BIJLAGE Toelichting beleidsinhoudelijke wijzigingen sportsubsidies
1.
Inleiding
De Sportraad van de gemeente Dordrecht voert de Sportsubsidieverordening uit. De aanleiding om de bestaande Sportsubsidieverordening te wijzigen is vierledig: 1.
Sportbeleid
In het uitvoeringsprogramma (De Demarrage) van het sportbeleid is opgenomen om in samenspraak met de Sportraad de huidige Sportsubsidieverordening meer in lijn te brengen met het vigerende sportbeleid. Dit zal leiden tot inhoudelijke wijzigingen van de sportsubsidies. 2.
DDRH
In het kader van de DDRH-toets worden alle verordeningen tegen het licht gehouden met het oog op o.a. deregulering. Dit zal vooral leiden tot minder en eenvoudiger toe te passen regels. 3.
Komst Sportboulevard
Met de komst van de Sportboulevard en de exploitatie daarvan door een particuliere organisatie zal de wijze van subsidieverlening voor de huur van zwembaduren anders moeten verlopen dan in de huidige situatie het geval is. Dit leidt in hoofdzaak niet tot inhoudelijke wijzigingen maar wel tot wijzigingen in de procedure van subsidie aanvragen en subsidie verlenen. 4.
Nieuwe ASV
In het kader van de vermindering van de met subsidie verbonden administratieve lastendruk voor zowel de gemeente als de instellingen wordt een nieuwe ASV opgesteld. Een aantal specifieke subsidieverordeningen, waaronder de Sportsubsidieverordening, kan dan vervallen. De bedoeling is dat in plaats van de specifieke verordeningen nadere regels worden vastgesteld door het college. Dit heeft geen consequenties voor de wijze van verstrekking van sportsubsidies, maar betekent wel een wijziging in juridisch ‘regime’ (van verordening naar nadere regels) Met de Sportraad is met name vanuit de eerste aanleiding gekeken naar de sportsubsidies; de derde aanleiding is daarin tevens meegenomen. Dit leidt tot inhoudelijke wijzigingen in het verlenen van de sportsubsidies. In de vertaling en concretisering daarvan zijn de kaders van de DDRH en vernieuwde ASV meegenomen. Deze nadere regels kunnen onder door de raad nieuwe vast te stellen ASV worden toegepast. De nadere regels bevatten een verbijzondering van de, per definitie algemene, ASV-bepalingen voor de sportsubsidies. Bijgevoegd treft u ter vaststelling de ‘Nadere regels voor sportsubsidies’. 2.
Huidige regeling
De huidige regeling op grond waarvan de Sportraad subsidies verstrekt aan sportverenigingen, instellingen en individuele sporters is de Sportsubsidieverordening.
Pagina 1/10
Achtergrond veranderingen sportsubsidieverordening
Kenmerk Betreft
De verordening dateert van 1999. De Sportraad is belast met de uitvoering van deze verordening en verdeelt de subsidies over de daarvoor in aanmerking komende sportverenigingen, instellingen en individuele sporters. De Sportsubsidieverordening bestaat uit een algemeen deel en daarnaast zes specifieke regelingen: •
Kleedlokalensubsidie
•
Subsidieregeling zwembadhuur
•
Jeugdsportsubsidieregeling
•
Subsidieregeling sportstimulering
•
Subsidieregeling jeugdige topsporters
•
Subsidieregeling huur niet-gemeentelijke accommodaties
De bevoegdheid van de Sportraad tot het verstrekken van subsidies was geregeld in de Verordening op de Sportraad. De raad heeft besloten dat deze met ingang van de nieuwe raadsperiode niet meer van toepassing is. Vanaf dat moment is de bevoegdheid tot het verstrekken van subsidies geregeld in de ‘Regeling Sportraad’, die het college eind 2009 heeft vastgesteld. In de Regeling Sportraad is geregeld dat de Sportraad de bevoegdheid heeft tot het verstrekken van subsidies op grond van de toepasselijke regelgeving met betrekking tot sportsubsidies. De ‘Nadere regels voor sportsubsidies’ is, samen met de ASV, de toepasselijke regelgeving zodra de raad de Sportsubsidieverordening heeft ingetrokken. 3.
