Beste leden, Donateurs en oud-Praesidia, Dit is alweer de laatste NieuwsFleche van dit seizoen. Gelukkig hebben we weer een goede aanvoer van kopij gehad, zodat dit een dubbeldik nummer is geworden. Plezier voor de hele zomervakantie, zeg maar. Het afgelopen jaar was zeer productief te noemen. Er is deelgenomen aan (internationale) wedstrijden, we hebben een paar nieuwe en vooral enthousiaste leden mogen begroeten en de clinics liepen als een trein. In deze aflevering o.a. het dagboek van een schermtas, een verslag van de trip naar Ierland en natuurlijk het bloedstollende slot van De vermoorde onschuld. Veel leesplezier, Hester Koers.
Correctie...................................................................................................................................1 Terminologie van het schermen ...............................................................................................2 Fotoalbum ................................................................................................................................3 De vermoorde onschuld ...........................................................................................................4 A Week in the life of a fencing bag...........................................................................................6 Ierland 2004 .............................................................................................................................8
Correctie Oud-voorzitter Hans-Willem Heetebrij wees ons per e-mail terecht op een fout in het laatste nummer betreffende de voorzittershamer. De naam van de hamer is natuurlijk Mjøllnir, in plaats van het geschreven Mjøllmir. Hier volgt de benodigde uitleg.
De Geschiedenis van Mjøllnir Het College van Oud-Praesidia is een college van Oud-voorzitters van G.S.S.V. Donar 1881. Het bindende element tussen de verschillende leden is derhalve dat zij allen voorzitter zijn geweest van Donar 1881. Dit betekent ook dat zij allen de voorzittershamer van Donar 1881, genaamd Mjøllnir, hebben gehanteerd. Zoals bekend, was Mjøllnir de magische hamer van Donar, ook wel Thor, de dondergod. Thor’s hamer was een van de meest kenmerkende religieuze symbolen van het heidense Noorse land, en was zelfs enige tijd een geduchte concurrent van het christelijke kruis bij de volken van middeleeuws Scandinavië en IJsland. In de Scandinavische mythologie werd het gezien als de voornaamste verdediging van de goden en mensen tegen de vernietiging aan de hand van de gevreesde IJsreuzen. Kunst, archeologie en folklore getuigen van het opmerkelijke vasthoudendheid aan het hamer-symbool, van de Bronstijd tot de huidige dag, niet allen als religieus symbool, maar ook als krachtig ritueel werktuig bij o.a. de cult van Thor. Als gevolg hiervan duikt het symbool van Thor’s hamer overal op in de vorm van amuletten, ringen, inscripties op graven, etc. De etymologie van de naam “Mjøllnir” is onzeker. Waarschijnlijk is het gerelateerd aan het Oud-Noorse ‘mala’ (vermalen, onderdrukken) of ‘molva’ (verpletteren, vernietigen), en het Russische ‘molnija’ of het Welse ‘mellt’, die beide duiden op ‘bliksem’. Maar de eigenlijke geschiedenis van Mjøllnir begint natuurlijk bij het moment dat de hamer gesmeed werd. Loki Laufeyjarson was een god die graag kattenkwaad uithaalde. Zo heeft hij op een dag al het haar van Sif, de vrouw van Thor, afgeknipt. Thor kwam hier uiteraard achter, en toen hij Loki te pakken had, wilde hij alle botten in zijn lichaam breken totdat Loki zwoer dat hij door dwergen een pruik met gouden haren zou laten maken, die net als echt haar zou groeien. Hierna wendde Loki zich tot de dwergen de Zonen van Ovaldi, die de pruik maakten, en Skidbladnir (een magische gouden boot voor Freyr) en Gungnir (een magische gouden oorlogsspeer voor Odinn) maakten. Op de weg terug naar Asgard bezocht Loki de dwerg Brokk, met wie hij in een gevaarlijke weddenschap belandde.
Loki zette zijn hoofd erop in dat Brokk’s broer Eitri niet zulke mooie geschenken kon maken als de Ovaldizonen hadden vervaardigd. Brokk nam de weddenschap aan en zij begaven zich naar de werkplaats. Eitri deed een huid van een varken in de smidshaard en beval Brokk er in te blazen totdat Eitri er uit haalde wat hij er in had gedaan. Loki vertrouwde het niet en veranderde zichzelf in een vlieg om te gaan kijken. Zodra Eitri de werkplaats verliet en Brokk nog steeds aan het blazen was, ging de vlieg op Brokk’s arm zitten en knabbelde eraan, maar Brokk merkte niets en ging door met blazen tot Eitri terugkwam en zijn werk uit het vuur nam. Het werk was een beer (mannetjesvarken) met gouden haren genaamd Gullinbur voor Freyr. Vervolgens deed Eitri goud in het smidsvuur en hij beval Brokk wederom om te blijven blazen tot dat hij terugkwam. De vlieg kwam, toen Eitri wegwas, weer en ging nu op Brokk’s nek zitten. Hij knabbelde twee keer zo hard, maar Brokk merkte niets en ging door met blazen tot Eitri terugkwam om het werk uit het vuur te halen. Het werk was een gouden ring met de naam Draupnir voor Odinn. Daarna stopte Eitri ijzer in het vuur en zei tegen Brokk dat het werk zou mislukken als hij maar even zou pauzeren met blazen. De vlieg ging nu tussen Brokk’s ogen zitten en knabbelde aan zijn oogleden. Toen het bloed in zijn ogen druipte, zodat hij niets kon zien, veegde Brokk zo vlug mogelijk met zijn hand het bloed en de vlieg weg, maar ondertussen daalde de temperatuur van het vuur. Toen Eitri terugkwam, zei hij dat het weinig gescheeld had, of alles in het vuur was geruïneerd geweest. Hij nam een hamer uit het vuur en overhandigde alle werken aan Brokk en beval hem om naar Asgard te gaan en de weddenschap te vervullen. Toen Brokk en Loki hun geschenken presenteerden, gingen de Asen in hun rechtersstoelen zitten en de beslissing van Odinn, Thor en Freyr zou doorslaggevend zijn. Loki gaf Gungnir aan Odinn, en zei dat de speer nooit zou stoppen in zijn stoot, gaf de pruik aan Sif, die zich gelijk in de hoofdhuid van Sif wortelde, en Skidbladnir aan Freyr, die een goede wind had zodra de