Voerendaal-Kunrade
Inhoudsopgave
Bijlagen bij de toelichting
3
Bijlage 1 Nota van inspraak
4
Bijlage 2 Nota van zienswijzen en ambtshalve wijzigingen
22
2
Inhoudsopgave (vastgesteld)
Bijlagen bij de toelichting
Voerendaal-Kunrade
3
Bijlage 1 Nota van inspraak
4
Bijlagen bij de toelichting (vastgesteld)
Nota van inspraak bestemmingsplan Voerendaal-Kunrade gemeente Voerendaal
VONDERWEG 14, 5616 RM EINDHOVEN TELEFOON 040 257 13 36 TELEFAX 040 257 02 90 AMERIKALAAN 70C, 6199 AE MAASTRICHT -AIRPORT TELEFOON 043 326 16 60 TELEFAX 043 326 16 64
[email protected] WWW.TO NNAER.NL
status: datum: adviseur:
definitief 8 mei 2015 SRE
INHOUDSOPGAVE 1
Inleiding
1
1.1
Inleiding
1
1.2
Vooroverlegreacties
1
1.3
Inspraakreacties
1
1.4
Informatiebijeenkomst
1
2
Vooroverlegreacties
2
2.1
Overzicht vooroverlegreacties
2
2.2
Inhoudelijke behandeling vooroverlegreacties
2
3
Inspraakreacties
5
3.1
Overzicht inspraakreacties
5
3.2
Inhoudelijke behandeling inspraakreacties
5
bestemmingplan Voerendaal-Kunrade
1 INLEIDING 1.1
Inleiding
Het voorontwerp bestemmingsplan ‘Voerendaal-Kunrade’ heeft op basis van de gemeentelijke inspraakverordening vanaf 5 maart 2015 tot en met 15 april 2015 ter inzage gelegen. Deze tervisielegging is gepubliceerd op de gemeentelijke website en in het plaatselijke huis-aan-huisblad. Tevens was het voorontwerp bestemmingsplan met bijbehorende stukken gedurende de termijn van terinzagelegging digitaal raadpleegbaar op de website www.ruimtelijkeplannen.nl en via de gemeentelijke website (www.voerendaal.nl, met een link naar www.ruimtelijkeplannen.nl). Een analoge versie van het bestemmingsplan heeft bij het Klantcontactcentrum in het gemeentehuis ter inzage gelegen. 1.2
Vooroverlegreacties
Tot de voorbereiding van dit bestemmingsplan behoort het overleg met de daarvoor in aanmerking komende instanties; instanties die blijkens hun werkterrein belangen vertegenwoordigen of bevoegdheden krachtens de Wro hebben. In het kader van artikel 3.1.1 van het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro) zijn deze instanties bij de totstandkoming van bestemmingsplannen betrokken. De reacties van deze instanties worden in deze notitie behandeld en van een gemeentelijk standpunt voorzien. 1.3
Inspraakreacties
Tijdens de zes weken dat het bestemmingsplan ter inzage lag, heeft eenieder de mogelijkheid gehad om schriftelijk zijn inspraakreactie in te dienen. Gedurende de inzage termijn zijn acht inspraakreacties ingediend. De persoonlijke gegevens en de strekking van de inspraakreacties zijn in deze notitie beknopt en zakelijk weergegeven. Vervolgens is het standpunt van burgemeester en wethouders daarbij geformuleerd. 1.4
Informatiebijeenkomst
Tevens heeft er een informatiebijeenkomst plaatsgevonden op 9 april 2015 in de raadszaal van het gemeentehuis. Aan de hand van een presentatie is het bestemmingsplan nader toegelicht, waarna de mogelijkheid werd geboden tot het stellen van vragen. Een ieder heeft daarbij de mogelijkheid gehad mondeling te reageren op het voorontwerp bestemmingsplan. Tijdens deze bijeenkomst is één mondelinge reactie gegeven op het voorontwerp bestemmingsplan. Deze mondelinge reactie is eveneens op papier vastgelegd.
bestemmingsplan Voerendaal-Kunrade
1
2 VOOROVERLEGREACTIES 2.1
Overzicht vooroverlegreacties
In het kader van het vooroverleg, als bedoeld in artikel 3.1.1 Bro, is onderhavig voorontwerp bestemmingsplan ‘Voerendaal-Kunrade’ voorgelegd aan een aantal belanghebbende instanties. Hierna zullen de reacties kort worden samengevat en besproken. Indien deze reacties leiden tot aanpassingen van het voorontwerp bestemmingsplan zal dit worden aangeven. Van de volgende instanties is een reactie op het bestemmingsplan binnengekomen: 1) Prorail, Postbus 2038, 3500 GA Utrecht, telefonisch ingekomen 3 maart 2015. 2) Provincie Limburg, postbus 5700, 6229 GA Maastricht, per mail ingekomen 18 maart 2015. 3) Gasunie Transport Services B.V., postbus 181, 9700 AD Groningen, d.d. 2 april 2015, ingekomen 7 april 2015. 4) Rijkswaterstaat Zuid-Nederland, postbus 25, 6200 MA Maastricht, ingekomen 7 april 2015.
2.2
Inhoudelijke behandeling vooroverlegreacties
2.2.1 Vooroverlegreactie 1 Instantie
Dhr. Heijnen namers Prorail
Adres
Postbus 2038, 3500 GA Utrecht
Verzonden d.d.
-
Ingekomen d.d.
telefonisch ingekomen 3 maart 2015
A. Samenvatting Prorail geeft aan geen opmerkingen te hebben op het voorontwerp bestemmingsplan. A. Standpunt De gemeente neemt de reactie van Prorail voor kennisgeving aan. Conclusie De reactie geeft geen aanleiding het plan aan te passen.
2.2.2 Vooroverlegreactie 2 Instantie
Drs. Arts namens Provincie Limburg
Adres
postbus 5700, 6229 GA Maastricht
Verzonden d.d.
-
Ingekomen d.d.
per mail ingekomen 18 maart 2015
A. Samenvatting De provincie heeft het plan beoordeeld op de adequate doorwerking van de provinciale belangen. De beoordeling van het plan geeft geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Indien dit plan
2
nota van inspraak
op deze wijze wordt voortgezet, zal er geen aanleiding zijn om in de verdere procedure van het plan een zienswijze in te dienen. A. Standpunt De gemeente neemt de reactie van de provincie Limburg voor kennisgeving aan. Conclusie De reactie geeft geen aanleiding het plan aan te passen.
2.2.3 Vooroverlegreactie 3 Instantie
Dhr. Janssen namens Gasunie Transport Services B.V.
Adres
postbus 181, 9700 AD Groningen
Verzonden d.d.
2 april 2015
Ingekomen d.d.
7 april 2015
A. Samenvatting In het plangebied liggen twee gastransportleidingen van de Gasunie. Volgens artikel 20.1.1 punt a heeft de hoge druk gastransportleiding een belemmeringenstrook van 4 meter aan weerszijden van de van de hartlijn van de leiding. Dit dient echter 5 meter te zijn. Verzocht wordt de regels op dit punt aan te passen. A. Standpunt De correcte afstand zal in het artikel ‘Leiding – Gas’ worden opgenomen. De planregels worden op dit punt aangepast. B. Samenvatting Verzocht wordt artikel 20.4.3 punt a en b als volgt aan te passen: -
Het woord ‘onevenredig’ schrappen;
-
met het volgende toetsingskader: dat de veiligheid van de gasleiding niet mag worden geschaad.
B. Standpunt De opmerking zal in het artikel ‘Leiding – Gas’ worden verwerkt. De planregels worden op dit punt aangepast. C. Samenvatting In paragraaf 2.4 van de toelichting is onvoldoende aandacht besteed aan de externe veiligheidsaspecten van de aardgastransportleidingen. Op grond van de artikelen 11 en 12 Bevb is dit wettelijk verplicht. De Gasunie adviseert om met behulp van het rekenpakket ‘CAROLA’ de externe veiligheidsrisico’s van de aardgastransportleidingen te berekenen. C. Standpunt Onderhavig bestemmingsplan betreft een conserverend plan waarin de bestaande situatie wordt geregeld en geen nieuwe ontwikkelingen worden mogelijk gemaakt. Derhalve zal de planvaststelling niet leiden tot een verhoging van het groepsrisico. Uit nader overleg met de Gasunie ten behoeve van het bestemmingsplan Buitengebied is gebleken dat door middel van een in 2011 en 2012 uitgevoerde inventarisatie naar knelpunten met betrekking tot de externe veiligheid rond gastransportleidingen hierin kan worden voorzien. Een berekening door middel van CAROLA is niet noodzakelijk. In de toelichting zal een paragraaf met een beperkte verantwoording van het groepsrisico worden opgenomen en zal deze informatie worden verwerkt.
bestemmingsplan Voerendaal-Kunrade
3
Conclusie De reactie geeft aanleiding het plan aan te passen. De opmerkingen van de Gasunie zullen worden verwerkt in de regels en toelichting van het bestemmingsplan.
2.2.4 Vooroverlegreactie 4 Instantie
drs. Pacilly namens Rijkswaterstaat Zuid-Nederland
Adres
postbus 25, 6200 MA Maastricht
Verzonden d.d.
onbekend
Ingekomen d.d.
ingekomen 7 april 2015
A. Samenvatting Rijkswaterstaat geeft aan geen opmerkingen te hebben op het voorontwerp bestemmingsplan. A. Standpunt De gemeente neemt de reactie van Rijkswaterstaat voor kennisgeving aan. Conclusie De reactie geeft geen aanleiding het plan aan te passen.
4
nota van inspraak
3 INSPRAAKREACTIES 3.1
Overzicht inspraakreacties
Van de in het kader van de inspraak binnengekomen reacties wordt hierna in het kort verslag gedaan. Per reactie is ook steeds het gemeentelijk standpunt weergegeven, alsmede de eventueel daaruit voortvloeiende aanpassing(en) van het plan. De volgende personen/bedrijven hebben een inspraakreactie ingediend: 1) B.M.W. Linnartz, Berlostraat 27, 6367 CA Voerendaal, d.d. 27 maart 2015, ingekomen 30 maart 2015. 2) Aelmans Ruimtelijke Ontwikkeling en Milieu, Kerkstraat 4, 6367 JE Voerendaal, namens C.G.L. van Zandvoort, Heerlerweg 134, 6367 AH Voerendaal, d.d. 1 april 2015, ingekomen 3 april 2015. 3) Dhr. Smeets, Heerlerweg 57-59, 6367 AB Voerendaal, mondeling ingekomen 9 april 2015. 4) A.J.F. Daniëls, Kunderberg 6, 6367 AL Voerendaal, d.d. 13 april 2015, ingekomen 14 april 2015. 5) Aelmans Ruimtelijke Ontwikkeling en Milieu, Kerkstraat 4, 6367 JE Voerendaal, namens maatschap Kerckhoffs-Smeets, Kunderberg 14, 6367 AL Voerendaal, d.d. 13 april 2015, ingekomen 15 april 2015. 6) Loodgietersbedrijf Bjorn Daniëls, Heerlerweg 194, 6367 AJ Voerendaal, d.d. 15 april 2015, ingekomen 14 april 2015. 7) Wyck Advocaten, postbus 3017, 6202 NA Maastricht, namens Loonbedrijf Snijders, Valkenburgerweg 85, 6367 GT Voerendaal, d.d. 15 april 2015, ingekomen 15 april 2015. 8) Aelmans Ruimtelijke Ontwikkeling en Milieu, Kerkstraat 4, 6367 JE Voerendaal, namens A. Boosten, Bergseweg 17, 6367 HA Voerendaal, d.d. 13 april 2015, ingekomen 16 april 2015.
