Vlissingen Buitenhaven
Beheersverordening
adviseurs ruimtelijke ordening
Buitenhaven Vlissingen
beheersverordening
identificatie
planstatus
identificatiecode:
datum:
status:
NL.IMRO.0718.BVBU01-VG01
19-03-2013 30-05-2013
ontwerp vastgesteld
projectnummer:
0718.009194.00 opdrachtleider:
ir. C.A. Louws
© RBOI-Middelburg bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van RBOI-Middelburg bv, behoudens voorzover dit drukwerk wettelijk een openbaar karakter heeft gekregen. Dit drukwerk mag zonder genoemde toestemming niet worden gebruikt voor enig ander doel dan waarvoor het is vervaardigd.
3
Inhoudsopgave
Toelichting
5
Hoofdstuk 1
Inleiding
7
1.1
Aanleiding
7
1.2
Verordeningsgebied
7
1.3
Vigerende plannen
8
1.4
Leeswijzer
9
Hoofdstuk 2
De beheersverordening
2.1
Inleiding
11
2.2
De beheersverordening
11
2.3
Aanvullende ruimtelijke instrumenten
13
Hoofdstuk 3
Uitgangspunten Buitenhaven
3.1
Inleiding
15
3.2
Waarom een beheersverordening voor de Buitenhaven
15
3.3
Opzet beheersverordening Buitenhaven
16
Hoofdstuk 4
Omgevingsaspecten
4.1
Inleiding
21
4.2
Beleidsaspecten
21
4.3
Omgevingsaspecten
22
Bijlagen
11
15
21
27
Bijlage 1
Luchtfoto Beheersverordening Buitenhaven
29
Bijlage 2
Lijst functies en gebouwen Beheersverordening Buitenhaven
31
Bijlage 3
Inwaartse milieuzonering Buitenhaven
33
Bijlage 4
Onderzoek natuur Beheersverordening Buitenhaven
35
Bijlage 5
Onderzoek externe veiligheid beheersverordening Buitenhaven
37
Onderzoek archeologie Beheersverordening Buitenhaven
39
Bijlage 6
Regels
41
Hoofdstuk 1
Inleidende regels
Artikel 1
Begrippen
43 43
Artikel 2
Wijze van meten
48
Hoofdstuk 2
Bestemmingsregels
Artikel 3
Regels ten aanzien van Bedrijventerrein - Haven
49
Artikel 4
Regels ten aanzien van Horeca
51
Artikel 5
Regels ten aanzien van Infrastructuur
52
Artikel 6
Regels ten aanzien van Water - Haven
53
49
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 0718.009194.00 Rotterdam / Middelburg
4
Artikel 7
Regels ten aanzien van Archeologie
54
Artikel 8
Regels ten aanzien van Hoogspanningsverbinding
55
Artikel 9
Regels in verband met Waterkering
56
Hoofdstuk 3
Algemene regels
Artikel 10
Anti-dubbeltelregel
57
Artikel 11
Algemene afwijkingsregels
58
Hoofdstuk 4
Overgangs- en slotregels
Artikel 12
Overgangsrecht
59
Artikel 13
Slotregel
60
Bijlagen Bijlage 1
57
59
61 Staat van Bedrijfsactiviteiten
63
_______________________________________________________________________________________________________________ 0718.009194.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
toelichting
7
Hoofdstuk 1
1.1
Inleiding
Aanleiding
De gemeente Vlissingen is in 2008 gestart met actualiseren van het planologische regime op haar grondgebied. Voor het actualiseren van het planologische regime voor het gebied van de Buitenhaven is de belangrijkste reden de wettelijke plicht, zoals die in de op 1 juli 2008 in werking getreden Wet ruimtelijke ordening is opgenomen. Daarnaast is een belangrijk argument het vervangen van verouderde regelingen. Actualisatie kan ofwel via een bestemmingsplan ofwel via een beheersverordening plaatsvinden. Tot op heden is voor het meest gangbare en meest bekende juridische instrument gekozen: het bestemmingplan. Voor de Buitenhaven is echter gekozen voor het instrument 'beheersverordening'. In hoofdstuk 3 is de onderbouwing van de keuze beschreven.
1.2
Verordeningsgebied
Het gebied van de beheersverordening wordt globaal begrensd door:
aan de noord(oost)zijde de kern Oost-Souburg en het bedrijventerrein Souburg; aan de oostzijde het bedrijventerrein Poortersweg en het landelijk gebied; de Westerschelde zuidelijk van het verordeningsgebied; aan de westzijde het gebied van de Kenniswerf en de Binnenhavens.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 0718.009194.00 Rotterdam / Middelburg
8
Figuur 1.1.
1.3
Verordeningsgebied
Vigerende plannen
Voor het verordeningsgebied is het bestemmingsplan Buitenhaven van kracht. Dit bestemmingsplan is vastgesteld door de gemeenteraad op 30 mei 1975 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Zeeland op 5 januari 1976. Vervolgens is het bestemmingsplan herzien door de raad op 21 december 1978. Deze herziening is goedgekeurd op 11 december 1979. Het bestemmingsplan en de herziening komen, zoals in de Wet ruimtelijke ordening is bepaald, bij de inwerkingtreding van de beheersverordening te vervallen. _______________________________________________________________________________________________________________ 0718.009194.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
9
Daarnaast geldt er een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 3.7 van de Wet ruimtelijke ordening. Met een voorbereidingsbesluit kunnen ontwikkelingen worden voorkomen, die niet passen in het toekomstig ruimtelijk beleid.
1.4
Leeswijzer
Deze toelichting op de beheersverordening is als volgt opgebouwd:
Hoofdstuk 2 beschrijft het instrument beheersverordening en de instrumenten, die in aanvulling op de verordening beschikbaar zijn voor het beheer van de Buitenhaven. Hoofdstuk 3 gaat over de onderbouwing van de keuze voor het instrument beheersverordening voor de Buitenhaven, de uitgangspunten, waarop de verordening is gebaseerd en de toelichting op de inhoud van de verordening. Hoofdstuk 4 bevat het onderzoek naar de relevante beleidskaders en de toepasselijkheid op de verordening en het onderzoek naar de omgevingsaspecten, die bij de totstandkoming van de verordening zijn betrokken en beoordeeld.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 0718.009194.00 Rotterdam / Middelburg
10
_______________________________________________________________________________________________________________ 0718.009194.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
11
Hoofdstuk 2
2.1
De beheersverordening
Inleiding
Dit hoofdstuk bevat een beschrijving van de beheersverordening als juridisch-planologisch instrument. Ook wordt aandacht besteed aan de juridische instrumenten, waarmee – naast de beheersverordening – het ruimtelijk beheer en gebruik van het verordeningsgebied kunnen worden ingevuld.
2.2
De beheersverordening
2.2.1
Inhoudelijk
Een beheersverordening is een beheerregeling voor het bestaande gebruik voor een gebied, waarin geen ruimtelijke ontwikkelingen zijn voorzien. Daaronder moet worden verstaan: geen ruimtelijk relevante veranderingen in het planologisch toegestane gebruik van gronden, opstallen alsmede bouwkundige wijzigingen van bouwwerken. Het begrip 'bestaand' kan zowel 'eng' als 'ruim' worden uitgelegd.
Bij bestaand gebruik in enge zin worden alleen de bestaande feitelijk aanwezige functies en bebouwing vastgelegd. Het gaat daarbij om gebruik en bouwen inclusief hetgeen op basis van verleende vergunningen is toegestaan, maar nog niet is gerealiseerd. Bij gebruik in ruime zin wordt het geldende bestemmingsplan als uitgangspunt genomen.
Bij gebruik in ruime zin gaat het (boven op het gebruik in enge zin) tevens om het gebruik dat door het geldende bestemmingsplan wordt toegelaten. Ook alle nog niet gerealiseerde gebruiks- en bouwmogelijkheden vallen daaronder. Het is toelaatbaar dit gebruik in ruime zin in een beheersverordening op te nemen. In de beheersverordening Buitenhaven is ervoor gekozen de ruimte, die het geldende bestemmingsplan biedt, mee te nemen. Reden hiervoor is dat de gronden nagenoeg geheel daadwerkelijk zijn uitgegeven en ook als zodanig in gebruik en bebouwd zijn. Daarom zijn feitelijk nauwelijks nieuwe, grote, ruimtelijke ontwikkelingen, mogelijk, noch voorzien.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 0718.009194.00 Rotterdam / Middelburg
12
2.2.2
Bestanddelen beheersverordening
Anders dan bij het bestemmingsplan bepaalt de Wet ruimtelijke ordening niet uit welke elementen een beheersverordening bestaat. Het is wel duidelijk, dat de beheersverordening betrekking heeft op een gebied en regels geeft voor het beheer van het gebied. De beheersverordening heeft een digitale component en sluit aan bij de digitale opzet van de instrumenten van de Wet ruimtelijke ordening. Dat maakt, dat een beheersverordening bestaat uit:
een object, dat bestaat uit het gebied, waarop de verordening betrekking heeft; deze is op de bijbehorende verbeelding aangegeven als verordeningsgebied, met één of meer objecten binnen het gebied, die op de verbeelding zijn aangegeven als besluit(sub)vlak; regels, die gekoppeld zijn aan het gebied en/of de objecten en die kunnen gaan over gebruiksvormen, bouwen, aanleggen, slopen, afwijken met een omgevingsvergunning en eventueel overgangsrecht.
Alhoewel de Wet ruimtelijke ordening dit evenmin bepaalt, is het noodzakelijk de beheersverordening vergezeld te laten gaan van een toelichting, waarin de gemaakte keuzen zijn onderbouwd. De Wet ruimtelijke ordening bepaalt wel dat de beheersverordening de volgende elementen kan bevatten:
een verbod om bepaalde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren zonder omgevingsvergunning (bijvoorbeeld ter bescherming van bepaalde waarden of belangen); een verbod om bouwwerken te slopen zonder omgevingsvergunning (bijvoorbeeld voor cultuurhistorisch waardevolle objecten); binnenplanse afwijkingsregels; overgangsrecht.
In de beheersverordening Buitenhaven is in het algemeen geen noodzaak gebleken om een aanleg- of sloopverbod op te nemen. Hoewel de verordening op het eerste gezicht voldoende bouw- en gebruiksmogelijkheden bevat binnen het gebied, is er alle aanleiding, gezien de aard, het karakter en de ligging van het gebied, om enkele binnenplanse afwijkingsregels voor geringe afwijkingen op te nemen. Een uitzondering is gemaakt voor bescherming van de archeologische waarden en leidingen. Overgangsrecht is pas noodzakelijk op het moment, dat de toegestane gebruiksvormen afwijken van de feitelijk bestaande situatie. Dit mag namelijk niet zonder meer worden wegbestemd, indien zich dat zou voordoen. Omdat deze verordening juist de feitelijk bestaande situatie positief bestemd, is van wegbestemmen geen sprake en is een overgangsrechtelijke regeling niet strikt noodzakelijk. Voor de zekerheid is wel een gebruikelijke bepaling opgenomen. 2.2.3
Procedureel
De beheersverordening is een gemeentelijke verordening. In tegenstelling tot een bestemmingsplan of omgevingsvergunning staat tegen de vaststelling van een beheersverordening geen beroep open. Bij de voorbereiding van deze beheersverordening is de gelegenheid aan een ieder gegeven een inspraakreactie in te dienen. Deze worden betrokken bij de vaststelling van de beheersverordening door de gemeenteraad. De beheersverordening wordt digitaal vastgesteld en bekend gemaakt, tegelijk met de verordening op papier. Bij verschil in uitleg is de digitale versie beslissend.
_______________________________________________________________________________________________________________ 0718.009194.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
13
2.3
Aanvullende ruimtelijke instrumenten
De beheersverordening is één van de beschikbare wettelijke juridisch-planologische instrumenten voor het ruimtelijk beheer van de Buitenhaven. Dit middel kan niet los worden gezien van andere instrumenten, die ook voor het ruimtelijk beheer kunnen worden benut. Deze worden hierna belicht. 2.3.1
Welstandstoezicht
In het kader van het welstandstoezicht wordt het uiterlijk van een bouwwerk beoordeeld aan de hand van zogenaamde redelijke eisen van welstand. De eisen voor de bedrijventerreinen, waaronder de Buitenhaven, zijn vastgesteld in de Welstandsnota 2006. Een aanvraag voor een omgevingsvergunning bouwen wordt getoetst aan de welstandseisen. Daarmee is het welstandstoezicht een instrument voor het beheer van de ruimtelijke kwaliteit van een gebied. 2.3.2
Het vergunningsvrij bouwen
In bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (hierna: Bor), die voortvloeit uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) zijn bouwactiviteiten opgenomen, waarvoor geen omgevingsvergunning vereist is. Daarbij is onderscheid gemaakt in twee categorieën van vergunningsvrije bouwactiviteiten:
de geheel vergunningsvrije activiteiten uit artikel 2 van Bijlage II, die niet binnen een bestemmingsplan of beheersverordening moeten passen; de activiteiten uit artikel 3 van bijlage II, die pas vergunningsvrij zijn, indien deze passen binnen een bestemmingsplan of beheersverordening.
Voor beide categorieën gelden de volgende uitzonderingen:
vergunningsvrij bouwen is niet toegestaan in een gebied, dat wegens explosiegevaar of op grond van veiligheidsrisico's onbebouwd moet blijven; het aantal woningen mag niet worden veranderd door vergunningsvrij bouwen; dit is overigens in het gebied Buitenhaven niet aan de orde: er zijn geen woningen aanwezig; wanneer een gebied archeologische resten bevat, is vergunningsvrij bouwen over een oppervlakte van meer dan 50 m² niet toegestaan.
Voor vergunningsvrije activiteiten is logischerwijs geen procedure van toepassing. Deze kunnen zonder meer worden uitgevoerd. 2.3.3
Planologische kruimelgevallen
In bijlage II van het Bor zijn ook de zogenaamd planologische kruimelgevallen opgenomen (artikel 4). Het gaat om zogenaamd bijbehorende bouwwerken, die groter zijn dan de bouwvergunningsvrije bouwwerken, infrastructurele- en nutsvoorzieningen, antennes tot 40 m, duurzame energie-installaties, evenementen en gebruiksveranderingen tot maximaal 1.500 m² binnen de bebouwde kom, inclusief inpandige bouwactiviteiten. Voor de activiteiten, die via deze 'kruimelgevallenregeling' mogelijk kunnen worden gemaakt, geldt de reguliere voorbereidingsprocedure van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Dit betekent, dat er een beslistermijn van acht weken geldt met de mogelijkheid tot verdaging met zes weken na de datum van ontvangst van een ontvankelijke aanvraag. Nadat de vergunning is verleend, staat daartegen bezwaar en beroep open.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 0718.009194.00 Rotterdam / Middelburg
14
2.3.4
Planologische omgevingsvergunning
Voor – de op dit moment – onvoorziene ontwikkelingen, die niet met de voorgaande instrumenten zijn in te passen, biedt de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) de mogelijkheid van de beheersverordening af te wijken indien wordt aangetoond dat de beoogde ontwikkeling in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. Mocht zich gedurende de looptijd van een plan zodoende een situatie voordoen die niet in de beheersverordening is in te passen, noch met voorgaande instrumenten kan worden toegestaan, zal deze situatie worden beoordeeld in het kader van de gevolgen die de betreffende ontwikkeling voor de ruimtelijke kwaliteit heeft. Voor het bouwen/gebruiken met een ruimtelijke onderbouwing geldt de uitgebreide voorbereidingsprocedure. Deze procedure omvat een termijn waarin de ontwerpvergunning ter inzage wordt gelegd en een ieder zijn of haar zienswijze kan indienen. De procedure heeft een beloop van 6 maanden. Nadat de vergunning is verleend staat hiertegen bezwaar en beroep open.
