BELEIDSPLAN NIEUWE KERK NOORD 30 MAART 2005 Gewijzigd op 6 december 2005. Gewijzigd op 22 januari 2009.
BELEIDSPLAN NIEUWE KERK NOORD 30 MAART 2005 Gewijzigd op 6 december 2005. Gewijzigd op 22 januari 2009.
Inhoudsopgave 1. Doelstelling en visie ...................................................................................................... 4
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Visie ........................................................................................................... 4 Algemene doelstelling .................................................................................. 4 Grondslag ................................................................................................... 4 Accenten bij de doelstelling .......................................................................... 4 Beleid in het kader van de kerkorde van de PKN ............................................ 4
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Achtergrond Nieuwe Kerk Noord ................................................................... 6 Samenstelling wijkkerkenraad ....................................................................... 6 Leeftijdsopbouw van de gemeente ................................................................ 6 Kerkelijke verantwoordelijkheid..................................................................... 6 Verantwoordelijkheden van de wijkkerkenraad binnen de wijkgemeente .......... 7 Aanbevelingen............................................................................................. 7
2. Achtergrond en organisatie ............................................................................................ 6
3. Activiteiten ................................................................................................................... 8
3.1 Eredienst .................................................................................................... 8 3.1.1 Algemeen .......................................................................................................... 8 3.1.2 Huwelijksdiensten .............................................................................................. 9 3.1.3 Begrafenisdiensten ........................................................................................... 10
3.2 3.4 3.5 3.6 3.7
Pastoraat /huisbezoek ................................................................................ 10 Vorming en toerusting gemeente ................................................................ 13 Kringwerk ................................................................................................. 14 Zending en evangelisatie ............................................................................ 14 Catechese/jeugdwerk................................................................................. 15
4. Functioneren van de kerkenraad .................................................................................. 16
4.1 Kerkenraadsvergaderingen ......................................................................... 16 4.2 Kleding tijdens erediensten......................................................................... 17 Bijlagen .......................................................................................................................... 18
Bijlage I Afspraken over bijstand in het pastoraat ........................................... 18 Bijlage II Reglement Vertrouwenspersoon....................................................... 19 Bijlage III Verklaring “Verbonden met het gereformeerde belijden!” ................ 21
2
Inleiding Sinds 1 mei 2004 is de Kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland van kracht. Volgens Ordinantie 4.7.1 is een wijkkerkenraad verplicht haar beleid vast te leggen. Bovendien moet dit beleid ook van de leden worden voorgelegd, waarna de wijkkerkenraad dit vaststelt (Ord. 4.8.5) Een kerkenraad kan geen leiding geven aan het gemeente-zijn (in de breedste zin van het woord) indien niet een doelstelling of een bepaalde visie is geformuleerd. Het geven van Leiding veronderstelt immers 'vooruitkijken', 'koers zoeken', 'weten wat er in de gemeente leeft' en samen de vraag durven stellen 'wat gaat er van onze gemeente uit?' Dat gaat verder dan het zoveel mogelijk gaande houden van de eredienst en bestaande activiteiten. Voorts geeft ook de Bijbel duidelijk aan dat over beleid / gemeenteopbouw mag worden nagedacht. Te wijzen valt op twee voorbeelden, zowel in het Oude als Nieuwe Testament. In Exodus 18 geeft Mozes leiding aan het volk Israël in de woestijn. Hij is leidsman, wetgever en voorganger in alle dingen. Dan bezoekt zijn schoonvader Jethro hem. Deze ziet alles eens aan en constateert dat Mozes alles alleen doet. Jethro waarschuwt hem: hij zal geheel bezwijken als hij zo, alleen, doorgaat. Mozes luistert naar deze wijze raad en stelt een groot aantal mannen aan tot hoofden over het volk om met hem de rechtspraak en het onderricht uit te oefenen. We zouden kunnen zeggen dat de gemeente wordt geordend door goed beleid. Het tweede voorbeeld staat in Handelingen 6. Het bekende verhaal van de Griekssprekende vrouwen, die bij de maaltijdverstrekking worden gediscrimineerd, over het hoofd gezien en overgeslagen. De apostelen stellen zich dan kerkordenend op: via een verkiezing worden zeven mannen gekozen tot verzorgers van de tafels, zodat de apostelen zich kunnen vrijhouden voor het gebed en de bediening van het Woord. Een duidelijke parallel met Exodus 18! Ook in deze gemeente was dus een zeker beleid leidend tot een organisatie met één doel: de opbouw van de gemeente. Een beleidsplan is overigens geen geneesmiddel voor alle kwalen. Het helpt echter wel om doelgerichter en planmatiger te werken in Gods wijngaard. Een beleidsplan geeft richting aan wat er van de kerkenraad wordt verwacht en laat duidelijk zien wat de bijdrage aan het gemeente-zijn is. Dit beleidsplan is als volgt opgebouwd. In de eerste paragraaf is een algemene doelstelling van de kerkenraad opgenomen. In de tweede paragraaf komt, naast enige achtergrondinformatie, de kerkelijke organisatie aan de orde om taken en verantwoordelijkheden duidelijk aan te geven en te plaatsen. In de volgende paragraaf wordt een groot aantal activiteiten getoetst aan de algemene doelstelling. Knelpunten worden aangegeven op basis waarvan aanbevelingen zijn geformuleerd. Het beleidsplan wordt in de vierde paragraaf afgesloten met een beschrijving van de wijze van functioneren van de kerkenraad.