3.2
Inhoudelijke behandeling inspraakreacties
3.2.1 Inspraakreactie Naam
B.M.W. Linnartz
Adres
Berlostraat 27, 6367 CA Voerendaal
Verzonden d.d.
27 maart 2015
Ingekomen d.d.
30 maart 2015
A. Samenvatting Inspreker verzoekt de bestemming van de strook grond aansluitend aan en behorend bij de woonpercelen aan de Berlostraat 27 en Eijckhovenstraat 19 te wijzigen van ‘Agrarisch’ in ‘Tuin’. Om versnippering van randen tegen te gaan is de gemeente gebaat bij het handhaven van duidelijke rechte lijnen. Het opschonen van rafelranden en kruimelpercelen wordt nagestreefd ter bevordering van een landschappelijk aantrekkelijke afhechting.
bestemmingsplan Voerendaal-Kunrade
5
A. Standpunt De betreffende percelen (VRD sectie A, nummers 4785 en 4786) liggen in het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2013’ en hebben conform dit plan de bestemming ‘Agrarisch’. Bij de aankoop van het perceel wist of behoorde inspreker te weten dat hierop de bestemming 'Agrarisch' rust. De systematiek van het opnemen van een bestemming 'Tuin' op gronden die aan de rand van de kern liggen om ter plaatse de oprichting van (vergunningvrije) bouwwerken te voorkomen, wordt niet toegepast in het bestemmingsplan "Voerendaal-Kunrade". Bovendien wordt ook door de bestemming "Agrarisch" van het bestemmingsplan Buitengebied 2013 dit doel bereikt. Door de bestemming "Agrarisch" is ter plaatse geen sprake van een achtererfgebied en/of bebouwingsgebied in de zin van het Besluit omgevingsrecht. Bijgevolg kunnen daar geen vergunningvrije bouwwerken worden opgericht behorende bij de woning. Die regeling dient te worden behouden, aangezien verdere verstening op de grens tussen kern en buitengebied niet wenselijk is. Er is geen aanleiding om deze strook grond bij het woonperceel te betrekken en de plangrens uit te breiden. Dit zou niet leiden tot een duidelijke rechte begrenzing van de kern, maar bewerkstelligt juist het tegenovergestelde: er wordt dan namelijk een uitsprong gecreëerd. Het argument dat het wijzigen van de bestemming ook zou leiden tot een betere situatie voor het gebruik van de agrarische gronden (in verband met het ploegen van rechte lijnen met GPS) wordt door ons niet gedeeld. Ook bij een wijziging van de bestemming zou een kromme perceelsgrens ontstaan. Bovendien betreft het een argument dat wat ons betreft niet relevant is vanuit stedenbouwkundig of ruimtelijk oogpunt. Conclusie De inspraakreactie geeft geen aanleiding het plan aan te passen.
3.2.2 Inspraakreactie Adviesbureau
Aelmans Ruimtelijke Ontwikkeling en Milieu
Adres
Kerkstraat 4, 6367 JE Voerendaal
namens Naam
C.G.L. van Zandvoort
Adres
Heerlerweg 134, 6367 AH Voerendaal
Verzonden d.d.
1 april 2015
Ingekomen d.d.
3 april 2015
A. Samenvatting Inspreker verzoekt om de feitelijke aanwezige en vergunde bovenwoning bij zijn garagebedrijf aan de Heerlerweg 134 positief te bestemmen. Kadastrale gegevens, een kopie van de bouwvergunning en bouwtekening zijn ter onderbouwing als bijlage bij de inspraakreactie opgenomen. A. Standpunt De opmerking is terecht. Bij besluit d.d. 17 juni 1955 is aan de toenmalige eigenaar een bouwvergunning verleend voor het ‘bouwen van een garage(bedrijf) met bovenwoning’. Conclusie De inspraakreactie geeft aanleiding het plan aan te passen. Op de verbeelding wordt ter plaatse van de aanwezige woning de functieaanduiding ‘wonen’ opgenomen.
6
nota van inspraak
3.2.3 Inspraakreactie Naam
Dhr. Smeets
Adres
Heerlerweg 57-59, 6367 AB Voerendaal
Verzonden d.d.
-
Ingekomen d.d.
9 april 2015 (mondeling)
A. Samenvatting Inspreker verzoekt de bestemming ‘Horeca’ op zijn perceel in overeenstemming te brengen met de feitelijke situatie, zoals aangegeven op het enquêteformulier dat hij bij de inventarisatie voor het bestemmingsplan heeft ingediend. Het betreft een vergroting van de horecabestemming ter plaatse van de keuken, gelegen achter het woonhuis aan Heerlerweg 59, die bij de horeca-voorziening hoort. A. Standpunt De opmerking is terecht. Aangezien de keuken ten behoeve van het café wordt gebruikt dient deze in de horecabestemming te worden opgenomen. Conclusie De inspraakreactie geeft aanleiding het plan aan te passen. Op de verbeelding wordt de bestemming ‘Horeca’ uitgebreid, zodat de keuken daarbinnen ligt.
3.2.4 Inspraakreactie Naam
A.J.F. Daniëls
Adres
Kunderberg 6, 6367 AL Voerendaal
Verzonden d.d.
13 april 2015
Ingekomen d.d.
14 april 2015
A. Samenvatting Inspreker verzoekt de woonbestemming van het perceel aan de Kunderberg 6 te vergroten tot aan de achterrooilijn van het perceel Kunderberg 4a (parallel doorgetrokken). Hierdoor ontstaat de mogelijkheid in de toekomst een hooi/stro-opslag c.q. stallingsruimte voor landbouwmachines achter het bedrijfspand aan Kunderberg 10B te bouwen. A. Standpunt Het betreffende perceel ligt aan de rand van de kern. De woonbestemming zal worden uitgebreid gelijk met de bestemmingsgrens van het aangrenzende bedrijfsperceel aan Kunderberg 10B. Hierdoor heeft inspreker de mogelijkheid om bebouwing gelijk aan de achtergevel van de bedrijfsbebouwing op het naastgelegen perceel te bouwen. Op deze manier bestaat er voldoende ruimte om de toekomstige hooi/stro-opslag c.q. stallingsruimte te realiseren zonder dat verdere verstening van het achterliggende agrarisch gebied plaatsvindt. Dat laatste wordt niet wenselijk geacht. Bovendien wordt op deze wijze ook gehandeld in overeenstemming met andere bestemmingsplannen van de gemeente Voerendaal, waarin zo veel mogelijk wordt gestreefd naar het oprichten van bijbehorende bouwwerken binnen een grens van maximaal 50 meter, gerekend vanaf de voorgevel van het hoofdgebouw. Conclusie De inspraakreactie geeft aanleiding het plan aan te passen. passen in die zin dat de bestemming 'Woongebied' in zuidelijke richting wordt vergroot tot aan de bestemmingsgrens van het aangrenzende bedrijfsperceel aan de Kunderberg 10B. De verbeelding zal conform het standpunt worden aangepast.
bestemmingsplan Voerendaal-Kunrade
7
3.2.5 Inspraakreactie Adviseur
Aelmans Ruimtelijke Ontwikkeling en Milieu
Adres
Kerkstraat 4, 6367 JE Voerendaal
namens Naam
maatschap Kerckhoffs-Smeets
Adres
Kunderberg 14, 6367 AL Voerendaal
Verzonden d.d.
13 april 2015
Ingekomen d.d.
15 april 2015
A. Samenvatting Inspreker geeft aan dat het meest oostelijk gelegen bedrijfsgebouw (aardappelbewaarplaats en machineberging) op het perceel Kunderberg 14 niet geheel is gelegen binnen het aangeduide bouwvlak. A. Standpunt Voor het betreffende bedrijfsgebouw is in het verleden een vergunning verleend. Bijgevolg wordt het bouwvlak aangepast zodat het bedrijfsgebouw hier volledig binnen valt. B. Samenvatting Inspreker verzoekt om een aanpassing van het bouwvlak en de bestemming ‘Agrarisch – Agrarisch bedrijf’ vanwege de beperkte bouwmogelijkheden ter plaatse van de gebiedsaanduiding ‘vrijwaringszone – weg 2’. Er zijn nu namelijk geen uitbreidingsmogelijkheden voor bebouwing op het perceel. Voorgesteld wordt het deel van het bouwvlak dat binnen de vrijwaringszone ligt deels uit te wisselen met het oostelijke deel van het perceel, waar nu geen bouwvlak ligt. Daarnaast stelt inspreker voor het perceel dat wel wordt gebruikt ten behoeve van het agrarisch bedrijf, maar niet in eigendom hiervan is, de bestemming ‘Agrarisch’ te geven en dat een stuk grond van vergelijkbare grootte aan de westzijde van het perceel de bestemming ‘Agrarisch – Agrarisch bedrijf’ met bouwvlak krijgt. In de bijlagen bij de inspraakreactie is één en ander nader aangeduid op tekeningen. B. Standpunt Het bestemmingsplan ‘Voerendaal – Kunrade’ is een conserverend plan, waarbinnen geen nieuwe ontwikkelingen (direct) mogelijk worden gemaakt. Wij hebben uit de inspraakreactie geconcludeerd dat een zodanige uitwisseling van bouwvlakken en bestemmingen wordt voorgesteld, dat per saldo geen sprake is van een vergroting van het bouwvlak of een toename van de oppervlakte van de bestemming “Agrarisch-Agrarisch bedrijf”. Desondanks betreft het, met name ten westen van de huidige bedrijfsgebouwen, wel een ingrijpende wijziging in de bebouwings- en gebruiksmogelijkheden die negatieve gevolgen voor omwonenden met zich mee kunnen brengen. Hiervoor wordt onder andere verwezen naar de bebouwing die in het voorstel toeneemt tegenover de woningen aan de Kunderberg 3 en 5. Door de wijziging in de stedenbouwkundige en ruimtelijke structuur zijn wij van mening dat deze ontwikkeling niet past binnen het actualiserend karakter van het bestemmingsplan en hiervoor een aparte procedure moet worden gevolgd. In die procedure kunnen omwonenden veel nauwer worden betrokken. Bovendien wordt in de inspraakreactie aangegeven dat de uitbreidingsplannen niet binnen een termijn van 2 tot 3 jaar zullen worden gerealiseerd, waardoor het volgen van een separate procedure ook in dat opzicht niet onredelijk wordt geacht.
8
nota van inspraak
Het voorgaande betekent overigens niet dat de gemeente per definitie geen medewerking aan het project wil verlenen. Nader overleg en onderbouwing van de vormverandering van bestemmingsen bouwvlak zijn echter noodzakelijk alvorens de wijziging kan worden doorgevoerd. Conclusie De inspraakreactie geeft deels aanleiding het plan aan te passen.
3.2.6 Inspraakreactie Naam
Loodgietersbedrijf Bjorn Daniëls
Adres
Heerlerweg 194, 6367 AJ Voerendaal
Verzonden d.d.