_______________________________________________________________________________________________________________ 0718.009194.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
15
Hoofdstuk 3
3.1
Uitgangspunten Buitenhaven
Inleiding
In hoofdstuk 2 is stil gestaan bij het instrument van de beheersverordening en de aanvullende instrumenten. In dit hoofdstuk wordt de toepassing van deze instrumenten op het gebied Buitenhaven uiteengezet en de gemaakte keuze inzichtelijk gemaakt.
3.2
Waarom een beheersverordening voor de Buitenhaven
Buitenhaven betreft het kade- en havengebied van de Buitenhaven. Tevens zijn in het gebied opgenomen de Veerhavenweg, de spoorweg en het stationsgebied. De grens van het gebied van de beheersverordening is aangesloten op de aangrenzende bestemmingsplannen Bedrijventerrein Poortersweg, Bedrijventerrein Souburg, Kenniswerf-oost, Binnenhavens, Binnenstad-Eiland en Buitengebied. Daarmee ontstaat een gebiedsdekkend geheel van actuele juridisch-planologische regelingen, waartoe de Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2013 verplicht. De kades en gronden rondom de Buitenhaven zijn door de beheerder, Zeeland Seaports, nagenoeg volledig uitgegeven. In hoofdzaak zijn er haven- en kadegebonden bedrijven gevestigd. Met de Veerhavenweg, die buiten gebruik is geraakt na opheffing van de veerdienst, bestaan nu nog geen concrete plannen. Het stationsgebied en de spoorwegverbinding liggen ook in het gebied. Daarnaast bevinden zich in het gebied het trainingscentrum van de brandweer en de marinekazerne. Ook deze situatie blijft gehandhaafd. Een volledige inventarisatie van eigendommen en functies is opgenomen in bijlage 2. Zoals in paragraaf 2.2.1 aangegeven zijn feitelijke nieuwe, grootschalige, ruimtelijke ontwikkelingen niet voorzien. Om die reden is een beheersverordening een adequaat instrument om het bestaande gebruik in ruime zin te continueren. In het verleden is niet gebleken, dat dit de ontwikkeling en bedrijfsvoering van de aanwezige bedrijven belemmert. Temeer, indien nodig, kan door middel van een planologische omgevingsvergunning (zie paragraaf 2.3.4) medewerking worden verleend aan initiatieven, die onverhoopt niet binnen de beheersverordening passen, maar die in planologisch opzicht wenselijk en aanvaardbaar zijn. In samenspraak met Zeeland Seaports en de Provincie Zeeland wordt gestudeerd op een visie voor dit gebied. Voor een aantal projecten in het gebied van Vlissingen Stadshavens (dat is een veel groter gebied dan alleen de Buitenhaven) is door het Ministerie van EL&I een bijdrage verleend. Met de komst van de marinierskazerne naar Vlissingen, in het aan de oostzijde van de Buitenhaven aangrenzende gebied, ontstaat een belangrijke ruimtelijke ingreep in dit gebied. Dit vergt een aanpassing van de eerder geformuleerde deelprojecten.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 0718.009194.00 Rotterdam / Middelburg
16
Voor de Buitenhaven zal dit dan in hoofdzaak gaan om revitalisering van het kade- en havengebied. Daarnaast wordt bezien of nog gebieden kunnen worden toegevoegd, waarvoor met name de zone aan de westzijde van de Buitenhaven (de Veerhavenweg) in aanmerking zou kunnen komen. Deze aan te passen studie, met alle bijbehorende financiële exercities, vergt echter tijd en zal niet op een zodanig tijdstip gereed zijn, dat nog tijdig – voor 1 juli 2013 – een nieuw bestemmingsplan kan worden vastgesteld. Om die redenen vormt de beheersverordening een adequaat instrument om aan de wettelijke actualiseringsplicht te voldoen. Zodra de nu in ontwikkeling zijnde visie gereed is, waarbij de vestiging van de marinierskazerne het uitgangspunt vormt, alsmede de mogelijke uitbreiding van het zeehaventerrein aan de westzijde (onder andere Veerhaven), kan met de opstelling van een bestemmingsplan worden gestart. In dat bestemmingsplan zal dan met name de nieuw beoogde ruimtelijke ontwikkelingen planologisch moeten worden verankerd.
3.3
Opzet beheersverordening Buitenhaven
De beheersverordening Buitenhaven is gebaseerd op de volgende twee uitgangspunten:
het beheer van de bestaande situatie; afstemming van de bouw- en gebruiksmogelijkheden op het geldende planologisch regime, voor zover passend binnen de sectorale wetgeving, rekening houdend met de aanvullende instrumenten (zie paragraaf 2.3).
3.3.1
Beheer van de bestaande situatie
Het beheer van de bestaande situatie is één van de uitgangspunten van deze beheersverordening. Dit leidt ertoe, dat de gemeente over een toetsingskader beschikt op basis waarvan omgevingsvergunningen kunnen worden verleend en handhaving kan plaatsvinden. Het bestaande karakter en de bestaande bouw- en gebruiksmogelijkheden van dit havengebied worden zo behouden. Artikel 3.1 van deze verordening regelt dit uitgangspunt door te bepalen, dat zowel qua gebruik als qua bouwen de bestaande situatie ook de toegestane situatie is. De bestaande situatie bestaat uit gebruik en bouwen:
bestaand gebruik: het gebruik van gronden en bouwwerken, zoals aanwezig op het moment, dat de verordening wordt vastgesteld; dit omvat dus het gebruik in ruime zin (zie paragraaf 2.2.1); bouwen (bestaande bouwwerken): bouwwerken, die overeenkomstig de Wabo zijn gebouwd (ofwel vergunningsvrij ofwel op basis van een vergunning) of nog legaal kunnen worden gebouwd (op grond van een nog niet benutte vergunning).
Bij de aanvraag om omgevingsvergunning en in handhavingszaken kan de bestaande situatie door middel van de volgende bronnen worden geraadpleegd:
luchtfoto d.d. augustus 2012 (bijlage 1) Aan de hand van luchtfoto zijn verschillende waarnemingen mogelijk. Dit betreft onder meer de locatie van de bebouwing, het water (de haven), de spoorweg en de waterkering. lijst met functies (bijlage 2) In bijlage 2 is een lijst opgenomen, waarin per adres is weergegeven welke functie(s) op dat adres worden uitgeoefend. Dit betreffen gegevens uit de gemeentelijke Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en de WOZ (Wet onroerende zaken). Aan de hand van deze lijst kan exact worden teruggevonden wat de bestaande situatie (functie) is. archief omgevings- en bouwvergunningen
_______________________________________________________________________________________________________________ 0718.009194.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
17
Door middel van het gemeentelijk archief met verleend bouw- en omgevingsvergunningen is per geval de bestaande c.q. vergunde situatie inzichtelijk. 3.3.2
Afstemming planologische mogelijkheden
In de regels zijn de mogelijkheden overgenomen vanuit het geldende planologische regime. De afzonderlijke functies in het gebied zijn onderverdeeld in besluitvlakken. Daaraan zijn, waar nodig, aanvullende regels gesteld ten aanzien van het bestaande gebruik en de aanwezige bebouwing.
Het besluitvlak Bedrijventerrein - Haven omvat de bedrijfspercelen. Hier is kade- en havengebonden en daaraan gelieerde bedrijvigheid toegestaan. Voor de Marinekazerne is een aanduiding toegevoegd (besluitsubvlak). Dit perceel hoort gelet op het karakter tot het havengebied en behoeft om die reden geen afzonderlijk besluitvlak waarbij andere bedrijvigheid zou zijn uitgesloten. Alle gronden/kades behoren tot het gezoneerde industrieterrein als bedoeld in de Wet geluidhinder. 1. Voor twee bedrijfslocaties in het zuidwestelijk deel van het plangebied, zijn bedrijven toelaatbaar gesteld tot en met categorie 4.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (Rijkswaterstaat, Holland Radio). 2. Ter plaatse van de westelijke kade langs de spoorlijn zijn bedrijven toegestaan tot en met categorie 4.2. 3. Het noordelijk gedeelte van het haventerrein is geschikt voor bedrijven tot en met categorie 5.1. 4. Categorie 5.2-bedrijven zijn toelaatbaar op de oostelijke kade. 5. Deze milieuzonering is gebaseerd op de milieuzoneringskaart zoals opgenomen in bijlage 3. Daarbij is van betekenis dat het gebied westelijk van het haventerrein gelegen, wordt doorsneden door een spoorlijn en één van toegangswegen tot Vlissingen, vanaf de A58. Het gebied heeft een gemengd karakter in de vorm van de Kenniswerf. Aan de noordzijde ligt de A58 met 'daarachter' de kern Oost-Souburg. Door de ligging aan de A58 is ook hier sprake van een gemengd gebied. De bedrijventerreinen aan de (noord)oostzijde, de agrarische bedrijvigheid, zuivering en de toegangsweg tot Vlissingen-Oost, zorgen aan die zijde voor een gemengd karakter. Hiermee is in de milieuzonering rekening gehouden, zodanig dat ter plaatse van de Buitenhaven bedrijvigheid toelaatbaar één categorie hoger, ten opzichte van een bedrijventerrein naast een rustige woonwijk. 6. De Staat van Bedrijfsactiviteiten is afgeleid van de VNG-brochure en volgt in die zin de opzet van die brochure. Daarnaast heeft een selectie plaatsgevonden van bedrijvigheid die geschikt is voor vestiging op dit bedrijventerrein voor zeehavengebonden bedrijvigheid. De horecagelegenheid aan de Prins Hendrikweg is voorzien van een afzonderlijk besluitvlak Horeca. Alle infrastructuur is opgenomen in het besluitvlak Infrastructuur. Hiertoe behoren de wegenstructuur, de spoorverbinding en het transferium van de fiets-/voetveerverbinding. Het stationsgebouw en de horecagelegenheden zijn de meest markante gebouwen. Het stationsgebouw is een monument. Een beschermende regeling is opgenomen in de Monumentenwet. In deze beheersverordening is geen regeling noodzakelijk. Het besluitvlak Water - Haven omvat hoofdzakelijk het wateroppervlak met daarnaast steigers en dergelijke. De toelaatbaar gestelde activiteiten zijn gebonden aan de aangrenzende bedrijfspercelen en eveneens behorend tot het gezoneerd industrieterrein. De besluitsubvlakken Waterkering en Hoogspanningsverbinding zorgen met de daaraan gekoppelde regels, voor bescherming van de specifieke belangen. Hierin is ook een regeling opgenomen, in het belang van de waterkering, voor opslag en verwerking van explosiegevaarlijk materiaal.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 0718.009194.00 Rotterdam / Middelburg
18
3.3.3
Onderdelen en opzet van de beheersverordening
De beheersverordening bestaat uit de volgende onderdelen:
de verbeelding; de regels (vier hoofdstukken).
Het verordeningsgebied is op de verbeelding aangegeven. De regels bestaan uit vier hoofdstukken.
Hoofdstuk 1 van de regels bevat inleidende bepalingen als begripsbepalingen (artikel 1) en regels voor de wijze van meten (artikel 2). Deze bepalingen zijn noodzakelijk voor een juiste interpretatie van de regels. In hoofdstuk 2 zijn de gebiedsregels ofwel de gebruiks- en bouwregels opgenomen. In deze bepalingen is het toelaatbare gebruik van gronden en bouwwerken aangegeven en zijn diverse bepalingen inzake het bouwen opgenomen. Deze bouwregels zijn niet van toepassing op de categorie zogeheten 'vergunningsvrije bouwwerken'. Van een aantal bouwregels kan worden afgeweken. Deze afwijkingsbepalingen zijn eveneens opgenomen in de gebiedsregels. Hoofdstuk 3 omvat een algemene bepaling die voor het gehele gebied van toepassing is: de anti-dubbeltelregel. Tevens is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen tot 10% van de maatvoeringsbepalingen in hoofdstuk 2 van de regels. De overgangs- en slotbepalingen zijn ondergebracht in hoofdstuk 4.
Gebiedsregels Voor de verschillende bestaande functies zijn afzonderlijke gebiedsregels opgenomen: Bedrijventerrein - Haven, Horeca, Infrastructuur en Water-Haven. In de gebiedsregels is het volgende vastgelegd.
Het bestaande gebruik mag worden voortgezet. In aanvulling op de bepaling inzake bestaand gebruik zijn voor de afzonderlijke gebruiksvormen bepalingen opgenomen waarmee de planologische ruimte uit de geldende bestemmingsregelingen, zo veel mogelijk is gecontinueerd. Er zijn enkele afwijkingsregels opgenomen. Het betreft hier afwijkingen die zonder uitvoerig onderzoek kunnen worden toegepast. Bij iedere afwijking vinden wel een afweging en toetsing plaats, die zijn niet zo substantieel als bijvoorbeeld bij een wijzigingsbevoegdheid zoals opgenomen in een bestemmingsplan. De aanwezige gebruiksvormen zijn in de tabellen in bijlage 2 vermeld.
Als het ware liggen over de gebiedsaanduidingen, de aanduidingen voor Archeologie, de Hoogspanningsverbinding en Waterkering. Hieraan zijn afzonderlijke regels gekoppeld. 3.3.4
Toepassen beheersverordening
Het beheer van de bestaande situatie vormt de basis van deze beheersverordening. Dit leidt ertoe dat de gemeente over een toetsingskader beschikt op basis waarvan omgevingsvergunningen kunnen worden verleend en handhaving kan plaatsvinden. De bestaande kwaliteit van het gebied wordt zo behouden. Bestaande situatie In de artikelen wordt dit uitgangspunt geregeld door te bepalen dat zowel qua gebruik als qua bouwen de bestaande situatie ook de toegestane situatie is. De bestaande situatie bestaat uit gebruik en bouwen. Bij de aanvraag om omgevingsvergunningen en in handhavingszaken kan de bestaande situatie door middel van de volgende bronnen worden geraadpleegd:
luchtfoto (zie bijlage 1); overzicht gebruik verordeningsgebied (zie bijlage 2); archief omgevings- en bouwvergunningen.
_______________________________________________________________________________________________________________ 0718.009194.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
19
Overzicht gebruik verordeningsgebied In bijlage 2 is een overzicht opgenomen waarin het gebruik van het verordeningsgebied is weergegeven. Het gaat om een lijst van bedrijven en functies. Deze informatie is ontleend aan de gemeentelijke Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG), de vergunningenadministratie en een veldinventarisatie. Aan de hand van dit overzicht kan exact worden teruggevonden wat de bestaande situatie is. Archief vergunningen Door middel van het gemeentelijk archief met verleende bouw- en omgevingsvergunningen is per geval de bestaande situatie inzichtelijk.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 0718.009194.00 Rotterdam / Middelburg
20
_______________________________________________________________________________________________________________ 0718.009194.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
21
Hoofdstuk 4
4.1
Omgevingsaspecten
Inleiding
In dit hoofdstuk vindt toetsing plaats aan beleids- en omgevingsaspecten. De conclusie is, dat deze aspecten de totstandkoming van de beheersverordening niet in de weg staan.