zeilen gehesen werden en die als een kleed opgevouwen kon worden om in een broekzak te steken als men dat zou willen. Toen kwam Brokk met zijn geschenken. Hij gaf de beer Gullinbur aan Freyr, en zei dat die door de lucht en over de zee kon rennen en sneller was dan enig paard, en dat er zoveel licht van zijn haren kwam dat het nergens donker was waar hij verscheen. Daarna gaf hij de ring Draupnir aan Odinn, en zei dat er iedere negende nacht er acht ringen uit zouden druipen, die qua gewicht gelijk zijn aan het origineel. Tenslotte gaf hij de hamer Mjøllnir aan Thor en zei dat die zo hard kon slaan als Thor wilde, wat het doel ook was, de hamer faalde nooit, en wanneer Thor hem naar iets zou gooien, zou de hamer nooit missen en nooit zover weg vliegen dat hij de weg naar Thor’s hand niet meer zou kunnen terugvinden, en als hij dat zou willen kon Thor hem zo klein maken dat hij hem in zijn hemd kon dragen. Het enige defect eraan was dat de steel wat kort was. De beslissing was dat de hamer van Thor het beste geschenk was en bleek de grootste verdediging tegen de IJsreuzen, en de dwerg had de weddenschap gewonnen. Brokk kon het hoofd van Loki echter niet innen, omdat dan Loki’s nek doorgesneden zou moeten worden en zijn nek hoorde niet bij de weddenschap. Dus naaide Brokk Loki’s mond dicht om hem een les te leren wanneer hij zijn mond moet gebruiken, en belangrijker nog, wanneer niet. Mjøllnir werd door Thor in vele gevechten succesvol gebruikt. Zo was er de keer dat hij vocht met de reus Skrimir die eigenlijk Utgard-Loki in vermomming was. Thor sloeg hem drie keer op het hoofd terwijl hij sliep, maar dat deed de reus niets. De reus gebruikte een berg als schild, in welke berg nu drie vierhoekige valleien waren geslagen. Uiteindelijk gebruikt Thor de hamer in de beslissende slag Ragnarok, waar hij de hamer gebruikt om het hoofd van de wereldslang Jormungand te verpletteren, maar Thor wordt vergiftigd door de slang en sterft na negen stappen te hebben gezet. Dit was echter niet het einde van Mjøllnir. De hamer werd doorgegeven aan Thor’s zonen Modi en Magni om de werelden na Ragnarok te verdedigen. En zo is Mjøllnir uiteindelijk bij de voorzitters van G.S.S.V. Donar 1881 terecht gekomen.
Terminologie van het schermen Onder cursisten en beginners bestaan vaak ernstige misverstanden over de zogenaamde ‘terminologie van het schermen’. Vaak horen wij uitspraken als: ‘Waar is mijn zwaard’, ‘Heeft iemand mijn helm gezien’ en ‘Wat is deze jas heet’. De opmerkelijkste uitspraken zijn helemaal zorgwekkend, want als iemand de woorden stok (degen) en muts (masker) gebruikt, lijkt deze de redding voorbij. De oplossing van dit, blijkbaar chronische, probleem is zowel eenvoudig als makkelijk toepasbaar. Kern van de theorie is het zo vaak mogelijk laten vallen van geaccepteerde schermtermen. Dit omdat is aangetoond dat
herhaling de beste leermeester is. Als personen overal in het dagelijks leven vertrouwd raken met de terminologie, zullen ze niet meer aarzelen het juiste woord te gebruiken. Enige voorbeelden die u allen in de praktijk kunt toepassen ziet u hieronder. Deze les is specifiek toegespitst op spreekwoorden, maar uiteraard zijn de mogelijkheden eindeloos. Tenslotte een waarschuwing: neemt uw taak serieus, er hangt immers veel van af! - Wie het vest past, trekke het aan. - Wat een grapvest is hij. - Wat een stel maskers (onnozele personen). - Slaapmaskertje. - Een degen achter de deur hebben. pen is machtiger dan de degen.
Fotoalbum Er is veel gebeurd het afgelopen jaar. Gelukkig zijn er van een paar gebeurtenissen opmerkelijke foto’s bewaard gebleven…
-Rink tegen Wim Sonneveld: ‘Dus je vond mijn interpretatie van Het Dorp wel geslaagd?’
Opmerkelijke deelname aan MTV’s kijkcijferkanon. Fred: ‘Hoezo: “Je neus lijkt niet echt goed”?’
Remco vermaakt zich gelukkig ook op Hesters feestje…
Bestuursvergaderingen lijken steeds meer op kookclubje nu Jelmer op verzoek recepten rondmaild.
En dan nu deel 2 van het spannende misdaadverhaal. Deel 1 is te lezen in het archief op de site.
De vermoorde onschuld Deel 2: Pecunia causa In het vorige deel maakten we kennis met inspecteur Ivar Klerk. Hij en assistent-lijkschouwer Frits onderzoeken een mysterieuze moordzaak. De aanwijzingen leiden naar de plaatselijke studentenschermvereniging. De voorzitter bekent bedreigd te worden door De Vree, een aclo-medewerker, maar na verhoor vermoedt Ivar dat deze niet de gehele waarheid spreekt. Terwijl Ivar op de Aclo nog steeds in gesprek was met De Vree, zou Frits in een geheel ander deel van de stad ook problemen oplopen. Frits was zich echter nog nergens van bewust en liep met een boodschappentas in zijn ene hand en een doos met kleine spullen in zijn andere hand van de supermarkt naar huis. Zacht fluitend wilde hij de hoek omslaan om zo naar huis te lopen, toen hij iets zag waardoor zijn hart een tik oversloeg. In de verte zag hij twee personen aankomen lopen. Een van hen herkende hij uit duizenden. Het was de jongen die de laatste maanden van zijn studententijd tot een hel had gemaakt: Chiem Buijs. De jongens waren in een hevig gesprek verwikkeld en hadden hem waarschijnlijk niet gezien hadden. Frits aarzelde niet langer en drukte zich in een portiekje naast hem. Verstijfd van angst hoopte hij dat ze de hoek niet om zouden slaan. Hij sloot zijn ogen en voelde pareltjes zweet over zijn voorhoofd lopen. De oorsprong in hun vijandige relatie, of beter gezegd: Chiems vijandige relatie met hém, lag bij een incident dat met schermen te maken had. Chiem was als eeuwige student al een paar jaar voor Frits lid geworden van de schermvereniging. Ze hadden nooit goed met elkaar op kunnen schieten, maar tijdens het jaarlijkse toernooi liep de situatie helemaal uit de hand. Na een aantal spannende voorrondes kwamen Frits en Chiem tegenover elkaar te staan. In het bijzijn van de complete vereniging en een aantal studievrienden verloor de competitieve Chiem de partij met 5-0. Grauwend van woede had hij geweigerd Frits een hand te geven en had stampvoetend de sporthal verlaten.