15 april 2015
Ingekomen d.d.
14 april 2015
A. Samenvatting Inspreker verzoekt om aan het perceel Heerlerweg 194 de bedrijfsbestemming toe te kennen. Op het perceel hebben vanaf 1950 tot heden ononderbroken bedrijfsactiviteiten plaatsgevonden. In 2004/2005 is zonder overleg met de toenmalig eigenaar een woonbestemming op het perceel opgenomen. A. Standpunt Om onbekende redenen is per abuis destijds een woonbestemming op het perceel opgenomen. De opmerking is terecht en wordt in het bestemmingsplan rechtgezet Het perceel krijgt de bestemming ‘Bedrijf’ met de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – loodgietersbedrijf’. De bestaande bedrijfswoning krijgt de aanduiding ‘bedrijfswoning’. Voor de loods/opslagruimte wordt de aanduiding ‘opslag’ opgenomen. B. Samenvatting 2
Inspreker verzoekt een uitbreiding van ca. 140 m van de loods/opslagruimte mogelijk te maken in het bestemmingsplan. B. Standpunt Voor de loods/opslagruimte wordt het bouwvlak vergroot. Het bouwvlak wordt in het verlengde vergroot tot 2 meter uit de achterste perceelsgrens. Hierdoor ontstaat voor het bedrijf voldoende uitbreidingsruimte. Op de laatste 2 meter van het perceel wordt een aanduiding ‘specifieke vorm van groen – landschappelijke inpassing’ opgenomen, op basis waarvan de loods landschappelijk wordt ingepast en vanaf het buitengebied zoveel mogelijk aan het zicht is onttrokken. Conclusie De inspraakreactie geeft aanleiding het plan aan te passen. De planregels en verbeelding zullen conform het standpunt worden aangepast.
bestemmingsplan Voerendaal-Kunrade
9
3.2.7 Inspraakreactie Adviseur
Wyck Advocaten
Adres
postbus 3017, 6202 NA Maastricht
namens Naam
Loonbedrijf Snijders en Roosevelt biomassa B.V.
Adres
Valkenburgerweg 85, 6367 GT Voerendaal
Verzonden d.d.
15 april 2015
Ingekomen d.d.
15-04-15
Algemene overweging: Voor de locatie aan de Valkenburgerweg 85 te Voerendaal wordt op dit moment een separate planologische procedure doorlopen. De exploitanten hebben hiertoe een omgevingsvergunning aangevraagd. De aanvraag betreft de volgende onderdelen: 1. de opslag van mest in een mestzak en mestkelder; 2. de opslag en het verwerken van biomassa; 2
3. het permanent stallen van caravans en kampeerwagens in de oostelijke loods (800m ); 2
4. houtbewerking in het noordelijke deel van de westelijke loods (200m ); 2
5. de verhuur van de garage in de westelijke loods (250m ) aan derden voor onderhoud aan (grote) voertuigen en machines van derden. De aanvraag voor de bovenstaande activiteiten wordt, zoals reeds werd aangegeven, in een separate planologische procedure doorlopen. Daartoe zal in de raadsvergadering van 2 juli 2015 een voorstel tot het afgeven van een ontwerp verklaring van geen bedenkingen worden behandeld. Vervolgens moet een ontwerp-omgevingsvergunning gedurende zes weken ter inzage worden gelegd. Gezien de tijdslijnen is het onmogelijk om de mogelijke toekomstige ontwikkelingen nog mee te nemen in de actualisatie van het bestemmingsplan. Om die reden is besloten om het huidige planologische regime (bestemmingsplan Voerendaal-Kunrade 2005) over te nemen in de actualisatie (bestemmingsplan Voerendaal-Kunrade 2015). Met de omgevingsvergunning kan dan later in 2015 van bestemmingsplan Voerendaal-Kunrade 2015 worden afgeweken. Met deze aanpak worden zowel de rechtszekerheid als de duidelijkheid gediend. De hierna volgende gemeentelijke standpunten op de inspraakreactie moeten dan ook worden gezien in het licht van deze algemene overweging. A. Samenvatting Inspreker verzoekt de aanduiding ‘karakteristiek’ weer op de karakteristieke woning met bijbehorende bouwwerken op te nemen conform het vigerende bestemmingsplan. A. Standpunt In het voorontwerp bestemmingsplan is voor de karakteristieke woning de aanduiding ‘cultuurhistorische waarden’ opgenomen, waarmee de instandhouding van de karakteristieke hoofdvorm van gebouwen en/of de instandhouding van de monumentale waarde is geregeld. Deze bescherming is terug te vinden in artikel 6.1.1 onder f van de regels behorende bij het bestemmingsplan. Het plan behoeft op dit punt geen aanpassing. B. Samenvatting Conform het vigerende bestemmingsplan is op het perceel Valkenburgerweg 85 ten minste één bedrijfswoning toegestaan. In het voorontwerp bestemmingsplan is op deze locatie geen aanduiding ‘bedrijfswoning’ opgenomen. Verzocht wordt deze aanduiding op te nemen op de locatie.
10
nota van inspraak
B. Standpunt De opmerking is terecht. Op de bestaande bedrijfswoning wordt de aanduiding ‘bedrijfswoning’ opgenomen. C. Samenvatting Volgens inspreker bedraagt op grond van het vigerend bestemmingsplan de maximale goothoogte 6 meter. Dat betekent dat de bouwhoogte hoger is dan 6 meter. Dit is ook het geval voor de bestaande bebouwing. Inspreker verzoekt voor het perceel een maximale goothoogte van 6 meter op te nemen en geen maximale bouwhoogte of een maximale bouwhoogte van 10 meter op te nemen, zoals dat ook in het ontwerp bestemmingsplan ‘Uitbreiding bedrijventerrein Lindelaufer Gewande – Op gen Hek’ is opgenomen. C. Standpunt Conform de legenda bij de bestemmingskaart van het vigerende bestemmingsplan bedraagt de maximale goothoogte 6 meter. Conform de voorschriften van het vigerend bestemmingsplan (artikel 8, sub II onder c) bedraagt de maximale hoogte hetgeen dat is aangegeven in het rechtervak van de matrix op de bestemmingskaart (in dit geval 6 meter). Bebouwing mag dus niet hoger zijn dan 6 meter. De conclusie dat de bouwhoogte altijd hoger is dan de goothoogte kan niet worden getrokken op basis van het vigerende bestemmingsplan. Er is geen dakhelling of bepaling dat gebouwen met een kap dienen te worden afgedekt opgenomen in de voorschriften. Bovendien geldt bij discrepantie tussen kaart en voorschriften dat de voorschriften voorgaan. De bouwhoogte van 6 meter is de vigerende bouwhoogte en wordt gehandhaafd. Mocht inspreker over een vergunning beschikken voor de activiteit bouwen waarin een hogere bouwhoogte wordt aangegeven, dan verzoeken wij deze te overleggen. De maximale bouwhoogte zal daar dan aan worden aangepast. Wij hebben in ons archief deze vergunning gezocht, maar niet teruggevonden. De kans is aanwezig dat dit te wijten is aan de brand die in 2010 een groot deel van het archief heeft vernietigd. D. Samenvatting Op het bedrijfsperceel aan de Valkenburgerweg 85 geldt een maximum bebouwingspercentage van 20%. Zowel in het vigerende als in het ontwerp bestemmingsplan voor (uitbreiding van) het bedrijventerrein Lindelaufer Gewande worden aanzienlijk ruimere bebouwingspercentages gehanteerd. Verzocht wordt het bebouwingspercentage voor het bedrijfsperceel aan de Valkenburgerweg 85 te verruimen. D. Standpunt Het perceel aan de Valkenburgerweg 85 maakt geen deel uit van het bedrijventerrein Lindelaufer Gewande, noch van de uitbreiding van dit bedrijventerrein. Bijgevolg is het niet zo dat de bebouwingspercentages die op het bedrijventerrein worden toegepast per definitie voor het perceel van inspreker moeten gelden. Bovendien is van groot belang dat de totale bedrijfsbestemming van inspreker circa 29.000m² bedraagt. De grotere percelen op het bedrijventerrein Lindelaufer Gewande hebben een oppervlakte van circa 3.000m² en de meerderheid van de percelen circa 2.000m². Totaal niet vergelijkbaar dus met de oppervlakte van de bedrijfsbestemming van insprekers. Op basis van het bovenstaande behoeft het plan op dit punt geen aanpassing. E. Samenvatting In het vigerende bestemmingsplan is voor de locatie specifiek opgenomen dat deze gronden zijn bestemd voor: ‘loonwerkersbedrijf, agrarisch bedrijf en handel in en opslag van agrarische producten’. In het voorontwerp bestemmingsplan ontbreekt deze specifieke regeling, maar zijn bedrij-
bestemmingsplan Voerendaal-Kunrade
11
ven van maximaal categorie 3.1 van de VNG-handreiking Bedrijven en Milieuzonering (versie 2009) toegestaan. Volgens inspreker staan de activiteiten die ter plaatse worden uitgevoerd niet in de VNG-handreiking. Verzocht wordt de specifieke omschrijving uit het vigerende bestemmingsplan over te nemen. E. Standpunt De specifieke aanduiding 'Loonwerkersbedrijf, agrarisch bedrijf en handel in en opslag van agrarische producten' is per abuis niet in het voorontwerp bestemmingsplan opgenomen. Aangezien in de algemene overweging is opgenomen dat het bestaande planologische regime zal worden overgenomen en inspreker hier zelf ook om verzoekt, zal de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf agrarische dienstverlening’ alsnog worden opgenomen. Het plan zal op dit punt worden aangepast. F. Samenvatting Op grond van artikel 6.2.1 onder c van de planregels van het voorontwerp bestemmingsplan staat de volgende bepaling: ‘Nieuwbouw is niet toegestaan met uitzondering van vervangende nieuwbouw ter plaatse van bestaande bebouwing en met inachtneming van de in dit artikel gegeven regels.’ Feitelijk komt deze bepaling er op neer dat eerst gesloopt moet worden voordat nieuw gebouwd mag worden. Verzocht wordt deze onnodig beperkende bepaling uit de planregels te schrappen. F. Standpunt Wij onderschrijven het standpunt van insprekers. Met het maximale bebouwingspercentage van 20% is de maximale bebouwing op het perceel voldoende verzekerd. Indien het maximale bebouwingspercentage is bereikt en inspreker alsnog nieuwbouw wil realiseren, zal per definitie bestaande bebouwing moeten verdwijnen om aan dat maximale bebouwingspercentage te voldoen. Artikel 6.2.1 onder c zal dan ook worden geschrapt uit de regels. Het plan zal op dit punt worden aangepast. G. Samenvatting Inspreker vindt de gebruiksbepaling in artikel 6.5.1 onder g van het voorontwerp bestemmingsplan, m.b.t. het niet mogen plaatsen van onderkomens en/of kampeermiddelen onnodig beperkend. Dit heeft indien de kampeermiddelen in een bedrijfsgebouw staan ook geen ruimtelijke uitstraling/impact. Verzocht wordt deze bepaling te verwijderen dan wel aan te passen, zodat het stallen van kampeermiddelen in een bedrijfsgebouw wel is toegestaan. G. Standpunt Zoals reeds werd aangegeven in de algemene overweging, wordt het bestaande planologisch regime overgenomen. Dit regime bevat niet de mogelijkheid om kampeermiddelen permanent inpandig te stallen. Voor de volledigheid wordt gewezen op het feit dat het stallen van caravans deel uitmaakt van de aanvraag om omgevingsvergunning die door inspreker is ingediend en die in een separate procedure wordt behandeld (zie algemene overweging). Conclusie De inspraakreactie geeft gedeeltelijk aanleiding het plan aan te passen. Op de verbeelding wordt de aanduiding ‘bedrijfswoning’ voor de bestaande bedrijfswoning opgenomen en tevens wordt de specifieke aanduiding 'Loonwerkersbedrijf, agrarisch bedrijf en handel in en opslag van agrarische producten' toegevoegd. Verder zal artikel 6.2.1 onder c van de planregels worden geschrapt.