4.2
Beleidsaspecten
In het kader van deze beheersverordening is getoetst welke beleidsstukken op rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau relevant zijn. Gelet op de uitgangspunten van deze verordening, is uitsluitend stil gestaan bij beleid, dat eventueel consequenties daarvoor kan of dient te hebben. Omdat de beheersverordening ziet op het beheer van de bestaande situatie is een uitgebreidere toets niet noodzakelijk. 4.2.1
Rijksbeleid
Op 22 november 2011 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte door de Tweede Kamer aanvaard en op 1 januari 2012 in werking getreden. In deze structuurvisie schetst het Rijk ambities tot 2040 en doelen, belangen en opgaven tot 2028. In de visie worden een aantal nationale belangen benoemd. De havens van Vlissingen en Terneuzen worden specifiek benoemd en vormen het derde havencomplex van Nederland. 4.2.2
Provinciaal beleid
In het Omgevingsplan Zeeland 2012-2016 (vastgesteld 28 september 2012) is het gebied als zeehaventerrein aangegeven. Daarin is tevens aangegeven, dat de provincie de ontwikkeling daarvan bevordert. Het in voorbereiding zijnde masterplan voor dit haventerrein en het omliggende gebied zal daarvoor een belangrijke pijler vormen. Tevens kan de mogelijke vestiging van de marinierskazerne, waaraan prioriteit wordt gegeven in het ruimtelijk beleid, van invloed zijn op visievorming op dit bedrijvengebied op lange(re) termijn. 4.2.3
Gemeentelijk beleid
Structuurvisie In de gemeentelijke structuurvisie (vastgesteld 17 december 2009) is de Buitenhaven aangegeven als bestaand bedrijventerrein. Tevens zijn de cruiseterminal en het NS-station aangegeven. Welstandsnota De eisen voor de bedrijventerreinen, waaronder de Buitenhaven, zijn vastgesteld in de Welstandsnota 2006. De nota beschrijft de stedenbouwkundige kenmerken en het bebouwingsbeeld. Vervolgens zijn criteria geformuleerd op hoofdaspecten en deelaspecten.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 0718.009194.00 Rotterdam / Middelburg
22
4.2.4
Conclusie
Het rijks-, provinciaal en gemeentelijk ruimtelijk beleid staat de totstandkoming van deze beheersverordening niet in de weg. De beheersverordening komt overeen met de bestaande situatie zoals in de beleidsdocumenten is aangegeven.
4.3
Omgevingsaspecten
Voorafgaand aan de keuze voor de inzet van de beheersverordening voor de Buitenhaven, heeft een scan plaatsgevonden van relevante omgevingsaspecten. Dit onderzoek is beperkt van aard, omdat de beheersverordening is gericht op consolidatie van de bestaande planologisch-juridische situatie. Het onderzoek richtte zich erop te bepalen of in het gebied vanuit milieu, geluid, water, natuur, externe veiligheid of cultuurhistorie aanleiding bestaat tot het treffen van maatregelen of het stellen van regels. Hiervoor is een toets uitgevoerd of voldaan wordt of kan worden voldaan aan wet- en regelgeving. 4.3.1
Milieu
Algemeen Uit de staat van bedrijven blijkt, dat de al vigerende situatie wordt gehandhaafd: kade- en havengebonden bedrijven en bedrijven, die daaraan gerelateerd zijn. Deze bedrijven veroorzaken, geen onevenredige hinder (zoals geur, geluid, stof) voor de omgeving:
aan de oostzijde het bedrijventerrein Poortersweg, landelijk gebied met verspreid liggende burgerwoningen en op circa 1 tot 1,5 km de kern Ritthem; op 400 m afstand aan de noordzijde de kern Oost-Souburg; aan de westzijde gebieden, die bestemd zijn voor bedrijven (Kenniswerf-oost), onderwijsinstellingen (Kenniswerf) en binnenhavenactiviteiten (visserij, betonning, jachthaven en daaraan gerelateerde bedrijvigheid). Dit gebied wordt momenteel geherstructureerd.
De toegelaten bedrijven aan de Buitenhaven vormen voor de ontwikkeling en herstructurering van de gebieden, woongebieden en toekomstige marinierskazerne geen belemmering. De afstemming via de geldende omgevingsvergunningen voor milieu en de geluidszone (zie paragraaf 4.3.2) zorgen ervoor dat de gevestigde bedrijven kunnen worden gehandhaafd ook al behoren deze tot een milieucategorie met een grotere afstand (in totaal 700 m) dan op grond van de algemene categorisering in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zou voortvloeien (400 m). Deze inwaartse milieuzonering is weergegeven in bijlage 3. Op grond hiervan kan bedrijvigheid worden toegestaan tot en met categorie 4.1 van tot en met 5.2 de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Bodem en luchtkwaliteit Er is geen onderzoek verricht naar de bodem. Deze aspecten zijn alleen relevant als er nieuwe ontwikkelingen in het gebied mogelijk zijn. Hiervan is geen sprake. Ditzelfde geldt voor luchtkwaliteit. Dit is ontleend aan onderzoek dat is verricht voor het bestemmingsplan Kenniswerf-oost. Plan-m.e.r.-plicht Uit deze beheersverordening volgt geen Plan-m.e.r.-plicht aangezien er geen nieuwe mer-(beoordelings)plichtige activiteiten worden toegestaan ten opzichte van de vergunde en de bestaande situatie. In de regeling worden nieuwe activiteiten uitgesloten die als mer-(beoordelings)plichtige activiteiten, zijn aangemerkt in de lijsten C en D van het Besluit mer. Vesta Terminal Flushing bv biedt opslagcapaciteit voor onder andere olie. Het behoort niet tot
_______________________________________________________________________________________________________________ 0718.009194.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
23
de chemische industrie. Vandaar dat het bedrijf niet is aan te merken als een bedrijf genoemd onder D25 in de lijst behorend bij het Besluit mer. Daardoor is het bedrijf niet m.e.r.beoordelingsplichtig. Uit analyse blijkt tevens dat het bedrijf niet valt onder de planmer-plicht (vanaf 200.000 ton). Vesta Terminal Flushing bv, heeft namelijk aan de Oosterhavenweg een opslagcapaciteit van 178.500 m³ en aan de Westerhavenweg 38.600 m³. De gezamenlijke inhoud bedraagt 217.600 m³. Rekening houdend met een soortelijk gewicht van 0,9, is er een opslagcapaciteit vergund van 195.390 ton. In de milieuvergunning is destijds reeds beoordeeld dat met het maximeren van de inhoudsmaat, de drempel voor de tonnage niet wordt overschreden. De bestaande situatie wordt ter verduidelijking in bijlage 2 vermeld. Voorts blijkt dat mogelijke nadelige effecten van de Buitenhaven zijn begrensd door de geldende omgevingsvergunningen en geluidszone. In de directe nabijheid ligt infrastructuur die een directe aansluiting geeft op het rijkswegennet. Hierdoor zijn er in de bestaande situatie geen nadelige effecten voor de omgeving aan de orde. 4.3.2
Geluid
Wegverkeer Het geldende bestemmingsplan staat bedrijfswoningen toe. Deze mogelijkheid wordt in de beheersverordening, om milieutechnische redenen, niet langer gecontinueerd. Dat betekent, dat uit een oogpunt van wegverkeerslawaai geen akoestisch onderzoek vereist is. Industrie De Buitenhaven is een gezoneerd industrieterrein, dat op 24 september 2009 door de gemeenteraad door middel van de zogenaamde 'Parapluherziening bestemmingsplannen geluidszone industrieterrein De Schelde/Buitenhaven' juridisch is verankerd. Deze parapluherziening belemmert niet de vaststelling van een beheersverordening, waarin de bestaande situatie wordt geconsolideerd. Het gebied wordt aangemerkt als gezoneerd industrieterrein. Spoorweg Het gebied van de beheersverordening is op circa 30 m van de spoorlijn gelegen, waarvoor een zone geldt van 100 m. Het gebied van de beheersverordening valt dus binnen die zone. Er worden geen geluidsgevoelige bestemmingen toegelaten. Akoestisch onderzoek is dan ook niet vereist. 4.3.3
Water
Een belangrijk deel van het gebied van de beheersverordening omvat het waterstaatswerk (de primaire waterkering) en de daarbij behorende beschermingszone A. Deze zijn op de verbeelding aangegeven. In de regels is een vergelijkbare regeling opgenomen als in aangrenzende bestemmingsplannen. Omdat de bestaande situatie wordt gehandhaafd behoeven andere wateraspecten geen nadere toelichting.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 0718.009194.00 Rotterdam / Middelburg
24
4.3.4
Natuur
Gebiedsbescherming Natura 2000 Westerschelde & Saefthinge Het gebied van de beheersverordening ligt op enige afstand van de Westerschelde, die is aangewezen als Natura 2000-gebied. Geluid en licht kunnen in beginsel een extern effect hebben op dit gebied. Gelet op de soorten en de afstanden tot de betreffende locaties, zijn significante effecten uit te sluiten. Omdat de beheersverordening geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt, is een voortoets, gezien de hiervoor beschreven situatie, naar eventuele effecten niet vereist. Bij de aanwijzing tot Natura-2000-gebied is ook rekening gehouden met de aanwezigheid en de ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van de Buitenhaven. Ecologische Hoofdstructuur (EHS) De Westerschelde is naast Natura 2000-gebied tevens een onderdeel van de EHS. De provinciale EHS ligt op meer dan 100 m afstand van het plangebied. De beoordeling van de planologische afwegingszone is dan ook niet noodzakelijk. Gezien de grote afstand tot Fort Rammekens zijn effecten uit te sluiten en is een nadere beoordeling niet noodzakelijk, mits er geen verzurende emissies via de lucht te verwachten zijn. Soortbescherming Broedvogels en vleermuizen Het gebied herbergt vooral algemene broedvogels, kenmerkend voor een relatief stedelijk milieu. Buiten het broedseizoen worden er verschillende water- en kustvogels gezien, die in het rustige water van de havens komen foerageren of rusten. Het is een afwisselend gebied. Overige (beschermde) soorten Beschermde planten, insecten of amfibieën zijn niet waargenomen. Het voorkomen van algemene amfibieënsoorten is waarschijnlijk. Conclusie en randvoorwaarden In het gebied van de beheersverordening komen geen natuurterreinen voor, zodat de ontwikkelingen passen binnen de huidige regelgeving. Bij werkzaamheden in het gebied dient rekening te worden gehouden met de volgende aspecten.
(Significante) effecten op het Natura 2000-gebied Westerschelde zijn uit te sluiten. Verstoring van de EHS is niet te verwachten, indien geen relevante (verzurende) emissies via de lucht zullen plaatsvinden. Onderzoek op het gebied van de beschermde flora en fauna is noodzakelijk, voordat werkzaamheden uitgevoerd gaan worden. Dit heeft betrekking op de normale zorgplicht, die uit deze wet voortvloeit voor alle grondeigenaren en gebruikers.
Nadere toelichting Een nadere toelichting op het vorenstaande is opgenomen in bijlage 4. 4.3.5
Externe veiligheid
In het plangebied is één risicovolle inrichting aanwezig, Vesta Terminal Flushing b.v. Het bedrijf valt binnen de werkingssfeer van het Besluit risico's zware ongevallen (BRZO). Vanwege de aard en omvang van de opgeslagen stoffen (vloeibare brandstoffen met een hoog brandpunt, zgn. K3-stoffen) is ter plaatse geen contour voor het plaatsgebonden risico te bepalen.
_______________________________________________________________________________________________________________ 0718.009194.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
25
De contour van het plaatsgebonden risico tengevolge van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Westerschelde bevindt zich langs de vaargeul. Dit houdt in, dat deze contour is gelegen buiten het gebied van de beheersverordening. Het gebied ligt wel binnen het invloedsgebied van de Westerschelde. In 2004/2007 zijn ter plaatse geen knelpunten met betrekking tot het groepsrisico geconstateerd. Omdat de beheersverordening geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt ten opzichte van de bestaande situatie, vormt het aspect externe veiligheid geen belemmering voor deze verordening. In bijlage 5 is het onderzoek externe veiligheid opgenomen. 4.3.6
Cultuurhistorie
Cultuur Binnen het plangebied bevinden zich het NS-station, dat als monument is aangewezen. Er zijn geen andere cultuurhistorisch waardevolle objecten aanwezig. Met de Monumentenwet voor het stationsgebouw en het welstandstoezicht voor alle objecten is het aanzien en behoud voldoende gewaarborgd. Archeologie Uit onderzoek van de Walcherse Archeologische Dienst is gebleken, dat er zich binnen het verordeningsgebied twee verschillende terreinen met verschillende archeologische waarden bevinden. Deze zijn op de verbeelding aangegeven met daaraan gekoppeld de regels, zoals deze ook voor bestemmingsplannen worden toegepast.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 0718.009194.00 Rotterdam / Middelburg
26
_______________________________________________________________________________________________________________ 0718.009194.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
bijlagen
29
Bijlage 1
Luchtfoto Beheersverordening Buitenhaven
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 0718.009194.00 Rotterdam / Middelburg
30
_______________________________________________________________________________________________________________ 0718.009194.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
31
Bijlage 2
Lijst functies en gebouwen Beheersverordening Buitenhaven
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 0718.009194.00 Rotterdam / Middelburg
32
_______________________________________________________________________________________________________________ 0718.009194.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
INVENTARISATIE BEHEERSVERORDENING BUITENHAVEN PER 01.02.2013 Nr. Adres
Eigenaar
Gebruiker
Aard bedrijf
SBI-code
Milieucategorie en richtafstand t.o.v. gemengd gebied
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
Oosterhavenweg 6 Oosterhavenweg 8 Oosterhavenweg 10 Oosterhavenweg 14 Oosterhavenweg 22 Oosterhavenweg 24 Oosterhavenweg 26 Oosterhavenweg 28 Oosterhavenweg 3 Westerhavenweg 2 Westerhavenweg 2a Westerhavenweg 2b Westerhavenweg 4 Westerhavenweg 4 Westerhavenweg 6 Westerhavenweg 12 Westerhavenweg 14 Westerhavenweg 14
Zld. Seaports Zld. Seaports Zld. Seaports Zld. Seaports Trainingscentr.Brandweer Zld. Seaports Zld. Seaports Zld. Seaports Zld. Seaports Domeinen Provincie Zld. Provincie Zld. Zld. Seaports Zld. Seaports Zld. Seaports Zld. Seaports Zld. Seaports Zld. Seaports
Harthoorn Vlissingen b.v. Min. Defensie Vesta Terminal Flshing b.v. Trainingscentrum Brandweer Trainingscentrum Brandweer De Ruyter Training&Consultancy Schietver.Contact Oud Mariniers Domeinen Domeinen V.o.f. Koko Finsa B.V. Cruiseterminal Vlissingen Vesta Terminal Flushing b.v. A. Koolwijk Shipstores b.v. B.V. Sorteerbedrijf grint en zand
18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28
Westerhavenweg 15 Stationsplein 1 Stationsplein 3 Stationsplein 5 Stationsplein 11 Prins Hendrikweg 15 Prins Hendrikweg 16 Prins Hendrikweg 54 Prins Hendrikweg 60 Prins Hendrikweg Veerhavenweg 1
A. Koolwijk Shipstores b.v. N.S. Vastgoed N.S. Vastgoed N.S. Vastgoed Harja DD VII b.v. Railinfratrust b.v. J.M.J.H. Theelen Domeinen Domeinen N.S.Vastgoed J.J. de Niet
A. Koolwijk Shipstores b.v. A.H.C. v/d Walle-Verschuuren N.V. Nederlandse Spoorwegen Station Vlissingen b.v. Radio Holland Netherlands Railinfratrust b.v. V.V.Grabar Domeinen Domeinen
opslag materialen/stalling werktuigen opslagterrein marinekazerne op/overslag olie; aanlegsteiger kantoor trainingscentrum trainingscentrum trainingscentrum clubhuis; binnenschietbaan opslag/distributie kantoor kantoor/terminal veerdienst cafetaria/snackbar op/overslag hout en bewerking aan/afmeren passagierscruiseschepen op/overslag olie opslagterrein groothandel diversen t.b.v. zeevaart op/overslag zand/grint;t.b.v. zeevaart natuursteenbewerkingsbedrijven groothandel diversen t.b.v. zeevaart fietsenstalling/shop/reparatie stationsgebouw met shop café-restaurant kantoor + reparatie elektronica emplacement/rangeerterrein seksinrichting/escortbedrijf/nachtclub onderhoud/reparatie/opslagterrein opslagterrein parkeerterrein vm. wachtruimte veerhaven
773; 52109 8422 52241 8422 (vgl.) 8422 (vgl.) 8422 (vgl.) 5629; 931 50, 51 50, 51 561 4673; 162 50,51 52241 4634-4639 52241 - 3 267 - 4 4634-4639 952 491, 492 952 261 491, 492 563 52109 -
3.1; 4.1; 5.1; 4.1; 4.1; 4.1; 4.1; 1; 1; 1; 3.2; 1; 5.1; 2; 5.3; 5.2; 2; 1; 3.2; 1; 3.1; 4.2; 1; 3.1; -
-
-
-
* Vesta slaat geen LPG op of over, zodat het gevaarsaspect vervalt; daarmee is het geuraspect maategevend en geldt als richtafstand 300 meter
Bouwhoogte in meters Gebouwen Bouwwerken
Bijzonderheden
30 meter 10 100 meter 12 300 meter * 100 meter 100 meter 100 meter 100 meter 0 meter 0 meter 0 meter 50 meter 0 meter 300 meter *
8 6 4 8
10 meter 700 meter 500 meter 10 meter 0 meter 50 meter 0 meter 30 meter 200 meter 0 meter 50 meter
5
15 8 15 15 8
10
15
15 6 9; goot 5 9; goot 5 9; goot 5 4
cultuurhist. wrd. cultuurhist. wrd. cultuurhist. wrd. 8
8
conform Wm-vergunning 27.08.2008
33
Bijlage 3
Inwaartse milieuzonering Buitenhaven
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 0718.009194.00 Rotterdam / Middelburg
34
_______________________________________________________________________________________________________________ 0718.009194.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
35
Bijlage 4
Onderzoek natuur Beheersverordening Buitenhaven
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 0718.009194.00 Rotterdam / Middelburg
36
_______________________________________________________________________________________________________________ 0718.009194.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
ONDERZOEK NATUUR RELEVANT TOETSINGSKADER Gebiedsbescherming; regelgeving Op 1 oktober 2005 is de (gewijzigde) "Natuurbeschermingswet 1998" in werking getreden. De Europese regelgeving in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn is nu geheel in Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. De Westerschelde is aangewezen als Natura 2000-gebied, zie figuur 3.1.
