bewonersgroep tegen vliegtuigoverlast
Aan: Van: Datum: Onderwerp:
De raadscommissie Economie, Sociale Zaken, Haven, Milieu en Vervoer van de gemeenteraad van Rotterdam (vergadering van 23 april 2009) vereniging Bewonersgroep Tegen Vliegtuigoverlast (BTV) 22 april 2009 Bestuurlijke reactie voorontwerp aanwijzingsbesluit Rotterdam Airport
Geachte commissie, De vereniging Bewonersgroep Tegen Vliegtuigoverlast (BTV) streeft naar vermindering van de vliegtuigoverlast veroorzaakt door Rotterdam Airport. De BTV heeft circa 350 leden afkomstig uit inwoners van Rotterdam en van de omliggende gemeenten (met name Schiedam, Lansingerland, Vlaardingen, Delft, Pijnacker-Nootdorp). Ten behoeve van uw vergadering van 23 april 2009 wil het bestuur van de BTV u haar reactie voorleggen inzake de door het college voorgestelde bestuurlijke reactie voorontwerp aanwijzingsbesluit Rotterdam Airport. In een brief van 5 maart 2009 aan wethouders Harbers heeft de BTV haar belangrijkste doelstellingen inzake Rotterdam Airport (nogmaals) aangegeven, te weten: 1. Geen nachtvluchten (sluiting tussen 23.00 - 07.00 uur); 2. Geen weekendvluchten (sluiting tussen vrijdag 23.00 uur en maandag 07.00 uur); 3. Geen sport- en lesvluchten na 19.00 uur; 4. Geen vakantie- maar zakenvluchten; 5. Vermindering van geluidshinder; 6. Open communicatie met de exploitant. Deze BTV-doelstellingen en de collegedoelstelling (het terugdringen van de geluidshinder van Rotterdam Airport) vormen het referentiekader voor de beoordeling door de BTV. De BTV wil hierbij nadrukkelijk aangeven dat deze reactie is gebaseerd op de kennisneming van de openbare presentaties met betrekking tot het voorliggende voorontwerp aanwijzingsbesluit Rotterdam Airport en het betreffende MER, zoals deze de afgelopen periode zijn gehouden door vertegenwoordigers van Rotterdam Airport en het ministerie van Verkeer en Waterstaat aan raads(commissie)leden van Rotterdam, Lansingerland, aan Provinciale Staten en aan leden van de BTV en overige belangstellenden. De BTV houdt zich het recht voor met een aangevulde, wellicht bijgestelde, reactie te komen nadat het voorontwerp aanwijzingsbesluit en het MER volledig gepubliceerd zijn. De (voorlopig) reactie van de BTV komt neer op het volgende: 1. Er is geen noodzaak tot het overnemen van overheidsvluchten door Rotterdam Airport In het zogenoemde 'onderhandelaarakkoord' tussen gemeente Rotterdam en Schiphol Group uit 1998 en de daarop gebaseerde aanwijzing van 2001 is (uiteraard) geen rekening gehouden met de sluiting in 2005 van Marinevliegkamp Valkenburg. Het 'onderhandelaarakkoord' ging uit van handhaving van de bestaande afspraken. Vervolgens is door de minister van VenW bepaald dat de overheidsvluchten die vroeger op Valkenburg plaatsvonden, voortaan op Rotterdam Airport zouden moeten plaatsvinden. Deze verplaatsing valt daarmee buiten de bovengenoemde bestaande afspraken. De BTV vraagt de raad(scommissie) met de wethouder op de vraag in te gaan of de gemeente deze uitbreiding feitelijk wel moet (respectievelijk heeft moeten) accepteren en indien dit het geval is, welke voor de omwonenden belangrijke milieumaatregelen (vermindering geluidshinder) de minister van VenW de omwonenden biedt (op zijn kosten). Wij verwijzen hierbij ook naar punt 7 van deze reactie.
