Besturen van Maatschappelijke Organisaties Een variant van de Masteropleiding Bestuurskunde
Vrije Universiteit Amsterdam Faculteit der Sociale Wetenschappen In samenwerking met Socires
1. Een nieuwe variant van de Masteropleiding Bestuurskunde aan de Vrije Universiteit Op 1 september 2009 start een nieuwe variant van de Masteropleiding Bestuurskunde aan de Vrije Universiteit in Amsterdam: Besturen van Maatschappelijke Organisaties. De doelstelling van de opleiding is participanten kennis en inzicht te geven in de aard van de besturingsopgave van maatschappelijke organisaties in een veranderende maatschappelijke context; hen vertrouwd te maken met begrippen, modellen en theorieën waarmee het besturen kan worden beschreven en geanalyseerd, en inzicht te bieden in de wijze waarop waarden en specifieke managementopgaven met elkaar kunnen worden verbonden en feitelijk worden verbonden. De nieuwe opleidingsvariant is ontwikkeld in samenwerking met de stichting Socires, die als doel heeft reflectie en onderzoek over cultuur en samenleving te bevorderen. De doelgroep van de opleiding bestaat uit professionals die reeds in maatschappelijke organisaties werkzaam zijn en daarin een leidinggevende of staffunctie vervullen of ambiëren; professionals werkzaam in overheidsinstellingen en het bedrijfsleven, die in hun werk te maken hebben met maatschappelijke organisaties; en studenten met een wetenschappelijke vooropleiding in de bestuurs- en organisatiewetenschappen, die maatschappelijke organisaties als toekomstig werkveld zien. 2. Waarom “Besturen van Maatschappelijke Organisaties”? In Nederland en Vlaanderen zijn er duizenden maatschappelijke organisaties, die noch tot de overheid gerekend worden, noch echt op de markt opereren: zorginstellingen, omroepen, ontwikkelingsorganisaties, vakbonden, onderwijsorganisaties, enzovoort. Afhankelijk van hoe politiek-maatschappelijk de wind waait, worden de organisaties verschillende kanten opgedrukt. In de jaren ’60 en’70 was men breed van mening dat de taken van maatschappelijke organisaties beter geheel door de overheid overgenomen konden worden. Sinds het eind van de jaren ‘80 wordt op hen het marktdenken losgelaten. Men dient te gaan denken in termen van cliënten, winstmaximalisatie en bedrijfsmatige efficiency, terwijl de overheid via allerlei evaluatie-, ‘benchmarking’- en afrekenmechanismen een permanente vinger aan de pols houdt alsof het toch in feite om overheidsorganisaties zou gaan. Voor veel organisaties is het inmiddels volop realiteit dat ze door deze processen hybride organisaties geworden zijn, ‘scrambled institutions’. Managers dienen voortdurend te switchen van de ene naar de andere logica. Tegelijk is er door de golven van ‘verstatelijking’ en ‘vermarkting’ in veel maatschappelijke organisaties verwarring ontstaan. Waarvoor is men er eigenlijk? Wat is de ‘drive’, de verbindende ‘missie’ van de organisatie? Wat is de logica volgens welke men wil werken en beslissingen wil nemen, en volgens welke men het eigen bestaan legitimeert? In vroeger tijden kon bij deze vragen verwezen worden naar de formele ‘identiteit’ van de organisatie, heel vaak een levensbeschouwelijke identiteit. Zo’n verwijzing kon daadwerkelijk inhoudrijk en richtinggevend zijn, het kon ook om een nogal formele ‘bolster’ gaan die weinig betekenis had op de werkvloer. In de afgelopen decennia is levensbeschouwing steeds meer tot het privé domein gaan behoren. De klassieke zuilen hebben al langere tijd hun betekenis als organisatieprincipe verloren en levensbeschouwing klinkt nog slechts flauw door in het optreden van
3
maatschappelijke organisaties. Waar dit nog wel gebeurt, wordt dit niet zelden met argwaan bekeken, ook door medewerkers van de organisaties zelf. In de huidige situatie, waarin het marktdenken nog volop aanwezig is, maar waarin het ook steeds meer kritische geluiden oproept, is er behoefte vanuit een groeiend aantal maatschappelijke organisaties om zich opnieuw zelfbewust te positioneren, inderdaad als niet-overheid en als ‘non-profit’, met een eigen sturingsmodel. Maar hoe ziet dat eruit? Welke waarden staan centraal, welk verbindend verhaal heeft men binnen de organisatie, hoe legitimeert men de organisatie naar buiten? Wat ziet men als de centrale ‘handelingslogica’ en managementstijl van de eigen organisatie? Hoe verhoudt zich deze tot politieke en tot marktlogica’s? Welke rol is er voor maatschappelijke organisaties