3
1. Doelstelling en visie 1.1 Visie De Hervormde Gemeente van Ermelo bestaat uit vijf wijkgemeenten, die samen deel uit maken van de Protestantse Kerk in Nederland. De kerkenraad van wijkgemeente “Nieuwe Kerk Noord” wil leiding te geven aan een deel van de Gemeente van Christus teneinde haar te onderhouden en uit te breiden. Met dit doel zijn ook de diverse ambten binnen de kerkenraad ingesteld. Om hieraan concreet invulling te geven zijn binnen de gemeente diverse activiteiten opgestart. Daarbij valt te denken aan het houden van erediensten, het bezoeken van gemeenteleden, het geven van catechese enz. De kerkenraad dient ervoor zorg te dragen dat al deze activiteiten gecoördineerd worden en dat alle activiteiten uiteindelijk leiden tot het bereiken van het gestelde doel. Om dit goed te kunnen doen is het van belang om als kerkenraad een uitspraak te doen over een algemene doelstelling voor het totaal van de activiteiten. 1.2 Algemene doelstelling We zijn geroepen mee te werken aan de opbouw van de gemeente waarvan Christus het Hoofd is en wij de leden zijn. 1.3 Grondslag Grondslag voor het beleid in de wijkgemeente is de Heilige Schrift, waarin God Zich openbaart. Wij weten ons verbonden met de belijdenis van onze vaderen, zoals deze is samengevat in de drie formulieren van Enigheid, te weten: - de Heidelbergse Catechismus; - de Nederlandse Geloofsbelijdenis en - de Dordtse Leerregels. De wijkgemeente Nieuwe Kerk Noord rekent zich tot het Hervormd-Gereformeerde deel van de Protestantse Kerk in Nederland. 1.4 Accenten bij de doelstelling In ons gemeente-zijn leggen wij de nadruk op de verkondiging van het Evangelie. Pastoraat en diaconaat zijn hier onlosmakelijk mee verbonden en vloeien daaruit voort. De gemeente moet geleerd worden haar missionaire roeping te verstaan. We hebben samen deze verantwoordelijkheden en willen die ook (uit)dragen op een eigentijdse wijze ten dienste van de gemeente van Christus Jezus in deze wereld. Kortom: prediking, pastoraat, diaconaat, apostolaat (missionair zijn). 1.5 Beleid in het kader van de kerkorde van de PKN In het raam van de Kerkorde en de bijbehorende ordinanties heeft de wijkkerkenraad het volgende beleid vastgesteld: a. Hij wil zich aan de nieuwe kerkorde en haar ordinanties onderwerpen met het doel mee te werken aan de opbouw van de gemeente van Christus. “Als wij zo als wijkgemeente - met vreze en beven - onze plaats innemen binnen het geheel van de verenigde kerk, verklaren wij ons gebonden te weten aan de gereformeerde belijdenis. Met Gods hulp zullen wij weerspreken en weren al wat met dit belijden in strijd is. Bij de inrichting van het leven der gemeente zullen wij ons houden aan de instellingen die met deze belijdenis overeenstemmen”. b. Gelet op het zojuist genoemde maakt hij daarbij de volgende beleidsmatige en bindende kanttekeningen: Wij geven geen toestemming voor de inzegening van een huwelijk van hen die samenwonen, tenzij men (hoe dan ook) hiervan heel bewust terug komt en hartelijk meeleven belooft. 4
De ambten houden wij alleen open voor belijdende leden. Van de mogelijkheid om de ambten ook voor vrouwen open te stellen, maken wij op bijbelse gronden geen gebruik. De predikanten die voorgaan in onze diensten houden zich daarin aan de voor de Nieuwe Kerk geldende afspraken. De predikant van wijkgemeente Noord gaat ook voor in de andere wijkgemeenten en past zich aan door in de liturgie de daar gebruikelijke vertaling te hanteren en hij laat psalmen zingen uit het Liedboek. Overeengekomen is dat in de laatstgenoemde diensten geen vrouwelijke ambtsdragers ambtelijk aanwezig zijn. De wijkpredikant werkt binnen Ermelo niet mee aan Protestantse diensten dan na overleg met en toestemming van het moderamen c.q. de wijkkerkenraad. In de wijkgemeente zal de nodiging tot het Heilig Avondmaal uitgaan naar hen die tot de openbare belijdenis van het geloof zijn gekomen. In de wijkgemeente zal geen andere levensverbintenis worden ingezegend dan een huwelijk van man en vrouw dat wettig voor de overheid is gesloten. Wij streven de financiële zelfstandigheid van de Hervormde Gemeente c.q. van wijkgemeente Noord na. Wij vinden het wijs beleid om voorlopig niet mee te werken aan één kerkblad voor Hervormd en Gereformeerd. c. Het moderamen van de Hervormde Synode reikte op 15 mei 2003 een notitie (“Verbonden met het gereformeerde belijden!”) aan aan de (wijk)kerkenraden met daarbij een verklaring ter ondertekening. De wijkkerkenraad heeft de bijbehorende verklaring ondertekend (zie bijlage) en verzonden naar de Classis Harderwijk en de Generale Synode van PKN. (zie bijlage III)
5
2. Achtergrond en organisatie Hier vindt u enige achtergrondinformatie met betrekking tot onze wijkgemeente. Tevens geven wij aan welke plaats wijkgemeente Nieuwe Kerk Noord inneemt in de Hervormde Gemeente van Ermelo. Wat zijn onze taken en verantwoordelijkheden? Aan het eind van deze paragraaf zijn enkele aanbevelingen opgenomen. 2.1 Achtergrond Nieuwe Kerk Noord Wijkgemeente Nieuwe Kerk Noord (NKN) maakt deel uit van de Hervormde Gemeente van Ermelo binnen de PKN. Deze kent vijf wijken. Ook Ermelo kent modaliteiten. NKN voelt zich verwant met allen die de Gereformeerde belijdenis (drie reformatorische belijdenisgeschriften) van harte onderschrijven. Van hieruit willen wij in de Hervormde Gemeente dienen. De situatie, dat wijkgemeente Nieuwe Kerk Zuid (NKZ) ook gebruik maakt van de Nieuwe Kerk en 't Venster, brengt met zich mee, dat wij veel kunnen samenwerken met NKZ. Wij voelen ons hartelijk verbonden met hen en willen die samenwerking ook steeds meer gestalte geven. 2.2 Samenstelling wijkkerkenraad De wijkkerkenraad van NKN bestaat momenteel uit: 1 predikant 15 ouderlingen (waarvan 1 ouderling t.b.v. het scribaat van de Centrale Kerkenraad) 3 ouderlingen-kerkrentmeester 3 diakenen 2 jeugdouderlingen 1 jeugddiaken 2.3 Leeftijdsopbouw van de gemeente Onze wijkgemeente kent qua aantal leden (gegevens begin 2000) de volgende opbouw: Leden 0-9 jaar 115 Leden 10-20 jaar 213 Leden 21-64 jaar 818 Leden 65-69 jaar 63 Leden 70-79 jaar 126 Leden 80 jaar en ouder 168 Lokale leden 82 Totaal aantal leden 1636 De opbouw maakt duidelijk dat het aantal leden voor ongeveer 22% uit jeugd, voor ongeveer 55% uit volwassenen en voor ongeveer 24% uit ouderen bestaat 2.4 Kerkelijke verantwoordelijkheid In onze presbyteriaal geordende kerk draagt de wijkkerkenraad verantwoordelijkheid voor de wijkgemeente. Er is afvaardiging naar de centrale organen van de Hervormde Gemeente en naar de Classis Harderwijk.
