januari 2015
BIG MAGAZINE
GERT DIJKSTRA “Met enige trots”
Aardbevingsproblematiek Antwerpse Haven Groot, groter, grootst Orde in de ondergrond
PIPELINER RICHARD KOENDERS Over “zijn” project in Suriname STRONG: Ondergrondse ordening over de volle breedte
INHOUD
COLUMN
12 OMSLAGFOTO
“MET ENIGE TROTS”
Robert Dijo, projectleider HDD Pijpleiding bij Staatsolie ‘doopt’ de pijpleidingen:
“Het is de eerste keer dat er in Suriname zoveel moderne technieken zijn gebruikt bij een pijpleidingproject”
Gert Dijkstra, Voorzitter Buisleidingen Industrie Gilde
“U mag het volgende nummer van BIG Magazine vullen!” Gert Dijkstra
Hypocentrum: ondergronds centrum van de aardbeving
HOE AARDBEVINGSBESTENDIG is onze (ondergrondse) infrastructuur? 2 VERBETERDE BEREIKBAARHEID Antwerpse haven
COLUMNS
JOEP TROMMELEN “We take them for granted”
3
ARTIKELEN
6
GERT DIJKSTRA “Met enige trots”
Ter hoogte van breuklijnen kan het zandsteen verschuiven en zo ontstaan aardbevingen
ORDE IN DE ONDERGROND Omgaan met verlaten leidingen
RUBRIEKEN PIPELINER IN BEELD Richard Koenders
11
6
17
PROJECT IN BEELD Nieuwe transportleiding tussen Walem en Tisselt
15
BEDRIJFSLEDEN BIG
25
20
10
22
REDACTIE & COLOFON
achterzijde
BIG heeft een missie: Mensen bewust maken van de rol die buisleidingen vervullen in ons geriefelijke dagelijkse bestaan; van hun belang voor de econo mie en het grensoverschrijdend trans port; van de nog onvoldoende benutte mogelijkheden die buisleidingen bieden voor verduurzaming van transport en verbeterde mobiliteit. Daartoe moet BIG communiceren met de maatschap pij. Daaraan moet dit vernieuwde BIG Magazine bijdragen. Bladerend door de kopij kom ik van alles tegen. Actuele kwesties, zoals de recente aardbevingen in Groningen. Een nieuw type aardbeving eigenlijk, met
1 STRONG: Ondergrondse ordening over de volle breedte
Na een periode waarin het BIG heeft volstaan met de Nieuwsbrief, krijgt de buisleidingbewuste lezer nu een geheel vernieuwde versie van het BIG Maga zine onder ogen. Vrucht van de ambitie van de PR commissie van BIG, onder voorzitterschap van Gert Jan ter Haar. Er is ook een nieuwe eindredacteur: Annelieke Wiegeraad. Welkom! Nieuwe vormgeving maar ook nieuwe inhoud, verzorgd door de leden, ver zorgd door u.
Epicentrum: plek aan de oppervlakte waar de aardbeving het sterkst wordt gevoeld
24
Met Enige Trots. Dat mogen we wel zeggen, vind ik.
specifieke effecten op maaiveldniveau. Kunnen onze buisleidingsystemen daartegen? Hoe pakken we dat aan? Op verzoek van de probleemeigenaren, werken meerdere instituten en bureaus met elkaar samen om dit beter in beeld te krijgen. U wordt in dit BIG Magazine hierover bijgepraat. Trouwens, was BIG in juni jl. niet mede organisator van een symposium in Delft, over soortgelijke materie?... Water uit de kraan , zo gewoon… Het komt er niet vanzelf. Een verslag over een nieuwe waterleiding in België maakt dat nog eens duidelijk. (Historische) relaties met het buiten land zijn belangrijk. Die hebben recent geleid tot een leidingproject in Suri name, uitgevoerd door een aannemer uit de Lage Landen: een persoonlijk getint verhaal van een jonge uitvoerder. Leuk en misschien dan toch maar die vakantie naar Paramaribo? Zo zou ik elk onderwerp dat in dit BIG Magazine aan de orde komt wel even kunnen benoemen, maar dat doe ik niet! U moet het zelf maar ontdekken of, nog beter: U mag het volgende nummer van BIG Magazine vullen!
16
1
ARTIKEL
ARTIKEL
Hoe aardbevings bestendig is onze (ondergrondse) infrastructuur?
Epicentrum: plek aan de oppervlakte waar de aardbeving het sterkst wordt gevoeld
Door: Hildo van der Heden, afdelingshoofd Pijpleidingen Tebodin Het is een steeds vaker voorkomend verschijnsel in Noord Nederland: het ontstaan van aardbevingen als gevolg van gaswinning. Kwam er in deze regio tot 1986 nooit een aardbeving voor, vandaag worden in dit gebied zo’n 50 bevingen per jaar gemeten. De zwaarst gemeten aardbeving vond plaats op 16 augustus 2012 bij Huizinge en had een kracht van 3,6 op de schaal van Richter. Tot op dit moment zijn er nog geen –geregistreerde– schadegevallen aan pijpleidingen en installaties bekend. Maar door nieuwe inzichten wordt rekening gehouden met mogelijk zwaardere aardbevingen in de toekomst. Advies- en ingenieursbureau Tebodin verrichtte daarom onderzoek naar de aardbevingsbestendigheid van pijpleidingen, installaties en constructies.
Inventarisatie veiligheidsrisico’s Onderzoeken naar de effecten van natuurlijke aardbevingen op boven- en ondergrondse constructies worden wereldwijd al veelvuldig uitgevoerd. Over de effecten van geïnduceerde aardbevingen is daarentegen nog maar weinig bekend. In een tijd waarin deze geïnduceerde bevingen een sterke toename laten zien, is kennis noodzakelijk. De huidige situatie in Noordoost Groningen maakte dan ook dat de Nederlandsche Aardolie Maatschappij (NAM) en het ministerie van Economische Zaken (EZ) verschillende gerenommeerde kennisinstituten (KNMI, Universiteiten, TNO, Deltares) inschakelden om de veiligheidsrisico’s voor de bedrijven in de regio te inventariseren. >>
2
Hypocentrum: ondergronds centrum van de aardbeving
Ter hoogte van breuklijnen kan het zandsteen verschuiven en zo ontstaan aardbevingen
Schematische weergave van door gaswinning geïnduceerde aardbevingen (bron: NAM).
Over natuurlijke en geïnduceerde aardbevingen Aardbevingen die ontstaan door gaswinning onderscheiden zich van natuurlijke (‘tektonische’) aardbevingen op een drietal gebieden. De plaats waar de aardbeving ontstaat, het ‘hypocentrum’, is relatief ondiep (1), zoals ook te zien op onderstaande figuur. De magnitude (schaal van Richter), is relatief laag (2). Hierdoor is de ‘piekgrondacceleratie’ van de beving relatief hoog (3). Met deze piekgrondaccelaratie (PGA) wordt de versnelling van het aardoppervlak, veroorzaakt door de aardbeving, uitgedrukt. Samen met de dominante frequentie is deze PGA de belangrijkste parameter Locaties in binnen de aardbevingsengineering. Nederland waar Waar de Schaal van Richter de zowel natuurlijke totale kracht van een aardbeving als geïnduceerde aangeeft, toont de PGA de sterkte aardbevingen van een aardbeving op een bepaald punt door te kijken naar de grond voorkomen versnelling. (bron: KNMI).
3
ARTIKEL
ARTIKEL In de cirkels: voorbeelden van mogelijk kritische ondergrondse en bovengrondse constructies en leidingsystemen
Handreiking en NPR Op basis van een eerste inventarisatie werd een Handreiking opgesteld voor de aanpak van studies naar de effecten van aardbevingen. Parallel hieraan heeft Tebodin, na het herkennen van de aardbevingsproblematiek en de mogelijke impact op bedrijven uit de regio, op eigen initiatief contact gezocht met bedrijven in het noorden van Nederland, waaronder de SBE (Samenwerkende Bedrijven Eemsmond en Delfzijl). Speciale rekenmethodieken zijn ontwikkeld, mede gebaseerd op ervaringen binnen twee onderzoeken naar de gevolgen van aardbevingen (in opdracht van de Europese Unie).
