Besluit Bor, (deels) afscheid van bestaande praktijken. Met ingang van 1 november 2014 is het nieuwe Besluit omgevingsrecht (Bor) in werking getreden (hierna "het Besluit"). Deze AMvB, gepubliceerd in het Staatsblad van 24 september 2014, beoogt knelpunten binnen het bestaande stelsel van het omgevingsrecht weg te nemen. Zo zal het gebruiken van leegstaande (kantoor)gebouwen voor een andere functie worden vereenvoudigd. Hetzelfde geldt voor vergunningsvrij bouwen in het achtererfgebied of het voorzien in passende huisvesting ten behoeve van mantelzorg.
Een aantal voor de praktijk belangrijke wijzigingen wordt hieronder behandeld. De regering heeft op een aantal plaatsen met zoveel woorden aangegeven dat de nieuwe regeling afwijkt van de lijn die in de jurisprudentie is ontwikkeld. Kortom: een belangwekkende ontwikkeling! In vogelvlucht Een selectie van belangrijke wijzigingen: 1. Hergebruik van leegstaande kantoren wordt eenvoudiger. In het Besluit vervallen de oppervlaktebeperking (niet t.a.v. bouwvolume), het vereiste dat sprake moet zijn van een tijdelijke behoefte en wordt de uitbreiding van woningen toegestaan; 2.
De mogelijkheden om tijdelijk af te wijken van een geldend bestemmingsplan worden verruimd terwijl de procedure wordt vereenvoudigd (reguliere voorbereidingsprocedure). Ook hier vervalt de eis dat sprake moet zijn van een tijdelijke behoefte;
3.
Bouwwerken kunnen vaker zonder omgevingsvergunning worden opgericht. Het Besluit verruimt mogelijkheden voor (uitbreiding van) bijbehorende bouwwerken, hanteert een andere berekening van achtererfen bebouwingsgebied, laat de zogenaamde krijtstreepmethode toe en biedt de mogelijkheid van het gebruik van bijbehorende bouwwerken voor huisvesting ten behoeve van mantelzorg;
4.
Breuk met jurisprudentie ten aanzien van een gedeelte van een bouwwerk vergunningvrij houden, vergunningvrij uitbreiden bestaand bijbehorend bouwwerk, toestaan toepassen van de krijtstreepmethode, noodzaak van aantonen tijdelijke behoefte en de berekening van het te bebouwen oppervlakte;
5.
Overgangsrecht en inwerkingtreding.
Een en ander wordt hieronder toegelicht.
Van Doorne N.V. is gevestigd te Amsterdam en ingeschreven in het handelsregister onder nummer 34199342. Van Doorne N.V. is de enige opdrachtnemer van alle werkzaamheden. Op deze werkzaamheden en alle rechtsverhoudingen met derden zijn van toepassing de Algemene Voorwaarden van Van Doorne N.V. en haar dochtermaatschappijen, waarin een beperking van aansprakelijkheid is opgenomen. Deze Voorwaarden, die zijn gedeponeerd ter griffie van de rechtbank te Amsterdam, kunnen worden geraadpleegd op www.vandoorne.com en worden op verzoek toegezonden. Van Doorne N.V. has its registered offices in Amsterdam and is registered with the Commercial Register under number 34199342. Van Doorne N.V. is the exclusive contracting party in respect of all commissioned work. This work and all legal relations with third parties shall be governed by the General Terms of Van Doorne N.V. and its subsidiaries which include a limitation of liability. These Terms, which have been filed with the District Court at Amsterdam, may be consulted at www.vandoorne.com and will be forwarded upon request.
Bijlage II Bor
van de regeling gebruik te kunnen maken. Dit laatste mag
In de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
dus wel.
zijn de spelregels opgenomen voor activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving. Denk hierbij
Bij
bijvoorbeeld aan bouwen, slopen, de aanleg van een werk
mogelijkheden om een ander gebruik toe te staan beperkt
of het in bedrijf hebben van een inrichting. De Wabo geeft
tot een logiesfunctie voor werknemers.
gebouwen
buiten
de
bebouwde
kom
zijn
de
de grote lijnen. De details zijn uitgewerkt in een AmvB (Bor) en een Ministeriele Regeling (Mor). In het kader van dit
Tijdelijk afwijken van bestemmingsplan3
artikel willen wij met name de wijzigingen van Bijlage II van
Het
het Besluit omgevingsrecht (Bor) bespreken.