6
2.5 Verantwoordelijkheden van de wijkkerkenraad binnen de wijkgemeente Onder de verantwoordelijkheid van de kerkenraad vallen de volgende activiteiten: Prediking Pastoraat Catechese Gewone catechese Voortgezette catechese Belijdeniscatechese Huwelijkscatechese Doopcatechese Jeugdwerk Het mierennest 6-9 jaar De schuilkelder 9-12 jaar ‟t Venster 12-16 jaar Fakkeldragers vanaf 16 jaar De spoorzoekers (verstandelijk gehandicapten) Open jeugdwerk Zondagsschool De Goede Herder Kringwerk Zending Evangelisatie en Werelddiaconaat (ZEW), inclusief thuisfrontcommissies Kringwerk (inclusief gebedskring) Uit de opsomming blijkt dat de zondagsschool Horst en Telgt en het kinderkoor Daniël niet onder de verantwoordelijkheid van de kerkenraad vallen. We streven een goede samenwerking na. 2.6 Aanbevelingen Gebaseerd op het voorgaande stellen wij het volgende voor: - de wijkkerkenraad dient een afspiegeling te zijn van de gemeente - we dienen oog te hebben voor alle leeftijdscategorieën binnen de wijkgemeente - we zien er op toe dat de verschillende taken van de wijkkerkenraad evenwichtig aandacht krijgen zoals jeugdwerk, kerkvoogdij en diaconie - prediking, pastoraat en catechese hebben prioriteit op de agenda van de wijkkerkenraad Gezien de goede verstandhouding en de vele overeenkomsten met NKZ willen wij zoveel mogelijk samenwerken. Wij denken dan vooral aan beleidsmatige beslissingen. Hiertoe zou het overleg tussen beide kerkenraden kunnen worden geïntensiveerd.
7
3. Activiteiten In deze paragraaf komen de diverse activiteiten van de gemeente aan bod. Na een korte omschrijving zullen de volgende vragen per activiteit worden beantwoord. Wat is het doel van deze activiteiten in relatie tot de doelstelling zoals geformuleerd in paragraaf 1? Wat zijn knelpunten? Aanbevelingen 3.1 Eredienst
3.1.1 Algemeen Omschrijving
Prediking
Centraal in onze wijkgemeente en in alle arbeid, die daarin verricht wordt, staat de prediking, welke Schrift en Belijdenis tot grondslag heeft. De prediking zal in het teken staan van uitleg en toepassing van het behandelde Schriftgedeelte. De gehele gemeente, zowel jong als oud, wordt daarbij betrokken. De prediking is voluit trinitarisch (het werk van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest). De aspecten van ellende, verlossing en dankbaarheid komen voluit aan de orde. De prediking is afgestemd op de mensen in deze tijd, zowel jongeren als ouderen. Wanneer de tweede dienst op zondag vervuld wordt door één van de wijkpredikanten van Noord of Zuid is de avonddienst een leerdienst, waarin bijvoorbeeld de Heidelbergse Catechismus wordt behandeld.
Liturgie
De orde van dienst omvat: consistoriegebed voor en na de dienst, afkondigingen, voorzang, votum en groet, psalmzang, Wet des Heeren, ('s avonds Belijdenis van het Geloof), gebed, lezing van de Heilige Schrift, prediking, inzameling der gaven, dankgebed en zegen. In de eredienst wordt gebruik gemaakt van de Statenvertaling of de Herziene Statenvertaling. De psalmen, die tijdens de eredienst worden gezongen, zijn naar de berijming van 1773. In voorkomende gevallen wordt bij het zingen ook gebruik gemaakt van de Enige Gezangen achter de psalmen. In de gebeden worden de dankbaarheid en de noden van en in de gemeente en in de wereld aan de Heere voorgelegd. De formulieren, die tijdens de eredienst gebruikt worden, zijn uit de tijd van de reformatie. Zo nodig wordt de woordkeus en omschrijving aangepast aan de huidige omstandigheden. De te gebruiken formulieren zijn die voor de bediening van de Sacramenten, de oefening van de kerkelijke tucht, de bevestiging van de dienaren des Woords, de bevestiging van ambtsdragers en de kerkelijke bevestiging en inzegening van het huwelijk en voor de Openbare Belijdenis van het geloof.
Sacramenten
Heilig Avondmaal. Het sacrament van het Heilig Avondmaal wordt vier keer per jaar gevierd. De zondag, voorafgaande aan de viering van het Heilig Avondmaal vindt tijdens de morgendienst de voorbereiding plaats. Tevens worden in de week van voorbereiding Censura Morum en een bezinningsbijeenkomst gehouden. Tijdens de tweede dienst op de avondmaalszondag wordt het sacrament opnieuw bediend en vindt tevens de dankzegging plaats. Om het gezamenlijke karakter van de wijkgemeenten Noord en Zuid aan te geven, worden de avondmaalsdiensten ambtelijk ook vertegenwoordigd door een ouderling en een diaken van de andere wijkgemeente. Heilige Doop. Het sacrament van de Heilige Doop wordt bediend al naar gelang daaraan behoefte bestaat. Als regel geschiedt dit één keer per twee maanden. De doopdiensten worden beurtelings geleid door de predikant van de wijkgemeente Noord of Zuid. Wanneer de doopdienst plaats vindt onder verantwoordelijkheid van wijkgemeente Noord, zal wijkgemeente Zuid zich eventueel laten vertegenwoordigen door één of meerdere 8
ouderlingen van doopouders uit die wijk. De Heilige Doop wordt bediend aan de kleine kinderen van de gelovigen. Tijdens de doopbezoeken en de doopzitting wordt het doopformulier met de doopouders besproken. De doopouders dienen zich bewust te zijn van hun verantwoordelijkheid aangaande de christelijke opvoeding van hun kinderen. De doop wordt niet bediend, wanneer blijkt dat de houding van de doopouders in strijd is met de normen en waarden van een christelijk leven en zij geen voornemen hebben zich te onderwerpen aan de Heilige Schrift. Bediening van de Heilige Doop aan volwassenen vindt plaats bij het afleggen van belijdenis van het geloof, als blijkt, dat de doopbediening niet eerder heeft plaatsgevonden. Doelstelling In het kader van de algemene doelstelling ligt hier de nadruk op prediking, diaconaat en gemeente-zijn. De eredienst heeft soms ook heel sterk apostolaire aspecten. Knelpunten De taal van de Statenvertaling en de berijming 1773 zijn sterk verouderd. Tijdens de prediking of bij het opgeven van de psalmen moet voldoende uitleg gegeven worden. Het is van belang om de traditie te durven toetsen aan de doelstelling / visie van de kerkenraad. Het uitgangspunt is dat de Boodschap voor alle doelgroepen hetzelfde moet blijven. De wijze waarop kan wellicht per doelgroep verschillen. Discussiepunten Kinderen / jongeren weten zich vooral aangesproken door middel van de vorm van de eredienst. Bij volwassenen en ouderen moet het accent meer liggen op de inhoud. Wij realiseren ons dat het verschil in benadering van beide groepen een zekere spanning met zich meebrengt omdat ouderen vooral moeite hebben met mogelijke wijzigingen van de traditie. Toch dient een weloverwogen keuze te worden gemaakt binnen het kader van de algemeen geformuleerde doelstelling, waarin zowel oud als jong tot de gemeente worden gerekend. Een paar probleemvelden
Kinderen (tot 12 jaar)
Willen wij kinderen in de eredienst? Aan kinderen moet geleerd worden naar de kerk te gaan. Ook stil zitten en luisteren moeten geleerd worden. Zij zullen tijdens de kerkdienst door de werking van de Heilige Geest altijd iets oppikken. Zaken moeten tastbaar zijn, bijvoorbeeld door het uitnodigen bij doopdiensten Voldoet de huidige bijbelvertaling (begrijpelijk genoeg)? De kerkenraad heeft meer dan één keer gesproken over het invoeren van een kindernevendienst voor de allerkleinste kinderen en het zingen van een of meerdere vrije liederen. Met het oog op de gehele gemeente is geconstateerd dat deze zaken niet inpasbaar zijn.