Belangrijkste inhoudelijke wijzigingen
3.1
Leidraad
Om de sportsubsidies meer in de lijn te brengen met het vigerende sportbeleid is gekeken naar: •
Gebruik en bereik van de regeling: wordt de regeling financieel benut, wordt
•
Aansluiting regeling bij het sportbeleid: sluit de regeling aan bij de
goed gebruik gemaakt van de regeling, is de regeling toegankelijk, etc. doelstellingen van het sportbeleid en in welke mate. •
Financiële en juridische consequenties bij eventuele beëindiging van een regeling: meegewogen is of beëindiging of wijziging van een regeling tot financiële consequenties leidt die niet betaalbaar zijn.
3.2
Wijzigingen
De zes regelingen uit de Sportsubsidieverordening zijn vervolgens tegen het licht gehouden. Op hoofdlijnen heeft dit tot de onderstaande inhoudelijke wijzigingen geleid. 3.2.1
Algemeen
De instellingen die in aanmerking konden komen voor subsidie waren erg ruim gedefinieerd in de Sportsubsidieverordening. De definitie van instelling is aangescherpt: alleen formele verenigingen of stichtingen die krachtens hun doelstellingen in het belang van de sportbeoefening van inwoners van Dordrecht
Pagina 2/10
Achtergrond veranderingen sportsubsidieverordening
Kenmerk Betreft
werkzaam zijn, die statutair gevestigd zijn in Dordrecht en die zijn aangesloten bij een door NOC*NSF erkende sportbond vallen straks onder de definitie. Het element van subsidieplafonds was al opgenomen in de Sportsubsidieverordening. In de Nadere regels is het college verplicht deze jaarlijks vast te stellen. Voor de verschillende soorten sportsubsidies stelt het college deelplafonds vast. Dat doet het college nadat het op grond van de ASV voor een bepaalde datum het subsidieplafond voor de sportsubsidies als geheel heeft vastgesteld. Door het vaststellen van een subsidieplafond wordt voorkómen dat er meer geld wordt uitgegeven dan er beschikbaar is. Als voor een bepaalde subsidie het plafond bereikt is, is er geen geld meer en dat staat vervolgens op geen enkele manier meer ter discussie. Door het vaststellen van subsidieplafonds kan dus beter worden gestuurd op de subsidiegelden. Met de deelplafonds per soort sportsubsidie kan het college bovendien de prioriteiten aangeven. Uitgangspunt zijn de bestaande budgetten (zie hoofdstuk ‘financiële consequenties’). De verdeling van het budget/plafond per regeling over de subsidieaanvragers is opgenomen in het hoofdstuk ‘financiële consequenties’ en is tevens verwerkt in de nadere regels. Subsidieverlening en bevoorschotting geschiedt in lijn met de ASV. De datum waarvoor de aanvragen binnen moeten zijn wordt voor alle soorten sportsubsidies, op één na, gelijkgetrokken met de ASV. Voor 1 oktober voorafgaand aan het subsidiejaar dienen de aanvragen binnen te zijn. Een uitzondering hierop vormt de subsidie sportstimulering. In de Sportsubsidieverordening is dit per regeling verschillend. Door dit gelijk te trekken met de datum uit de ASV kunnen de subsidies allemaal tegelijk worden verstrekt en dat is ook nodig in verband met het werken met subsidieplafonds. 3.2.2
Per regeling