voorbereidingsprocedure
een
verkrijgen
tijdelijk
Bij
het
de
reguliere
omgevingsvergunning afwijken
van
te het
opzichte van de openbare voorbereidingsprocedure; de
(mede) gestoeld op een bepaling uit (Bijlage II) van het Bor.
reguliere procedure duurt ongeveer 8 weken. Daarnaast is
Bijlage
waarin
de termijn waarvoor de vergunning kan worden verleend
vergunningsvrij kan worden gebouwd. Daarnaast regelt het
verlengd van 5 naar 10 of 15 jaar, afhankelijk van de
de gevallen waarin gronden of gebouwen mogen worden
regeling waarvan gebruik wordt gemaakt. Nieuw is dat er
gebruikt in afwijking van een geldend bestemmingsplan.
naast
meer
de
van
het
via
omgevingsvergunning op grond van de Wabo is vaak onder
weigeren)
voor
om
bestemmingsplan. Dat kan veel tijdwinst opleveren ten
regelt
(of
mogelijk
een
II
verlenen
wordt
gevallen
10
expliciet
beschreven
gevallen4
een
nieuw
onderdeel is toegevoegd voor alle resterende gevallen. Voor Transformatie leegstaande kantoren1
die gevallen geldt een maximale vergunningstermijn van 10
Bij het verkrijgen van een omgevingsvergunning om
jaar. Deze optie komt voort uit de Crisis- en Herstel wet en
leegstaande kantoren (of andere grote bouwwerken) voor
is bedoeld om de mogelijkheden om tijdelijk gebruik van
andere doeleinden te gebruiken is gebleken dat de
gronden
opgenomen beperking tot een oppervlakte van 1.500 m2
bestemmingsplan flexibeler te maken5.
of
bouwwerken
in
afwijking
van
het
een belemmering vormde. Daarom heeft de regering deze de
Een andere opvallende wijziging is dat het niet meer
belemmering weggenomen dat het aantal woningen bij
noodzakelijk is aan te tonen dat de tijdelijke afwijking van
gebruikswijziging niet mag toenemen. Hierdoor kan een
het bestemmingsplan voorziet in een tijdelijke behoefte. Ook
(kantoor)gebouw
voor
als er sprake is van een permanente behoefte, kan een
bijvoorbeeld studentenhuisvesting. In het Bor is voorts ter
tijdelijke omgevingsvergunning worden verstrekt. Met dit
verduidelijking opgenomen dat het toepassen van het
laatste is in de toelichting aangegeven dat er een breuk
artikel2 niet alleen geldt voor het gebouw, maar ook het
wordt beoogd met de jurisprudentie waarin - kort gezegd - is
daarbij aansluitende terrein. Anders zou de situatie kunnen
bepaald dat een tijdelijke vergunning kan worden verleend
ontstaan dat het terrein niet ten behoeve van het gewijzigde
indien aannemelijk dat er ook daadwerkelijk een tijdelijke
gebruik mag worden gebruikt. Daarnaast is verduidelijkt dat
behoefte bestaat. De termijn van instandhouding is ook
de bouwwerkzaamheden om het gebouw voor de andere
verlengd van 5 naar 15 jaar.6 Deze nieuwe regeling biedt
functie geschikt te maken, niet mogen uitmonden in het
ruimere mogelijkheden, bijvoorbeeld als er een tijdelijke
oppervlaktebeperking
laten
vervallen.
gemakkelijker
worden
Voorts
ingezet
is
vergroten van de bebouwde oppervlakte of bouwvolume. In
3
de huidige beschrijving ontstond er nogal eens discussie of ook het uiterlijk van een gebouw niet mag veranderen om
1
Onder meer toegelicht op p. 54 MvT.
2
artikel 4 onderdeel 9 Bijlage II Bor in combinatie met artikel 2.12 en 2.1 Wabo
NB. het hieronder beschrevene geldt ook in het kader van transformatie van leegstaande (kantoor)gebouwen
4
artikel 4 bijlage II Bor geeft 10 gevallen waarin ondanks strijd met het bestemmingsplan gronden of bouwwerken toch gebruikt kunnen worden. Dit varieert van een bijbehorend bouwwerk, dakkapel, glastuinbouw tot recreatiewoningen.
