Bhagavad Gita Hoofdstuk 10 – bginhetnederlands.nl
HOOFDSTUK 10: DE VOLHEID VAN DE ABSOLUTE | bginhetnederlands.nl
Bhagavad Gita Hoofdstuk 10 – De volheid van de Absolute
bginhetnederlands.nl © Copyright bginhetnederlands 2015. Alle rechten voorbehouden. Tenzij anders vermeld berusten alle rechten op informatie (tekst, beeld, geluid, video, etc) die u op deze site (bginhetnederlands.nl en alle onderliggende pagina’s) aantreft bij bginhetnederlands of zijn gelicenceerd aan bginhetnederlands. Gehele of gedeeltelijke overname, plaatsing op andere sites, verveelvoudiging op welke andere wijze dan ook en/of commercieel gebruik van deze informatie is niet toegestaan, tenzij hiervoor uitdrukkelijk schriftelijke toestemming is verleend door bginhetnederlands of tenzij aan de onderstaande voorwaarden wordt voldaan. Deze informatie mag worden bekeken op een scherm, gedownload worden op een hard-disk of geprint worden, mits dit geschied voor persoonlijk, informatief en niet-commercieel gebruik, mits de informatie niet gewijzigd wordt, mits de volgende copyright-tekst in elke copy aanwezig is: “© Copyright bginhetnederlands”, mits copyright, handelsmerk en andere van toepassing zijnde teksten niet worden verwijderd en mits de informatie niet wordt gebruikt in een ander werk of publicatie in welk medium dan ook. bginhetnederlands voert het beheer over de pagina’s op deze website. Het linken en verwijzen naar de pagina’s op deze website is toegestaan. De webmaster stelt het op prijs hiervan in kennis te worden gesteld.
Dit document is geschreven met behulp van citaten uit de volgende bron: Sri Srimad A. C. Bhaktivedanta Swami Prabhupada (2003). De volheid van de Absolute, in Bhagavad-Gita Zoals Ze Is (pp. 499-548). The Bhaktivedanta Book Trust International.
Bginhetnederlands adviseert lezers die meer informatie, uitleg of commentaar zoeken op basis van dit document, het boek in de bronvermelding te bekijken. Alle hoofdstukken en teksten in dit document, zijn namelijk één-op-één gelinkt aan de hoofdstukken en teksten uit het boek Bhagavad-Gita Zoals Ze Is.
HOOFDSTUK 10: DE VOLHEID VAN DE ABSOLUTE | bginhetnederlands.nl
HOOFDSTUK 10: De volheid van de Absolute 1. De Allerhoogste Persoonlijkheid Gods zei: O sterk gearmde Arjuna, luister opnieuw. Omdat je Mijn dierbare vriend bent, zal Ik je voor jouw bestwil verder spreken en je kennis geven die beter is dan wat Ik tot dusver aan je heb uitgelegd. 2. De schare halfgoden en ook de grote wijzen kennen Mijn oorsprong en volheden niet, omdat Ik in alle opzichten de oorsprong van de halfgoden en wijzen ben. 3. Alleen degene die Mij kent als ongeboren, beginloos en de Allerhoogste Heer van alle werelden en die niet misleid is onder de mensen, wordt bevrijd van alle zonden. 4. Intelligentie; kennis; vrij zijn van twijfel en verwarring; vergevingsgezindheid; waarheidlievendheid; beheersing van de zintuigen; beheersing van de geest; vreugde en verdriet; geboorte; dood; angst; onbevreesdheid; geweldloosheid; gelijkmoedigheid; tevredenheid; ascese; vrijgevigheid; roem en schande – al deze verschillende kwaliteiten van levende wezens zijn geschapen door Mij alleen. 6. De zeven grote wijzen en de vier andere grote wijzen voor hen, evenals de Manu’s [de voorouders van de mensheid], komen uit Mij voort door geboorde uit Mijn geest, en alle levende wezens, die de verschillende planeten bevolken, stammen van hen af. 7. Wie werkelijk overtuigd is van Mijn volheid en mystieke kracht, zal onvermengde devotionele dienst verrichten; daarover bestaat geen twijfel. 