretscholen, dat ze van elkaar leren. ‘We krijgen de komende tijd dus te maken met andere scholen die bij ons een kijkje willen nemen. Dat kan in de vorm van een groepsbezoek, maar ook door gesprekken met leerkrachten, de intern begeleider of de directie. Van het SBO Werkverband hebben we een budget gekregen om de kosten te betalen, bijvoorbeeld als we tijdens zo’n bezoek een invalleerkracht moeten invliegen.’
Ria Ottens
Best denkbare onderwijs Net als alle basisscholen van COG Drenthe werkt ook De Boei met een groepsplan. Daarin staat hoe de school planmatig moet werken met verschillende kinderen in de groepen. Ook op leerlingniveau werkt De Boei heel systematisch en planmatig. ‘We hebben voor al onze kinderen een leerlingplan. Daar staat in wat een leerling wel en niet kan en waar we naartoe werken. We kunnen als school daar goed mee werken en de kinderen het beste onderwijs en de beste zorg bieden. Ook ouders zijn er tevreden over, want het leerlingplan biedt hen helderheid en duidelijkheid. Op de ouderavond bespreken we het plan altijd.’ Als voorbeeldschool laat De Boei zien hoe je kinderen speciaal basisonderwijs aanbiedt. Het schoolteam is trots, ouders zijn tevreden en de kinderen zijn verzekerd van goed onderwijs.
De Scharmhof verdient aan energiebesparing Als een schoolgebouw dertig jaar oud is, valt er meestal heel wat te winnen op het gebied van energiebesparing. De Scharmhof in Assen doet dan ook vol overtuiging mee aan de competitie “Wijs met Energie” die ingenieursbureau Grontmij en het Klimaatverbond hebben georganiseerd. De Asser COG-school is samen met nog vijf basisscholen in het land een van de kandidaten om in 2012 te worden uitgeroepen tot school die de meeste energie kan besparen. Directeur Marianne Molema is ervan overtuigd dat haar school een goede kans maakt. ‘We zijn al vanaf eind vorig jaar bezig. Zo houden wij ons gas- en elektriciteitsgebruik bij en geven we lessen aan de groepen 7 en 8 over waarom en hoe je energie kunt besparen. We hebben ook al een gastdocent op bezoek gehad en op 25 oktober vond de start van de campagne plaats met een presentatie van Grontmij voor de groepen 7 en 8. ‘Ik denk dat we hier duizenden euro’s per jaar kunnen besparen. Het begint met bewustwording en van daaruit komen de ideeën dan vanzelf. Teamleden en leerlingen zetten hun schouders eronder. Want energiebesparing is goed voor het milieu en voor onze portemonnee.’
7
CBS Drijber: de school van de uitersten Fier in het najaarse landschap staat, even buiten het dorp, CBS Drijber. Een bijzondere eend in de COG-bijt: het is de kleinste en de gezondste school, met de hoogste Cito-score en het laagste ziekteverzuim. En dan staat de school ook nog het meest excentrisch in het werkgebied van COG Drenthe.
Kleinste COGschool Tegen de plattelandstrend in krimpt CBS Drijber niet. Waar menig dorp te maken heeft of nog krijgt met afnemende aantallen leerlingen, is de situatie op de Drijber basisschool stabiel. ‘En volgens de gemeentelijk prognose blijft dat de komende jaren zo’, stelt directeur Klaas Hessels. ‘Aan Drijber gaat als enige dorp in de gemeente MiddenDrenthe de krimp voorbij.’
kers uitvallen. Hoe beter die in hun vel zitten, hoe lager de kans op ziekteverzuim.’
Juf Gerda op de Haar heeft zich enorm ingezet voor de realisatie van het leerplein op CBS Drijber.