12
nota van inspraak
3.2.8 Inspraakreactie Adviseur
Aelmans Ruimtelijke Ontwikkeling en Milieu
Adres
Kerkstraat 4, 6367 JE Voerendaal
namens Naam
A. Boosten
Adres
Bergseweg 17, 6367 HA Voerendaal
Verzonden d.d.
13 april 2015
Ingekomen d.d.
16 april 2015
A. Samenvatting Inspreker verzoekt om de detailhandelsactiviteiten ter plaatse van de locatie Heerlerweg 129, een tankstation met de bestemming ‘Bedrijf’, positief te bestemmen middels een nadere aanduiding. Inspreker is van mening dat de huidige detailhandelsactiviteiten niet als ondergeschikte activiteit aangemerkt kunnen worden. A. Standpunt Binnen de bestemming ‘Bedrijf’ is detailhandel reeds toegestaan, ondergeschikt aan en voortvloeiend uit het toegestane gebruik. Dit is vanuit planologisch oogpunt voldoende om de huidige bedrijfsvoering van het tankstation te kunnen voortzetten. Er is niet aangetoond dat de detailhandelsactiviteiten een grotere omvang betreffen dan “ondergeschikt aan en voortvloeiend uit het toegestane gebruik”. Conclusie De inspraakreactie geeft geen aanleiding het plan aan te passen.
bestemmingsplan Voerendaal-Kunrade
13
Bijlage 2 Nota van zienswijzen en ambtshalve wijzigingen
22
Bijlagen bij de toelichting (vastgesteld)
Nota van zienswijzen en ambtshalve wijzigingen bestemmingsplan Voerendaal-Kunrade gemeente Voerendaal
VONDERWEG 14, 5616 RM EINDHOVEN TELEFOON 040 257 13 36 TELEFAX 040 257 02 90 AMERIKALAAN 70C, 6199 AE MAASTRICHT -AIRPORT TELEFOON 043 326 16 60 TELEFAX 043 326 16 64
[email protected] WWW.TONNAER.NL
status: datum: adviseur:
definitief 4 augustus 2015 SRE
Inhoudsopgave 1
Inleiding
1
1.1
Inleiding
1
1.2
Zienswijzen
1
1.3
Ambtshalve wijzigingen
1
1.4
Leeswijzer
1
2
Zienswijzen
2
2.1
Overzicht zienswijzen
2
2.2
Inhoudelijke behandeling zienswijzen
2
3
Wijzigingen
13
3.1
Inleiding
13
3.2
Ambtshalve wijzigingen
13
3.3
Overzicht wijzigingen in de regels
14
3.4
Overzicht wijzigingen op de verbeelding
18
3.5
Overzicht wijzigingen in de toelichting
21
bestemmingplan Voerendaal-Kunrade
nota van zienswijzen en ambtshalve wijzigingen
1 INLEIDING 1.1
Inleiding
Het ontwerpbestemmingsplan ‘Voerendaal-Kunrade’ heeft vanaf 28 mei 2015 gedurende 6 weken voor een ieder ter inzage gelegen. Deze tervisielegging is gepubliceerd in de Staatscourant, de gemeentelijke website en het plaatselijke huis-aan-huisblad. Tevens was het ontwerpbestemmingsplan met bijbehorende stukken gedurende de termijn van terinzagelegging digitaal raadpleegbaar op de website www.ruimtelijkeplannen.nl en via de gemeentelijke website (www.voerendaal.nl, met een link naar www.ruimtelijkeplannen.nl). Een analoge versie van het bestemmingsplan heeft bij het Klantcontactcentrum in het gemeentehuis ter inzage gelegen. 1.2
Zienswijzen
Tijdens de zes weken dat het bestemmingsplan ter inzage lag, heeft eenieder de mogelijkheid gehad om zijn zienswijze in te dienen. Gedurende de inzage termijn zijn vijf zienswijzen ingediend. De persoonlijke gegevens en de strekking van de zienswijzen zijn in deze notitie beknopt en zakelijk weergegeven. Vervolgens is het standpunt van burgemeester en wethouders daarbij geformuleerd. 1.3
Ambtshalve wijzigingen
Het bestemmingsplan is tevens ambtelijk beoordeeld. Uit deze controle zijn zaken naar voren gekomen die nog aangepast moeten worden in het bestemmingsplan. 1.4
Leeswijzer
In Hoofdstuk 2 volgt een overzicht van alle zienswijzen en een inhoudelijke samenvatting van de zienswijzen, in beknopte en zakelijke vorm en de inhoudelijke reactie hierop. Iedere zienswijze wordt aangevuld met de conclusie en eventuele wijziging die worden doorgevoerd in het bestemmingsplan. Hoofdstuk 3 omvat het overzicht met zowel de ambtshalve wijzigingen als de wijzigingen naar aanleiding van de ingediende zienswijzen..
bestemmingsplan Voerendaal-Kunrade
1
2 ZIENSWIJZEN 2.1
Overzicht zienswijzen
Van de binnengekomen zienswijzen wordt hierna in het kort verslag gedaan. Per zienswijze is ook steeds het gemeentelijk standpunt weergegeven, alsmede de eventueel daaruit voortvloeiende aanpassing(en) van het plan. De volgende personen/bedrijven hebben een zienswijze ingediend: 1) Dhr. M.H.P. Erven, Heerlerweg 202B, 6367 AJ Voerendaal, mondeling ingekomen 2 juni 2015. 2) TenneT TSO B.V., Utrechtseweg 310, 6800 AS Arnhem, per mail ingekomen 5 juni 2015. 3) Dhr. G.J.E. van Laar, Heerlerweg 23, 6367 AA Voerendaal, d.d. 30 juni 2015, ingekomen 6 juli 2015. 4) Brouwers Advocaten, Wilhelminasingel 73A, 6221 BG Maastricht, namens vennootschap Fortezza O.G. B.V., Ankerkade 150, 6222 NM Maastricht, d.d. 3 juli 2015, ingekomen 6 juli 2015. 5) Scouting Voerendaal, Goswijnstraat 17, 6367 EB Voerendaal, d.d. 6 juli 2015, ingekomen 8 juli 2015.
2.2
Inhoudelijke behandeling zienswijzen
2.2.1 Zienswijze 1 Naam
M.H.P. Erven
Adres
Heerlerweg 202B, 6367 AJ Voerendaal
Verzonden d.d.
-
Ingekomen d.d.
mondeling ingekomen 2 juni 2015
A. Samenvatting De zienswijze heeft betrekking op het pand aan de Heerlerweg 202 B te Voerendaal. Indiener is eigenaar, maar verhuurt het pand. De huurder heeft er zijn computerwinkel gevestigd met bijhorend magazijn. In het ontwerpbestemmingsplan is de betreffende locatie in overeenstemming met het geldende bestemmingsplan bestemd als 'Bedrijf'. Dit komt volgens indiener echter niet overeen met de destijds verleende vergunningen van de betreffende locatie. Indiener heeft ter motivering een bouwtekening getoond die hoort bij een bouwvergunning d.d. 19 juni 2000 (bouwplannummer 00/115). Op de tekening is te zien dat een deel van de aanwezige bebouwing is bestemd als 'Winkel'. Indiener geeft aan dat ook de op de tekening aangeduide 'Werkplaats' en 'Kantoor' tot de winkel behoren, aangezien geen scheidingsmuren zijn gerealiseerd. Op die locatie vindt bijgevolg detailhandel plaats. De achterliggende ruimtes zijn in gebruik als magazijn. Bijkomend heeft indiener ook aangetoond te beschikken over een vergunning in het kader van de Drank- en Horecawet. Het betreft een vergunning uit 1980 ten behoeve van de slijterij die ter plaatse was gevestigd. Hiermee wil indiener benadrukken dat ter plaatse al tientallen jaren sprake is van detailhandel. Er moet in 2005 een fout zijn gemaakt bij het opstellen van het thans geldende
nota van zienswijzen en
2
ambtshalve wijzingen
bestemmingsplan 'Voerendaal-Kunrade', waardoor de foute bestemming 'Bedrijf' is opgenomen. Verzocht wordt een passende bestemming op te nemen voor de feitelijk bestaande situatie. A. Gemeentelijk standpunt In het thans geldende bestemmingsplan 'Voerendaal-Kunrade' dat op 4 juli 2005 is vastgesteld, is het betreffende perceel bestemd als 'Bedrijfsdoeleinden'. Detailhandel is binnen deze bestemming niet toegestaan. Indiener heeft echter aangetoond te beschikken over een bouwvergunning d.d. 19 juni 2000 waarmee een winkel ter plaatse is mogelijk gemaakt. Indiener geeft daarbij aan dat die winkel sinds 2000 onafgebroken in gebruik is. Ook vóór 2000 heeft ter plaatse met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid reeds detailhandel plaatsgevonden. Dat kan worden afgeleid uit de vergunning in het kader van de Drank- en horecawet uit 1980 ten behoeve van een slijterij waarover indiener tevens beschikt. Aangezien detailhandel in het thans geldende bestemmingsplan niet is toegestaan, maar dit gebruik reeds bestond ten tijde van het vaststellen van het bestemmingsplan 'Voerendaal-Kunrade' op 4 juli 2005, zijn wij van mening dat dit gebruik valt onder het overgangsrecht uit artikel 34 van genoemd bestemmingsplan. Daarbij is van belang dat niet meer kan worden nagegaan of het gebruik als detailhandel reeds in strijd was met het daarvoor geldende bestemmingsplan. De vergunning in het kader van de Drank- en horecawet uit 1980 doet vermoeden dat een slijterij (detailhandel) ter plaatse planologisch was toegestaan, maar zekerheid hieromtrent biedt die vergunning niet. Het destijds geldende bestemmingsplan is opgevraagd, maar blijkt niet meer raadpleegbaar. Concluderend is de gemeente van mening dat het gebruik als detailhandel valt onder het overgangsrecht van artikel 34 bestemmingsplan 'Voerendaal-Kunrade' uit 2005. Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State mag dit gebruik niet een tweede keer onder het overgangsrecht worden gebracht. Bovendien heeft indiener aangegeven dat niet wordt beoogd om het gebruik als detailhandel binnen een periode van tien jaar (planperiode) te beëindigen. Bijgevolg wordt detailhandel positief bestemd met dien verstande dat de opper2
vlakte aan detailhandel wordt beperkt tot maximaal 120 m . Conclusie De ingediende zienswijze geeft aanleiding het plan aan te passen. Op het perceel aan de Heerlerweg 202B en in de planregels zal een aanduiding worden opgenomen (specifieke vorm van detailhandel - 2), waardoor detailhandel ter plaatse van deze aanduiding 2
planologisch wordt vastgelegd met een maximum van 120 m .