Voor informatie met betrekking tot de aardbeving-gegevens is Tebodin afhankelijk geweest van de Handreiking. In deze Handreiking zijn randvoorwaarden opgenomen rondom de aardbevingsbelasting en de reactie van de ondergrond. Ook werd een aanbeveling gedaan voor de toe te passen reken methodieken hierbij. De Handreiking bevat onder meer aanbevelingen om, voor de gegeven PGA, de respons van constructies -waaronder ook pijpleidingen- te berekenen. In eerste instantie zijn de PGA’s alleen bepaald voor de gebieden Eemshaven en Delfzijl. De eerste versie van de Handreiking werd in februari 2014 uitgestuurd naar de bedrijven die zich bij de SBE aangesloten hadden. In de tweede helft van 2014 is de Handreiking, na diverse aanvullingen en verbeteringen, vervangen door een Nederlandse Praktijk Richtlijn (NPR), veelal een voorloper van een NEN-norm. Het gebied waarvoor de PGA’s zijn bepaald is hierbij verder uitgebreid en beslaat nu geheel Noordoost Groningen, met gemeente Loppersum in het centrum.
Voor de toetsing van installaties en pijpleidingen op aardbevingsbestendigheid paste Tebodin uiteindelijk een gefaseerde multidisciplinaire aanpak toe. Deze gefaseerde benadering voldoet aan de uitgangspunten zoals opgenomen in de Handreiking en de NPR.
4
Effecten boven- en ondergronds
Evaluatie
Voor ondergrondse leidingen evalueerde Tebodin bijvoorbeeld de effecten van door grondtrillingen geïnduceerde golfvormige verplaatsingen van omringende grond op de leiding, de afschuiving van een grondlichaam op de leiding (opgedrongen deformatie), de verweking van de grond en de effecten van het falen van kruisende waterleidingen (‘kratervorming’).
Contourplot van de PGA’s in [g = 10 m/s2] op maaiveldniveau voor een overschrijdingskans van 0,002 per jaar bij een herhalingstijd van 475 jaar (bron: KNMI).
Kritische punten Als eerste wordt binnen deze aanpak een kwalitatieve beoordeling van alle relevante installatiedelen en constructies uitgevoerd. Kritische punten binnen deze installatiedelen en constructies kunnen vele vormen hebben. Denk hierbij aan overgangen van ondergrondse naar bovengrondse leiding delen, kruisingen met waterstaatswerken, bovengrondse leidingen op (slanke) supporting met veel vrijheidsgraden of aansluitingen van leidingen op equipment. Na deze eerste beoordeling worden de kritieke punten op conservatieve wijze getoetst; met relatief eenvoudige methoden en technieken. Indien nodig wordt in een vervolgfase een aantal installatiedelen en constructies verder in detail en met meer geavanceerde methodieken getoetst.
Voor het bovengrondse leidingwerk zijn quasi statische berekeningen tot en met volledig dynamische berekeningen uitgevoerd. Dit door middel van een ‘response spectrum analyse’ die de resulterende spanningen en rekken in kritieke onderdelen van een installatie of constructie tot in detail inzichtelijk maakt.
Grondverplaatsing geïnduceerde leidingdeformatie.
Schade door grondverweking.
De evaluatie van de effecten op ondergrondse pijpleidingen en bovengronds leidingwerk gebeurt in combinatie met de overige civiele, elektrotechnische en mechanische installaties en constructies. Op deze manier wordt de integriteit van veel bestaande (en nieuwe) installaties en constructies onder het relatief nieuwe fenomeen van aardbevingsbelastingen in het noordoosten van Nederland beoordeeld. Tot nog toe zijn de voornaamste resultaten van het onderzoek de NPR en enkele kwalitatieve beoordelingen, die opgevolgd kunnen worden door een kwantitatieve beoordeling. <<
Schade door kratervorming.
Hildo van der Heden (44 jaar) is afdelingshoofd Pijpleidingen bij Tebodin. Hildo is gespecialiseerd in haalbaarheidsstudies, het ontwerp van pijpleidingen en leidingsystemen. Zijn kennis heeft met name betrekking op olie-en gas-en industriële gassen transmissie pijpleidingen en distributiesystemen, stadsverwarming en waternetwerken. Hildo was nauw betrokken bij het onderzoek naar aardbevings bestendigheid.
5
ATIKEL
ARTIKEL
2. D e veelvoud aan verkeerstromen binnen het Oosterweelknooppunt.
Bronvermelding Figuur 1: Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel nv van publiek recht. Figuur 3: Verzoek tot ontheffing van project-MER. Project “Verplaatsing aard gasleiding Fluxys DN500” te Linkeroever Antwerpen in het kader van de aanleg van de Oosterweelverbinding.
Verbeterde bereikbaarheid Antwerpse haven Door: Peter van der Bauwhede, Contract Manager Pijpleidingen/kabels bij Antea Group Op 14 februari 2014 koos de Vlaamse Regering na meerdere decennia plan vorming definitief voor het BAM-tracé, beter bekend als de Oosterweelverbinding, om een betere doorstroming te creëren op de Antwerpse Ring. De werkzaamheden aan de westkant van deze Oosterweelverbinding omvatten onder meer diverse infrastructurele werken op de Linker Schelde-oever, een derde Scheldekruising en de realisatie van het Oosterweelknooppunt op de Rechteroever (zie figuur 1). Door het realiseren van de randweg zal de bereikbaarheid van de haven fors toenemen, zo is de verwachting. Wat betekent een dusdanig omvangrijk project voor de ondergrondse infrastructuur?
6
Vernieuwen, verdiepen en verplaatsen De werkzaamheden vinden plaats in de directe nabijheid van de Antwerpse haven, waar zich logischerwijs een veelvoud aan ondergrondse leidingen bevindt. Om het werk goed en veilig te kunnen uitvoeren, diende dan ook nauwkeurig geïnventariseerd te worden wat zich precies in de ondergrond bevond, waar deze objecten zich bevonden en of de werkzaamheden het verleggen van leidingen noodzakelijk zouden maken.
3. D e locaties van de te verplaatsen nutsleidingen op de Linkeroever.
1. Overzicht van de werkzaamheden aan de westkant van de Oosterweelverbinding. Ter plaatse van de Linker- en Rechter oever bevinden zich veel pijpleidingen die oude en nieuwe infrastructuur kruisen of er parallel aan lopen. Bij de aanleg van de Oosterweelverbinding zullen tal van deze leidingen hernieuwd, verdiept en/of verplaatst worden.
Nieuwe leidingenbundel De aanwezigheid van een diversiteit aan havengebonden en industriële infrastructuur en leidingnetwerken, met bijhorende installaties en waterkerende constructies (Scheldedijken), maken aanlegwerkzaamheden of aanpassingen aan de bestaande leidinginfrastructuur complex en kostbaar. Bovendien gelden in deze zones strikte aanlegvoorwaarden, met name met betrekking tot de te respecteren onderlinge
tussenafstanden bij parallelligging en kruisingen en de aan te houden minimale diepteliggingen. Het groeperen van verschillende leidingprojecten in havengebieden is wenselijk. Enerzijds houdt dit voor de Bouwheer een belangrijke kostenbesparing in. Anderzijds wordt, door uitvoeringstechnische redenen, bij een gebundelde aanleg van leidingen de nog beschikbare ruimte optimaal benut. >>
7
ARTIKEL
ARTIKEL
Co-laying Binnen een co-laying project is met name de goede verstandhouding tus sen de partijen van groot belang. Alle partijen legden daarom hun algemene principes en voorwaarden tot samen werking vast in een ‘Memorandum of Understanding’. De principes hadden voornamelijk betrekking op de onder linge verhoudingen, de kostenverde ling en de voorwaarden tot deelname. Belangrijke aspecten hierin zijn open communicatie en de garantie dat geen enkele partij schade kan ondervinden door toedoen van een andere partij (om welke reden dan ook). Binnen het project is ervoor gekozen één partij de lead te geven. Deze kreeg onder meer het mandaat voor de contractnegotiaties met aannemers. De raadgevend ingenieur (RI) is altijd het centrale aanspreekpunt tijdens de uitvoering. Hij/zij verzorgt het werf management en treedt op in naam van alle partijen, waardoor zowel de afzonderlijke als de gemeenschappelijke belangen worden behartigd. Het tracé is, vanwege de complexiteit, het aantal betrokkenen en de aanleg methode, geografisch opgedeeld in de volgende vakken: • Bijzondere vakken (BV): open sleuf aanleg in leidingenstrook • Speciale Punten (SP): sleufloze kruisingen van wegen, spoorwegen, parkings, opritten enzovoorts • Horizontaal gestuurde boringen (HDD): sleufloze kruisingen over lan gere afstand met meerdere leidingen
8
In tegenstelling tot vroegere co-laying projecten is binnen dit project een totaal aannemingsbedrag opgesteld met een verdeling van de kosten per tracévak via een, vooraf overeengeko men, verdeelsleutel over de partijen. Deze verdeelsleutel werd bepaald op basis van het aandeel van elke partij in de werken (gebaseerd op cijferma teriaal en ervaring). Per vak werd het percentage bepaald van de diameter on afhankelijke kosten (bv. bronbemaling), de diameter afhankelijke kosten (bv. laswerken) en de diameter2 afhankelijke kosten (zoals het ruimen van een boor gang). Dit resulteerde in het aandeel (%) van elke partij in de constructie kosten per vak. De vaste, algemene kosten (denk hierbij aan werfinstal latie) werden verdeeld naargelang het aantal partijen en hun respectievelijke leidinglengtes. Telkenmale was het een opgave voor de RI om in het voortraject het exacte aandeel van iedere partij in het totaal project te becijferen. Voordat het definitief vast lag hoeveel maatschap pijen zouden participeren en hoeveel leidingen elke partij (over welke lengte) wenste aan te leggen, zijn heel wat scenario’s en varianten de revue gepas seerd. Het complexe ‘co-laying’ project betrok al met al heel wat actoren. De metho diek heeft er desalniettemin voor gezorgd dat het project vlot is verlopen en dat elke partij er zijn voordeel mee heeft kunnen doen en er tegelijkertijd een goed gevoel aan over hield.