Jeugd (vanaf 12 jaar)
Voldoet de huidige bijbelvertaling (begrijpelijk genoeg)? Het hanteren van thema's spreekt vaak sneller aan De lengte (van onderdelen) van de dienst kan een belemmering vormen bij het overbrengen van de Boodschap
Volwassenen / ouderen
Volwassenen dienen met name aangesproken te worden op de eigen verantwoordelijkheid voor het kiezen voor en het geloof in Jezus.
3.1.2 Huwelijksdiensten
Wij juichen het toe wanneer jonge mensen in deze tijd bewust kiezen voor de sluiting van een kerkelijk huwelijk. Wij werken er daarom ook van harte aan mee: 9
-
-
Er wordt een kennismakingsgesprek gevoerd met de wijkpredikant, de gegevens worden doorgespeeld naar de wijkkerkenraad De huwelijksaanvraag wordt conform de kerkorde vroegtijdig aan de gemeente in het kerkblad gemeld Ongeveer vier weken voor de huwelijksdag is er een trouwgesprek met de predikant, waarin allerlei zaken betreffende het huwelijk aan de orde kunnen komen; tevens wordt de liturgie met hen doorgenomen; bij voorkeur wordt in de trouwdienst gebruik gemaakt van het tweede formulier uit het dienstboek; kiest men voor het eerste, dan gebruiken wij de hertaalde versie. Zij die zich melden voor een kerkelijk huwelijk worden uitgenodigd voor huwelijks catechese; deze wordt gedurende drie avonden door de wijkpredikant gegeven. Tijdens de trouwdienst doen de sectieouderling en sectiediaken dienst. Indien zij verhinderd zijn, zorgen zij zelf voor vervanging De zondag voorafgaande aan de trouwdienst wordt de huwelijksdienst ook tijdens de afkondigingen aan de gemeente bekend gemaakt
3.1.3 Begrafenisdiensten
Wij willen hartelijk meeleven met allen die binnen de wijkgemeente een verlies van een geliefde lijden. De begrafenisdienst heeft niet de vorm van een kerkdienst (geen votum, groet, zegen en toga), tenzij uitdrukkelijk gevraagd. - In nauw overleg met de nabestaanden wordt een eenvoudige liturgie opgesteld. Deze bestaat uit schriftlezing, gebed, meditatie, zingen. Desgevraagd is er in deze liturgie ook ruimte voor een verantwoord en door de overledene geliefd vrij lied - Op de begraafplaats klinkt de Schrift en wordt ook het geloof beleden. - De sectieouderling brengt in de rouwperiode zo mogelijk een bezoek bij de familie en is tijdens de begrafenis aanwezig. Indien dat niet mogelijk is, zorgt hij zelf voor vervanging. - Wj vinden dat wij niet aanwezig kunnen zijn bij een crematie, hoewel wij nabestaanden wel zo lang mogelijk pastoraal willen begeleiden. - Het overlijden van een wijkgemeentelid wordt de eerstvolgende zondag in de kerkdiensten afgekondigd en de nabestaanden worden hartelijk uitgenodigd de eerstvolgende kerkdienst na de begrafenis bij te wonen met het oog op de voorbede voor hen. 3.2 Pastoraat /huisbezoek Omschrijving In het pastoraat gaat het om de herderlijke zorg in en ten dienste van de gemeente. Dit kan in bredere en in enge zin worden ingevuld. Pastoraat in brede zin wil zeggen, dat er in alle takken van gemeentearbeid sprake is van pastoraat. Pastoraat in engere zin heeft betrekking op zielszorg aan de enkeling of het gezin. Het huisbezoek is een belangrijke vorm van pastoraatbeoefening. Het is een persoonlijke toespitsing in de 'onderlinge band' binnen de gemeente. Bijstand in het pastoraat en vertrouwenspersonen Wijkgemeente Nieuwe Kerk Noord heeft een bijstand in het pastoraat. Als bijlage I zijn de afspraken opgenomen die met de bijstand zijn gemaakt. Binnen de wijk zijn een aantal vertrouwenspersonen werkzaam. Als bijlage II is het reglement Vertrouwenspersoon opgenomen. Doelstelling In het kader van de algemene doelstelling ligt hier de nadruk op de pastorale zorg en het gemeente-zijn. Er dient oog te zijn voor diaconale problemen. Tevens kan een bezoek een apostolair karakter krijgen. 10
Knelpunten De volgende tweedeling kan worden gemaakt in het beschrijven van de knelpunten betreffende pastoraat. 1. Ten eerste zijn ambtdragers niet altijd voldoende toegerust, dat wil zeggen de kerkenraad beschikt niet over richtlijnen ten aanzien van de inhoud en het doel van het huisbezoek. 2. Ten tweede acteren de ambtsdragers in de huidige situatie te veel als solisten. Er is te weinig samenwerking met andere 'schakels' binnen de wijk en het ontbreekt aan 'lerend' vermogen, dat wil zeggen er vindt geen uitwisseling van ervaringen plaats met het doel om van elkaar te leren. Aanbevelingen 1. Van nieuwe ambtsdragers wordt verwacht dat zij een gepaste cursus volgen. 2. Er dient er een handleiding te zijn (voor zover niet aanwezig) met betrekking tot praktische zaken (bijvoorbeeld gesprekstechnieken). 3. Jaarlijks brengt de wijkouderling, in de vorm van een kort verslag, het moderamen op de hoogte van wie er bezocht zijn, welke adressen al langer dan twee jaar niet bezocht zijn en waarom niet en welke problemen in algemene zin aan de orde zijn geweest. 4. Eens per twee jaar is er een gesprek van de ouderling met de predikant of een ander lid van het moderamen waarbij de kaartenbak wordt doorgenomen. Voor een nieuwe ambtsdrager kan dit eerder zijn. Doel hiervan is meer zicht te krijgen op zaken die binnen de wijk spelen, problemen tijdig signaleren, kunnen bijsturen daar waar nodig, en dit alles binnen het centrale doel van de verkondiging van het evangelie. 5. Het is ons streven om minstens één keer per twee jaar een huisbezoek af te leggen. Afhankelijk van de situatie dient evt. aanvullend bezoek plaats te vinden door de wijkouderling of een ander lid van het wijkteam. 6. De coördinatie en de aansturing van de wijkteams verdient verbetering. Hiertoe komen alle wijkteams éénmaal per jaar afzonderlijk bijeen en éénmaal per jaar gezamenlijk, bij voorkeur in de maand mei. 7. We hebben in het pastoraat oog voor jongeren. Wij nodigen hen uitdrukkelijk uit tijdens een huisbezoek of brengen een afzonderlijk bezoek. 8. De ouderen van 80 jaar en ouder worden bezocht met inschakeling van de sectieouderling. 9. Bijzondere aandacht krijgen weduwen en weduwnaars beneden de 80, en kerktelefoonluisteraars
