bijlage
ARCHITECTUUR WORKSHOPS DE ZEVENSPRONG - LEUVEN
Rode draad Wat is je favoriete kamer of plekje in huis? Welke geuren en kleuren associëren we met een ruimte? Hoe wonen dieren of mensen in andere culturen? Zou jij je eigen klas willen veranderen? Hoe maak je een maquette? En hoe zouden vogels ons huis zien vanuit de lucht? Aan de hand van expressieve opdrachten en allerhande activiteiten maken we kennis met de verschillende manieren van wonen bij de dieren, in diverse culturen en bij ons. Een hedendaagse ontdekkingstocht doorheen ons eigen huis, de school en de stad maakt dat we de ruimten ons heen anders gaan bekijken. Er wordt vertrokken vanuit de eigen ervaring en fantasie van de leerlingen. Door de vele impulsen die we vanuit onze omgeving en de architectuur krijgen, verzamelen de leerlingen ideeën om zelf aan het werk te gaan en hun creativiteit te uiten.
Algemene doelstellingen De leerlingen maken kennis met ruimte en architectuur. De leerlingen kunnen zonder vooroordelen naar architectuur en ruimte kijken en luisteren. De leerlingen kunnen verschillende elementen en vormen van waaruit een ruimte opgebouwd kan zijn herkennen. De leerlingen kunnen blijvend nieuwe dingen uit hun omgeving ontdekken. De leerlingen kunnen linken leggen met hun eigen leefomgeving en –wereld. De leerlingen kunnen beeldinformatie herkennen, begrijpen en erover praten. De leerlingen kunnen een persoonlijk waardeoordeel geven over beelden, architectuur en ruimten van vroeger, van nu en van verschillende culturen. De leerlingen kunnen door betasten en voelen, kijken en zien, ruiken en horen impressies opdoen, verwerken en erover praten. De leerlingen kunnen plezier en voldoening vinden in het beeldend vormgeven en genieten van wat beeldend is vormgegeven. De leerlingen kunnen tactiele, visuele impressies, ervaringen, gevoelens en fantasieën op een beeldende manier weergeven. De leerlingen kunnen vertrouwen op hun eigen expressiemogelijkheden en durven hun creatieve uitingen tonen. De leerlingen kunnen respect tonen voor uitingen van leeftijdsgenoten.
Visie De workshops moeten vooral een plezierige gebeurtenis zijn! Eerder dan de kinderen te overstelpen met een overvloed aan feiten, willen we hen leren om grondig te kijken en uit die actieve waarneming zelf informatie te distilleren. De workshops geven de kinderen de kans om de informatie die in de spelen vervat zit, zelf te ontdekken via gerichte vragen en zoek-, kijk-, denk-, doe-, … opdrachten. Vertrekpunt van de workshops is de eigen belevingswereld van het kind zoals de eigen slaapkamer, het huis of het appartement waarin ze wonen. Geleidelijk aan worden er meer elementen aangereikt die de leefwereld van de kinderen verruimen en hen helpen steeds nieuwe dingen te ontdekken op school, in de tuin of in de stad. Naar aanleiding van deze denkpiste stel ik volgende structuur voor, aangevuld met reeds enkele concrete voorbeelden:
Structuur Workshops ste
ste
de
de
Onderstaande structuur kan zowel worden toegepast op de 1 graad (1 en 2 leerjaar) als op de 2 graad de de (3 en 4 leerjaar) van het Lager Onderwijs. Ideaal zouden deze architectuurworkshops 10u in beslag nemen, gespreid over 9 sessies. Uiteraard kunnen bij de uitwerking van de workshops werkvormen en opdrachten aangepast worden aan de desbetreffende leeftijdsgroep om uitdaging en nieuwsgierigheid bij de kinderen te stimuleren. Bij elk luik schreef ik alvast enkele voorbeelden uit voor mogelijke actieve en ervaringsgerichte opdrachten. Interessant zouden enkele terugkomende elementen zijn in de interne structuur van iedere workshop, zodat leerlingen kunnen inspelen op vertrouwelijke werkvormen en herkenbaarheid. Ik denk bijvoorbeeld aan dezelfde manier hanteren om de workshop te starten of de eindigen.
