2.2.2. Vlaams juridisch kader 2.2.2.1. Opleiding en begeleiding Opleiding Hefboomkrediet voor innovatie-opleidingen
Bevoegde minister Vlaams minister van Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Wetenschap en Technologie
Juridisch kader
− −
Besluit van de Vlaamse regering van 24 maart 1998 tot vaststelling van de criteria, de voorwaarden en de nadere regelen volgens welke subsidies worden verleend met betrekking tot innovatieopleidingen. Besluit van de Vlaamse regering van 20 oktober 1998 tot wijziging van het vorig besluit.
Extra inspanningen inzake begeleiding en opleiding
Bevoegde minister Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstelling
Juridisch kader Besluit van de Vlaamse Executieve dd. 28.12.1998. Subregionale samenwerkingsverbanden m.b.t. permanente vorming (Edufora)
Bevoegde minister Vlaams minister van Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Wetenschap en Technologie
Juridisch kader Beslissing Vlaamse Regering 18/03/1997 (onderdeel van reflectienota permanente vorming), 21/05/1997 (contourennota) en 24/07/1998 (ondersteuningsregeling). Outplacement na faling
Bevoegde minister Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstelling
Juridisch kader Besluit van de Vlaamse regering van 9 mei 1996 houdende het opstarten van experiment ‘outplacement’ m.h.o. op de herplaatsing van sommige oudere werknemers na falingen.
48
Werkervaring Werkervarings-plan-plus
Bevoegde minister Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstelling
Juridische kader
− − −
−
Decreet van 17 maart 1998 houdende diverse beleidsbepalingen, hoofdstuk IV, tewerkstelling. Besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 houdende harmonisering van diverse stelsels werkervaringsprojecten, zoals gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse regering van 10 maart 1998 en 27 oktober 1998. Artikel 7bis van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen, zoals gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse regering van 17 juni 1997, 10 maart 1998 en 27 oktober 1998. Artikel 7bis van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 tot veralgemening van het stelsel van gesubsidieerde contractuelen, zoals gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse regering van 17 juni 1997, 10 maart 1998 en 27 oktober 1998.
Werkervaringsplan voor de private sector (WEP-privé)
Bevoegde minister Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstelling
Juridisch kader Artikel 63-69 van het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1988 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding, zoals gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 8 september 1998. Eerste Werkervaringscontracten (EWE)
Bevoegde minister Vlaams minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken
Juridisch kader Werkgelegenheidsakkoord 14.12.1995. Leereilanden (Interface)
Bevoegde minister Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstelling
49
Juridisch kader Besluit van de Vlaamse regering van 7 juli 1998 tot wijziging van de artikelen 1 en 6 tot en met 23 van het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1988 houdende de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding.
Overgang van school naar werk Alternerend leren voor deeltijds lerenden
Bevoegde minister Vlaams minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken
Juridisch kader Omzendbrieven van de Minister van Onderwijs per schooljaar voor Centra DBSO. Brugprojecten voor deeltijds leerplichtige jongeren
Bevoegde minister Vlaams minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken
Juridisch kader Besluit van 24.07.1996 van de Vlaamse regering betreffende de brugprojecten. De leertijd
Bevoegde minister Vlaams minister van Economie, KMO, Landbouw en Media.
Juridisch kader
− − −
Decreet van 23 januari 1991 betreffende de opleiding en begeleiding van zelfstandigen en KMO. Besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1996 betreffende de leertijd. Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 1994 betreffende het statuut van de leersecretaris.
Modularisering van beroeps- en technisch onderwijs
Bevoegde minister Vlaams minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken
Juridisch kader Cfr. onderwijs
50
2.2.2.2. Verbetering van het concurrentieklimaat Vermogensdraagvlak Vlamivorm
Bevoegde minister Vlaams minister van Economie, KMO, Landbouw en Media
Juridisch kader Besluit van de Vlaamse regering van 2 maart 1999 houdende een vermindering van de onroerende voorheffing ter stimulering van tewerkstellingsbevorderende investeringen in vorming.