CBS Drijber is met veertig leerlingen de kleinste van de negentien COG-scholen. De school heeft een compleet aanbod voor onderwijs en opvang. Vier dagen in de week zelfs van zeven tot zeven. Gezonde school Gezond eten en meer bewegen, thuis en op school. Dat is gemakkelijk gezegd. ‘Bewegen, dat doen onze kinderen op het schoolplein, in de pauze en tijdens de gymlessen. Aan gezond eten werken we via het zogenoemde “SchoolGruitenproject”. Dit is een landelijke actie van het ministerie en de brancheorganisatie voor groenten en fruit. Onze school heeft vorig schooljaar meegedaan aan het project. De kinderen kregen tien weken lang drie dagen in de week gratis fruit in de klas. Zo leerden ze fruit eten en vreemde vruchten kennen. Ze kregen in de gaten dat fruit eten gezond en normaal is. Voorwaarde van het project was dat we ook in onze lessen aandacht besteden aan gezond eten en de rol van fruit hierbij.’ Het fruit sloeg zo aan dat de directie en de Ouderraad hebben besloten om van CBS Drijber een “Gruitenschool” te maken. ‘We hebben een afspraak gemaakt met Stevens Groenten & Fruit in Beilen om alle vijf schooldagen fruit te leveren. De Ouderraad betaalt dit, maar omdat het nogal aantikt zijn we nu op zoek naar sponsors. We zijn als enige COG-basisschool officieel “Gruitenschool”, compleet met keurmerk.’
8
Gezond team Ook in een ander opzicht is CBS Drijber een gezonde school, getuige de fruitmand die de school kreeg van het College van Bestuur van COG Drenthe. ‘Dat was omdat wij het vorige schooljaar hebben afgesloten met 0,0% ziekteverzuim. We zijn hiermee de meest gezonde COG-school, al is nooit ziek zijn geen verdienste maar een voorrecht. Ziekte heb je niet in de hand, maar we doen er wel alles aan om te voorkomen dat medewer-
Gezonde prestaties Behalve nummer één op het gebied van ziekteverzuim is CBS Drijber ook de beste COGschool wat betreft de Cito-eindtoets. ‘We scoorden afgelopen schoolseizoen 540,5 bij 535,1 als landelijk gemiddelde. Daar zijn we heel trots op. Natuurlijk hebben de vier betreffende leerlingen het gedaan; dat waren gewoon slimme kinderen. Maar ons team heeft zich wel jarenlang ingespannen om eruit te halen wat erin zit.’ Een hoge kwaliteit op een kleine school: dat is een ander geluid dan wat je wel eens hoort of leest. ‘Mensen denken soms dat alleen de grotere scholen kwaliteit kunnen leveren. Dat is niet zo. Kwaliteit is een kwestie van gemotiveerde leerlingen, een gedreven team en goed organiseren. Op een kleine school kan dat prima.’ Aandacht voor techniek In technische beroepen kun je de komende jaren ruimschoots aan de slag. Hier en daar zijn er al tekorten aan technisch geschoolde arbeidskrachten. Daar speelt CBS Drijber op in. Bijvoorbeeld met jaarlijks zeven bezoekjes aan het technieklokaal van een scholengemeenschap in Hoogeveen. ‘Daar maken kinderen kennis met solderen, hout bewerken, monteren, noem maar op. Daarnaast hebben onze kinderen regelmatig meegekeken met de timmerman en de metselaar toen onze school werd verbouwd en uitgebreid. Ze weten wat een fundering is, hoe je ramen en deuren in het lood zet, waar een timmerman zoal tegenaan loopt, enzovoorts.’ Ook heeft de school meegedaan aan het project “Bouwen aan de Bouw” van de werkgeversorganisatie Bouwend Nederland. Dat leverde onder meer mooi technisch lesmateriaal op. ‘Ook hebben we Techniektorens aangeschaft. Daar zitten lespakketten Techniek in. Door de combinatie van Techniektoren en het project Bouwen aan de Bouw doet de school mee aan een prijsvraag om de beste techniekschool te worden en een “klokhuis” te winnen. Dit is een prachtige uitbreiding van de Techniektorens. Daar azen we natuurlijk op.’