Sindsdien was hun fragiele relatie helemaal verpest. Chiem liet maandenlang geen moment voorbij gaan zonder Frits ergens mee te pesten. Soms kwam hij zelfs met een knokploeg opdraven die hem een paar rake klappen gaven. Een paar maanden later was Frits afgestudeerd en had later nooit meer echt contact gehad met Chiem. Tot dit hele gebeuren met de moord toe. Frits stond in het stinkende portaaltje doodsangsten uit terwijl hij de stemmen steeds dichterbij hoorde komen. Een lange seconde dacht hij dat ze toch rechtdoor liepen, maar toen zag hij de patserige leren jas van Chiem nog geen halve meter naast hem de muur schuren. Ze waren nog steeds druk in gesprek. Hij hoorde Chiem zeggen dat ‘die imbeciele smeris geen seconde aan zijn verhaal had getwijfeld’. Frits spitste zijn oren, ging dit soms over hun bezoekje aan de training gisteren? De jongens waren al weer doorgelopen en hadden hem niet opgemerkt. Op dat moment begon Frits’ telefoon ineens te rinkelen en gebeurden de dingen plotseling erg snel. Chiem keek achterom en zag Frits in het portiekje staan. Deze twijfelde geen moment, liet zijn boodschappen vallen en zette het op een lopen. Chiem schreeuwde: ‘Grijp die eikel!’, en zette de achtervolging in. Frits rende zo hard hij kon, maar hoorde zijn belagers steeds dichterbij komen. Koortsachtig dacht hij na. In zijn rechterjaszak voelde hij zijn huissleutels. Zonder zijn snelheid te minderen haalde hij die uit zijn zakken en voelde naar de huissleutel. Ondertussen was hij bijna bij zijn huis aangekomen, maar het zou te veel tijd kosten op de deur open te maken. Chiem schreeuwde opnieuw naar zijn vriend, die blijkbaar een slechtere conditie had. ‘Pak hem, hij werkt samen met de politie!’ Frits liep nu om het huizenblok heen naar de achterkant. Hij bad dat de deur naar de achterkant van het huizenblok open stond. ‘Nog een paar meter’, dacht hij terwijl het zweet over zijn voorhoofd gutste. In een vloeiende beweging rende hij de laatste hoek om en greep naar de deurklink. Godzijdank zat hij niet op slot. Frits wurmde zich erdoor en trok hem meteen weer dicht. Hij gokte erop dat Chiem een paar seconden later de hoek om zou komen en hem niet meer kon vinden. Meteen hoorde hij het geluid van rennende mensen en daarna een harde vloek: ze waren hem kwijt. Toen hij zichzelf in zijn huis had binnengelaten, pakte hij de telefoon. Ivar had hem zijn mobiele nummer gegeven voor als hij nog iets meer te weten zou komen, en dit leek hem wel een geschikt moment. Terwijl De Vree opnieuw uitlegde waarom en hoe hij die brief had geschreven, ging Ivars telefoon. Ivar trok een geërgerd gezicht en verontschuldigde zich. Hij wou het gesprek uitdrukken, maar zag dat het Frits was. Die zou hem vast niet zonder reden bellen en dus nam hij op. Het gesprek duurde misschien maar drie minuten, maar dat was genoeg voor Ivar. Zonder iets door zijn gezichtsuitdrukking te verraden stopte hij zijn telefoon weer in zijn binnenzak en keek De Vree aan. ‘Okee, het is uit met de spelletjes, vertel me nu maar gewoon de waarheid.’ De Vree mompelde wat dat hij dat de hele tijd al had gedaan, maar staarde toen naar de grond. Ivar bleef hem strak aankijken. Toen hief De Vree zijn handen in de lucht. Hij zuchtte, ‘Goed, ik zal alles vertellen.’ ‘Ik deed het niet uit eigen beweging’, begon de man. ‘Het was dat rottige ventje met dat rode haar, die penningmeester. Ik stal dat geld voor hem. Vraag me niet waarom, want dat weet ik echt niet, maar hij wilde dat geld en hij wilde het op deze manier. Hij haatte die andere jongen, Viktor. Die was voorzitter geworden en hij niet, en daar kon hij niet tegen. Het was echt een nare jongen: arrogant en altijd de beste willen zijn. Maar populair was hij zeker niet.’ Ivar knikte, dit verhaal klonk aannemelijk. Hij vond het in de bekentenis van de voorzitter al niet logisch dat de penningmeester de kasverschillen niet had opgemerkt, maar nu werd alles duidelijk: de penningmeester had er alle belang bij dat die verschillen niet werden opgemerkt en liet de voorzitter geloven dat hij diens excuusjes slikte. En Chiem was inderdaad extreem competitief. Ivar stelde zich voor dat de schermvereniging de populaire Viktor als voorzitter koos en hoe Chiem vervolgens kokend van woede zich ondanks alles zo dicht mogelijk bij de voorzitter opstelde: als penningmeester. Vervolgens wilde hij Viktor in verlegenheid brengen door hem geld af te troggelen. De Vree paste als handige tussenpersoon in het hele verhaal. De Vree ging verder: ‘Ik haatte hem ook, maar ik kon niet anders. Ik bedoel, hij wéét dingen van mij, dingen die anderen niet weten en die ze ook niet mógen weten. Ik heb vroeger veel stomme dingen gedaan, maar ik dacht dat niemand dat wist. Maar dat ventje wist het, en hij gebruikte mij. In het begin ging het om een paar tientjes, maar al snel werd het steeds meer. Ik wilde ermee stoppen, maar dat kon niet. Hij wilde mij aangeven bij meneer Westman, de Aclo-baas en met die brieven had ik natuurlijk geen poot om op te staan.’ De man snikte en wreef met zijn handen in zijn ogen. ‘De Aclo is mijn leven’. Alles wat hij daarna nog probeerde de zeggen, ging in gesnik verloren. Ivar beet op zijn lip, een irritant zenuwtrekje. De zaak leek nu bijna rond. De Vree was als pion gebruikt door Chiem, die blijkbaar Viktor dwars wilde zitten. Maar er was nog steeds dat lijk. Ivar schraapte zijn keel. ‘Meneer De Vree, wat weet u van Jan Donker? Waar was u de nacht van de 8ste?’ De stem van de man was nu gefluister, ‘Dat was het stomste dat ik ooit in mijn leven heb gedaan’. Ivar voelde zich plotseling een beetje misselijk worden. Hij had in zijn leven al zo veel moordzaken gezien en ook opgelost, maar elke keer weer voelde hij een kort moment van walging. ‘Meneer De Vree, wat weet u daarvan?’ Hij wachtte bijna een minuut totdat de man weer wat was gekalmeerd. ‘Ik wilde hem erbij lappen, die vuile rotzak. Dat ventje moest boeten voor wat ie
gedaan had. Daarom pakte ik zijn huisbaas, dan zou het spoor wel naar hem leiden. Ik wilde hem alleen een paar klappen geven in het donker en dan een aanwijzing naar de schermvereniging achterlaten. Ik had hier uit de kast zo’n geval meegenomen’. Ivar begreep dat de man naar een degen verwees. ‘Maar die man was mij te snel af. Hij overmeesterde me en klemde zijn handen om mijn keel. Uit zelfverdediging stak ik hem met mijn zakmes. Hij bloedde als een rund en toen zag ik dat het leed al was geschied. Het enige wat ik kon bedenken was die degenpunt achterlaten in het lichaam en wegrennen.’ Vol afgrijzen keek Ivar de man aan. Deze arme man was volkomen nutteloos gestoven. Nee, verbeterde hij zichzelf: vermóórd. Hij pakte zijn handboeien en sloot die om de polsen van De Vree. Toen belde hij het nummer van het bureau om een politieauto te sturen. Nog geen kwartier later zag hij hoe een paar agenten De Vree achterin de auto opsloten. Hij bleef nog een tijdje naar de wegrijdende politieauto kijken en liep toen peinzend liep hij naar zijn eigen auto, die aan de andere kant van de parkeerplaats stond. Het was inmiddels al donker en zo te merken ging het weer flink vriezen vannacht. Hij was blij dat hij eindelijk naar huis kon. Hoofdschuddend dacht hij opnieuw aan De Vree, wie had dat nou kunnen denken van zo’n man. Plots zag hij vanuit zijn ooghoeken een beweging. Ivar keek naast zich, niks te zien. Hij liep weer verder toen hij een geluid hoorde. En de flikkering van metaal. Nog voor hij zich kon omdraaien voelde hij een scherpe steek in zijn maagstreek. En meteen daarna eentje in zijn been. Ivar kreunde, maar zag nog steeds niemand. Toen opnieuw een steek en meteen daarna voelde hij een stroompje warm bloed op zijn hand. Hij viel op de grond en zag toen pas de zwarte schim staan. In zijn hand had hij een lang, dun wapen. Tussen de pijnsteken door dacht Ivar dat dit Chiem moest zijn. ‘Ch…’ begon hij voordat er opnieuw een hevige pijn door zijn lichaam ging. In de verte hoorde hij vaag een derde persoon schreeuwen en toen werd alles zwart voor zijn ogen. Toen hij zijn ogen weer opendeed lag hij nog steeds op de parkeerplaats. Zijn hele lichaam leek pijn te doen, maar hij probeerde zich op te richten. Hij steunde op zijn ellebogen en zag toen een oude bekende. Het was Frits. Hij zat gehurkt op de grond met zijn knie stevig tussen de schouderbladen van Chiem. Die lag knarsetandend op de grond. Frits knipoogde naar Ivar. Die glimlachte ondanks alles en liet zich opnieuw voorzichtig achterovervallen. In verte hoorde hij het heerlijke geluid van naderende politiesirenes. The End [Dit verhaal is fictie. Iedere gelijkenis met bestaande personen, plaatsen of gebeurtenissen berust op louter toeval.]