Figuur 3.1. Natura 2000 Westerschelde
De ecologische hoofdstructuur is beschermd in het provinciale beleid. Verstoring van de natuurwaarden in de beschermde gebieden is niet toegestaan. Soortbescherming; regelgeving De Flora- en faunawet bevat onder meer verbodsbepalingen met betrekking tot het aantasten, verontrusten of verstoren van beschermde dier- en plantensoorten, hun nesten, holen en andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfsplaatsen. De Flora- en faunawet is in zoverre voor de ontwikkeling van de Vlissingse Buitenhaven van belang, dat bij de voorbereiding van het plan moet worden onderzocht of deze wet de uitvoering niet in de weg staat. BEVINDINGEN Gebiedsbescherming Natura 2000 Westerschelde & Saefthinge Het gebied van de beheersverordening ligt op enige afstand van de Westerschelde, die is aangewezen als Natura 2000gebied. Bezien dient te worden of ten behoeve van een beheersverordening een toets in het kader van de externe werking uitgevoerd moet worden. Geluid en licht kunnen in beginsel een extern effect hebben op dit gebied. Soorten, die daar last van kunnen hebben zijn zeehonden en vogels. De meest nabij gelegen locatie, waar zeehonden liggen en een broedlocatie voor vogels zijn de Hoge Platen aan de andere over van de Westerschelde. Dit betreft een afstand van ca 5 km. De afstand tussen de natuurgebieden Rammekenshoek en Rammekensschor bedraagt ca 2,5 tot 3 km. Significante effecten zijn dan ook uit te sluiten. Omdat de beheersverordening geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt, is een voortoets, gezien de hiervoor beschreven situatie, naar eventuele effecten niet vereist. Ecologische Hoofdstructuur (EHS) De Westerschelde is naast Natura 2000-gebied tevens een onderdeel van de EHS. De provinciale EHS ligt op meer dan 100 meter afstand van het plangebied. De beoordeling van de planologische afwegingszone is dan ook niet noodzakelijk. Het
bosgebied van Fort Rammekens is (naast de Westerschelde) het dichtstbijzijnde, voor verzuring gevoelige natuurgebied (op circa 1.500 meter afstand). Gezien de grote afstand zijn effecten uit te sluiten en is een nadere beoordeling niet noodzakelijk, mits er geen verzurende emissies via de lucht te verwachten zijn. Soortbescherming Zeeland Seaports voert periodiek ecologisch onderzoek uit naar het voorkomen van natuurwaarden binnen het ) beheersgebied. In de meest recente rapportage over het jaar 2010 wordt een beeld verkregen van de beschermde natuurwaarden in een groot deel van het plangebied. Hoewel niet het volledige plangebied is onderzocht, wordt toch een goed beeld geschetst van de natuurwaarden van het gehele plangebied. Broedvogels en vleermuizen Het gebied herbergt vooral algemene broedvogels, kenmerkend voor een relatief stedelijk milieu. Daaronder zijn ook wat minder gebruikelijke soorten, zoals de koekoek en de bosrietzanger. Dat maakt zichtbaar dat het hier een stadsrand betreft. Buiten het broedseizoen worden er verschillende water- en kustvogels gezien, die in het rustige water van de havens komen foerageren of rusten. Met broedvogels als de bergeend en de visdief en het aangetoonde voorkomen van een enkele ruige dwergvleermuis kan het al met al een afwisselend gebied genoemd worden. Een overzicht van de resultaten is weergegeven op figuur 3.2. Overige (beschermde) soorten Beschermde planten, insecten of amfibieën zijn niet waargenomen. Het voorkomen van algemene amfibieënsoorten is waarschijnlijk.
Figuur 3.2. Beschermde soorten (bron: Grontmij 2010)
CONCLUSIES EN RANDVOORWAARDEN In het gebied van de beheersverordening komen geen natuurterrein voor, zodat de ontwikkelingen passen binnen de huidige regelgeving. Bij werkzaamheden in het gebied dient rekening te worden gehouden met de volgende aspecten. -
(Significante) effecten op het Natura 2000-gebied Westerschelde zijn significante uit te sluiten.
-
Verstoring van de EHS is niet te verwachten, indien geen relevante (verzurende) emissies via de lucht zullen plaatsvinden.
-
Onderzoek op het gebied van de beschermde flora en fauna is noodzakelijk, voordat werkzaamheden uitgevoerd gaan worden.
37
Bijlage 5
Onderzoek externe veiligheid beheersverordening Buitenhaven
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 0718.009194.00 Rotterdam / Middelburg
38
_______________________________________________________________________________________________________________ 0718.009194.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
39
Bijlage 6
Onderzoek archeologie Beheersverordening Buitenhaven
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 0718.009194.00 Rotterdam / Middelburg
40
_______________________________________________________________________________________________________________ 0718.009194.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
ONDERZOEK ARCHEOLOGIE Relevant toetsingskader Op basis van de Nota Archeologische Monumentenzorg Walcheren 2008 (vastgesteld door gemeenteraad) geldt een (gewijzigde) vrijstellingsregeling, waarbij (onder meer) is bepaald, dat in gebieden met een middelhoge en hoge verwachtingswaarde grondwerkzaamheden zonder archeologisch onderzoek mogen plaatsvinden tot een diepte van 0,40 m en een oppervlakte van 500 m². Voor AMK-terreinen met een vastgestelde archeologische waarde en voor een zogenaamde verwachtingszone op basis van historische kaarten en voor gebieden binnen een straal van 50 meter rondom een vindplaats geldt dat uitsluitend bodemingrepen, die niet dieper gaan dan 0,40 meter onder huidig maaiveld en geen grotere oppervlakte hebben dan 30 m² vrijgesteld zijn van archeologisch onderzoek. AMK-terreinen, zijnde de middeleeuwse dorpskernen zijn hiervan uitgezonderd. Voor deze gebieden is een vrijstelling opgenomen voor bodemingrepen die niet dieper gaan dan 0,40 meter onder huidig maaiveld en geen grotere oppervlakte hebben dan 60 m². 0p basis van de archeologische beleidsadvieskaart Walcheren worden verschillende terreinen onderscheiden met elk een afzonderlijke vrijstellingsregeling voor archeologisch onderzoek. Voor het plangebied is relevant: Waarde Archeologie 1 (WA1); in deze gebieden moeten bodemingrepen die dieper gaan dan 40 cm onder het maaiveld en die een oppervlakte hebben groter dan 30 m² worden voorafgegaan door (verkennend) archeologisch onderzoek. Waarde Archeologie 3 (WA3); in deze gebieden moeten bodemingrepen die dieper gaan dan 40 cm onder maaiveld en die een oppervlakte hebben groter dan 500 m² worden voorafgegaan door (verkennend) archeologisch onderzoek. Bevindingen Ten behoeve van deze quickscan heeft de Walcherse Archeologische Dienst een bureauonderzoek uitgevoerd. Hierbij zijn verschillende kaarten geraadpleegd, zowel oude kaarten als kaarten met archeologische informatie. Ook is de landelijke database ARCHIS geraadpleegd. Op de archeologische monumentenkaart (AMK) staat binnen de plangrens een terrein van hoge archeologische waarde aangeduid. Op figuur 3.10 is dit terrein oranje ingekleurd. Het gaat om een vindplaats van resten uit de Romeinse tijd. Aan het terrein is de waarde WA1 toegekend. Een deel van het plangebied Buitenhaven en omgeving wordt doorsneden door zeer brede en ook smalle kreekruggen. Kreekruggen zijn op de archeologische verwachtingskaart van Walcheren aangeduid als een gebied met een hoge archeologische verwachting. Het gaat hierbij om verwachting op archeologische resten uit de Middeleeuwen en daarna. Tussen deze kreekruggen bevinden zich gebieden die in de poel of kom zijn gelegen en op de verwachtingskaart zijn aangeduid met een middelhoge verwachting. Deze verwachting betreft vooral resten uit de IJzertijd en Romeinse tijd in de top van het onderliggend veen. Binnen het plangebied bevindt zich ook het terrein van een kroonwerk met reduit als onderdeel van de vesting Vlissingen. Dit onderdeel is in 1811 aangelegd om de landzijde van Vlissingen te verdedigen. De vorm van het kroonwerk is nog deels herkenbaar in het sloten- en dijkpatroon aan de oostzijde van de Buitenhaven. Op figuur 3.10 is dit terrein blauw ingekleurd. Aan het terrein is de waarde WA1 toegekend. Binnen de grenzen van het plangebied voor de Buitenhaven zijn binnen de landelijke archeologische database ARCHIS zes vindplaatsen (waarnemingen) bekend. Eén vindplaats wordt te zijner tijd in het op te stellen bestemmingsplan beschermd (zie figuur 3.10 ): waarneming 20534: Vondsten uit de Romeinse tijd ter hoogte van het bovengenoemde AMK-terrein (blauw gearceerde cirkel op figuur 3.10).
Drie vindplaatsen hoeven niet te worden beschermd: waarneming 20542: vermoede locatie van een vliedberg; ten westen van de buitenhaven is het terrein met circa 4 meter grond opgehoogd. De kans is erg klein dat resten, als ze al aanwezig zijn, ooit bedreigd gaan worden; waarneming 20535: Romeinse vondst gedaan in 1929; exacte locatie is onbetrouwbaar en afgedekt door hetzelfde ophogingspakket; waarneming 412220: losse vondst in secundaire context (dik ophogingspakket); waarneming 50824 en 50826: mogelijke bebouwingsresten uit de Late Middeleeuwen – Vroege Nieuwe Tijd; geen aanwijzingen op kaarten. Geen onderdeel van onderzoeksagenda. In het plangebied zijn terreinen al onderwerp van archeologische onderzoeken geweest. Een deel van deze onderzoeken hadden als conclusie dat op deze plaatsen geen verder archeologisch onderzoek noodzakelijk is. Het betreft de terreinen/ plangebieden Edisonpark, Deinsvlietweg (bedrijventerrein Souburg), Visodeweg, en Poortersweg. Deze terreinen, waar geen verder onderzoek nodig is, zijn grijs ingekleurd op figuur 3.10. Conclusie en randvoorwaarden Binnen de plangrens van het bestemmingsplan masterplan Buitenhaven e.o. bevinden zich twee terreinen met verschillende Waarde Archeologie. -
Het terrein van de Romeinse vindplaats, het terrein van het voormalige kroonwerk met reduit en het terrein binnen een straal van 50 rondom de bekende vindplaats hebben de aanduiding WA1 gekregen. Voor bodemingrepen die dieper gaan dan 40 cm onder maaiveld en die een oppervlakte hebben groter dan 30 m² is daarom in het kader van de verdere planvorming (verkennend) archeologisch onderzoek noodzakelijk.
-
Het overige gebied heeft een middelhoge en hoge verwachtingswaarde. Het heeft de aanduiding WA3 gekregen. In dit gebied moeten bodemingrepen die dieper gaan dan 40 cm onder maaiveld en die een oppervlakte hebben groter dan 500 m² worden voorafgegaan door (verkennend) archeologisch onderzoek. Het terrein is lichtgeel gemarkeerd op bijgaand kaartje. Dit geldt dus voor een groot deel van het plangebied.
Als gevolg hiervan zijn er voor de ontwikkelingen geen beperkingen te verwachten. Wel dient in de planning rekening te worden gehouden met onderzoekstijd. In de grijs ingekleurde gebieden is geen onderzoek meer nodig.
Betekenis kleuren: Oranje Blauw blauwgearceerde cirkel geel
= = = =
grijs
=
vindplaats Romeinse tijd (WA1) Kroonwerk vondsten Romeinse tijd nog te onderzoeken, middelhoge en hoge verwachtingswaarde (WA3) reeds onderzocht, geen onderzoek meer nodig.
regels
43
Hoofdstuk 1
Artikel 1 1.1
Inleidende regels
Begrippen
verordening
beheersverordening Buitenhaven overeenkomstig de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in GML-bestand NL.IMRO.0718.BVBU01-VG01 met bijbehorende bestanden. 1.2
archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde dan wel de aan een gebied toegekende hoge of middelhoge verwachtingswaarde ten aanzien van de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden. 1.3
bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 1.4
bedrijf
een onderneming gericht op het vervaardigen, bewerken, opslaan, herstellen, installeren of inzamelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel ondergeschikt daaraan detailhandel plaatsvindt, uitsluitend als niet zelfstandig onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen. 1.5
bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein. 1.6
begane grond
de eerste bouwlaag van een gebouw, die rechtstreeks ontsloten wordt via het straatniveau. 1.7
beperkt kwetsbaar object
een object, waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden, zoals: a. b. c. d. e.
verspreid liggende woningen van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen per hectare, en bedrijfswoningen van derden; kantoorgebouwen, voor zover zij niet onder het begrip 'kwetsbaar object', onder c vallen; hotels en restaurants voor zover zij niet onder het begrip 'kwetsbaar object, onder c, vallen; winkels, voor zover zij niet onder het begrip 'kwetsbaar object', onder c, vallen; sporthallen, zwembaden en speeltuinen;
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 0718.009194.00 Rotterdam / Middelburg
44
f. g. h.
i.
sport- en kampeerterreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voor zover zij niet onder het begrip 'kwetsbaar object', onder d, vallen: bedrijfsgebouwen, voor zover zij niet onder het begrip 'kwetsbaar object', onder d, vallen; objecten, die met de onder a t/m e en g genoemde gelijkgesteld kan worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voor zover die objecten geen kwetsbare objecten zijn, en objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voor zover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen, die bij een ongeval kan vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval.