CBS Drijber is een trotse school. Een gezonde school. En ook nog een veilige school, getuige het Drents Verkeersveiligheidslabel dat de school afgelopen voorjaar heeft behaald. Het prachtige schoolverkeersplein wijst er al op. Van voorlichting aan de ouders tot fietsenkeuring, van autogordelcontrole tot verkeersbrigadiers en van de jaarlijkse verkeersdag tot lessen over veilig verkeer: CBS Drijber dóet het! En om het verhaal compleet te maken: Klaas Hessels is de enige tweescholendirecteur van COG Drenthe: naast Drijber zwaait hij de scepter op De Wingerd in Bovensmilde. Inderdaad: bijzonder onderwijs op een bijzondere school.
Onze identiteit: een doordeseming van waarden en normen In de kern van de mens huist zijn identiteit. Daaraan ontleent hij zijn “zijn”. Voor scholen geldt dit ook. Nu heeft een identiteit verschillende dimensies. Zo is De Eshorst in Beilen een daltonschool én een christelijke school. Het Octaaf in Assen is een christelijke school met meervoudige intelligentie als onderwijskundig profiel. Wat COG-scholen bindt, is de C met de bijbel als bron. Waaraan zien we dit? Mooi om erover te praten Met de bijbel als gezamenlijke bron en de christelijke religie als fundament delen de COG-scholen, en hiermee de teams, iets gemeenschappelijks dat van waarde is. Annemieke Westra, waarnemend directeur van De Eshorst, benadrukt dat iedereen deze gedeelde dingen op zijn eigen manier beleeft en invult. ‘Dat maakt het ook zo interessant: je kunt er zo mooi over praten.’ Voor de groepen 1 en 2 geeft De Eshorst met de methode “Kind op maandag” invulling aan de christelijke identiteit. ‘We hebben iedere week een thema, bijvoorbeeld vriendschap of brood. Drie keer in de week luisteren de kinderen naar een bijbelverhaal, dat daar betrekking op heeft. Daar praten ze dan vervolgens over.’ De methode “Trefwoord” is voor de groepen 3 tot en met 8. ‘Daarbij vindt een koppeling plaats tussen de belevingswereld van de kinderen en een verhaal uit de bijbel. Het wereldnieuws biedt een onuitputtelijke bron van onderwerpen.’ Laten zien, iedere dag Steeds meer gezinnen zijn niet verbonden aan een kerk. ‘Ouders die daar wel naartoe gaan, doen hun kinderen bijna vanzelfsprekend naar onze school of naar CBS Prinses Beatrix, ook hier in Beilen. Die kiezen voor christelijk onderwijs. Ouders zonder religieuze achtergrond kiezen voor De Eshorst om de sfeer, het daltonconcept, maar ook omdat ze hun kinderen iets willen meegeven op het gebied van religie. Tijdens het intakegesprek praten we daar dan intensief over. Over de waarden, die bij ons zijn geënt op vertrouwen en respect. En over wat dat betekent voor onze manier van lesgeven.’ Zo geeft het themagesprek ’s ochtends houvast aan de kinderen om om te gaan met gebeurtenissen later op de dag. ‘We komen terug op waar we het over hebben gehad. Een mooi voorbeeld van onze grote betrokkenheid op elkaar.’ Ouders laten hun tevredenheid blijken over het christelijk onderwijs dat zich vertaalt in de houding van de kinderen. ‘Werken vanuit onze christelijke identiteit betekent dat wij nóg meer moeite moeten doen om ouders te betrekken.