Eind 2007 besloten diverse maatschappijen tot het starten van een ‘co-laying project’ in het noordelijk gedeelte van het Antwerps havengebied. Vijf maatschappijen werkten hierbinnen nauw samen. Allen met hetzelfde doel: het uitbreiden en/of versterken van het transportnet in het havengebied. Ook de geldende synergieverplichting zal hier ongetwijfeld een rol gespeeld hebben: de maatschappijen zouden tenminste 5 jaar hebben moeten wachten als zij pas later in deze zone een project zouden willen realiseren.
35 kilometer aan nieuw leidingwerk De eigenlijke aanleg van leidingen binnen het project werd in 2008-2009 uitgevoerd. Over een afstand van 13 km is uiteindelijk in totaal 35 kilometer aan leidingwerk aangelegd. Op figuur 4 zijn de diverse leidingen elk in een andere kleur aangeduid. Figuur 5 geeft een idee van de veelvoud aan leidingen dat zich in het havengebied bevindt. In combinatie met de overige omgevingsfactoren bleek het duidelijk lonend om HDD-boringen te overwegen. In totaal bevat het nieuwe tracé dan ook vijf horizontale boringen met een totale tracélengte van 2,2 kilometer. Eén van deze HDD’s betreft de kruising met de Zandvliet- en de Berendrechtsluis (op figuur 4: tussen de punten 3 en 4). De boring onder dit sluizencomplex had een lengte van 660 meter en een maximale diepte van maar liefst 50 meter. Het betrof hier een bundel van zeven leidingen, gescheiden door kunststof afstandhouders.
4. De diverse leidingen.
5. Een veelvoud aan leidingen.
De leidingenbundel werd op en langsheen de dijken van een baggerslibstort aan de noordzijde van de sluizen samengesteld en ingetrokken. De configuratie van de afstandhouders is weergegeven in figuur 6, de leidingenstreng (tijdens de intrekoperatie) is afgebeeld op figuur 7. <<
6. De configuratie van de afstandhouders.
7. De leidingenstreng.
Peter van der Bauwhede (56 jaar) was als projectleider nauw betrokken bij het co-laying project. Peter is sinds 1987 werkzaam bij Antea Group. Hij is Contract Manager Pijpleidingen/ kabels binnen de Unit Civil Engineering. Inmiddels blikt Peter terug op meer dan 27 jaar engineeringservaring in studies en ontwerp van ondergrondse lijninfrastructuren (kabels en leidingen), in het bijzonder transportleidingen onder hoge druk. Peter heeft een ruime ervaring in alle stadia van de projecten: van haalbaarheids- en tracéstudies tot werfbegeleiding en as-built diensten.
9
COLUMN
PIPELINER IN BEELD
Door de ogen van een leek:
“We take them for granted” Joep Trommelen, journalist De vanzelfsprekendheid dat ik mijn water uit de kraan, mijn stroom uit het stopcontact, het gas in mijn fornuis en mijn e-mails en tv via de kabel in huis krijg! Om nog maar te zwijgen over het douche- en spoelwater in de wc; heel discreet, buiten het zicht van de buitenwereld en mijzelf, kan ik mij er van ontdoen, voor een prikkie nota bene! Ik zou wel wat dankbaarder mogen zijn, toch? Terwijl ik mijn eerste column voor BIG Magazine zit te tikken, regent het buiten. Water stroomt vanaf mijn dak door buizen richting het riool. En achter me tikt de buis van de verwarming zachtjes; de winter komt er aan. En de wasmachine pompt net het water weg, hoor ik. Kortom: buizen en leidingen zijn overal en van levensbelang. Dat realiseer je je pas als je gevraagd wordt een column te gaan schrijven over deze voor mij volstrekt onbekende wereld. En “we take them for granted”, zoals de Engelsen zo fraai zeggen. Een uitdrukking waar in het Nederlands geen goede vertaling voor bestaat. “We nemen ze voor vanzelfsprekend aan”, maar daar zit niet de vertaling van dat mooie woord “grant” in. Dat betekent “verlenen, geven”. Het mist de poëzie. We stoppen ze ook weg, die buizen, pijpen, draden, leidingen... En uit het zicht betekent hier ook uit het hart. De architecten Richard Rogers en Renzo Piano draaiden dit gegeven om toen ze het Centre Pompidou in Parijs ontwierpen. Met alle buizen en leidingen aan de buitenkant in plaats van in bouwkundige spelonken weggestopt. Het leverde hen wereld faam op, maar ook kritiek. Zo’n lelijk gebouw! Feit blijft dat er in het gebouw zelf veel ruimte is bespaard. En dat miljoenen toeristen het gezien hebben. Het drukt ons, zoals het goede kunst betaamt, nog eens met de neus op de feiten: die buizen en leidingen zijn helemaal niet zo vanzelfsprekend! Ik heb me hier even beperkt tot mijn eigen huis en dit wonderlijke Parijse gebouw. Maar de wereld zit vol buizen en leidingen. Ik hou mijn ogen en oren open de komende tijd. Voor een volgende column. Want als je goed luistert, hoor je ze overal suizen, die buizen. <<
10
Pipeliner Richard Koenders (28) over ‘zijn’ project in Suriname Door: Remco van Beest, BIG redacteur & Projectmanager Ontwikkeling bij Visser & Smit Hanab
Richard legt uit dat het projectteam veel gebruik maakte van lokale onderaanAls trainee bij Visser & Smit Hanab vertolkte Richard Koenders in de periode nemers, naar de nadrukkelijke wens van de opdrachtgever. “Als mensen hun november 2013 - juli 2014 de rol van projectcoördinator binnen een omvangrijk salaris uitbetaald hadden gekregen, leidingenproject (SREP) in Suriname. BIG-redacteur Remco van Beest blikt met kwam de volgende dag niet zelden maar hem terug op deze ervaring. de helft opdagen. Dat had natuurlijk reisde hij heel wat heen en weer in deze behoorlijke consequenties voor de planAanpassen periode. Bovendien wijzigde het oorning”. Richard en zijn collega’s stonden Dat een verblijf van zo’n 9 maanden in spronkelijke stramien van ‘4 weken op, 2 af en toe dan ook noodgedwongen zelf het buitenland zijn weerslag heeft op weken af’ in de praktijk naar ongeveer ‘6 in de sleuf, bij een temperatuur van 35 het thuisfront mag duidelijk zijn. Voor weken op, 1,5 week af’. “Dat doet wel een graden. “Voordeel daarvan was dan wel Richard gold dit mogelijk des te meer: beroep op je flexibiliteit”, vertelt weer dat het respect van de Surinaamse met een thuis in Utrecht, een baan in Richard. “Een eigenschap die sowieso niet werknemers voor de Europeanen zienParamaribo en een vriendin in Zürich, verkeerd is binnen een dergelijk project.” derogen toenam.” >>
11
PIPELINER IN BEELD
PIPELINER IN BEELD
Het project en het projectteam Het project omvatte de aanleg van een bundel pijpleidingen met een lengte van ruim 5 km voor het transport van diesel (10”), gasoline (8”) en aardgas (4”) tussen de raffinaderij van opdrachtgever Staatsolie en de terminals van GOw2 en Simpson Oil Ltd. Het tracé ligt parallel aan de Surinamerivier.
Meer dan 80% van het traject moest door middel van horizontaal gestuurde boringen op een diepte van zo’n 35 meter worden aangelegd: voor Richard en zijn projectteam een belangrijke reden om af te reizen naar ZuidAmerika. Samen met vier collega’s behoorde Richard tot het ‘kernteam’ van het project, dat regelmatig werd aangevuld met collega’s van de boorploegen. Richard hield zich onder meer bezig met de planning, de werkvoorbereiding en kwaliteitszorg.