2.2.2.3. Creatie van nieuwe banen Personeelsuitbreiding in de voorzieningen met zware zorgpopulatie
Bevoegde minister Vlaams minister van Cultuur, Gezin en Welzijn
Juridisch kader
− − −
−
−
Subsidiebesluiten van 30/03/1973, 24/04/1973 en 18/06/1975. Koninklijk besluit van 30 maart 1973 tot bepaling van de te volgen gemeenschappelijke regels voor de vaststelling van de toelagen per dag toegekend voor onderhoud, opvoeding en behandeling van minderjarigen en van gehandicapten geplaatst ten laste van de openbare besturen. Ministerieel besluit van 24 april 1973 tot bepaling, wat betreft het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin, van de te volgen bijzondere regels voor de vaststelling van de toelagen per dag, toegekend voor het onderhoud en de behandeling van de gehandicapten, geplaatst ten laste van de openbare besturen. Ministerieel besluit van 18 juni 1975 tot bepaling van de te volgen regels voor de vaststelling van het bedrag van de tegemoetkoming uit het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten in de kosten voor onderhoud, opvoeding en behandeling van gehandicapten die geplaatst zijn in inrichtingen die onder het stelsel van het semi-internaat werken. Besluit van de Vlaamse Regering van 25 juli 1997 (besluit houdende toekenning van bijkomende personeelsleden aan voorzieningen die zich richten tot personen met een handicap).
Integratie van Minderheden
Bevoegde minister Vlaams minister van Cultuur, Gezin en Welzijn
Juridisch kader Besluit van de Vlaamse Regering van 8/7/97 voor de toekenning van extra personeel in opvolging van de beslissing van de Vlaamse regering van 26 maart 1996 over bijkomende tewerkstelling in de social profit-sector. Personeelsuitbreiding diensten zelfstandig wonen 51
Bevoegde minister Vlaams minister van Cultuur, Gezin en Welzijn
Juridisch kader Besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1997 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 houdende de vaststelling van de erkenningsvoorwaarden, de werkings- en susidiëringsmodaliteiten voor de diensten Zelfstandig Wonen van gehandicapte personen bedoeld in artikel 3, §1 bis van het Koninklijk Besluit nr. 81 van 10 november 1967 tot instelling van een Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten. (B.S. 15/11/97). Uitbouw van de kinderopvang
Bevoegde minister: Vlaams minister van Cultuur, Gezin en Welzijn
Juridisch kader Decreet houdende oprichting instelling Kind en Gezin van 29 mei 1984 + uitvoeringsbesluiten.
Sociale economie Invoegbedrijven
Bevoegde minister Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstelling
Juridisch kader Besluit van de Vlaamse regering van 10 november 1998 houdende doorvoering van experimenten in verband met invoegbedrijven. Sociale werkplaatsen
Bevoegde minister Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstelling
Juridisch kader
− − −
−
Decreet van 14 juli 1998 inzake sociale werkplaatsen. Besluit van de Vlaamse regering van 8 december 1998 tot uitvoering van het decreet inzake sociale werkplaatsen. Artikel 6bis van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen, zoals gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 8 december 1998. Artikel 6bis van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 tot veralgemening van het stelsel van gesubsidieerde contractuelen, zoals gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 8 december 1998.
Tewerkstellingsprogramma’s Klassieke tewerkstellingsprogramma’s 52
Bevoegde minister Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstelling
Juridisch kader
−
− − −
Decreet van 12 juli 1990 houdende opzetting van een programma ter bevordering van de werkgelegenheid in de niet-commerciële sector in het Vlaamse Gewest (PBW), zoals verlengd bij besluiten van de Vlaamse regering van 23 oktober 1991, 16 februari 1993, 22 juli 1993, 20 april 1994, 22 maart 1995, 14 mei 1996, 21 januari 1997, 3 maart 1998 en 9 maart 1999. K.B. nr 25 van 24 maart 1982 tot opzetting van een programma ter bevordering van de werkgelegenheid in de niet-commerciële sector, zoals gewijzigd bij het K.B. nr 473 van 28 oktober 1986 en zoals gewijzigd bij de decreten van 18 december 1992, 6 juli 1994 en 17 maart 1998. (DAC) Besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het K.B. nr 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen, zoals tot op heden gewijzigd. Besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 tot veralgemening van het stelsel van gesubsidieerde contractuelen, zoals tot op heden gewijzigd.
2.2.2.4. Arbeidsherverdeling Aanmoedigingspremies voor arbeidsduurvermindering en loopbaanonderbreking
Bevoegde minister Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstelling
Juridisch kader
− −
Besluit van de Vlaamse regering van 26 mei 1998 houdende de aanmoediging in het Vlaamse Gewest van de wedertewerkstelling van uitkeringsgerechtigde volledig werklozen of van de daarmee gelijkgestelde personen door middel van herverdeling van de arbeid (privé-sector). Besluit van de Vlaamse regering van 22 september 1998 houdende instelling van een aanmoedigingspremie voor loopbaanonderbreking voor de personeelsleden van de Vlaamse openbare sector en het Nederlandstalig onderwijs in het raam van de maatregelen tot herverdeling van de arbeid (openbare sector).