A Week in the life of a fencing bag Dit komische verhaal over het dagboek van een schermtas vond Remco op het web. Misschien denk je bij het volgende toernooi zo een beetje beter over je trouwste vriend… MONDAY Good grief is that a banana skin?, the last time owner had a banana was last comp, and that was weeks ago!, but it seems that wire has got the hots for it, the two of them are entwined together, it looks like it will take surgery to get them separated "Oah! Wire! a least get a room man!" TUESDAY An Hour lesson tonight then followed by club so that means we will be just dumped in the door way when he gets back, "cough Cough" they've Spilt Lucozade powder into me and is got into test box, test box looks a bit weird, you OK dude?, your looking a bit spaced out, I thought you only had red and green lights, where did the pink and blue flashing one come from, Hey, HEY!, Remember, Just say NO! WEDNESDAY Quiet day today, no lesson or practice, got tripped over twice this morning, but at least , Breaches, lestron and Jacket were taken out and washed, they missed one of the socks though (is it me or do they all look alike?), it hid in the guard of No.2, muttering something venomous about Persil Performance, I think this is the same one that bit next doors cat (poor thing still has a limp), Its a nasty piece of work and seems to have some plan for world domination, I'm sure that its seen invasion of the body snatchers one to many times for its own good. THURSDAY
Club night tonight and with a serious competition this weekend its going to be sweaty. Yep was right, owner gave everybody a right going over, trainers have got even more duck tape on them, in fact it is the only thing holding them together, What!, hang On!, Stop that!!, Stop moaning and shuffling up and down the bottom of me with your laces hanging straight out in front of you, you do not look like the undead (though you do smell like them), you will not get a major role in "The mummy 3 - Revenge of the addidas" Oh No, the mobile phone has got some of the old banana skin on it, No Wire!, back off man, she's not worth it, we told you that bananas skins will go for anything with nucks and crannies, He's not listening, its a real mess now their all tangled up together, it'll take owner ages to sort that lot out and it will take weeks for body wire to get over it, were all in for a spell of false hits and dodgy readings FRIDAY Hey!, that doesn't feel like a water bottle!, BOLLOX its a bottle of Jack Daniels, mask!, OH MASK!!, watch your self on Sunday, he's on the razz on Saturday night but at least you'll be able to tell us if he's been on the kebabs or the Curry, breaches says one more of those "Silent but Violent" and he's going to give at the seams. Here comes the car, looks like there will be 4 of us in it, and it looks like I will be on top of the pile YESSS!!, No crushing, no busting the tip box open, but there will be that moment when one of the other owners wants a packet of jelly babies or looks for their BFA card, I will be yanked to one side and get an elbow right in the side pocket , I tell you it really hurts, but you can get your own back by jabbing them hard in the ribs with something pointy when they lean on you and confuse them even more by moving the object so when they feel for it, they can't find it <
>, All in?, OK, time to go, are you sure we are all packed as neat as you can?, you will never get the boot shut unless you pack us a bit better <<SLAM>> mmmumumufmfm...mmm..mmmmdmggmmm.mfmmfmmmhghmm {muffled comments that the editor refuses to translate} SATURDAY Looking good feeling great, that cute little ULLMAN bag is going to go for me in a big way this weekend, even the blades are in a good mood today (for some reason they were checked and tested last night - AMAZING!!!) they are in top form (heard No'1 humming the tune from rocky a minute ago) and intend to do Owner right, no matter how many times they frown at them, asks the judge to test them and when no one is looking even banging them on the floor, but test box is still feeling a bit off so i see trouble ahead. Ooo Ooo! owner has dumped me next to the cute Ullman bag, hi there good looking, you come here often?, well yes, once a year same as me , that's when the comp is on, I know....but....well.....yes I.......of Course....It was only a Leon Paul bag!!, it meant nothing to me....Sigh!!!. I hope the blades are doing better than me. It seems that they are, owner has done really well and is a finalist, it means that I am now stuffed with 5 soggy T-shirts, when the "I was a finalist" T-Shirt arrives its in for a shock, the last one tried to escape from me once it saw the state in here, luckily owner caught it just as it fell out when I went off a curb, Ha Ha Ha There is no Escape!! Owner has just pulled the J.D. out of me, I heard them saying "What do you mean, no more techila?, no worries I got this", Mask has let out a little whimper SUNDAY Ah, The team event, owners dragging me a bit slow today and has taken the sunglasses out of my side pocket, I feel it may be a quiet day today.All done and back home we go. Oh, SOD!, body wire has picked up another banana skin, doesn't that guy ever learn, and I don't think we will ever get the smell out of Mask, some of the chunks seem to have got into the tip box which means sooner or later owner going to try and hold a trip in with bits of old carrots, which will be just plain nasty <> maybe I'll save that story for another week.
Ierland 2004 Tot slot een uitgebreid verslag van de reis naar Ierland die enkele leden van onze vereniging hebben gemaakt. Het stuk is geschreven door Rob v/d Kroft (s.v. Pallós). Het gaat om een eenmalige publicatie in deze NieuwsFleche en zal dus niet in het archief op de website terug te vinden zijn.
Ierland 2004 of Hoeveel sabreurs er nodig zijn om een lamp te verwisselen Hier van de jaarlijkse Ierlandvakantie het net zo jaarlijkse verslag. De groep wordt steeds groter en gezelliger! Deelnemers: acht schermers van drie verenigingen. De beide US’ers vonden vorig jaar redelijk geslaagd genoeg om weer mee te gaan, in ieder geval* - en ook Donar had een duo afgevaardigd. Dit ter inleiding, en nu, without further ado, het verslag van de week**. * Dat wil zeggen dat ze Patrick al begin november aan zijn hoofd zeurden over inschrijving. ** We hadden gedacht dit jaar een Quote File te includeren, ter leringhe ende vermaeck. We hadden beter moeten weten. De hoeveelheid onzin die in zo’n weekje wordt uitgekraamd is niet bij te houden. Zaterdag Niet te geloven dat wekkers niet weigeren om zo vroeg af te gaan. Vier uur. Op vrijdagavond waren de Amsterdammers bij Rob aangekomen en ze hadden daar een prettig – hoewel wat kort – nachtje doorgebracht. Maar ja, als je naar Ierland gaat klaag je niet (al te veel) over vroeg opstaan. Aangezien we om half tien vlogen vanaf Charleroi moesten we redelijk op tijd vertrekken. Gepland was vijf uur. Dat lukte bijna, maar niet helemaal, aangezien we er om vijf voor vijf achter kwamen dat niemand de convocatie voor het toernooi uitgeprint had. Maar goed, om kwart over konden we dan toch vertrekken om Menno op te halen. Bij Hazeldonk (het was inmiddels zeven uur) ontmoetten we de rest. Waarna we gezamenlijk op weg gingen naar het vliegveld en eenmaal daar aangekomen de gebruikelijke rituelen volgden: bagage en mensen droppen, parkeren, inchecken, de gebruikelijke mensen (Rob) laten fouilleren door de douane en hun handbagage laten inleveren, instappen en opstijgen. Eenmaal aangekomen was er nog even een klein probleempje met het ophalen van de bagage. "Klein" betekent in dit geval 40x25x20 cm, namelijk de ingeleverde handbagage die ze over het hoofd hadden gezien bij het leeghalen van de bagageruimte. Nou ja zeg... De verdere dag besteed aan het doorkruisen van Ierland op weg naar Clonakilty in County Cork, met lunch in een plaatsje met één restaurant dat open was, maar wel plusminus vier kappers. Waarna het op het eind van de dag tijd was voor een ander jaarlijks onderdeel: zoek het huisje. Leermoment: Ook Ieren joggen. Zondag Tijdens het echt Ierse ontbijt werd door menigeen met een tevreden zucht verklaard dat de vakantie nu toch echt begonnen was. Ook tijdens dit ontbijt: de (her)ontdekking van Engelse mosterd, die je sinusholtes toch wel redelijk vrijmaakt. Een aanzienlijk deel van de rest van de zondag gevuld met een wandeling over achtereenvolgens weg, weiland, boerenerf (pas op voor de hond en rondvliegende hagel), strand, rots en wederom weg. Kortom, Discovery Channel live, met zilvermeeuwen, minstens twee andere soorten meeuwen, grutto’s, aalscholvers, scholeksters, Menno’s en lepelaars. Voor het eten zijn we in Clonakilty een restaurant gaan zoeken. Bij de uiteindelijke keus hadden ze waanzinnig goed eten. Ook memorabel was de eigenaar die halverwege door zijn etablissement kwam banjeren in een bruidsjurk. De uitleg van de bediening was "stag weekend". Niet dat we die uitleg echt nodig hadden, want ten eerste, dat is één van de eerste dingen waar je aan denkt, en ten tweede, onze hersenen zijn wel wat vreemde dingen gewend, dus onze reactie was: "Hee, man in bruidsjurk… ach ja… mag ik het water even?" Waarna rustig doorgegeten werd. En, niet te vergeten, gedronken. Het restaurant had namelijk Midleton Rare op de drankenlijst staan, wat dermate uitzonderlijk is dat een tweetal kenners toch maar gebruik gemaakt heeft van de mogelijkheid. Weer terug was het tijd voor een avondje kruiswoord met toenemend bizarre suggesties van het uitermate hulpvaardige publiek.