2.2.2 Zienswijze 2 Instantie
TenneT TSO B.V.
Adres
Utrechtseweg 310, 6800 AS Arnhem
Verzonden d.d.
-
Ingekomen d.d.
per mail ingekomen 5 juni 2015
A. Samenvatting Tennet heeft geen op- of aanmerkingen op het ontwerp bestemmingsplan. A. Gemeentelijk standpunt De gemeente neemt de zienswijze van Tennet voor kennisgeving aan. Conclusie De zienswijze geeft geen aanleiding het plan aan te passen.
bestemmingsplan Voerendaal-Kunrade
3
2.2.3 Zienswijze 3 Naam
G.J.E. van Laar
Adres
Heerlerweg 23, 6367 AA Voerendaal
Verzonden d.d.
30 juni 2015
Ingekomen d.d.
6 juli 2015
A. Samenvatting Indiener is van mening dat de bestemming zoals die is opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan geen recht doet aan de verworven rechten uit het verleden. Met de verworven rechten bedoelt indiener een woonfunctie met bedrijfsgebouwen inclusief een detailhandelsfunctie. A. Gemeentelijk standpunt In de eerste plaats dient te worden opgemerkt dat het bestemmingsplan conserverend van aard is. Dit houdt in dat in beginsel geen nieuwe ontwikkelingen zijn beoogd. Enkel indien belanghebbenden dit in het voortraject kenbaar hebben gemaakt en het ontwikkelingen van ondergeschikte aard betreft, zijn die wijzigingen in het bestemmingsplan meegenomen. In het onderhavige geval is indiener van mening dat hij recht heeft op een woonfunctie met bedrijfsgebouwen en detailhandel. Deze constatering is niet helemaal juist. Wat de woonfunctie betreft, sluit de gemeente zich aan bij indiener. Op het perceel aan de Heerlerweg 23 wordt immers al lange tijd gewoond. Vandaar dat ook voor de bestemming ‘Woongebied’ is gekozen. Wat de bedrijfsgebouwen betreft, wordt erop gewezen dat het bedrijfsgebouwen zijn die tot het oorspronkelijk agrarisch bedrijf behoorden. Dit agrarisch bedrijf is echter beëindigd, waardoor in geen geval meer sprake kan zijn van agrarische bedrijfsgebouwen. Ten slotte is indiener van mening dat ook de detailhandelsfunctie tot zijn verworven rechten behoort. Dit is geen juiste constatering. Op het perceel rust op dit moment de bestemming ‘Agrarische bedrijfsdoeleinden’. De detailhandelsfunctie die in het geldende bestemmingsplan is opgenomen, is gebaseerd op artikel 13, onderdeel V, waarin is opgenomen dat detailhandel is verboden, behoudens verkoop van bedrijfsproducten afkomstig uit het eigen bedrijf. Aangezien het agrarisch bedrijf is beëindigd, kan per definitie geen verkoop van bedrijfseigen producten meer plaatsvinden. Met andere woorden: ook binnen de thans geldende bestemming is detailhandel niet toegestaan, aangezien het agrarisch bedrijf is beëindigd. Bij het bovenstaande dient te worden opgemerkt dat indiener na beëindiging van het agrarisch bedrijf met de gemeente in gesprek is gegaan over een herbestemming van het perceel. Dat heeft uiteindelijk geresulteerd in de verlening van een omgevingsvergunning op 6 maart 2014. Samengevat is vergunning verleend voor een groepsaccommodatie, ijsverkooppunt met terras, de aanleg van een parkeervoorziening, opslag door bedrijven en het brandveilig gebruiken van het gebouw. Deze omgevingsvergunning is inmiddels onherroepelijk geworden, aangezien hiertegen geen rechtsmiddelen zijn aangewend. Ook niet door indiener zelf. De inhoud van de omgevingsvergunning is dus bepalend. Aangezien het een actualiserend bestemmingsplan betreft, is die inhoud vertaald in het ontwerpbestemmingsplan. B. Samenvatting De bestemming ‘Woongebied’ met een opsomming van de specifieke functies maakt dit tot een star plan dat niet voldoet aan de eisen van de huidige dynamiek in de samenleving. B. Gemeentelijk standpunt Zoals reeds onder A. werd aangegeven, betreft het een conserverend bestemmingsplan. Daarbij
nota van zienswijzen en
4
ambtshalve wijzingen
geldt dat de activiteiten waaraan in de omgevingsvergunning van 6 maart 2014 medewerking is verleend, één op één in het bestemmingsplan zijn doorvertaald. De gemeente ziet geen enkele aanleiding om hiervan af te wijken. die mogelijkheden te vergroten. Sterker nog: bij de vergunningverlening in 2014 is specifiek afgewogen welke functies ter plaatse passen binnen het criterium van een goede ruimtelijke ordening. Daarbij is onder andere rekening gehouden met de ligging van het perceel binnen de kern, de direct aangrenzende woningen en de verkeerssituatie aan de Heerlerweg. Het verrast de gemeente dan ook dat indiener het niet eens is met het ontwerpbestemmingsplan, aangezien dit exact dezelfde mogelijkheden bevat als de omgevingsvergunning waartegen indiener geen rechtsmiddelen heeft aangewend. C. Samenvatting Het ontwerpbestemmingsplan doet geen recht aan het feit dat ter plaatse steeds een (agrarisch) bedrijf gevestigd was met daarbij behorende omvangrijke bedrijfsgebouwen, inclusief aan dat bedrijf gerelateerde detailhandel (boerderijwinkel annex plantenverkoop). C. Gemeentelijk standpunt De aanwezigheid van een agrarisch bedrijf in het verleden wordt door de gemeente niet ter discussie gesteld. Wel staat vast dat dit agrarisch bedrijf inmiddels enkele jaren is beëindigd. Dat is ook de reden geweest waarom indiener bij de gemeente een omgevingsvergunning heeft aangevraagd om nieuwe gebruiksmogelijkheden op het perceel te creëren. Door het besluit van 6 maart 2014 heeft de gemeente hier voor een groot deel medewerking aan verleend. De detailhandelsfunctie betreft geen verworven recht van indiener. De detailhandelsfunctie die in het huidige bestemmingsplan is opgenomen, is gebaseerd op artikel 13, onderdeel V waarin is opgenomen dat detailhandel is verboden, behoudens verkoop van bedrijfsproducten afkomstig uit het eigen bedrijf. Aangezien het agrarisch bedrijf is beëindigd, kan per definitie geen verkoop van bedrijfseigen producten meer plaatsvinden. Met andere woorden: ook binnen de thans geldende bestemming is detailhandel niet toegestaan, aangezien het agrarisch bedrijf is beëindigd. Detailhandel maakt verder ook geen deel uit van hetgeen waaraan in de omgevingsvergunning van 6 maart 2014 medewerking is verleend. D. Samenvatting Het ontwerpbestemmingsplan doet geen recht aan de feitelijke situatie waar ter plaatse nog steeds een bedrijf is gevestigd met als kernactiviteiten een ijssalon en een verblijfsaccommodatie. D. Gemeentelijk standpunt Op basis van de omgevingsvergunning van 6 maart 2014 zijn diverse gebruiksmogelijkheden op het perceel aan de Heerlerweg 23 toegestaan. Het betreft een woonfunctie in combinatie met een groepsaccommodatie, ijsverkooppunt met terras, parkeervoorziening en opslag door bedrijven. Het betreft uiteenlopende functies, waardoor de gemeente zich bij de actualisatie van het bestemmingsplan ook de vraag heeft gesteld welke bestemmingsregeling hier het meest recht aan doet. Daarbij is in overweging genomen dat er op dit perceel eigenlijk maar één constante factor is: het gebruik ten behoeve van woondoeleinden. De agrarische bedrijfsvoering is immers jaren geleden beëindigd. Samen met het feit dat het perceel in een woonbuurt is gelegen, is er bijgevolg vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening voor gekozen om uit te gaan van de bestemming ‘Woongebied’. Daarmee mocht echter niet voorbij worden gegaan aan de andere mogelijkheden die in de omgevingsvergunning zijn opgenomen. Om die ook in het bestemmingsplan te vertalen, is de aanduiding ‘gemengd’ opgenomen. Volgens artikel 19.1.1. onder h van het ontwerpbestemmingsplan zijn binnen deze aanduiding een groepsaccommodatie met een maximum
bestemmingsplan Voerendaal-Kunrade
5
2
van 250 m vloeroppervlak, een ijsverkooppunt en opslag toegestaan. Daarmee wordt recht gedaan aan hetgeen in de omgevingsvergunning is opgenomen. Bovendien is de gemeente van mening dat de diversiteit aan aanwezige functies op deze wijze op de best mogelijke wijze in het bestemmingsplan wordt opgenomen. E. Samenvatting In het ontwerpbestemmingsplan wordt enkel gesproken van een ijsverkooppunt, maar het betreft eigenlijk een ijssalon inclusief daarbij behorende producten. E. Gemeentelijk standpunt Het ontwerpbestemmingsplan bevat in artikel 19.1.1 onder h inderdaad enkel de term ‘ijsverkooppunt’. Zonder daaraan gekoppelde definitie zou de indruk kunnen ontstaan dat hier enkel ijs mag worden verkocht. Dat is in de omgevingsvergunning van 6 maart 2014 echter niet beoogd. In de omgevingsvergunning wordt immers vermeld: ‘De ter consumptie aangeboden producten bestaan uit handijs, ijscoupes of een flensje met ijs alsmede frisdrank, koffie met vlaai of wafels (...); Soep, uitsmijters, omeletten, belegde broodjes, alcoholhoudende dranken etc., met andere woorden het aanbieden van petit-restaurant met kleine kaart, behoren niet tot het assortiment.’ Om onduidelijkheid te voorkomen, zal een definitie in het bestemmingsplan worden opgenomen van ‘ijsverkooppunt’. Daarin zullen de toegestane producten worden opgenomen. Op deze wijze wordt de omgevingsvergunning nog beter vertaald in het bestemmingsplan. F. Samenvatting Door burgemeester en wethouders is tijdens de gesprekken over de plannen van indiener aangegeven dat in het kader van de herziening van het bestemmingsplan definitieve besluiten ten aanzien van de herbestemming van het object overwogen/genomen zouden worden. F. Gemeentelijk standpunt De gemeente is van mening dat met de omgevingsvergunning van 6 maart 2014 een actueel kader is gegeven van de mogelijkheden op het perceel aan de Heerlerweg 23. Het herbestemmen van percelen is iets wat in beginsel niet ambtshalve door de gemeente wordt gedaan, zeker niet wanneer zij zelf geen eigenaar is van het perceel. Bijkomend is in het vergunningentraject uit 2014 duidelijk gebleken dat het perceel hiermee maximaal wordt ingevuld. Er dient namelijk rekening te worden gehouden met de woonbuurt waarin het perceel is gelegen. Dat neemt echter niet weg dat indiener nog steeds een voorstel of aanvraag bij de gemeente kan indienen. Vervolgens zal dit worden beoordeeld en indien sprake is van een formele aanvraag, dan zal hier een besluit op worden genomen. G. Samenvatting Wat de bestemming ‘Woondoeleinden’ betreft, komt de regeling in het ontwerpbestemmingsplan niet overeen met recente uitspraken door of jegens burgemeester en wethouders aan indiener. Destijds werd alleen maar medewerking verleend aan het ijssalon indien dit aan de achterzijde zou worden gevestigd. Indiener wilde die ruimte echter als appartement inrichten. Daar werd geen medewerking aan verleend. Nu komt op het betreffende gedeelte van het gebouw toch de bestemming ‘Woondoeleinden’ te liggen, waardoor hier toch woonruimte gevestigd zou kunnen worden.