-
KENNISMAKING 1 workshop op school
Kennismaken met elkaar en met de begrippen ‘ruimte’ en ‘architectuur’. Hierbij leert de gids haar groep beter inschatten, waardoor het bijsturen van de planning mogelijk wordt. vb. Spel rond kennismaking + bewustwording van het begrip ruimte: We proberen met z’n allen in een wc-hokje te geraken. Er wordt op de deur geklopt, leerling maakt zijn/haar naam bekend en wordt gevraagd binnen te komen. Hoe meer kinderen er binnenkomen, hoe kleiner het wc-hokje wordt. Conclusie: Een ruimte wordt aangepast aan de hoeveelheid mensen die er gebruik van maken. vb. Werken rond eigen lichaam en ruimte. Hoe verhoudt je lichaam zich ten opzichte van de ruimte? Op een stoel of tafel staan, op de grond gaan zitten, onder een tafel gaan liggen, … geven elk een de andere beleving van de ruimte. (2 graad) vb. Verzameling van prenten kan helpen om een gesprek over architectuur te starten en de voorkennis en interesses van de kinderen te activeren en in te schatten: groep architecten die zich over een maquette buigt, primitieve stammen, een ultramodern publiek gebouw, een zandkasteel of zelf gegraven kuil, … vb. Verschillende ruimten in een klaslokaal of een glasvlak afbakenen met gekleurde stukken tape. vb. Prenten van verschillende gebouwen chronologisch rangschikken. Welke zijn het oudst, welke zijn nieuwer? Hoe zie je dat? de Eventueel de afbeeldingen op zijn buurt linken met jaartijden of vervoersmiddelen in die tijd, … (2 graad) vb. Met doeken, stokken, karton, … een eigen ruimte maken in het klaslokaal of op de speelplaats.
-
Luik WONEN 2 workshops op school
Elke leerling is bekend met zijn/haar eigen huis en kamer. Vertrekken vanuit de eigen leefsituatie waarin de kinderen wonen ligt voor de hand. Waarin woon jij? Wat is je favoriete kamer of plekje in huis? Welke elementen spelen daarbij een rol? Hoe passen licht, geluid, geur, interieur, sfeer, omgeving in de beleving van een ruimte? Maar ook het wonen van dieren wordt onder de loep genomen: vogels bouwen een nest, konijnen graven pijpen, een mol leeft onder de grond in zijn hol, spinnen weven webben, … Naast dierenarchitectuur kan het ook interessant zijn een link te maken hoe mensen in andere culturen, aan de andere kant van de wereld wonen. Hoe maken zij hun huizen? vb. Op kamerniveau: Leerlingen mogen tijdens een tekenopdracht de vorm van hun lievelingskamer in huis kiezen en vervolgens hun kamer inkleden en versieren met gekleurde stiften. vb. Op huisniveau: Kinderen denken na hoe ze hun kamers in huis het beste schikken. Ze beschrijven de hun eigen huis, kamer, … en maken aan de hand van prenten hun eigen droomhuis. (2 graad) Of ze richten een fictief poppenhuis in op papier. Aan de hand van een doorsnede vullen ze de ste verschillende kamers op. (1 graad) Welke kamers leg je best naast elkaar? Waar kom je het huis binnen? Plaats je een douche in de woonkamer? Of een zetel voor een deur? enz. …
vb. De leerlingen kunnen geblinddoekt verschillende geuren linken aan kamers in het huis. koffie keuken, shampoo badkamer, bloemen tuin, … vb. Spel rond verschillende soorten woonarchitectuur en materialen: muziek linken aan ste afbeeldingen/foto’s van verschillende huizen en hun materiaalgebruik. (1 graad) vb. Een verhaaltje aan een juiste kamer in huis linken. vb. Zoek de verschillen tussen twee verschillende ruimten.
-
Luik SCHOOL 2 workshops op school
In het Luik “School” wordt van de lievelingsplekken thuis overgegaan naar de lievelingsplekken op school en in de klas. Wat is dat een klas? Wat is voor jou een ideale klas? En een ideale school? De leerlingen brengen een groot deel van hun tijd door op de schoolbanken. Maar kennen en herkennen ze de verschillende ruimten van hun school ook goed? Na het opdoen van ervaringen in het eigen schoolgebouw, leren de leerlingen hun ideeën te vertalen naar een de plan (2 graad), een maquette of een knutseloefening! vb. Leerlingen stellen vragen aan een ruimte, waarbij de gids/leerkracht als tussenpersoon fungeert. Wie bezoekt jou? Wat doe je als het bezoek weg is? Ben je hier graag in het gebouw? Heb je nooit ruzie met de andere lokalen? Of met de zon die soms scherp binnenschijnt? Doet de regen je soms ste pijn? Hoe is het hier ’s nachts? (1 graad) vb. Korte quiz: verschillende ruimtes in de school herkennen aan de hand van foto’s. vb. Spelletje ‘ik zie, ik zie, wat jij niet ziet’: hou na het zeggen van deze zin telkens een andere vorm in de lucht omhoog en laat de kinderen deze vorm in de ruimte zoeken. Iedere leerling gaat bij de juiste vorm staan. “Ik zie een vierkant/rechthoek in het raam, de deur of het schoolbord van de