1.8
besluitvlak en besluitsubvlak
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waarvoor ingevolge deze verordening regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. 1.9 bestaand a. bestaand gebruik: het gebruik van de gronden en bouwwerken, zoals aanwezig, krachtens het Activiteitenbesluit toegelaten dan wel vergund is op het moment van vaststelling van de verordening; daaronder valt niet het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan; b. bestaande bouwwerken: bouwwerken, die op het moment van de vaststelling van de verordening aanwezig zijn en bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht zijn gebouwd of nog kunnen worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor bouwen; c. bestaande afmetingen: afstands-, hoogte-, inhoud- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van de inwerkingtreding van de verordening tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; d. bestaande bouwhoogte: bouwhoogtematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 1.10
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk. 1.11
bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke hoogte, of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de eerste bouwlaag (begane grond) en met uitsluiting van kelder, onderbouw/souterrain, kap, dakopbouw, zolder en/of bijzondere bouwlaag. 1.12
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende, bebouwing is toegelaten. 1.13
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
_______________________________________________________________________________________________________________ 0718.009194.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
45
1.14
externe veiligheid
kans om buiten een inrichting te overlijden als rechtstreeks gevolg van een ongewenst voorval binnen die inrichting, waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. 1.15
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. 1.16
geluidsgevoelige objecten
woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder. 1.17
geluidshinderlijke inrichtingen
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, die in belangrijke mate geluidshinder kan veroorzaken. 1.18
gezoneerd industrieterrein
terrein zoals bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder, waaraan in hoofdzaak een bestemming is gegeven voor de vestiging van bedrijven en waarvan de bestemming voor het gehele terrein of een gedeelte daarvan de mogelijkheid insluit van vestiging van bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken. 1.19
grenswaarde
grens, zoals bedoeld in de Wet milieubeheer en zoals uitgewerkt in het Besluit externe veiligheid inrichtingen ten aanzien van het niveau van het plaatsgebonden risico. 1.20
grens zone industrielawaai
de grens van de zone, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder. 1.21
groepsrisico
cumulatieve kansen per jaar, dat ten minste 10, 100 of 1.000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting, waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bedrijfsmiddel is betrokken. 1.22
horeca
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf. 1.23
hogere grenswaarde
een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen. 1.24
invloedsgebied
gebied, waarin, op grond van de Regeling externe veiligheid inrichtingen, personen worden meegeteld voor de berekening van het groepsrisico. _______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 0718.009194.00 Rotterdam / Middelburg
46
1.25
kwetsbaar object
een object, waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) een grenswaarde voor het risico c.q. een risico-afstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden, zoals: a. b.
c.
d.
woningen, niet zijnde woningen als bedoeld bij het begrip 'beperkt kwetsbaar object', onder a; gebouwen, bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, zieken of gehandicapten, zoals: 1. ziekenhuizen, bejaardentehuizen en verpleeghuizen; 2. scholen, of 3. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen; gebouwen, waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, zoals: 1. kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1.500 m² per object of 2. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto vloeroppervlak meer dan 1.000 m² bedraagt en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2.000 m² per winkel, voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd, en kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen.
1.26
nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, geluidswerende voorzieningen, telefooncellen, geldautomaten, bergbezinkbassins, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, verkeersregelinstallaties-, geleiders- en borden, parkeermeters, lichtmasten, abri's, oplaadvoorzieningen voor elektrisch aangedreven voertuigen en apparatuur voor telecommunicatie. 1.27 peil a. de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang van het gebouw, indien de afstand tussen het gebouw en de kant van de weg minder dan 5 m bedraagt; b. bij ligging in het water: het gemiddelde zomerpeil van het aangrenzende water; c. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het, op het moment van inwerkingtreding van het plan, afgewerkte terrein ter plaatse bij voltooiing van de bouw. 1.28
plaatsgebonden risico
risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon, die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting, waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is. 1.29
plaatsgebonden risicocontour 10-6/jaar
de risicocontour 10-6/jaar, ingevolge de artikelen 6, 7 en 8 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, die aangeeft waar er een bepaalde effectkans van één op een miljoen is op een incident met één of meer dodelijke slachtoffers.
_______________________________________________________________________________________________________________ 0718.009194.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
47
1.30
QRA
een Quantitative Risk Analysis (kwantitatieve risicoanalyse) voor activiteiten met gevaarlijke stoffen. 1.31
richtwaarde
richtwaarde, zoals bedoeld in artikel 5.1 van de Wet milieubeheer, en zoals uitgewerkt in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, ten aanzien van het niveau van het plaatsgebonden risico. 1.32 risicovolle inrichting a. een inrichting bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde of richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten; b. een AMvB-inrichting, waarvoor krachtens de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op de externe veiligheid, met uitzondering van gasdrukmeet- en regelstations. 1.33
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'gezoneerd bedrijventerrein'
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die deel uitmaakt van deze regels. 1.34
veiligheidszone
de op de verbeelding aangegeven zone, die wordt gevormd door de plaatsgebonden risicocontour 10-6/jaar. 1.35
verordeningsgebied
het gebied, waarop deze verordening van toepassing is, zoals aangegeven in besluitvlak. 1.36
voorkeursgrenswaarde
de maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen. 1.37
vuurwerkbedrijf
inrichting waar professioneel vuurwerk en/of meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk aanwezig is. 1.38
wet/wettelijke regelingen
indien in dit plan, de begrippen in de regels daaronder begrepen, wordt verwezen naar een wet, een wettelijke regeling (Algemene Maatregel van Bestuur of ministeriële regeling), een keur of een verordening dienen deze te worden gelezen, zoals deze luiden op het tijdstip van vaststelling van het bestemmingsplan.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 0718.009194.00 Rotterdam / Middelburg
48
Artikel 2 2.1
Wijze van meten
Wijze van meten
Tenzij anders bepaald, worden de waarden, die in m of m² zijn uitgedrukt op de volgende wijze gemeten: a. b.
c.
afstanden loodrecht; hoogten vanaf het aansluitende afgewerkte terrein, waarbij plaatselijke, niet bij het verdere verloop van het terrein passende ophogingen of verdiepingen aan de voet bij het bouwwerk, anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing blijven; voor zover het bouwwerk zich bevindt op een erf- of perceelsgrens, wordt gemeten aan de zijde waar het aansluitend afgewerkt terrein het hoogst is; maten buitenwerks, waarbij uitstekende delen van ondergeschikte aard tot maximaal 1 m buiten beschouwing blijven.
_______________________________________________________________________________________________________________ 0718.009194.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
49
Hoofdstuk 2
Artikel 3
Bestemmingsregels
Regels ten aanzien van Bedrijventerrein - Haven
3.1 Bestaand gebruik en bestaande bouwwerken a. de in het verordeningsgebied gelegen gronden en bestaande bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaande gebruik; b. bestaande bouwwerken mogen worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen op dezelfde locatie. 3.2
Aanvulling ten aanzien van het GEBRUIK
In aanvulling op het bepaalde in lid 3.1: a.
b. c.
d. e. f. g.
3.3
het is toegestaan gronden en gebouwen te gebruiken voor kade- of havengebonden bedrijven, alsmede voor bedrijven, die overwegend diensten verlenen voor kade- en havengebonden bedrijven, voor zover deze voorkomen in ten hoogste bedrijven uit: 1. ter plaatse van besluitsubvlak 4.1: categorie 4.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'gezoneerd bedrijventerrein'; 2. ter plaatse van besluitsubvlak 4.2: categorie 4.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'gezoneerd bedrijventerrein'; 3. ter plaatse van besluitsubvlak 5.1: categorie 5.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'gezoneerd bedrijventerrein'; 4. ter plaatse van besluitsubvlak 5.2: categorie 5.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'gezoneerd bedrijventerrein'; ter plaatse van het besluitsubvlak kazerne: tevens een kazerne; het is toegestaan gronden en gebouwen tevens te gebruiken gebruikt ten dienste van de beroeps- en passagiersvaart met alle daarbij behorende dienstverlening en beheersvoorzieingen, zoals kaden, loopbruggen, aanlegsteigers, reparatie- en servicevoorzieningen, botenliften, kranen en hellingen; de hoogte van opslag bedraagt niet meer dan 125% van de voor de besluitsubvlakken voorgeschreven hoogte van gebouwen; bedrijfswoningen zijn niet toegestaan; de gronden behoren tot een gezoneerd industrieterrein; activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage, zijn niet toegestaan. Aanvulling ten aanzien van het BOUWEN
In aanvulling op het bepaalde in lid 3.1 is het toegestaan om gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, te bouwen waarbij de volgende voorwaarden gelden: a. b. c.
een bouwperceel tot ten hoogste 75% te bebouwen; ter plaatse van het besluitsubvlak kazerne bedraagt de hoogte van gebouwen niet meer dan 13 m; ter plaatse van gronden zonder besluitsubvlak kazerne bedraagt de hoogte van gebouwen niet meer dan 15 m;
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 0718.009194.00 Rotterdam / Middelburg
50
d.
de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 125% bedragen van de voor de besluitsubvlakken voorgeschreven hoogte van gebouwen.
3.4 3.4.1
Afwijken van de gebruiksregels Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein'
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2: a.
b.
c.
om bedrijven toe te laten uit twee categorieën hoger dan in lid 3.2 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 3.2 toegelaten categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 3.2 toegelaten categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, met inachtneming van de volgende bepalingen: 1. risicovolle inrichtingen zijn niet toegestaan; 2. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan; 3. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage; de bevoegdheid tot afwijken wordt uitsluitend gebruikt indien de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
_______________________________________________________________________________________________________________ 0718.009194.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
51
Artikel 4
Regels ten aanzien van Horeca
4.1 Bestaand gebruik en bestaande bouwwerken a. de in het verordeningsgebied gelegen gronden en bestaande bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaande gebruik; b. bestaande bouwwerken mogen worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen op dezelfde locatie. 4.2
Aanvulling ten aanzien van het GEBRUIK
In aanvulling op het bepaalde in lid 4.1: a. 4.3
het is toegestaan gronden en gebouwen te gebruiken voor horeca. Aanvulling ten aanzien van het BOUWEN
In aanvulling op het bepaalde in lid 4.1 is het toegestaan om gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, te bouwen waarbij de volgende voorwaarden gelden: a.
de hoogte van gebouwen niet meer dan 4 m.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 0718.009194.00 Rotterdam / Middelburg
52
Artikel 5
Regels ten aanzien van Infrastructuur
5.1 Bestaand gebruik en bestaande bouwwerken a. de in het verordeningsgebied gelegen gronden en bestaande bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaande gebruik; b. bestaande bouwwerken mogen worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen op dezelfde locatie. 5.2
Aanvulling ten aanzien van het BOUWEN
In aanvulling op het bepaalde in lid 5.1 is het toegestaan om gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, te bouwen waarbij de volgende voorwaarden gelden: a.
de hoogte van gebouwen niet meer dan 10 m.
_______________________________________________________________________________________________________________ 0718.009194.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
53
Artikel 6
Regels ten aanzien van Water - Haven
6.1 Bestaand gebruik en bestaande bouwwerken a. de in het verordeningsgebied gelegen gronden en bestaande bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaande gebruik; b. bestaande bouwwerken mogen worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen op dezelfde locatie. 6.2
Aanvulling ten aanzien van het GEBRUIK
In aanvulling op het bepaalde in lid 6.1: a.
b.
water mag worden gebruikt voor kade- of havengebonden bedrijven, alsmede voor bedrijven, die overwegend diensten verlenen voor kade- en havengebonden bedrijven, gesitueerd ter plaatse van artikel 3 in de vorm van lig- en afmeerplaatsen ten dienste van de beroeps- en passagiersvaart met alle daarbij behorende dienstverlening en beheersvoorzieningen zoals kaden, loopbruggen, aanlegsteigers, reparatie- en servicevoorzieningen, botenliften-, kranen- en hellingen; de gronden behoren tot een gezoneerd industrieterrein.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 0718.009194.00 Rotterdam / Middelburg
54
Artikel 7
Regels ten aanzien van Archeologie
7.1 Bestaand gebruik en bestaande bouwwerken a. de in het verordeningsgebied gelegen gronden en bestaande bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaande gebruik; b. bestaande bouwwerken mogen worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen op dezelfde locatie. 7.2
Besluitsubvlak Archeologie 1
In aanvulling op het bepaalde in lid 7.1 mag op de gronden, die staan aangegeven in het besluitvlak 'Archeologie - 1' uitsluitend worden gebouwd en mogen uitsluitend werkzaamheden worden uitgevoerd, indien het bevoegd gezag beschikt over een verklaring van de archeologisch deskundige, waaruit blijkt, dat het opstellen van een rapport met daarin een beschrijving van de archeologische waarden van de betrokken locatie niet nodig is, tenzij: a.
b.
c.
7.3
de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd, waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld; de betrokken archeologische waarden, gelet op het onder 1 genoemde rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door de archeologisch deskundige; het hiervoor bepaalde is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken: 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering; 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 30 m²; 3. een bouwwerk, dat niet dieper wordt gebouwd dan 40 cm. Besluitsubvlak Archeologie 2
In aanvulling op het bepaalde in lid 7.1 mag op de gronden, die staan aangegeven in het besluitvlak 'Archeologie - 2' uitsluitend worden gebouwd en mogen uitsluitend werkzaamheden worden uitgevoerd, indien het bevoegd gezag beschikt over een verklaring van de archeologisch deskundige, waaruit blijkt, dat het opstellen van een rapport met daarin een beschrijving van de archeologische waarden van de betrokken locatie niet nodig is, tenzij: a.
b.
c.
de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd, waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld; de betrokken archeologische waarden, gelet op het onder 1 genoemde rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door de archeologisch deskundige; het hiervoor bepaalde is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken: 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering; 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 500 m²; 3. een bouwwerk, dat niet dieper wordt gebouwd dan 40 cm.
_______________________________________________________________________________________________________________ 0718.009194.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
55
Artikel 8
Regels ten aanzien van Hoogspanningsverbinding
8.1 Bestaand gebruik en bestaande bouwwerken a. de in het verordeningsgebied gelegen gronden en bestaande bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaande gebruik; b. bestaande bouwwerken mogen worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen op dezelfde locatie. 8.2
Aanvulling ten aanzien van BOUWEN
In aanvulling op het bepaalde in lid 8.1 mag op deze gronden, worden gebouwd en gelden de volgende regels: a.
b.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 8.1 genoemde gebruik uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 10 m. Ten behoeve van de ander gebruik mag – met inachtneming van de voor dit gebruik geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
8.3
Afwijken van de regels ten aanzien van BOUWEN
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 8.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. Het bevoegd gezag vraagt hiervoor advies van de leidingbeheerder. 8.4 8.4.1
Omgevingsvergunning Uitvoeringsverbod zonder aanlegvergunning
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. b.