12
Richard Koenders (28 jaar) startte na zijn studies Industrial Engineering and Management en Werktuigbouwkunde als trainee bij Visser en Smit Hanab. In dit kader bezocht hij verschillende afdelingen en leerde hij ‘hands-on’ waar het bedrijf voor staat: van het uitvoeren van een marktonderzoek tot het graven van een sleuf. Richard reisde tijdens zijn traineeship onder andere af naar Suriname, ten behoeve van het SREP project dat in dit artikel centraal staat. Inmiddels is hij werkzaam als uitvoerder binnen het project Kruising Haringvliet.
Remco van Beest (44 jaar) is sinds 2007 Projectmanager Ontwikkeling bij Visser & Smit Hanab. In die rol hield hij zich onder andere bezig met marktonderzoek naar de toepassing van horizontale filtertechniek ten behoeve van ontziltingsinstallaties in het Midden-Oosten en was hij actief bij de ontwikkeling van een groot restwarmteproject. Ook deed Remco verschillende haalbaarheidsstudies op het gebied van CO2levering aan de tuinbouw, bijvoorbeeld voor distributienetwerk Zuidplaspolder en de koppelleiding vanaf een bio-ethanolfabriek. Momenteel treedt Remco regelmatig op als Tender Manager, onder meer op het gebied van de grootschalige uitrol van slimme meters.
13
Groot, groter, grootst
PIPELINER IN BEELD
PROJECT IN BEELD
Aanleg van een nieuwe transportleiding tussen Walem en Tisselt Het waren uiteindelijk vooral de elementen die het meeste van het aanpassingsvermogen van de ingevlogen teamleden vergden: extreme hitte en keiharde slagregens zijn omstandigheden die je in Hollandse polders doorgaans niet het hoofd hoeft te bieden. In Suriname was het er echter allemaal. “Tijdens het regenseizoen (april- augustus) regende het vaak zo hard, dat écht helemaal niets meer droog werd. Dat is, bijvoorbeeld met je schoenen, soms echt wel een probleem.” En: “Het leegpompen van 700 meter gegraven sleuf werd iedere morgen een soort routine…”
Slangen, loslopende honden (die vervolgens met geen enkele mogelijkheid uit de sleuf te krijgen waren) en koeien die onverstoord tussen de pijpleidingen liepen, waren verder aan de orde van de dag.
Verschillen
De verschillen tussen Suriname en thuisland Nederland zijn aanzienlijk, is de ervaring van Richard. Een ontwikkelingsland zou hij het echter niet willen noemen. “In Suriname draait het 4G Internet al
14
langer dan in Nederland, om maar eens een voorbeeld te geven.” Anderzijds viel het Richard wel op dat veel gebouwen in Paramaribo een sterk verwaarloosde indruk maken. “Zonde, want er staan echt prachtige huizen.” Ook de verschillen tussen arm en rijk sprongen duidelijk in het oog. En qua kennis viel er op sommige vlakken nog heel wat bij te spijkeren. “Veiligheidsbewustzijn is bijvoorbeeld nog lang niet zo nadrukkelijk ontwikkeld als in Nederland. Met onze WAVE-veiligheidscampagne1 hebben we dan ook echt een bijdrage kunnen leveren.” Wel duurde het een tijdje voordat iedereen zich ook daadwerkelijk naar de veiligheidsinstructies ging gedragen. “Daar moet je je dan niet meteen door uit het veld laten slaan, geef het even de tijd om te landen”, aldus Richard. Ook op het gebied van coaten is de nodige kennis overgedragen – het algemene beeld was toch dat de coating op een pijpleiding vooral bedoeld was als bescherming tijdens transport.
Surinaamse gastvrijheid
Richard kijkt terug op een leerzame ervaring die hij niet had willen missen. “We hebben veel moeten improviseren, ondanks een toch al voorzichtig ingestoken planning. Niet altijd even makkelijk, maar je leert er wel ongelofelijk veel van.” Het leren kennen van een ander land en nieuwe cultuur was daarbij ook “gewoon erg leuk”. “Het is een land met enorm gastvrije mensen. We konden
regelmatig genieten van de lekkerste Surinaamse gerechten die met ons werden gedeeld. En de Surinaamse medewerkers wilden ons overal mee naartoe nemen!”
Randvoorwaarden
En de randvoorwaarden? “Een goede voorbereidingsperiode is natuurlijk belangrijk”, meent Richard. “Al is het maar om je te kunnen oriënteren op waar je terecht gaat komen.” Maar het allerbelangrijkste is volgens Richard de onderlinge chemie. “Je moet goed met elkaar kunnen opschieten, want je zit voor een langere periode toch echt 24 uur per dag op elkaars lip. Je bent zó op elkaar aangewezen; Papendrecht is letterlijk en figuurlijk ver weg.” Daarbij is dit type project vaak een teamprestatie pur sang. “Je moet bijvoorbeeld niet te beroerd zijn om werk van elkaar over te nemen. Mensen die erg aan hun functiebeschrijving hechten krijgen het moeilijk in zulke omstandigheden.” Zeker een factor om bij de teamsamenstelling rekening mee te houden dus. In dit geval werkte dat gelukkig goed. “We waren een heel hecht team”.
Het project werd uiteindelijk binnen de afgesproken planning en budget opgeleverd. Meer weten én zien? Bekijk dan ook eens de projectfilm op Youtube, door deze QR code te scannen: <<
1. WAVE = Wees Alert, Veiligheid Eerst!
Door: Frederick de Sutter, productmanager Engineering bij Farys Dagelijks pompt TMVW tot 100 miljoen liter drinkwater van het productiecentrum in Walem naar het reservoir in Buggenhout. Dit is ongeveer 40% van de dagelijkse behoefte en meer dan het volume waarvoor de leiding begin jaren ’70 werd ontworpen. Om de leveringszekerheid te verhogen en om de volumes nog te kunnen opdrijven, werd dan ook besloten om een bijkomende leiding aan te leggen. De nieuwe leiding is 9,1 km lang, heeft een binnendiameter van 1 meter en is geschikt voor een druk van 16 bar. Ze wordt grotendeels aangelegd in gietijzer, behalve onderboringen van auto snelwegen en spoorwegen die in sidero-cement gebeuren en onderboringen van waterlopen waar staal gebruikt wordt.
legd die men gecontroleerd kan laten overstromen om onder andere wateroverlast in bewoonde zones te vermijden. In deze overstromingszones moet ook de bestaande leiding over een afstand van 1,44 km vernieuwd worden. Onder autostrades en spoorwegen wordt de leiding in een koker met een binnendiameter van 1,6 meter aangelegd. Deze methode is belangrijk om bij lekken verzakkingen in de autostrade of de spoorweg te voorkomen: het water kan dan immers weglopen in de koker en langs de zijkant van de autostrade of de spoorweg wegstromen.
De aanleg van een dergelijke leiding vergt vele jaren voor bereiding, tracékeuze, gewestplanwijzigingen, MER-studie, De koker wordt aanbouwvergunningsaanvraag en in dit gelegd door middel van geval de aankoop van 180 gronden… horizontale doorpersing. Deze processen liepen niet altijd van We maken eerst een put en een leien dakje. In 2012 werd een duwen dan een boorkop met onderhandelingsprocedure met behulp van de kokerbuizen onder Europese bekendmaking uitgeschrede autosnelweg. De boorkop maalt de ven. De werken werden in mei 2013 grond weg en voert deze via de achtergegund aan aannemer DENYS voor liggende kokerbuis af. een bedrag van 13 miljoen euro. Na enkele maanden voorbereiding waarWanneer de koker klaar is, wordt de in de aannemer de technische details watervoerende buis ingeschoven. De heeft uitgewerkt en de materialen onderboringen hebben een lengte van heeft besteld, werden in het voorjaar ongeveer 140 meter en kosten zo’n 2014 de werken op het terrein op volle 4000 euro per lopende meter. De boorkop wordt onder de autosnelweg geperst. kracht aangevat. Onder waterlopen is het niet nodig om een koker aan te leggen Het is niet bepaald een makkelijk tracé: we kruisen de autosnelen kunnen we meteen de watervoerende buis plaatsen. De afstanweg E19, de Boudewijnlaan, een spoorweg, het kanaal van den zijn ook veel langer. Daarom gebruiken we hier een andere Willebroek en de Dijle. Ter hoogte van de kruising met de Dijle boortechniek: de gestuurde boring. Hier wordt eerst een gebogen worden momenteel ook nieuwe overstromingsgebieden aangetunnel geboord onder de waterloop. De grond wordt hierbij >>
15
PROJECT IN BEELD
ARTIKEL
Orde in de ondergrond Omgaan met verlaten leidingen
5.