5
zie mvt p. 56.
6
zie p. 22 mvt
voorziening nodig is als overbrugging van de tijd dat de
bouwwerk in strijd was met het bestemmingsplan. De
definitieve voorziening nog in aanbouw is. Wel is het
regering stelt zich nadrukkelijk op het standpunt dat ingeval
noodzakelijk dat de tijdelijke activiteit zonder onomkeerbare
er sprake is van een deel van een bouwwerk dat in strijd is
gevolgen
beëindigd.
met het bestemmingsplan, slechts dat gedeelte dient te
Overigens is de verplichting om de situatie in de oude
kan
worden
voldoen aan de voorwaarden zoals genoemd in het Bor
toestand te brengen (op papier) komen te vervallen. Op
(onder meer hoogte en oppervlakte eisen). Dit wijkt af van het standpunt dat door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is ingenomen8. Die heeft beslist dat met het betreffende artikel (artikel 4, onderdeel 3 bijlage II Bor) het gehele bouwwerk wordt bedoeld. Overigens heeft de regering ook expliciet bepaald dat bouwdelen van ondergeschikte aard, ook onder artikel 4 Bijlage II Bor vallen.
papier, want doordat de activiteit moet worden beëindigd, zal bij uitblijven daarvan strijd met het bestemmingsplan ontstaan waarop dan kan worden gehandhaafd. Dit laatste dient overigens onderscheiden te worden van de situatie dat op grond van het Bouwbesluit 2012 een tijdelijk bouwwerk wordt gerealiseerd. Met de onderhavige nieuwe regeling wordt duidelijk gemaakt dat daarvoor wél geldt dat
Vergunningvrij bouwen - achtererfgebied
de situatie in de oude toestand moet worden hersteld. De
Voor
tijdelijke bouwwerken op grond van het Bouwbesluit hebben
wijzigingen die het mogelijk maken meer vergunningvrij te
betrekking op aflopende activiteiten welke zijn vergund op
bouwen in het achtererfgebied.9 Een aantal daarvan hebben
grond van artikel 2:23a Wabo . Een tijdelijk bouwwerk
te maken met het mogelijk maken van (tijdelijke) huisvesting
(bijvoorbeeld een bouwkeet) mag maximaal voor 15 jaar
in verband met mantelzorg. De huidige regering voert
worden vergund en moet voldoen een de eisen uit het
diverse wijzigingen in de gezondheidszorg door. Een van de
Bouwbesluit 2012 voor tijdelijke bouw.
aspecten die daarbij wordt nagestreefd is het langer
7
woningbezitters
zelfstandig
Besluit
laten
een
aantal
wonen
van
ouderen/gehandicapten.
In het Bor staan gevallen omschreven waarbij - en onder
achtertuin (bijvoorbeeld in een vergunningvrij bijbehorend
welke voorwaarden - van het bestemmingsplan of de
bouwwerk)
beheersverordening
met
regelgeving makkelijker gemaakt. Ook wordt toegestaan om
toepassing van artikel 2.12 eerste lid onder a, onder 2
een al bestaand bijbehorend bouwwerk te gebruiken voor
(kortgezegd,
met
de huisvesting in verband met mantelzorg. Ook indien dat
het
bijbehorend bouwwerk qua maatvoering en plaatsing niet
bestemmingsplan). In de praktijk speelde de vraag wat nu
voldoet aan de voorwaarden voor een vergunningvrij
rechtens was wanneer slechts een gedeelte van het
bijbehorend bouwwerk.
7
kunnen
het
Gedeelte van een bouwwerk vergunningvrij
gebruik
brengt
van
een het
mag
worden
afgeweken
omgevingsvergunning bouwwerk
in
verlenen
strijd
met
wordt
door
Een
mantelzorgwoning
middel
van
de
in
de
onderhavige
Dit artikel moet nog in werking treden, maar zal gaan luiden:
Artikel 2:23a [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip] 1. In een omgevingsvergunning voor een aflopende activiteit kan worden bepaald dat, voor zover zij betrekking heeft op die activiteit, de vergunninghouder na het verstrijken van een bij de omgevingsvergunning aangegeven termijn, verplicht is de voor de verlening van de omgevingsvergunning bestaande toestand hersteld te hebben. 2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen ten aanzien van activiteiten als bedoeld in het eerste lid categorieën gevallen worden aangewezen waarin in de omgevingsvergunning wordt bepaald dat op de vergunninghouder na het verstrijken van een bij de omgevingsvergunning aangegeven termijn, een plicht rust als bedoeld in het eerste lid. Ten aanzien van die termijn is artikel 2.23, tweede lid, laatste volzin, van overeenkomstige toepassing.