Leermoment: Kwikstaarten hebben een alternatief gebruik. Maandag De dag begonnen met een oefening in vindingrijkheid: hoe improviseert men een krabber? Wel, men neme een stuk karton en ga daarmede tekeer op een ruit. Hierna kon het toeristenseizoen beginnen, met een bezoek aan Blarney Castle en de tuinen eromheen. Hangend onderaan de kantelen van het kasteel bevindt zich de Blarney Stone, waarvan de legende zegt dat degene die hem kust gezegend zal worden met welbespraaktheid. Ondersteboven hangen op vijftig meter hoogte is een redelijk bizarre sensatie. De middag werd doorgebracht in de gevangenis, en wel die van Cork. Mét audiotour. Oftewel, we liepen met walkmans en uitermate modieuze koptelefoontjes rond. Geheel in stijl zijn er, terug in Clonakilty, boxjes gekocht ter aanvulling van de stereo-installatie. Leermoment: Met acht mensen "hee" tegen een haperende cd-speler schreeuwen heeft tot gevolg dat hij het weer gaat doen. Dinsdag De morgen zag de geboorte van een nieuwe trofee. Winnaar en naamgever: Reinier. Zijn prestatie? Van dien aard dat hij thuisblijven en slapen verkoos boven een rit over bochtige Ierse weggetjes. Trek uw eigen conclusies. Een gereduceerd gezelschap ging op weg naar Charles Fort, een verlaten en enigszins vervallen fort aan een baai. Zeer uitgestrekt en zeer open, dus er kon uitgebreid van het mooie weer genoten worden. Voor het eind van de middag stond een historical walk in Skibbereen op het programma. Aangezien "het eind van de middag" nog een eind weg was, werd er een ontspannen tussenstop gemaakt, en wel thuis, waar onze trofeewinnaar nog steeds in vergevorderde staat van ontbinding bleek. De historical walk was erg historical en weinig walk. Dat laatste kwam gezien het omslaan van het weer - van mooi naar kou en regen niet zo goed uit, maar onze enthousiaste gids had een erg interessant verhaal. Ze behandelde de periode van de steentijd tot en met de burgeroorlog van 1922-1923. Het zwaartepunt lag echter bij de Great Famine van halverwege de negentiende eeuw. Een serieus onderwerp dat indruk maakte, getuige de overweging bij het avondeten. Dat desondanks - of juist daarom - zeer geapprecieerd werd. Weer terug werden er zowaar floretten gerepareerd! Leermoment: Geniet, maar drink met mate. Woensdag Een vroege start voor de ferry die om elf uur vanuit Baltimore naar Cape Clear Island zou vertrekken. Op alle dagen. Behalve woensdag dus. Om tien uur aangekomen bij de haven bleek de enige boot die dag om kwart over twee te gaan. En 's middags niet meer terug vanaf het eiland. Maar, niet getreurd, we konden Cape Clear Island als bestemming vervangen door Sherkin Island, met als bijkomend voordeel dat díe ferry om half elf vertrok - wat een half uur wachten scheelde. Op Sherkin werden we achtereenvolgens geconfronteerd met een dicht klooster (restauratie), dichte pub (food served all day), file ten gevolge van major road works (echt waar!) en het eind van de weg. Toen zijn we maar linksaf geslagen en hebben langs de kust gewandeld. Om weer terug te komen op de hoofdweg moesten we voor de tweede keer deze week een clandestiene route over een boerenerf nemen. Tussen de koeien dit keer. Tijdens dit gedeelte zijn een aantal mensen tot over hun enkels weggezakt in de modder - nee, niet op een plek waar de koeien óók kwamen. Op het vasteland ging de terugweg langs een stone circle, die er toch allemaal nét even anders uitzien, hoeveel je er ook tegenkomt in je leven. 's Avonds is de haard erg nuttig gebruikt, namelijk voor het drogen van bemodderde schoenen en het smelten van oude lijm uit een floret.