2.2.2.5. Instrumenten voor het arbeidsmarktbeleid Onderzoek VIONA : Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen
Bevoegde minister Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstelling
Juridisch kader Protocol van de Eerste Vlaamse Werkgelegenheidsconferentie d.d. 17 maart 1993.
Subregionale actoren Subregionale tewerkstellingscomités
Bevoegde minister 53
Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstelling
Juridisch kader Besluit van de Vlaamse regering van 7 juli 1998 tot wijziging van artikel 1 en 6 tot en met 23 van het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1988 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding.
54
3. BIBLIOGRAFIE – RECENT BELEIDSONDERSTEUNEND WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK
3.1. Bibliografie − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − −
Coenjaerts Tony, Brandeleer Marie, Jobhoppen breekt door, nooit meer levenslang, in: Trends, 4 februari 1999. Denys Jan, Denolf Lieven en Simoens Peter, Hoe werven bedrijven in België in 1997, HIVA, Leuven, 1998. Federaal Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, De beroepsbevolking in België, 5. Vlaanderen: toestand op 30 juni 1996, februari 1998. Federaal Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, het federaal Werkgelegenheidsbeleid, Evaluatierapport 1998, Brussel, 1999. Federaal Planbureau, Ontwikkeling van buurtdiensten, Sociaal-economische benadering, juni 1996. HRW, Advies nr.3 betreffende de sociale economie, december 1998. HRW, Rapport, januari 1998. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, administratie Planning en Statistiek, Vlaamse Regionale Indicatoren 1997, januari 1998. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, administratie Planning en Statistiek, Vlaamse Regionale Indicatoren 1998, januari 1999. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Administratie Werkgelegenheid, Aandachtspunten van de administratie Werkgelegenheid bij de discussienota voor een verdere staatshervorming, Senaat, 13 juli 1998. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, arbeidsmarktmaatregelen in Vlaanderen, oktober 1998.
Administratie
Werkgelegenheid,
Opvolging
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Administratie Werkgelegenheid, Beknopt overzicht van de werkgelegenheidsmaatregelen van toepassing in het Vlaamse Gewest, mei 1998. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Administratie Werkgelegenheid, Werken met laaggeschoolden werkt, Verslagboek Vlaams Sociaal-Economisch Forum, september 1996. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Administratie Werkgelegenheid, hooggewaardeerd”, Verslagboek 2de Vlaams Sociaal-Economisch Forum, september 1998.
“Laaggeschoold,
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Platformtekst van de rondetafelconferentie “Gezinsleven en Beroepsleven”, februari 1999. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Ronde Tafel-conferentie, Voorstelling van de resultaten van de Ronde Tafel over bemiddeling en HRM voor lagergeschoolden, 11 mei 1999. Ministerie van Economische Zaken Nederland, Verslag Employability Congres, Kurhaus 8 oktober 1997. NIS, Steekproefenquête naar de beroepsbevolking 1997, 1998. Stichting van de Onderneming, SVO-rapport nr.98/02, Kennismaatschappij en onderneming, bouwstenen voor een debat, 1998. Stuurgroep Strategisch arbeidsmarktonderzoek, met medewerking van Steunpunt Werkgelegenheid Arbeid Vorming, De arbeidsmarkt in Vlaanderen, Jaarboek 1998, 1998. VDAB, Analyse vacatures en knelpuntberoepen, 1999. VDAB, Werkloosheidscijfers Vlaanderen, 1999. Vlaamse bijdrage tot het Belgisch actieplan in uitvoering van de Europese werkgelegenheidsrichtsnoeren 1999 zoals overeengekomen tussen de Vlaamse regering en de Vlaamse sociale partners, 1999. Wouters Martine en Denys Jan, Het vormingsbeleid in de sectoren, HIVA, 1998. 55
3.2. Recent beleidsondersteunend wetenschappelijk onderzoek (VIONA) Beschikbare publicaties − − − − − − − − − −