8zie
mvt p. 53,
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen 9
Het wordt op basis van de nieuwe regelgeving niet alleen
worden gebouwd, maar dat er meer van de vergunningvrije
mogelijk om vergunningvrij een bijbehorend bouwwerk te
bouwmogelijkheden
bouwen, maar ook om een bestaand bijbehorend bouwwerk
krijgen. Indien een bijbehorende bouwwerk buiten de 4
uit te breiden. Met betrekking tot dit laatste wordt in de
meter grens wordt gebruikt voor huisvesting in verband met
toelichting expliciet vermeld dat dit is opgenomen om te
mantelzorg,
verduidelijken dat de lijn die in de jurisprudentie lijkt te
hoofdgebouwfunctie krijgen.12
ontstaan niet is beoogd . In jurisprudentie wordt tot nu toe
Ook is gedacht aan het realiseren van een bijbehorend
aangenomen dat een vergunningvrij bijbehorend bouwwerk
bouwwerk hoger dan 3 meter. Dat gaat mogelijk worden,
altijd een zelfstandig, bouwkundig en functioneel te
mits het bouwwerk een schuin dak krijgt, met een maximale
onderscheiden bouwdeel moet zijn. Dat is dus niet zo. De
nokhoogte van 5 meter. De nokhoogte wordt overigens
regering wil duidelijk maken dat het mogelijk moet zijn om
begrens door een formule13, om te voorkomen dat daken die
vergunningvrij een bepaalde oppervlakte aan bijbehorende
relatief dicht bij een belendend perceel worden gerealiseerd
bouwwerken te bouwen.
te veel zonlicht blokkeren op dat belendende perceel. De
10
dan
een
hoofdgebouwfunctie
mag
dat
bouwwerk
mogen
wel
een
hogere nokhoogte impliceert niet dat - indien er twee Voorts meldt de toelichting bij het Besluit dat het is
bouwlagen worden gerealiseerd - ook op de tweede
toegelaten om de zogenaamde krijtstreepmethode toe te
bouwlaag een verblijfsgebied mag komen. Dit mag slechts
passen om een bijbehorende bouwwerk op te splitsen in
op de eerste bouwlaag.
een vergunningvrij en een vergunningplichtig deel. Ook
Dit wordt nadrukkelijk in bijlage II Bor opgenomen (artikel 2,
indien de bouwdelen niet bouwkundig en functioneel te
onderdeel d). Overigens mag het bijbehorende bouwwerk
onderscheiden zijn. Ook dit is een breuk met jurisprudentie
geen niet op de grond gelegen buitenruimte krijgen (balkon,
van de Raad van State uit 2013, waarover wij in deze
dakterras).
nieuwsbrief eerder schreven. Berekening te bebouwen oppervlakte Daarnaast wordt het mogelijk om een groter gedeelte van
bebouwingsgebied
de
als
Het achtererfgebied mag niet geheel worden volgebouwd
hoofdgebouw. Oorspronkelijk kon tot 2,5 meter worden
met bijbehorende bouwwerken. Het uitgangspunt van de
aangebouwd
berekening wat is toegestaan was de omvang
bebouwingsmogelijkheden en
bestemd
te als
bestemmen
hoofdgebouwfunctie
van het
(woonkamer, keuken e.d.). Dat is nu 4 meter geworden. Het
oorspronkelijke hoofdgebouw. Omdat er discussie was over
bleek dat de 2,5 meter op praktische bezwaren stuitte, zoals
hoe het oorspronkelijke hoofdgebouw te bepalen, wordt de
het niet kunnen plaatsen van een zitbank of keuken. Het
term bebouwingsgebied geïntroduceerd. Die term moet
behoeft overigens geen aanbouw te zijn, want een los
duidelijkheid verschaffen, omdat het vastlegt dat de omvang
bouwwerk, mits binnen de 4 meter, mag ook een
van het achtererfgebied wordt bepaald aan de hand van het
hoofdgebouwfunctie krijgen. Daarbuiten derhalve niet. Door
actuele hoofdgebouw. Daardoor wordt duidelijk - aldus de
deze verruiming worden veel voorkomende aan- of
regering
uitbouwwerken
zijn11
hoofdgebouwfunctie) meetellen. Dit is van belang omdat de
vergunningvrij (voorheen vergunningplichtig, want groter
maximaal toelaatbare bebouwings-percentage daarmee
dan 2,5 meter en hoofdgebouwfunctie). Een en ander
samenhangt. Zo geldt voor een gedeelte van een
betekent overigens niet dat er meer vergunningvrij mag
bebouwingsgebied tot en met 100 m2 bijvoorbeeld een
10
Zie p. 35 mvt.