weggelegd tussen markt en overheid? Kunnen identiteit en levensbeschouwing hierin wellicht op een heel nieuwe manier een creatieve rol spelen? Verzakelijking en rationalisering hebben lange tijd de boventoon gevoerd in de wereld van de organisaties. Intussen klinkt steeds duidelijker de roep om zingeving, bezieling en morele kwaliteit, samen te vatten als een behoefte aan management of meaning. Er is dus volop aanleiding om opnieuw te kijken naar maatschappelijke organisaties en de sturingsprocessen daarbinnen, en te vragen naar de mate waarin en wijze waarop zij vormgeven aan hun identiteit. Een wetenschappelijke opleiding kan geen antwoord geven op alle bovengenoemde vragen, of een kant-en-klaar recept aanbieden voor de verbinding tussen waarden, moraliteit, levensbeschouwing enerzijds en het besturen van organisaties anderzijds. Zij kan deelnemers wel gereedschap aanreiken in de vorm van begrippen, modellen, theorieën, kennis en methoden, die hen in staat stellen om de bijzondere opgave van het besturen van maatschappelijke, waarden-gedreven organisaties op een systematische wijze te benaderen. Gereedschap dat hen in staat stelt om vanuit het eigen normatieve kader een visie te ontwikkelen op de rol van maatschappelijke organisaties, en dat hen in staat stelt om vanuit datzelfde kader kritisch te reflecteren op de eigen praktijk en daarin met succes te interveniëren. Dat is de ratio achter Besturen van Maatschappelijke Organisaties. 3. Centrale thema’s Het programma van de opleiding is opgebouwd rond een aantal centrale bestuurlijke opgaven en vraagstukken waarmee maatschappelijke organisaties te maken hebben; deze worden verbonden met ontwikkelingen in de maatschappelijke context en met levensbeschouwelijke visies. Een korte toelichting. In de bestuurs- en organisatiewetenschappen worden gewoonlijk twee hoofdfuncties onderscheiden, die door de leiding van een organisatie moeten worden vervuld: de externe en de interne afstemmingsfunctie. De eerste betreft de positionering van de organisatie in zijn omgeving. Voor maatschappelijke organisaties bestaat die omgeving uit overheden, die als financier, medeopdrachtgever of toezichthouder kunnen fungeren; bedrijven die leverancier of medeproducent zijn, individuele burgers en instellingen, die zowel de rol van afnemers als van financier kunnen vervullen; collega-instellingen, die kandidaat kunnen zijn als partner voor samenwerking, maar die ook concurrenten kunnen zijn. Positionering van de organisatie in zijn omgeving omvat een serie strategische keuzen: de keuze van producten en markten, van manieren om zich te onderscheiden van collega’s en
4
concurrenten, al dan niet voor verticale integratie langs de productieketen, voor samenwerking, fusie of zelfstandigheid etc. In de opleiding is plaats ingeruimd voor begrippen en theorie inzake het strategisch management van non-profit organisaties. Daarbij is in het bijzonder aandacht voor het value driven en hybride (tussen markt en overheid) karakter van deze organisaties. De hierop gerichte onderwijsmodules zijn: besturing van overheids- en non-profitorganisaties, strategisch management van nonprofit organisaties, identiteit, levensbeschouwing en sociaal kapitaal. De interne afstemmingsfunctie omvat vraagstukken van de inrichting van en het leiding geven aan organisaties. In de opleiding ligt de nadruk op het gedrag van de leidinggevende en op een aantal moderne managementtechnieken. Aan de orde komen vormen van leiderschap en stijlen van leidinggeven. Deze worden gerelateerd aan prestaties en aan factoren die op een of andere wijze worden geacht bij te dragen aan het leveren van prestaties: de motivatie van werknemers, aan vertrouwen binnen de organisatie, aan de effectiviteit van de cultuur van de organisatie, aan de creativiteit en integriteit van werknemers. Er is voorts aandacht voor managementtechnieken als prestatiemeting, prestatiesturing en kwaliteitszorg. In toenemende mate immers komen maatschappelijke organisaties onder druk te staan van marktwerking en resultaatverantwoordelijkheid. Onvermijdelijk vertaalt zich dat in de introductie van managementtechnieken die erop gericht zijn systematisch inzicht te verwerven in de prestaties van de eigen organisatie en deze te verbeteren. Ook bij het behandelen van het vraagstuk van leiding geven aan organisaties is nadrukkelijk aandacht voor de rol van identiteit, waarden en levensbeschouwing; voor de rol van