Kleedlokalensubsidie Huidige regeling Instellingen kunnen subsidie krijgen voor nieuwbouw van of groot onderhoud aan kleedlokalen. Het jaarlijkse subsidiebedrag is een resultante van (een deel van) de investering gerekend over een periode van 30 jaar. In de regeling is tevens opgenomen dat sportverenigingen een kleedlokalenvergoeding kunnen krijgen voor de kosten die zij maken bij de verhuur van het kleedlokaal aan een school. Beschouwing Bij de Sportraad bestaat de behoefte om de regeling te verbreden naar sportaccommodaties (in plaats van sec kleedlokalen); tevens was het een behoefte om niet meer met meerjarige subsidies te werken. Het nadeel van de huidige regeling is namelijk dat de regeling leidt tot langlopende verplichtingen en dat het subsidiëren van
Pagina 3/10
Achtergrond veranderingen sportsubsidieverordening
Kenmerk Betreft
kleedlokalen weliswaar aansluit bij het sportbeleid (sportaccommodaties), maar in beperkte mate (bij aantrekkelijke accommodaties denken we primair aan de fysieke infrastructuur om te sporten). Onderzoek is verricht naar het afkopen van de lopende verplichtingen (om zo een substantieel bedrag, namelijk het beschikbare subsidiebudget, vrij te spelen) en het verbreden van de regeling van kleedlokalen naar sportaccommodaties. Het eenmalig afkopen van lopende verplichtingen bleek niet haalbaar (kosten te hoog) en de noemer ‘sportaccommodaties’ als grondslag voor subsidies is moeilijk te objectiveren met het risico van precedentwerking. De conclusie is dat de huidige regeling op dit moment de enige mogelijkheid is om sportverenigingen tegemoet te komen in kosten en investeringen in hun sportaccommodaties. Er wordt vaak een beroep gedaan op de regeling (circa 30 verenigingen). De regeling wordt, met een aantal aanpassingen, in stand gehouden. De aanpassingen zijn de volgende: •
het wordt mogelijk om een kortere termijn dan de 30 jaar te hanteren (mits het subsidieplafond het op dat moment toelaat);
•
ter bepaling van het subsidiebedrag wordt gewerkt met een prijs per vierkante meter (dit was voorheen complexer);
•
De kleedlokalenvergoeding als onderdeel van de sportsubsidies komt te vervallen. Sportverenigingen kunnen nu subsidie krijgen van het Sportbedrijf voor gemaakte kosten bij de verhuur van het kleedlokaal aan scholen. In de nieuwe situatie dienen de sportverenigingen deze kosten in rekening te brengen bij de school (en daar vooraf afspraken over te maken met betreffende school). De school kan de kosten opnemen in het kader van de jaarlijkse aanvraag voor bekostiging in het kader van het IHP. Hiervoor geldt hetzelfde maximale vergoeding welke in 2010 is gehanteerd door het sportbedrijf aan de sportverenigingen. De huur van kleedlokalen door de scholen wordt door de gemeente in het vervolg dus uit een ander budget betaald. Daardoor valt voor de sport een bedrag vrij (zie hoofdstuk ‘financiële consequenties’).
De uitkomst is dat de regeling grotendeels in stand is gehouden. Er is wel meer flexibiliteit ingebouwd ten aanzien van looptijden en de grondslagen en categorieën zijn vereenvoudigd. Zwembadhuur Huidige regeling Instellingen kunnen subsidie krijgen voor de huur van zwembadwater; instellingen worden daarmee in de gelegenheid gesteld om tegen een betaalbare prijs gebruik te maken van zwembaden in Dordrecht. Er is onderscheid gemaakt naar nietgemeentelijke zwembaden en Aquapulca.