11
zie mvt p. 36
die
gemiddeld
3
a
4
meter
-dat
latere
aan-
en
uitbouwen
(met
12
Indien het bouwwerk niet meer voor huisvesting in verband met mantelzorg wordt gebruikt, dienen de voorzieningen die het bouwwerk geschikt maken voor bewoning te worden verwijderd. (mvt p 40)
13
maximale nokhoogte (m) = (afstand daknok tot de perceelgrens (m) x 0,47) + 3
percentage van 50%. Voor het deel van 100 m2 tot en met
bouwwerken worden in mindering gebracht op het door het
300 m2, 20% van dat oppervlakte.14
bestemmingsplan of de beheersverordening toegestane maximum van die bouwwerken. Dit betekent dus een
In de nieuwe regeling wordt de toegestane oppervlakte van
beperking van de mogelijkheden om vergunningvrij te
vergunningvrije
bouwen.
bijbehorende
bouwwerken
niet
langer
begrensd met een gedeelte binnen en een gedeelte buiten een bepaalde afstand van het hoofdgebouw. De nieuwe
Addertje: is er sprake van een erf?
limiet geldt voor de totale oppervlakte aan bijbehorende
Voorgaande geldt allemaal wanneer er sprake is van een
bouwwerken in het bebouwingsgebied. Alle bijbehorende
erf. Het komt voor dat (een gedeelte van) een perceel een
bouwwerken worden betrokken in de berekening, ongeacht
dubbelfunctie heeft, bijvoorbeeld als openbaar groen of
of die met of zonder vergunning zijn gebouwd. Dat scheelt
landschapswaarden. In dat geval is er geen sprake van een
uitpluiswerk naar oude vergunningen. Wel geldt er een
erf, en dus ook geen achtererfgebied waarin vergunningvrij
"absolute" grens aan de oppervlakte van (uitbreidingen van)
kan worden gebouwd.
een bijbehorend bouwwerk, namelijk 150 m2. Dit geldt ongeacht de omvang van het bebouwingsgebied. Deze grens geldt niet voor een bijbehorende bouwwerk in verband met huisvesting ten behoeve van mantelzorg.15 Complexen van bouwwerken
Inwerkingtreding De ingangsdatum van de wijzigingen was 1 november 2014. Dit wijkt af van de vaste verandermomenten die de regering normaal aanhoudt (1 januari en 1 juli). Gezien het belang voor de praktijk meent de regering dat dit in dit geval toch nodig is.
Ten aanzien van complexen van bouwwerken, waarbij er naast een hoofdgebouw meer gebouwen aanwezig zijn voor verwezenlijking
van
een
toekomstige
bestemming
(bedrijfsterreinen, zorgcomplexen), is een speciale regeling opgenomen. Indien zo'n situatie zich voordoet, wordt het achtererfgebied bepaald aan de hand van het gebouw waarvan de voorkant het dichtste is gelegen bij het openbaar gebied. Dit maakt het achtererfgebied zo groot mogelijk.