Juist omdat het begrip “identiteit” zo ongrijpbaar is, moeten we het heel goed laten zien, iedere dag opnieuw!’ Met elkaar delen Janita van Dorland beaamt het ongrijpbare, dat identiteit eigen is. De directeur van Het Octaaf in Assen probeert dan ook om de C van CBS in de dagelijkse praktijk handen en voeten te geven. ‘Ons concept van meervoudige intelligentie sluit heel goed aan bij onze christelijke identiteit. Want we gaan er in ons onderwijskundige concept vanuit dat ieder kind talenten heeft. Ieder kind is bijzonder en hoort erbij. Dit sluit goed aan bij de christelijke gedachte dat we allemaal kinderen van één wereld zijn, dat we elkaar nodig hebben omdat we zo verschillend zijn. Belangrijk is dus om iedereen in zijn waarde te laten. Kinderen in christelijke gezinnen krijgen dit met de paplepel ingegoten: het gaat niet om ik maar om wij; we zijn samen verantwoordelijk voor elkaar, onze omgeving, onze wereld.’ Voor Van Dorland zit het christelijke in je “zijn”. Bijbelverhalen en liedjes helpen daarbij. Maar het gaat altijd om de vraag: wat doe je ermee? Oude verhalen zijn fantastisch om levenszaken aan op te hangen. Een school is meer dan rekenen en taal; levenszaken doen ertoe en de school biedt een veilige omgeving om hier aandacht aan te besteden. Zo praten we bijvoorbeeld aan de hand van het verhaal van Jozef en de mantel met kinderen over jaloezie. Ben je wel eens jaloers? Hoe komt dat? Hoe ga je daarmee om? Je komt zo heel dicht bij je mens-zijn. Het mooie is dat je die dingen met elkaar deelt.’ Verder, dieper Het bijzondere van een christelijke school is volgens Van Dorland dat die is doordesemd met waarden en normen. ‘Niet dat we een moraliserende school zijn, in tegendeel. Maar we doen het niet af met een lesje humanitair onderwijs of een blok wereldgodsdienst. Het heeft allemaal te maken met het “zijn”. Dat willen we uitstralen en hier willen we naar handelen. Je ziet dit terug in hoe we met elkaar omgaan, in de zorg voor onze kinderen, in hoe we betrokken zijn op de gezinnen als daar iets moois
of iets droevigs aan de hand is.’ Het moet voor Van Dorland wel allemaal echt zijn, alleen dan krijgen de kinderen iets extra’s mee. ‘Van de ouders krijgen we terug dat we écht een school zijn waar plaats is voor levensvragen. De prettige sfeer en de zorg voor elkaar worden bijzonder gewaardeerd. Christelijk onderwijs is meer dan verhalen, liedjes en kerstvieringen, hoe mooi die bij ons ook zijn. Het gaat voor mij verder, dieper.’
Annemieke Westra
Janita van Dorland
9
Brengt Open Ochtend ons nieuwe leerlingen? Ieder jaar organiseren de COG-scholen een Open Ochtend. Ouders kunnen dan de lessen van hun kinderen meemaken en een praatje maken met leerkrachten en met elkaar. Het is ook een leuk moment voor “nieuwe” ouders die erover denken om hun kind naar een COG-school te laten gaan. Op drie scholen namen we op 26 oktober wisselende indrukken waar.
De Scharmhof in Assen Met bijna vierhonderd kinderen is De Scharmhof in Assen een grote basisschool. Directeur Marianne Molema en haar team hebben duidelijk hun best gedaan om het hun gasten zo goed mogelijk naar de zin te maken. ‘We hadden een koffiehoek ingericht waar gastouders van de Ouderraad en Medezeggenschapsraad de bezoekers ontvingen. Daar kregen ze uitleg. De ouders mochten lessen meemaken van hun kinderen. Per groep wilden we maximaal vijf bezoekers. Dat gaven we aan met kaartjes op de deur.’ Er zijn ook “nieuwe” ouders op bezoek geweest. Die mochten rondkijken, kregen uitleg van een van de teamleden en namen de schoolgids mee naar huis. ‘We hebben ze de pluspunten van onze school verteld. Bijvoorbeeld over zelfstandig werken, samenwerken en de zorgstructuur op school. En natuurlijk over onze identiteit waar vieren, beleven en dialoog zo belangrijk zijn. Ook als ouders niet gelovig zijn, vinden ze het vaak belangrijk dat hun kinderen kennis nemen van de christelijke wortels van onze cultuur, zo is mijn ervaring.’ Heel attent en slim was de speciale opvang van baby’s en peuters, die Pinokkio Kinderopvang verzorgde. Een prettige service van de school en voor Pinokkio een mooie gelegenheid om zich te presenteren. Of de Open Ochtend nieuwe kinderen heeft opgeleverd voor De Scharmhof, is nog niet te zeggen. ‘Maar het zou gek zijn als niet een aantal ouders hun kinderen naar onze school zouden laten gaan’, zo besluit Marianne Molema.