Pagina 4/10
Kenmerk Betreft
Achtergrond veranderingen sportsubsidieverordening
Beschouwing De regeling is nodig om het zwemmen betaalbaar te houden. Wel moet de regeling in procedurele zin worden aangepast. Dit heeft te maken met Aquapulca. Aquapulca is een gemeentelijk zwembad, waardoor het mogelijk is om in de facturering naar de zwemverenigingen direct de subsidie te verwerken. Maar Aquapulca wordt vervangen door het nieuwe zwembad (van de Sportboulevard) die particulier wordt geëxploiteerd. Subsidieverlening via de facturering is dan niet meer mogelijk. De zwemverenigingen dienen subsidie aan te vragen bij de gemeente, net als andere instellingen die in het kader van de ASV subsidie aanvragen. Dit betekent dat zij vooraf een begroting en activiteitenplan moeten indienen en na afloop van het subsidiejaar via een aanvraag tot subsidievaststelling bij de gemeente de subsidie moeten verantwoorden. Dit heeft als bijkomend voordeel dat de gemeente meer grip krijgt op de subsidies. In de huidige situatie komt het voor dat aan instanties (via Aquapulca) subsidie is verleend die daar op grond van de subsidieverordening geen recht op hadden; tevens stijgen de uitgaven binnen deze regeling (zie hoofdstuk ‘financiële consequenties’). Om de kosten beheersbaar te houden zal de subsidie alleen nog worden verstrekt aan instellingen die krachtens hun doelstellingen de zwemsport beoefenen. De regeling ‘zwembadhuur niet-gemeentelijke zwembaden’ wordt niet gebruikt. Deze regeling komt bij intrekking van de Sportsubsidieverordening te vervallen. De uitkomst is dat de regeling ten behoeve van de zwembadhuur in de Sportboulevard in procedurele zin is aangepast. Verenigingen dienen in de nieuwe situatie subsidie aan te vragen bij de gemeente voorafgaand aan het subsidiejaar. De regeling voor niet-gemeentelijke zwembaden komt te vervallen. Jeugdsport Huidige regeling Instellingen met jeugdleden in de leeftijdscategorie van 6 tot en met 17 jaar kunnen subsidie krijgen. Doel is om instellingen te stimuleren om jongeren in de gelegenheid te stellen tegen een betaalbare prijs sport te beoefenen. De regeling hanteert een staffel waarbij de instelling op grond van het aantal jeugdleden een vast bedrag krijgt (bedrag is hoger naarmate het aantal jeugdleden hoger is) en het budget dat vervolgens resteert wordt verdeeld over de aanvragers op basis van het aantal jeugdleden. Beschouwing De regeling sluit aan bij de specifieke doelgroep van het sportbeleid en er maken circa 65 verenigingen gebruik van. Er is behoefte om de ondergrens in de leeftijdscategorie te verlagen van 6 naar 4 jaar. Dit sluit beter aan bij de praktijk waar blijkt dat kinderen vanaf 4 jaar al sport beoefenen en lid zijn van een sportvereniging. Tevens wordt de regeling vereenvoudigd door het loslaten van het standaard bedrag per instelling. Dit betekent dat het beschikbare budget zal worden verdeeld over de aanvragers op grond van het totaal aantal jeugdleden (budget afgezet tegen het totaal aantal jeugdleden
Pagina 5/10
Kenmerk Betreft
Achtergrond veranderingen sportsubsidieverordening