ethiek bij het besturen en voor de spanning tussen inspiratie, intrinsieke motivatie en moreel besef enerzijds, en materiële prikkels, extrinsieke motivatie en prestatiegerichtheid anderzijds. De bijpassende onderwijsmodules zijn: besturing van overheids- en non-profit-organisaties, ethiek van besturen, identiteit, levensbeschouwing en sociaal kapitaal. Strategisch management en leiding geven bij maatschappelijke organisaties kan niet worden los gezien van de taakverdeling tussen overheid, maatschappelijk middenveld en de markt bij de productie van goederen en diensten, en van de vormgeving van de onderlinge verhoudingen. Het vraagstuk van de inrichting van het bestel kan vanuit de sociaal-wetenschappelijke theorievorming worden beschouwd. Theorie gebaseerd op premissen van individuele economische rationaliteit biedt aanknopingspunten om de productie van zogenaamde zuiver collectieve goederen te lokaliseren bij de overheid. Verklarende theorie biedt bijvoorbeeld inzicht in het ontstaan van non-profit organisaties. Maar op het punt van inrichting van onze samenleving hebben ook levensbeschouwingen in soorten en maten het nodige te bieden. Men kan daarbij in eerste aanleg denken aan protestants-christelijke en rooms-katholieke visies (het beginsel van soevereiniteit in eigen kring, het subsidiariteitsbeginsel), maar ook binnen de Islam treft men uitgewerkte gedachten aan over de rol van de staat in verhouding tot de civil society, en daarnaast bestaan er moreel gefundeerde visies die niet direct aan een specifieke religie zijn ontsproten. Deze vormen niet concrete managementtools voor diegenen die een functie vervullen bij het besturen van een maatschappelijke organisatie. Ze bieden wel de bagage voor reflectie op de rol en positie van het middenveld; afgestudeerden zullen in staat zijn daarop een samenhangende visie te ontwikkelen en zinvolle en gedegen bijdragen te leveren aan het maatschappelijk debat over de inrichting van het bestel. Onderwijsmodules:
5
beleid&samenleving, maatschappelijke organisaties in context, identiteit, levensbeschouwing en sociaal kapitaal. De opleiding is theoretisch georiënteerd: zij moet de kennisbasis van professionals betrokken bij het besturen van maatschappelijke organisaties versterken. In de opleiding wordt echter groot belang gehecht aan de verbinding met de praktijk. Het onderwijs vindt plaats in groepen van beperkte omvang, waarin voldoende ruimte bestaat om praktijkervaringen van de deelnemers te relateren aan bestuurskundige theorie. Er wordt gewerkt met verschillende didactische vormen: voordrachten door de docent, presentaties van studenten over de literatuur, verschillende soorten schrijfen onderzoeksopdrachten, individueel en in kleine groepen, waarin theorie wordt toegepast op praktische situaties. De opleiding wordt afgesloten met een Masterthesis, waarin de student laat zien dat hij of zij in staat is zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te verrichten en een bijdrage te leveren aan theorie die relevant is voor het besturen van maatschappelijke organisaties. Het onderzoek zal betrekking kunnen hebben op de eigen sector of organisatie en naast theoretische inzichten ook lessen voor de praktijk kunnen opleveren. 4. Het programma In hoofdlijnen ziet het programma van Besturen van Maatschappelijke Organisaties er als volgt uit: 1. Totale omvang: 60 studiepunten (ECTS-norm, 28 uren werk per punt), verdeeld over 1,5 jaar; dat wil zeggen 3 semesters van 20 weken. De semesters lopen van september tot en met januari en van februari tot en met juni. Gegeven de primaire doelgroep, wordt hieronder een schema gepresenteerd voor de opleiding in een dagdeeltijdvariant (contacturen op de vrijdag). De opleiding is ook in voltijd te volgen (een deel van de contacturen vindt dan op andere dagdelen plaats). 2. Het derde semester wordt gereserveerd voor het uitvoeren van een afstudeerproject, de Masterthesis. In de overige semesters worden steeds parallel twee collegeblokken gehouden. 3. Voor een vloeiende communicatie (opdrachten en feedback; gezamenlijke projecten) zal intensief gebruik gemaakt worden van de onderwijsomgeving blackboard. Er zal een ruime afwisseling zijn in werkvormen en toetsvormen. In elk blok worden vaardigheden geoefend: reflecteren, onderzoeken, schrijven, presenteren, debatteren. 4. De student wordt gedurende de gehele opleiding begeleid in zijn/haar individuele ontwikkelingsproces.