Leermoment: Er zijn twee sabreurs nodig om een lamp te verwisselen. Donderdag Een tocht naar de havenstad Cobh. Te beginnen met koffie (uiteraard) waarna een bezoek aan The Queenstown Story - het havenmuseum - volgde. Cobh was namelijk in voorbije tijden een veel aangedane haven voor passagiers- en marineschepen, en komt voor op het reisschema van twee beroemde vergane schepen: de Titanic (†1912, het verhaal mag als bekend verondersteld worden) en de Lusitania (†1915, getorpedeerd door een Duitse onderzeeër, één van de redenen waarom de USA zich in 1917 met de Eerste Wereldoorlog ging bemoeien). Weer terug buiten bleek tot onze verbazing dat het weer in de tussentijd twee keer omgeslagen was. Als we de sneeuw niet hadden zien liggen hadden we het nooit gemerkt. Vóór de lunch werd nog een bezoek gebracht aan St. Coleman's Cathedral, waar door sommigen de tijd werd genomen voor rust en reflectie. Dit tot onuitgesproken ongeduld van anderen die nauwelijks konden wachten op de volgende stop: Midleton Distillery! Maar, zoals gezegd, eerst kwam de lunch. We waren wat in tijdnood, dus haast was geboden om de laatste rondleiding te halen. Uiteraard kwamen we in het Midleton spitsuur terecht en reden we de afslag voorbij. Toch hebben we het nog met ruim vijf minuten speling gehaald. Aan het eind van de rondleiding heeft Patrick zich opgegeven voor de proeverij: vier Ierse whiskeys, één Schotse whisky, en één Bourbon. De laatste twee werden hartgrondig terzijde geschoven na een zo minimaal mogelijk bevochtigen van de lippen. Vervolgens de giftshop, waar in twee flessen Midleton Very Rare werden gekocht. À €120,= 't stuk. Het privécommentaar van de verkoper tegen de dame van de rondleiding was dan ook: "I don't know what you said but... well done!" (Wie zegt dat luistervinken niet loont?) Thuis was het tijd voor Indiase takeaway en - Catan! Waar zich een interessant fenomeen voordeed*. Patrick en Sietske waren gedurende het hele spel opvallend eensgezind in regels en reacties. Tot op het punt dat beiden voor kwamen te liggen en er zich een nek-aan-nekrace voor de tien punten ontvouwde. Net vóórdat Sietske de winnende slag toe zou brengen voerde Patrick een strategische en conceptueel briljante coup de main** uit en behaalde de overwinning. Leermoment: Ook door Rammstein best is heen te slapen. * De auteurs willen bij voorbaat alle beschuldigingen van bevooroordeeldheid tegenspreken. Bewijsvoering volgt. ** Quod erat demonstrandum. We hadden het ook, zonder de waarheid geweld aan te doen, kunnen beschrijven als een "desperate en helaas gelukte samenzwering met als doel om op omslachtige en vanuit speltechnisch oogpunt bekeken, hoewel niet direct illegale, toch zeker discutabele wijze met miniem verschil de overwinning te behalen op iemand die die week, en zeker die dag, toch al zoveel geneugten (Guinness, cider, Jameson, Midleton) aan zich voorbij had moeten laten gaan". Vrijdag Opruimen en vertrekken. Met een tussenstop bij Mitchelstown Cave. Een druipsteengrot met podium. Waar uiteraard leden van onze groep als vrijwilliger werden aangewezen om een concert te geven. Zelden zijn twee mensen zo blij geweest met een fotografieverbod. Verder op de lange weg naar Dublin – die de rest van de dag duurde - waar we weer eens te laat kwamen voor de rondleiding in de Guinness brouwerij. Volgend jaar beter. Kwartier werd volgens traditie gemaakt in Kinlay House. Echter, geheel onverwacht werden we níet op de tweede verdieping in de klinische slaapzaal naast Christ Church (met bijbehorend klokgelui) gelegd, maar op de sfeervolle Harding Room op de eerste verdieping! Leermoment: Het loont de moeite om af en toe het Wilhelmus te oefenen. Zaterdag - Toernooidag Een Na een "heerlijk" ontbijt van jam, jam en jam gingen we dan toch echt naar UCD – Belfield voor het toernooi. Gelukkig kwamen we op tijd, zodat we ruim een half uur buiten mochten wachten totdat de deur open ging. Het uitzicht op de hockeyvelden maakte voor Remco een hoop goed. Toen de deur zich opende bleek dit te zijn voor het appèl degen. Eindelijk binnen kon iedereen zich gereed maken voor het schermen. De schermers konden zich omkleden en de organisatie kon de lopers opzetten. Maar een uur te laat kon er dan toch geschermd worden. Er werd begonnen met heren degen. Deelname uit Nederland: Remco, Reinier, Oliver en Menno. Er werd door de schermers wisselvallig geschermd. De beide sabreurs moesten in velen hun meerdere erkennen en belandden redelijk in de onderste regionen van het tableau (Oliver werd 36e en Remco eindigde 32e). De florettist versloeg de echte epeeïst en eindigde één plaats boven hem (Menno werd 13e en Reinier werd 14e). Terwijl de mannetjes aan het degenen waren begonnen ook de meisjes te schermen op floret. Sietske had zich hier wijselijk buiten (zelfs volledig buiten de sporthal) gehouden en dat resulteerde in het feit dat Femke de
Nederlandse eer hoog moest houden. Dit lukt, want zij ging niet met de Danny-van-Elst-trofee naar huis en werd 11e (van de 12). Heren sabel begon naar goede traditie een uur te laat. Voordat dit begon belde Reinier nog even naar Sietske met de vraag of hij haar schermuitrusting mocht lenen, want hij verzon ter plekke dat dit ook wel leuk was. Uiteraard kon dit. Het Nederlandse deelnemersveld bestond uit: dezelfden als bij degen. De sabreurs presteerden ietsjes beter, maar konden het weer niet opnemen tegen de florettist. Menno eindigde als 5e, Remco als 7e, Oliver als 11e en Reinier werd als sabelbeginner toch maar mooi 15e. Toen al het wapengekletter verstomde werd iedereen, nog in schermuitrusting, vriendelijk doch beslist de zaal uitgeschopt, want we hadden er al een uur eerder uit moeten zijn. Stinkend naar het zweet terug naar Kinlay House om ons op te maken voor een avondje Dublin, oftewel de traditionele borrel met de UCD schermers in een van de pubs van Dublin. Sietske en Rob (beiden redelijk uitgeput) besloten verstandig te zijn en te gaan slapen als voorbereiding op de zware taken van de zondag. De rest toog naar de ontmoetingsplaats van dit jaar: “Break