van de aanvragers levert een bedrag per jeugdlid op). Per saldo zal dit per instelling geen grote financiële gevolgen hebben. De uitkomst is dat de regeling qua doelgroep is verruimd en is vereenvoudigd. Stimulering Sport Huidige regeling Instellingen die een gevarieerd sportaanbod ontwikkelen voor doelgroepen die in verhouding weinig sport beoefenen kunnen gebruik maken van de regeling. Tevens is de regeling gericht op het bijscholen van vrouwen ter bevordering van participatie in bestuursfuncties. Beschouwing De regeling wordt nagenoeg niet gebruikt. De regeling sluit wel goed aan bij de beleidsdoelstellingen. De drempel om van de regeling gebruik te maken is erg hoog; in verhouding tot het subsidiebedrag dat verkregen kan worden moeten instellingen een uitgebreid projectplan op te stellen. Gezien de relatie met de doelstellingen uit het sportbeleid bestaat de behoefte om de regeling nieuw leven in blazen. Sportstimulering van doelgroepen die in verhouding weinig sporten staat hoog in het vaandel. Vanuit het Sportbedrijf wordt sport gestimuleerd; veelal in wijken en samen met sportverenigingen. De subsidieregeling zien we als aanvulling hierop. De insteek is om instellingen die een activiteit willen organiseren voor één van de doelgroepen hierin te stimuleren via een eenmalige aanmoedigingsbijdrage. De focus van een activiteit moet liggen bij doelgroepen die verhoudingsgewijs weinig sporten en/of in de aandachtwijken wordt uitgevoerd zoals opgenomen in het sportbeleid. Daarnaast kan subsidie aangevraagd worden voor innovatieve activiteiten. Uitgebreide projectplannen zijn hierbij niet nodig. Een aanvraag waarin opgenomen wordt op welke groep of wijk de activiteit betrekking heeft, het soort activiteit en het beoogde aantal deelnemers is in beginsel voldoende. Er wordt een maximaal subsidiebedrag van € 1.000 uitgekeerd aan aanvragers die aan de eisen voldoen. Bij de voorgestelde specifieke regeling is geen sprake van een sluitingstermijn voor aanvragen. Hier geldt: “wie het eerst komt, die het eerst maalt”. De regeling is vereenvoudigd. De vereenvoudiging zit in het verlagen van de drempel. Een uitgebreid projectplan is niet meer nodig. Verenigingen kunnen relatief eenvoudig een eenmalige stimuleringsbijdrage krijgen voor activiteiten die gericht zijn op de specifieke doelgroepen van het sportbeleid en/of de aandachtswijken in het sportbeleid. Jeugdige sporttalenten Huidige regeling Jeugdige talentvolle Dordtse sporters (tot en met 17 jaar) kunnen subsidie krijgen in de meerkosten van hun sportbeoefening op hoog niveau.
Pagina 6/10
Kenmerk Betreft
Achtergrond veranderingen sportsubsidieverordening
Beschouwing De regeling wordt goed gebruikt en sluit goed aan bij het sportbeleid waar talentontwikkeling en topsport een nieuw speerpunten zijn. De regeling wordt echter niet gebruikt door alle Dordtse sporters die een nationaal toegekende en door alle sportbonden erkende talentstatus hebben in de vier daarvoor geldende categorieën (HP, IT, NT en Belofte). Het criterium dat nu gebruikt wordt om de mate van talent te beoordelen, te weten lid van een ‘nationale selectie’, in een aantal takken van sport moeilijk toepasbaar gebleken. Daarnaast is het indienen en toetsen van de aanvraag vrij tijdrovend en complex. Dordrecht telt een aantal Regionale Talentencentra en heeft sinds dit jaar een Olympisch Netwerk ter ondersteuning van Dordtse en regionale talenten en topsporters. In het kader van deze twee initiatieven wordt op dit moment een faciliteitennetwerk opgebouwd waar deze sporters gebruik van kunnen maken. Het is de bedoeling dat dit faciliteitennetwerk uiteindelijk zoveel mogelijk Dordtse talenten en sporters met een topsportambitie gaat bedienen. Om de groep talenten en topsporters zo goed mogelijk van dienst te zijn, verdient het aanbeveling het Olympisch Netwerk te benutten als het centrale loket voor alle mogelijke ondersteuning. Dus ook voor het beroep op deze subsidie. Naast de eerder genoemde