8. Ik ben de oorsprong van alle spirituele en materiele werelden. Alles komt voort uit Mij. De wijzen die hiervan volkomen doordrongen zijn, bewijzen Me devotionele dienst en vereren Me met heel hun hart. 9. De gedachten van Mijn zuivere toegewijden zijn voortdurend van Mij vervuld, hun leven is volledig aan Mijn dienst gewijd en door elkaar te verlichten en voortdurend over Mij te spreken, ervaren ze grote tevredenheid en geluk. 10. Aan hen die Mij voortdurend met liefde en devotie dienen, geef Ik het verstand waarmee ze tot Mij kunnen komen. 11. Om hun bijzondere genade te tonen, verdrijf Ik, die aanwezig ben in hun hart, met de stralende lamp van kennis de duisternis die voortkomt uit onwetendheid. 12. Arjuna zei: Jij bent de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, de allerhoogste verblijfplaats, de zuiverste, de Absolute Waarheid. Jij bent de eeuwige, transcendentale en oorspronkelijke persoon, de ongeborene, de grootste. Alle grote wijzen zoals Narada, Asita, Devala en Vyasa bevestigen deze waarheid over Jou en nu verklaar Je het me Zelf.
HOOFDSTUK 10: DE VOLHEID VAN DE ABSOLUTE | bginhetnederlands.nl
14. O Krsna, alles wat Je me hebt gezegd aanvaard ik volkomen als de waarheid. Zowel de halfgoden als de demonen, o Heer, kunnen Je vorm en Je transcendentale eigenschappen niet begrijpen. 15. Sterker nog, alleen Jij kent Jezelf door je eigen interne vermogen, o Allerhoogste Persoon, oorsprong van alles, Heer van alle wezens, God der goden, Heer van het universum! 16. Vertel me alsjeblieft uitvoerig over Je goddelijke volheden waarmee Je als deze werelden doordringt. 17. O Krsna, o allerhoogste mysticus, hoe zal Ik voortdurend aan Je denken en hoe zal ik Je kennen? In welke verschillende verschijningsvormen moet ik Je in gedachten houden, o Allerhoogste Persoonlijkheid Gods? 18. O Janardana, beschrijf alsjeblieft normaals uitvoerig Je mystieke volheden. Ik krijg er nooit genoeg van over Jou te horen, want hoe meer ik hoor, hoe meer ik de nectar van Je woorden wil proeven. 19. De Allerhoogste Persoonlijkheid Gods zei: Ja, Ik zal je over Mijn luisterrijke manifestaties vertellen, maar dan alleen over de voornaamste, o Arjuna, want Mijn volheid is onbegrensd. 20. Ik ben de Superziel, o Arjuna, die zich in het hart van alle levende wezens bevindt. Ik ben het begin, het midden en het einde van alle levende wezens. 21. Onder de Aditya’s ben Ik Visnu, van de lichtgevende hemellichamen ben Ik de stralende zon, onder de Maruts ben Ik Marici en van de sterren ben Ik de maan. 22. Van de Veda’s ben Ik de Sama-veda; onder de halfgoden ben Ik Indra, de hemelkoning; van de zintuigen ben Ik de geest, en in de levende wezens ben Ik de levenskracht [het bewustzijn]. 23. Onder alle Rudra’s ben ik Heer Siva; onder de Yaksa’s en Raksasa’s ben Ik de heer van de rijkdom [Kuvera]; onder de Vasu’s ben Ik vuur [Agni] en van de bergen ben ik Meru. 24. Weet, o Arjuna, dat Ik van alle priesters de voornaamste, Brhaspati, ben. Onder de bevelhebbers ben Ik Kartikeya en van de watervlakten ben Ik de oceaan. 25. Onder de grote wijzen ben Ik Bhrgu, van alle geluidsvibraties ben Ik het transcendentale om; van alle offers ben Ik het chanten van de heilige namen [japa], en van onverplaatsbare dingen ben Ik het Himalaya gebergte. 26. Van alle bomen ben Ik de banyan-boom en van de wijzen onder de halfgoden ben Ik Narada. Onder de Gandharva’s ben Ik Citraratha en onder de Volmaakte wezens ben Ik de wijze Kapila.