Cantillon B., De Lathouwer L. & Thirion A., Financiële vallen in de werkloosheid en de bijstand, Centrum voor Sociaal Beleid, Antwerpen, 1999, 105 p. De Coninck P., Kiekens D., De “employability” van de oudere werknemers uit de Antwerpse metaalnijverheid, IISA, 1998, 206 p. Denolf L., Denys J., Bemiddelaars in beweging. Invloed van de regulering op de ontwikkeling van de uitzendsector, outplacement en werving- en selectiediensten, HIVA, Leuven, 1998, 156 p. Denolf L., Denys J., De Vos A. & Buyens D., Collectief outplacement: gewikt en gewogen. Onderzoek naar de omvang en de impact van groepsoutplacement, HIVA/Vlerick School voor Management, Leuven/Gent, 1999, 152 p. Hooge J., Herverdelen is een kunst. Houdingen van werknemers ten aanzien van diverse vormen van arbeidsherverdeling, HIVA, Leuven, 1998, 244 p. Pollet I., Van Hootegem G., Jorens E. en Wijns J., ‘Lager rekruteren, hoger waarderen’. Verdringingsprocessen bij lagergeschoolde bedienden, HIVA/Cevora/Andersen Consulting, Leuven/Brussel, 1998, 152 p. Sannen L., Janssens G. , Struyven L. en Marx A., Meer werk in de gemeente: een opus in 10 rollen. Een verkennende studie naar de mogelijkheden van lokale overheden in het arbeidsmarktbeleid, HIVA, Leuven, 1999, 334 p. Sels L., Dejonckheere J., Arbeidsherverdeling. Kosten en baten, Acco, HIVA/Dep.TEW (KU Leuven), Leuven, 1999, 202 p. Vleugels I., Ergo T., Bollens J., Heylen F., Nicaise I., Leven na de dop. Een onderzoek naar de haalbaarheid en effectiviteit van opleidings- en werkervaringsgaranties voor langdurig werklozen in Vlaanderen, HIVA/Vakgroep Sociale Economie (Universiteit Gent), Leuven/Gent, 1998, 246 p. Wouters M., Denys J., Het vormingsbeleid in de sectoren. Van 1988 tot 1998. Een evaluatie na 10 jaar sectoraal vormingsbeleid voor risicogroepen, HIVA, Leuven, 1998, 194 p.
Nog te publiceren − − −
Deschamps M., Pacolet J., Werken in de zorgsector, heden en toekomst, HIVA, Leuven Pollet I., Van Hootegem G., De Witte H., Pizza's en software. En jobs? "Laaggeschoolden in de dienstensector: een enquête bij 353 Vlaamse bedrijven", HIVA, Leuven Van Trier W., Hoe de arbeidsmarkt evalueren om er lering uit te trekken: bouwstenen voor een beleidsrelevant analysekader, HIVA, Leuven
56
Eindnoten Definitie sociale economie: zie uitgewerkte ideeënfiche in bijlage. De in de tekst vermelde cijfers zijn afkomstig uit de publicatie “De arbeidsmarkt in Vlaanderen. Jaarboek 1998”, tenzij anders vermeld. 3 Euro3 = onze 3 buurlanden/belangrijkste handelspartners: Duitsland, Frankrijk, Nederland. 4 Activiteitsgraad = beroepsbevolking/bevolking op beroepsactieve leeftijd. 5Laaggeschoolden: lager en lager secundair onderwijs, middengeschoolden: hoger secundair onderwijs, hooggeschoolden: hoger niet-universitair en universitair onderwijs. 6 Werkzaamheidsgraad = werkende bevolking tussen 15 en 64 jaar/totale bevolking tussen 15 en 64 jaar. 7 gemiddelde 1995-1997. 8 Bron: Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, 1998. 9 Na correctie van de toename in de landbouw ingevolge verbeterde registratie. Bron: Jaarboek 1998. 10 Quartaire sector: niet-commerciële en publieke diensten. 11 De omvang van de overschatting is niet bekend. Dit wordt momenteel onderzocht in een VIONA-onderzoek. 12 Bron: Minsterie van Tewerkstelling en Arbeid, 1998. 13 Schijnzelfstandigen = personen die werken met een zelfstandigenstatuut, terwijl hun werksituatie overeenstemt met die van een werknemer in loondienst. 14 Geboorteratio = starters/alle ondernemingen. 15 Sociale economie is een complexe aangelegenheid, die het voorwerp is van begripsverwarring. In bijlage is een ideeënfiche toegevoegd, met een voorstel van definitie van sociale economie. 16 IAO = Internationale Arbeidsorganisatie. 17 De IAO-definitie gaat uit van het concept ‘ actieve beschikbaarheid’: actief werkzoekend en binnen de 2 weken beschikbaar. In die zin versluiert deze definitie de reële werkloosheid enigszins. 18 Deze daling moet worden genuanceerd: in vergelijking met de andere gewesten was er in Vlaanderen een oververtegenwoordiging van “vrijgestelden”, “onvrijwillige deeltijdse arbeid” en tijdelijke werklozen. 