De Schutkampen in Smilde 10
Ook De Schutkampen in Smilde is een relatief grote basisschool. Van de krimp, die zich overal voordoet op het platteland, heeft
directeur Piet Verschoor geen last. ‘Sterker nog: we groeien! Dat komt omdat onze resultaten goed zijn en dat de Onderwijsinspectie tevreden is over De Schutkampen. We zijn een gemoedelijke en veilige school, waar het rustig aan toe gaat. Kinderen komen hier écht om te leren; hun ouders stimuleren dit en zijn erg betrokken. Als we bijvoorbeeld een klusavond organiseren, heb ik zo een man of twintig op de been. Schilders, timmerlui, ICT’ers, noem maar op. Het is die bijzondere, intieme sfeer die de school zo bijzonder maakt.’ Een mooi verhaal dus voor nieuwsgierige ouders die voor de schoolkeuze staan. En een bevestiging voor de ouders die al een of meer kinderen op De Schutkampen hebben. De school organiseert naast de jaarlijkse Open Ochtend eens in de twee jaar een zogenoemde “opa-en-oma-dag”. Dan is de school bomvol en kun je je nauwelijks nog door de gangen bewegen. De honderden bezoekers die de school dan telt, zag je op 26 oktober niet op de Open Ochtend. ‘We hebben enkele tientallen ouders over de vloer gehad. Ouders, die een of meer kinderen bij ons op school hebben, maar ook twee ouderstellen die hun kind hier al hadden ingeschreven. Echt nieuwe ouders heb ik niet gezien. Onze gasten kregen uiteraard koffie met koek en, als ze daar behoefte aan hadden, een rondleiding door leden van de Ouderraad.‘ De Schutkampen heeft een goede naam in Smilde en de Open Ochtend draagt daaraan bij. ‘We proberen continu in het nieuws te komen; zo bouwen we aan onze goede naam’, vertelt Verschoor. ‘Als er een sponsorloop is of een lichtjesavond, staan we in de Smildeger Neiskrant. Ook bij onze driehonderdste leerling kwamen we uitgebreid in het nieuws.’ Zo timmert Verschoor continu aan de weg met zijn school, waar “samen ervoor staan en gaan” de boventoon voert.