vier categorieën zijn er in Nederland en ook in Dordrecht sporters met de hoogste status (A en B) . Zij krijgen vanuit NOC*NSF meer financiële ondersteuning dan de sporters in de vier talentcategorieën. De in Dordrecht aanwezige subsidie kan benut worden om deze sporters extra te ondersteunen. Gelet op de aantallen sporters kan het criterium nationale selectie naast het criterium gebaseerd op de vier talentcategorieën gehandhaafd blijven. Toetsing van dit criterium zal altijd plaatsvinden in overleg met de betreffende sportbond en ter beoordeling aan de Sportraad worden voorgelegd. De regeling is uitgebreid met het criterium van de landelijke geldende talentcategorieën (HP, IT, NT en Belofte). De verwachting is dat door de komst van het Olympisch Netwerk en het huidig inzicht in de sporters met een dergelijke talentstatus meer sporters een beroep zullen doen op deze subsidie. Om die reden en ter vereenvoudiging van de regeling wordt er een vast subsidiebedrag gehanteerd. Een andere aanpassing betreft het feit dat de aanvragende sporter woonachtig in Dordrecht dient te zijn. Ter toelichting op het bovenstaande enig inzicht in de aantallen sporters: Categorie
Aantal
HP*
1
IT*
4
NT*
7
Belofte*
16
Nationale selectie**
15 (7 met status, 8 zonder status)
Pagina 7/10
Achtergrond veranderingen sportsubsidieverordening
Kenmerk Betreft
Totaal
36
*
Peildatum 1 maart 2010
**
Aanvraag huidige subsidie in 2008 en/of 2009
Huur niet-gemeentelijke accommodaties: Huidige regeling Instellingen kunnen subsidie krijgen voor de huur van niet door de gemeente geëxploiteerde zaal- en buitensportaccommodaties. Beschouwing Deze regeling wordt niet gebruikt. Deze regeling wordt niet gebruikt. Voorgesteld wordt deze niet op te nemen in de Nadere regels. 4.
Communicatie
De nadere regels voor sportsubsidies zijn tot stand gekomen in nauwe samenspraak met de Sportraad. Met het Dagelijks Bestuur van de Sportraad is in meerdere sessies eerst op hoofdlijnen gediscussieerd over de contouren van de nieuwe regeling. Op 16 november 2009 zijn deze contouren gepresenteerd en besproken op een inloopavond voor leden van het Algemeen Bestuur van de Sportraad. Vervolgens heeft op 8 maart en 22 maart 2010 in beide besturen afstemming plaatsgevonden met betrekking tot de Nadere regels. 5.
Financiële consequenties
Als gevolg van de inhoudelijke keuzes en wijzigingen is een aantal aanpassingen nodig in de subsidiebudgetten. Het budget voor kleedruimte en jeugdsport blijft gelijk. De budgetten sportstimuleringsprojecten en Dordtse sporttalenten worden iets verhoogd. Het budget voor sportstimulering wordt € 5.000, zodat minimaal 5 projecten op jaarbasis kunnen worden aangevraagd. Door de vereenvoudiging van de regeling voor sportstimulering is de verwachting dat meer instellingen gebruik gaan maken van de regeling, maar voor een lager bedrag (is immers een aanmoedigingssubsidie). Door de inhoudelijke aanpassingen in de regeling voor jeugdige sporttalenten is de verwachting dat meer sporters gebruik gaan maken van de regeling. De verhoging wordt gedekt binnen de sportbegroting. Een financieel probleem zit in het onderdeel zwembadhuur. Het beschikbare budget is circa € 100.000 terwijl het beroep dat op de regeling wordt gedaan de afgelopen jaren is gestegen naar circa € 150.000. De belangrijkste reden van de stijging is dat meer zwembadwater wordt gehuurd, met name door MNC en De Dordtse Reddingsbrigade. De verwachting is dat dit nog verder kan stijgen als gevolg van de RTC’s zwemmen en waterpolo. Om de uitgaven te beheersen is een plafond dus zeer wenselijk. Tevens zal als gevolg van de aangescherpte definiëring van ‘instellingen’ (zie 3.2.1) een aantal instellingen geen subsidie kunnen aanvragen. Per saldo is de verwachting dat een