Aanbevelingen 1. Inventariseer de gaven (geestelijk en praktisch) van de gemeenteleden tijdens de huisbezoeken zodat gaven ingezet kunnen worden binnen de gemeente. Maak hierbij gebruik van een bezoekrapport. Dit rapport kan tevens gebruikt worden voor 'afleggen van verantwoording' over de sectie. Leg centraal een bestand aan waaruit kan worden geput. 2. De kerkenraad kan „wervend‟ bezig zijn met betrekking tot vacatures (bijvoorbeeld door publicaties). Het werven en inzetten van gemeenteleden is een verantwoordelijkheid van heel de gemeente. 3. Evenals de vertrouwenspersonen dienen de taken en verantwoordelijkheden van de bezoekbroeders te worden omschreven. Daarbij kan worden gedacht aan: geheimhoudingsplicht, taken tijdens huisbezoek, afbakening overige taken ouderling / bezoekbroeder, de noodzaak van de aanwezigheid van een bezoekbroeder in iedere wijk, benoeming en bekendmaking aan de gemeente, lerend vermogen („opleiding‟ tot kerkenraadslid). 4. Momenteel worden ambtdragers toegewezen aan een bepaalde wijk. Hierdoor bestaat het risico dat gaven van een ambtsdrager verkeerd worden ingezet omdat (een aantal van) de kenmerken van (een aantal van) de gemeenteleden (leeftijd, 11
5.
6.
7. 8.
mate van pastorale zorg etc.) niet overeenkomen met de kennis en ervaring van de desbetreffende ambtsdrager. De wijken moeten daarom niet te star worden ingedeeld. Er moet ruimte zijn om de gaven van iedere ambtsdrager te benutten. Waar praten we over in het huisbezoek? Gaat het over de kerk of over het persoonlijke geloof van de gemeenteleden? Waar lopen we tegenaan in het huisbezoek, waar zitten eventuele blokkades? Wat is het „rendement‟ van het huisbezoek of doen we het omdat het zo hoort? Dit soort vragen dient ook binnen de kerkenraadsvergaderingen besproken te worden. Dit vraagt openheid en kwetsbaarheid van alle kerkenraadsleden. Vanaf welke leeftijd is het aan te raden om de jeugd in het huisbezoek te betrekken? Moet deze jeugd afzonderlijk worden bezocht of is hier ook een taak weggelegd voor de jeugdouderling (in de vorm van groothuisbezoek)? Op de kerkenraadsvergadering dient een aantal onderwerpen (thema's) behandeld te worden die tijdens een huisbezoek minimaal aan de orde moeten komen (bijvoorbeeld doop, avondmaal, tvgebruik, internet etc). Doel is om elkaar te onderwijzen en van elkaar te leren. Voorts dienen m.b.t. deze onderwerpen standpunten door de kerkenraad te worden geformuleerd die dienen te worden uitgedragen door kerkenraadsleden bij het huisbezoeken. De eigen mening is daaraan ondergeschikt. Wat is de diaconale verantwoordelijkheid van de ouderlingen? De samenstelling van een wijkteam, hoe worden de taken onderling verdeeld en hoe wordt informatie met elkaar uitgewisseld? Wie is eindverantwoordelijk? Hoe gaan we om met hen die passief zijn geregistreerd?
3.3 Ziekenpastoraat Dit document bevat de beleidsuitgangspunten ten aanzien van ziekenpastoraat. De inhoud van dit document is vastgesteld door de kerkenraad in de vergadering van 6 december 2005. Het beleid is tot stand gekomen na een langdurige bezinning op dit onderwerp. Een commissie heeft diverse documentatie gelezen en beoordeeld en onder de kerkenraadsleden is een enquête over het onderwerp gehouden. Na een presentatie over dit onderwerp en discussie binnen de kerkenraad zijn de volgende beleidsuitgangspunten opgesteld. Deze beleidsuitgangspunten zijn onder te verdelen in: - de visie van de kerkenraad op ziekte - de visie van de kerkenraad op de rol van gebed in relatie tot ziekte - de visie van de kerkenraad op ziekenzalving Visie op ziekte Ziekte is in de wereld gekomen als gevolg van de zondeval. De schepping / aarde was zeer goed dus daar was geen plaats voor ziekte. Als gevolg van onze zonden, hebben wij nu te kampen met ziekte. Er is geen direct verband tussen het doen van zonden en ziek zijn (wij zouden dan allen meer dan ziek zijn!), maar dat betekent anderzijds ook niet dat het strijden tegen ziekte (vragen om genezing) geen geestelijke strijd is. Wij dienen dan ook in eerste instantie onze genezing te verlangen van God, en aansluitend / aanvullend ook de - door God gegeven - medische zorg te gebruiken. Beiden dienen meer in evenwicht te worden gebracht. Lichamelijk genezing is evenwel minder belangrijk dan geestelijke genezing. Het gaat erom dat wij in eerste instantie mogen leren dat de Heere Jezus voor onze zonden is gestorven en dat wij kinderen Gods genaamd mogen worden. Dat is onze belangrijkste levensbron alhoewel wij ons realiseren dat lichamelijke gezondheid wel belangrijk voor ons als gemeente is. Beproevingen op dat vlak zijn vaak eenzaam en moeilijk en wij erkennen dat wij niet goed weten hoe daarmee pastoraal om te moeten gaan. Gebed Gebed is in dit alles een belangrijk, zo niet het belangrijkste, instrument wat God ons gegeven heeft. Ons gebed dient wel meer doorleefd te gaan worden. Verwachten wij 12
werkelijk grote dingen van God of is ons gebed slechts ingegeven door onze aardse verlangens? In het gebed moet ruimte zijn voor de vraag om (geestelijke) genezing in aanvulling op de vraag om leiding van / hulp door een arts. Genezing is in eerste instantie wel gericht op de geestelijke gezondheid. Besef van schuld en zonde en de terugkeer naar Christus komt op de eerste plaats, in aansluiting mag worden gevraagd om lichamelijke genezing. Lichamelijke genezing zonder gebed is uiteraard menselijk gesproken mogelijk maar in het kader van Jacobus 5 geestelijk niet gewenst. Een verwachtingsvol gebed geeft verder de rust dat God niet altijd geeft waarom wij vragen, maar wel dat Hij aan ons denkt en misschien een andere weg met ons voor heeft. Ziekenzalving / Gebed voor de zieke Ziekenzalving, in de strikte zin van het woord, zoals genoemd in Jacobus 5, wordt door ons niet toegepast. Wij spreken liever van gebed voor de zieke. Het is een sluitstuk van een pastorale weg die met de zieke is gegaan en moet op verzoek van een zieke plaatsvinden. Wij gebruiken bij het gebed voor de zieke geen olie, wel handoplegging, het gebed zelf staat centraal. Overige aandachtspunten bij het gebed voor de zieke zijn: Bij de samenkomst met zieke is altijd de predikant en tenminste één ouderling aanwezig. Er is voldoende tijd en aandacht voor bezinning rond Gods Woord. Ouderlingen mogen vragen naar eventuele zonden die te belijden zijn, het gaat om zonden waarvan de zieke zelf beseft dat ze tussen God en hem/haar instaan. De handelingen van de ouderlingen dienen ondersteund te worden door de voorbede van de gemeente, hetgeen betekent dat samenkomsten (desgewenst anoniem) worden gemeld. Na het gebed voor de zieke is er ook verdere pastorale begeleiding, het gebed is geen geïsoleerd gebeuren. 