19 Knelpuntberoepen: beroepen, waarvoor de meerderheid van de vacatures duidelijk moeilijker kan ingevuld worden dan bij het gemiddelde beroep; daardoor zullen deze vacatures gewoonlijk langer openstaan en zal het vervullingspercentage duidelijk lager zijn. 20 Volgens de meest recente enquête naar de beroepsbevolking nam het aantal contracten van bepaalde duur in 1998 toe met 25%. Daardoor maakt tijdelijk werk 8% uit de totale werkgelegenheid in België. 21 De gegevens m.b.t. de sociale balans van 1997 zijn, op het moment van de redactie van deze tekst, omwille van betrouwbaarheidsproblemen nog niet officieel gepubliceerd. 22 De eerste (niet officiële) gegevens van de sociale balans van 1997 wijzen er op dat de kaap van 1,4% in 1997 bereikt werd. 23 Deze conventie stipuleert dat arbeidsbemiddeling voortaan toegelaten is. Daarvóór was arbeidsbemiddeling verboden, wat in de praktijk neerkwam op een overheidsmonopolie voor arbeidsbemiddeling. 24 Voor meer detail: zie de nota van de administratie Werkgelegenheid bij de discussie voor een verdere staatshervorming in de senaat op 13 juli 1998. 25 SIF = Sociaal Impulsfonds. 26 STC = Subregionaal Tewerkstellingscomité. 27 Edufora = Educatieve samenwerkingsverbanden op streekniveau. 28 VESOC = Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité. 29 Derden = organisaties uit de particuliere sector die initiatieven ontplooien die een duurzame tewerkstelling van risicowerklozen nastreven. 30 VIONA = Vlaams Interuniversitair Onderzoeksnetwerk Arbeidsmarktrapportering. 31 Het opstellen van een globaal plan (het kader vastleggen), het definiëren en op elkaar afstemmen van de rol van de verschillende actoren, de evaluatie, het bepalen van de bijsturingsacties. 32 Het bereik van alle jongeren met een werkloosheidsduur vanaf 6 maanden, alle volwassenen vanaf een werkloosheidsduur van 1 jaar; een globaal bereik van 20% van alle werklozen. 33 Het opstellen van een globaal plan (het kader vastleggen), het definiëren en op elkaar afstemmen van de rol van de verschillende actoren, de evaluatie, het bepalen van de bijsturingsacties. 34 Cfr. het VESOC-actieplan d.d. 8 juni 1998. 35 Cfr. Vlaamse bijdrage aan het Belgisch actieplan kaderend binnen de Europese werkgelegenheidsrichtsnoeren 1999, goedgekeurd binnen VESOC op 23 maart 1999. 36 Het opstellen van een globaal plan (het kader vastleggen), het definiëren en op elkaar afstemmen van de rol van de verschillende actoren, de evaluatie, het bepalen van de bijsturingsacties. 37 Zie vorige eindnoot. 38 BS van 4 februari 1995, p.2585. 39 Wet van 22 december 1995 houdende maatregelen tot uitvoering van het meerjarenplan voor de werkgelgenheid, art. 35 en volgende. 40 Alsook de vennootschappen met sociaal oogmerk in het geval van België. 1 2
57
De VZW’s in het geval van België. Daartoe werd met ingang van 1 juli 1996 het statuut "vennootschap met sociale doelstelling" ingevoerd. Dat houdt onder meer in dat de vennoten slechts een beperkte of zelfs geen vermogenswinst nastreven, dat de sociale doelstelling van de onderneming en de winstbestemming in het licht van die doelstelling nauwkeurig worden omschreven en dat de personeelsleden, uiterlijk één jaar na hun indienstneming, de mogelijkheid moeten krijgen de hoedanigheid van vennoot te verwerven. Het aannemen van dat statuut garandeert uiteraard niet dat de ethische criteria van de sociale economie worden nageleefd, maar dat geldt ook voor de drie overige hier besproken statuten. 43 In België wordt deze definitie het meest gebruikt en is ze ook de meest operationele. Men moet er evenwel rekening mee houden dat dezelfde term in de context van het ESR95 (nationale boekhouding) een andere betekenis heeft (le secteur non marchand/de niet-marktsector omvat de productie van niet-commerciële producenten die gratis wordt overgedragen of tegen niet-relevante prijzen). 44 Een uitgebreidere projectfiche in de Engelse taal is eveneens beschikbaar. 45 Zie vorige eindnoot. 41 42
58