De Marke in Gieten Twee grotere openbare basisscholen zijn de concurrenten van De Marke in Gieten. ‘We zijn met nog geen 60 kinderen een wat je noemt kleine school’, vertelt directeur Martien de Pauw, met alle goede eigenschappen, die daar bij horen.’ De Open Ochtend was een prima manier om onszelf te laten zien. ‘We hebben 12 ouders op bezoek gehad met kinderen op onze school, naast een nieuw ouderstel. Deze mensen voelden zich direct thuis. Hun zoontje bleef al met veel plezier bij de andere kleuters in de klas en de ouders spraken onder het genot van een kopje koffie geanimeerd met andere ouders over de eigenheid van De Marke.’ Martien de Pauw had alle ouders een e-mail gestuurd met de oproep om te komen en vooral ook introducés mee te nemen. Daarnaast stond in het plaatselijke huis-aan-huisblad een advertentie van een halve pagina. ‘We zijn hier heel actief. Vorig jaar hebben we huis-aan-huis gefolderd, er staat regelmatig een advertentie in de krant en als er activiteiten zijn, hebben onze teamleden en kinderen opvallende gele shirtjes aan. Daarnaast organiseren we jaarlijks een Open Daltondag.’ Tijdens de Open Ochtend hebben de kinderen de rondleidingen op school verzorgd. De ouders reageerden daar heel enthousiast op. De Marke positioneert zich uiteraard met de daltonaanpak; daarnaast met de kleinschaligheid (iedereen kent elkaar) en de flexibiliteit: er kan altijd snel worden ingespeeld op persoonlijke omstandigheden. De christelijke identiteit “vertaalt” Martien de Pauw met een uitleg over de dagelijkse praktijk. ‘Wij werken vanuit onze eigen levensovertuiging en we werken met Trefwoord. Trefwoord is een methode waar de bijbelverhalen worden verteld in een persoonlijke en maatschappelijke context, waarbij aandacht voor anderen in de samenleving en het milieu belangrijk zijn.’ Met een aanwas van 7 nieuwe kinderen afgelopen september, tegenover 4 of 5 de afgelopen jaren, zwemt De Marke tegen de krimpstroom in.
Donateursbijdrage Net als vorig jaar vraagt het bestuur van COG Drenthe ook dit jaar u als donateur om een bijdrage. Met de bijdragen van onze donateurs zijn wij in staat om het christelijk onderwijs nóg beter te profileren in Assen en omstreken. Daarnaast schaffen wij hiermee de identiteitsgebonden afscheidscadeaus aan die de kinderen ontvangen bij het verlaten van de (speciale) basisschool. Net als vorig jaar vindt de inning op twee manieren plaats: 1. Bij de donateurs die een machtiging voor automatisch incasso hebben afgegeven wordt in week 51 hun bijdrage afgeschreven. 2. Donateurs die geen machtiging hebben afgegeven, ontvangen weer een brief met het verzoek hun bijdrage over te maken. Voor de ondersteuning van onze activiteiten zijn alle bijdragen welkom. U kunt uw eigen bijdrage overmaken op rekening 65.47.13.537 van COG Drenthe onder vermelding van ‘donateursbijdrage’. Het bestuur rekent op uw medewerking. Hartelijk dank!
Alle belangstellenden, donateur of niet, kunnen COGBerichten meenemen van school. Zo informeren wij u en proberen we lezers, die nog geen donateur zijn, te verleiden om dit alsnog te worden. Dat gaat heel gemakkelijk: gewoon even het aanmeldingsformulier vragen bij uw school of downloaden op www.cogdrenthe.nl in het laatste blokje onder ‘actueel’.
11
Janita van Dorland (links) en Annemiek de Vries
Zes COG-scholen gaan voor excellent onderwijs
Vanuit COG Drenthe doen zes scholen mee aan het project Excellente Basisschool:
De Inspectie van het Onderwijs hanteert maar drie stempels: voldoende, zwak en zeer zwak. Ruim voldoende of zeer goed kan een school niet zijn, laat staan excellent. 16 scholen, waaronder 6 van COG Drenthe, denken dat ze wel degelijk meer dan voldoende zijn. Daarom ontwikkelen ze samen het predicaat “excellent”.
Van onderop een nieuwe norm Enkele jaren geleden beoordeelde de Inspectie opvallend veel basisscholen in Drenthe als zwak of zeer zwak. Net als in Groningen, Friesland, Limburg en Zeeland. Om dit kwalijke stempel van de regio’s af te halen en het basisonderwijs een kwaliteitsimpuls te geven, sloten het ministerie van OCW en de provincies een kwaliteitsakkoord. Ondertussen zijn veel scholen van de kwalificaties “zwak” of “zeer zwak” verlost. COG Drenthe kent geen enkele school meer met zo’n label. In Drenthe hebben zestien basisscholen samen met de provincie Drenthe het project Excellente Basisschool gestart. Het doel is om deze scholen zelf te laten nadenken over hoe ze beter dan voldoende kunnen worden. Hiertoe is een methodiek ontwikkeld met criteria waarop een school kan worden beoordeeld als “excellente school”. De zestien scholen ontwikkelen zo van onderop een nieuwe norm. De excellente school komt eraan!