nota van zienswijzen en
6
ambtshalve wijzingen
G. Gemeentelijk standpunt In het kader van een goede ruimtelijke ordening is destijds inderdaad bepaald dat het ijsverkooppunt aan de achterzijde van de bestaande bebouwing moet komen te liggen. De reden hiervoor is gelegen in het feit dat op deze locatie het minst overlast ontstaat voor de aangrenzende woningen. De redenering dat door de bestemming ‘Woongebied’ ter plaatse nu toch een appartement kan worden ingericht, is onjuist. Indiener doelt namelijk op het toevoegen van een wooneenheid op het bestaande perceel. Dat is niet toegestaan, aangezien de bestemming ‘Woongebied’ is beoogd om de bewoning door indiener en zijn familie planologisch vast te leggen. Voor het toevoegen van één of meerdere wooneenheden binnen bestaande bebouwing is afzonderlijk toestemming van de gemeente noodzakelijk. H. Samenvatting Het toekennen van de bestemming ‘Woongebied’ met een ijsverkooppunt, gemaximaliseerde groepsaccommodatie en opslag biedt geen structurele oplossing. H. Gemeentelijk standpunt De gemeente vindt het verrassend dat indiener het niet eens is met het bestemmingsplan, aangezien dit exact dezelfde mogelijkheden bevat als de omgevingsvergunning waartegen indiener geen rechtsmiddelen heeft aangewend. Bovendien heeft indiener de activiteiten uit de omgevingsvergunning zelf aangevraagd. De gemeente heeft dan ook het idee dat indiener een nog verdere verbreding wenst van de activiteiten op het perceel. Daarvoor bestaat op dit moment echter geen aanleiding, aangezien op geen enkele wijze duidelijk is op welke verbreding wordt gedoeld. En dat staat uiteraard nog los van de vraag of hieraan medewerking zou worden verleend. I. Samenvatting Indiener is het niet eens met de rooilijn die aan de zijgevel is opgenomen. I. Gemeentelijk standpunt Los van het feit dat indiener niet onderbouwd waarom hij het niet eens is met de gevellijn aan de zijgevel, zal worden verduidelijkt waarom deze gevellijn als zodanig is opgenomen. Het opnemen van de gevellijn aan de zijgevel heeft wel degelijk een functie. Hiermee wordt voorkomen dat de binnenplaats verder kan worden bebouwd. De binnenplaats is namelijk noodzakelijk voor het parkeren en voor het bereiken van de opslaglocatie, het ijsverkooppunt en de groepsaccommodatie. Los daarvan is het ook vanuit ruimtelijk en stedenbouwkundig oogpunt niet wenselijk dat de binnenplaats verder wordt bebouwd. Op die wijze zou, zoals reeds werd aangegeven, de toegang tot het perceel worden beperkt en zou de bebouwing ter plaatse te omvangrijk kunnen worden. J. Samenvatting Indiener is van mening dat hij door de gemeente ongelijk wordt behandeld ten opzichte van andere gevallen binnen de gemeente. Hij verwijst daarvoor naar de vergunning die is verleend voor een horecagelegenheid aan de Bergseweg, midden in het Buitengebied. Daar mag niet alleen ijs, maar ook andere zaken worden aangeboden. J. Gemeentelijk standpunt Het is juist dat aan de Bergseweg onlangs medewerking is verleend aan het in gebruik nemen van een horecagelegenheid. Het betreft echter een locatie die solitair in het buitengebied is gelegen. Dit biedt een aantal voordelen, waaronder de ruime parkeermogelijkheden. Daarbij komt dat ook de combinatie van functies met het perceel van indiener volledig verschillend is. Aan de Heerlerweg 23 zijn met de omgevingsvergunning van 6 maart 2014 naar de mening van de gemeente ruime gebruiksmogelijkheden toegekend. Omwille van de combinatie van functies, te weten wo-
bestemmingsplan Voerendaal-Kunrade
7
nen, groepsaccommodatie, ijsverkooppunt en opslaglocatie, zijn de mogelijkheden van het ijsverkooppunt beperkt. Heel bewust is bij het verlenen van de omgevingsverguning ervoor gekozen om aan de Heerlerweg 23 geen volwaardige horeca toe te staan. Bij het maken van de belangenafweging hieromtrent is veel gewicht toegekend aan het feit dat een combinatie van een groepsaccommodatie met een volwaardige horeca-inrichting (lees: café/brasserie) ter plaatse niet is gewenst vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening. Met name de ligging midden in een woongebied en de verkeerstechnische situatie was daarbij van belang. In vergelijking met het perceel aan (bijvoorbeeld) de Bergseweg is er dus sprake van een heel andere uitgangssituatie. Dat heeft zich vertaald in verschillend vergund gebruik op basis van ruimtelijke overwegingen. Voor zover indiener impliciet een beroep doet op het gelijkheidsbeginsel, is de gemeente dan ook van mening dat dit niet kan slagen. K. Samenvatting Indiener is van mening dat aan zijn perceel een gemengde bestemming moet worden toegekend, te weten wonen, horeca en detailhandel. De functie detailhandel is daarbij een verworven recht. Die functie wil hij in de toekomst weer invullen op de plaats van de winkel door het aanbieden van streekproducten aan de bezoekers van het ijssalon. K. Gemeentelijk standpunt Het toekennen van een gemengde bestemming, te weten wonen, horeca en detailhandel, is naar de mening van de gemeente niet in overeenstemming met hetgeen in de omgevingsvergunning van 6 maart 2014 is besloten. De bestemming ‘Woongebied’ rust in het ontwerpbestemmingsplan op het perceel. Daarbij is geen volwaardige horeca mogelijk gemaakt, maar wel een ijsverkooppunt. Laatstgenoemd begrip zal worden gedefinieerd. Ten aanzien van het verzoek tot het mogelijk maken van detailhandel, geldt dat die detailhandel ook op basis van het geldende bestemmingsplan niet (meer) was toegestaan. De detailhandelsfunctie die in het huidige bestemmingsplan is opgenomen, is gebaseerd op artikel 13, onderdeel V waarin is opgenomen dat detailhandel is verboden, behoudens verkoop van bedrijfsproducten afkomstig uit het eigen bedrijf. Aangezien het agrarisch bedrijf is beëindigd, kan per definitie geen verkoop van bedrijfseigen producten meer plaatsvinden. Met andere woorden: ook binnen de thans geldende bestemming is detailhandel niet toegestaan, aangezien het agrarisch bedrijf is beëindigd. Verder biedt ook de omgevingsvergunning van 6 maart 2014 geen aanleiding om detailhandel in het bestemmingsplan rechtstreeks mogelijk te maken. Conclusie De ingediende zienswijze geeft gedeeltelijk aanleiding het plan aan te passen. In artikel 1 (Begrippen) zal het begrip ‘ijsverkooppunt’ worden opgenomen en gedefinieerd als: ‘Verkooppunt, eventueel met terras, waar de ter consumptie aangeboden producten uitsluitend bestaan uit handijs, ijscoupes of een flensje met ijs alsmede frisdrank, koffie met vlaai of wafels.’
nota van zienswijzen en
8
ambtshalve wijzingen
2.2.4 Zienswijze 4 Adviseur
Brouwers Advocaten
Adres
Wilhelminasingel 73A, 6221 BG Maastricht
namens Naam
vennootschap Fortezza O.G. B.V.
Adres
Ankerkade 150, 6222 NM Maastricht
Verzonden d.d.
3 juli 2015
Ingekomen d.d.