Vereniging B.T.V., Postbus 33131, 3005 EC Rotterdam, deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek K.v.K. Rotterdam 40.34.49.55, Postbank: 33.04.16, Site: www.btv-rotterdam.nl
bewonersgroep tegen vliegtuigoverlast
2. Alle alternatieven leidentothet vergroten of gehjk bly ven van de slaapverstoring Alternatief A41 (= variant 2d) geeft de feitelijk huidige situatie aan. Ten opzicht van de referentiesituatie (AO) geeft dit alternatief reeds een procentuele afname van de slaapverstoring op basis van Lnight aan van 26,4%. Alle andere alternatieven (met de daarbij voorgestelde varianten) leiden tot het verslechteren of gelijk blijven van de huidige situatie. 3.
Instemmen met het door de minister voorgestelde alternatief alleen leidt niet tot realisatie van de collegedoelstelling Het door de minister van VenW voorgestelde alternatief (A8 = variant 4c) geeft eveneens een procentuele afname aan van 26,4% ten opzichte van de referentiesituatie AO, met andere woorden ook hier geen vermindering van de slaapverstoring ten opzichte van de feitelijke huidige situatie. Daarnaast bedraagt bij dit alternatief de stijging van het aantal 'geluidsgehinderden' en ernstig 'geluidsgehinderden' op basis van Lden Level day-evening-night ('24-uursmeting') met 45-50 db(A) - respectievelijk 4,0% en 3,3%. Met andere woorden van de collegedoelstelling (het terugdringen van de geluidshinder van Rotterdam Airport) komt niets terecht! 4. De door Rotterdam Airport aangegeven varianten2 leiden allemaal tot een hogere slaapverstoring Ondanks dat deze varianten niet onder het nu voorliggende voorontwerp aanwijzingsbesluit en het MER vallen, acht de BTV deze varianten onacceptabel. De BTV vraagt de raad(scommissie), gegeven de collegedoelstelling, uit te spreken dat deze varianten niet acceptabel zijn - nu niet en in de toekomst niet! De BTV merkt hierbij op dat de feitelijk huidige situatie betekent dat het luchtverkeer op een capaciteit zit van 70-80% van de maximale vliegcapaciteit conform de 35 Ke contour. Rotterdam Airport heeft kennelijk de afgelopen jaren niet die groei kunnen doormaken die mogelijk was. Wij verwijzen tevens naar punt 8 van deze reactie (het niet grote economische belang van Rotterdam Airport). De BTV ziet niet in waarom de door Rotterdam Airport aangegeven varianten, al afgezien van de extra geluidshinder, relevant zijn. In de huidige situatie ligt er al voor Rotterdam Airport een opdracht om maximaal als zakenluchthaven te functioneren. Volgens de BTV kan dit ook binnen het huidige gebruik binnen de bestaande contour. 5. De slaapverstoring rondom Rotterdam Airport is niet onderzocht maar afgeleid van Schiphol Airport De berekende alternatieven en varianten gaan uit van herleide slaapverstoringseffecten zoals deze uit onderzoeken met betrekking tot Schiphol Airport bekend zijn. Volgens de BTV is toegezegd door het ministerie van VenW, al dan niet in combinatie met Rotterdam Airport, dat slaapverstoring bij Rotterdam Airport in een apart onderzoek in deze MER aan de orde zou komen. Het feit dat dit niet is geschiedt, acht de BTV onacceptabel. De situatie van Rotterdam Airport en Schiphol Airport zijn immers niet vergelijkbaar. De effecten op de leefomgeving zijn van een te groot belang om op basis van afgeleide cijfers keuzes over het voorontwerp aanwijzingsbesluit en het MER te nemen. De BTV vraagt u uw besluit inzake de beide onderwerpen aan te houden totdat dit onderzoek is verricht en de gegevens ondubbelzinnig zijn. In dit kader wijst de BTV op een eerdere inspraakreactie (van 11 september 2008) waarbij werd gewezen op een onderzoek naar ernstige leerstoornissen bij kinderen wonend rondom Schiphol Airport (zie bijlage). Uit dit onderzoek blijkt dat er voldoende bewijs voorhanden is dat vliegtuiglawaai negatieve gevolgen heeft voor leren, geheugen en lezen bij kinderen. Bij Schiphol gaat het om 850 leerlingen met ernstige hinder. De BTV herhaalt haar verzoek voor een dergelijk onderzoek bij Rotterdam Airport. Ook deze resultaten dienen volgens de BTV te worden meegenomen bij de beoordeling van het nu voorliggende voorontwerp aanwijzingsbesluit en het MER, dat op grond hiervan dient te worden aangepast. 6.