Het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen. Het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven, en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
8.4.2
Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod
Het verbod van lid 8.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a. b. c.
Noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor omgevingsvergunning is verleend, zoals in lid 8.4.1 bedoeld. Normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen. Reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan.
8.4.3
Voorwaarden voor een omgevingsvergunning
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 8.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 0718.009194.00 Rotterdam / Middelburg
56
Artikel 9
Regels in verband met Waterkering
9.1 Bestaand gebruik en bestaande bouwwerken a. de in het verordeningsgebied gelegen gronden en bestaande bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaande gebruik; b. bestaande bouwwerken mogen worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen op dezelfde locatie. 9.2
Aanvulling ten aanzien van GEBRUIK
In aanvulling op het bepaalde in lid 9.1: a. 9.3
opslag en bewerking ban explosiegevaarlijk materiaal is niet toegestaan. Afwijken van de regels ten aanzien van GEBRUIK
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 9.2 onder a, indien voor opslag en het bewerken van explosiegevaarlijk materiaal een watervergunning is verleend en de aantasting van de waterkering niet onevenredig wordt geschaad. Het bevoegd gezag vraagt hiervoor advies van de beheerder van de waterkering. 9.4
Aanvulling ten aanzien van BOUWEN
In aanvulling op het bepaalde in lid 9.1 en besluitsubvlak Waterkering mag op deze gronden, worden gebouwd en gelden de volgende regels: a.
b.
9.5
Op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 9.1 genoemde gebruik uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 10 m. Ten behoeve van ander gebruik mag – met inachtneming van de voor dit gebruik geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering. Afwijken van de regels ten aanzien van BOUWEN
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 9.4 onder b, indien de bij de betrokken besluitvlak behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de waterkering door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. Het bevoegd gezag vraagt hiervoor advies van de beheerder van de waterkering.
_______________________________________________________________________________________________________________ 0718.009194.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
57
Hoofdstuk 3
Artikel 10
Algemene regels
Anti-dubbeltelregel
Grond, die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan, waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 0718.009194.00 Rotterdam / Middelburg
58
Artikel 11 11.1
Algemene afwijkingsregels
Afwijkingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor het afwijken van de in deze regels voorgeschreven afmetingen en bebouwingspercentages, met uitzondering van de hoogteregels, tot ten hoogste 10%.
_______________________________________________________________________________________________________________ 0718.009194.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
59
Hoofdstuk 4
Artikel 12 12.1
Overgangs- en slotregels
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt: a.
b.
c.
een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van de beheersverordening, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan; het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%; dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat bestemmingsplan.
12.2
Overgangsrecht gebruik
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt: a. b.
c.
d.
het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet; het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met de beheersverordening strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind; indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van de beheersverordening voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten; dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat bestemmingsplan.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 0718.009194.00 Rotterdam / Middelburg
60
Artikel 13
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:'Regels van de beheersverordening Buitenhaven'.
_______________________________________________________________________________________________________________ 0718.009194.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
bijlagen bij de regels
63
Bijlage 1
Staat van Bedrijfsactiviteiten
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 0718.009194.00 Rotterdam / Middelburg
64
_______________________________________________________________________________________________________________ 0718.009194.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
STAAT VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN BEHEERSVERORDENING BUITENHAVEN; MAART 2013
151 152 152 152 152 152 152 152 1531 1531 1531 1532, 1533 1532, 1533 1532, 1533 1532, 1533 1532, 1533
8 0 1 2 3 4 5 6 0 1 2 0 1 2 3 4
100 50
30 0
50 C 50 C
VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN Slachterijen en overige vleesverwerking: - slachterijen en pluimveeslachterijen - vetsmelterijen - bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m² - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m² - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m² - loonslachterijen - vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m² Visverwerkingsbedrijven: - drogen - conserveren - roken - verwerken anderszins: p.o.> 1000 m² - verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m² - verwerken anderszins: p.o. <= 300 m² Aardappelprodukten fabrieken: - vervaardiging van aardappelproducten - vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m² Groente- en fruitconservenfabrieken: - jam - groente algemeen - met koolsoorten - met drogerijen
100 700 300 100 50 30 50
0 0 0 0 0 0 0
100 100 100 100 50 50 50
50
0
50
700 200 300 300 100 50
100 0 0 10 10 10
200 100 50 50 50 30
300 50
30 10
50 50 100 300
10 10 10 10
C C C C C
50 R 10
100 50
3.2 3.1
2 G 1 G
2 1
0 0
100 50
3.2 3.1
1 G 1 G
1 1
50 R 30 50 R 50 R 30 10 10
100 D 700 300 100 50 50 50
3.2 5.2 4.2 3.2 3.1 3.1 3.1
2 2 2 2 1 1 1
G G G G G G G
1 2 2 2 1 1 1
10
3.1
2 G
1
C C C C
50
30 30 0 30 30 10
700 200 300 300 D 100 50
5.2 4.1 4.2 4.2 3.2 3.1
2 2 1 2 1 1
G G G G G G
2 2 2 2 1 1
200 C 50
50 R 50 R
300 50
4.2 3.1
2 G 1 G
2 1
100 100 100 200
10 10 10 30
100 100 100 300
3.2 3.2 3.2 4.2
1 2 2 2
1 2 2 2
C C C C
G G G G
LUCHT
100 C 50 C
-
BODEM
0 0
VISUEEL
GEVAAR
GELUID
100 50
CATEGORIE
0 1 2 3 4 5 6 7
INDICES GROOTSTE AFSTAND
15 151 151 151 151 151 151 151 151
STOF
VISSERIJ- EN VISTEELTBEDRIJVEN Zeevisserijbedrijven Binnenvisserijbedrijven 0 Vis- en schaaldierkwekerijen 1 - oester-, mossel- en schelpenteeltbedrijven 2 - visteeltbedrijven
GEUR
nummer 05 0501.1 0501.2 0502 0502 0502
AFSTANDEN IN METERS
VERKEER
OMSCHRIJVING
SBI-CODE
100 C
10
300
4.2
2 G
2
200 300
30 50
100 C 300 C Z
30 R 50 R
200 300
4.1 4.2
3 G 3 G
2 3
B B
200 300
10 10
100 C 300 C Z
100 R 200 R
200 300
4.1 4.2
3 G 3 G
2 3
B B
100 200
10 10
200 C 300 C Z
30 R 50 R
200 300
4.1 4.2
3 G 3 G
2 3
B
200 200 50 100 50 50 10
100 30 0 0 50 0 0
500 500 100 300 300 100 30
50 50 50 50 50 50 0
500 500 100 300 300 100 30
5.1 5.1 3.2 4.2 4.2 3.2 2
3 3 2 3 3 2 1
G G G G G G G
2 2 1 2 2 2 1
200 100 50
100 50 100
300 C Z 200 C 200 C
100 R 50 R 50
300 200 200 D
4.2 4.1 4.1
2 G 2 G 2 G
2 2 2
200 300
50 100
200 C 300 C Z
30 R 50 R
200 300
4.1 4.2
1 G 2 G
2 3
700 700 300 700 200 300 200
30 100 100 200 50 100 100
200 100 200 300 200 300 200
50 30 R 30 50 30 50 R 30
700 D 700 D 300 700 200 300 200
5.2 5.2 4.2 5.2 4.1 4.2 4.1
3 3 2 3 3 3 2
G G G G G G G
3 3 2 3 3 3 2
30
10
1 G
1
C Z C Z C C Z C C
C C C C Z C C Z C
30 C
10
R R R R R R
30
2
VISUEEL
BODEM
10
VERKEER
CATEGORIE
300
GELUID
GROOTSTE AFSTAND
0 1
GEVAAR
0 1 2 0 1 2 3 4 5 6
- met uienconservering (zoutinleggerij) Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten: - p.c. < 250.000 t/j - p.c. >= 250.000 t/j Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten: - p.c. < 250.000 t/j - p.c. >= 250.000 t/j Margarinefabrieken: - p.c. < 250.000 t/j - p.c. >= 250.000 t/j Zuivelprodukten fabrieken: - gedroogde produkten, p.c. >= 1,5 t/u - geconcentreerde produkten, verdamp. cap. >=20 t/u - melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j - melkprodukten fabrieken v.c. >= 55.000 t/j - overige zuivelprodukten fabrieken Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m² - consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m² Meelfabrieken: - p.c. >= 500 t/u - p.c. < 500 t/u Grutterswarenfabrieken Zetmeelfabrieken: - p.c. < 10 t/u - p.c. >= 10 t/u Veevoerfabrieken: - destructiebedrijven - beender-, veren-, vis-, en vleesmeelfabriek - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. < 10 t/u water - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. >= 10 t/u water - mengvoeder, p.c. < 100 t/u - mengvoeder, p.c. >= 100 t/u Vervaardiging van voer voor huisdieren Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: - v.c. < 2500 kg meel/week
STOF
5 0 1 2 0 1 2 0 1 2 0 1 2 3 4 5 1 2 0 1 2
INDICES
GEUR
nummer 1532, 1533 1541 1541 1541 1542 1542 1542 1543 1543 1543 1551 1551 1551 1551 1551 1551 1552 1552 1561 1561 1561 1561 1562 1562 1562 1571 1571 1571 1571 1571 1571 1571 1572 1581 1581
AFSTANDEN IN METERS
LUCHT
OMSCHRIJVING
SBI-CODE
CATEGORIE
2 2
100 R 200 R
500 1000
5.1 5.3
2 G 3 G
2 3
50 R
500
5.1
2 G
3
50
30
100
3.2
2 G
2
30 50 50 30 10
10 30 R 30 R 10 10
30 300 100 30 50
2 4.2 3.2 2 3.1
1 2 2 1 2
G G G G G
1 2 2 1 2
200 C 30 50 50 50
10 10 10 30 50 R
500 D 100 200 200 D 200
5.1 3.2 4.1 4.1 4.1
2 2 2 2 2
G G G G G
1 1 1 2 2
10 50 50 30
50 50 50 200 C
10 50 R 30 30
100 300 200 300
3.2 4.2 4.1 4.2
2 2 2 2
G G G G
2 2 2 2
200 300 300 300 10
30 50 30 50 0
200 300 100 100 100
30 50 50 30 50
200 300 300 300 100
4.1 4.2 4.2 4.2 3.2
1 2 2 2 3
G G G G G
2 3 2 2 2
200
30
200
4.1
2 G
1
100 200
500
50
100
2 - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m²
100
30
- cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m² - Suikerwerkfabrieken met suiker branden - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m² - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m² Deegwarenfabrieken Koffiebranderijen en theepakkerijen: - koffiebranderijen - theepakkerijen Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden Vervaardiging van overige voedingsmiddelen Bakkerijgrondstoffenfabrieken Soep- en soeparomafabrieken: - zonder poederdrogen - met poederdrogen Bakmeel- en puddingpoederfabrieken Destilleerderijen en likeurstokerijen Vervaardiging van ethylalcohol door gisting: - p.c. < 5.000 t/j - p.c. >= 5.000 t/j Bierbrouwerijen Mouterijen Mineraalwater- en frisdrankfabrieken
30 300 100 30 50
10 30 30 10 30
500 100 200 200 200
30 10 30 30 50
100 300 200 300
1584 1584 1584 1584 1584 1585 1586 1586 1586 1587 1589 1589.1 1589.2 1589.2 1589.2 1589.2 1591 1592 1592 1592 1596 1597 1598
3 4 5 6
16 160
-
0 1 2
0 1 2
0 1 2
VERWERKING VAN TABAK Tabakverwerkende industrie
300 C 700 C Z
C C C C
50 C
30
R R R R
VISUEEL
STOF
500 1000
100 C 100 C
B B
B
LUCHT
GROOTSTE AFSTAND
2 G 2 G
30 10
2 - v.c. >= 2500 kg meel/week Banket, biscuit- en koekfabrieken 0 Suikerfabrieken: 1 - v.c. < 2.500 t/j 2 - v.c. >= 2.500 t/j 0 Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk: 1 - Cacao- en chocoladefabrieken: p.o. > 2.000 m²
VERKEER
GEVAAR
3.2 3.2
GELUID
100 100
100 100
1581 1582 1583 1583 1583 1584 1584
INDICES
30 30
GEUR
nummer
AFSTANDEN IN METERS
BODEM
OMSCHRIJVING
SBI-CODE
21 2111 2112 2112 2112 2112 212 2121.2 2121.2
100
3.2
2 G
1
0 50 10 10 10 10
100 300 50 50 200 50
3.2 4.2 3.1 3.1 4.1 3.1
2 3 2 1 2 1
G G G G G G
1 2 2 1 2 2
100 30 50
10 10 10
300 50 D 50
4.2 3.1 3.1
2 G 2 G 2 G
2 2 1
50
100
50 R
100
3.2
2 G
2
200 10 100 0 0 10
30 30 30 30 30 10
50 50 100 100 50 30
10 10 10 0 0 0
200 50 100 100 50 30
4.1 3.1 3.2 3.2 3.1 2
2 2 3 2 1 1
G G G G G G
2 1 2 2 1 1
200
100
200 C
50 R
200
4.1
3 G
2
50 100 200 30
30 50 100 30
50 200 300 100
R R R R
50 200 300 100
3.1 4.1 4.2 3.2
1 2 3 2
G G G G
2 2 2 2
30
30
30 R
100
3.2
2 G
2
10 10 50 10 100 0
10 30 0 0 30 10
100 300 50 50 200 50
300 50 50
30 10 10
0
VISUEEL
50
LUCHT
30
10
VERKEER
CATEGORIE
-
GROOTSTE AFSTAND
20 2010.1 2010.2 2010.2 2010.2 202 203, 204, 205 203, 204, 205 205
GEVAAR
-
GELUID
19 191 192 193
INDICES
100
STOF
VERVAARDIGING VAN TEXTIEL Bewerken en spinnen van textielvezels 0 Weven van textiel: 1 - aantal weefgetouwen < 50 2 - aantal weefgetouwen >= 50 Textielveredelingsbedrijven Vervaardiging van textielwaren Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen
GEUR
nummer 17 171 172 172 172 173 174, 175 1751 176, 177
AFSTANDEN IN METERS
BODEM
OMSCHRIJVING
SBI-CODE
-
0 1 2 0 1
0 1 2 3 0 1
VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING) Lederfabrieken Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel) Schoenenfabrieken
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D. Houtzagerijen Houtconserveringsbedrijven: - met creosootolie - met zoutoplossingen Fineer- en plaatmaterialenfabrieken Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2 Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN Vervaardiging van pulp Papier- en kartonfabrieken: - p.c. < 3 t/u - p.c. 3 - 15 t/u - p.c. >= 15 t/u Papier- en kartonwarenfabrieken Golfkartonfabrieken: - p.c. < 3 t/u
Z
C C Z C Z C
100 C
30 50 100 30
B B
L
B
L
B B B
L
OMSCHRIJVING
2 G
2
0
100
30 R
100
3.2
2 G
2
10 100 100 200
0 0 0 0
700 500 500 200
R R R R
700 500 500 200 D
5.2 5.1 5.1 4.1
3 3 3 3
G G G G
100 300
30 50
300 C 500 C
300 R 700 R
300 D 700 D
4.2 5.2
300
10
200 C
300 R
300 D
100 200
0 0
200 C 300 C Z
100 R 200 R
300 500 500 700
0 0 300 30
200 300 500 300
100 200 500 500
100 300
10 30
30 C 200 C
200 300
10 10
50 10 300
10 10 100
50
24 2411 2411 2411 2411 2412 2413 2413 2413 2414.1 2414.1 2414.1 2414.1 2414.1 2414.2 2414.2 2414.2 2415 2416 242 242 243 2441 2441 2441 2442 2442 2442 2451
0 1 2 3 0 1 2 A0 A1 B0 B1 B2 0 1 2
0 2 0 1 2 0 1 2
LUCHT
- AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN A Smeeroliën- en vettenfabrieken
BODEM
23 2320.2
VISUEEL
30
GELUID
50
VERKEER
CATEGORIE 4.1
2 - p.c. >= 3 t/u
GEVAAR
200
STOF
30 R
GEUR
200 C Z
2121.2
VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN Vervaardiging van industriële gassen: - luchtscheidingsinstallatie v.c. >= 10 t/d lucht - overige gassenfabrieken, niet explosief - overige gassenfabrieken, explosief Kleur- en verfstoffenfabrieken Anorg. chemische grondstoffenfabrieken: - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" - vallend onder "post-Seveso-richtlijn" Organ. chemische grondstoffenfabrieken: - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" Methanolfabrieken: - p.c. < 100.000 t/j - p.c. >= 100.000 t/j Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synth.): - p.c. < 50.000 t/j - p.c. >= 50.000 t/j Kunstmeststoffenfabrieken Kunstharsenfabrieken e.d. Landbouwchemicaliënfabrieken: - formulering en afvullen Verf, lak en vernisfabrieken Farmaceutische grondstoffenfabrieken: - p.c. < 1.000 t/j - p.c. >= 1.000 t/j Farmaceutische produktenfabrieken: - formulering en afvullen geneesmiddelen - verbandmiddelenfabrieken Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken
INDICES GROOTSTE AFSTAND
AFSTANDEN IN METERS
nummer
SBI-CODE
B
L
3 3 3 3
B
L L L
2 G 3 G
3 3
B B
L L
4.2
2 G
3
B
L
200 300
4.1 4.2
2 G 3 G
2 3
B B
300 500 500 700
4.2 5.1 5.1 5.2
2 3 3 3
G G G G
2 3 3 3
B B B B
L L L L
500 R 300 R
500 D 300 D
5.1 4.2
2 G 3 G
2 2
B B
L
200 C 300 C
300 R 500 R
300 500
4.2 5.1
1 G 2 G
2 2
B B
L L
50 30 200 C
50 R 10 100 R
50 30 300
3.1 2 4.2
2 G 2 G 3 G
1 1 2
B
L
C Z C C C
C C Z C C
100 100 300 200
R R R R
B
26 261 261 261 261 261 2615 262, 263 262, 263 262, 263 264 264 2651
0 1 2 3 4 0 1 2 A B 0
VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN Glasfabrieken: - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j - glas en glasprodukten, p.c. >= 5.000 t/j - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j - glaswol en glasvezels, p.c. >= 5.000 t/j Glasbewerkingsbedrijven Aardewerkfabrieken: - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW Baksteen en baksteenelementenfabrieken Dakpannenfabrieken Cementfabrieken:
LUCHT
3 - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen
BODEM
252
CATEGORIE
0 1 2
GROOTSTE AFSTAND
0 1 2
VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF Rubberbandenfabrieken Loopvlakvernieuwingsbedrijven: - vloeropp. < 100 m2 - vloeropp. >= 100 m2 Rubber-artikelenfabrieken Kunststofverwerkende bedrijven: - zonder fenolharsen - met fenolharsen
2 G
2
100 500 100 50 200 D 300
3.2 5.1 3.2 3.1 4.1 4.2
3 3 3 3 2 3
G G G G G G
2 2 2 2 2 3
B B B B B B
L
300
4.2
2 G
2
B
50 200 100 D
3.1 4.1 3.2
1 G 2 G 1 G
1 2 2
B
200 300
4.1 4.2
2 G 2 G
2 2
50
3.1
2 G
1
30 50 R 30 50 R 10
100 300 300 500 50
3.2 4.2 4.2 5.1 3.1
1 2 1 2 1
G G G G G
1 2 1 2 1
L L L L
10 30 30 100 R
30 100 200 200
2 3.2 4.1 4.1
1 2 2 2
G G G G
1 2 2 2
L L L
300
30
50 C
50 R
100 500 50 50 200 300
10 30 10 10 30 30
100 100 100 50 100 C 300 C
50 50 50 50 200 200
300
50
300 C
100 R
50 200 100
10 50 10
30 100 50
30 50 R 50 R
200 300
50 50
100 100
100 R 200 R
50
30
50
30 30 300 500 10
30 100 100 200 30
100 300 C Z 100 300 C Z 50
10 30 30 50
10 50 200 200
30 100 200 200
R R R R
30
VISUEEL
GEVAAR
-
4.2
GELUID
25 2511 2512 2512 2512 2513 252 252 252
300
STOF
Parfumerie- en cosmeticafabrieken 0 Lijm- en plakmiddelenfabrieken: 1 - zonder dierlijke grondstoffen 2 - met dierlijke grondstoffen Fotochemische produktenfabrieken A Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken B Overige chemische produktenfabrieken n.e.g. Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken
INDICES
GEUR
nummer 2452 2462 2462 2462 2464 2466 2466 247
AFSTANDEN IN METERS
VERKEER
OMSCHRIJVING
SBI-CODE
B
L L L
L
5.1
2 G
2
Z
30 R 50 R
200 500
4.1 5.1
2 G 3 G
2 3
Z
30 R 50 R
200 500
4.1 5.1
2 G 3 G
2 3
B
Z
30 30 30
200 300 700
4.1 4.2 5.2
2 G 2 G 3 G
2 2 3
B B B
30 30 30
100 300 100
3.2 4.2 3.2
2 G 3 G 2 G
2 3 2
100 R 50 R
100 300
3.2 4.2
3 G 3 G
2 3
50 R 200 R
100 300
3.2 4.2
2 G 3 G
2 2
0 0 10 10 10
100 D 50 300 700 50 D
3.2 3.1 4.2 5.2 3.1
1 1 1 2 1
G G G G G
2 1 2 3 2
Z
30 50
300 500
4.2 5.1
3 G 3 G
2 3
B B
L L
300 C Z 100 C 100 200
30 50 50 30
300 200 100 D 200
4.2 4.1 3.2 4.1
2 2 2 3
2 2 2 2
B
L
500 C
30 50
200 500
200 300
30 50
200 500
200 300
10 10 30
100 100 200
200 300 700
10 30 50
50 200 50
100 300 100
10 30
50 200
100 300
Z
10 30
50 200
100 300
Z
10 10 10 30 10
30 30 100 200 30
100 50 300 700 50
300 500
100 200
100 200
100 200 50 100
200 100 50 50
Z
Z
VISUEEL
GELUID
300
G G G G
LUCHT
500
10
BODEM
30 R
GEVAAR
CATEGORIE
A0 A1 A2 B0 B1 B2 C D0
INDICES GROOTSTE AFSTAND
0 1 2 0 1 2 0 1 2 3 4
- p.c. < 100.000 t/j Kalkfabrieken: - p.c. < 100.000 t/j - p.c. >= 100.000 t/j Gipsfabrieken: - p.c. < 100.000 t/j - p.c. >= 100.000 t/j Betonwarenfabrieken: - zonder persen, triltafels en bekistingtrille - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 t/d - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. >= 100 t/d Kalkzandsteenfabrieken: - p.c. < 100.000 t/j - p.c. >= 100.000 t/j Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken Betonmortelcentrales: - p.c. < 100 t/u - p.c. >= 100 t/u Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips: - p.c. < 100 t/d - p.c. >= 100 t/d Natuursteenbewerkingsbedrijven: - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m² - zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m² - met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 t/j - met breken, zeven of drogen, v.c. >= 100.000 t/j Slijp- en polijstmiddelen fabrieken Bitumineuze materialenfabrieken: - p.c. < 100 t/u - p.c. >= 100 t/u Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol): - steenwol, p.c. >= 5.000 t/j - overige isolatiematerialen Minerale produktenfabrieken n.e.g. Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur
STOF
1 0 1 2 0 1 2 0 1 2 3 0 1 2
GEUR
nummer 2651 2652 2652 2652 2653 2653 2653 2661.1 2661.1 2661.1 2661.1 2661.2 2661.2 2661.2 2662 2663, 2664 2663, 2664 2663, 2664 2665, 2666 2665, 2666 2665, 2666 267 267 267 267 267 2681 2682 2682 2682 2682 2682 2682 2682 2682
AFSTANDEN IN METERS
VERKEER
OMSCHRIJVING
SBI-CODE
B
OMSCHRIJVING
A B B1 0
300
4.2
3 G
2
B
L
30
500
5.1
2 G
2
B
Z
30 50 R
300 700
4.2 5.2
2 G 3 G
2 3
B
Z
30 R 50 R
300 700
4.2 5.2
1 G 2 G
2 3
B B
500
50 R
500
5.1
2 G
2
B
50 100
300 C 500 C Z
30 R 50 R
300 500
4.2 5.1
1 G 2 G
2 3
B B
L
100 200
50 100
300 C 500 C Z
30 R 50 R
300 500
4.2 5.1
1 G 2 G
2 3
B B
L
30 30 30 50
30 30 50 200
100 50 200 300
30 10 30 30
100 50 200 300
3.2 3.1 4.1 4.2
2 1 2 3
G G G G
2 1 2 3
B
30 50 30 10 50 30
50 100 30 30 30 30
300 500 200 200 100 50
30 R 50 R 30 30 30 10
300 500 200 200 100 D 50 D
4.2 5.1 4.1 4.1 3.2 3.1
2 3 2 1 2 1
G G G G G G
2 3 2 2 2 2
B B B B B B
200
100
300
30
30
500
30 50
30 50
300 700
100 200
100 300
300 700
50
50
100 200
Z
Z
Z
VERKEER
LUCHT
VERVAARD. VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.) Constructiewerkplaatsen: - gesloten gebouw - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2 - in open lucht, p.o. < 2.000 m2 - in open lucht, p.o. >= 2.000 m2 Tank- en reservoirbouwbedrijven: - p.o. < 2.000 m2 - p.o. >= 2.000 m2 Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2 Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:
BODEM
0 1 1a 2 3 0 1 2
VISUEEL
28 281 281 281 281 281 2821 2821 2821 2822, 2830 284 284 284 2851
CATEGORIE
VERVAARDIGING VAN METALEN IJzeren- en stalenbuizenfabrieken: - p.o. < 2.000 m2 Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen: - p.o. < 2.000 m2 - p.o. >= 2.000 m2 Non-ferro-metaalfabrieken: - p.c. < 1.000 t/j - p.c. >= 1.000 t/j Non-ferro-metaalwalserijen, -trekkerijen e.d.: - p.o. < 2.000 m2 IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen: - p.c. < 4.000 t/j - p.c. >= 4.000 t/j Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen: - p.c. < 4.000 t/j - p.c. >= 4.000 t/j
GROOTSTE AFSTAND
0 1 0 1 2 A0 A1 A2 B0 B1 0 1 2 0 1 2
GEVAAR
27 272 272 273 273 273 274 274 274 274 274 2751, 2752 2751, 2752 2751, 2752 2753, 2754 2753, 2754 2753, 2754
INDICES
50
GELUID
D1 - asfaltcentrales, p.c. >= 100 ton/uur
STOF
2682
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
nummer
SBI-CODE
B B
OMSCHRIJVING
-
VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH. Elektromotoren- en generatorenfabrieken Schakel- en installatiemateriaalfabrieken Elektrische draad- en kabelfabrieken Accumulatoren- en batterijenfabrieken Lampenfabrieken Elektrotechnische industrie n.e.g.
30 50 50
30 30 30
100 200 300
200 200 100 100 200 30
30 10 10 30 30 10
30 30 200 100 30 30
Z
Z
3.2 4.1 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.1
2 2 1 2 2 2 2 2 2 2 1 2 1 1
G G G G G G G G G G G G G G
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 1 2 2 2
B B B B B B B B B B B B B B
L L
200 500 100 50
4.1 5.1 3.2 3.1
2 3 2 1
G G G G
2 3 2 2
B B B B
100 D 200 D 300 D
3.2 4.1 4.2
2 G 3 G 3 G
1 2 2
B B B
200 200 200 D 100 300 30
4.1 4.1 4.1 3.2 4.2 2
1 1 2 2 2 1
2 2 2 2 2 1
B B
GROOTSTE AFSTAND
200 500 100 50
GEVAAR
50 100 30 30
LUCHT
31 311 312 313 314 315 316
30 50 30 30
BODEM
VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN Machine- en apparatenfabrieken: - p.o. < 2.000 m2 - p.o. >= 2.000 m2 - met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW
100 200 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 50
VISUEEL
0 1 2 3
50 200 50 30 50 50 50 50 10 10 50 30 30 30
VERKEER
29 29 29 29 29
50 30 30 100 50 100 100 30 50 50 100 30 10 10
INDICES CATEGORIE
- algemeen - stralen - metaalharden - lakspuiten en moffelen - scoperen (opspuiten van zink) - thermisch verzinken - thermisch vertinnen - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten) - anodiseren, eloxeren - chemische oppervlaktebehandeling - emailleren - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed) Overige metaalbewerkende industrie Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2 Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken: - p.o. < 2.000 m2 - p.o. >= 2.000 m2 Overige metaalwarenfabrieken n.e.g. Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2
GELUID
1 10 11 12 2 3 4 5 6 7 8 9 1 2 A0 A1 A2 B B
STOF
2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2852 2852 287 287 287 287 287
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
nummer
SBI-CODE
50 30 50 50 R 30 R 50 50 30 30 30 50 R 50 30 10
100 200 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 50
30 30 30 10
30 30 30
50 50 100 R 50 300 R 10
D D D D
D D
G G G G G G
B B
L L L L
L
L L L L L
36 361 364 365 3661.2
- VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. 1 Meubelfabrieken Sportartikelenfabrieken Speelgoedartikelenfabrieken Vervaardiging van overige goederen n.e.g.
37 371 372 372 372 372 372
-
VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS) Scheepsbouw- en reparatiebedrijven: - houten schepen - kunststof schepen - metalen schepen < 25 m - metalen schepen >= 25m en/of proefdraaien motoren >= 1 MW Scheepssloperijen 0 Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen: 1 - algemeen 2 - met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW Rijwiel- en motorrijwielfabrieken Transportmiddelenindustrie n.e.g.