Pagina 8/10
Kenmerk Betreft
Achtergrond veranderingen sportsubsidieverordening
budget van € 150.000 realistisch is. De verhoging van €50.000 wordt gedekt uit het afschaffen van de kleedlokalenvergoeding per 1 juni 2010 nog begroot € 10.110, en uit de begroting van het sportbedrijf. Omdat in de nieuwe situatie de daadwerkelijke gebruik/huur nog onzeker is wordt voorgesteld dat het Sportbedrijf hierover bij de interimnota rapporteert. De verwachting is dat het plafond toereikend is; mocht echter structureel het aantal aanvragen het plafond substantieel overschrijden dan kan dit consequenties hebben, in negatieve zin, voor de sportbeoefening. Oplossingsrichtingen in die situatie voor dekking (i.c. plafondverhoging) worden dan in eerste instantie binnen het geheel van de sportbegroting gezocht en aan u voorgelegd. Voorgesteld wordt om de dekking (per saldo €43.760 in 2010 en € 33.650 in 2011) van het verhoogde budgetten zwembadhuur, sportstimuleringsprojecten en Dordtse sporttalenten op te vangen binnen het oorspronkelijke product sportondersteuning binnen de sportbegroting (Sportbedrijf). Regeling
Huidig
Nieuw budget
budget 2010
(tevens
Opmerkingen
uitgangspunt voor plafondbepaling) Kleedruimten
Kleedlokalenvergoeding komt te
- subsidie vernieuwing/groot onderhoud
44.093
44.093
vervallen. Verenigingen kosten
- vergoeding gebruik kleedlokalen
20.220
0
gebruik kleedlokaal in rekening brengen bij gebruiker (i.c. school). Vrijval inzetten bij zwembadhuur.
Zwembadhuur
102.301
150.000
Gebruik is toegenomen. Budgetverhoging nodig om zwemmen betaalbaar te houden. Dekking uit afschaffing kleedlokalenvergoeding en sportbegroting.
Sportstimuleringsprojecten
1.037
5.000
Dordtse sporttalenten
8.443
10.651
Kleinere subsidiebedragen Talent en topsport nieuwe loot aan de boom van het sportbeleid. Verhoging budget nodig om meer talenten tegemoet te kunnen komen. Dekking uit
Jeugdsport Huur niet gemeentelijke sportacc.
51.512
51.512
-
-
Blijft gelijk. Is afgeschaft. Levert geen vrijval omdat er ook geen budget werd begroot.
Totaal
227.606
261.256
Op het totaal een tekort in 2011 van €33.650,-- hetgeen wordt gedekt binnen de sportbegroting* (product sportondersteuning).
* In 2010 is het tekort € 43.760, omdat reeds €10.110 is vergoed voor het gebruik van de kleedlokalen (begroot was € 20.220).
Pagina 9/10
Kenmerk Betreft
Achtergrond veranderingen sportsubsidieverordening
Als vertrekpunt voor het berekenen van de subsidieplafonds gelden de opgenomen bedragen in bovengenoemd tabel in de kolom ‘nieuw budget’. Per regeling dient de verdeling van het beschikbare deelplafond te worden vastgesteld. Het bedrag voor de regelingen Dordtse sporttalenten € 10.651, sportstimuleringsprojecten € 5.000 en zwembadhuur € 150.000 zijn reeds voorzien van indexering voor 2011, doordat de regelingen inhoudelijk en financieel zijn gewijzigd. Deze bedragen gelden als uitgangspunt voor het subsidieplafond. Voor de regeling jeugdsport € 51.512 en kleedruimten € 44.093 moet nog indexering plaatsvinden aan de hand van de gemeentelijke richtlijnen. Deze zijn nog niet bekend. Vooralsnog gaan wij bij deze twee regelingen uit van genoemde bedragen als subsidieplafond voor 2011. Indien de bedragen moeten worden bijgesteld zullen wij in het tweede kwartaal hiervoor u berichten.
Pagina 10/10