2.
Deze techniek is een stuk goedkoper dan de horizontale persing en komt op ongeveer 1500 euro per lopende meter. Waar we in open sleuf kunnen werken, worden gietijzeren buizen aangelegd, aan de buitenzijde beschermd met aluminiumzink en epoxycoating.
3.
Na aanleg van de leidingen moeten diverse verbindings- en afsluitkamers gebouwd worden voor we de leiding in dienst kunnen nemen. Indien alles verder vlot verloopt zal het water in april 2015 door de leiding lopen. <<
4.
16
4. De buis wordt in de boortunnel onder de waterloop getrokken.
Frederick de Sutter (39 jaar) is verantwoordelijke drinkwater toevoerleidingen bij Farys (TMVW). In de 11 jaar die hij hier werkt zijn vele investerings- en renovatie projecten uitgevoerd in het bestaande drinkwater toevoerleidingnet van ca 680 km. Onder zijn leiding werkt het studiebureau van Farys projecten uit van “het idee” t.e.m. de realisatie op terrein. Hierbij valt te denken aan het opmaken en verkrijgen van gewestplanwijzigingen en bouwvergunningen, grondverwerving van leidingstroken, opmaak van ontwerpen en bestekken, aanbesteding via een onderhandelingsprocedure, het gunnen van een aannemer voor de uitvoering en werfcoördinatie.
Het rapport van Frank werd dan al in 2012 gepresenteerd, bijna drie jaar later is het onderwerp nog altijd actueel. Het beleid op dit gebied laat helaas dan ook nog al wat te wensen over, zo blijkt. In meerdere Nederlandse normen, richtlijnen en regelgeving zijn wel degelijk passages opgenomen over leidingen die buiten gebruik gesteld zijn. Vaak is hierin echter alleen het beheer en onderhoud van deze leidingen beschreven. De verwijdering ervan wordt niet expliciet benoemd.
De teksten zijn bovendien vaak multiinterpretabel. In de regelgeving van het bevoegd gezag (RWS, de provincie, gemeenten en waterschappen) wordt bijvoorbeeld wel gesteld dat buiten bedrijf gestelde kabels en leidingen verwijderd dienen te worden ‘tenzij daartoe geen mogelijkheden voorhanden zijn’. Maar in de praktijk vertaalt zich dat gemakkelijk anders. Frank: “Leidingeigenaren baseren de keuze tussen het verwijderen of verlaten van de leiding veelal op criteria als kosten en overlast. Als verwijderen
(Rijks)wegen
Aannemer, ingenieur of leidingbeheerder: iedere pipeliner krijgt vroeg of laat te maken met een kabel of leiding die niet na een KLIC-melding, maar pas tijdens graafwerkzaamheden wordt ontdekt. Een substantieel deel van deze ondergrondse infra is inmiddels niet meer in gebruik, maar ligt nog altijd op zijn plek. Frank Seitzinger, tracébeheerder bij Gasunie, schreef in het kader van de opleiding pipeliner het rapport Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen met als thema ‘Omgaan met verlaten leidingen’. BIG redacteur Stanley Hunte sprak met hem.
Waterkering
5. Aanleg van gietijzeren buizen van zeven meter lang, met een diameter van een meter en geschikt voor een nominale druk van 16 bar. De uitgraving gebeurt met V-bak om stabiele taluds te bekomen.
Kanaal met HDD
1. Twee strengen van ca. 500 meter liggen klaar om onder de Dijle getrokken te worden.
2. + 3. De kattenrug wordt opgesteld door middel van zeven telescoopkranen en drie rups kranen. De kromtestraal van de leiding moet groter zijn dan 1000 x de diameter. In het midden van de boog bereikt de leiding een hoogte van 16 meter boven het maaiveld.
Globaal saneringsschema
Door: Stanley Hunte, BIG redacteur & Pipeline Engineer bij ingenieursbureau Tebodin Spoor
vervangen door vloeibare bentoniet. De watervoerende buis, uitgevoerd in staal, wordt volledig aan elkaar gelast in het verlengde van de boortunnel. Wanneer de tunnel klaar is, wordt de buis in één keer door de tunnel getrokken. In dit project worden zo stukken van 500 meter in één boring aangelegd. Om de stalen buizen door de gebogen tunnel te trekken moeten we aan wal een ‘kattenrug’ installeren om de stalen buis onder de juiste kromming te brengen, zonder te veel spanningen in het staal te veroorzaken.
Waterkering
1.
Delen die over het algemeen niet saneerbaar zijn.
Globaal saneringsschema (presentatie BIG AM-MVO).
niet perse noodzakelijk blijkt, blijft een leiding vaak gewoon liggen.”
In veel gevallen blijkt het verwijderen van verlaten leidingen inderdaad te kostbaar, niet mogelijk of niet wenselijk (zie bovenstaande figuur). Als besloten wordt een leiding te laten liggen, zal deze vaak geconsolideerd of geconserveerd worden, in enkele gevallen wordt ervoor gekozen het object prijs te geven aan de natuur. >>
De problematiek samengevat Sinds enkele jaren behoort een ieder bij het Kadaster een ‘KLICmelding’ (in België een ‘klip-klim’) te doen om inzichtelijk te krij gen welke kabels en leidingen zich in een geselecteerd gebied in de ondergrond bevinden. Tijdens graafwerkzaamheden blijken echter veelvuldig kabels en/of leidingen in de ondergrond te liggen die niet bekend zijn bij de KLIC, met alle gevolgen van dien. Met name in stedelijke gebieden is de beschikbare ruimte beperkt en de behoefte aan volledige informatie groot; ad-hoc veranderingen zijn hier vaak moeilijk te realiseren. Het stuiten op een onbekende kabel of leiding kan er bovendien toe leiden dat het werk dient te worden stilgelegd: een dure zaak. Volgens de regelgeving van de WION moeten alle onbekende kabels en leidingen door de grondroerder worden aangegeven bij het Kadaster. Wordt de eigenaar ervan niet gevonden binnen
10 werkdagen, dan krijgt de leiding officieel de stempel ‘wee sleiding’. De betreffende gemeente dient deze dan op te nemen in haar gegevensbeheer. In de praktijk blijken niet alle leidin geigenaren even happig om de verlaten leidingen ook daad werkelijk aan te melden, ook al zijn zij dit verplicht1. Eén van de voornaamste redenen hiervoor is hoogstwaarschijnlijk de angst veel geld uit te moeten geven aan het verwijderen van deze leidingen, terwijl het bedrijf voor de gemaakte kosten bijzonder weinig terug krijgt. 1) Graafmelding/ Oriëntatieverzoek/ Calamiteitenmelding (Gebeidspolygoon)
Grondroerder
2) Graafbericht
Netbeheerders
Ontvangstbevestiging 4) Informatie ondergrondse infrastructuur +GBKN: Gebiedsinformatie
3) Informatie ondergrondse infrastructuur: Beheerdersinformatie
Schema KLIC-melding (KLIC-Productplan 2014-2016).
17
ARTIKEL
ARTIKEL
Een greep uit de bestaande wet- en regelgeving over verlaten leidingen: BevB
Verwijdering wordt niet specifiek
‘de geldende wet- en regelgeving
ongebruikte leiding te eisen, als
geen risico van het niet naleven
Sinds 2010 is het Besluit externe
beschreven in het BevB.
en het gestelde daarover in ver
gelijktijdig een nieuwe leiding
van deze regel bepaald. Het toe
leende vergunningen ten aanzien
wordt aangelegd’.
zicht hierop zal volgens het toet
veiligheid Buisleidingen (BevB) van kracht: regelgeving voor
NEN3650/NTA8000
van het verlaten en verwijderen
leidingen die gebruikt worden
De NEN3650 beoogt, veelal in
van de buisleiding met toebeho
WION
een normale prioriteit krijgen en
voor het transport van gevaar
combinatie met een veiligheids
ren moet worden gerespecteerd’.