Effecten van geluidshinder worden onvoldoende gemeten en meegewogen: grondgeluid telt niet mee
1
Met gecorrigeerd rekenmodel, nieuwe rekenvoorschriften, actuele vliegroutes, actuele vloot en actueel luchthavengebruik. 2 Waarvan de BTV opmerkt dat deze ten onrechte worden aangeduid als 'ontwikkeling tot zakenluchthaven', want conform eerdere afspraken tussen de gemeente Rotterdam en Schiphol / Rotterdam Airport, dient deze typering als kader voor alle alternatieven en varianten te gelden.
Vereniging B.T.V., Postbus 33131, 3005 EC Rotterdam, deelgemeente Hillegersberg -Schiebroek K.v.K. Rotterdam 40.34.49.55, Postbank: 33.04.16, Site: www.btv-rotterdam.nl
bewonersgroep tegen vliegtuigoverlast
De gebruikte rekenmodellen om geluidsbelasting van het luchtverkeer te berekenen meten alleen de geluidsproductie van vliegtuigen als deze vliegen ('in de lucht zijn') en meten dus niet de geluidsproductie voorafgaande aan de start en na de landing. De geluidsproductie die hierbij ontstaat, is voor de direct omwonenden zeer hinderlijk. Alleen in de meest milieuvriendelijke variant wordt over de maatregelen om dit effect terug te dringen gesproken (aanbrengen van een geluidswal via een kantorenstrook of een aarden wal of het planten van grote bomen, snelgroeiers). De BTV vraagt enerzijds om de rekenmodellen op dit punt (grondgeluid) aan te (laten) passen, anderzijds vraagt de BTV deze maatregelen met grote voortvarendheid verder te onderzoeken en aan te pakken ('schop in de grond'), zie ook het volgende punt. 7. Er is onvoldoende garantie dat milieuwinst mede ten gunste van omwonenden komt De begeleidende notitie en de concept brief van het college spreken over alternatief 4c als "een daadwerkelijk poging om, middels maatregelen ter beperking van het nachtgebruik, de leefomgeving te ontzien". De BTV verlangt het nakomen van een resultaatverplichting: het terugdringen van de geluidshinder van Rotterdam Airport. In de concept brief komt dit naar onze mening onvoldoende naar voren. Er ontbreekt naar de mening van de BTV de mogelijkheid daadwerkelijk tot resultaten te komen ter zake van het "Pakket Van Heijningen"3. De BTV vraagt de gemeente Rotterdam haar eventuele medewerking aan het nu voorliggende, eventueel aangepaste, aanwijzingsbesluit en het MER, te voorzien van voorwaarden ter zake van een daadwerkelijk gerealiseerde significante vermindering van geluidshinder (inclusief die van grondgeluid). Daarbij vraagt de BTV de raad(scommissie) om de wethouder aan te laten geven dagen wat de bestuurlijke actie van het college zal zijn als deze geluidsreductie niet in de nabije toekomst wordt bereikt. 8. Milieu en economie: niet in balans ondanks het niet grote economische belang van Rotterdam Airport De begeleidende notitie en de concept brief van het college spreken over het grote economische belang van Rotterdam Airport voor de stad en de regio. De BTV heeft eerder aangegeven dat hier sprake is van een 'overstatement' daar de toegevoegde waarde van RA hooguit circa 0,5% van het bruto regionaal product is. Het gaat hierbij dus om tienden van procenten. Tevens blijkt uit hetzelfde onderzoek dat de vestigingsplaatsfactor niet moet worden overschat want de luchthaven blijkt meestal niet doorslaggevend bij