Echter,
in
veel
gevallen
zal
naast
het
hoofdgebouw al een oppervlakte van meer dan 150 m2 aan bijbehorende bouwwerken zijn gerealiseerd. Dus dan kan er niet nog meer vergunningvrij worden gebouwd. Relatie met bebouwingsregeling in bestemmingsplan Voorts is de nieuwe regeling meer geïntegreerd met de bebouwingsregeling in een bestemmingplan. Anders dan voorheen zullen in het kader van de oppervlakteberekening van het bestemmingsplan ook alle aanwezige bijbehorende bouwwerken worden betrokken, ongeacht of deze met vergunning zijn gebouwd. Dit is een breuk met de jurisprudentie bouwwerken
waarin in
is
beginsel
bepaald bij
de
dat
vergunningvrije
berekening
buiten
beschouwing bleven. De reeds aanwezige bijbehorende 14
p. 41 mvt
15
p. 53 mvt
Overgangsrecht Het overgangsrecht omvat verschillende regels voor verschillende situaties. Voor aanvragen op grond van artikel 2.12 Wabo (gebruik gronden of bouwwerken in strijd met bestemmingsplan) geldt dat het oude recht van toepassing blijft op de bij inwerkingtreding van de nieuwe regelingen nog lopende aanvragen, inclusief de toepasselijke procedure-eisen. Ten aanzien van de aangepaste mogelijkheden voor vergunningvrij bouwen geldt dat bij aanvragen en bezwaarzaken direct het nieuwe recht moet worden toegepast (ex nunc). In een lopende aanvraag van een voorheen vergunningplichtige activiteit, zal de gemeente dan moeten beslissen dat er geen vergunning nodig is. Tegen dat besluit kan wel bezwaar en beroep worden gemaakt, om rechten van derden te waarborgen. In geval van een handhavingsprocedure kan dit betekenen dat omdat een activiteit vergunningvrij is geworden - de gemeente geen handhavingsbevoegdheid meer heeft. De aanvraag om te handhaven wordt dan afgewezen, het handhavingsbesluit wordt dan herroepen. In geval van een voorheen vergunningvrije activiteit die door de nieuwe regeling vergunningplichtig wordt, geldt dat indien de activiteit is gestart voor 1 november 2014
(inwerkingtreding onderhavige nieuwe regels, het Bor wordt gewijzigd), de activiteit vergunningvrij blijft. Dit zal ook gaan gelden voor toekomstige situaties waarbij het Bor wordt gewijzigd. Voor een bouwactiviteit betekent dit dat het bouwen kan worden voltooid en het bouwwerk in stand kan worden gelaten. Vastleggen wanneer met de bouw is begonnen kan dus van groot belang blijken . Bij dit besluit is ten slotte in artikel 8, derde lid (nieuw), van bijlage II bij het Bor voorzien in overgangsrecht voor lopende aanvragen om een omgevingsvergunning om met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo af te wijken van het bestemmingsplan, die als gevolg van dit besluit onder de reikwijdte van artikel 4 van bijlage II bij het Bor komen te vallen. Dit overgangsrecht houdt in dat op dergelijke aanvragen het recht van toepassing blijft zoals dat gold voor het tijdstip van inwerkingtreding van het besluit tot wijziging van het Bor waarmee de desbetreffende activiteit als activiteit als bedoeld in artikel 4 is aangewezen. Ook deze bepaling ziet zowel op het onderhavige besluit als een toekomstig wijzigingsbesluit van het Bor.
Conclusie De nieuwe regelingen bieden diverse mogelijkheden om eenvoudiger in te spelen op de bouwbehoeften in de praktijk. Vooral voor transformatie van leegstaande (kantoor)gebouwen zal het nieuwe Bor een steun in de rug zijn. Voor de praktijk zal het naar onze mening even wennen zijn dat in sommige gevallen van bestaande jurisprudentie wordt afgeweken. Toch ervaren wij deze afwijkingen niet als bezwaarlijk: de regeling neemt de onzekerheden die er waren weg. Uiteraard blijft het nog wel goed opletten of en in welke mate van de verruimde mogelijkheden gebruik kan worden gemaakt. Het kan onder omstandigheden verstandig zijn om een strategische keuze te maken om te kunnen profiteren van de ruimere mogelijkheden. Wij staan u daar graag in bij.
Voor meer informatie: Cees Kniestedt t +31 (0)20 6789 634
[email protected]
Van Doorne N.V. Jachthavenweg 121 1081 KM Amsterdam Postbus 75265 1070 AG Amsterdam
t +31 (0)20 6789 123 f +31 (0)20 7954 589
[email protected] www.vandoorne.com
Bart Pijpers t +31 (0)20 6789 733
[email protected]