6 juli 2015
A. Samenvatting De zienswijze heeft betrekking op het perceel aan de Heerlerweg 114 te Voerendaal. Op pagina 1 tot en met 4 van de zienswijze tracht indiener aan te tonen dat het huidige gebruik van het perceel als groothandel in pallets onder het vigerende bestemmingsplan positief is bestemd, dan wel legitiem is op basis van het overgangsrecht. A. Gemeentelijk standpunt De gemeente heeft de overwegingen en motivering op pagina 1 tot en met 4 van de zienswijze bestudeerd en komt tot de volgende conclusie. De gemeente is niet overtuigd over de redenering die wordt gevolgd om aan te tonen dat de groothandel in pallets in het huidige bestemmingsplan positief is bestemd. De constructiewerkplaats, welke als categorie 3 bedrijf is aangemerkt in de Staat van Bedrijfsactiviteiten (die als bijlage is toegevoegd bij het geldend bestemmingsplan), is voor een langere periode dan drie jaar niet als zodanig gebruikt. In dat geval is het onder het geldende bestemmingsplan toegestaan een bedrijf te vestigen in ‘een lagere categorie’. Vervolgens wordt overgeschakeld van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (als bijlage bij het bestemmingsplan) naar de VNG Handreiking Bedrijven en Milieuzonering (waarnaar wordt verwezen in de actualisatie van het bestemmingsplan). In laatstgenoemd document is geen sprake van categorie 3bedrijven, maar enkel de categorieën 3.1 en 3.2. Naar de mening van de gemeente ontbreekt de grondslag om de overschakeling van categorie 3.2 naar categorie 3.1 aan te merken als een overschakeling naar ‘een lagere categorie’. Indiener uit hierover ook zelf zijn twijfels op pagina 7 van de zienswijze, waar hij aangeeft dat onzekerheid bestaat of aan het onderscheid tussen categorie 3.1 en 3.2 enige betekenis toekomt. Ondanks het bovenstaande is de gemeente samen met indiener van mening dat de groothandel in pallets valt onder het overgangsrecht van het geldende bestemmingsplan. Het gebruik als palletgroothandel was toegestaan in het oude bestemmingsplan van 1979 en is krachtens het overgangsrecht dus ook toegestaan in het geldende bestemmingsplan. Aangezien de verwachting niet aanwezig is dat deze activiteiten binnen een periode van tien jaar zullen worden beëindigd, geldt de vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dat dit gebruik niet opnieuw onder het overgangsrecht mag worden gebracht. Bijgevolg zal een positieve bestemming worden opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan. Hier wordt onder D. op teruggekomen. B. Samenvatting Indiener is van mening dat het huidige gebruik is wegbestemd. Artikel 6.5.1. van het ontwerpbestemmingsplan merkt ‘ambachtelijke en/of industriële doeleinden’ en ‘groothandel, anders dan ondergeschikt aan en voortvloeiend uit het toegestane gebruik’ immers aan als verboden gebruik. Indiener verzoekt om het perceel vanaf de horeca-frituur respectievelijk kantoorruimte/magazijn
bestemmingsplan Voerendaal-Kunrade
9
positief te bestemmen overeenkomstig het huidige gebruik als palletgroothandel. B. Gemeentelijk standpunt Nu is vastgesteld dat het gebruik als groothandel in pallets onder het overgangsrecht valt, zal hiervoor een passende positieve bestemming voor moeten worden opgenomen. De gemeente is het met indiener eens dat ambachtelijke en/of industriële doeleinden, groothandel en buitenopslag ter plaatse mogelijk moeten worden gemaakt. Dit gebruik mag ten aanzien van dit perceel niet als verboden gebruik worden aangemerkt. De pallethandel valt immers onder het overgangsrecht. Het bestemmingsplan behoeft aanpassing op dit punt. C. Samenvatting Het overgangsrecht van het ontwerpbestemmingsplan bepaalt in artikel 34.2, tweede lid: ‘Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.’ Met de onderstreepte beperking kan indiener zich niet verenigen. C. Gemeentelijk standpunt Indiener motiveert niet waarom hij zich niet met de genoemde passage uit het overgangsrecht kan verenigen. Het is logisch dat op basis van het overgangsrecht toegestaan gebruik (dat in strijd is met het bestemmingsplan) niet mag worden veranderd, tenzij door die verandering de afwijking van het bestemmingsplan naar aard en omvang wordt verkleind. Anders zou dit gebruik een nog grotere afwijking ten opzichte van het bestemmingsplan met zich mee kunnen brengen. Dat is expliciet niet de bedoeling. Bovendien merken wij op dat indiener niet meer in aanraking komt met deze bepaling, aangezien het bestaande gebruik positief in het bestemmingsplan zal worden opgenomen. Van enig overgangsrecht is op dat moment geen sprake (meer). D. Samenvatting Indiener schetst een alternatief scenario. Er wordt voorgesteld om het perceel tussen de horecafrituur/kantoor/magazijn en de dwarse hal (= de eerste hal) te herontwikkelen ten behoeve van kleinschalige bedrijfsactiviteiten milieucategorie 2. Het achterliggende gedeelte van het perceel zou in dat geval kunnen worden bestemd voor bedrijfsactiviteiten milieucategorie 3.1. D. Gemeentelijk standpunt De gemeente heeft het alternatief scenario dat door indiener is geschetst beoordeeld en wil hier medewerking aan verlenen. De keuze hiervoor is mede gelegen in het feit dat de minst belastende bedrijvigheid (milieucategorie 2) het dichtst bij de aangrenzende woningen wordt gesitueerd. Daarbij komt dat aan de maximale richtafstand van 50 meter ten opzichte van woningen bij bedrijven in categorie 3.1 wordt voldaan indien die categorie 3.1-bedrijven aan de zuidzijde van het perceel worden gesitueerd. Wel is gemeente voornemens om ten aanzien van die categorie 3.1bedrijven een uitsterfconstructie in het bestemmingsplan op te nemen die inhoudt dat wordt teruggevallen op maximaal categorie 2-bedrijven indien het categorie 3.1-bedrijf gedurende langer dan drie jaar niet als zodanig wordt gebruikt. Dit ligt in lijn met het uiteindelijke doel dat ook in het huidige bestemmingsplan werd nagestreefd, namelijk maximaal categorie 2-bedrijven op deze locatie. Verder zal het bestemmingsplan zodanig worden aangepast dat ter plaatse van het categorie 3.1bedrijf ambachtelijke en/of industriële doeleinden, groothandel en buitenopslag niet langer onder het verboden gebruik vallen. Met de bovenstaande regeling wordt naar onze mening invulling gegeven aan de verworven rech-
nota van zienswijzen en
10
ambtshalve wijzingen
ten van indiener en worden tevens de belangen van de omwonenden gediend door aan de richtafstanden voor categorie 3.1-bedrijven te voldoen. Tevens wordt de rechtsonzekerheid ten aanzien van de bestemming op dit perceel weggenomen. Conclusie De ingediende zienswijze geeft gedeeltelijk aanleiding het plan aan te passen. Voor het gedeelte maximaal milieucategorie 3.1: wordt in de planregels een uitsterfconstructie opgenomen: ‘indien categorie 3 gedurende 3 jaar niet wordt gebruikt is maximaal nog categorie 2 mogelijk;’ Voor het gedeelte maximaal milieucategorie 3.1: gebruik voor ambachtelijke en/of industriële doeleinden (art. 6.5.1 onder c), groothandel (art. 6.5.1 onder e) en buitenopslag (art. 6.5.1 onder i) mogelijk maken.
2.2.5 Zienswijze 5 Instantie
Scouting Voerendaal
Adres
Goswijnstraat 17, 6367 EB Voerendaal
Verzonden d.d.
6 juli 2015
Ingekomen d.d.
8 juli 2015
A. Samenvatting Op de plankaart behorende bij het ontwerpbestemmingsplan is het gebouw van Scouting Voerendaal gelegen binnen de bestemming 'Sport'. De Scouting is van mening dat de bestemming 'Maatschappelijk' beter zou passen bij de vereniging en hun gebouw. A. Gemeentelijk standpunt Naar aanleiding van de ontvangen zienswijze zijn de bestemmingen 'Sport' en 'Maatschappelijk' nogmaals naast elkaar gelegd. Daaruit wordt geconcludeerd dat het gebouw van de Scouting en het gebruik dat daarvan door de Scouting wordt gemaakt beter past binnen de bestemming 'Maatschappelijk'. Wel biedt de bestemming 'Maatschappelijk' meer gebruiksmogelijkheden dan de bestemming 'Sport'. Het betreft gebruiksmogelijkheden die niet door de Scouting worden ingevuld en die ook vanuit planologisch oogpunt ter plaatse niet zijn gewenst. Daarbij moet onder andere worden gedacht aan doeleinden ten behoeve van onderwijs, openbaar bestuur, religieuze functies en ondergeschikte horeca. Bijgevolg wordt ervoor gekozen om op het gebouw van de Scouting een aanduiding ‘scouting' op te nemen, waarmee de niet gewenste activiteiten op deze locatie worden uitgesloten. Daarmee wordt tegemoet gekomen aan de wens van de Scouting, vallen de activiteiten van de Scouting binnen de regels van het bestemmingsplan en wordt tevens vermeden dat in de toekomst intensievere maatschappelijke functies ter plaatse kunnen worden uitgeoefend. B. Samenvatting Op basis van het ontwerpbestemmingsplan geldt een maximale bouwhoogte van 4 meter. Het ledenaantal stijgt en de grenzen van het gebouw worden bereikt. Daarom bestaat de wens om het gebouw te vergroten. Deze plannen zijn nog in een te pril stadium om op dit moment een omgevingsvergunning aan te vragen. Toch wordt verzocht om alvast in de planregels de bevoegdheid op te nemen om af te wijken van de bouwhoogte tot bijvoorbeeld 8 meter. Bij voorkeur wordt voor de uitbreiding namelijk gedacht aan een tweede etage of een punt/lessenaarsdak op het huidige gebouw. Hiermee zou een toekomstige vergunningaanvraag volgens de reguliere voorbereidingsprocedure uit de Wabo kunnen worden voorbereid, wat zowel voor aanvrager als gemeente een-
bestemmingsplan Voerendaal-Kunrade
11
voudiger is. B. Gemeentelijk standpunt De actualisatie van het bestemmingsplan is hoofdzakelijk conserverend van aard. Enkel initiatieven die reeds door het college zijn vergund, worden in het bestemmingsplan meegenomen. In dat opzicht is het niet logisch om in het onderhavig geval een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid in het bestemmingsplan op te nemen voor een (mogelijke) ontwikkeling, waarvan de juiste vorm nog niet bekend is. Bovendien levert het opnemen van een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid geen procedureel voordeel op bij een toekomstige aanvraag. Op basis van artikel 4, eerste lid Bijlage II Bor wordt de uitbreiding van een bijbehorend bouwwerk binnen de bebouwde kom (waarvan hier sprake is) namelijk aangemerkt als een zogenaamd 'kruimelgeval'. Hierop is per definitie de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing. Conclusie De ingediende zienswijze geeft gedeeltelijk aanleiding het plan aan te passen. Op de verbeelding zal voor het gebouw van de Scouting Voerendaal aan de Goswijnstraat 17 de aanduiding ‘scouting' worden opgenomen. Een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid ten behoeve van een toekomstige uitbreiding van het gebouw wordt niet in het bestemmingsplan verwerkt.
nota van zienswijzen en
12
ambtshalve wijzingen
3 WIJZIGINGEN 3.1
Inleiding
Uit de ambtelijke controle van het bestemmingsplan zijn nog enkele zaken naar voren gekomen die aangepast moeten worden in het bestemmingsplan. Tevens dient het bestemmingsplan aangepast te worden naar aanleiding van de beoordeling van de ingekomen zienswijzen. In de volgende paragrafen is steeds per planonderdeel (regels, verbeelding, toelichting) een overzicht opgenomen van de ambtelijke wijzigingen en de wijzigingen naar aanleiding van de ingekomen zienswijzen. 3.2
Ambtshalve wijzigingen
1. Detailhandel in volumineuze goederen toestaan op bedrijventerrein Lindelaufer Gewande. Dit is in overeenstemming met het collegebesluit d.d. 16 juni 2015. Hiertoe wordt in de planregels en op de verbeelding de aanduiding ‘detailhandel volumineus’ voor het bedrijventerrein opgenomen en een definitie van ‘detailhandel in volumineuze goederen’. 2. Naar aanleiding van zienswijze 1 wordt een tweede aanduiding ‘detailhandel’ opgeno2
men binnen de bestemming ‘Bedrijf’ tot een maximum van 120 m . In de regels was opgenomen dat de vloeroppervlakte ten behoeve van detailhandel ten hoogte 50 m
2
mag bedragen. Omdat voor beide aanduidingen een ander maximum vloeroppervlakte voor detailhandel geldt, kan dit niet langer in de regels worden opgenomen maar wordt dit voor beide locaties aangeduid op de verbeelding. 3. Het bestemmingsplan ‘Uitbreiding bedrijventerrein Lindelaufer Gewande - Op gen Hek’ is inmiddels vastgesteld en kan worden opgenomen in het bestemmingsplan ‘Voerendaal - Kunrade’. 4. Op de verbeelding wordt een deel van het perceel achter Spekhouwerstraat 17-19 gewijzigd van ‘Maatschappelijk’ in ‘Centrum’. 5. De bebouwing op de Hoek Clermontstraat-Tenelenweg mag in plaats van 1 bouwlaag 2 bouwlagen hoog worden, in overeenstemming met de verleende omgevingsvergunning d.d. 18 april 2014. Dit wordt op de verbeelding aangepast. 6. Abusievelijk is voor de bebouwing aan het O.L. Vrouweplein op de verbeelding opgenomen dat deze 4 bouwlagen hoog mag zijn. Dit moet echter maximaal 1 bouwlaag zijn. Dit wordt op de verbeelding aangepast. 7. Door middel van een omgevingsvergunning is het bedrijfsperceel aan de Valkenburgerweg 45 uitgebreid. Dit is uitsluitend bedoeld voor het parkeren van (bedrijfs)voertuigen en de open opslag van materiaal. Deze uitbreiding moet worden opgenomen binnen de bestemming ‘Bedrijf’. Bouwmogelijkheden dienen op dit deel uitgesloten te worden. Door de vergroting van het bedrijfsterrein ten behoeve van (onder andere) een parkeerplaats voor (bedrijfs)voertuigen, nemen de verkeersbewegingen naast de woning aan de Valkenburgerweg 45a toe. Het betreft de woning van de zaakvoerder. Om te voldoen aan de geluidseisen zal het perceel met de woning de bestemming ‘Bedrijf’ krijgen, waarbij de woning op vraag van zaakvoerder wordt aangeduid als bedrijfswoning.