het aantrekken van bedrijven. Als het college een factor van maximaal 0,5% van het bruto regionaal product al van groot belang noemt, wat is dan niet van groot belang zo vraagt de BTV zich af. Gegeven deze positie en het grote effect van Rotterdam Airport op de leefomgeving is de BTV van mening dat de balans in het voorontwerp aanwijzingsbesluit en het MER tussen economie en milieu niet in evenwicht. Ook de concept brief van het college ademt deze onbalans uit gegeven dat (vrij vertaald) de ontwikkeling van het zakelijk profiel van Rotterdam Airport niet meer hinder mag opleveren, terwijl de geluidshinder juist zou moeten afnemen! 9. Open communicatie met Rotterdam Airport De BTV onderschrijft het belang van open communicatie en constructieve dialoog met Rotterdam Airport als belangrijkste partij (exploitant). De BTV juicht het tot stand komen van een convenant met duidelijke afspraken en het oprichten van een bestuurlijk regionaal orgaan van harte toe. Wij nemen aan dat de BTV hierin wordt betrokken. Conclusie en verzoek: afwyzen respectievelijk aanhouden totdat nader toegezegd onderzoek over de effecten van slaapverstoring door Rotterdam Airport bekend zyn De BTV constateert dat ten opzichte van de feitelijk huidige situatie het voorkeursalternatief van de minister geen vermindering van geluidshinder en slaapverstoring oplevert, terwijl dit wel de Rotterdamse collegedoelstelling voor de periode 2006 - 2010 is. Daarnaast constateert de BTV dat het onduidelijk is of de slaapverstoring bij Rotterdam Airport wel zo is als in het MER wordt voorgesteld aangezien er sprake is van Schiphol afgeleide resultaten.
3
De BTV vraagt de raad(scommissie) tevens om de voorwaarde van geen weekendvluchten (sluiting tussen vrijdag 23.00 uur en maandag 07.00 uur) als maatregel mee te nemen.
Vereniging B.T.V., Postbus 33131, 3005 EC Rotterdam, deelgemeente Hillegersberg -Schiebroek K.v.K. Rotterdam 40.34.49.55, Postbank: 33.04.16, Site: www.btv-rotterdam.nl
BTU
bewonersgroep tegen vliegtuigoverlast
De BTV stelt enerzijds de vraag of deze gegevens op wetenschappelijk onomstotelijke wijze zo te gebruiken zijn en anderzijds is er volgens de BTV sprake van een toezegging gedaan door de minister dan wel door Rotterdam Airport, dat zo'n onderzoek voor Rotterdam Airport daadwerkelijk zou worden verricht ten behoeve van deze MER. Wegens het belang van dit onderwerp verzoekt de BTV het collegevoorstel tot instemming met het voorontwerp aanwijzingbesluit en de MER af te wijzen respectievelijk aan te houden totdat de onderzoeksresultaten van het slaapverstoringsonderzoek specifiek voor Rotterdam Airport bekend zijn. De BTV vraagt hierbij tevens om de onderzoeksresultaten naar de effecten van vliegtuiglawaai op leerprestaties van kinderen mee te nemen, inclusief de daarbij eventueel noodzakelijk te nemen (compenserende) maatregelen. De BTV verzoekt de raad(scommissie) om de wethouder te laten aangeven welke concrete maatregelen hij zal nemen om de geluidshinder van Rotterdam Airport te doen afnemen (in het geval van een voorwaardelijke instemming met een, eventueel aangepast, voorontwerp aanwijzingsbesluit en MER). Tot het geven van een nadere toelichting op deze reactie is het bestuur van de BTV gaarne bereid.