De Wet Informatie Uitwisseling
veelal plaatsvinden door desk
lijke stoffen. In dit besluit wordt
beheersysteem als de NTA8000,
In diezelfde paragraaf lezen we
Ondergrondse Netten (WION)
research. De wet heeft voor een
onder andere gesteld (artikel 9)
de veiligheid van een buisleiding
dat voor buisleidingen die perma
heeft in 2008 de (vrijblijvende)
overtreding van artikel 18 feitelijk
dat het buiten gebruik stellen van
te borgen in elke levensfase. Het
nent worden verlaten, geëvalu
zelfregulering vervangen zoals
slechts een bestraffend karakter
een leiding altijd gemeld dient
buiten gebruik stellen en ver
eerd moet worden of het mogelijk
die bestond in de vorm van het
mogelijk gemaakt: een boete
te worden. Wanneer een leiding
wijderen van een buisleiding (de
is deze te verwijderen. Als dit
Kabels en Leidingen Informatie
van maximaal 100.000 euro4. Uit
gedurende een aaneengesloten
laatste levensfase) is binnen deze
mogelijk blijkt moet de leiding
Centrum (KLIC). Het KLIC is in
contact met het Kadaster blijkt
periode van één jaar niet wordt
norm echter onbelicht gelaten.
worden verwijderd. Criteria wor
datzelfde jaar opgegaan in het
dat het aantal meldingen van dit
gebruikt, is deze officieel ‘buiten
In het kader van Maatschappelijk
den hierbij echter niet benoemd.
Kadaster, waar sindsdien -in
type afwijkende situaties in schril
gebruik’. Na drie jaar wordt deze
Verantwoord Ondernemen stelt
In 4.3.3.6 van de NTA8000 komt
opdracht van de ministeries van
contrast staat met het aantal
leiding vervolgens als ‘verlaten’
de ISO 26000 dat ‘de exploitant
een overeenkomstige passage
Economische Zaken en Infrastruc
graafmeldingen. Ter illustratie: in
bestempeld. De leiding dient dan
actief zou moeten meewerken aan
voor. Over weesleidingen wordt
tuur en Milieu (I&M)- de WION
het lopende jaar zijn slechts 338
afgekoppeld te worden van het
de laatste levensfase van een ka
in beide normen wederom niets
uitgevoerd wordt en de informa
afwijkende situaties gemeld, daar
buisleidingsysteem, medium- en
bel en/of leiding’. In onderstaande
gemeld.
tieverstrekking wordt gefaci
van betrof het in 100 gevallen een
slurryvrij te worden gemaakt en
figuur is echter te zien dat deze
liteerd over de ligging van een
onbekend net. Op dit moment zijn
te worden afgedicht en gecondi
laatste levensfase van de leiding
Structuurvisie buisleidingen
groot deel van de ruim 2 miljoen
er dit jaar 143 leidingen geclaimd
tioneerd. Ook dient de leiding in
veelal niet wordt beschouwd.
In oktober 2012 werd door de
kilometer aan kabels en leidin
door een netbeheerder, daarnaast
ministeries van Infrastructuur
gen2. Het Agentschap Telecom,
zijn er 115 weesleidingen bij ge
onderhoudsplannen te worden
singsarrangement van de WION
meegenomen om de degradatie
In paragraaf 10.7.1 van de
en Milieu en Economische Zaken,
onderdeel van het ministerie
meenten ingetekend en zijn er nog
van de leiding tegen te gaan.
NEN3650-1 wordt gesteld dat
Landbouw en Innovatie de ‘Struc
van Economische Zaken, ziet toe
80 openstaande meldingen.
tuurvisie Buisleidingen’ op tafel
op de handhaving van deze wet.
gelegd. In deze structuurvisie
Klaarblijkelijk met succes; sinds
Volgens artikel 18.5 wordt de
wordt ‘het vrijhouden van ruimte
2008 is het aantal meldingen toe
gemeente gelijkgesteld aan een
in Nederland voor de aanleg van
genomen van 235.000 in 2008
leidingbeheerder voor de toepas
buisleidingen van nationaal en
tot 524.000 in 20133, waarvan
sing van artikel 9 van de WION,
internationaal belang voor het
het in circa 83% van de gevallen
waarin staat wie gecontacteerd
transporteren van gevaarlijke
graafmeldingen betreft.
wordt door het Kadaster bij een oriëntatieverzoek of graafmel
stoffen’ tot doel gesteld. In para
Onvolledige levenscyclus van de pijpleiding (BIG AM-MVO).
18
graaf 8.6 van deze Structuurvisie
In het eerste lid van artikel 18 van
ding. Er wordt echter niet gesteld
Buisleidingen lezen we dat de
de WION wordt gesteld dat de
welke plichten gelden voor de
Minister van IenM ‘omwille van
grondroerder een net dient aan te
gemeente als leidingbeheerder
het beperken van graafschade
melden bij het Kadaster, wanneer
van weesleidingen. De grootste
aan andere leidingen in de leiding
het hier een net betreft dat niet
risico’s van het niet naleven van
strook, grondeigenaren bij het
in verstrekte liggingsgegevens is
de regelgeving -en daarmee even
verwijderen van een ongebruikte
vermeld óf waarvan niet duidelijk
eens de nadruk van het toezicht-,
leiding verzoekt soepel met de
is wie de beheerder is. In de risico
blijken uiteindelijk vooral bij de
overeenkomsten om te gaan’ en
analyse van de grondroerders
grondroerders gelegd te worden, in
‘alleen dan verwijdering van de
regeling is voor dit artikel echter
plaats van bij de netbeheerders4.
Saneringsmogelijkheden Bij Gasunie is het thema Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen volledig omarmd. Het bedrijf is gestart met een groot project om de verlaten leidingen voortaan ‘gewoon’ te verwijderen: het is tijd voor orde in de ondergrond. Kennis over het verwijderen van een leiding is er voldoende. Een leiding kan bijvoorbeeld geheel bloot worden gegraven om vervolgens in stukken verwijderd te worden, of gesneden worden met trekkende velden. En, bij voldoende kleine diameters, is ook het trekken van een leiding of een HDD mogelijk.
Trekken HDD (Gasunie)
“Maar met alleen het verwijderen van de leiding ben je er nog niet”, vertelt Frank. Onderzoek zal bijvoorbeeld moeten uitwijzen hoe we de grond op een juiste manier weer aan kunnen vullen, na het sleufloos verwijderen van leidingen met grotere diameters. En ook met de overblijfselen van de gerooide leiding dient zorgvuldig te worden omgegaan.
Na de verwijdering worden de leidingen -wanneer noodzakelijk- door gespecialiseerde bedrijven gestript. Het beton en staal kan vervolgens prima hergebruikt worden. Frank: “In een ideale situatie wordt hierbij zoveel mogelijk vastgehouden aan de craddle-to-craddle denkwijze. Ook de laatste levensfase van de buisleiding wordt zo beter belicht.”
Dan dienen er ook op beleidsgebied nog heel wat slagen te worden gemaakt. “Er heeft tot nu toe echt onvoldoende actief beleid plaatsgevonden op de structurering van de ondergrond”, aldus Frank. “De regelgeving is daarmee nog wel een ding. Maar als daar straks eenduidigheid in komt, zal het probleem gegarandeerd kleiner worden.” Verandering lijkt gelukkig in zicht: naar verwachting komt in 2015 een ruimtelijk plan voor de ondergrond op tafel, de ‘Structuurvisie Ondergrond’ (lees meer over deze structuurvisie in het artikel ‘STRONG: ondergrondse ordening over de volle breedte’ verderop in dit magazine), geïnitieerd door de ministeries van Infrastructuur en Milieu (IenM) en Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I). In deze visie zal, zo is de hoop, óók het verlaten en verwijderen van leidingen aan bod komen. >>
19
ARTIKEL
ARTIKEL
Met de huidige mogelijkheden wat betreft elektronische beheersystemen, is het zeker mogelijk om de huidige frequentie waarmee onbekende objecten in de ondergrond worden gevonden te doen dalen. Frank: “De vraag is dan straks alleen nog wie het voortouw gaat nemen.” Met de start van het saneringsproject zet Gasunie in ieder geval al een grote stap in de goede richting.
Frank benoemt alvast enkele aanbevelingen, die op de korte termijn verwezenlijkt kunnen worden:
Aanleggen van overkoepelende database
Het is voor alle partijen zaak dat zoveel mogelijk objecten uit de ondergrond (kabels, leidingen, maar ook ondergrondse civieltechnische objecten zoals duikers) duidelijk in beeld komen. Tot op heden is deze informatie nog te wijd verspreid. Informatie over kabels en leidingen bevindt zich bijvoorbeeld niet in een systeem waar ook informatie over duikers of oude funderingen is opgeslagen. In het productplan van de KLIC wordt beschreven dat continu gekeken zal worden naar verbeteringen in het proces. De uitbreiding van de KLIC met een apart onderdeel over weesleidingen
20
is in dit kader al een stap voorwaarts, het continu uitbreiden van de map is een tweede. Het onderbrengen van de KLIC in een groter, overkoepelend informatiebeheersysteem waarin alle objecten in de ondergrond ondergebracht zijn, zou een enorme stap zijn voor Bouwend Nederland.