3.4 Vorming en toerusting gemeente Omschrijving Vorming en toerusting beogen de persoonlijke vernieuwing naar het beeld van Christus en in het verlengde daarvan de bereidheid, kennis en bekwaamheid om mee te werken aan de opbouw van de gemeente van Christus. Centraal moet staan dat gemeenteleden bagage meekrijgen zodat ze staande kunnen blijven in de maatschappij bij het volgen van Christus en daar waar mogelijk het evangelie in woord en daad uit kunnen dragen. De eigen verantwoordelijkheid en de gevolgen van het kiezen voor het volgen van Christus mogen en moeten hierbij de nadruk krijgen. Doelstelling In het kader van de algemene doelstelling ligt hier de nadruk op gemeente-zijn, maar door middel van kringen en cursussen kunnen alle aspecten van de doelstelling aan de orde komen. Knelpunten 1. Binnen de kerkenraad wordt over vorming en toerusting wel nagedacht, maar het zou nadrukkelijker kunnen en moeten. 2. Er zijn dingen die onderbelicht blijven en meer aandacht vragen: opvoeding, dooponderricht, relaties, prediking, belijdenisgeschriften, kerkorde, kerkgeschiedenis, enz. Aanbevelingen 1. De kerkenraad geeft aan welke thema's binnen vorming en toerusting van de gemeente aan bod dienen te komen. Hiertoe kan per seizoen een aantal onderwerpen worden uitgekozen (bijvoorbeeld 2) die door middel van diverse activiteiten (bijbelstudie, lezingen etc.) aandacht krijgen. 13
2. Daarnaast moet aandacht geschonken worden aan het jaarlijkse aanbod van de Centrale Commissie van vorming en toerusting. 3.5 Kringwerk Omschrijving Dit is ook vorming en toerusting. Binnen onze grote wijkgemeente functioneren verschillende kringen. Dit zijn bijbel- en themakringen. Soms is er een kring speciaal voor ouderen of ook speciaal voor jongeren. Er is een kringcommissie die de kringen begeleidt, coördineert en zorgdraagt voor de toerusting van de kringleiders. Doelstelling Deze is veelkleurig: geloofsgroei, bijbelstudie, kennis van de belijdenis, kennis van de kerk, toerusting om christen te zijn in kerk en wereld. Tevens zijn onderlinge ontmoeting en gemeenteopbouw belangrijke aspecten. Knelpunten 1. Op dit moment is er bij een aantal kringen een punt bereikt van verzadiging. 2. Sommige kringen willen eenvoudiger, andere willen meer verdieping. 3. Soms wordt gevraagd om een themakring. 4. Is er voldoende aandacht voor randkerkelijken? Aanbevelingen 1. Op termijn zal er mogelijk onderling gerouleerd moeten worden. 2. Elk jaar is werving van nieuwe kringleden in augustus / september nuttig. 3. Het kringaanbod wordt naar behoefte uitgebreid met studie- en of themakringen 4. In september en januari vindt (met Zuid) een gezamenlijke toerusting van kringleiders plaats.
3.6 Zending en evangelisatie Omschrijving Zending is het wereldwijd verkondingen van de boodschap van het Evangelie conform het zendingsbevel van Christus. Met andere woorden: „Een kerk die niet werft, sterft‟. Voorheen lag hierbij de nadruk vooral op het werk dat ver buiten Nederland plaatsvond. Vandaag de dag is echter de werkelijkheid dat steeds meer mensen in Nederland weinig of niets weten van de Bijbel en de bijbelse boodschap. Dit maakt duidelijk dat in onze huidige tijd de begrippen zending en evangelisatie niet meer zo nadrukkelijk van elkaar te scheiden zijn. Doelstelling In het kader van de algemene doelstelling ligt hier de nadruk op het apostolaat, en indirect op het gemeente-zijn. ZEW commissie De ZEW commissie is een kerkenraadscommissie (van Noord en Zuid) die alle dingen met betrekking tot zending, evangelisatie en dienstbetoon coördineert. De eigenlijke activiteiten vinden plaats binnen de TFC‟s en de Evangelisatiewerkgroep. De ZEW commissie is een ontmoetingsplaats om ervaringen uit te wisselen en zaken op elkaar af te stemmen. De ZEW staat in nauw contact met de Centrale ZEW commissie, een commissie verbonden aan de Algemene Kerkenraad
14
Evangelisatiewerkgroep Binnen onze wijkgemeente is de evangelisatiewerkgroep. Volgens het beleidsplan dat als bijlage bijgevoegd is haar opdracht: de naaste voor het eerst of opnieuw in contact te brengen met het Evangelie en binnen de gemeente medechristenen op te wekken tot het omzien naar onze naaste en elkaar aan te sporen een levend getuige van Christus te zijn. Thuisfrontcommissies (TFC‟s) Samen met de kerkenraad van Nieuwe Kerk Zuid zijn er gemeenteleden uitgezonden in het kader van de zending. De kerkenraden zijn in principe verantwoordelijk daarvoor, maar zij hebben de uitvoering van het werk, zoals het onderhouden van contacten en de zorg voor de financiën in handen gelegd van de TFC‟s. Knelpunten 1. De verantwoording van de TFC‟s richting kerkenraden is niet optimaal. 2. De TFC‟s omvatten Noord en Zuid en dat feit geeft een dubbele verantwoordelijkheid. Aanbevelingen 1. Jaarlijks doet de ZEW verslag aan de wijkkerkenraad. Dit betreft de financiën en de activiteiten 2. De ZEW cie. krijgt de opdracht de wijkgemeente(n) te informeren over zendings- en evangelisatie werk. 3.7 Catechese/jeugdwerk Voor de catechese en het jeugdwerk is samen met de kerkenraad van Nieuwe Kerk Zuid een beleidsnotitie ontwikkeld die als bijlage bij het beleidsplan is gevoegd.