Met vriendelijke groet,
S. Sinnecker Voorzitter BTV
Bijlage: Zoals aangehaald in ons schrijven
Kopie aan: • Raads(commissie)leden van Schiedam en Lansingerland • Provinciale Staten (commissie)leden van Zuid-Holland • Commissie 28 • Pers / media
Vereniging B.T.V., Postbus 33131, 3005 EC Rotterdam, deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek K.v.K. Rotterdam 40.34.49.55, Postbank: 33.04.16, Site: www.btv-rotterdam.nl
8TU
bewonersgroep tegen vliegtuigoverlast
BLTLAGE Aan: Van: Datum: Onderwerp:
De raadscommissie Economie, Sociale Zaken, Haven, Milieu en Vervoer van de gemeenteraad van Rotterdam (vergadering van 12 september 2008) vereniging Bewonersgroep Tegen Vliegtuigoverlast (BTV) 11 september 2008 Rotterdam Airport
Luchtvaarthinder Rotterdam Airport De minister van VROM heeft op 3 juli 2008 een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over de evaluatie van het Schipholbeleid. In deze brief wordt tevens ingegaan op de effecten van vliegtuiglawaai op leerprestaties van kinderen. Uit dit onderzoek blijkt dat er voldoende bewijs voorhanden is dat vliegtuiglawaai negatieve gevolgen heeft voor leren, geheugen en lezen bij kinderen. Bij Schiphol gaat het om 850 leerlingen met ernstige hinder. De belangrijkste bevindingen uit het onderzoek zijn hieronder opgenomen. "Volgens het RANCH onderzoek, en dat wordt ondersteund door andere resultaten, is er voldoende bewijs voorhanden dat vliegtuiglawaai negatieve gevolgen heeft voor leren, geheugen en lezen bij kinderen. Er zijn daarvoor blootstelling-respons relaties: vanaf 50 dB neemt de leesvaardigheid gradueel af. In de regio Schiphol bevinden zich 1088 basisscholen waarvan er circa honderd een geluidbelasting van 50 dB of meer ondervinden en vijftien scholen (met ongeveer 3200 leerlingen) meer dan 55 dB. Overigens mag in dit verband niet worden vergeten dat deze scholen evenals in de rest van het land ook last kunnen hebben van andere geluidsbronnen. Landelijk heeft 40% van de scholen een geluidbelasting van meer dan 50 dB door wegverkeer. Daar dit rond Schiphol niet wezenlijk zal afwijken is er een kans op een gecombineerde hoge geluidbelasting. Naar schatting neemt door de geluidbelasting rond Schiphol het aantal leerlingen met een slechte leesvaardigheid, in dit onderzoek gedefinieerd als de groep met de 10% laagste scores, toe met 1,3%. In absolute aantallen zijn dat 390 leerlingen. De onzekerheidsmarges zijn hierbij redelijk groot maar statistisch is het wel betrouwbaar. Daarnaast is ook vastgesteld dat kinderen ernstig gehinderd kunnen zijn door vliegtuiglawaai op school. Het gaat om 2,9% (850 leerlingen) met ernstige hinder. De onzekerheidsmarge is hier kleiner." Gegeven de ligging van Rotterdam Airport (ligt dichter op omwonenden dan Schiphol) vragen wij de commissie een soortgelijk onderzoek naar de effecten van vliegtuiglawaai veroorzaakt door Rotterdam Airport op leerprestaties van kinderen te laten uitvoeren en de bevindingen hiervan mee te nemen in het beleid ten aanzien van het terugdringen van geluidhinder veroorzaakt door Rotterdam Airport
Vereniging B.T.V., Postbus 33131, 3005 EC Rotterdam, deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek K.v.K. Rotterdam 40.34.49.55, Postbank: 33.04.16, Site: www.btv-rotterdam.nl