bestemmingsplan Voerendaal-Kunrade
13
3.3
Overzicht wijzigingen in de regels
1.39
Toevoegen/opnemen:
halve wijziging
Wijziging
N.a.v. ambts-
nummer
wijze
Artikel-
N.a.v. ziens-
De regels van het bestemmingsplan worden als volgt gewijzigd:
1
“detailhandel in volumineuze goederen: detailhandel in goederen die vanwege hun aard en omvang een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling, voor zover het betreft: a. bouwgerelateerde goederen, waaronder in ieder geval begrepen garagepoorten, overkappingen en daarmee vergelijkbare goederen; b. (grove) bouwmaterialen, waaronder wordt verstaan materialen voor de ruwbouw van gebouwen en buitenruimte, zoals stenen, zand, beton, bestratingsmateriaal; c. voertuigen, waaronder in ieder geval begrepen auto's, landbouwvoertuigen,
aanhangwagens,
caravans
en
daarmee vergelijkbare goederen met uitsluiting van fietsen, motorfietsen, scootmobielen, rolstoelen, rollators en daarmee vergelijkbare goederen; d. interieurbouw (keukens en sanitair) en meubels, uitsluitend indien deze detailhandel plaatsvindt aanvullend op de bedrijfsmatige activiteiten (zoals fabricage of assemblage) ter plaatse; Het voorgaande onder uitsluiting van detailhandel in producten die behoren tot de foodsector, tuincentra en bouwmarkten.” 1.40
Toevoegen/opnemen:
3
“detailhandel in ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen: het verkopen van producten, die door het toegelaten bedrijf worden vervaardigd, bewerkt en/of hersteld.” 1.52
Toevoegen/opnemen:
3
“ijsverkooppunt: verkooppunt, eventueel met terras, waar de ter consumptie aangeboden producten uitsluitend bestaan uit handijs, ijscoupes of een flensje met ijs alsmede frisdrank, koffie met vlaai of wafels.”
nota van zienswijzen en
14
ambtshalve wijzingen
1.59
Toevoegen/opnemen:
halve wijziging
N.a.v. ambts-
Wijziging
wijze
nummer
N.a.v. ziens-
Artikel-
3
“lokaal bedrijf: een bedrijf met een qua herkomst, afzetmarkt en/of werknemers overwegend lokale binding met de gemeente Voerendaal en/of de direct omliggende landelijke gemeenten.” 1.65
Toevoegen/opnemen:
3
“niet-zelfstandig kantoor: een onderdeel van een bedrijf, dat andere bedrijfsactiviteiten als inkomstenbron heeft en waarvoor het kantoor uitsluitend een ondersteunende functie heeft.” 1.78
Toevoegen/opnemen:
3
“risicovolle inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.” 1.95
Toevoegen/opnemen:
3
“zelfstandig kantoor: een kantoor dat op zichzelf het bedrijf vormt.” 6.1.1
Toevoegen/opnemen:
sub c
“bedrijven in maximaal categorie 3.1 van de VNG-handreiking
4
Bedrijven en Milieuzonering (versie 2009), ambachtelijke en/of industriële doeleinden, groothandel en/of buitenopslag, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - diverse bedrijfsactiviteiten'. Indien bedrijfsactiviteiten in categorie 3.1 gedurende een aaneengesloten periode van drie jaar niet meer ter plaatse zijn uitgeoefend, is uitoefening van deze functie niet meer toegestaan en is een bedrijf in maximaal categorie 2 van de VNG-handreiking Bedrijven en Milieuzonering (versie 2009) toegestaan;” 6.1.1
Wijzigen:
sub i
“detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘de-
1
2
tailhandel', waarbij de vloeroppervlakte voor detailhandel ten hoogste 50 m² de ter plaatse van de aanduiding ‘maximum vloeroppervlakte’ aangeduide oppervlakte mag bedragen;” 6.1.1
Toevoegen/opnemen:
sub j
“detailhandel in volumineuze goederen, uitsluitend ter plaatse
1
van de aanduiding 'detailhandel volumineus';”
bestemmingsplan Voerendaal-Kunrade
15
6.1.1
Toevoegen/opnemen:
sub k
“uitsluitend het parkeren van (bedrijfs)wagens in combinatie
halve wijziging
N.a.v. ambts-
Wijziging
wijze
nummer
N.a.v. ziens-
Artikel-
7
met de open opslag van materialen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – opslag en parkeren’;”’ 6.2.2
Toevoegen/aanvullen:
sub c
“…, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding
7
'maximum aantal bouwlagen' het aantal bouwlagen niet meer mag bedragen dan zoals aangegeven.” 12.1.1
Toevoegen/opnemen:
sub d
“ter plaatse van de aanduiding 'waterberging' zijn de gronden mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van waterberging;”
12.1.1
Toevoegen/opnemen:
3
sub e
“aanleg en behoud van de landschappelijke inpassing ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - landschappelijke inpassing' conform het in Bijlage 5 Landschappelijke inpassing Lindelaufer Gewande - Op gen Hek opgenomen beplantingsplan;”
16.1.1
Toevoegen/opnemen:
5
sub b
“scouting, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'scouting';”
17.1.1
Toevoegen/opnemen:
3
sub i
“aanleg en behoud van de landschappelijke inpassing ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - landschappelijke inpassing' conform het in Bijlage 5 Landschappelijke inpassing Lindelaufer Gewande - Op gen Hek opgenomen beplantingsplan;”
20
Toevoegen/opnemen compleet nieuw artikel/bestemming
3
‘Bedrijventerrein – Uit te werken’ conform het bestemmingsplan ‘Uitbreiding bedrijventerrein Lindelaufer Gewande - Op gen Hek’. 23
De bestemmingsnaam ‘Waarde – Archeologie’ wijzigen in
3
‘Waarde – Archeologie 1’ 24
Toevoegen/opnemen compleet nieuw artikel/bestemming
3
‘Waarde – Archeologie 2’ conform de bestemming ‘Waarde – Archeologie 1’ uit het bestemmingsplan ‘Uitbreiding bedrijventerrein Lindelaufer Gewande - Op gen Hek’. Dit is nood-
nota van zienswijzen en
16
ambtshalve wijzingen
halve wijziging
N.a.v. ambts-
Wijziging
wijze
nummer
N.a.v. ziens-
Artikel-
zakelijk omdat voor het plangebied ‘Uitbreiding bedrijventerrein Lindelaufer Gewande – Op gen Hek’ een specifiek archeologisch onderzoek is uitgevoerd. Voor de rest van het plangebied wordt gebruik gemaakt van de Archeologische verwachtingenkaart. 27.4
Toevoegen/opnemen:
3
“Specifieke gebruiksregels Op de voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas van toepassing.” 31.3
Aanduidingsnaam ‘vrijwaringszone – weg 1’ wijzigen in ‘vrij-
3
waringszone – weg 1A’ 31.4
Toevoegen/opnemen:
3
Compleet nieuw lid voor de aanduiding ‘vrijwaringszone - weg 1B’ conform artikel 9.3 van het bestemmingsplan ‘Uitbreiding bedrijventerrein Lindelaufer Gewande - Op gen Hek’. 31.7
Toevoegen/opnemen:
3
“wetgevingzone - landschappelijke inpassing Ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - landschappelijke inpassing' gelden de specifieke regels, zoals opgenomen in Artikel 12 Groen, Artikel 17 Verkeer en Artikel 20 Bedrijventerrein - Uit te werken.” 35.2.2
Wijzigen:
sub c
Bestemmingsnaam ‘Waarde – Archeologie’ wordt ‘Waarde –
3
Archeologie 1’ Toevoegen/aanvullen: “.., ‘Waarde- Archeologie 2’;”
bestemmingsplan Voerendaal-Kunrade
17
3.4
Overzicht wijzigingen op de verbeelding
Heerlerweg 202B:
halve wijziging
N.a.v. ambts-
Wijziging
wijze
N.a.v. ziens-
De verbeelding van het bestemmingsplan wordt als volgt gewijzigd:
1
rood omlijnd = opnemen aanduiding ‘detailhandel’ en aanduiding ‘maximum 2
vloeroppervlakte: 120m ’
Valkenburgerweg 13:
1
2
rood omlijnd = opnemen aanduiding ‘maximum 2
vloeroppervlakte: 50m ’
Heerlerweg 114:
4
rood omlijnd = opnemen aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf - diverse bedrijfsactiviteiten’
nota van zienswijzen en
18
ambtshalve wijzingen
Goswijnstraat 17:
halve wijziging
N.a.v. ambts-
wijze
N.a.v. ziens-
Wijziging
5
rood omlijnd = opnemen aanduiding ‘scouting’
bedrijventerrein Lindelaufer
1
Gewande: rood gearceerd = opnemen aanduiding ‘detailhandel volumineus’
3
Uitbreiding bedrijventerrein Lindelaufer Gewande - Op gen Hek: Overnemen overeenkomstig vastgesteld bestemmingsplan ‘Uitbreiding bedrijventerrein Lindelaufer Gewande - Op gen Hek’.
bestemmingsplan Voerendaal-Kunrade
19
Achter Spekhouwerstraat
halve wijziging
N.a.v. ambts-
wijze
N.a.v. ziens-
Wijziging
4
17-19: rood gearceerd = bestemming ‘Maatschappelijk’ wijzigen in ‘Centrum’ blauwe lijn = aanduiding ‘gevellijn’ verwijderen
Hoek Clermontstraat-
5
Tenelenweg: aanduiding ‘maximum aantal bouwlagen: 1’ wijzigen in ‘maximum aantal bouwlagen: 2’ O.L. Vrouweplein:
6
aanduiding ‘maximum aantal bouwlagen: 4’ wijzigen in ‘maximum aantal bouwlagen: 1’
Valkenburgerweg 45:
7
rood omlijnd = bestemming ‘Woongebied’ wijzigen in bestemming ‘Bedrijf’ Ter plaatse van het woonperceel met bestaande woning op deze woning de aanduidingen ‘bedrijfswoning’, ‘maximum bebouwingspercentage: 100%’ en ‘maximum
aantal bouwlagen: 2’ opnemen.
De aanduiding ‘gevellijn’ overnemen, zoals deze was aangeduid binnen ‘Woongebied’. Aanduiding ‘vrijstaand’ verwijderen.
nota van zienswijzen en
20
ambtshalve wijzingen
halve wijziging
N.a.v. ambts-
wijze
N.a.v. ziens-
Wijziging
Voor het meest zuidelijke deel de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf - opslag en parkeren’ opnemen.
3.5
Overzicht wijzigingen in de toelichting
Toevoegen/opnemen beschrijving bestemming ‘Bedrijven-
halve wijziging
5.2.4.12
N.a.v. ambts-
Wijziging
wijze
Paragraaf
N.a.v. ziens-
De toelichting van het bestemmingsplan wordt als volgt gewijzigd:
3
terrein – Uit te werken’ overeenkomstig vastgesteld bestemmingsplan ‘Uitbreiding bedrijventerrein Lindelaufer Gewande - Op gen Hek’
bestemmingsplan Voerendaal-Kunrade
21