Naleving wet- en regelgeving
Door middel van dit artikel wordt een dringende oproep gedaan aan het Kadaster, het Kabel- en LeidingOverleg (KLO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (NVG) om te borgen dat weesleidingen duidelijk vermeld worden bij een oriëntatieverzoek of graafmelding. Daarvoor is het aanmelden van een afwijkende situatie een eerste vereiste.
Uitbreiding wet- en regelgeving
In de kabel en –leidingverordening zou de gehele levenscyclus, dus ook de laatste fase, van de leiding beschreven moeten zijn. Daarbij moet in de huidige wet- en regelgeving gestuurd worden op het verwijderen van oude kabels en leidingen. Aan de hand van een stroomschema of prioriteitenlijst zou een weloverwogen keuze gemaakt kunnen worden tussen het verlaten of verwijderen van een leiding.
De NEN3650 is slechts toepasbaar voor een specifiek onderdeel van de leidingen in Nederland, hetzelfde geldt voor de BevB en de NTA8000. Via de brancheverenigingen en de relevante normencommissies zou de omgang met verlaten leidingen en weesleidingen onder de aandacht gebracht kunnen worden. Een richtlijn als de ISO26000 is helaas niet bij machte om exploitanten in te laten zien dat de ruimte in de ondergrond in bepaalde gevallen dusdanig schaars is dat we er op een andere manier mee om moeten gaan. Een goede manier om aanvullende regelgeving door te voeren is via de WION. Wie een kabel of leiding in beheer heeft, is immers verplicht aan de WION te voldoen. Ook grondroerders en leidingbeheerders (en daarmee ook de gemeenten) dienen zich hieraan te houden.
Verwijderen kabels en/of leidingen
Tot slot doet het onderzoek van Frank de dringende oproep aan gemeenten om leidingexploitanten in druk bezet gebied tijdens werkzaamheden -wanneer noodzakelijk en mogelijk- opdracht te geven om verlaten leidingen en weesleidingen te verwijderen, zodat de ondergrond optimaal wordt gebruikt. Door middel van de werk-met-werk-methode zullen verwijderingskosten aanzienlijk lager zijn en kunnen nieuwbouwprojecten vanwege de ontstane ruimte goedkoper uitvallen. <<
Bronvermelding 1. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen - Omgaan met verlaten leidingen, Frank Seitzinger, c.s., juni 2011. 2. Buisleidingtransport ontmoet overige infra, Paul van Goozen, juni 2014. 3. Productplan KLIC 2014-2016, Kadaster, april 2014. 4. Toezichtarrangement WION, Agentschap Telecom, juli 2008.
Stanley Hunte (35 jaar) is sinds september 2014 actief als redacteur bij de BIG en werkt sinds 2012 als Pipeline Engineer voor raadgevend ingenieursbureau Tebodin. Als engineer is hij betrokken bij het ontwerp van zowel olie- en gasleidingen als stadswarmteleidingen. Daarbij komen naast het technische ontwerp van de leidingen, de raakvlakken van ondergrondse en bovengrondse infra en omgevingsmanagement veelvuldig aan bod.
Frank Seitzinger (43 jaar) is tracé beheerder bij Gasunie en volgde van 2009 tot 2011 de studie Pipeliner. Binnen deze studie deed hij zijn onderzoek naar het omgaan met verlaten leidingen. Hij schreef de scriptie samen met studiegenoten Corné Elst (Zebra gasnetwerk), Peter van Elferen (Gasunie) en Barend van der Pol (Alliander). Het rapport werd in 2012 gepresenteerd tijdens de BIG Gildedag.
21
ARTIKEL
ARTIKEL
Duurzaam, veilig en efficiënt gebruik van bodem en ondergrond
STRONG: ondergrondse ordening over de volle breedte Door: Douwe Jonkers, projectleider van de Structuurvisie Ondergrond (STRONG), bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu De noodzaak om de ondergrondse ruimte in onze druk bevolkte Nederlandse rivierdelta efficiënter en duurzamer te benutten, wordt steeds sterker gevoeld. Een rijksstructuurvisie volstaat hierbij niet meer, zo constateerde het ministerie van Infrastructuur en Milieu in 2012.
STRONG = zekerstellen
energielevering De Europese energievoorzie ning is aan een flinke transitie onderhevig: in 2030 zal deze sterk veranderd zijn. We ver wachten bijvoorbeeld dat gas, warmte, koude en elektriciteit elkaar straks voortdurend zullen aanvullen. Ook gaan zich vaker situaties voordoen waarin -bij de herinrichting van gebieden- energiedragers elkaar vervangen. Want doordat het gas- en elektrici teitsnet dan slim aan elkaar gekoppeld is, kan precies die energiedrager worden ingezet waar op dat moment behoefte aan is.
22
Tegelijkertijd zal er sprake zijn van groei van decentrale en duurzame energieopwek king, met allerlei bestaande en nieuwe technologieën die hierbij komen kijken. Zon- en windenergie, biogas en aardwarmte komen zo steeds vaker in de plaats van de energieopwekking met fossiele brandstoffen. En die energieopwekking gebeurt straks ook door veel méér partijen, in lokaal, regionaal en Europees verband. Hier door zal naar verwachting een behoefte ontstaan aan hierbij passende centrale en decen trale opslagmogelijkheden en intelligente transport- en distributienetten.
En dus wordt, samen met decentrale overheden en maatschappelijke organisaties, gewerkt aan een structuurvisie om de ondergrondse ordening over de volle breedte aan te kunnen pakken: STRONG. Douwe Jonkers, projectleider van STRONG, licht het programma puntsgewijs toe.
Samen met EZ verkent STRONG deze ontwikkelin gen rondom de toekomstige energievoorziening en wordt bekeken wat de hiermee samenhangende ondergrond se ruimtevraag is. Parallel aan STRONG werkt het ministerie van EZ samen met het minis terie van Infrastructuur en Milieu aan de Structuurvisie Schaliegas, welke uiteinde lijk integraal onderdeel zal worden van STRONG. Er wordt natuurlijk een link gelegd met de eerder verschenen Struc tuurvisie buisleidingen.
STRONG = veiligstellen
drinkwatervoorziening Ook het kunnen blijven veilig stellen van de openbare drinkwatervoorziening, is een belangrijk speerpunt. Want hoewel de kwaliteit van het drinkwater op dit moment ronduit goed te noemen is, staat de toekomstige drink watervoorziening wel degelijk onder druk. De oorzaken? Een stijgende vraag naar drink water, nadelige effecten van het gebruik van meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen en geneesmiddelen, het anders omgaan met bodem verontreinigingen (“van saneren naar beheren naar gebiedsontwikkeling”) en de mogelijke effecten van
benadering centraal
schept het voorwaarden voor de natuur en de biodiversiteit. Bovendien is het systeem de drager van bovengrondse en ondergrondse infrastructuur voor gebouwen, transport en mobiliteit. Door tijdens de planvorming en realisatie rekening te houden met verschillende eigenschappen van het bodem- en watersysteem, zoals de aanwezigheid en de richting van grondwaterstromingen en bodemstabiliteit, kan schade als gevolg van bodemdaling en wateroverlast verminderd worden. Ook kunnen we voorkomen dat bodems, die in de toekomst van belang zijn voor de productie van voedsel en biomassa, onnodig opgeofferd worden.
Bij een duurzaam en efficiënt gebruik van de ondergrond past dat bij het maken van ruimtelijke afwegingen nauwlettend rekening wordt gehouden met de eigenschappen van het lokale en regionale bodem- en watersysteem. Naast geologische goederen als olie, (schalie)gas, zout en aardwarmte, levert dit systeem immers belangrijke diensten als waterberging, waterzuivering, ziekte- en plaagregulatie, temperatuurregulatie, voedsel producerend vermogen en
Vrijwel alle activiteiten in de ondergrond hebben effect op de kwantiteit en/of de kwaliteit van het grondwater. Door grond- en oppervlaktewater als één systeem te zien en rekening te houden met het functioneren van dat systeem op verschillende schaalniveaus, kunnen problemen als wateroverlast en schade aan funderingen worden voorkomen en kan de watervoorziening voor landbouw en natuur beter worden beheerst.