klas, enz. …” vb. De hele groep wordt geblinddoekt, enkel twee leerlingen niet. Ze nemen de groep in een treintje mee naar een andere ruimte van de school en beschrijven de groep waar ze nu staan. De geblinddoekte kinderen luisteren goed en doen hun uiterste best om zich de ruimte visueel voor te stellen. Vervolgens doen ze hun blinddoek af en vertellen dan of de ruimte er in het echt zo uitziet ste zoals ze zich hadden voorgesteld. (1 graad) vb. De blinde man: In elk groepje van twee leerlingen wordt één van hen geblinddoekt. De leerling die nog kan zien begeleidt zijn vriendje naar een zelfgekozen afbeelding/prent op de muur. Daar laat de leider de blinde zitten met zijn/haar rug naar het gekozen werk toe. De ziener gaat voor het werk zitten met zijn/haar rug tegen de rug van de blinde. De blinde leerling neemt zijn blinddoek weg en de luistert naar wat de ziener beschrijft. Hij/zij probeert te tekenen wat de ziener vertelt. (2 graad) vb. Haal de schaar, de lijm en het gekleurde papier maar naar boven en maak je ideale klaslokaal in een kartonnen schoendoos! Waar snij je een extra raampje uit voor meer licht in de klas? Waar zet je de banken en hang je het schoolbord aan de muur? Waar kom je de klas binnen? …
-
Luik TUIN/SPEELPLAATS/LANDSCHAP
1 workshop op school
Tijdens dit luik wordt nagedacht over tuinen en landschappen en hun link met architectuur. Er wordt gereflecteerd over wat een tuin is. Daarnaast komen de woonplaatsen van de dieren in de tuin weer aan bod, maar ook een boomhut of een zelfgemaakt kamp. .. vb. Werken met foto’s en schilderijen van tuinen of realisaties van landschapsarchitecten en kunstenaars. vb. De ruimte voor de school of de speelplaats op een leuke manier inkleden. vb. Zandbak inrichten met behulp van natuurlijke materialen (stenen, takjes, gedroogde vruchten,bloemen, …)
-
Luik STAD 1 workshop buiten school (duur 2u?), 1 workshop op school
Van het woonhuis en de tuin naar de school, over de publieke gebouwen naar de stad! Het ruimtegebruik van de leerlingen wordt steeds groter en groter. Een ontdekkingstocht doorheen de stad, langsheen openbare gebouwen (bibliotheek, winkels, kerk, museum, stadhuis, …) helpt hen inzichten verwerven in de stedelijke structuur/ de urbanisatie. Ook bruggen, torens en kruispunten worden van dichterbij bekeken. vb. Kennismaking met het begrip stad via een collage. de
vb. Prenten waarop de ontwikkeling van steden te zien is, in de juiste volgorde leggen (2 graad) vb. Wat is het?-spel, met verschillende soorten openbare gebouwen als spelkaarten. Conform het spelletje “Wie is het?”. Dit keer proberen ze de getrokken spelkaart van de tegenpartij te raden door om de beurt vormelijke en/of inhoudelijke vragen te stellen over de afbeeldingen op de andere spelkaarten en op die manier te elimineren. de
vb. Stadplan gebruik om gebouwen of pleinen terug te vinden. (2 graad) vb. Stadsspel: foto’s trekken van leuke, mooie en minder leuke en lelijke ruimten in een stad. vb. Een stad nabouwen met wegwerpmaterialen, karton, verf, miniatuurfiguurtjes zoals bomen, huizen, auto’s en mannetjes, … Daarbij de nodige faciliteiten in acht genomen, zoals de bakker, de supermarkt, een brug over de beek, een kerk met kerkplein, school, dierentuin, … Het reflecteren over de geschikte plaats van die voorzieningen maakt ook deel uit van de activiteit.
-
TOONMOMENT
1 workshop op school
De workshops worden afgesloten met een toonmoment, waarbij leerlingen hun creatieve werk kunnen voorstellen aan medeleerlingen, leerkrachten en ouders. We maken een soort van museum in de school, waarbij het leerproces doorheen de verschillende luiken van de workshops zichtbaar wordt! Leerlingen leren hun werk presenteren in een ruimte! Hangen ze hun werken op? Stellen ze hen tentoon op een tafel of op de grond?... Daarnaast leren ze aan elkaar vertellen over hun werk.
Verloning Voor de verloning van de workshops, baseerde ik me op de gidsentarieven van M, Museum Leuven. Voor een workshopsessie van 1uur zonder voorbereiding, geven ze een zelfstandige gids een factuurbedrag van 40 euro. Dit bedrag zou ik graag aanhouden voor paralelle workshops. Voor de eerste reeks workshops, die veel uitwerking en voorbereiding vragen, zou ik een factuurbedrag van 75 euro per sessie willen vragen. Natuurlijk zijn deze tarieven steeds overlegbaar met de school.
Kritische opmerkingen, bedenkingen of leuke ideeën zijn uiteraard altijd welkom! Steeds bereid om deze architectuurworkshops en ideeën mondeling toe te lichten, teken ik met vriendelijke groeten
Katrien Eckelmans +32 474 938486 Master in de Architectuur en Kunsteducatie. Gids in M, Museum Leuven.
10 mei 2012