15
4. Functioneren van de kerkenraad 4.1 Kerkenraadsvergaderingen Teneinde een goede uitvoering te kunnen geven aan het voorafgaande is het noodzakelijk dat regelmatig de beleidsuitgangspunten en de realisatie daarvan in de kerkenraadsvergadering in een open en op een constructieve wijze worden besproken. Alle functies binnen de kerkenraad dienen periodiek hun aandachtsgebied te kunnen bespreken (in ieder geval 2 keer per jaar). Te denken valt aan pastoraat, prediking, diaconie etc. Ook alle andere activiteiten die door de kerkenraad gesteund worden, dienen aan de orde te komen (bijvoorbeeld kringwerk). Daarbij dient onderscheid te worden gemaakt tussen lopende zaken en punten die verdere discussie vragen (beleid). De volgende kalender is daarvoor vastgesteld.
Maand
April Juni November
Onderwerp
Kringwerk Jeugdwerk en catechese Diaconie en ZEW
Lopende zaken kunnen door het moderamen worden afgehandeld, waarna de besluiten in de vorm van mededeling binnen de kerkenraad worden behandeld. De kerkenraad heeft dan mogelijkheid tot reactie en zo niet dan onderschrijft kerkenraad het besluit. Gedacht kan worden aan allerlei praktische zaken die nu feitelijk ook al op deze manier afgehandeld worden. Punten die verdere discussie vragen (beleid) worden door het moderamen of een werkgroep voorbereid waarna een concreet voorstel of standpunt aan de gehele kerkenraad wordt voorgelegd (passend binnen de algemene doelstelling). Dit voorstel omvat tevens een aantal vragen c.q. discussiepunten waar de vergadering over moet spreken. Zodoende wordt bewerkstelligd dat met name zaken worden behandeld die het wezen van de gemeente raken en biedt tevens gelegenheid om ruimte te creëren voor bezinning. Hierbij kan gedacht worden aan pastorale onderwerpen rond doop, huwelijk, sterven, avondmaal, verslaving, kerkverlating, etc. Genoemde aanpak vraagt een goede voorbereiding van het moderamen en de kerkenraadsleden. In dit kader dient de afsluitende rondvraag mondeling te kunnen gebeuren. Behandeling vindt in alle gevallen in de volgende vergadering plaats. In dit alles is het van het grootste belang dat wij als broeders met elkaar omgaan, waarbij een goede sfeer en goede communicatie van belang zijn. Kernwoorden hierbij zijn: openheid, kwetsbaarheid, vertrouwen, belangstelling, medeverantwoordelijkheid. De kerkenraad heeft daarin een voorbeeldfunctie. Anders gezegd: er dient ruimte te zijn om elkaar te bemoedigen, met elkaar te bidden, elkaar aan te spreken, te vermanen en te vergeven. Of zoals in Handelingen 1:14a staat geschreven: deze (de discipelen) allen waren eendrachtelijk volhardende in het bidden en smeken.
16
4.2 Kleding tijdens erediensten Tijdens erediensten dragen ambtsdragers gepaste kleding: een donker pak, wit overhemd, en passende stropdas. Wanneer het ‟s zondags dusdanig warm is, dat sommigen het niet zien zitten om in het donkere pak dienst te doen als ambtsdrager, wordt in de consistoriekamer besloten het colbertjasje al of niet uit te doen. De dienstdoende ouderling is vrij om het aan te houden. Regelmatig komt ook de kleding van de kerkgangers aan de orde. Ook in sacramentsdiensten speelt deze zaak. Wij zijn in Ermelo niet gewend om kledingadviezen te geven. Laten wij zelf een goed voorbeeld geven. Stijl in de eredienst is niet onbelangrijk. We zijn er niet alleen, maar samen en het is daarom goed rekening te houden met de ander. In het maatschappelijke leven wordt er wel terdege op de kleding gelet, waarom zou dat in de kerk dat dan niet mogen.
17
Bijlagen Bijlage I
Afspraken over bijstand in het pastoraat
Wijk Nieuwe Kerk Noord heeft de beschikking over een bijstand in het pastoraat voor 2 dagdelen in de week. In overleg zijn de volgende taken aan hem toebedeeld. 1. De Regenboogh bewoners vallen onder zijn hoede. 2. De 70-80 jarigen verzorgt hij, in die zin, dat hij hen die intensiever aandacht nodig hebben, vaker bezoekt. 3. Hij besteedt aan weduwnaars en weduwen beneden de 70 jaar. 4. De bewoners van de Dillenburg krijgen van zowel de bijstand als ook de wijkpredikant gemiddeld twee keer per jaar bezoek. 5. Hij leidt de Dillenburgbijbelkring. 6. Indien nodig werkt hij meer aan de toerustingavonden voor het kringwerk.