for the Border”. De door vriendelijke Ierse schermers gegeven uitleg en getekende plattegrondjes maakten dat wij een bepaald stuk van Dublin nu wat beter kennen. Uiteindelijk werd met behulp van een vriendelijke uitsmijter toch het juiste pand gevonden. Het feit dat we hier al drie keer voorbij gelopen waren bleek dit keer niet aan de padvinderskunsten van Patrick te liggen maar aan het feit dat er grote plantenbakken waren geplaatst waardoor de naam op de gevel niet meer leesbaar was. Eenmaal aangekomen moesten we nog naar binnen. Voor ons werd aan diverse groepjes de toegang geweigerd maar bij onze nadering werden we gelijk binnengelaten. “Break for the Border” bleek een soort club te zijn, compleet met dansvloer en volgepakt met Iers vrouwvolk. Dit was een flinke troost voor Remco. Hij was de hele dag al wat sombertjes nadat de Ierse hockeymeisjes waar de hele week al veel over gesproken was dit jaar alleen in zeer jonge uitvoering beschikbaar bleken. Maar de aanwezigheid van zoveel vrouwelijk schoon, daar werd Remco weer vrolijk van. Dus na een toost op Remco’s verjaardag kon hij dan toch zijn verjaardagskadootje uit gaan zoeken. Hij had zijn openingszin al klaar: “Doe jij aan hockey?” Bij nadere bezichtiging van het Iers vrouwelijk schoon bleek Remco erg kieskeurig en had hij op bijna elk meisje wat aan te merken. Toegegeven, de categorie rimpels en tijgerprintrokjes was ook behoorlijk vertegenwoordigd. Wanneer Remco dan toch een dame vond die zijn blik niet deed afwenden maar naar beneden trok, keurden zijn uitverkorenen hem helaas geen enkele blik waardig. Nadat het niveau van de dames onder het nulpunt gedaald was en iedereen genoeg bier had gedronken besloot het groepje terug te keren naar het hostel. Aangezien Remco nog geen slaapplaats bij een Ierse dame had weten te bemachtigen werd besloten hem ook maar weer mee te nemen. Na een verfrissend wandelingetje kon iedereen in de Harding Room weer in zijn bedje kruipen en genieten van de astmatische slaapgeluiden van een van de medekamerbewoners. Leermoment: Neem te allen tijde een fototoestel mee voor het geval er iemand bezig is boven een bord met spaghetti in slaap te vallen. Zondag - Toernooidag Twee Na wederom een uitgebreid ontbijt met jam, jam en jam was het terug naar de sporthal voor toernooidag twee. Niet iedereen stond gelijk te springen naast zijn of haar bed toen de wekkers gingen. Niets dat vier koppen koffie niet konden verhelpen. Wijs geworden van de vorige dag vertrokken we een half uur later en dat werkte. De deur was al open. Vandaag werd begonnen met dames degen. Sietske was de enige Nederlandse, dat wil zeggen, volgens de organisatie was zij ergens tussen vorig jaar en nu genaturaliseerd tot Noord-Ierse. Dat mochten ze willen… De voorronde was interessant. In één van de partijen stond zij aan het eind van de tijd gelijk op 3-3. De laatste minuut ging in waarbij de Ierse prioriteit kreeg. Niet dat het hielp, want zij liet zich pontificaal over de achterlijn werken. Een 8e plaats was het uiteindelijke resultaat. In de tussentijd waren de heren begonnen met floret. Voor Nederland schermden alle heren, behalve Rob. Hij stond er naast te jureren. Wederom haalde Menno de hoogste Nederlandse notering met een gedeeld derde plaats. Oliver werd 14e, Patrick 20e, Remco 21e en Reinier ging met een 23e plaats naar huis. Tegen vier uur werd de toernooi-organisatie belaagd door tien dames in sabeluitrusting omdat zij toch eindelijk eens wilden gaan schermen. Met veel pijn en moeite werd er een loper gevonden met een sabelmelder (met een half-opgeladen accu) en er kon worden geschermd…. Niet dus. Rob ging terug met de poulestaten omdat er twee dames op stonden, die al naar huis toe waren gegaan. Toen dat weer in orde was gemaakt ging de eerste poule van start. Toen deze bijna was afgelopen kwam er eindelijk een tweede scheidsrechter zodat, toen de eerste poule klaar was, toch op een tweede loper, met een tweede scheids. Dit was ook de ronde waar Sietske in stond. De eerste drie partijen won ze maar helaas verloor ze de vierde. In de eliminatie moest zij helaas weer tegen deze Ierse en l'histoire se repète. Een schamele 7e plaats was alles dat zij er uit kon slepen. Dikke zucht… De avond werd doorgebracht in een Perzisch restaurant waar maar één woord voor is: Jam-Jam (dit heeft niets te maken met confiture). Op tijd naar bed voor de laatste nacht in Ierland. Leermoment: Om half negen 's ochtends is het zien van Oliver een betere wekker dan een blik op de klok.
Maandag De terugreis. Bij aankomst op het vliegveld werd nog een laatste poging gedaan om Rob in contact te brengen met de Garda, aangezien dit de hele week nog niet gelukt was. Hij weigerde. Even later bewees hij zowaar dat ook hij zonder problemen door de douane heen kan komen! En ook dit keer na landing een probleem met de bagage. Dit keer maakte RyanAir het wel heel bont. Was op de heenreis een klein tasje in het bagageruim blijven staan, wat de beste kan overkomen, dit keer was een hele schermtas - knalrood, achttien kilo, apart betaald en ingeleverd tezamen met twee andere schermtassen die wél aankwamen - op Dublin Airport achtergebleven. Wat toch werkelijk stom is. Na een kalme terugtocht door België en lunch bij Hazeldonk gingen beide auto's hun eigen weg. Een erg rustige weg. Wat heet - ben je nog maar net terug in Nederland, sta je in de file. Wel een goede gelegenheid om die laatste foto's nog even te schieten, overigens. Tegen zes uur kwam Utrecht in zicht. Dit betekende een onherroepelijk einde van een erg leuke vakantie. Leermoment: Op Utrecht Centraal is perron 5 rechts en 7 links, ook als je om kwart over zes aankomt en de trein van zestien over staat er nog niet, maar die van zeventien over wel. Een zeer geslaagd weekje. Op naar 2005! Door Sietske en Rob, met bijdrage van Femke voor dat moment dat beide auteurs op één oor lagen.
Tot zover deze laatste Nieuwsfleche van dit seizoen. Volgend jaar zijn we er uiteraard weer, wellicht onder redactie van iemand anders. Iedereen een prettige zomervakantie toegewenst! Hester.