A0 A1 A2 B C
VOORBEREIDING TOT RECYCLING Metaal- en autoschredders Puinbrekerijen en -malerijen: - v.c. < 100.000 t/j - v.c. C352 100.000 t/j Rubberregeneratiebedrijven Afvalscheidingsinstallaties
10 30 10 10 10
200 C 300 Z 200 200 100
3 3 2 2 2
G G G G G
2 2 2 2 2
B B B B
30 100 50 100 100
30 50 100 100 200
50 100 200 500 C Z 700
50 100 200 500 700
3.1 3.2 4.1 5.1 5.2
2 2 2 2 2
G G G G G
1 1 2 3 3
B B B B B
50 50 30 30
30 30 10 30
100 300 100 100
50 30 30 30
50 10 10 10
100 50 50 50
30
100
500
30 30 300 200
100 200 50 200
300 700 100 300 C
Z
30 30 R 30 R 30
100 300 100 100 D
3.2 4.2 3.2 3.2
2 2 2 2
G G G G
2 2 2 2
B B B B
30 30 30 30
100 D 50 50 50 D
3.2 3.1 3.1 3.1
2 2 2 2
G G G G
2 2 2 2
B
Z
30
500
5.1
2 G
3
B
10 10 50 R 50
300 700 300 300
4.2 5.2 4.2 4.2
2 3 2 3
2 3 2 2
B
30 50 30 30 30
R R R R
10 50 R 30 50 100 R
G G G G
LUCHT
4.1 4.2 4.1 4.1 3.2
GEVAAR
GELUID
100 200 100 30 30
BODEM
200 D 300 200 200 100
GROOTSTE AFSTAND
VERKEER
0 1 2 3 4
INDICES CATEGORIE
35 351 351 351 351 351 3511 352 352 352 354 355
STOF
VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS 0 Autofabrieken en assemblagebedrijven 1 - p.o. < 10.000 m2 2 - p.o. >= 10.000 m2 Carrosseriefabrieken Aanhangwagen- en opleggerfabrieken Auto-onderdelenfabrieken
GEUR
nummer 34 341 341 341 3420.1 3420.2 343
AFSTANDEN IN METERS
VISUEEL
OMSCHRIJVING
SBI-CODE
L
10 30 50 50 50
30 50 100 300 500
2 3.1 3.2 4.2 5.1
1 1 1 1 1
P P P P P
1 1 2 2 2
300 500 10 30 50
4.2 5.1 1 2 3.1
1 1 1 1 1
P P P P P
1 2 1 1 1
50 10
100 30
3.2 2
1 P 1 P
2 1
100 C 200 C 300 C
30 50 50
100 200 300
3.2 4.1 4.2
1 P 1 P 1 P
2 2 3
0 0
50 C 50 C
1000 R 30
5.3 3.1
1 G 1 G
2 2
0 0 0
30 C 100 C 300 C
10 10 10
2 3.2 4.2
1 P 1 P 1 P
1 1 2
100 100
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
30 50 100 300 500
C C C C C
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
300 500 10 30 50
C C C C C
30 10
10 0
100 C 30 C
0 0 0
0 0 0
50 10 0 0 0
100 200 R 10 10 50 R
1000 D 50 30 100 300
VISUEEL
50 50
LUCHT
1 1
100 50
BODEM
CATEGORIE
2 G 2 G
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER Waterwinning-/ bereiding- bedrijven: - met chloorgas - bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling Waterdistributiebedrijven met pompvermogen: - < 1 MW - 1 - 15 MW - >= 15 MW
3.2 3.2
GELUID
A0 A1 A2 B0 B1 B2 B3
100 100
STOF
41 41 41 41 41 41 41 41
INDICES
30 R 30 R
GEUR
nummer 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40
- PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER B0 Bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe: - covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen B1 voedingsindustrie B2 - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa C0 Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen: C1 - < 10 MVA C2 - 10 - 100 MVA C3 - 100 - 200 MVA C4 - 200 - 1000 MVA C4 >= 1000 MVA D0 Gasdistributiebedrijven: D1 - gascompressorstations vermogen < 100 MW D2 - gascompressorstations vermogen >= 100 MW D3 - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A D4 - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C D5 - gasontvang- en -verdeelstations, cat. D E0 Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt: E1 - stadsverwarming E2 - blokverwarming F0 windmolens: F1 - wiekdiameter 20 m F2 - wiekdiameter 30 m F3 - wiekdiameter 50 m
40 40
AFSTANDEN IN METERS
VERKEER
OMSCHRIJVING
SBI-CODE
L L B B B B B
L
VISUEEL
BODEM
5121 5122 5123 5124 5125, 5131 5132, 5133 5134 5135 5136 5137 5138, 5139 514 5151.1 5151.1 5151.1 5151.2
- GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING 0 Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 1 ton/uur of meer Grth in bloemen en planten Grth in levende dieren Grth in huiden, vellen en leder Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën Grth in dranken Grth in tabaksprodukten Grth in suiker, chocolade en suikerwerk Grth in koffie, thee, cacao en specerijen Grth in overige voedings- en genotmiddelen Grth in overige consumentenartikelen 0 Grth in vaste brandstoffen: 1 - klein, lokaal verzorgingsgebied 2 - kolenterminal, opslag opp. >= 2.000 m2 0 Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:
VERKEER
51 5121
A C 0 1 2 3
CATEGORIE
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS Groothandel in vrachtauto's (incl. import) Autoplaatwerkerijen Autospuitinrichtingen Benzineservisestations: - met LPG > 1000 m3/jr - met LPG < 1000 m3/jr - zonder LPG
GROOTSTE AFSTAND
-
GEVAAR
50 502 5020.4 5020.4 505 505 505 505
GELUID
BOUWNIJVERHEID Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m² - bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m² Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m² - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m²
STOF
0 1 2 3
INDICES
GEUR
nummer 45 45 45 45 45
AFSTANDEN IN METERS
10 10 10 0
30 30 30 10
100 50 50 30
10 10 10 10
100 50 50 30
3.2 3.1 3.1 2
2 2 2 1
G G G G
2 1 1 1
B B B B
10 10 50
10 30 30
100 100 30
10 10 30 R
100 100 50
3.2 3.2 3.1
2 G 1 G 1 G
1 1 1
B
30 30 30
0 0 0
30 30 30
200 R 50 R 10
200 50 30
4.1 3.1 2
3 P 3 P 3 P
1 1 1
B B B
30
30
50
30 R
50
3.1
2 G
2
100 10 50 50 30 10 0 10 10 30 10 10
100 10 10 0 10 0 0 0 10 10 10 10
300 Z 30 100 C 30 30 30 30 30 30 30 30 30
50 R 0 0 0 50 R 50 R 0 0 0 0 10 10
300 30 100 50 50 50 30 30 30 30 30 30
4.2 2 3.2 3.1 3.1 3.1 2 2 2 2 2 2
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
G G G G G G G G G G G G
2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
10 50
50 500
50 500
50 500
3.1 5.1
2 P 3 G
2 3
Z
30 100
B
LUCHT
OMSCHRIJVING
SBI-CODE
L
OMSCHRIJVING
LUCHT
G G G G
2 2 2 2
B B
L L
10 10 10
300 700 100
4.2 5.2 3.2
3 G 3 G 2 G
3 3 2
B B
50 30
10 10
50 30
3.1 2
2 G 1 G
2 1
30 10
100 30
0 0
100 30
3.2 2
2 G 1 G
2 1
0 0 50 30 10 10 10 10 10
0 0 10 30 10 30 10 30 10
50 30 30 30 30 100 50 100 50
10 0 100 R 30 R 10 30 10 10 10
50 30 100 D 30 30 100 50 100 D 50
3.1 2 3.2 2 2 3.2 3.1 3.2 3.1
2 1 2 1 2 2 2 2 2
G G G G G G G G G
2 1 2 1 2 2 2 2 2
0 0
10 10
100 50
100 50
3.2 3.1
2 G 2 G
2 1
0 30 10 0 0
0 30 0 0 0
100 300 100 100 50
100 D 300 D 100 100 50
3.2 4.2 3.2 3.2 3.1
3 3 2 3 2
2 2 1 1 1
50 50 50 30
30 50 0
300 500 10
300 700 100
0 0
10 10
0 0
200 R 500 R 300 R 50
Z
10 0
C C C C C
50 R 300 R 0 30 30
VISUEEL
2 2 2 2
0 0 0 0
GROOTSTE AFSTAND
4.1 5.1 4.2 3.2
50 100 50 100
GEVAAR
BODEM
VERVOER OVER LAND Spoorwegen: - stations - rangeerterreinen, overslagstations (zonder rangeerheuvel) Touringcarbedrijven 0 Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m² 1 - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m²
VERKEER
0 1 2
CATEGORIE
60 601 601 601 6023 6024 6024
INDICES
200 D 500 D 300 D 100
GELUID
1 - vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3 2 - vloeistoffen, o.c. >= 100.000 m3 3 - tot vloeistof verdichte gassen Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen) 0 Grth in metaalertsen: 1 - opslag opp. < 2.000 m2 2 - opslag opp. >= 2.000 m2 Grth in metalen en -halffabrikaten 0 Grth in hout en bouwmaterialen: 1 - algemeen: b.o. > 2000 m² 2 - algemeen: b.o. <= 2000 m² 4 zand en grind: 5 - algemeen: b.o. > 200 m² 6 - algemeen: b.o. <= 200 m² 0 Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur: 1 - algemeen: b.o. > 2.000 m² 2 - algemeen: b.o. < = 2.000 m² Grth in chemische produkten Grth in kunstmeststoffen Grth in overige intermediaire goederen 0 Autosloperijen: b.o. > 1000 m² 1 - autosloperijen: b.o. <= 1000 m² 0 Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m² 1 - overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m² 0 Grth in machines en apparaten: 1 - machines voor de bouwnijverheid 2 - overige
STOF
5151.2 5151.2 5151.2 5151.3 5152.1 5152.1 5152.1 5152.2 /.3 5153 5153 5153 5153.4 5153.4 5153.4 5154 5154 5154 5155.1 5155.2 5156 5157 5157 5157.2/3 5157.2/3 5162 5162 5162
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
nummer
SBI-CODE
P G G G G
B
B
B B B B
POST EN TELECOMMUNICATIE zendinstallaties: - LG en MG, zendervermogen < 100 kW (bij groter vermogen: onderzoek!) - FM en TV
500 300 1000 500 700 100 100
0 300 0 30 50 50 100 50 50 100 30 10 10 0 0 0
10 10 10 200 500 300 500 300 500 0 10 0 0 0 50 0
0 0
0 0
1
500 300 D 1000 500 700 1000 300
C C C Z C Z C Z C C
100 100 50 100 100 1000 200
R R
300 100 100 300 700 Z 200 300 Z 300 500 Z 50 50 C 30 C 100 C 10 500 10
50 200 50 30 50 50 100 50 100 700 50 0 30 0 50 0
R R R
0 C 0 C
100 10
R R R
R R
R R
2 P
1
5.1 4.2 5.3 5.1 5.2 5.3 4.2
3 3 3 3 3 2 1
G G G G G G G
3 3 3 3 3 3 2
300 300 100 D 300 700 300 500 300 500 700 50 D 30 100 10 500 10 D
4.2 4.2 3.2 4.2 5.2 4.2 5.1 4.2 5.1 5.2 3.1 2 3.2 1 5.1 1
2 1 2 2 3 2 3 2 3 2 2 3 2 2 1 1
G G G G G G G G G G G P G P P P
2 2 2 2 3 2 3 2 3 3 2 1 1 1 2 1
100 10
3.2 1
1 P 1 P
2 2
LUCHT
10 30 700 500 700 0 10
10
BODEM
0 0 50 100 50 300 300
0
VISUEEL
10
CATEGORIE
B0 B1 B2
0
GROOTSTE AFSTAND
64 642 642 642
DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. zeeschepen: - containers - stukgoederen - ertsen, mineralen e.d., opslagopp. >= 2.000 m2 - granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u - steenkool, opslagopp. >= 2.000 m2 - olie, LPG, e.d. - tankercleaning Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart: - containers - tankercleaning - stukgoederen - ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. < 2.000 m² - ersten, mineralen, e.d., opslagopp. >= 2.000 m² - granen of meelsoorten , v.c. < 500 t/u - granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u - steenkool, opslagopp. < 2.000 m2 - steenkool, opslagopp. >= 2.000 m2 - olie, LPG, e.d. Veem- en pakhuisbedrijven, koelhuizen 1 Autoparkeerterreinen, parkeergarages 2 Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties) Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren) B Helikopterlandplaatsen Expediteurs, cargadoors (kantoren)
0
INDICES
GEVAAR
0 1 2 3 4 5 6 7 0 1 10 2 3 4 5 6 7 8 9
GELUID
63 6311.1 6311.1 6311.1 6311.1 6311.1 6311.1 6311.1 6311.1 6311.2 6311.2 6311.2 6311.2 6311.2 6311.2 6311.2 6311.2 6311.2 6311.2 6311.2 6312 6321 6321 6322, 6323 6323 634
STOF
- VERVOER OVER WATER / DOOR DE LUCHT A Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren)
GEUR
nummer 61, 62 61, 62
AFSTANDEN IN METERS
VERKEER
OMSCHRIJVING
SBI-CODE
B B B B B
L
B B B B
B B B
L L
- OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING A Overige zakelijke dienstverlening: kantoren Reinigingsbedrijven voor gebouwen Foto- en filmontwikkelcentrales Veilingen voor landbouw- en visserijprodukten
75 7522 7525
-
90 9001 9001 9001 9001 9001 9002.1 9002.1 9002.1 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2
A0 A1 A2 A3 B A B C A0 A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7
OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN Defensie-inrichtingen Brandweerkazernes MILIEUDIENSTVERLENING RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks: - < 100.000 i.e. - 100.000 - 300.000 i.e. - >= 300.000 i.e. rioolgemalen Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d. Gemeentewerven (afval-inzameldepots) Vuiloverslagstations Afvalverwerkingsbedrijven: - mestverwerking/korrelfabrieken - kabelbranderijen - verwerking radio-actief afval - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) - oplosmiddelterugwinning - afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW - verwerking fotochemisch en galvano-afval
0 10 0 30
10 30 30 C 200 C
30 0
30 0
200 C 50 C
200 300 500 30 50 30 200
10 10 10 0 30 30 200
100 200 300 10 50 50 300
500 100 0 50 100 300 10
10 50 10 10 0 200 10
100 C 30 200 C 30 10 300 C Z 30
C C Z C Z C
10 10 10
0 30 10 50 R
100 0
10 10 10 0 10 30 R 30 10 10 1500 10 30 R 50 30 R
1
1 P
2
30 50 D 50 D
2 3.1 3.1
2 P 2 G 2 G
1 1 1
10 D 50 D 30 200
1 3.1 2 4.1
2 1 2 3
P P G G
1 1 1 2
200 D 50
4.1 3.1
3 G 1 G
1 1
200 300 500 30 50 50 300
4.1 4.2 5.1 2 3.1 3.1 4.2
2 2 3 1 2 2 3
G G G P G G G
1 1 2 1 1 1 3
5.1 3.2 6 3.1 3.2 4.2 2
3 1 1 1 1 3 1
G G G G G G G
3 1 1 2 2 3 1
500 100 1500 50 100 D 300 D 30
LUCHT
0 50 10 50
30 50 50
10
BODEM
0 0 0
10
VISUEEL
GELUID
10 10 10
0 C
CATEGORIE
74 74 747 7481.3 7484.3
0
INDICES GROOTSTE AFSTAND
-
0
GEVAAR
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN Personenautoverhuurbedrijven Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's) Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen
71 711 712 713
STOF
B3 - GSM en UMTS-steunzenders
GEUR
nummer 642
AFSTANDEN IN METERS
VERKEER
OMSCHRIJVING
SBI-CODE
B
B B
B
B B
B
L
B B B
L L L L
50 100 100 100 100
10
300
4.2
3 G
3
B
300 700 100 200 200
4.2 5.2 3.2 4.1 4.1
2 2 2 3 3
2 2 2 2 1
B B B B B
10 30 10 30 100 R
G G G G G
LUCHT
100 300 100 200 50
BODEM
300 700 100 200 200
VISUEEL
300
CATEGORIE
200
GROOTSTE AFSTAND
300
INDICES
GEVAAR
GELUID
Vuilstortplaatsen Composteerbedrijven: - niet-belucht v.c. < 5.000 ton/jr - niet-belucht v.c. 5.000 tot 20.000 ton/jr - belucht v.c. < 20.000 ton/jr - belucht v.c. > 20.000 ton/jr - GFT in gesloten gebouw
STOF
B C0 C1 C2 C3 C4 C5
GEUR
nummer 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2
AFSTANDEN IN METERS
VERKEER
OMSCHRIJVING
SBI-CODE
L
kaart(en)