Het programma bestaat uit de volgende onderdelen: 1) Besturing van overheids- en non-profitorganisaties. Managementopgaven, technieken en organisatiewijzen. Aan de orde komen onder meer: het gedachtegoed van het New Public Management; vormen van interne en externe verzelfstandiging en contractmanagement; prestatiemeting en kwaliteitszorg; competentiemanagement, prestatiebeloning en andere elementen van Human Resources Management (docent: dr. ir. F.E. Six).
6
2) Beleid en samenleving. Theoretische inzichten betreffende de taak- en bevoegdheidsverdeling tussen overheid, markt en 'civil society'. Welke sturingsinstrumenten staan de overheid naar moderne inzichten ter beschikking om te bewerkstelligen dat de markt en 'civil society' in voldoende mate bijdragen aan het behartigen van publieke belangen? Hoe verloopt de besluitvorming binnen netwerkachtige samenwerkingsverbanden van overheidsinstanties, private organisaties en andere maatschappelijke organisaties? (docenten: prof. dr. W. Trommel en dr. mr. A.J.G.M. van Montfort). 3) Ethiek van het besturen. Wetenschappelijke kennis over de ethische vraagstukken, dilemma's en integriteitsproblemen waarmee leidinggevenden in verschillende contexten te maken hebben; instituties en werkwijzen die de integriteit van het besturen helpen beschermen ('integrity management') (docent: drs. K.M. Lasthuizen). 4) Maatschappelijke organisaties in context. Analyse van maatschappelijke ontwikkelingen met het oog op plaatsbepaling van maatschappelijke organisaties: individualisering, secularisering, pluralisering, nieuwe identiteitsbewegingen (coördinatie prof. dr. Anton van Harskamp). 5) Identiteit, levensbeschouwing en sociaal kapitaal. De rol van sociaal kapitaal in relatie tot christelijk en niet-christelijk levensbeschouwelijk georiënteerd sociaal denken (coördinatie dr. G.J. Buijs). 6) Strategisch management van non-profit-organisaties. Benaderingen, modellen en theorieën van strategievorming toegespitst op de situatie van waarden-gedreven organisaties (docenten: dr. ir. F. de Bakker, prof. dr. M. Boekholdt) 7) Voorbereiding onderzoek ten behoeve van de Masterthesis, valt uiteen in twee onderdelen: a) Seminar onderzoeksbegeleiding/Startgroep Masterthesis. Het seminar is bedoeld om studenten te begeleiden bij de keuze van een onderwerp voor het afstudeerproject en bij het ontwikkelen van een opzet voor het onderzoek dat in dat verband wordt verricht (docenten: drs. P.J. de Vries; drs. C. van Beuningen, 5 stp.) b) Keuzemodule M&T. Ter ondersteuning van het eigen onderzoek kiest de deelnemer methodologieblok uit het aanbod van de afdeling M&T (5 stp., diverse docenten). 8) Masterthesis. Uitvoering van het individuele onderzoeks– en afstudeerproject, begeleiding individueel of in kleine groepen (incl. startgroep 25 stp., diverse docenten, coördinator dr. F.H. Kamsteeg).
7
Het programma in schema
Semester 1 Deeltijd Jaar 1
Deeltijd Jaar 2
Semester 2
Maatschappelijke organisaties in context
Levensbeschouwing en sociaal kapitaal
Strategisch management van non-profit organisaties
Ethiek van het besturen
5 stp.
5 stp.
5 stp
5 stp.
Beleid en samenleving
Besturing van overheids- Keuzemodule M&T en non-profitorganisaties
Seminar Onderzoeksbegeleiding/ Startgroep Masterthesis
5 stp.
5 stp.
5 stp.
5 stp.
Masterthesis
20 stp.