18
Bijlage II
Reglement Vertrouwenspersoon
Het doel: Het in overleg met de wijkpredikant en sectieouderling, op vrijwillige basis, bijstaan van gemeenteleden en meelevenden die psychische of verwante emotionele problemen hebben. Dit bijstaan wordt ingevuld door hen te helpen hun klachten te verwoorden en te verwerken, als aanvulling op de professionele hulpverlening en mogelijk voorkoming daarvan. Zonodig wordt verwezen naar huisarts/professionele hulpverlening indien nodig/nuttig geacht. Status: Een vertrouwenspersoon wordt in eerste instantie voor de periode van een jaar door de kerkenraad benoemd. Bezoeken worden officieel namens en in opdracht van de kerkenraad gebracht. Een vertrouwenspersoon heeft geheimhoudingsplicht ten aanzien van datgene wat hem/haar vertrouwelijk ter kennis wordt gebracht. Taak: De taak van een vertrouwenspersoon is: Het zolang als nodig onderhouden van pastorale contacten met gemeenteleden die in een zekere innerlijke nood verkeren. Hierbij is de bijbel leidraad. Indien mogelijk wordt er uit de bijbel gelezen en/of gebeden. Werkwijze: Namen en adressen van te bezoeken gemeenteleden worden door de predikant aangereikt. Hij informeert hieromtrent de betreffende sectieouderling. Er is regelmatig overleg met de predikant. Dit betreft een zogenaamde terugkoppeling. Hierbij mag uitsluitend over de materie gesproken worden. Zonder toestemming van betreffend gemeentelid wordt zijn/haar naam niet genoemd. De vertrouwenspersoon geeft aan de predikant aan wanneer hij/zij zelf psychisch belast is n.a.v. een contact met een gemeentelid. Bij psycho pastorale contacten vindt zonodig overleg plaats met deskundige hulpverleners. De grenzen van het pastoraat worden nauwkeurig in het oog gehouden. Psycho Pastoraal Team: Om een zekere deskundigheid te waarborgen is een Psycho Pastoraal Team opgericht. Hierin hebben zitting: de predikant, de vertrouwenspersonen en een lid van de kerkenraad die bij voorkeur een professionele achtergrond heeft, bijvoorbeeld een maatschappelijk werker (indien beschikbaar) die voor zekere sturing en coaching zal zorgen. Coördinatie: De predikant is coördinator met betrekking tot de inzet van de vertrouwenspersoon. Een verzoek tot de inschakeling van een vertrouwenspersoon wordt aan de predikant gedaan. Voor de inschakeling van de vertrouwenspersoon zal er een gesprek tussen betreffende gemeentelid en de predikant plaatsvinden waarbij de vertrouwenspersoon aan het betreffende gemeentelid wordt geïntroduceerd. Profiel vertrouwenspersoon: Van een vertrouwenspersoon wordt verwacht dat hij/zij: Belijdend lid van de Nederlands Hervormde kerk, Nieuwe Kerk Noord is. Positief in de eigen wijkgemeente staat. Ruime bijbelkennis bezit. Enige levenservaring heeft. 19
Goed kan luisteren en zwijgen. Een goed invoelingsvermogen heeft. Goede contactuele eigenschappen en enige mensenkennis heeft. De cursus tot vertrouwenspersoon bij de PPH. volgt en bereid is eventueel nadere toerusting te ontvangen. Regelmatig contact houdt met het PPT. van de Nieuwe Kerk Noord en de PPH.-te Veenendaal ten einde zelf niet teveel “belast” te raken. Ten minste 1 maal per kwartaal zal overleg met het PPT plaats vinden. Een wederkerend onderwerp zal daarin zijn:” de frequentie en de duur van de bezoeken”. Treedt niet in de ambtelijke verantwoordelijkheid van de predikant, de ouderlingen en de diakenen. Is bekend met de taak van professionele hulpverleningsinstanties. Onderschrijft dit reglement en blijft de uitoefening van zijn/haar taak binnen de afspraken vervat in dit reglement.
Toezicht van het Psycho Pastoraal Team en kerkenraad: De vertrouwenspersoon staat voor de uitoefening van zijn/haar taak onder toezicht van het Psycho Pastoraal Team. Dit team staat onder toezicht van en is verantwoording verschuldigd aan de wijkkerkenraad. Zonder de identiteit van betreffende gemeentelid bekend te maken zal op iedere wijkkerkenraadsvergadering de inzet van de vertrouwenspersoon als agendapunt worden opgenomen. Hierin zal worden aangegeven hoeveel gemeenteleden gebruik maken van de inzet van de vertrouwenspersoon. Bij de beëindiging van de contacten zal dit ook worden genoemd. Duur/ontbinding: Het functioneren van de vertrouwenspersoon wordt jaarlijks door de kerkenraad geëvalueerd. Bij positieve beoordeling wordt voor een te bepalen termijn opnieuw gelegenheid gegeven tot het uitoefenen van de taak. De kerkenraad kan om dwingende reden(en) het functioneren van de vertrouwenspersoon (tussentijds) beëindigen. Deze reden(en) zal/zullen door de overige PPT.- leden met de vertrouwenspersoon worden besproken. Van dit gesprek zal dan schriftelijk verslag worden gedaan aan de kerkenraad. Kosten: De opleidingskosten zullen desgewenst aan de vertrouwenspersoon worden vergoed. Overige zaken: Alle zaken waarin dit reglement niet voorziet worden door de kerkenraad beslist in overleg met de vertrouwenspersoon. Dit reglement wordt door ondertekening als bindend verklaard. Ermelo,………………., De preses,
De scriba,
De vertrouwenspersoon,
(naam en handtekening)
(naam en handtekening)
(naam en handtekening)
Vastgesteld in kerkenraadsvergadering d.d. 23 maart 2000
20
Bijlage III
Verklaring “Verbonden met het gereformeerde belijden!”
Als kerkenraad van de hervormde gemeente weten we ons door onze Nederlandse Hervormde Kerk gebracht op een weg die wij niet hebben begeerd en waarover wij in het geweten bezwaard zijn. Wij erkennen dat wij delen in de schuld van onze kerk. Gedachtig aan het woord van de apostel: 'indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw' (2 Tim. 2:13) weten wij ons echter, zelf levend van Gods trouw, verschuldigd binnen de kerk trouw te zijn aan de roeping waarmee de Koning der Kerk, Jezus Christus ons geroepen heeft. Met de kerk belijden wij dat 'Christus een eeuwige Koning is, die zonder onderdanen niet zijn kan' (art. 27 Ned. Geloofsbelijdenis) en dat Hij Zijn kerk bewaart. Daarom beloven wij dat wij ons in gehoorzaamheid zullen onderwerpen aan het juk van Christus. Wij begeren ons te houden aan de verkondiging van Zijn Evangelie, de sacramenten te bedienen naar Zijn inzetting en de kerkelijke tucht te oefenen om elkaar te bewaren bij Zijn ontferming. Wij beloven ons te houden aan het betrouwbare Woord van God en alle dingen te verwerpen die daar tegen zijn, houdende Jezus Christus voor het enige Hoofd. Als wij zo als gemeente - met vreze en beven - onze plaats innemen binnen het geheel van de verenigde kerk, verklaren wij ons gebonden te weten aan de gereformeerde belijdenis. Met Gods hulp zullen wij weerspreken en weren al wat met dit belijden in strijd is. Bij de inrichting van het leven der gemeente zullen wij ons houden aan de instellingen die met deze belijdenis overeenstemmen. In de gemeente zal de nodiging tot het Heilig Avondmaal en de roeping tot het ambt uitgaan naar hen die tot de openbare belijdenis van het geloof zijn gekomen. In de gemeente zal geen andere levensverbintenis worden ingezegend dan een huwelijk van man en vrouw dat wettig voor de overheid is gesloten. Omdat wij ons schuldig weten onze gaven 'ten nutte en ter zaligheid der andere lidmaten gewillig en met vreugde aan te wenden' (antw. 55 Heid. Cat.) zullen wij de kerk en elkaar blijven oproepen om - in overeenstemming met de gereformeerde belijdenisgeschriften van de kerk - de weg van gehoorzaamheid aan God en Zijn Woord te gaan. De kerkenraad van de hervormde gemeente te ……………………. website opnemen? De kerkenraad heeft op 19 maart 2009 nr. 4 het volgende besloten: a. We zingen het „Ere zij God‟ en het Lutherlied in de eredienst (voor de zegen). b. We zingen het volkslied (Wilhelmus) na de zegen. Dit moet meegenomen worden in de algehele wijziging voor 2009/2010.
21