(nieuwe) activiteiten als WKO, geothermie en winning van schaliegas. Maar ook effecten van de klimaatverandering maken dat we zorgvuldig naar de toekomstige drinkwatervoorziening moeten gaan kijken. In de Beleidsnota Drinkwater is dan ook aangegeven dat het van groot belang is om op regionaal niveau strategische voorraden aan te wijzen en -indien nodig- over te gaan tot ruimtelijke reserveringen van grondwatervoorraden op nationaal niveau. STRONG onderzoekt de hiermee samenhangende ruimtevraag. STRONG = watersysteem
STRONG = ruimtelijke en
bestuurlijke afstemming In de toekomst zal het ruimtelijk beleid zich steeds meer moeten richten op vierdimensionale ruimtelijke ordening. Hierbij wordt de tweedimensionale ruimtelijke ordening (2D) van de bovengrond gelijktijdig en in samenhang doordacht met de ondergrond (3D) en wordt voorgesorteerd op toekomstige ontwikkelingen en behoeften (4D). Door de ontwikkelingen op het gebied van 3D-/4D-ordening en de watersysteembenadering, ontstaat ook toenemende behoefte aan bestuurlijke afstemming. Dit vertaalt zich in een grotere betrokkenheid van decentrale overheden bij (de ruimtelijke inpassing van) activiteiten in de ondergrond, met name rond mijnbouwactiviteiten. Verder zullen decentrale overheden in toenemende mate gezamenlijk invulling moeten gaan geven aan een samenhangend beheer van bodem en ondergrond, met een sterke focus op stedelijk grondwaterbeheer. Hier ligt een belangrijke relatie met de Omgevingswet. Nationale en provinciale
omgevingsvisies zullen moeten worden doorvertaald naar gemeentelijke bestemmingsen beheerplannen. STRONG = ontwikkelen
en delen van kennis & informatie Een duurzaam en efficiënt gebruik van bodem en ondergrond begint bij het ‘kennen van het systeem’. We moeten inzichtelijk krijgen hoe het systeem functioneert (grondwaterstromingen, bodemeigenschappen) en waar zich wat bevindt. Denk hierbij niet alleen aan te benutten voorraden, maar ook aan de aanwezigheid van bodemverontreinigingen, (restanten van) funderingen en (oude) kabels en leidingen. Het Rijk wil daarom afspraken maken met decentrale over heden en verschillende marktpartijen over het gezamenlijk werken aan een goede kennis infrastructuur. Het gaat hier onder meer om de invoering van de Basisregistratie Ondergrond (BRO) en het tot stand brengen van een Informatiehuis Bodem en Ondergrond. Op deze wijze moeten data en informatie over bodem en ondergrond voor alle partijen beschikbaar komen. >>
23
ARTIKEL
LEDENLIJST
Bedrijfsleden BIG A
A. Hakpark B.V. Air Liquide Industries Belgium N.V. Aircraft Fuel Supply B.V. Amerplastics B.V. Antea Group Applus RTD Benelux ArcelorMittal Projects Europe / Netherlands B.V.
B Een gezamenlijke afwegingssystematiek Op dit moment wordt gewerkt aan een gezamenlijke afwegingssystematiek. Dit instrument moet leidend zijn bij het maken van afwegingen bij (toekomstige) besluiten over activiteiten waarbij de ondergrond wordt gebruikt. De systematiek is gebaseerd op gezamenlijk vastgestelde beleidsuitgangspunten en ordeningsprincipes. Op deze manier wordt geborgd dat op de verschillende bestuurlijke niveaus via een onderling consistente werkwijze tot een afweging wordt gekomen, waarbij altijd rekening gehouden wordt met de verschillende belangen. Binnen de systematiek zal voldoende bestuurlijke ruimte zijn om de verschillende aspecten te wegen en te waarderen
24
en rekening te houden met gebiedsspecifieke doelstellingen en omstandigheden. De systematiek draagt uiteindelijk bij aan de transparantie van de gemaakte afweging.
Producten en planning Eind vorig jaar werd de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) afgerond voor het rijksdeel van de Structuur visie Ondergrond. Hierin is de uitvoering van de milieu effectenrapportage (plan-MER) beschreven voor die activiteiten waar het Rijk primair verantwoordelijk voor is: activiteiten met betrekking tot de mijnbouwwet en de mogelijke reservering van nationale grondwaterreserves voor de drinkwatervoorziening. Het is de bedoeling deze NRD begin 2015 ter inzage te leggen. De uitvoering van de plan-MER en de daaraan gekoppelde maat-
BAM Leidingen & Industrie B.V. BAM Nelis De Ruiter BV BASF Antwerpen N.V. Blom Civiele Techniek Bohlen & Doyen B.V.
schappelijke kosten-baten analyse (MKBA) worden dan in mei 2015 afgerond.
C
Deze producten vormen, samen met uitwerkingen van beleidsopgaven door decentrale overheden en te maken bestuurlijke afspraken met decentrale overheden en marktpartijen (over bijvoorbeeld de informatievoorziening), belangrijke bouwstenen voor de uiteindelijke ontwerp-structuurvisie. Het is de ambitie van STRONG om deze ontwerp-Structuurvisie Ondergrond najaar 2015 aan de Tweede Kamer aan te bieden. Meer weten over STRONG? Bekijk dan de animatie op Youtube, door deze QR code te scannen:
<<
Canalco N.V. CCI Leidingsystemen B.V. CMP Fibalite BV Conline Rhenania Beheer B.V.
D
Denys N.V. Dimensys Business Solutions B.V. Dura Vermeer Ondergrondse Infra
E F
Engipipe BV Evides Waterbedrijf Fina Antwerp Olefins N.V. Fluxys Belgium NV Fugro GeoServices b.v.
G Douwe Jonkers is projectleider van de Structuurvisie Ondergrond (STRONG), bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu.
Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen/ Documentatiecentrum GJ-D Consult Grontmij Nederland B.V.
H
R
HaskoningDHV Nederland BV HDM Pipelines Heijmans Civiel B.V.
r+k raadgevend ingenieurs- en konstr. adviesburo Rala Interseal BVBA Rombouts Kunststof Techniek BV Roos+Bijl BV Rotterdam Engineering BV
K
Kiwa N.V. Korsconsult Kragten
L
S
M
T
LBITA B.V. (LB Infra Technisch Advies) LievenseCSO Infra B.V. Lloyd’s Register Nederland LSNed Leidingenstraat Nederland
Saint Gobain Pipe Systems B.V. SAW CMT Socea NV Stadsbeheer Afdeling LBBO Gemeente Rotterdam
Mapitec Engineering & Consultancy Marconi Oranje B.V. Meuwissen Advies Ministerie van Economische Zaken, Land bouw en Innovatie Ministerie van Economische Zaken, Land bouw en Innovatie, Staatstoezicht op de Mijnen
T.D. Williamson S.A. Nederland Tebodin Netherlands B.V. Tractebel Engineering
V
N
N.V. Nederlandse Gasunie N.V. Rotterdam-Rijn Pijpleiding Mij. Nationale Maatschappij der Pijpleidingen NV Nederlandse Aardolie Maatschappij NV AIB-Vinçotte International SA
Van den Heuvel Van der Heide Kathodische bescherming Visser & Smit Hanab B.V.
W
Wavin Nederland B.V. Witteveen+Bos Raadgevende Ingenieurs B.V.
Z
Zebra Gasnetwerk B.V.
O P
ODS B.V.
Petrochemical Pipeline Services B.V. Pipeline Control Pon Power BV PPS Pipeline Systems GmbH PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland
25
DE REDACTIE
Remco van Beest, redacteur Projectmanager Ontwikkeling bij Visser & Smit Hanab
Gert Jan ter Haar, redacteur Projectleider bij advies- en ingenieursbureau LievenseCSO
Stanley Hunte, redacteur Pipeline Engineer bij raadgevend ingenieursbureau Tebodin
Annelieke Wiegeraad, eindredacteur Red. Tekst & Redactie
Colofon Dit magazine is een uitgave van het Buisleiding Industrie Gilde (BIG). Tekst en eindredactie: Buisleiding Industrie Gilde BIG redactie Postbus 368 2700 AJ Zoetermeer Nederland www.bigleidingen.eu
[email protected] Tel.: +31 79 325 22 45 Grafisch ontwerp: Ontwerpstudio 2 MAAL EE www.2maalee.nl Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, door middel van druk, fotokopieën, geautomatiseerde gege vensbestanden of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Ideeën voor het BIG Magazine kunnen voorgelegd worden aan de redactie.
Bronvermelding fotografie: Pag. 7, olietanker: VanderWolf Images / Shutterstock.com Pag. 9, MAS: Mihai-Bogdan Lazar / Shutterstock.com Pag. 10, Centre Pompidou:Luciano Mortula / Shutterstock.com Pag. 15, snelweg: pbombaert / Shutterstock.com Pag. 20, bos: Anterlash Productions Pag. 21, ‘verboden toegang’: Koen Mol Fotografie