5. Toelating Voor toelating tot de Mastervariant Besturen van Maatschappelijke Organisaties gelden de volgende regels en procedures. WO-opgeleiden Wie beschikt over een afgeronde wetenschappelijke opleiding (drs. of MA) in de sociale wetenschappen of een afgeronde wetenschappelijke bacheloropleiding in de bestuurskunde of bestuurs- en organisatiewetenschappen wordt in beginsel direct toegelaten tot de Masteropleiding. Wie over een wetenschappelijke opleiding in een andere discipline beschikt, krijgt toelating na succesvolle afronding van de premasterclass Bestuurskunde (of onderdelen daarvan). In alle gevallen beslist de examencommissie of kandidaten direct worden toegelaten, dan wel eerst de premasterclass (of onderdelen daarvan) moeten volgen. HBO-opgeleiden HBO-opgeleiden dienen de premasterclass Bestuurskunde met succes af te ronden alvorens toegelaten te kunnen worden tot de Masteropleiding. De premasteropleiding kent twee varianten: één met een volledig programma van 60 ECTS, één met een verkort programma van 40 ECTS. De verkorte variant wordt aangeboden als dagdeeltijdprogramma: alle contacturen vinden plaats op de vrijdag. Tot de verkorte premasterclass Bestuurskunde worden toegelaten: • Kandidaten met een afgeronde opleiding HBO-Bestuurskunde, HBO MER (accent op management en/of recht), HBO-integrale veiligheidskunde, politieacademie of KMA.
8
Kandidaten met een andere HBO-opleiding die beschikken over tenminste vier jaar relevante werkervaring in de (semi)-publieke sector. Kandidaten die menen in aanmerking te komen voor het verkorte programma dienen een daartoe strekkend verzoek in bij de examencommissie Bestuurskunde. •
Wie niet wordt toegelaten tot het verkorte programma van de premasterclass dient het volledige 60 punts programma te volgen. In dat geval maakt een assessment deel uit van de toelatingsprocedure. Er zijn verschillende (zater)dagen in de periode juni-juli waarop dit assessment kan worden afgelegd. De premasterclass De premasterclass Bestuurskunde heeft als doel studenten academische en onderzoeksvaardigheden bij te brengen en vertrouwd te maken met bestuurskundige basisbegrippen en theorieën. Het omvat de volgende onderdelen: 1. Dynamiek van Bestuur&Beleid 1&2 en Bachelorthesis: ontwikkeling van academische vaardigheden (informatievergaring en -verwerking, schrijven, presenteren c.a.) aan de hand van centrale thema’s en ontwikkelingen in het bestuur. 2. Methoden van Sociaal-Wetenschappelijk Onderzoek en Onderzoekspracticum: ontwikkeling van onderzoeksvaardigheden; uitvoering van onderzoek naar een bestuurlijk vraagstuk. 3. Beleid&Besluitvorming, Instituties, Markt&Overheid, keuzevakken: bestuurskundige basisbegrippen en theorieën, kennis van het bestuur. Het verkorte programma bestaat uit de onderdelen 1 en 2; het volledige programma omvat de onderdelen 1, 2 en 3. 6. Aanmelding Kandidaten die met ingang van 1 september 2009 willen deelnemen aan de Mastervariant Besturen van Maatschappelijke Organisaties, die geen aanspraak kunnen maken op directe toelating en derhalve de premasterclass Bestuurskunde of onderdelen daarvan moeten volgen, dienen zich vóór 1 juni 2008 aan te melden bij de Vrije Universiteit, en wel voor de (pre)master Bestuurskunde. Het aanmeldingsformulier kan worden gedownload van de centrale website van de VU (www.vu.nl, ingang ‘aankomende studenten’). De aanmelding brengt geen verplichtingen met zich mee, maar is wel voorwaarde om zich t.z.t. als student te kunnen inschrijven. Kandidaten die tot het verkorte programma van de premasterclass wensen te worden toegelaten of die willen weten of zij in 2009 voor directe toelating tot de Masteropleiding in aanmerking komen, wenden zich (naast de aanmelding bij de centrale universiteit) z.s.m. tot de examencommissie: Examencommissie Bestuurskunde Faculteit Sociale Wetenschappen De Boelelaan 1081 1081 HV Amsterdam.
9
Contactgegevens Faculteit der Sociale Wetenschappen Vrije Universiteit De Boelelaan 1081 1081 HV Amsterdam Website: www.fsw.vu.nl Afdeling voorlichting Faculteit der Sociale Wetenschappen Florien Theunissen e-mail:
[email protected] tel. 020 598 67 56
Socires Eisenhowerlaan 120-ii 2517 KM ’s-Gravenhage Website: www.socires.nl tel. 070 338 3288 e-mail:
[email protected]
10