12
Geen 6 maar een 9 De Regenboog en Het Octaaf, beide in Assen, doen vol overtuiging mee aan het project. Janita van Dorland, directeur van Het Octaaf, vertelt: ‘Bij de beoordeling van de scholen hanteert de Inspectie zeven criteria: de resultaten, de schoolcultuur, de uitvoering van evaluaties, het leiderschap, de instructies, de leerkrachten en de ouderbetrokkenheid. Maar eigenlijk tellen alleen de
prestaties. Zijn op een school de resultaten op orde, dan krijgt die bijna vanzelf het predicaat “voldoende”. Beter dan voldoende bestaat niet. Zo blijven scholen op een zesje hangen, terwijl ze een negen willen zijn.’ Annemiek de Vries, die de scepter zwaait over De Regenboog, vult aan: ‘Het is de afgelopen jaren allemaal erg doorgeschoten. Het gaat om presteren en nog eens presteren; het enige wat telt zijn de Cito-toetsen. Terwijl een school toch meer is dan cijfers halen. Een kind ontwikkelt in een totale schoolomgeving. Die moet als een warme deken om hem heen hangen. Het moet zich er veilig voelen en gewaardeerd. Hoe beter de sociale cohesie in de klas en op school, hoe lekkerder een kind in zijn vel zit en hoe beter de prestaties. Een positieve schoolcultuur is dan ook heel belangrijk.’ Van Dorland noemt een ander voorbeeld. ‘Denk eens aan ouderbetrokkenheid: je kunt als school met de ouders bijvoorbeeld de begeleiding afstemmen of ze af en toe in de klas laten voorlezen. Dat beïnvloedt de prestaties.’ Scholen beslissen zelf En zo verdienen alle zes niet met resultaten verband houdende beoordelingscriteria volgens De Vries meer aandacht. ‘Op De Regenboog vragen wij ons bij alles wat we doen af: komt dit het kind ten goede? We willen over de
-
Het Octaaf; De Schutkampen; De Scharmhof; De Boei; De Wegwijzer; De Regenboog (Assen).
totale breedte meer dan voldoende zijn, we willen excelleren. In het besef dat anders dan de resultaten- de onderbelichte criteria moeilijk meetbaar zijn.’ In het kader van het project “Excellente Basisschool” is een methodiek ontwikkeld, waarmee scholen zelf aan de slag kunnen met excellent onderwijs. Van Dorland: ‘Voor alle zeven beoordelingscriteria van de Inspectie zijn vragenlijsten opgesteld met vijftien vragen. Op de scholen vullen de leerkrachten die samen met de directeuren en de intern begeleiders in. Uit deze nulmeting en de analyse die daaruit voortvloeit, komt dan een beeld naar voren van hoe de school er bij staat. Aan de hand daarvan beslissen de schoolteams of ze doorgaan met excellent onderwijs. Dat beslissen ze dus zelf.’ Zowel Van Dorland als De Vries vinden het aantrekkelijk om zich straks als excellente school te positioneren. ‘Op de eerste plaats doen we het voor onszelf; we willen weten waar we staan’, aldus de Vries. ‘Het project biedt ons sowieso een mooi platform om kennis en ervaring te delen’, vult Van Dorland aan. En wie weet, komt de Inspectie op het idee om in de toekomst vier categorieën te hanteren: excellent, goed, voldoende en zwak. Hoe dan ook, het onderwijs in Drenthe heeft een stap vooruit gemaakt. En daar ging het allemaal om.