HOOFDSTUK 10: DE VOLHEID VAN DE ABSOLUTE | bginhetnederlands.nl
27. Weet dat Ik onder de paarden Uccaihsrava ben, die voortgebracht werd tijdens het karnen van de oceaan voor nectar. Onder voorname olifanten ben Ik Airavata en onder de mensen ben Ik de koning. 28. Van alle wapens ben Ik de bliksemschicht en onder de koeien ben Ik de surabhi. Van alle oorzaken van voortplanting ben Ik Kandarpa, de god van liefde, en onder de slangen ben Ik Vasuki. 29. Onder de Naga’s met vele schilden ben Ik Ananta en onder de waterwezens ben Ik de halfgod Varuna. Onder de overleden voorouders ben Ik Aryama en onder hen die orde en wet handhaven ben Ik Yama, de heer van de dood. 30. Onder de Daitya’s [demonen] ben ik de toegewijde Prahlada; van alle overheersers ben Ik de tijd; van alle dieren ben Ik de leeuw en onder de vogels ben Ik Garuda. 31. Van alles wat zuivert ben Ik de wind; onder degenen die wapens hanteren ben Ik Rama; van de vissen ben Ik de haai en van de rivieren ben Ik de Ganges. 32. Van alle scheppingen ben Ik het begin, het einde en ook het midden, o Arjuna. Van alle wetenschappen ben Ik de spirituele wetenschap van het zelf en onder beoefenaars van de logica ben Ik de uiteindelijke waarheid. 33. Van de letters ben Ik de letter A en van de samengestelde woorden ben Ik het tweeledige woord. Ook ben Ik de eeuwige tijd, en onder de scheppers ben Ik Brahma. 34. Ik ben de allesverslindende dood en de voortbrenger van al wat komen zal. Onder vrouwen ben ik Kirti (roem), Sri (geluk), Vak (welsprekendheid), Smrti (geheugen), Medha (intelligentie), Dhrti (standvastigheid) en Ksama (geduld). 35. Van de hymnen in de Sama-veda ben Ik de Brhat-sama en van alle poëzie ben Ik de Gayatri. Van alle maanden ben Ik Margasirsa [november-december] en van de jaargetijden ben Ik de bloeiende lente. 36. Ik ben ook het gokken van valsspelers en van al wat schittert ben Ik de schittering. Ik ben overwinning, Ik ben avontuur en Ik ben de kracht van de sterken. 37. Onder de afstammelingen van Vrsni ben Ik Vasudeva en onder de Pandava’s ben Ik Arjuna. Onder de wijzen ben Ik Vyasa en onder grote denkers ben Ik Usana. 38. Van alle middelen om wetteloosheid tegen te gaan ben Ik de straf, en onder degenen die overwinning nastreven, ben Ik moraliteit. Van geheime dingen ben Ik de stilte en Ik ben de wijsheid van de wijzen. 39. Verder ben Ik het zaad dat alle vormen van bestaan verwekt, o Arjuna. Er is geen wezen – of het nu in staat is te bewegen of niet – dat zonder Mij kan bestaan.
HOOFDSTUK 10: DE VOLHEID VAN DE ABSOLUTE | bginhetnederlands.nl
40. O machtige overwinnaar van vijanden, Mijn goddelijke manifestaties zijn oneindig. Wat Ik je verteld heb is slechts een summiere aanduiding van Mijn ontelbare volheden. 41. Weet dat alle rijke, prachtige en luisterrijke scheppingen slechts voortkomen uit een sprank van Mijn schitterende grootsheid. 42. Maar waar is al deze gedetailleerde kennis voor nodig, Arjuna? Met één enkel deeltje van Mijzelf doordring en draag Ik dit hele universum.
HOOFDSTUK 10: DE VOLHEID VAN DE ABSOLUTE | bginhetnederlands.nl